Behandelmogelijkheden. bij de ziekte van Parkinson



Vergelijkbare documenten
Medicatie voor patiënten met de ziekte van Parkinson

Parkinson behandeling met medicatie. Parkinson Café West-Brabant 4 februari 2016 T. van Strien neuroloog

De rol van medicatie bij Parkinson

Medicijngebruik Ziekte van Parkinson

Algemene vaststellingen

Patiëntenbrochure. 1dd 1mg bij parkinson

Patiëntenvoorlichting: Medicijngebruik bij de ziekte van Parkinson

Parkinson. Parkinsonismen Vereniging. Medicijngebruik bij de ziekte van Parkinson

Patiënteninformatie. Medicijngebruik bij de ziekte van Parkinson. Informatie over verschillende medicijnen, regels voor het innemen en de bijwerkingen

Universitair Medisch Centrum Groningen Neurologie. Medicijngebruik bij de ziekte van Parkinson

Medicijngebruik bij de ziekte van Parkinson

2.1: Hoe kunnen wij, als mensen, andere mensen helpen om deze ziekte te laten verdwijnen uit de wereld? Al dan niet een deel.

Parkinson en Psychoses

Medicijnen bij de ziekte van Parkinson

Behandeling met rivastagmine capsules

Verpleegkundige aandachtspunten bij een parkinsonpatiënt. Delaere Griet

Parkinson diagnostiek en medicamenteuze behandeling MERIAM BRAAKSMA NEUROLOOG BRAVIS ZIEKENHUIS

Parkinsonismen Vereniging. Parkinson en Psychose

Als een pilletje niet meer genoeg is

Eldepryl Part IB2: Patiëntenbijsluiter

Geneesmiddelen bij de ziekte van Parkinson

BIJSLUITER. GLYCOPYRRONIUM BROMIDE 0,2 mg/ml drank

Parkinson medicatie.. MOET DAT NOU?? Al die pillen??

Medicijngebruik bij de ziekte van Parkinson

BIJSLUITER. ATROPINESULFAAT 0,1 mg/ml drank

Ziekte van Parkinson

Behandeling met galantamine

Amitriptyline bij slaapproblemen

Depressie bij ouderen

Een logisch gevolg hiervan is dat medicijngebruik een centrale plaats inneemt in het leven van iedere patiënt met de ziekte van Parkinson.

Medicijngebruik bij de ziekte van Parkinson

De ziekte van Parkinson

Ziekte van Parkinson

Medicijngebruik bij de ziekte van Parkinson

De ziekte van Parkinson. Ria Noordmans Margreeth Kooij

Ziekte van Parkinson. Patiënteninformatie

Behandeling met galantamine

Morfine Feiten en fabels. Apotheek

BIJSLUITER. GLYCOPYRRONIUM BROMIDE 1 mg tabletten

Ziekte van Parkinson. 'shaking palsy' ofwel 'schudverlamming

Medicijngebruik bij de ziekte van Parkinson

BIJSLUITER. CLOZAPINE 6,25 mg tabletten

Tips om zelf uw klachten te verminderen en informatie over wat de fysiotherapeut voor u kan doen

Medicatie bij M. Parkinson

Neupro Pleister plakinstructies

Regelmatig Afvlakking van het gevoelsleven: verlies van initiatief en activiteit, gevoel opgesloten te zitten, gevoel van leegte.

Behandeling met memantine

Informatie. Medicatie bij dementie

Parkinsonismen Vereniging. Parkinson Vereniging

Parkinson en voeding. Melissa van der Plaats, diëtist Meander Medisch Centrum, voorheen ook Norschoten

BIJWERKINGEN WAT KAN DE APOTHEKER VOOR MIJ DOEN MEER KANS OP BIJWERKINGEN VEEL VOOR- KOMENDE BIJWERKINGEN WISSELWERKING

De ziekte van Parkinson of atypisch parkinsonisme 1. Wat is dat?

Naast baclofen bevat Lioresal Intrathecaal als hulpstoffen natriumchloride en water voor injectie.

Medicijngebruik bij de ziekte van Parkinson

Moeite met slikken van medicijnen

LEVODOPA BIJ PATIËNTEN MET VROEGE ZIEKTE VAN PARKINSON informatie voor deelnemers

Samenstelling Symmetrel capsules bevatten 100 mg amantadinehydrochloride. Symmetrel stroop bevat 50 mg amantadinehydrochloride per 5 ml.

BIJSLUITER. LEVOMEPROMAZINE MALEAAT 12,5 mg tabletten

Paramedische begeleiding bij de ziekte van Parkinson. Neurologie

Parkinson Service. Neurologie

Fabels en feiten over morfine

De Parkinson Service. Neurologie

Voorkom onnodige achteruitgang in het ziekenhuis Handleiding voor patiënten

Medicijnen na een TIA

Cholinesteraseremmers tegen het verergeren van visuele hallucinaties bij de ziekte van Parkinson

Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg

Depressie bij ouderen

Behandeling chronische pijn en vermoeidheid bij tieners

Zeker bewegen met Parkinson

NON MOTORE KLACHTEN EN VERSCHIJNSELEN BIJ PARKINSON. Jean-Michel Krul, neuroloog

Prednison (corticosteroïden)

Prednison (corticosteroïden)

BIJSLUITER. CLONAZEPAM 0,25 mg tabletten

Verhoogde kans op een delier?

Ziekte van Parkinson en Parkinsonisme. Informatie en behandeling

Poliklinische revalidatiebehandeling. beroerte

Prednison of Prednisolon

Medicatie bij milde of matige dementie

Prednison, prednisolon (corticosteroïden)

Prednison, Prednisolon. corticosteroïden

BIJSLUITER. PARACETAMOL/METOCLOPRAMIDE 1000/20 mg zetpil

De ziekte van Parkinson Wat kan Amaris Theodotion u bieden?

MAPROTILINE HCl PCH tabletten. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 29 februari : Bijsluiter Bladzijde : 1

BIJSLUITER. OXAZEPAM 5 mg en 25 mg tablet

Trastuzumab (Herceptin )

Servicepunt van de Hiv Vereniging Nederland Tel Bereikbaar van maandag t/m vrijdag, tussen en uur

Behandeling met memantine

Methotrexaat. (Ledertrexate, Emthexate )

Algemeen Vallen bij ouderen

Logboek. Polikliniek hartfalen

Medicatie bij de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa Prednison (corticosteroïden)

Methotrexaat bij reumatische aandoeningen. Maatschap Interne Geneeskunde IJsselland Ziekenhuis

BIJSLUITER. CHLORALHYDRAAT 100 mg/ml drank

DIT GENEESMIDDEL KAN HET REACTIEVERMOGEN VERMINDEREN

P Doe de risicotest P Laat uw bloedsuikerwaarde meten P Lees wat u zelf kunt doen

Parkinsoncentrum Leeuwarden

Diabetes mellitus. De behandeling van diabetes mellitus

Als genezing niet meer mogelijk is

Zorg voor Parkinson patiënten in Zoetermeer

FIBORAN, capsules 50 mg

Transcriptie:

