Vergadering van Provinciale Staten van 25 september 2013 Inhoud



Vergelijkbare documenten
Besluitenlijst Provinciale Staten 13 april 2011

Voorzitter, Er is al heel veel gezegd. Dat gaat de VVD niet doen.

Algemene beschouwingen CDA Weert

Besluiten Provinciale Staten 24 juni 2015 Algemene Beschouwingen bij de Voorjaarsnota 2015

3. Aanwijzing leden, plaatsvervangende leden in het Algemeen Bestuur SNN Benoeming (plaatsvervangende) leden Commissie rechtsbescherming...

p e r s b e r i c h t

p e r s b e r i c h t

Aan de orde is het VAO Persoonsgebondenbudget (AO d.d. 21/11).

Besluitenlijst Provinciale Staten 29 mei 2019

Interne memo. De nadruk ligt dus op de behandeling van de perspectiefnota.

Algemene Beschouwingen 2015

18 DECEMBER 2008: Besluit project Atalanta ( project dierenpark / centrum / theater)

Vergadering Provinciale Staten van Overijssel op woensdag 24 mei 2017

Spreektekst Partij Voor de Vrijheid. Algemene Beschouwingen en Voorjaarsnota. 03 juli 2013

2014D02444 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

19 mei 2015 Corr.nr , FC Nummer 36/2015 Zaaknr

23. Instemmen met de Agenda Duurzaamheid

Namens het college van GS wens ik jullie een gelukkig en gezond 2011 toe! Ik vind het geweldig om jullie als provinciecollega s te ontmoeten.

EERLIJK DELEN, KRACHTEN BUNDELEN EN NIEMAND AAN DE KANT IN VENLO

We zijn nu zo ongeveer halverwege deze bestuursperiode. Dat is een goed moment om de thermometer er eens in te steken.

PS-besluitenlijst d.d. 25 en 26 juni 2008

December 2017 Jaargang 14 Nummer 3

Voorzitter: Van Miltenburg. Mededelingen

MdV UITGESPROKEN TEKST GELDT

Besluiten Provinciale Staten 24 september 2014

v o o r d r a c h t 22 mei 2019 Documentnummer : , SG Dossiernummer: K2834

Inbreng CDA: Voorjaarsnota 2017 & Kadernota

Voorzitter, dames, mijne heren,

1. Opening en mededelingen Regeling van werkzaamheden en vaststelling agenda A1. Integrale Bijstelling Begroting

Opdracht Geschiedenis Algemene beschouwing

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 14 februari 2008 over de Raad voor het concurrentievermogen.

2017D05509 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

BESLUITENLIJST. Vaststelling agenda

BESLUITENLIJST. Voorronde Open Huis. Datum: 10 september 2015 Onderwerp: Discussienota herziening subsidiebeleid

De voorzitter: Ik heet de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van harte welkom, evenals de mensen op de publieke tribune.

Met gegrauw en gesnauw bereik je niks

Algemene Beschouwingen bij de Voorjaarsnota

Inhoud 1. Opening en mededelingen... 3

Excellenties, Dames en heren,

Doel van de activiteit Bespreken van het raadsvoorstel en bepalen of het raadsvoorstel besluitrijp is t.b.v. de raadsvergadering van 16 januari 2014

De heer Öztürk (PvdA): Voorzitter. Bij de stemmingen onder punt 3, over de begroting van Economische Zaken, houd ik onze motie op stuk nr. 27 aan.

6 juni Onderzoek: Aanpak vluchtelingenproblematiek

Aan de orde is het VAO Maatschappelijk verantwoord ondernemen en arbeidsomstandigheden in Bangladesh (AO d.d. 19/09).

Besluiten Provinciale Staten 23 september 2015

Hoeveel bewegings ruimte gunt het kabinet het po?

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Meerjarenprogramma begroting en 2 e concernbericht 2013.

Hoofdstuk 2. Contact maken, inlichtingen verstrekken en onderhandelen

Voorzitter, een mooi politiek moment, de laatste algemene beschouwingen van dit College, de opmaat naar de begroting voor het verkiezingsjaar.

Conclusie: de notulen van beide vergaderingen worden vastgesteld.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Voor een première bereid je je voor. Hoe zorg je er voor dat de kernboodschappen van de lokale PvdA helder en duidelijk naar voren komen?

Politieke bijdrage fractie PvdA begroting Voorzitter,

p e r s b e r i c h t

CIVIC CROWDFUNDING VOOR EINDHOVEN

Handboek Politiek. Derde Kamer der Staten-Generaal

Voorzitter, Voorzitter dan de inhoud.

Raadsvoorstel agendapunt

Werken aan een Duurzame Toekomst

Begroting 2017, 10 november 2016

Speech van commissaris van de koningin Max van den Berg, Symposium LifeLines, Groningen (UMCG), 1 oktober 2012

Besluiten Provinciale Staten extra Statenvergadering 29 januari 2014

Notulen van de openbare commissievergadering ABM

mevrouw R. Leeuwenburgh notulistenbureau Leeuwenburgh Vendrig

Op 31 januari 2017 heeft uw raad een aantal moties aangenomen. Met deze brief berichten wij u over de wijze waarop de afhandeling plaats zal vinden.

Allereerst wil ik de organisatoren van deze dag, de Stichting Lezen en Schrijven

Doel is om voor deelnemers een beeld te schetsen van hoe het pensioen in elkaar steekt en hoe hun eigen pensioen er voorstaat.

Belangen: Macht van de Eerste Kamer

Besluitenlijst Provinciale Staten

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Heemstede is een mooie kern van de Metropool Amsterdam met een eigen identiteit

Reserve sociaal Domein

BESLUITENLIJST VERGADERING VHL-BERAAD

Geachte collega raadsleden, Dagelijks bestuur, Publiek op de tribune, En misschien ook publiek thuis via de webcam,

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 22 mei 2013 over arbeidsmarktbeleid.

Auteur: C. Hekkelman Telefoonnummer: (0316) Onderwerp: Raadsbrief Datum:

Eerlijk delen, krachten bundelen en niemand aan de kant

Agenda vergadering Provinciale Staten op 14 november 2012

Toespraak staatssecretaris Van Ark, symposium over inclusief ondernemen ( Iedereen doet mee ), Asito, Den Haag, 28 mei 2018

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum. Geachte Voorzitter,

Provinciale Staten Griffie. Aan Provinciale Staten. Behandeladviezen Procedurevergadering Provinciale Staten 20 november 2017

gemeente Eindhoven Betreft openbare vergadering van 15 januari 2013, locatie commissiekamer, aanvang uur, einde uur.

Inhoudsopgave. 1 Inleiding... 5

Aan de raad AGENDAPUNT 3. Doetinchem, 10 december Beleidsplan Re-integratiebeleid

Initiatiefvoorstel Beter debatteren in commissie en raad

Uitnodiging. 1) Opening. 2) Mededelingen Mw. Gooijer heeft gemeld afwezig te zijn en haar reactie vooraf door te geven.

Met deze regering zal de economie niet herstellen. Dat betekent dat de er nog heel wat boven ons hoofd hangt.

Besluitenlijst Provinciale Staten

Geannoteerde gewijzigde agenda Provinciale Staten met sprekers

Beschouwingen SP Voorjaarsnota 2012

PvdA Amsterdam Ingediende moties Politieke ledenraad Motie bij agendapunt Basisinkomen

Tweede Kamer, 96e vergadering, dinsdag 16 juni Stemmingen Erfgoedwet

KADERNOTA Venlo als Übergang in einem intelligenten. Grenzregion

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

o UJ . provincie ^}(^ groningen 1 O DEC Aan Provinciale Staten Datum Briefnummer Zaaknummer Behandeld door Telefoonnummer

Openingswoord van CdK Ank Bijleveld-Schouten bij de bijeenkomst over burgerinitiatieven in Overijssel op 2 oktober 2013.

Reglement van orde voor de raad, verordening op de raadscommissies en huishoudelijk reglement van het presidium

PROVINCIE FLEVOLAND. Verbeek. drs T. van der Wal. Provinciale Staten van Flevoland D.t.v. de griffier mevrouw A. Kost INTERN

Besluitenlijst Provinciale Staten

Inbreng Tweede Termijn Kaderbrief Gijs Holla

Transcriptie:

Inhoud 1. Opening en mededelingen... 3 2. Regeling van werkzaamheden en vaststelling agenda... 3 A1. Begroting 2014... 5 A2. Bestuurlijke organisatie Groningen... 30 A.3. Aanpak Ring-Zuid... 52 A4. Noordervisie 2040... 57 B.1 Voordracht realisatiebesluiten voor de projecten N366 "Verdubbeling Veendam Pekela" en "Aanpak wegvak Pekela Ter Apel"... 62 B.2 Voordracht reconstructie van de aansluiting van de N366 met de Westerstraat bij Ter Apel (gemeente Vlagtwedde)... 63 B.3 Voordracht RSP-project Spoor Leeuwarden Groningen... 63 B.4 Voordracht vaststelling Luchthavenbesluit Oostwold... 63 B.5 Voordracht vaststelling Luchthavenregeling Grootegast... 64 B.6 Voordracht vaststelling Luchthavenregeling Veendam... 64 B.7 Voordracht aanpassing krediet voor de vervanging van de brug Dorkwerd.... 64 B.8 Voordracht Nota Grondbeleid... 64 B.9 Voordracht Gemeenschappelijke Regeling Waddenfonds... 64 B.10 Voordracht wijziging Heffingsverordening opcenten op de hoofdsom van de motorrijtuigenbelasting ivm indexeren van het aantal opcenten per 1 januari 2014... 64 B.11 Voordracht vaststelling van nadere regels omtrent de taak, de samenstelling en de werkwijze van de Commissie regionaal overleg vliegveld Oostwold... 65 B.12 Voordracht het instellen van een Commissie regionaal overleg vliegveld Oostwold en het benoemen van een voorzitter voor deze commissie... 65 B.13 Voordracht tot wijziging Financieringsstatuut provincie Groningen 2013... 65 B.14 Voordracht tot wijziging van de Gemeenschappelijke regeling De Noordelijke Rekenkamer... 65 B.15 Bekrachtiging geheimhouding bijlagen bij de brief Overbruggingsfaciliteit Aldel.... 65 5. Ingekomen brieven... 66 6. Notulen van de vergaderingen van Provinciale Staten van 26 juni en 3 juli 2013... 67 7. Behandelvoorstellen volgende cyclus commissievergaderingen... 67 8. Sluiting... 68 1

2

Voorzitter: de heer M.J. van den Berg, commissaris van de Koning Griffier: mevrouw H. Engels-van Nijen Aanwezige 42 Statenleden: N. Bakker (VVD), B. Batterman (PvdA), J. Batting (PvdA), mevrouw S.M. Beckerman (SP), mevrouw A. Beenen (PvdA), C.M. Bezuijen (SP), R.H. van der Born (ChristenUnie), mevrouw L.K. Broekhuizen-Smit (PvdA), P.H.R. Brouns (CDA), L.A. Dieters (PvdA), mevrouw P.W. Geerdink (VVD), mevrouw P. de Graaf-Drijvers (D66), mevrouw S.J.F. van der Graaf (ChristenUnie), mevrouw D. Gruben-Abbas (PvdA), mevrouw O.G. Hartman-Togtema (VVD), mevrouw A.A.H. Hazekamp (PvdD), mevrouw K.A. Hazewinkel (PvdA), H.L. Hilarides (VVD), mevrouw N. Homan (GroenLinks), M.W.H. Jansen (PVV), A.J.M. van Kesteren (PVV), F.A.M. Keurentjes (CDA), mevrouw A.G. van Kleef-Schrör (CDA), R.M. Knegt (CDA), S.J. Krajenbrink (CDA), J.H. Mastenbroek (SP), J. Meesters (VVD), H. Miedema (GroenLinks), mevrouw I.P.A. Mortiers (PvdA), M.H. Post (GroenLinks), D. Ram (PVV), R.D. Rijploeg (PvdA), G.J. Steenbergen (ChristenUnie), C. Swagerman (SP), mevrouw G. Uuldriks-Van der Wielen (PvdA), mevrouw L. Veenstra (SP), J.W.M. Veerenhuis-Lens (Vrij Mandaat), R. Visser (PvdA), J.D. de Vries (D66), J. Wolters (SP), mevrouw E.M. Wulfse (VVD), T. Zwertbroek (D66) Afwezig: R.J. Schoenmaker (PvdA), mevrouw M. Besselink (gedeputeerde) Aanwezige leden Gedeputeerde Staten: M. Boumans, mevrouw Y.P. van Mastrigt, P.G. de Vey Mestdagh, W.J. Moorlag, H. Staghouwer 1. Opening en mededelingen De VOORZITTER: Goedemorgen. Welkom aan de Staten en welkom aan onze gasten. Hiermee is de vergadering geopend. Onze gastvrouw is mevrouw Beenen. Dan hebben wij een afwezigheidsmelding binnen van de heer Schoenmaker van de Partij van de Arbeid. 2. Regeling van werkzaamheden en vaststelling agenda a. Behandelvoorstellen - b. Vaststelling agenda (A- en B-lijst) De VOORZITTER: De fractie van GroenLinks heeft een verzoek ingediend tot behandeling van een voorstel vreemd aan de orde. Een dergelijk voorstel betekent dat het oorspronkelijk niet op de agenda stond, maar dat een fractie dit vanwege de urgentie en de actualiteit toch graag wil bespreken. En dat betreft hier het onderwerp binding van schaliegas. De techniek en het reglement in onze Staten zijn zo dat je dat tijdig moet aanvragen. Dat is in casu gebeurd, namelijk afgelopen maandag. En dat is ook meegedeeld aan alle fracties en vervolgens is er toestemming nodig van ten minste eenderde van deze Staten. Er is nog wel iets bijzonders mee aan de hand. Ik heb u gemeld dat tijdens de bestaande vergadering van 6 februari van dit jaar de Partij voor de Dieren een motie over de winning van schaliegas heeft aangehouden. Deze fractie stemde destijds in met mijn voorstel en u daarmee ook om dit onderwerp eerst in de commissie te bespreken. En die staat ook geagendeerd. In de commissievergadering Omgeving en Milieu van 11 september jongstleden is door het College toegezegd dat men een reactie geeft op de aangehouden motie van de Partij voor de Dieren per brief aan de Staten. Dan kan het onderwerp vervolgens zo is de mededeling vervolgens in de commissievergadering van 16 oktober 2013 geagendeerd worden. Dat is de situatie en de GroenLinks-fractie meent dat er redenen zijn om daarvan af te wijken en het vanochtend nu hier te 3

behandelen. En ik geef graag de fractie van GroenLinks de gelegenheid om dat voorstel toe te lichten en daarna hoor ik wel van de betrokken fracties of er wel of niet behoefte is om dit punt vandaag te bespreken. Mevrouw Homan, gaat uw gang. Mevrouw HOMAN (GroenLinks): Ik wil inderdaad toelichten waarom nu. De Statenfractie van GroenLinks heeft u verzocht om de winning van schaliegas te agenderen in deze Statenvergadering en heeft daarbij niet de bespreking van het stuk in de commissie afgewacht. En wij hebben daar een goede reden voor. De afgelopen maanden was er veel te doen over schaliegas. Minister Kamp was voornemens om het bedrijf Cuadrilla proefboringen te laten doen, wat veel onrust bij de burgers tot gevolg had. Deze proefboringen zijn gelukkig sinds twee weken weer van de baan. Echter, de minister heeft de minister afgelopen woensdag dus na onze commissie in een brief aan de Tweede Kamer laten weten dat hij een structuurvisie en een plan-milieueffectenrapportage wil laten opstellen. In die brief van minister Kamp staat dat voor het onderzoek zal worden gekeken naar héél Nederland. Ook staat in deze brief dat het niet alleen gaat om de tot nog toe beoogde locaties, maar ook om een groot aantal andere. Daarmee valt Groningen ook in het zoekgebied en er zit immers op twee plekken hier in Groningen schaliegas in de grond. Het afgelopen jaar is er nogal wat onrust en angst over het vervolg geweest van de activiteiten in de diepe ondergrond. GroenLinks wil voorkomen dat er nóg meer onrust ontstaat doordat Groningen met zijn aanwezigheid van schaliegasvelden een potentiële zoeklocatie wordt. En daarom wil GroenLinks in dit vroege stadium van de Structuurvisie en een plan-mer aangeven dat er in Groningen geen plek is voor de winning van schaliegas. Regionale en lokale belangen zijn onderdeel van de afweging, aldus minister Kamp zelf in de brief van 18 september. De VOORZITTER: Hartelijk dank. Dan kijk ik even naar de fracties of men dit voorstel wil steunen of dat men zegt dat men dit liever in de commissie wil behandelen. Ik stel voor dat iedereen even langs de orde reageert. Allereerst meneer Dieters. De heer DIETERS (PvdA): Ik vind het sympathiek om daar nu mee aan de slag te gaan. Die onrust hebben wij ook gezien, ook de Partij van de Arbeid heeft daar een opvatting over. Maar we achten het dus op dit moment nog niet aan de orde om daarover te spreken, gelet ook op de toezegging van het College om in een volgende commissie een reactie te geven op de aangehouden motie van de Partij voor de Dieren. Voor ons is dat hét moment om dan in de volle breedte daarover te spreken en ik zou graag zien dat de brief, waaraan mevrouw Homan net refereerde, ook in de reactie van het College wordt meegenomen. Dan hebben we het totaalverband en kunnen we daar ook goed over discussiëren. Ik heb de brief gezien. Ja, het uitstel bedraagt anderhalf jaar. We moeten er vroeg bij zijn, maar wel zorgvuldig. Mevrouw WULFSE (VVD): De VVD heeft het voorstel van GroenLinks bekeken en uiteraard ook de brief van minister Kamp en hetgeen zich in Den Haag heeft afgespeeld. En wij vinden het eigenlijk op dit moment niet aan de orde en zeer prematuur. Het is een groot en belangrijk onderwerp, maar wij willen dat in de volle breedte bespreken in de commissie en het liefst een aantal keren. Want wij verwachten dat dit nog wel een tijdje kan gaan duren. Mevrouw VEENSTRA (SP): Wij snappen de urgentie van het verzoek van GroenLinks, maar wij hebben de voorkeur voor bespreking in de commissie van 16 oktober. En een eventuele motie kan ook worden ingediend in de aansluitende Statenvergadering. Gezien het aangekondigde uitstel hebben we de tijd om die maand te pakken. Wij denken ook dat dit onderwerp een goede inhoudelijke discussie verdient en wijzen ook op de mogelijkheid van inspraak die op 16 oktober ook aan de orde kan zijn. De heer BROUNS (CDA): Ook wij zien op dit moment de urgentie niet. Er is in de tijd ruimte om hier een zorgvuldig debat met elkaar over te hebben. Gezien het onderwerp is die zorgvuldigheid ook nodig. Door nu het debat aan te gaan denken wij dat de onrust waar GroenLinks het over heeft, eerder gevoed wordt dan dat wij die weg kunnen nemen. Dus wij pleiten voor zorgvuldigheid en wachten de reactie van het College af om dan het debat hierover te voeren. De heer ZWERTBROEK (D66): Ik kan mij geheel vinden in de woorden die mevrouw Veenstra heeft uitgesproken op dit thema. We willen dit graag bespreken, we staan sympathiek tegenover de bespreking van het thema schaliegas, alleen dan wel graag uitgebreid en zorgvuldig. 4

De heer JANSEN (PVV): Het is een zeer belangrijk onderwerp, maar wij achten het ook voldoende dat het 16 oktober in de commissie besproken wordt. We sluiten ons derhalve aan bij de woorden van mevrouw Veenstra, Mevrouw VAN DER GRAAF (ChristenUnie): Ook de ChristenUnie wenst aan te sluiten bij de orde zoals we die eerder met elkaar hebben afgesproken. Mijn fractie sluit zich aan bij de wens die is uitgesproken door de heer Dieters om ook in de brief van het College de reactie op de brief van de heer Kamp mee te nemen. De heer VEERENHUIS-LENS (Vrij Mandaat): Vrij Mandaat heeft ook geen behoefte aan een bespreking op dit moment. Mevrouw HAZEKAMP (PvdD): Zoals gezegd hebben wij op 6 februari een motie ingediend en die kwam voor heel veel partijen iets te vroeg. Daarom is inderdaad afgesproken dat er een bespreking in de commissie plaats zou vinden en inmiddels zijn er twee brieven van de minister. De eerste was voor ons aanleiding om in de vorige commissievergadering een reactie van het College te vragen op korte termijn en de tweede was aanleiding voor GroenLinks om dit onderwerp voor vandaag te agenderen. Wij zien de urgentie heel erg en we zouden het voorstel vreemd aan de orde kunnen steunen en ook bij de eventuele bespreking zouden wij de aangehouden motie in willen dienen. Maar ik heb even geteld en ik begrijp dat we dat vandaag niet gaan bespreken. Dus dan wil ik kort nog even het woord richten tot mevrouw Homan van GroenLinks. Tijdens een recent telefoongesprek zei ze tegen mij: Die motie kwam echt een beetje te vroeg voor de Staten. Dat vinden wij natuurlijk vervelend, maar dat vinden we niet erg. Dat begrijpen we ook wel. We zien onszelf als hazen in de marathon, daar hebben we zelfs een film over gemaakt en ik zou graag een exemplaar van deze film De haas in de marathon willen overhandigen aan mevrouw Homan, zodat ze daar bij een volgende te vroege motie nog eens een keer naar terug kan kijken. [Overhandigt de film aan mevrouw Homan.] De VOORZITTER: Dat laat meteen weer zien hoe goed de gebruiken in onze Staten zijn. Daarmee hebt u me ook gelijk geholpen aan de conclusie: het is duidelijk dat er hier geen eenderde contingent voor instemming is en dus blijven we bij de oude afspraken in de procedure. De agenda wordt zonder verdere beraadslaging of stemming ongewijzigd vastgesteld. De VOORZITTER: De spreektijd is vastgesteld door het presidium op 14 minuten per fractie. Dat is ruim, maar we willen de mensen, die die tijd willen gebruiken, de gelegenheid geven daartoe en dat betekent dat we daarmee de ochtend bezig zijn en waarschijnlijk ook nog wel een deel van de middag. We denken in ieder geval voor de beroemde tijd van vijf of zes uur klaar kunnen zijn. Hoe dat precies loopt is altijd afhankelijk van de interrupties en dergelijke, maar u mag hier niet een warme avondmaaltijd verwachten. 3. Bespreekpunten A1. Begroting 2014 Voordracht van Gedeputeerde Staten van 2 juli 2013, nr. 2013-25076, FC, betreffende de Begroting 2014, inclusief bijlagen (nummer 37/2014) Hierbij worden betrokken: - Voorstel van de PVV inzake alternatieven bezuinigingen voorjaarsnota 2013; - Brief van GS van 29 augustus 2013, nr. 2013-35.604/35, GMO, betreffende wijze en termijn afhandeling voorstellen en moties; - Brief van GS van 3 september 2013, nr. 2013-35.049/36/A.18, FC, betreffende Paragraaf Financiering Begroting 2014; - Brief van Stichting Leergeld Zuid-Oost Groningen d.d. 12 september 2013, betreffende korting subsidie Stichtingen Leergeld; - Brief van GS van 24 september 2013, nr. 2013-39.101/39/A.12, FC, betreffende gevolgen septembercirculaire Provinciefonds 2013 en overige ontwikkelingen begrotingsbeleid. 5