Behandelmogelijkheden bij de ziekte van Parkinson

Behandelmogelijkheden bij de ziekte van Parkinson

Colofon Behandelmogelijkheden bij de ziekte van Parkinson Aan deze uitgave werkten mee: Mw. dr. A. Winogrodzka, neuroloog Medisch Centrum te Alkmaar Mw. S. de Jong, parkinsonverpleegkundige Zuwe Hofpoort Ziekenhuis te Woerden Mw. H. de Haan-Louiset, communicatieadviseur van de Parkinson Vereniging te Bunnik Deze patiëntengids is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. Aan deze gids kunnen echter geen rechten worden ontleend. Naast informatie van de arts is het verstandig indien u medicijnen krijgt voorgeschreven altijd de bijsluiter te lezen. Uitgever Van Zuiden Communications B.V. Postbus 2122 2400 CC Alphen aan den Rijn 2013, Van Zuiden Communications B.V., Alphen aan den Rijn. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt in enige vorm of op enigerlei wijze, hetzij elektronisch, hetzij mechanisch, door fotokopieën, of enige andere wijze zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 jº het Besluit van 20 juni 1974, Staatsblad 352, zoals gewijzigd bij Besluit van 23 augustus 1985, Staatsblad 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dienen de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te worden voldaan aan de Stichting Reprorecht (Postbus 882, 1180 AW Amstelveen). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers of andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden. Van Zuiden Communications B.V. is uitgever van vele verschillende medische publicaties, waaronder een groot aantal richtlijnen van het CBO en diverse specialistische verenigingen. Deze uitgave is mede mogelijk gemaakt met een educational grant van AbbVie. Neurologen, verpleegkundig specialisten en parkinsonverpleegkundigen kunnen voor hun patiënten meer exemplaren van deze patiëntengids aanvragen bij: AbbVie B.V. T.a.v. Pilar de Lange Wegalaan 9 2132 JD Hoofddorp pilar.delange@abbvie.com 2

Inhoud Voorwoord 5 1. Over de werkgroep 6 2. De ziekte van Parkinson: veelomvattend 8 2.1 De ziekte van Parkinson in vogelvlucht 8 2.2 Omgaan met de diagnose 12 2.3 Hoe gaat het nu verder? 14 3. Behandelfasen 16 3.1 Veel mogelijkheden 16 3.2 Beginnen met bewegen 17 3.3 Beginnen met medicatie 18 3.4 Therapietrouw; juist bij de ziekte van Parkinson heel belangrijk 18 3.5 De verschillende soorten parkinsonmedicijnen 19 3.6 Combinatietherapie 32 3.7 Continue dopamine stimulatietherapie 34 3.8 Toekomstige behandelingen 39 3.9 Bewegingstherapie gaat door 40 4. Veelgestelde vragen 42 Meer informatie 48 Overzicht van behandelingsmogelijkheden 50 Woordenlijst 53 Checklist 55 3

4

Voorwoord De ziekte van Parkinson kent vele gezichten. Voor iedereen die er mee te maken krijgt, zijn de gevolgen en vooruitzichten anders. Vast staat echter wel, dat de diagnose Parkinson een behoorlijke stempel op uw leven en dat van uw partner, kinderen en anderen in uw directe omgeving kan drukken. Tegelijkertijd wil de ziekte van Parkinson niet zeggen dat er niets meer mogelijk is; met de juiste behandeling kunt u vaak juist nog veel (leuke) dingen blijven doen. Daarvoor is het echter wel belangrijk dat de behandeling aansluit bij wat u op dat moment nodig hebt. Dat kan betekenen dat uw medicatie zo nu en dan moet worden aangepast door bijvoorbeeld een extra middel erbij te gaan gebruiken of een andere vorm van behandeling te kiezen. Uw arts helpt u bij het bepalen van het juiste moment voor de medicatieaanpassing. Als u zelf goed geïnformeerd en voorbereid bent, zal dit de overstap makkelijker maken. Deze brochure beschrijft het belang van een juiste behandeling en geeft uitgebreide informatie over de verschillende beschikbare behandelmogelijkheden. In het laatste hoofdstuk Veelgestelde vragen vindt u vooral antwoorden op veelvoorkomende vragen en tips die uw behandeling kunnen vergemakkelijken. Voor wie nog meer wil weten, is in deze brochure ook een aantal organisaties met vermelding van contactgegevens en websites opgenomen die goede en betrouwbare informatie bieden over Parkinson. Ten slotte staan achter in de brochure een woordenlijst en een overzicht van de beschikbare medicijnen. 5

1. Over de werkgroep Deze brochure is onder meer mogelijk gemaakt door de werkgroep en sponsoring van AbbVie. Deze werkgroep, bestaande uit neuroloog Ania Winogrodzka, parkinsonverpleegkundige Sonja de Jong en communicatieadviseur van de Parkinson Vereniging Hanne de Haan-Louiset, heeft als doel de zorg voor mensen met de ziekte van Parkinson zo goed mogelijk vorm te geven. Daar hoort ook betrouwbare en eerlijke informatie bij. Deze brochure is in nauwe samenwerking met de werkgroep gemaakt en hoopt goede voorlichting voor patiënten en hun naasten te bieden. Hieronder kunt u lezen hoe twee leden van de werkgroep in hun werk de zorg voor parkinsonpatiënten vormgeven. De Parkinson Vereniging Hanne de Haan-Louiset, communicatieadviseur van de Parkinson Vereniging De Parkinson Vereniging zet zich in voor alle bijna 35.000 parkinsonpatiënten in Nederland en hun naasten. De rol van Hanne binnen de vereniging is om samen met de werkgroep Voorlichting en PR (deze bestaat uit patiënten en naasten) en het bestuur te adviseren over en uitvoeren van alle communicatie van de vereniging. De belangrijkste taak van communicatie van de Parkinson Vereniging is patiënten en hun naasten informeren over alle aspecten van de ziekte van Parkinson. Dit doet de vereniging op vele verschillende manieren, zowel online als offline, van website, digitale Nieuwsflits en sociale media tot het uitbrengen of meewerken aan brochures en boeken. Daarnaast organiseren vrijwilligers vele regionale en landelijke (informatie)bijeenkomsten. De Parkinson Vereniging is door haar nauwe samenwerking met verschillende (medische) beroepsgroepen dé bron voor betrouwbare informatie voor iedereen die in het dagelijks leven te maken heeft met de ziekte van Parkinson of een parkinsonisme. Andere kerntaken van de vereniging zijn meepraten, meebeslissen en het stimuleren van (wetenschappelijk) onderzoek. De rol van de parkinsonverpleegkundige Sonja de Jong, parkinsonverpleegkundige in het Zuwe Hofpoort Ziekenhuis te Woerden De parkinsonverpleegkundige draait een verpleegkundig spreekuur in aanvulling op de behandeling van de neuroloog. Patiëntencontacten vinden plaats op de polikliniek, tijdens opname in het ziekenhuis of telefonisch. Het verpleegkundig 6

spreekuur kan een bijdrage leveren aan het verbeteren van de kwaliteit van leven en/of zelfredzaamheid. Er wordt onder andere informatie gegeven over de ziekte van Parkinson, lichamelijke verzorging, mobiliteit, medicatiegebruik, hulpmiddelen, andere hulpverleners of hulpverlenende instanties. Regionaal werken de neuroloog en parkinsonverpleegkundige samen binnen het ParkinsonNet met fysiotherapeuten, logopedisten, ergotherapeuten, diëtisten en maatschappelijk werkers. 7