De heer BATTING (PvdA): De besluiten, genomen bij de behandeling van de Voorjaarsnota, vinden hun beslag in de begroting 2014. Opnieuw zetten aanvullende bezuinigingen in de orde van grootte van 8,5 miljoen de begroting onder druk. Het omvangrijke bezuinigingspakket als gevolg van de Rijksbezuinigingen laat zich voelen. Sinds 2012 is onze begroting met 50 miljoen afgenomen. Uitvoeringsprogramma s staan onder druk op vrijwel alle terreinen in de samenleving: leefbaarheid, sociaal beleid, natuur en arbeidsmarkt. In dat kader gaat het erom een evenwichtige begroting op te stellen. Het College is erin geslaagd een begroting te presenteren met een meerjarig begrotingsoverschot. Ruimte voor nieuw beleid is er echter amper: 1,5 miljoen voor de komende vier jaar. Om dat enigszins te relativeren zijn we blij met de inzet van 340 miljoen vrijgevallen middelen uit RSP- en MIT-gelden voor openbaar vervoer, infrastructuur en leefbaarheid. En ook met het feit dat voor 2014 in de begrotingsbijlage vooruitgelopen wordt op de verwachte uitvoering van projecten in de orde van grootte van 65 miljoen euro. Prima om bestemmingsreserves juist nu versneld aan te wenden. Houden we rekening met de laatste update, dan komt het begrotingsoverschot gemiddeld 4,1 miljoen hoger uit dan de gewenste minimumbuffer. In afwachting van de Miljoenennota achtte het College het raadzaam het overschot nog niet nader in te vullen. De Partij van de Arbeid heeft daar begrip voor, maar vraagt met klem, nu de consequenties van regeringsbeleid bekend zijn, niet langer te wachten met definitieve keuzes en uiterlijk bij de integrale bijstelling met uitgewerkte voorstellen te komen. Bijvoorbeeld op het vlak van stimuleringsmaatregelen voor het bedrijfsleven, voor verlevendiging van onze binnensteden en voor arbeidsmarktbeleid. Op één punt willen we nu al pleiten voor een nadere aanscherping. Met betrekking tot het sociale domein willen we graag een toezegging van het College dat extra middelen worden ingezet voor het armoedebeleid en ter voorkoming van sociale uitsluiting. De heer BROUNS (CDA): Betekent de uitnodiging aan het College om bij de integrale bijstelling met concrete voorstellen te komen onder andere als het gaat om de stimulering van het bedrijfsleven en het arbeidsmarktbeleid dat u het overschot dat op de begroting zit, wilt aanwenden om op die punten nieuw beleid te ontwikkelen dan wel bestaand beleid een krachtige impuls te geven? De heer BATTING (PvdA): Dat is juist. De VOORZITTER: In Groningen gebruiken ze ook niet meer woorden dan nodig is. Gaat u verder. De heer BATTING (PvdA): We geven het College wel mee, voortgang met de projecten te blijven maken en alternatieven achter de hand te hebben. Want voor je het weet is het 2020 en we willen toch niet dat we met een onvoltooid investeringsprogramma blijven zitten. De middelen zijn schaars en dat dwingt ons College zich te blijven inzetten op financiële impulsen vanuit welke hoe dan ook. Bijvoorbeeld vanuit de publieke taak niet alleen om onze middelen beter te laten renderen, maar vooral om van maatschappelijk belang te zijn. Zelf denkt u, College, onder andere aan miljoenen om revolverende fondsen voor het MKB. Uw concrete voorstellen zien wij graag zo spoedig mogelijk tegemoet. De Partij van de Arbeid constateert met u een grote behoefte aan innovatief en duurzaam kapitaal. Terecht dat u nieuwe werkgelegenheid wilt accommoderen. Samen met kennisclusters en clusterorganisaties is het van belang aan te sluiten bij het Energieakkoord en om Europese programma s aan te boren voor regionaal economisch beleid, gericht op nieuwe technologieën. Werkgelegenheid: daar gaat het vandaag de dag om. En het is wat dat betreft onverteerbaar dat, hoewel wij ons bevinden in het centrum van de energierotonde, de energieprijzen voor de elektrointensieve industrie zoals Aldel veel hoger liggen dan in de ons omringende landen. Dit heeft als gevolg dat het behoud van werkgelegenheid onder ontoelaatbare druk staat. Wij prijzen de inspanningen van onze gedeputeerde en ondersteunen van harte de inzet om tot een gelijk speelveld te komen. Werk aan de winkel dus voor ons College om de achterdeur dicht te houden en nieuwe kansen mogelijk te maken. De heer SWAGERMAN (SP): De heer Batting refereert aan Aldel. Mag ik hem vragen of hij nog steeds in zijn geheugen heeft dat wij nu ongeveer een jaar of negen al trekken aan regionale en nationale overheden om hier iets aan te doen? En dat met name de Partij van de Arbeid in al die jaren in dit College heeft gezeten en het blijkbaar tot nu toe niet noodzakelijk achtte om ook daadwerkelijk daar iets aan te doen? Vindt u niet dat u wel erg laat bent, gezien de historie, met deze noodroep? 6

De heer BATTING (PvdA): Het is een goed dat de heer Swagerman dit punt naar voren brengt, want in het perspectief van de burger is het zo dat deze van mening is dat de politiek haast moet maken. Terecht dat de heer Swagerman erop wijst dat dit soort procedures veel te lang duurt. Want het is juist in Europa dat we willen bewerkstelligen dat er vrije markten komen en vrije bewegingen van mensen, van verkeer en van vervoer van goederen. En juist op dit punt zien we dat de Europese energiemarkt nog niet is geliberaliseerd. Dat is ook een punt waar wij voor willen pleiten, ik ben het volstrekt met de heer Swagerman eens. Maar het is niet zo dat het één partij die in gebreke is gebleven: het gaat om een samenhang van alle partijen die daarbij wat punten hebben laten liggen. Ik kom tot de conclusie. Voor ons ligt een evenwichtige begroting en dat is onder moeilijke omstandigheden geen sinecure wat onverlet laat dat we in het huidige economische tij elke cent die we kunnen missen, moeten inzetten als brandstof voor onze provinciale motor. Mevrouw GEERDINK (VVD): Na vorige week, met een positief doorslaande balans in de richting van heerlijk Duits eten, goed gezelschap en inspirerende gesprekken en lezingen, is het om meerdere redenen tijd om eens een balansdag te houden. Afwegen, reflecteren, goede voornemens maken en uitvoeren. Een begrotingsmomentje, zou je kunnen zeggen. De reis naar Hamburg en Bremen stond in het teken van economie en infrastructuur. De balans opmakend: wat waren nou de succesfactoren en waarin verschilt de economie daar van de economie hier bij ons? Het belangrijkste verschil is de balans tussen de overheid en het bedrijfsleven. Bij ons slaat de balans door richting overheid, in Hamburg is het het bedrijfsleven dat de klok slaat, waarbij de mentaliteit en de wijze van aanpak doorwerken in de wijze waarop de overheid acteert. Samenwerken doen ze daar alleen als de eigen economie erdoor versterkt wordt. Met samenwerkingspartners die zorgvuldig worden gekozen en ook opnieuw vaak worden gewogen. Alleen doorgaan met samenwerken als het geld in de la werk aan de winkel brengt. Samenwerken als de balans goed doorslaat én met een duidelijk doel. Alles staat daar in het teken van het neerzetten en het met kracht en trots uitstralen van een goed en welkom vestigingsklimaat van bedrijven. Dat levert werk op en daar draait de economie op. Ik heb de term ruimtelijke ordening niet één keer gehoord, kan niet staat daar niet in het vocabulaire. De balans is daar doorgeslagen in de richting van kan wel als het geld en werk oplevert. Dat het daarbij op een duurzame wijze moet, is vanzelfsprekend. Als het goed is voor de economie, dan is de richting duurzaamheid. Wat de VVD betreft is het streven naar de juiste balans tussen de overheid en het bedrijfsleven de grootste uitdaging waar we de komende jaren voor staan. Regeren is vooruitzien. Anders zien we bedrijven vertrekken of sluiten in plaats van komen. En er is wat ons betreft veel geoorloofd: er moet aandacht zijn en blijven voor zaken die bijdragen aan een goed vestigingsklimaat zoals bijvoorbeeld cultuur, waar Hamburg de samenwerking bewust zoekt bij Eurosonic we hebben dat allemaal gehoord en daar zij ze heel helder en duidelijk over. Dat kunnen wij omgekeerd ook, maar dat vergt een andere houding van onszelf. Naast deregulering en zo laag mogelijke belastingen is dit moment hét moment om eens na te denken over gerichte acquisitie. Er zou eigenlijk een groot bord langs de A7 moeten staan met de tekst Werk, wees welkom. Bedrijven met werk binnenhalen, verleiden, de boer op, acquisitie, proactief. Niet alleen de NOM of Marketing Groningen, maar vooral de provincie: wijzelf als Staten, de straks grotere gemeenten, beeldbepalende bedrijven in Groningen en onze reizende ambassadeurs denk bijvoorbeeld aan onze Klaas Knot en Wim Pijbes die beiden uit onze provincie komen. De heer SWAGERMAN (SP): U stelt het vast niet op prijs als ik ook een uitgebreid exposé ga houden over alle nádelen die er in Hamburg kleven aan de samenleving en de manier waarop de politiek en het bedrijfsleven die menen te moeten vormgeven. Dus dat ga ik niet doen. Maar ik wel van mevrouw Geerdink weten hoe ze denkt in deze provincie te realiseren wat in Den Haag volledig wordt afgebroken. U zit in een regering waar honderdduizenden arbeidsplaatsen verloren gaan de komende jaren. Dus als u hier een wondermiddel kunt neerleggen waardoor we dat recht kunnen breien en u doet dat ook samen met die andere partner die net als in de provincie ook landelijk met u regeert, zou ik u zeer dankbaar zijn. Mevrouw GEERDINK (VVD): Dat is de reden waarom ik hier in deze Staten zit en ik denk dat wij hetzelfde verhaal als dat van de PvdA u hebt het gehoord in feite net zo goed hadden kunnen houden met hier en daar misschien een iets ander tintje. Maar de richting van volgens mij de hele coalitie is richting werk. En daar waar het in Den Haag misschien anders overkomt wat niet het geval is, kan ik u vertellen is dit in ieder geval de richting zoals wij daar hier in Groningen voor staan. 7

De heer BROUNS (CDA): Twee vragen aan mevrouw Geerdink als het mag. U hebt het over werk. En u zit in een coalitie die bij deze begroting voorstelt om zwaar te bezuinigen op de cofinanciering voor economische projecten, op het arbeidsmarktbeleid, op de promotie van het vestigingsklimaat en op de toeristische infrastructuur. Kunt u mij uitleggen hoe u uw woorden om te komen tot meer banen en meer werk invulling gaat geven als u al deze programma s schrapt? Ten tweede hebt u het over geen lastenverzwaring. Wij hebben hier een begroting met het voorstel om de motorrijtuigenbelasting te verhogen. Ik neem aan dat de VVD daartegen zal zijn. Mevrouw GEERDINK (VVD): Het antwoord op de eerste vraag heb ik denk ik in mijn verhaal verteld. Het is vaak niet alleen een kwestie van geld maar ook van een kwestie van houding, van een andere manier van opereren. Dus daar pleit ik in eerste instantie voor. En op de motorrijtuigenbelasting kom ik zometeen in een vraag richting het College terug. Dus als u mij dat toestaat, bewaar ik die even. Maar u weet hoe wij staan ten opzichte van motorrijtuigenbelasting. De heer BROUNS (CDA): Dan ben ik benieuwd hoe u daar straks op terugkomt. Maar u gaat mij vertellen dat een houding werk oplevert? Dus als mensen buiten maar laten zien dat ze willen werken, dan gaan ze werk krijgen? Dat gaat er bij mij niet in, sorry. Mevrouw GEERDINK (VVD): Wij zijn van mening dat niet alleen geld werk oplevert. Punt. Goed, volgende punt. Waar het om gaat is dat wij samen het merk Made In Groningen verkopen. We kunnen leren van Hamburg door onszelf telkens weer de vraag te stellen: werken we met ondernemende partijen samen waar meneer Brouns volgens mij de voorman van is en wat levert het ons op? College, dat leidt ons tot de volgende twee vragen. Bent u bereid een acquisitieaanvalsplan te maken met als doel het verbeteren van ons vestigingsklimaat? Wij hebben een bedrag gereserveerd voor het stimuleren tot verbetering van het vestigingsklimaat, de vraag is of daar concreet handen en voeten aan gegeven kunnen worden. En de tweede vraag is: kunt u ons in aanloop naar de integrale bijstelling een paar mogelijkheden schetsen op basis waarvan de 9 ton uit de brief die wij van de week ontvingen, aan te veel betaalde motorrijtuigenbelasting kan toevloeien naar de belastingbetalers in onze provincie? Tot slot dienen wij vandaag bewust geen moties in met een budgettair beslag. Het is per slot van rekening zoals ik begon: balansdag. De heer WOLTERS (SP): Het mag bekend zijn dat de SP het beleid van de regering-rutte slecht vindt. Het rigide bezuinigingsbeleid leidt tot onnodige verslechtering van de economie en daar zijn ondertussen veel VVD- en PvdA-prominenten het mee eens. Ons College komt ook met bezuinigingen deels afgedwongen - maar tegelijkertijd kiest het College er ook voor om minder te besteden dan mogelijk is. Men laat 5,5 miljoen of iets meer, denk ik zelfs op de plank liggen: 2 miljoen als flexibel budget, zoals was afgesproken en daarnaast nog bijna 4 miljoen om tegenvallers op te vangen. We hebben toch ook nog een weerstandsvermogen om tegenvallers op te vangen en we hebben jaarlijks 500.000 euro opgevoerd op de begroting als reservering voor het opvangen van werkelijk onvoorziene en onvermijdbare uitgaven. En we gaan ook nog eens een keer heel voorzichtig om met het schatten van wat we krijgen uit de Rijksmiddelen: bij uitkering vanuit het Provinciefonds wordt uitgegaan van het nulscenario, terwijl op basis van de meicirculaire kon worden uitgegaan van een toename van 1,86% voorzichtigheidshalve, want dat valt misschien nog wel tegen. Maar ook daar zit ook ruimte om tegenvallers op te vangen. In de commissievergadering heeft de gedeputeerde aangegeven dat het wel de bedoeling is om zodra er duidelijkheid bestaat over wat de regering-rutte de provincies gunt, zomogelijk alsnog met voorstellen tot besteding te zullen komen. Wanneer kunnen we die duidelijkheid dan verwachten, is een vraag die we daar wel bij hebben. En overigens is wat ons betreft die voorzichtigheid toch wat overdreven, overbodig en voorzichtig. We zien dit toch al een soort voorzichtigheid die er uiteindelijk toe leidt dat het College wat extra bestedingsruimte heeft georganiseerd. Bij de Voorjaarsnota hebben we voor het hele extra gereserveerde bezuinigingsbedrag via amendementen geprobeerd om hier alternatieve bestedingen voor aan te wijzen. Daarbij willen we extra bezuinigingen besteden aan cultuur, natuur, reiskostenvergoeding voor MBO-studenten en participatieprojecten waaronder de Stichting Leergeld. We zullen niet al die amendementen opnieuw indienen, maar we willen er wel een uitpakken al hebben we het idee dat we niet zo heel veel kans maken dat de coalitie er wat van over zal nemen, maar toch hopen we dat. Wat we met name willen proberen is dat we toch wat geld alvast bestemmen voor participatieprojecten, waaronder de Stichting Leergeld. Staatssecretaris Klijnsma heeft afgelopen weekend in een interview ook nog gemeld dat het 8