2. De ziekte van Parkinson: veelomvattend 2.1 De ziekte van Parkinson in vogelvlucht De ziekte van Parkinson is na de ziekte van Alzheimer de meest voorkomende degeneratieve aandoening van het zenuwstelsel. Langzamerhand sterven steeds meer zenuwcellen in de hersenen af. Door het verdwijnen van de hersencellen ontstaat er een tekort aan onder andere dopamine. Dopamine is een stof die door het lichaam zelf wordt aangemaakt in een apart gebied in de hersenen: de zwarte kern ( substantia nigra ). Dopamine is een zogenoemde neurotransmitter ; een stofje dat signalen tussen de zenuwcellen doorgeeft. Het geeft als het ware opdrachten aan het lichaam wat het moet doen. Dopamine is een belangrijke neurotransmitter: het zorgt voor en controleert de bewegingen van het lichaam, maar is daarnaast ook van invloed op hoe we denken, op het kunnen nemen van beslissingen en op emoties. De ziekte van Parkinson in cijfers In Nederland zijn ca. 33.000 mensen met de ziekte van Parkinson geregistreerd; geschat wordt echter dat er veel meer patiënten zijn Minder dan 7% van hen is jonger dan 50 jaar Per jaar komen er ongeveer 8.000 nieuwe patiënten bij (Bron: Multidisciplinaire richtlijn Ziekte van Parkinson) Ad Nouws (psycholoog, werkt al 20 jaar met mensen met de ziekte van Parkinson) Parkinson werd altijd gezien als een motorische ziekte, maar het is een hersenziekte en dus treft het ook je denken en je emoties. Ik wil heel graag bereiken dat mensen met Parkinson van meet af aan weten wat de ziekte met hen doet. Dan ben je beter voorbereid en kun je met je partner bespreken hoe je samen met je beperkingen omgaat. Bij een tekort aan dopamine komen het kunnen bewegen, denken en beslissen in gevaar. Hoewel de parkinsonklachten bij iedereen anders kunnen zijn en op verschillende momenten kunnen optreden, verklaart dit tekort wel waarom bewegen 8

9

10

lastiger wordt. De spieren worden stijver, bewegen gaat niet meer zo soepel als vroeger en men kan gaan beven. Behalve een tekort aan dopamine zijn er ook tekorten aan andere neurotransmitters zoals onder andere acetylcholine en serotonine. Hierdoor ontstaan ook klachten die vooral geestelijk van aard zijn: concentratiestoornissen, geheugenproblemen en stemmingswisselingen. Tanja Berk (48 jaar, kreeg de diagnose Parkinson in 2010) Toen ik een tremor in mijn handen kreeg, begon af te vallen en andere klachten ontwikkelde, was dat voor mij een signaal. Dit kon niet het ouder worden zijn, of de overgang. Aan Parkinson dacht ik nog niet. Maar alle puzzelstukjes vielen in elkaar toen ik de diagnose kreeg. Ik begreep ineens ook waarom ik niet meer goed kon plannen, zaken niet meer helder kon overzien. Wat hebben/hadden deze mensen met elkaar gemeen? bokser Muhamed Ali paus Johannes Paulus II acteur Michael Fox (o.a. Back to te Future ) prins Claus zangeres Jerney Kaagman de ziekte van Parkinson De klachten die de ziekte van Parkinson zeker in het begin met zich meebrengt zijn niet altijd gemakkelijk herkenbaar. Soms ook niet voor een arts. Juist omdat de symptomen heel geleidelijk kunnen beginnen en vaak ook een heel andere oorzaak dan de ziekte van Parkinson kunnen hebben, kan het stellen van de diagnose Parkinson soms lang op zich laten wachten. Bij twijfel kan een DAT-scan worden gemaakt die de diagnose eventueel bevestigt. Hoewel de aandoening niet te genezen is, kunnen de gevolgen ervan met de juiste behandeling worden beperkt. Het is niet zo dat mensen door de ziekte van Parkinson uiteindelijk volledig gehandicapt raken of vroegtijdig overlijden. Voor veel mensen is het dankzij effectieve en tijdige behandeling mogelijk om nog lang een zo normaal mogelijk leven te leiden. 11

De ziekte van Parkinson in vogelvlucht De ziekte van Parkinson is een zogenoemde neurodegeneratieve aandoening: langzamerhand sterven er zenuwcellen af Mannen en vrouwen hebben evenveel kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson Erfelijke aanleg kan een (kleine) rol spelen bij het ontstaan van de ziekte Een duidelijke oorzaak van de ziekte van Parkinson is nog niet gevonden Genezing is nog niet mogelijk, maar de symptomen kunnen wel worden bestreden Mensen met de ziekte van Parkinson hebben dezelfde levensverwachting als mensen zonder de aandoening Werk, sport, sociale contacten; vaak kan dit al dan niet met enige aanpassingen geruime tijd doorgaan zoals u gewend bent. 2.2 Omgaan met de diagnose Het krijgen van de diagnose Parkinson kan uw leven en dat van uw omgeving aardig op zijn kop zetten. Het kost tijd hier aan te wennen, te accepteren en er mee te leren omgaan. Iedereen verwerkt dit op zijn eigen manier. Uzelf maar ook bijvoorbeeld uw partner, die nu een andere rol kan krijgen in uw leven. Uw relatie zal daarnaast mogelijk ook veranderen; dit vergt het nodige van beide partners. Tanja Berk De Parkinson is er gewoon; ik doe nog van alles. Ik ben afgekeurd, maar werk wel parttime als projectondersteuner. Hiervoor was ik projectleider, maar dat lukt me niet meer. Mijn werk is flexibel in te delen en ik werk vaak vanuit huis. Daarnaast doe ik vrijwilligerswerk. Ik probeer te sporten, omdat ik weet dat ik dan minder verstijf: houdingsoefeningen, spiertraining en oefeningen bij een gespecialiseerde fysiotherapeut. Verder hebben we drie kinderen in de pubertijd, dus best een druk leven. Ik wil nog niet toegeven aan de Parkinson. Bovendien is het lastig te voorspellen hoe de ziekte zal gaan verlopen, omdat dit bij elke patiënt toch net anders is. Doorgaans begint de ziekte heel geleidelijk en nemen de klachten langzaam toe. Soms verloopt dit proces sneller. Beven is vaak een van de eerste zichtbare symptomen en daarmee een van de meest kenmerkende voor de ziekte van Parkinson. Dit beven in bijvoorbeeld uw hand of arm kan 12

in het begin heel gering zijn en nauwelijks opvallen. Spierstijfheid is een andere veelgehoorde klacht, net als vermoeidheid. Mensen uit uw directe omgeving kunnen denken dat het wel meevalt en de last die de ziekte met zich meebrengt onderschatten. Dat kan vervelende situaties opleveren. U kunt dit zoveel mogelijk voorkomen door open te zijn over uw ziekte. Openheid leidt immers vaak tot (meer) begrip. Het is echter lang niet gemakkelijk om over uw ziekte te praten, zeker als u zelf nog moet wennen aan het idee dat u een chronische aandoening hebt. Het kan misschien helpen als u uw partner of andere naasten met wie u uw zorgen kunt delen vraagt u hierbij te helpen. Jacob van Rijt (60 jaar) kreeg in 2005 de diagnose Parkinson. Door de jaren heen is het slechter én beter gegaan; hij werkt volledig en heeft tot nu toe nog geschaatst en gefietst met zijn sportvrienden Als fanatiek sporter weet je hoe je lichaam reageert. Ik schaatste marathons en merkte dat ik een zwabberbeen had. De huisarts stuurde me door naar de fysiotherapeut en regelde een aantal sessies bij Werk & Psyche. Zo heb ik een tijdje doorgesukkeld, maar ik wíst dat er iets anders aan de hand was. Toen heb ik me laten doorverwijzen naar de neuroloog. Zij stelde direct de diagnose Parkinson. Vindt u dat (nog) moeilijk, dan is misschien een afspraak met de parkinsonverpleegkundige een goed idee*. Zij begeleiden mensen met de ziekte van Parkinson bij allerlei praktische zaken en zullen behalve een luisterend oor zeker tips en adviezen hebben die u in het dagelijks leven kunnen helpen. Contact met andere mensen die ook de ziekte van Parkinson hebben, kan voor veel mensen een schat aan herkenning geven. Zij weten precies wat u doormaakt en voelt. Een half woord is vaak genoeg. Via de Parkinson Vereniging (het adres vindt u onder het kopje Meer informatie ) kunt u met andere patiënten in contact komen. Tanja Berk Zelf ben ik heel open over mijn ziekte. Ik heb liever dat iemand weet wat er met me aan de hand is, dan dat hij zelf in gaat vullen op basis van vermoedens. Ik heb hele mooie gesprekken gehad over en dankzij mijn ziekte. Toen ik het net wist, heb ik de fysiotherapeut hier in het dorp opgezocht, van wie ik wist dat hij ook Parkinson heeft. Nu ben ik actief bij de Parkinson Vereniging. De ziekte heeft me nieuwe contacten gebracht, met lotgenoten. Dat is de positieve kant. * Parkinsonverpleegkundigen zijn niet in elk ziekenhuis aanwezig. Zie voor een overzicht parkinsonnet.nl/zorgzoeker 13

Als u er niet op een van deze manieren uitkomt, kan het zin hebben om aan uw arts een verwijzing te vragen voor een psycholoog of andere therapeut die gespecialiseerd is in begeleiding van mensen met de ziekte van Parkinson. U kunt ook ParkinsonNet raadplegen: zij beschikken over een uitgebreid netwerk van hulpverleners (kijk onder het kopje Meer informatie ). Zij kunnen u het zetje in de goede richting geven waardoor u verder kunt. Ook voor uw partner kan deze hulpverlening nuttig zijn; in zijn of haar leven verandert namelijk ook enorm veel. Daar zal uw partner ook mee moeten leren omgaan. Er is een speciale cursus waarin u en uw partner kunnen leren omgaan met de psychosociale problemen rondom Parkinson. Dit Patiënt Educatie Programma Parkinson wordt verzorgd door de Parkinson Vereniging en bestaat uit een aantal bijeenkomsten. Meer informatie hierover vindt u op de website van de vereniging. Tanja Berk De kinderen weten dat ik Parkinson heb, maar ik maak het niet zwaar. Er zijn ergere dingen. Wat je niet kunt veranderen, dat moet je accepteren. Als ik ga somberen, dan heeft de ziekte me nu al in de tang. Dat laat ik niet gebeuren. Welke manier u ook kiest, onthoud dat ú het heft in handen kunt houden. U kunt de ziekte van Parkinson weliswaar niet tegengaan, maar u kunt wel zo veel mogelijk de baas blijven over uw eigen situatie. U hebt veel invloed op wat er met u gebeurt door in gesprek te gaan met uw behandelend arts, de parkinsonverpleegkundige maar ook met uw omgeving, uw collega s en anderen. Probeer daarnaast niet te veel te denken in beperkingen maar juist aan wat u allemaal (nog) wel kunt. Ad Nouws Vaak komen mensen pas bij mij als ze in een depressie zijn geraakt, moeite hebben om Parkinson te accepteren of relatieproblemen hebben omdat hun karakter verandert. Maar eigenlijk is het eerste symptoom van Parkinson dat je kleur verandert. Vaak blijkt achteraf dat je al langere tijd lichtgeraakt was of minder empathisch leek, nog vóór je motorische gebreken vertoonde. Heb oog voor deze veranderingen, ook als partner van iemand met Parkinson. Minder vaak het initiatief nemen, sneller last hebben van stress, emotioneel zijn: dat heeft net zoveel impact als de fysieke beperkingen. 2.3 Hoe gaat het nu verder? Hoe de ziekte van Parkinson precies zal verlopen is niet goed op voorhand te voorspellen. Wat wel duidelijk is, is dat vrijwel iedereen zal worden behandeld. Behandeling kan immers de symptomen onderdrukken waardoor u minder last hebt en zo veel mogelijk de dingen kunt (blijven) doen die u ook deed voordat u 14

de diagnose ziekte van Parkinson kreeg. Hoe die behandeling eruit ziet, wordt door uw behandeld arts (liefst als onderdeel van een multidisciplinair team) samen met u bepaald aan de hand van uw specifieke omstandigheden en klachten. Ook dat kan dus voor iedereen verschillend zijn. Daarnaast is het zo dat de behandeling vaak verandert in de loop der tijd; als de klachten heviger worden, als de medicijnen die u gebruikt minder goed blijken te gaan werken: dat zijn momenten waarop beslist kan worden dat de behandeling wordt bijgesteld. Dit kan betekenen dat het ophogen van de dosering of de frequentie van inname nodig is, er naar een combinatie van middelen wordt gezocht die voor u effectief is, of dat u een ander soort behandeling krijgt. U slikt dan bijvoorbeeld geen twee tabletten meer per dag maar vijf. Of u krijgt injecties of een pomp die de medicatie continue aan het lichaam afgeeft. Het is niet eenvoudig om te bepalen wanneer deze overstapmomenten aanbreken. Vooral niet voor uzelf. Het is een beslissing die uw arts in overleg met u zal nemen, na het horen van uw klachten en rekening houdend met uw omstandigheden. Veel mensen ervaren een dergelijke verandering in medicatie als een zwaardere vorm van behandeling ( Zie je wel; ik heb niet meer genoeg aan mijn oude medicijnen, mijn ziekte wordt dus erger, straks kan ik niks meer ). Dat is begrijpelijk, maar tegelijkertijd is het ook belangrijk te beseffen dat door de juiste behandeling de symptomen zo effectief mogelijk onderdrukt kunnen blijven worden waardoor u zoveel mogelijk kwaliteit van leven kunt behouden. 15

3. Behandelfasen 3.1 Veel mogelijkheden De behandeling van de ziekte van Parkinson kan worden onderverdeeld in verschillende behandelfasen. Deze fasen zijn afhankelijk van de periode waarin de ziekte zich op dat moment bevindt. Dat is tegelijkertijd lastig; bij iedereen verloopt de ziekte immers een beetje verschillend. Het is dan ook niet precies te voorspellen of en wanneer u van de ene in de andere fase zult komen. Elke fase heeft zijn eigen speciale behandeling nodig die erop is gericht de klachten zoveel mogelijk te verminderen. Behandeling betekent niet alleen maar dat u medicijnen krijgt voorgeschreven. Hoewel medicijnen belangrijk zijn bij het verminderen van de symptomen en klachten van de ziekte van Parkinson, zijn er tevens andere, niet-medicamenteuze therapieën die kunnen helpen bij het zo goed mogelijk (leren) omgaan met de ziekte van Parkinson. Fysiotherapie bijvoorbeeld, waarbij vooral aandacht wordt besteed aan de klachten die het moeilijker bewegen en een veranderende houding met zich meebrengen. Ook leert u uw conditie op niveau te houden. Oefentherapie dat onderdeel van een fysiotherapeutisch programma kan zijn maar ook los kan worden gegeven richt zich vooral op een goed beweegpatroon (er zijn veel beweeggroepen voor parkinsonpatiënten onder begeleiding van een fysiotherapeut. Kijk op de website van de Parkinson Vereniging voor een beweeggroep bij u in de buurt). Daarnaast kan ergotherapie nuttig zijn als er aanpassingen nodig zijn aan gebruiksvoorwerpen of aan uw leefomgeving. Ook zaken als werk, zelfverzorging en communicatie behoren tot de aandachtsgebieden van de ergotherapeut. Logopedie kan ten slotte nuttig zijn wanneer er problemen ontstaan met praten (zoals een zachte stem en onduidelijke spraak); een logopedist kan hiervoor speciale oefeningen geven waardoor de stem duidelijker en luider wordt. Een logopedist kan ook helpen bij slikproblemen en speekselvloed. Ad Nouws In de trainingen die ik geef, werken we ook aan gesprekstechnieken. Als je door de Parkinson een zachte stem hebt, er niet tussen kan komen omdat je langzamer tot spraak komt en anderen aan je mimiek niet kunnen zien dat je iets wilt zeggen, moet je assertief zijn om toch aan de beurt te komen. Dat kun je aanleren. Ook bespreek ik hoe je op een andere manier je werk kunt doen als je niet kunt multitasken. Het lijkt vaak of mensen met Parkinson een geheugenprobleem hebben, maar ze kunnen gewoon nog maar één ding tegelijkertijd. 16