jammer is dat er minder geld voor sociale zaken en armoedebestrijding beschikbaar is, maar dat er gelukkig nog stichtingen zijn als de Stichting Leergeld. Ja, daar gaan wij niet vervolgens als lokale overheden toch ook weer in schrappen? Dat vinden we een slechte zaak. Dus daarom overhandig ik nu het eerste amendement aan de voorzitter (amendement later verworpen). Daarnaast hebben we nog een amendement en dat heeft als bedoeling om wat kostenbewuster en toekomstgerichter te handelen. Het betreft het bedrag dat het komende jaar besteedt wordt aan onderhoud van wegen en kanalen. We hebben het daar eerder over gehad: hiervoor wordt dus een planning opgesteld voor de komende jaren, middelen zijn ervoor gereserveerd en elk jaar worden uit het MIT bedragen beschikbaar gesteld voor dat doel. Dit jaar wordt er minder geld uitgetrokken dan nodig zou zijn om het gewenste niveau 2 van drie niveaus te bereiken. Naar ons idee is nu minder geld uitgeven eigenlijk onherroepelijk het begin om van het in de toekomst meer eraan uitgeven. De kosten gaan voor de baten uit is zo n spreekwoord en dat speelt wat ons betreft hier. Nu besparen op dat soort uitgaven betekent dat objecten minder lang meegaan, eerder vervangen moeten worden en vroeger storingen krijgen. Dus op termijn krijg je juist meer kosten. Ons pleidooi is dan ook om toch wat gelden uit dat MIT naar voren te halen. Daarvan was misschien wel in de toekomst gepland om ze uit te geven maar we zouden er wel voor willen pleiten om alvast dit jaar op dat niveau te gaan zitten, zodat je dit jaar niveau 2 kunt halen. In de commissievergadering hebben we daar ook wat vragen over gesteld, er was toen ook wel wat weerklank. Toen is gezegd dat we dat nog eens even laten doorrekenen wat de effecten daar nou van zullen zijn en dat is gebeurd. En ons vermoeden werd bevestigd, gezien de analyse die in de brief van het College van 14 juni is gepresenteerd. Weliswaar zijn de hierin gepresenteerde cijfers gebaseerd op inschattingen, maar eerlijk gezegd achten wij deze inschattingen betrouwbaarder dan die van het Centraal Planbureau waar onze bestuurders in Den Haag bijna blind op varen. Dus daarom dienen wij een tweede amendement in (amendement later verworpen). In de commissievergadering hebben we al gemeld dat we het positief vinden dat er een begin wordt gemaakt met het opnemen van prestatie-indicatoren en kengetallen. Tegelijkertijd vinden we en dat waren veel partijen het in de commissievergadering met ons eens dat de uitwerking nog lang niet voldoende is. Het College beaamde dat ook en in de commissievergadering is geopperd dat mogelijk vanuit de Staten meegedacht kan worden: in het presidium zou daar nader overlegd over worden. In elk geval hierbij onze toezegging dat we daar van harte een bijdrage aan willen leveren. Tot slot misschien een beetje buiten de orde. Maar we hebben met genoegen kennisgenomen van het besluit van GS om de toestemming voor de biovergister in te trekken. Dat vinden wij een heel goede zaak. De heer BROUNS (CDA): Het is wel een bijzondere dag om de begroting te behandelen in de wetenschap dat over een minuut of twintig in de Tweede Kamer in Den Haag de Algemene Beschouwingen beginnen en dat uiteindelijk de uitkomst daarvan en de vertaalslag daarvan in hun begrotingen een effect zullen hebben op waar wij nu over spreken. En dan vooral over het meerjarenperspectief dat in onze begroting zit. En tegelijkertijd zie je dat diezelfde spanning, die toch een beetje rondom dat Haagse debat hangt namelijk dat het kabinet geen meerderheid heeft in de Eerste Kamer hier ook wel een beetje, want er is een aantal interessante uitspraken gedaan. En daar kom ik later in mijn betoog ook zeker op terug, want ik ben blij verheugd. In die zin deel ik dan ook niet de vrees van de SP dat zij geen hoop heeft dat zij deze coalitievoorstellen vanuit andere partijen niet overneemt. Want ik zie dat de Partij van de Arbeid bereid is om het overschot in de begroting dat overigens niet alleen voor 2014 maar ook voor de jaren erna aanwezig is aan te wenden voor een stevige stimulans van onze economie en arbeidsmarkt. En ik kom daar straks inhoudelijk nog op terug, maar dat komt zeer dicht in de buurt bij waar het CDA voor staat en bij wat naar zijn mening zou moeten gebeuren. Dat geldt ook voor het versneld uitvoeren van projecten: daarbij ben ik heel blij met de SP, die ik volgens mij voor het eerst in deze Statenzaal hoor pleiten voor het naar voren halen van gelden van het plegen van onderhoud aan onze infrastructuur. Ook dat stemt mij heel tevreden, want dat betekent niet alleen dat wij de kwaliteit van onze infrastructuur op orde houden, maar ook dat in deze moeilijke tijden de bedrijven die dat moeten verzorgen, in ieder geval werk hebben voor hun personeel. Dat sluit ook heel erg aan bij de Voorjaarsnota zoals die behandeld is. Want deze begroting is natuurlijk daar een vertaalslag van. En terecht zei de Partij van de Arbeid dat als je het vanuit dat oogpunt bekijkt, hier een evenwichtige begroting ligt. Want wat bij de Voorjaarsnota is besproken en is aangenomen, is hier vertaald in een financieel perspectief. Wij hebben als CDA bij die Voorjaarsnota een terugblik gegeven op hoe het gelopen is in de afgelopen anderhalf jaar, maar hebben ook een vooruitblik gegeven op wat het College en de partijen in deze Staten, waaronder het CDA, verwachten voor de komende jaren. En we hebben daarbij aangegeven dat een goede bereikbaarheid van zeker 9

ook de krimpregio s van belang is om te komen tot een ontsluiting van de stedelijke centra en voorzieningen. We hebben ook aangegeven dat wij een serieuze duurzaamheidsagenda willen hebben die niet dogmatisch vanaf de tekentafel tot stand komt, maar die realistisch in de samenleving vorm krijgt met behulp van participatie. We hebben een perspectief neergelegd, waarbij we onze inwoners werk hebben in onze provincie en daar veilig kunnen wonen, er ruimte is voor recreatie, natuur en cultuur en er een sociaal draagvlak is in de samenleving. En we hebben gepleit voor een andere provinciale sturingsfilosofie, die en dat zal bij de bestuurlijke herindeling later vandaag ook nog wel ter sprake komen uitgaat van samenwerken en vertrouwen, die ruimte geeft aan initiatieven van onderop. Een overheid die faciliteert en een overheid die meedenkt in plaats van enkel en alleen oplegt. We hebben ook aangegeven dat we geen voorstander zijn van lastenverzwaring. En nu wij gisteren de septembercirculaire hebben ontvangen, waarin blijkt dat het financieel perspectief de komende jaren zelfs nog beter uitpakt dan de ruimte van een dikke 4 miljoen die we hebben namelijk oplopend tot 0,7 miljoen meer zijn wij er dan ook geen voorstander van om de motorrijtuigenbelasting verder te verhogen. Overal in de samenleving moeten we het met minder doen, er vinden al enorm veel bezuinigingen plaats. Op dit moment is het voor de provinciale financiën niet noodzakelijk om te komen tot een lastenverzwaring: laten we er dan ook vanaf zien. We willen graag een impuls van de regionale economie en wij zouden het overschot dat er in de begroting zit, dan ook daarvoor willen aanwenden. Dus wat ons betreft dat hebben we ook bij de Voorjaarsnota aangegeven gaan de bezuinigingen op de economische programma s, op de promotie van het vestigingsbeleid, op het arbeidsmarktbeleid, op de toeristische infrastructuur en op de cofinanciering van structuurversterkende economische projecten van de baan. Die ruimte is er in onze begroting. Wat betreft die structuurversterkende projecten merkt het College zelf al op dat men op dit moment niet een beeld heeft van wat de gevolgen daarvan zijn. Die gevolgen zullen pas in beeld zijn bij de integrale bijstelling. Áls je al iets afschaft, dan moet je dat wel doen op basis van het kunnen wegen van de mate waarin maatregelen hun effecten en gevolgen in de samenleving hebben. Nu wordt iets afgeschaft zonder dat we het daarover kunnen hebben en die weging kunnen maken en dat in economisch slechte tijden en in de wetenschap dat we voldoende financiële middelen hebben om het wél in de benen te houden. Laten we dan die economie écht een stimulans. En dat geldt ook voor het versnellen van projecten: daar is geld voor gereserveerd. Wat wij missen in deze begroting zijn de maatregelen hoe wij dat ook daadwerkelijk tot stand brengen. Wij praten er nu al enige jaren over, maar de echte versnelling van die projecten, waar we gewoon spaargeld voor op de plank hebben liggen, is tot op heden niet tot stand gekomen. We zouden dus graag van het College inzage krijgen in welke maatregelen men komend jaar gaat treffen om projecten inderdaad versneld in de uitvoering te krijgen. Zoals gezegd: er is 5 miljoen ruimte in de begroting. Laten we die nu aanwenden om serieus werk te maken van werk. En ik ben het met haar eens als mevrouw Geerdink zegt: Het is niet alleen geld dat werk maakt. Natuurlijk moet er een goede houding zijn. Het vergt ook een overheid die initiatieven van onderop de ruimte geeft, die ondernemingen faciliteert in plaats van belemmert met regelgeving. Maar het vergt ook geld, want het is niet zo dat eenieder zichzelf in deze samenleving kan redden en we moeten wel bereid zijn om daarin te investeren. Tot slot is er een opmerking gemaakt over de Stichting Leergeld door de SP en daar hebben we een vraag over aan het College. Bij de toetreding van de ChristenUnie is nadrukkelijk aangegeven dat een van de grote wijzigingen in het Collegeprogramma de centrale primaire plek voor vrijwilligers was. En vrijwilligers zijn heel erg belangrijk in onze samenleving om bij al die punten waarbij de overheid de laatste jaren aan het terugtreden is, toch nog zaken draaiende te houden. En kan het College ons uitleggen hoe de bezuiniging op de Stichting Leergeld zich verhoudt tot het primaire aandachtspunt van ondersteuning van vrijwilligers? De heer VAN KESTEREN (PVV): De heer Brouns vertelt net dat je bedrijven de ruimte moet geven en moet faciliteren en dat het niet alleen een kwestie van geld is. Ik zou eens van u willen weten hoe het CDA staat in de komst van een Factory Outlet Centre in Oost-Groningen: dat kost ons geen geld, want daar zijn investeerders voor. Ik wil graag van u weten wat uw opstelling daarbij is. Hoe denkt u daarover? Wilt u daarin meegaan om dat bedrijf ruimte te geven om zich ook daadwerkelijk te vestigen? Of gaat u mee met het College om alle hindernissen en regels in te stellen zodat het Factory Outlet Centre onmogelijk wordt? De VOORZITTER: Laten we nu niet een debat beginnen over het Factory Outlet Centre, maar u mag in principe deze vraag wel even beantwoorden, meneer Brouns. 10