3.2 Beginnen met bewegen Zonder beweging staat alles stil. De gewone dagelijkse dingen; vrijwel allemaal worden ze door en met behulp van beweging hoe klein ook verricht. Beweging is dus essentieel. Dat geldt ook voor mensen met de ziekte van Parkinson. Hoewel de ziekte lichamelijke beperkingen met zich mee kan brengen die bewegen flink lastig kunnen maken, zijn er allerlei manieren waarop zo goed mogelijk kan worden geprobeerd hiermee om te gaan. Belangrijk is in ieder geval dat u tijdig begint met oefenen, ook wanneer u (nog) geen of nauwelijks beperkingen ervaart. Daarmee blijft u soepel en behoudt u uw conditie. Jacob van Rijt In beweging blijven helpt me om een vrij normaal leven te leiden. Een in parkinsonklachten gespecialiseerde oefen- of fysiotherapeut kan u hierbij helpen. Van uw neuroloog, huisarts of de parkinsonverpleegkundige krijgt u hier een verwijzing voor. Als u begint met oefentherapie staan evenwicht, spiersterkte, beweeglijkheid van uw gewrichten en uw algehele conditie centraal. U doet de oefeningen met uw therapeut of in een speciale (parkinson)oefengroep. Daarnaast krijgt u informatie en voorlichting zodat u leert hoe u goed kunt blijven bewegen. De oefentherapie hoeft u trouwens niet alleen te doen; meestal is het mogelijk om uw partner hier ook bij te betrekken. U kunt dit gerust aangeven als u daar prijs op stelt. Het is trouwens niet zo dat wanneer u eenmaal begint met oefentherapie, u vanaf dat moment altijd onder behandeling van een fysio- of oefentherapeut staat. Afhankelijk van uw behoefte (veel of weinig klachten of bijvoorbeeld de conditie die op peil moet worden gebracht) kunt u afspreken wanneer u (weer) komt en voor hoe lang. Ook is het vaak mogelijk om in overleg thuis zelf oefeningen te doen. Sowieso is het verstandig om regelmatig te blijven bewegen. Dat kan door middel van sporten wat u misschien al deed maar bewegen kan ook aan gewone activiteiten worden gekoppeld. Ga bijvoorbeeld op de fiets of lopend een boodschap doen, ga zwemmen, tuinieren of laat de hond wat vaker uit. Betrek uw partner hier ook bij als dit kan: samen is het vaak makkelijker vol te houden en gezelliger. Als u liever in groepsverband beweegt, overweeg dan deelname aan een beweeg- of zwemgroep. Die zijn er voor ouderen, voor mensen met (lichte) beperkingen en ook specifiek voor mensen met Parkinson. Bespreek dit met uw fysio- of oefentherapeut of (huis)arts; zij kunnen u hierbij zeker wegwijs maken. Op de website van de Parkinson Vereniging staat ook een overzicht van dergelijke beweeggroepen. 17

3.3 Beginnen met medicatie Zelfs wanneer u weinig klachten hebt, is het mogelijk dat u toch medicijnen krijgt voorgeschreven. De medicijnen onderdrukken de beginnende klachten; ze zorgen ervoor dat de signaaloverdracht in uw hersenen beter verloopt waardoor u zich beter kunt bewegen. Daardoor kunt u waarschijnlijk ook uw dagelijkse activiteiten zo veel mogelijk doorzetten: werk, hobby s, sociale contacten. Tanja Berk Ik ga zelden naar de dokter en grijp niet snel naar een pilletje. Maar als ik een betere kwaliteit van leven kan hebben met een medicijn, waarom zou ik het dan niet nemen? Ik geniet van het leven. In het begin wilde ik steeds weten hoe mijn toekomst eruit zou zien. Nu probeer ik vooral uit het leven te halen wat erin zit. We gaan bijvoorbeeld sneller met z n tweeën er even tussenuit. Verder gaat het gewone leven ook door; het is meer dat ik anders tegen dingen aankijk. Juist omdat de ziekte van Parkinson zo n wisselend verloop kan hebben en de klachten bij iedereen toch net anders kunnen zijn, is het belangrijk dat uw behandeling door uw arts goed wordt ingesteld. Dat betekent dat wordt bekeken welke middelen voor u geschikt zijn, hoe ze werken en in welke dosering. Een bepaald middel kan bij de één heel goed werken, echter bij een ander nauwelijks effect hebben en/of bijwerkingen geven. Het kost even tijd om hierachter te komen, zeker omdat in de regel met de laagste dosering wordt begonnen en deze langzaam wordt verhoogd tot zover als nodig is. Daarnaast moet uw lichaam als het ware wennen aan het medicijn; daardoor kan het enige tijd duren voor u iets van de effecten merkt. De kunst is dat u uiteindelijk díe dosering krijgt die uw klachten zo goed mogelijk verhelpt waarbij echter de bijwerkingen zo beperkt mogelijk blijven. Uw behandelend arts is degene die u hierbij begeleidt. 3.4 Therapietrouw; juist bij de ziekte van Parkinson heel belangrijk Therapietrouw is een ander woord om aan te geven hoe goed mensen hun medicijnen gebruiken. Nemen ze het altijd op de juiste momenten dat de arts het heeft voorgeschreven of vergeten ze het geregeld? En nemen ze wel de juiste dosering in? Therapietrouw is belangrijk omdat de werking van een medicijn ervan afhangt. De dosering is ook afgestemd op de degene voor wie het middel bestemd is. Zo krijgt een oudere of magere patiënt meestal een andere dosering dan een patiënt die jonger of zwaarder is. Wordt de medicatie stipt op tijd ingenomen, dan zal het effect ervan doorgaans beter zijn dan wanneer er regelmatig een of meerdere doseringen worden overgeslagen. Vooral bij medicijnen die bij de ziekte van Parkinson worden gebruikt, is therapietrouw enorm belangrijk. Eén keer medicatie overslaan 18

kan al tot gevolg hebben dat de klachten terugkomen; zelfs als u een half uur te laat bent met innemen kan dit al gebeuren. Therapietrouw betekent ook: de juiste dosering. Mensen met de ziekte van Parkinson zijn nogal eens geneigd een dubbele dosering van hun medicatie te nemen om zich beter te voelen niet doen! Het lijkt misschien een aanlokkelijke gedachte, maar de dosering die uw arts heeft voorgeschreven is precies wat u nodig hebt. Neemt u meer, dan kunt u last krijgen van (meer) bijwerkingen. Daarnaast kan plotseling stoppen bij sommige medicijnen gevaarlijk zijn. Houdt u dus aan de voorgeschreven dosering. Aandachtspunt Hebt u moeite met het op de juiste momenten innemen van uw medicatie, bespreek dit dan met uw arts, apotheker of parkinsonverpleegkundige. Zij kunnen u hierbij helpen, bijvoorbeeld met een speciaal innameschema, een medicijnalarm of -wekker. Ook uw partner kan u helpen bij het juiste gebruik van uw medicatie; praat hier met elkaar over en kijk wat de mogelijkheden zijn. 3.5 De verschillende soorten parkinsonmedicijnen Bij de behandeling van de ziekte van Parkinson kunnen verschillende soorten medicijnen worden gebruikt. Welk(e) middel(en) u krijgt, is afhankelijk van een aantal factoren. Zo speelt uw leeftijd een rol bij de keuze voor een bepaald middel en of u misschien nog andere aandoeningen hebt. Jacob van Rijt De Parkinson belemmerde me niet zozeer in mijn beweging, maar in mijn algemeen welbevinden. Het is lastig uit te leggen, maar ik merkte vooral een effect in mijn hersenen. Na een paar maanden was het niet meer vol te houden: ik móest aan de medicijnen. Elke drie maanden werd de dosis bijgesteld of wisselde ik van medicijn. Een van de bijwerkingen was dat ik een dwangneurose kreeg. Hele dagen en nachten werkte ik aan een uitvinding. De impact op ons gezin de kinderen woonden toen nog thuis was groot. Maar het voordeel was dat ik me weer belangrijk voelde en wist dat ik niet aan mezelf hoefde te twijfelen. De uitvinding is geslaagd: ik heb een handig computerprogramma ontworpen waarmee proceslijnen kunnen worden gesimuleerd. Hier heb ik nu in mijn werk veel plezier van. 19

Aandachtspunt Precieze informatie over de mogelijke bijwerkingen van een medicijn staat in de bijsluiter. De fabrikant is wettelijk verplicht alle bekende bijwerkingen te noemen. Het is dus vaak een hele lijst. Lang niet iedereen krijgt last van bijwerkingen en zeker niet van alle bijwerkingen. De in dit hoofdstuk weergegeven bijwerkingen zijn de meest voorkomende bijwerkingen die zijn overgenomen uit de desbetreffende bijsluiters. Raadpleeg de bijsluiter van het betreffende middel voor specifieke informatie (te vinden via www.cbg-meb.nl, zie pagina 49), of overleg met uw behandelend arts. Wellicht gebruikt u al andere geneesmiddelen waarmee rekening moet worden gehouden, of mag u een bepaald middel niet gebruiken. Uw arts zal al deze factoren betrekken in de keuze zodat u een middel of een combinatie krijgt die voor u het meest geschikt is. Parkinsonmedicatie bestaat uit verschillende groepen medicijnen: 1. Levodopa 2. Dopamineagonisten 3. Amantadine 4. MAO-B-remmers 5. Anticholinergica 6. COMT-remmers 7. Overige middelen Hieronder wordt uitgelegd welke middelen als behandeling voor de ziekte van Parkinson kunnen worden voorgeschreven en hoe ze werken. Daarnaast wordt een aantal vaak voorkomende bijwerkingen benoemd en kunt u lezen wanneer u mogelijk niet in aanmerking komt voor een behandeling. Raadpleeg voor meer uitgebreide informatie de bijsluitertekst van elk van deze middelen afzonderlijk. Kijk hiervoor op de website van het College ter beoordeling van geneesmiddelen: www.cbg-meb.nl (klik op de link links onderaan de pagina Geneesmiddelen informatiebank voor mensen ; u komt dan op een zoekpagina terecht waar u de generieke ( werkzame stof ) of merknaam ( productnaam ) van een middel kunt ingeven. Op de pagina die daarna verschijnt kiest u patiëntenbijsluiter ). Of raadpleeg uw arts of apotheker. 20

3.5.1 Levodopa Wat is levodopa? Levodopa is een voorloperstof van dopamine. Aan levodopa wordt altijd ofwel benserazide of carbidopa toegevoegd. Deze stoffen zijn onmisbaar voor de juiste werking van levodopa. Levodopa is in verschillende vormen verkrijgbaar: Tabletten met directe afgifte Na inname komt de werkzame stof direct in het bloed terecht, waardoor het middel snel werkt. Tabletten met vertraagde afgifte Na inname komt de werkzame stof geleidelijk in het bloed terecht; het middel werkt langzamer dan bij directe afgifte, maar de werking houdt langer aan. Intestinale gel Deze gel wordt direct in de twaalfvingerige darm gebracht (met behulp van een maagdarmsonde), waardoor de werkzame stof onafgebroken in kleine hoeveelheden wordt afgegeven (zie paragraaf 3.7 voor meer informatie). In combinatie met de COMT-remmer (catechol-o-methyltranserase) entacapon of tolcapon Deze stoffen remmen de afbraak van levodopa buiten de hersenen. Hoewel carbidopa dat in deze combinatiemiddelen zit, ook deze afbraak tegengaat, werken entacapon en tolcapon op een andere manier. Levodopa blijft daardoor langer beschikbaar waardoor het effect ook langer duurt. Zie voor meer informatie over COMT-remmers paragraaf 3.5.6. Hoe werkt levodopa? Met levodopa wordt het dopaminetekort dat bij de ziekte van Parkinson is ontstaan, aangevuld. Wanneer levodopa in de hersenen komt, moet het eerst worden omgezet in dopamine zodat het daarna het tekort aan dopamine kan verminderen. Voor die omzetting zorgt decarboxylase, een enzym dat het lichaam zelf aanmaakt. Het is echter niet de bedoeling dat dit ook op andere plaatsen in het lichaam gebeurt; daardoor zou levodopa veel minder effectief zijn. Daarom is aan alle levodopa benserazide of carbidopa toegevoegd. Benserazide of carbidopa zijn zogenoemde decarboxylaseremmers die de omzetting van levodopa in dopamine overal in het lichaam remmen, behalve in de hersenen. Hierdoor kan zo veel mogelijk levodopa de hersenen bereiken zodat het daar waar nodig in dopamine wordt omgezet. 21

Werkzame stof Naam Toedieningsvorm levodopa/benserazide Madopar capsules 50/12,5 mg dispertablet 100/25 mg tablet 100/25 mg tablet 200/50 mg levodopa/carbidopa Sinemet tablet 50/12,5 mg tablet 100/10 mg tablet 100/25 mg tablet 250/25 mg levodopa/benserazide Madopar HBS tablet 100/25 mg tablet 200/50 mg levodopa/carbidopa Sinemet CR tablet 100/25 mg tablet 250/25 mg levodopa/carbidopa levodopa /carbidopa Retard tablet met gereguleerde afgifte Retard 100/25 mg tablet met gereguleerde afgifte Retard 200/50 mg levodopa/benserazide levodopa, carbidopa, entacapon levodopa /benserazide Retard Stalevo capsules 50/12,5 mg capsule met gereguleerde afgifte 100/25 mg tablet 100/25 mg tablet 200/50 mg tablet 50/12,5/200 mg tablet 75/18,75/200 mg tablet 100/25/200 mg tablet 125/31,25/200 mg tablet 150/37,5/200 mg tablet 200/50/200 mg Wat doet levodopa bij mensen met de ziekte van Parkinson? Levodopa heeft effect op klachten zoals bewegingstraagheid, spierstijfheid en pijn; vaak heeft het ook een gunstig effect op het beven. Bijwerkingen Levodopa kan vroege bijwerkingen en late complicaties hebben; de eerste zijn vaak relatief mild van aard en ontstaan kort nadat is begonnen met het gebruik van levodopa. Late complicaties ontstaan meestal pas na jaren gebruik en vinden hun oorsprong in de voortschrijdende ziekte in combinatie met het langdurig gebruik 22