De heer BROUNS (CDA): Ik zal geen debat hierover aanzwengelen. Laat ik het in algemene zin houden, want dat geldt ook voor een factoryoutletcentrum: als een ondernemer brood ziet in het opzetten van een onderneming of in het drijven van een bestaande onderneming, wie zijn wij als overheid om dat in twijfel te trekken? Uiteindelijk is het geld van een investeerder of van een ondernemer zelf. En als hij denkt dat er kansen zijn en die leveren vervolgens werkgelegenheid op, dan denk ik dat je als overheid daar primair faciliterend tegenover moet staan. Ten tweede denk ik dat je je te allen tijde moet bezinnen op de plek die je als overheid hebt, dus je moet geen oneigenlijke instrumenten gebruiken om zaken te voorkomen. Anderzijds moet je wel kijken naar wat er particulier aan initiatieven is en wat de gevolgen daarvan zijn voor de rest van de samenleving. Want het is niet de ondernemer die alleen in de samenleving staat, er zijn meerdere ondernemers en daar is een balans in. En die afweging zul je dan uiteindelijk moeten maken, maar wel binnen de bevoegdheden die je als overheid met het gebruik van het juiste instrumentarium. De heer ZWERTBROEK (D66): Vertrouwen en duidelijkheid is de naam van de tegenbegroting, ingediend door de Tweede Kamerfractie van D66. En aan de hand van deze twee woorden zal ik mijn woordvoering vandaag invullen. De begroting ligt vóór ons. En allereerst willen wij de ambtelijke ondersteuning nogmaals danken voor hun werk, zeker omdat wij dit jaar voor het eerst te maken hebben met een geïntegreerde en duidelijke begroting. Vorige week was het Prinsjesdag en werden traditiegetrouw de plannen van het kabinet officieel bekend er lekt immers wel eens wat. Deze plannen omvatten wederom een bezuinigingsopgave voor een deel ook bij de provincie. D66 is erg benieuwd naar de gevolgen hiervan en ook naar de visie van GS daarop. Het is mooi dat de provincie 5 miljoen overhoudt in de begroting. Wel moet aangetekend worden dat de eerdere bezuiniging bij de provincie wellicht de oorzaak is. D66 is van mening dat moet worden gekeken naar de doorrekening en daarna kijken welke ruimte er nog is. Wel vindt D66 dat het mooi zou zijn als het overgebleven budget geïnvesteerd wordt. D66 heeft dan ook wensen om dit budget te investeren en wij hopen dat GS dit mee kan nemen en hierop terug kan komen. D66 ziet een nadere investering in projecten op het gebied van energietransitie als positief. Met name bij het gebouwenplan zien wij kansen om te werken aan duurzame woningen en duurzame gebouwen, bijvoorbeeld een flinke inzet op semioverheidsgebouwen. Kan GS richting de integrale bijstelling kijken naar de mogelijkheden en hier nader op inzetten? Daarnaast is het belangrijkste doel van het beleid de economie. Dat kan succesvol zijn binnen onze grenzen, maar dat is het zeker door samen te werken over de grenzen heen. Dat hebben wij onder andere vorige week gezien in Bremen en Hamburg, zoals mijn collega, mevrouw Geerdink, ook al aangaf. Wij dienen op dit moment nog geen motie in om hier aan deze punten uiting te geven: wij willen eerst de doorrekening zien van de plannen van het Rijk en daarna zien welke ruimte er is. De heer SWAGERMAN (SP): Ik zou het een klein beetje om willen draaien. Ik zou de D66-fractie willen vragen om, net als in de Tweede Kamer gebeurd, een voorstel te doen op basis van de bestaande begroting en op basis van wat de D66-Statenfractie graag wil met instemming toe te staan dat het tekort op gaat lopen dan wel dat de bezuinigingen die nu worden opgevoerd, terug worden gedraaid wat in lijn is met wat D66 landelijk wil en daarmee banen te creëren. Als u mij daarin wilt steunen, dan gaat dat banen opleveren en ik zou dat heel erg op prijs stellen als u dat in deze coalitie voor elkaar weet te krijgen. De heer ZWERTBROEK (D66): Vanzelfsprekend willen wij aan banen werken en dat is ook iets wat mevrouw Geerdink aangaf: alle coalitiepartijen willen dat. Daarnaast wil ik dolgraag aan de slag met de begroting, maar dan wil ik ook duidelijkheid hebben over het beleid dat in Den Haag op dit moment wordt gemaakt en waarvan u weet hoe mijn partij daarin staat en dan wil ik daar verder naar kijken want ik wil daar overzicht van hebben. Daarom dienen wij ook dus geen moties in op dit moment, wij willen wel bij de integrale bijstelling een overzicht zien van de mogelijkheden waarin wij kunnen investeren in deze provincie. De heer VAN KESTEREN (PVV): In mijn betoog over de begroting zitten maar liefst twee complimenten aan het College. Wanneer onze motie aan het eind van dit betoog zal worden overgenomen, dan kunnen dat er misschien nog wel meer worden. Dus ik zou tegen iedereen willen zeggen: geachte dames en heren, let goed op want het is in ons aller belang. Op de website van de provincie Groningen kunnen we sinds kort een mooi overzicht vinden van verleende subsidies. Gedeputeerde Staten van Groningen zijn dus goed bezig, waarvoor dus 11

onze complimenten. Maar het kan ook beter. Is het geld goed terechtgekomen? Is ermee gedaan wat concreet erover is afgesproken? Uiteindelijk zouden we toemoeten naar een systeem dat niet alleen de provincie maar zeker ook de burger zicht krijgt op de besteding van subsidies die beschikbaar zijn gesteld voor de realisatie van het beleid en de resultaten die ermee worden bereikt. Zoals velen van u weten zijn wij al meer dan een jaar bezig met een subsidieonderzoek, dat inmiddels aan de afronding toe is. Wij zullen er op korte termijn mee naar buiten komen en hopen dat GS haar voordeel er in de toekomst mee zullen doen. Wellicht kunnen we hierin samen optrekken om op termijn volledige transparantie in de subsidiestroom te realiseren. Op economisch beleid willen GS een half miljoen per jaar bezuinigen in de periode 2014-2017 bezuinigingen op economische programma s die belangrijk zijn voor de welvaart van onze provincie. Naar onze mening zou er beter op andere programma s bezuinigd kunnen worden. En de PVV stelt dan ook voor om de volgende programma s te schrappen, die in een motie zullen worden ingevuld. Tot slot zou ik GS nog een tweede compliment willen maken, omdat GS volgens mij één bezuinigingsvoorstel van de PVV hebben overgenomen en wel het programma Regio van de Smaak. En dan dien ik hierbij onze motie in. De VOORZITTER: Dank u. Dit is de motie met nummer 1, getiteld Alternatieve bezuinigingen, namens de fractie van Vrij Mandaat: Provinciale Staten van Groningen, in vergadering bijeen op 25 september 2013, Constaterende dat Gedeputeerde Staten willen bezuinigen op belangrijke economische programma s die belangrijk zijn voor de welvaart in onze provincie; Overwegende dat er beter op andere programma s kan worden bezuinigd, die onze economische draagkracht niet zullen verzwakken; Van mening zijnd dat het niet verstandig is om te bezuinigen op de programma s Versterking Toeristische Infrastructuur en Promotie Vestigingsklimaat. Verzoeken het College van Gedeputeerde Staten om in plaats daarvan de programma s Streekrekeningen, Innovatie Kwaliteitssprong Landbouw, 100.000-Woningen- en Voertuigenplan, Energy Valley en Vergroening Energie Dorpen/Buurten volledig te laten vervallen. En gaan over tot de orde van de dag! Mevrouw VAN DER GRAAF (ChristenUnie): Wij bespreken vandaag de begroting voor het aankomende jaar, kort na Prinsjesdag en op de eerste dag van de Algemene Politieke Beschouwingen in de Tweede Kamer, die over zo n vijf minuten zullen aanvangen. Dit jaar mag daarbij als een bijzonder jaar gerekend worden, daar de Troonrede met de regeringsplannen voor het eerst door onze koning werd uitgesproken. Een feestelijke dag, maar wel een dag met een sombere boodschap: de economie staat er nog niet goed voor. Wat de ChristenUnie betreft ligt de uitdaging voor het komende jaar in het behouden van de werkgelegenheid en het niet verder oplopen van de werkloosheid, maar ook gezinnen als steunpilaren van onze samenleving mag het niet moeilijker gemaakt worden dan nodig. Het kabinet staat voor een grote uitdaging om de vraagstukken die er liggen op het gebied van de economie, de zorg, de pensioenen, het wonen en de werkgelegenheid op te lossen. Daarbij zullen maatregelen getroffen moeten worden die pijn zullen doen en die we allemaal zullen merken, maar het gaat ook om keuzes waarmee je groepen kunt ontlasten. In de afgelopen dagen zijn er verschillende tegenbegrotingen dan wel alternatieven gepresenteerd door de oppositiepartijen. Wij zien dan ook een spannend najaar vóór ons, te beginnen bij vandaag. Wij waren hier niet van plan een kleintje Algemene Politieke Beschouwingen uit te spreken. Toch staat wat wij hier in de provincie doen niet los van wat zich in Den Haag afspeelt. In de wetenschap dat de rijksplannen nog niet vastliggen en de gevolgen daarvan voor onze begroting nog niet volledig inzichtelijk zijn bespreken wij vandaag de begroting van onze eigen provincie. Wij constateren dat de begroting een uitwerking vormt van wat wij hebben besproken en vastgelegd in de Voorjaarsnota. Naast de bezuinigingen en de economische stagnatie wordt er in deze begroting sterk ingezet op het realiseren van de ambities op het gebied van werk, energie en leefbaarheid. Die begroting kent vooralsnog een begrotingsruimte. Het College kiest ervoor deze ruimte nog niet direct in te vullen, gelet op de onzekerheden als aanvullende bezuinigingen van rijkswege en de effecten van de Miljoenennota. Wij zouden graag snel zicht krijgen op de effecten van de rijksbegroting voor de begroting van onze eigen provincie. Op onze inbreng tijdens de commissievergadering gaf het College weer dat men richting de integrale bijstelling voornemens is met een samenhangend pakket van 12

bestedingsvoorstellen te komen ten aanzien van de resterende begrotingsruimte. In de brief over de septembercirculaire die we gisteren hebben ontvangen, is dit nogmaals weergegeven. Wij zouden het College nu vast willen oproepen in het licht van de grote vraagstukken die in ons land aan de orde zijn, maar waar we ook hier in Groningen onze bijdrage aan zouden kunnen leveren in die bestedingsvoorstellen in ieder geval het stimuleren van werkgelegenheid en de economie mee te willen nemen. Wij zien daarvoor ook in het bijzonder kansen in relatie tot de samenwerking over de grens met Duitsland en met de lagere overheden aldaar. Tijdens ons bezoek aan Bremen en Hamburg zijn we nog meer gesterkt in deze opvatting. We kunnen veel leren van de landen om ons heen en veel met hen samenwerken. En daarnaast roepen wij het College op om in te zetten op de sociale kant van het beleid. In het bijzonder denken wij dan aan de participatieprojecten om sociale uitsluiting tegen te gaan en het ondersteunen van vrijwilligers inderdaad het cement van onze samenleving en vrijwilligersorganisaties die zich richten op armoedebestrijding. Graag zien wij een reactie van het College daarop tegemoet. Wij hopen dat in het komende jaar op alle overheidsniveaus gewerkt zal worden aan het oplossen van de vraagstukken in dit land. In onze rol als leden van Provinciale Staten spreken wij daarbij in eerste instantie onszelf aan, maar kijken daarbij ook naar Den Haag, zodat wij volgend jaar de koning voor de tweede maal een Troonrede namens de regering mogen horen uitspreken, maar dan een rede met een boodschap waar daadwerkelijk perspectief uit blijkt. De heer POST (GroenLinks): Juist op dit moment vangen in Den Haag de beraadslagingen aan rond de Algemene Beschouwingen volg de livestream, zou ik zeggen. In mei bespraken wij hier in dit huis de Voorjaarsnota en daarbij heeft GroenLinks aangegeven, teleurgesteld te zijn in een aantal keuzes van het nieuwe College. De begroting die vandaag voorligt, is een weerslag van wat we toen met elkaar bespraken. De teneur van de discussie toen was dat er nogal wat onzekerheden waren met betrekking tot het rijksbeleid. Nu Prinsjesdag achter de rug is zouden we de balans op kunnen moeten maken. Maar zoals gezegd vindt daar nog een discussie over plaats. In de commissievergadering heeft gedeputeerde Moorlag toegezegd de Staten vandaag te informeren over de gevolgen van de landelijke bezuinigingen voor de provincie Groningen. Gisteren hebben wij daarover een brief ontvangen met een reactie op de septembercirculaire overigens dank hiervoor. Maar deze brief gaat alleen over de gevolgen voor het Provinciefonds en niet over de totale bezuiniging. Wat is hiervan de reden en kunnen we bij de integrale bijstelling wél een totaalbeeld ontvangen? Onze indruk is dat het met het financiële perspectief nog wel eens minder had gekund. Hoewel het te kort dag is om het totaalbeeld te hebben, denken we dat het zeer behoedzame begroten met vele slagen om de arm wel ietsje minder relevant is en het opent perspectief voor de bespreking tijdens de integrale bijstelling. De gemiddelde begrotingsruimte zal de komende jaren dus iets meer van 5,5 miljoen bedragen de SP had het daar ook al over. En in het debat rond de Voorjaarsnota heeft GroenLinks aangegeven dat wel heel erg veel te vinden, maar het College, gesteund door de coalitie, wilde vasthouden aan het beleid van double double safe. Bij de behandeling van de commissie BFE hebben we gesproken over het flexibel budget en de wens van GroenLinks om daarbij niet jaarlijks vast te houden aan 2 miljoen, maar dit mee te laten bewegen met de omvang van de begroting. En tijdens de commissie heeft het College toegezegd dat een afronding naar die 2 miljoen niet noodzakelijk is en daarmee ontstaat een financiële ruimte van 114.000 euro voor nieuw beleid. De verleiding om daar nu met voorstellen over te komen is groot ook voor onze fractie maar toch maakt ook mijn fractie graag een integrale afweging. Bij de behandeling van de Voorjaarsnota in de Staten van juni heeft GroenLinks een motie ingediend over het deels terugdraaien van de provinciale bezuinigingen op natuur. Helaas is deze motie verworpen, de coalitiepartijen en het College gaven toen aan te willen wachten tot de begrotingsbehandeling omdat dan duidelijk zou zijn hoeveel geld er van het Rijk beschikbaar zou komen voor natuur. De regering heeft vorige week dinsdag besloten 100 van de 200 miljoen extra voor natuur naar achteren te willen schuiven. Het is op dit moment niet precies duidelijk wat dit betekent, maar wij zijn bang dat het natuurbeheer in onze provincie hiervan de dupe zal worden als wij als provincie niet gaan voorfinancieren. Er is al ontzettend veel bezuinigd op natuur en als de provincie niets doet, dreigt het natuurbeheer in Groningen tekort te schieten waardoor de kwaliteit achteruitgaat. Er wordt nu pas in december bij de integrale bijstelling een besluit genomen over die natuurgelden maar GroenLinks houdt zijn hart vast bij wat hiervan de uitkomst zal zijn. Wij roepen op dit moment dan ook GS op om in elk geval te voorfinancieren wat het Rijk nu wil uitstellen. En daarnaast willen wij dat de provincie een deel van de begrotingsruimte gaat inzetten om de gaten in 13