Aandachtspunt In principe kunnen alle parkinsonmiddelen van de apotheek een gele sticker krijgen, die aangeeft dat ze bijwerkingen kunnen hebben die het reactievermogen, bijvoorbeeld in het verkeer, verminderen. Niet iedereen krijgt last van deze bijwerkingen, maar het is wel goed om er alert op te zijn. Deze mogelijke bijwerkingen zijn: U bent onhandiger dan u van uzelf gewend bent U reageert langzamer dan anders; u bent suf U ziet minder scherp dan gewoonlijk U wordt duizelig bij het opstaan of bij inspanning U hebt minder controle over uw arm- en beenspieren U bent minder kritisch op wat u doet U merkt zaken niet op, of te laat, terwijl u die normaal wel snel ziet van de medicatie. Vroege bijwerkingen kunnen onder andere zijn: duizeligheid, vieze (metaalachtige) smaak in de mond, misselijkheid en braken, rusteloosheid, slapeloosheid, minder eetlust of slaperigheid. Late complicaties kunnen onder meer zijn: het minder goed werken van de medicatie waardoor de klachten eerder terugkomen; dit wordt ook wel wearing off of end-of-dose akinesia genoemd. (te) veel of abnormale bewegingen (dyskinesie) die zich meestal binnen 1-3 uur na inname voordoen. schommelingen in de werking van levodopa die zich meerdere keren per dag kunnen voordoen. Stijfheid/bewegingstraagheid en het zich goed kunnen bewegen wisselen elkaar af. Een dergelijke omslag kan heel plotseling gebeuren. Een andere veelgebruikte benaming hiervoor is het on-off (aan-uit)-effect. spasmen. Wanneer mag ik geen levodopa gebruiken? Bij bepaalde aandoeningen van hart en bloedvaten, lever, longen en nieren, ogen (nauwe kamerhoek glaucoom), stofwisselingsstoornissen, psychiatrische en bloedziekten mag u levodopa niet vanzelfsprekend en zonder overleg met andere specialisten gebruiken. Zwangere vrouwen of vrouwen die borstvoeding geven mogen levodopa niet gebruiken. 23

Aandachtspunt Met het voortschrijden van de ziekte kan het effect van levodopa minder uitgesproken worden. Zo werkt levodopa korter en wordt de werkzaamheid minder; hoe langer levodopa wordt gebruikt, hoe meer kans hierop. De mate waarin dit gebeurt is echter per persoon verschillend. Het verhogen van de dosering kan helpen de werkzaamheid te verbeteren, al is het wel zo dat de maximale dosering niet overschreden mag worden omdat u dan te veel last zou krijgen van bijwerkingen. 3.5.2 Dopamineagonisten Wat zijn dopamineagonisten? Dopamineagonisten zijn middelen die de dopaminereceptoren activeren (agonist = middel dat de werking van datgene waar het zich op richt positief beïnvloedt). Hoe werken dopamineagonisten? Dopamineagonisten bootsen als het ware de werking van dopamine na waardoor het tekort aan dopamine (sterk) vermindert. Om de kans op bijwerkingen zo klein mogelijk te houden, wordt altijd met de laagst mogelijke dosering begonnen die vervolgens langzaam wordt verhoogd tot het effect voldoende is (dit heet insluipen ). Wat doen dopamineagonisten bij de ziekte van Parkinson? Deze middelen hebben effect op bewegingstraagheid en spierstijfheid. Ook hebben ze een effect op het beven, maar vaak minder sterk dan op de eerdergenoemde klachten. Bijwerkingen Bijwerkingen die voorkomen bij gebruik van dopamineagonisten zijn onder meer misselijkheid, slaperigheid, hallucinaties, duizeligheid (als gevolg van een te lage bloeddruk als men te snel opstaat vanuit een stoel of bed) en vocht vasthouden. Plotselinge slaapaanvallen die een paar minuten kunnen duren maar ook uren kunnen ook voorkomen. Het is dan ook belangrijk hier rekening mee te houden. Ouderen hebben meer kans op bijwerkingen. Soms verandert ook het gedrag; zo komen dwangmatige handelingen en impulsief gedrag voor. 24

Werkzame stof Naam Toedieningsvorm bromocriptine Parlodel capsule 5 mg tablet 2,5 mg pergolide Pergolide tablet 0,05 mg tablet 0,25mg tablet 1 mg pergolide Permax tablet 0,05 mg tablet 0,25 mg tablet 1 mg pramipexol Miraprexin tablet 0,125/1 mg pramipexol Pramipexol tablet 0,125/0,25/0,5/1 mg pramipexol Sifrol tablet 0,125/1 mg tablet met gereguleerde afgifte 0,375/1,5/2,25/3/3,75/4,5 mg ropinirol Requip tablet 0,25 mg tablet 1 mg tablet 2 mg tablet 5 mg tablet met verlengde werking 2/4/8 mg ropinirol Ropinirol tablet 0,25 mg tablet 0,5 mg tablet 1 mg tablet 2 mg tablet 5 mg tablet met verlengde werking 2/4/8 mg rotigotine Neupro pleister 2 mg/etmaal, 4 mg/ etmaal 6 mg/etmaal, 8 mg/ etmaal Wanneer mag ik geen dopamineagonisten gebruiken? Afhankelijk van de soort dopamineagonist is er een aantal redenen waarom u één of meer van deze middelen niet zou mogen gebruiken. Heel algemeen gaat het dan om aandoeningen zoals een overgevoeligheid voor de werkzame stof, bepaalde hartziekten (zoals een hartklepaandoening), psychische klachten, gedragsveranderingen als gevolg van deze middelen, dementie en ernstige lever- en nierproblemen. 25

Aandachtspunt Met de tijd neemt de werking van dopamineagonisten af (vooral als ze als enige medicatie worden voorgeschreven). Als dopamineagonisten samen met levodopa worden gegeven, kan de dosering levodopa worden verlaagd; dit geeft minder kans op de bijwerkingen die levodopa kan veroorzaken. 3.5.3 Amantadine Wat is amantadine? Amantadine is een zogenoemde glutamaatantagonist; het is het enige middel in deze groep medicijnen dat in Nederland momenteel beschikbaar is. Het wordt trouwens niet alleen voor de ziekte van Parkinson gebruikt, maar ook om mensen die risico lopen op influenza A (griep) en niet zijn gevaccineerd, hiertegen te beschermen. Werkzame stof Naam Toedieningsvorm amantadine Symmetrel capsule 100 mg Hoe werkt amantadine? Aangenomen wordt dat amantadine het effect van de zogenoemde glutamaatreceptor in de hersenen remt; deze receptor speelt een rol bij het bewegen. Daarmee wordt ook de dopaminereceptor door amantadine beïnvloed, want tussen glutamaat en dopamine hoort een evenwicht te zijn. Wat doet amantadine bij de ziekte van Parkinson? Amantadine heeft enig effect op bewegingstraagheid, stijfheid en vermoeidheid. Op het beven heeft het niet zoveel effect. Daarnaast lijkt amantadine een effect te hebben bij dyskinesieën (onwillekeurige bewegingen) in een later stadium van de ziekte die vaak het gevolg zijn van levodopagebruik. Bij deze toepassing wordt het altijd in combinatie met bestaande medicatie gegeven. Bijwerkingen Bijwerkingen die voorkomen bij gebruik van amantadine zijn onder andere dikke enkels (door het vasthouden van vocht), donkere vlekken of lijnen op de huid (vooral van de benen en bij vrouwen), stemmingsveranderingen, onrust, hallucinaties, duizeligheid, hartkloppingen, droge mond en misselijkheid. Hoe hoger de dosering (meer dan 200 mg per dag), hoe groter de kans dat zich bijwerkingen 26