het natuurbeleid te vullen. We zullen hierover in december in december dan ook met voorstellen komen. Ten slotte heeft de GroenLinks-fractie eerder ook al haar zorgen uitgesproken op de bezuinigingen op Stichting Leergeld en bij de behandeling van de Voorjaarsnota hebben we het amendement van de SP op dit punt ook gesteund. De brief van de gezamenlijke stichtingen Leergeld sterkt ons in onze ongerustheid hierover en een heroverweging lijkt opnieuw op haar plaats. Wij zullen het zojuist aangekondigde amendement van de SP dan ook opnieuw ondersteunen. De heer VEERENHUIS-LENS (Vrij Mandaat): Er is al veel gesproken over de economie en over werkgelegenheid. De VVD heeft opgemerkt dat geld geen werk maakt. Werk hangt onverbrekelijk samen met vakmanschap en scholing. Het Hamburgse voorbeeld, dat door mevrouw Geerdink werd aangehaald, dient in dat perspectief te worden bezien. De Duitse economie steunt op traditie. Duitse ondernemers investeren duurzaam in de opleiding van en de binding met toekomstige werknemers. Grote borden langs de weg hebben weinig zin als er onvoldoende goed opgeleide vakmensen klaarstaan. Investeer daarin, zou ik zeggen, en neem als partij van de ondernemers het voortouw. De begroting 2014 die vóór ons ligt, staat in het teken van bezuinigingen en het perspectief van grote maatschappelijke veranderingen. Den Haag stoot de zorg af richting de provincie en de gemeente, maar zonder al het geld dat daaraan werd besteed het is maar een voorbeeld. Provincies en gemeenten moeten het over het geheel genomen goedkoper doen door de burger in te schakelen, net als vroeger in de jaren van de wederopbouw en de bestedingsbeperking, de jaren van de zorgzame samenleving. De verzorgingsstaat is pleite. We leven in een participatiemaatschappij. Het College wil het zelforganiserend vermogen van de samenleving aanwakkeren en beseft dat ze dan zijn eigen bestuursstijl wel zal moeten aanpassen. Ga er maar aanstaan, zou ik zeggen. Want blijkens een enquête van het NIPO, die onlangs is gehouden, zegt 80% van de Nederlanders weliswaar bereid te zijn om straatmeubilair te onderhouden, rommel op straat op te ruimen en hangjongeren te corrigeren, maar doen wat je zegt is een tweede. De moderne burger heeft zijn gezin, zijn werk, zijn carrière, zijn vrienden. De sociale rol van het familieverband is sterk gekrompen. En die van de straat van de buurt is zo goed als verdwenen, behalve in het dorp Veele in Westerwolde en daarom ben ik daar bijna vijf jaar geleden ook gaan wonen. Van het College en van ons in de Staten wordt een geweldige inspanning gevraagd. Maar deze provincie en haar inwoners zijn het waard en daarom sta ik achter deze begroting en de doelen die daaraan ten grondslag liggen. Mevrouw HAZEKAMP (PvdD): De Partij voor de Dieren ziet veel van hetzelfde, zoals wij ook al constateerden bij de Voorjaarsnota. De verschillende onderdelen van de begroting zijn losjes aan elkaar gehangen aan een slinger die economische groei heet. Er wordt ingezet om meer bedrijven, meer industrie en meer wegen. En deze slinger brengt ons niet zoveel, behalve wellicht een beetje vrolijke en feestelijke versiering en straatverlichting waar de mensen vandaag naar kunnen kijken. Maar voor de toekomst bieden zij onze provincie weinig. Het lijkt erop alsof de enige manier om de financiële crisis te overleven in deze provincie economische groei is. Maar economische groei vormt niet de oplossing, hij is het probleem. Wanneer ambities op het vlak van economische groei de pan uit rijzen, dan worden natuur, duurzaamheid en biodiversiteit doorgaans een ondergeschoven kindje vergeleken met de economische belangen. Ik zal er ook enkele voorbeelden van noemen zoals we die ook in de begroting hebben gezien. Neem bijvoorbeeld de omschrijving van Natura 2000 en de Programmatische Aanpak Stikstof. Daarbij staat dat we moeten voldoen aan de Europese en nationale verplichtingen voor natuur en biodiversiteit en direct daarna staat dat er voldoende ruimte is voor economische ontwikkeling kennelijk los van die plicht. Wij denken dat het wel een stapje meer mag met die natuur en biodiversiteit. We constateren verder dat het College de zaken soms wat rooskleuriger doet voorkomen dan ze daadwerkelijk zijn. Neem bijvoorbeeld het beeld dat geschetst wordt van de landbouw: duurzaam en diervriendelijk en ook nog eens in het landschap past. Dat zijn politieke keuzes waarbij je, wanneer je begroting leest en wanneer je tegelijk door de provincie rijdt en om je heen kijkt, daar een discrepantie tussen ziet. Ik zal dat ook nog even toelichten. Megastallen bijvoorbeeld zijn niet duurzaam, ook niet met zonnepanelen op het dak. Het fosfaattekort, waar de gedeputeerde ook al in de commissie over sprak, vindt ook in de veehouderij hier zijn grondslag. Megastallen zijn niet charmant in de Groninger vergezichten en dierenwelzijn en megastallen gaan ook niet samen. Deze teksten uit de begroting geven naar onze mening een vertekend beeld van de inzet van de provincie. En als we kijken naar de borging van het dierenwelzijn, voor ons een belangrijk punt, dan komen we eigenlijk in de hele begroting niets tegen hoe dat nou precies wordt vormgegeven. We lezen wel dat de provincie het belangrijk vindt, maar waar zit hem dat nou precies in? Laten we een voorbeeld 14

noemen. Bij de Voorjaarsnota hebben we een motie ingediend voor het steunen van opvangcentra voor wilde dieren. Wij vinden dat een belangrijke taak voor de provincie, maar daar werd door de meerderheid in deze Staten anders over gedacht. Toch gaf het College aan en dat staat ook in deze begroting dat er opvangcentra gesubsidieerd worden. Maar op basis van welke criteria is dat nou, hoe effectief is dat en hoeveel geld gaat het daarbij eigenlijk om? Dat zouden we nou graag in kaart willen zien en daarom hebben wij de volgende motie. De VOORZITTER: Dat is dan de motie met nummer 2, getiteld Zicht op dierenopvang, namens de fractie van de Partij voor de Dieren: Provinciale Staten van Groningen, in vergadering bijeen op 25 september 2013, Constaterende dat de provincie Groningen faunaopvangcentra financieel ondersteunt ten behoeve van het opvangen van hulpbehoevende wilde dieren; in de begroting 2014 geen exacte vermelding is van de subsidieverstrekking in 2014 aan deze opvangcentra; Overwegende dat inzicht in de subsidiëring van faunaopvang een beeld geeft van de inzet van de provincie voor wilde dieren en bovendien ten goede komt aan de controlerende taak van Provinciale Staten; Verzoeken het College van Gedeputeerde Staten om 1. in de begroting inzichtelijk te maken hoeveel subsidie er jaarlijks naar de faunaopvangcentra gaat; 2. voor de begroting 2014 deze cijfers te presenteren tijdens de Integrale Bijstelling. En gaan over tot de orde van de dag! Mevrouw HAZEKAMP (PvdD): Ik zei het zojuist al: volgens ons is economische groei niet de oplossing, maar juist de oorzaak van het probleem, maar dat is ook niet het grootste probleem. Ik zal u een voorbeeld noemen. Earth Overshoot Day is de dag waarop de hele wereld de natuurlijke reproductiecapaciteit van de aarde overschrijdt, dus wanneer alle grondstoffen die we voor dat jaar beschikbaar hebben, op zijn. Die viel in 1980 nog op 14 december, dus toen kwamen we al een paar weken tekort. Dit jaar viel deze dag, waarop onze grondstoffen eigenlijk al op waren gebruikt voor het hele jaar, op 20 augustus. Dus we leven nu helemaal op de pof. We weten dat de biodiversiteit ernstig gevaar loopt, grotendeels veroorzaakt door onze veehouderij. Ik zal u de details besparen, die hebt u ongetwijfeld al vaker van mij gehoord. Maar dat is wel een groot probleem, want zonder biodiversiteit is er ook geen landbouw mogelijk en is er ook geen voedsel. De belangrijkste crises van dit moment, zoals de biodiversiteitscrisis, de watercrisis, de voedselcrisis, de grondstoffencrisis en de klimaatcrisis, maken overduidelijk dat de financiële crisis een van de kleinste en goedkoopste problemen is. De voor de hand liggende oplossing is de veroorzaker van al deze crises aan te pakken: de veehouderij. Dat zou logisch zijn, want het is met vlees net zoals met eurocenten: de productie ervan kost veel meer dan de prijs die erop geplakt is. De oplossing voor klimaatverandering net als die voor de voedselproblemen en al die andere zaken die ik net noemde wordt in de begroting stelselmatig ontweken. En ik zeg het nog maar een keer: wanneer iedere vleeseter één dag een biefstukje zou laten staan en geen karbonaadjes eet, zouden we alle Nederlandse klimaatdoelstellingen in één klap gehaald hebben. De gemakkelijkste manier ligt dus gewoon op ons bordje, mes en vork zijn de belangrijkste wapens in de strijd tegen klimaatveranderingen en al die andere crises. En om u een eindje op weg te helpen want ik snap wel dat dit niet voor iedereen even gemakkelijk is willen wij u graag later vandaag in de pauze een niet-vleessnack aanbieden, een culinaire snack die volgens chef-koks en vleesliefhebbers niet van echt te onderscheiden is dat levert soms heel grappige situaties op en die volgens een aantal zelfs beter is dan het product mét vlees. En dat doen wij omdat we willen aangeven dat het eigenlijk heel erg smakelijk, gemakkelijk, goedkoop en lekker is. Natuurlijk zien wij ook een heleboel goede punten in de begroting. We hebben bijvoorbeeld een gedeputeerde Bijzaken, die deze portefeuille heel enthousiast heeft omarmd. Zaken als minder gifverbruik betekenen positieve ontwikkelingen die de bijenpopulatie ten goede komen en we vinden het dan ook prijzenswaardig dat hier in de begroting aandacht aan wordt besteed. We zien daar echter niet zoveel van terugkomen. We vernamen bijvoorbeeld in de commissie dat er aan de Oostelijke Ringweg een bijenhotel geplaatst is. Dat is hartstikke mooi en we hopen dat binnenkort een waar hotelketen in de provincie komt met hotels voor onze kleine zoemende vrienden. Daar wil ik graag ook een motie over indienen. De VOORZITTER: Dat is dan de motie met nummer 3, getiteld Bijhouden Bijzaken, namens de fractie van de Partij voor de Dieren: 15

Provinciale Staten van Groningen, in vergadering bijeen op 25 september 2013, Constaterende dat gedeputeerde Staghouwer bijzaken aan zijn portefeuille heeft toegevoegd; in de begroting een concreet budget is gereserveerd, noch concrete doelen of plannen voor bijenbeleid vermeld staan; Overwegende dat het vooraf opstellen van plannen ten behoeve van het bijenbeleid en de uitvoering van het bijenbeleid ten goede komen; plannen beter kunnen worden uitgevoerd wanneer er vooraf een budget voor is vrijgemaakt; de bijenstand wereldwijd aandacht heeft vanwege de kritieke situatie van de bij en hierdoor ook van de mens Verzoeken het College van Gedeputeerde Staten om 1. plannen op te stellen om invulling te geven aan bijzaken in 2014; 2. hiervoor een budget te reserveren voor 2014; 3. hiervan een voorstel te doen bij de integrale bijstelling. En gaan over tot de orde van de dag! Mevrouw HAZEKAMP (PvdD): We zien nog meer goede ontwikkelingen, bijvoorbeeld de constante zoektocht naar hergebruik en recycling in de bouw, de verduurzaming van het openbaar vervoer, het subsidiëren van groene initiatieven zoals Noordelijk Lokaal Duurzaam allemaal hartstikke mooie initiatieven. Het zijn allemaal goede stappen die de provincie zet, maar het zijn in onze ogen wel heel kleine stappen. Want bij 20 graden temperatuurstijging en een aarde die augustus dit jaar al uitgeput was, is het de hoogste tijd om actie te ondernemen. Dus laten we ertegenaan gaan en we hopen dat we volgend jaar misschien zelfs al bij de integrale bijstelling, maar ik zal een beetje realistisch zijn te maken hebben met een begroting waarin een structureel plan wordt gepresenteerd, dat ervoor zorgt dat we in ook in 2020 nog aangenaam kunnen leven in deze provincie. Een provincie zonder Zuidbroek aan Zee en zonder de zonnebrandfactor 500, maar een provincie met oog voor bijzaken en duurzame leefomgeving. De VOORZITTER: Hartelijk dank. Ik kijk even naar de gedeputeerde. Ik zou graag meteen met de tweede termijn willen beginnen of heeft hij even behoefte aan een schorsing? Als ik alles overzie, dan zit u te popelen om het woord te mogen voeren. Het College heeft voor de hele dag 45 minden spreektijd ter beschikking en die gaan nu doen. Gaat uw gang. De heer MOORLAG (gedeputeerde): Een aantal fracties refereerde aan het bezoek dat Provinciale Staten vorige week aan Bremen en Hamburg heeft gebracht. Ik kon daar helaas niet bij zijn, maar afgelopen vrijdag was ik met collega Van Mastrigt in de Eemshaven op de Orange Blue Terminal van de Bush Groep, een Duits bedrijf. En het is gewoon indrukwekkend om te zien wat zich daar afspeelt, hoe de offshorewindenergie een hoge vlucht neemt en waar imposante onderdelen worden overgeslagen en naar zee worden getransporteerd. Er was daar een varende stekkerdoos voor de netaansluiting van een offshorewindpark: een imposant varend flatgebouw, dat met negen sleepboten op zijn plek moest worden gebracht, lag daar in afwachting van beter weer. Daar was 250 miljoen in geïnvesteerd. Ik moet wel vaststellen dat die stekkerdoos was gebouwd door een Duits bedrijf en dat heel veel van de onderdelen die daar worden overgeslagen, ook in Duitsland of Denemarken zijn geproduceerd. Er zijn ook wel lichtpuntjes: Van Oord, een Nederlands bedrijf, produceert daarvan de fundaties. Maar het geeft wel te denken. Als je kijkt naar de staat van Hamburg en Bremen en naar die van de Duitse economie, dan geeft dat te denken van wat men daar nu beter doet dan hier. Het is niet een plek met een uitgebreide analytische beschouwing daarop te komen er is daar wel voldoende vakliteratuur over maar een aantal fracties heeft al terecht opgemerkt dat wij hier meer werk moeten maken van het verstevigen van het fundament van onze economie en ook werk van de arbeidsmarkt moeten maken. De heer Veerenhuis-Lens zei terecht dat in Duitsland ambachtelijkheid en vakmanschap hoger worden gewaardeerd dan in Nederland. Een aantal fracties heeft terecht geconstateerd dat er ruimte is voor beleidsintensiveringen. Er is een begrotingsoverschot en ik denk dat dat een goede zaak is, maar dat geld moeten we niet gaan oppotten, dat moet worden geïnvesteerd in onze Groninger samenleving. Een groot aantal fracties heeft gepleit voor maatregelen die de economie verder versterken. Het college stelt zich op het standpunt dat wij, ook gehoord hebbend de inbreng hier in de Staten, naar de integrale bijstelling toe met een samenhangend pakket moeten komen. Een aantal suggesties daarin dat door de Staten is gedaan, zullen daarin verwerkt moeten worden. Aan de andere kant is het 16

naar mijn smaak wel zo dat wij in ons uitgavenritme wel met de hand aan de kraan moeten opereren. Het zijn niet alleen economisch maar ook financieel onzekere tijden. En er is wel eens gesuggereerd in deze Staten dat wij onnodig geld oppotten: naar mijn smaak is dat niet het geval. In onze begroting hebben wij weliswaar een overschot, maar het gaat er uiteindelijk om bij de rekening of je kunt vaststellen of middelen voor het overgrote deel ook zijn aangewend. Ik denk dat wij met een samenhangend pakket bij de integrale bijstelling tot een situatie kunnen komen, waarin wij het begrotingsoverschot van 2014 voor het overgrote deel tot besteding kunnen brengen ook ín 2014. De heer SWAGERMAN (SP): Mogelijk komt er nog wel een antwoord op de vraag die ik ga stellen en dan hoor ik het wel. Maar u bent toch ook wel op de hoogte van het feit dat er vooral in het MKB op dit moment, als er volgende week een order komt, zij drie maanden kunnen draaien en als er over drie maanden een order komt, zij potentieel omvallen? Dus met alles maar weer uitstellen wij zijn dat nu al een jaar aan het doen, elke keer onder het mom van het niet-zekere perspectief vraag ik u: ondersteun alstublieft de voorstellen en plannen zoals die er nu liggen en naar voren worden gebracht om dat bedrijfsleven dat we kunnen redden door het versneld aan te pakken, ook echt versneld in de markt te zetten. De heer MOORLAG (gedeputeerde): Naar mijn smaak doen we dat ook. Bijna elke week zie je op de besluitenlijst van GS dat wij in het kader van de subsidieregeling Innovatief MKB de middelen die beschikbaar zijn, ook beschikbaar stellen voor innovatie en economische groei. Maar wij praten hier wel over de begroting 2014. Dus als wij bij de integrale bijstelling later dit jaar de mutaties zichtbaar maken, dan treedt er geen enkele vertraging op. Wij spreken vandaag over het geld dat wij in 2014 gaan uitgeven, dus er is geen sprake van enig uitstel. Wij hebben het voornemen om bij de integrale bijstelling met een samenhangend pakket te komen. De heer BROUNS (CDA): Ik had nog even afgewacht of de SP een nadere vraag zou stellen, maar dat deed die fractie niet. Want de gedeputeerde geeft aan dat en dat is ook terecht als het gaat om innovatie, er zo ongeveer wekelijks gelden worden uitgezet. Het grote geld zit natuurlijk in de projecten die we uitvoeren: de infrastructurele projecten, de natuurontwikkelingsprojecten en het onderhoud. Naast de bijdrage die ik heb geleverd zou ik graag nog één vraag willen stellen: is het College bereid om bij het uitzetten van die werken ook de kijken hoe het regionale bedrijfsleven specifiek gestimuleerd kan worden. We hebben recentelijk in deze Staten een cursus aanbestedingsrecht mogen volgen en ook wat er Europees mogelijk is en dan blijken er toch behoorlijk wat mogelijkheden te zijn om in die werken wel degelijk op een dusdanige manier in de markt te zetten dat het regionale bedrijfsleven daarvan kan profiteren. De heer MOORLAG (gedeputeerde): De heer Brouns zegt terecht dat er sprake is geweest van stagnatie dat onderschrijven wij ook. Een heel groot infrastructureel project, de RegioTram, is niet doorgegaan. We hebben een geweldige stagnatie gehad in het natuurdossier, dat heeft bijna twee jaar stilgelegen. Dat komt nu weer los omdat het Rijk middelen beschikbaar stelt vanwege de duidelijkheid rond het financieel perspectief. We zien ook knelpunten bij de gemeenten die steeds minder cofinancieringscapaciteit hebben. Al eerder is door het College uitgesproken dat wij onze infrastructurele verplichtingen willen versnellen de heer Boumans zal daar straks nader op ingaan. Ik stel voor dat de heer Boumans dan ook de vraag meeneemt in hoeverre of je regionale bedrijven beter kunt laten participeren in de uitvoering van die projecten. De heer SWAGERMAN (SP): Allereerst dank aan de heer Brouns voor de door ons niet-gestelde vraag en de keurige vertaling daarvan. Nog wel een opmerking in de richting van de gedeputeerde. Als wij tóch alles maar naar die integrale bijstelling doorschuiven, wat is dan de zin van vandaag en dit onderwerp? Want wij lopen hier amendementen in te dienen met de uitspraak van het College dat we dat allemaal bij de integrale bijstelling wel even gaan bekijken. Dus dan had ik mijn tijd denk ik wel eens beter kunnen besteden of hebt u daar een andere kijk op? De heer MOORLAG (gedeputeerde): Met alle respect voor de opmerking van de heer Swagerman, maar ik beluister toch bij een groot deel van de fracties in deze Staten dat er een oproep wordt gedaan om een samenhangend pakket te komen bij de integrale bijstelling. En dat was niet alleen de heer Batting maar ook andere fracties die daartoe opriepen naar mijn smaak ook een ruime meerderheid. We kunnen nu wel geïsoleerd een aantal maatregelen nemen, dat zou op zich kunnen. Maar het precieze financiële plaatje is pas vorige week na het verschijnen van de Rijksbegroting en van de septembercirculaire duidelijk geworden. 17

De heer SWAGERMAN (SP): Uiteraard is ook de SP niet tegen een samenhangende partij maatregelen, maar zij heeft ook bij de Voorjaarsnota een samenhangend pakket neergelegd waar u en ook de rest van de Staten aan de slag hadden gekund. Dat is niet gebeurd, dit is een herkansing. Wij denken met de projecten die wij hebben opgevoerd, daar een verbetering in aan te kunnen brengen. Blijft toch het feit staan dat u eigenlijk zegt: Dit College bepaalt zelf wel bij de integrale bijstelling wat er gebeurt. En wat de oppositie allemaal vertelt, dat is mooi maar dat zien we dan wel. De heer MOORLAG (gedeputeerde): Nee, volgens mij geeft de heer Swagerman een verkeerde voorstelling van zaken. Want het is niet het College dat dat bepaalt, wij kunnen weliswaar voorstellen doen, maar u hebt het budgetrecht. En waar u zegt dat de SP een samenhangend pakket bij de Voorjaarsnota heeft gepresenteerd, daar moet je ook constateren dat er een samenhangend democratisch proces in deze Staten is geweest dat ertoe heeft geleid dat dat pakket toen niet is aanvaard. De heer SWAGERMAN (SP): Als de Partij van de Arbeid een participatiemaatschappij wil, dan zal zij het standpunt moeten verlaten dat wat een College met zijn meerderheidspartijen vindt, misschien ook wel eens enige invloed moet kunnen ondervinden van andere partijen. Een democratische meerderheid is niet per se een in optimale vorm functionerende democratie. De heer MOORLAG (gedeputeerde): Het was meer een opmerking gericht aan de PvdA-fractie waarbij ik vaststelde dat het niet zozeer het College is dat bepaalt, dus ik zie verder geen noodzaak om hierop in te gaan. De heer BROUNS (CDA): Ik wil de vraag die de SP formuleerde, herformuleren. Want het is toch ook wel van belang is om dat scherp te krijgen. Naar mijn mening zei de gedeputeerde dat hij het signaal begrepen heeft dat er meer werk gemaakt moet worden van werk, de economie en het aanjagen en dat dat inderdaad een samenhangend pakket van maatregelen moet zijn, is wat mij betreft evident. Je zult namelijk integraal moeten afwegen wat je wel en niet doet en wat de effecten ervan voor de samenleving zijn. Ik heb ook begrepen dit als vraag aan de gedeputeerde of ik dat goed begrepen heb dat hij zegt dat er een aantal suggesties is gedaan. Mijn partij heeft dat gedaan als het gaat om het vestigings- en promotiebeleid toeristische infrastructuur en de cofinanciering van economische projecten. Die suggesties neemt u mee in het voorstel dat u gaat doen voor een samenhangend pakket. Klopt dat? De heer MOORLAG (gedeputeerde): Om dat in dat tijdsniveau te doen, lijkt me het niet juist om dat hier toe te zeggen. Maar elementen als het stimuleren van de economie hoorde ik bij heel veel fracties en het stimuleren van vrijwilligerswerk in samenhang met armoede heb ik een groot aantal fracties horen noemen. Er ligt een punt van lastenverlichting van de VVD-fractie: daar kom ik zometeen op terug. Maar wij zullen trachten te komen met een pakket voorstellen dat op een breed draagvlak in deze Staten mag rekenen. Of dat op alle details uiteindelijk zal zijn: ik denk dat dat niet het geval is. Ik denk dat, de bijdrage van enkele fracties horend, op een aantal punten bij de integrale bijstelling nog een duidelijk verschil van opvatting blijft. Ik heb de PVV gehoord met een verzoek om een aantal programma s volledig te schrappen. Namens het College kan ik meedelen dat wij dat niet zullen gaan voorstellen. Zo is er nog een aantal elementen, maar daar kom ik in reactie op de specifieke bijdragen van de fracties op terug. De heer BROUNS (CDA): Ik begrijp dat is ook vanzelfsprekend dat ongetwijfeld niet op alle details het enthousiasme even groot zal zijn. Iedere partij heeft zo haar eigen visie op hoe zaken in de samenleving gerealiseerd kunnen worden. Wil je daar een breed draagvlak voor in deze Staten, dan zul iedereen met een beetje water bij de wijn moeten komen en dan komt daar hopelijk een lijn uit die hout snijdt, inderdaad integraal samenhangend is en ook oplevert wat we willen, namelijk: werk en economische stimulering. Wat mij betreft en dat is de essentie geldt het volgende: als in het pakket economische stimuleringsmaatregelen voor bedrijven het intensiveren van de arbeidsmarkt en lastenverlichting terugkomen en die nader ingevuld worden, dan heb ik in ieder geval het gevoel dat de suggesties die vanuit een aantal partijen hier gedaan zijn, tot hun recht kunnen komen in dat pakket. Dat is dan een goede basis om draagvlak te krijgen. Bent u dat ook van mening? De heer MOORLAG (gedeputeerde): Ja, maar toch zit in wat de heer Brouns hier te berde brengt, een aantal speculaties. Nogmaals: het lijkt mij niet goed om daar concrete toezeggingen op te doen, maar 18

bij de programma s Werk en Economie, waar veel fracties over hebben gesproken, en ook bij Leefbaarheid en Energie, die de drie kernthema s van het College completeren, zullen wij met voorstellen komen. En u kunt vervolgens bij de integrale bijstelling met amendementen daar wijzigingen in brengen als u vindt dat u onvoldoende aan uw trekken komt. De heer BROUNS (CDA): Nog een laatste keer. Als economische stimulering, het aanpakken van het arbeidsmarktbeleid en lastenverzwaring al details zijn, dan ben ik wel heel benieuwd hoe gedetailleerd het voorstel gaat worden. Volgens mij zijn dit toch echt hoofdlijnen. De heer MOORLAG (gedeputeerde): Met de punten die de heer Brouns noemt, ben ik het grosso modo eens. Bij de lastenverzwaring zet ik nog een vraagteken, dat ook in de bijdrage van de fracties van zowel het CDA als de VVD aan de orde is gekomen. Door het herintroduceren van de motorrijtuigenbelasting voor de allerzuinigste auto s zie je nu dat de opbrengsten met 3,3 miljoen toenemen. Aan de andere kant is er de afgelopen jaren sprake geweest van een aantal omstandigheden die een drukkend effect hebben gehad pop de opbrengst van de motorrijtuigenbelasting. Wij zitten nu voor het jaar 2014 met een surplus van 9 ton, maar het is maar de vraag of dat structureel of incidenteel is. Dus ik vind dat daar nog een goede weging in moet worden gemaakt, zodat je daar een goede prognose van kunt maken. Maar in het Collegeprogramma staat ook dat wij de opbrengst geïndexeerd op peil willen houden, niet verhogen en ook niet willen verminderen. De afgelopen periode is die minder geweest dan geraamd, nu is het meer dan geraamd. We moeten dat goed analyseren voordat ik hier een toezegging doe dat we de lasten gaan verminderen. Als we dat gaan doen terwijl de opbrengsten een structureel dalende tendens hebben, dan zijn we niet verstandig bezig en gaan we van jaar tot jaar een struikelend beleid voeren, waarin je het tarief het ene jaar weer verlaagt en je het andere jaar weer verhoogt. Dus enige consistentie ook waar het gaat om lastendruk is naar mijn smaak van belang. Maar dat punt zal ook gewogen worden in aanloop naar de integrale bijstelling. En ik zeg u toe: als er sprake is van een structureel hogere opbrengst, dan ben ik ook van oordeel ook rechtdoend aan de afspraken in het coalitieprogramma dat we dan tot een lastenvermindering en een reductie van het tarief voor de motorrijtuigenbelasting moeten komen. De heer SWAGERMAN (SP): Dan wil ik graag van de gedeputeerde weten wanneer hij iets structureel vindt als het gaat om de ontwikkelingen van de belastingen waar we het nu over hebben. Want als we dat maar één keer per jaar meten, dan zal dat in ieder geval niet vóór 2014 zijn en mogelijk pas na afloop van zijn regeerperiode. De heer MOORLAG (gedeputeerde): Ik denk dat je gewoon met de beste wetenschap een prognose moet maken. Het is in de afgelopen jaren ook niet zo geweest dat toen wij een lagere opbrengst hadden dan geraamd, wij onmiddellijk met voorstellen naar uw Staten kwamen om het tarief extra te gaan verhogen. Ik denk dat je moet streven naar gelijkmatigheid en naar continuïteit in plaats van dat je heel incidentgestuurd lasten gaat verhogen of verlagen. Maar als het de structurele tendens is dat er meer opbrengsten zijn dan geraamd, dan vindt dit College dat we dit in de tarieven tot uitdrukking moeten brengen en dat straks tot een reductie moet leiden. De heer BROUNS (CDA): Met die toezegging kan ik leven. Het moet inderdaad geen grillig beleid worden waarbij we het ene jaar gigantische verhogingen en het jaar daarop relatief beperkte verlagingen doorvoeren of omgekeerd. Ik wil wel één ding in herinnering roepen bij de heer Moorlag met de vraag of hij zich dat ook nog kan herinneren. Toen bekend werd dat je voor de energiezuinige auto s geen motorrijtuigenbelasting hoefde te betalen en daarvan vrijgesteld zouden worden, hebben wij ter compensatie daarvan de opcenten verhoogd. Inmiddels wordt het eerste deel, namelijk dat voor energiezuinige auto s geen motorrijtuigenbelasting hoeft te worden betaald, teruggedraaid. Dan kan ik mij voorstellen om recht te doen aan het principe dat wij de verhoging die wij ter compensatie hadden doorgevoerd, ook terugdraaien. De heer BATTING (PvdA): Wij hebben als Partij van de Arbeid gevraagd of het College zich sterk wil maken voor extra middelen voor armoedebeleid ter voorkoming van sociale uitsluiting. Dat wil ik nog even benoemen, want ik wil refereren aan de opmerkingen van het CDA en ook van de VVD en dat betreft toch wel een stukje prioriteitsstelling. Als wij spreken over verhoging van motorrijtuigenbelasting en wij hebben het over die 9 ton dan vraag ik mij af of het vanwege het maken van een gebaar naar automobilisten. Want die 9 ton is ongeveer 2 opcenten. Dat betekent per automobilist ongeveer 5 euro per jaar. En dan vind ik toch dat wij ons College moeten vragen om een 19

prioriteit te stellen en dan vindt de Partij van de Arbeid dat armoedebeleid ter voorkoming van sociale uitsluiting tóch om nummer één staat. Mevrouw GEERDINK (VVD): Ik heb met belangstelling het verhaal over de structurele aard van belastingverhogingen en verlagingen gevolgd. De afweging van de Partij van de Arbeid is aan de Partij van de Arbeid, maar ik denk dat het wel goed is om te zeggen dat op het moment dat je een wijziging van een grondslag want dat is die namelijk hebt, het niet structureler dan dat kan worden. Dus ik hoop dat dat in de overwegingen kan worden meegenomen. De heer MOORLAG (gedeputeerde): Bij de motorrijtuigenbelasting proef ik dat hier politieke hitte op zit. Ik zal dat even nauwkeurig bij langslopen. Wij hebben in 2010 een pakket van ruim 34 miljoen omgebogen op onze begroting. Een gering deel daarvan was lastenverhoging, namelijk 2,8 miljoen. Er is toen besloten om een aantal extra opcenten te gaan heffen, ook in de verwachting dat de energiezuinige voertuigen geen motorrijtuigenbelasting meer zouden genereren. Wat wij vervolgens hebben voorgesteld is om die lastenverhoging van 2,8 miljoen niet volledig in te vullen. Erj was namelijk besloten die in twee tranches te doen: de eerste tranche is doorgevoerd, de tweede hebben we achterwege gelaten omdat de opbrengst behoorlijk op peil was. Ik ben er eerlijk gezegd ook wel trots op dat wij in uw ombuigingsoperatie het overgrote deel ook daadwerkelijk bezuinigingen waren en dat we maar in zeer lichte mate hebben laten neerslaan in lastenverhogingen. Nu is het zo dat voor energiezuinige voertuigen structureel weer motorrijtuigenbelasting wordt ingevoerd. Aan de andere kant zie je ook weer een tendens die naar mijn smaak ook tamelijk structureel is, namelijk het feit dat er minder auto s worden gekocht. Vorig jaar was er in absolute zin sprake van een daling van het aantal verkochte voertuigen, die wij nog nooit eerder hadden gezien: dit was een rechtstreeks gevolg van de economische recessie. Na Cyprus zijn in Nederland de autoverkopen het verst ingezakt. En in de tweede plaats zie je dat de consument steeds lichtere auto s koopt en die genereren minder belasting dan de zwaardere P.C. Hooft-tractoren. Waar het nu om gaat is om recht te doen aan de afspraken die we hebben gemaakt in de coalitieonderhandelingen die ook in het Collegeprogramma neer zijn geslagen. Daarbij is gezegd dat de opbrengst geïndexeerd op peil moet blijven. Plussen en minnen geeft op dit moment een surplus van 9 ton. Toen wij minder opbrengsten hadden, hebben wij niet heel acuut voorstellen aan u voorgelegd om de tarieven te gaan verhogen. We hebben dat nu ook nog niet gedaan om ze acuut te gaan verlagen. Maar dan herhaal ik de toezegging die ik heb gedaan: als je kunt vermoeden dat de opbrengst structureel hoger zal zijn en het niet eenmalig is, dan is het ook reëel om dat surplus, rechtdoend aan de afspraken die we in het coalitieprogramma hebben gemaakt, terug te geven. De heer Batting zegt terecht dat het eigenlijk om marginale bedragen gaat 5 euro per jaar. Maar we hebben eerder in deze Staten een aantal jaren geleden daar debatten over gevoerd en dat ging toen in termen van een kroket per maand. Ik herinner mij nog de debatten met de heer Calon. Maar welke bedragen het ook zijn, we moeten gewoon rechtdoen aan de afspraken die we hebben gemaakt. Het tweede punt dat de heer Batting maakt is: heb oog voor het vrijwilligerswerk en de armoedebestrijding. Ik heb verschillende fracties daarover horen spreken. En volgens mij bij het een het ander niet. En als je tot een samenhangend pakket komt, dan kun je rechtdoen zowel aan wat in het Collegeprogramma is afgesproken als aan het honoreren van een aantal wensen uit deze Staten. Het is mij volstrekt duidelijk geworden dat er veel fracties ervoor hebben gepleit om daar een stap in te zetten. De heer BROUNS (CDA): Het een bijt het ander zeker niet, want we hebben een overschot in de begroting van 5 miljoen euro, dus we kunnen prima een stukje lastenverlaging doen. En tegen de heer Batting zou ik willen zeggen: het is misschien niet het grootste bedrag, maar het is ook een principe. Iedereen in deze samenleving moet een stapje terug doen en wij blijven de belastingen maar verhogen. Dat is een principe dat niet werkt: dan moeten ook daarin een stapje terug doen en die mogelijkheid hebben we nu. Ten tweede sprak ik over het armoedebeleid. Het begin van een goed armoedebeleid is een goed arbeidsmarktbeleid, want we moeten voorkomen dat de mensen überhaupt in armoede terechtkomen. En ik heb ervoor gepleit dat we daar stevig in moeten gaan investeren vanuit de 5 miljoen euro die we hebben. De heer RIJPLOEG (PvdA): Een heel klein vraagje aan de heer Brouns: heb ik het nou goed begrepen dat het principe van het CDA over 5 euro gaat? 20