voordoen. Ook ouderen (met of zonder dementie) lopen meer risico op bijwerkingen. Vroeger werd amantadine als enkel medicijn (monotherapie) veel voorgeschreven in het begin van de behandeling, maar inmiddels wordt dat vanwege de bijwerkingen aanzienlijk minder vaak gedaan. Wanneer mag ik geen amantadine gebruiken? U mag amantadine niet gebruiken als u last hebt van onder meer refractaire epilepsie en psychosen. Daarnaast bevatten de capsules sojaolie waardoor voorzichtigheid is geboden als u hier allergisch voor bent. 3.5.4 MAO-B-remmers Wat zijn MAO-B-remmers? MAO-B-remmers (monoamineoxidase-b-remmers) zijn middelen die de enzymengroep monoamineoxidase (MAO) afremmen. MAO zorgt voor de afbraak van monoaminen (dit zijn neurotransmitters waar dopamine toe behoort, net als (nor)adrenaline en serotonine). MAO-B is een subgroep van MAO (zo is er ook MAO-A). Werkzame stof Naam Toedieningsvorm rasagiline Azilect tablet 1 mg selegiline Selegiline tablet 5 mg selegiline Eldepryl tablet 5 mg Hoe werken MAO-B-remmers? MAO-B-remmers remmen de afbraak van dopamine in de hersenen of ze versterken de werking van dopamine; daardoor blijft er langer dopamine aanwezig. Wat doen MAO-B-remmers bij de ziekte van Parkinson? MAO-B-remmers hebben enig, meestal bescheiden, effect op de motorische klachten bij de ziekte van Parkinson. Bijwerkingen MAO-B-remmers kunnen de bijwerkingen van levodopa (zoals abnormale bewegingen en geestelijke klachten zoals hallucinaties) versterken als ze als combinatietherapie worden gegeven. Worden de MAO-B-remmers alleen gegeven, dan kunnen de volgende bijwerkingen voorkomen: slapeloosheid (vooral bij selegiline) en angstaanvallen. 27

Wanneer mag ik geen MAO-B-remmers gebruiken? Wanneer uw lever niet goed meer werkt, mag u geen MAO-B-remmers gebruiken. Voor selegiline geldt daarnaast nog een aantal andere aandoeningen die gebruik van dit middel uitsluiten, waaronder een zweer aan de maag of twaalfvingerige darm, bepaalde hartklachten of lever- en nierproblemen. 3.5.5 Anticholinergica Wat zijn anticholinergica? Anticholinergica zijn middelen die zich richten op de stof acetylcholine; deze stof is net zoals dopamine ook van invloed op het bewegen. Werkzame stof Naam Toedieningsvorm biperideen Akineton injectievloeistof 5 mg/ml; ampul 1 ml tablet 2 mg trihexyfenidyl Artane tablet 2/5 mg Hoe werken anticholinergica? Anticholinergica remmen de werking van acetylcholine; daardoor kan het evenwicht tussen dopamine en acetylcholine dat bij Parkinson vaak is verstoord (tekort aan dopamine en een teveel aan acetylcholine) worden hersteld. Wat doen anticholinergica bij de ziekte van Parkinson? Anticholinergica hebben effect op het beven, overmatige speekselproductie en transpiratie. Op spierstijfheid is het effect minder sterk. Op evenwicht, houding en bewegingstraagheid hebben ze nauwelijks effect. Bijwerkingen Anticholinergica hebben relatief veel bijwerkingen; om die reden worden ze niet zo veel meer voorgeschreven. Alleen bij mensen met de ziekte van Parkinson die jonger zijn dan 65-70 jaar bij wie het beven niet met andere middelen kan worden verminderd worden de anticholinergica nog voorgeschreven. Bijwerkingen kunnen onder andere zijn: droge mond, obstipatie (verstopping), moeilijk plassen en wazig zien op korte afstand. Gebruikt u anticholinergica in hoge doseringen, dan kunt u last krijgen van hartkloppingen en een verhoogde oogboldruk. Ook komen hallucinaties, verwardheid en korte termijn vergeetachtigheid voor. De bijwerkingen worden minder als de dosering wordt verlaagd. Zorg in ieder geval voor gezonde, 28

vezelrijke voeding, voldoende vocht en regelmatige beweging om obstipatie te voorkomen of te verhelpen. Ook bij een droge mond is voldoende water drinken (kleine slokjes) belangrijk. Wanneer mag ik geen anticholinergica gebruiken? Als u ouder bent en last hebt van cognitieve stoornissen; anticholinergica verhogen namelijk de kans op hallucinaties en andere cognitieve klachten zoals verwardheid en problemen met het geheugen. Ook bij de ziekte myasthenia gravis, een bepaalde spierziekte waarbij de spieren niet of niet voldoende werken, mogen anticholinergica niet worden gebruikt. Tevens is voorzichtigheid geboden bij glaucoom, hartfalen, bepaalde maag-darmproblemen en prostaatvergroting. 3.5.6 COMT-remmers Wat zijn COMT-remmers? COMT-remmers zijn middelen die het enzym catechol-o-methyltransferaseremmer bevatten. Er zijn twee COMT-remmers: entacapon en tolcapon. Entacapon is zowel als enkel middel als in een vaste combinatie met levodopa/carbidopa verkrijgbaar; tolcapon kan alleen naast levodopa/carbidopa of levodopa/benserazide worden gebruikt door mensen die eerder wel reageerden op levodopa maar niet op entacapon (of dat niet verdragen). Werkzame stof Naam Toedieningsvorm entacapon Comtan tablet 200 mg entacapon Comtess tablet 200 mg tolcapon Tasmar tablet 100 mg Hoe werken COMT-remmers? COMT-remmers gaan de afbraak van levodopa buiten de hersenen tegen doordat ze catechol-o-methyltransferase (een enzym in het lichaam dat levodopa afbreekt en omzet in een andere stof waardoor het zijn werking niet (goed) meer kan uitoefenen) remmen. Wat doen COMT-remmers bij de ziekte van Parkinson? COMT-remmers verlengen de werking van de levodopa waardoor het effect van levodopa langer aanhoudt. Ze hebben effect op motorische stoornissen, en kunnen effect hebben op de hoeveelheid levodopa die u moet nemen. 29

Bijwerkingen De toevoeging van COMT-remmers kan de bijwerkingen van de levodopa versterken. Ook kunnen darmklachten zoals misselijkheid en diarree ontstaan. Zeer zelden treedt ernstige leverbeschadiging op. Bij patiënten die tolcapon gebruiken zullen de leverfuncties regelmatig moeten worden gecontroleerd. Wanneer mag ik geen COMT-remmers gebruiken? Onder meer wanneer u bepaalde MAO-remmers gebruikt of een slechte leverfunctie hebt, mag u geen COMT-remmers gebruiken. Dat is ook het geval als u een bepaalde vorm van spierafbraak hebt (gehad) en een ernstige bijwerking op antipsychotica, het zogenoemde maligne antipsychoticasyndroom, hebt doorgemaakt. 3.5.7 Overige middelen Behalve specifieke parkinsonmiddelen die zijn gericht op het aanvullen van dopaminetekort, is er nog een aantal andere medicijnen die nuttig kunnen zijn bij de behandeling van de ziekte van Parkinson. Omdat de ziekte van Parkinson gepaard kan gaan met vele niet-motorische verschijnselen zoals depressie, psychose, en dementie betreft het middelen die zijn gericht tegen deze verschijnselen. Welke soorten middelen zijn er? Antidepressiva : voor behandeling van depressie Antipsychotica : voor behandeling van psychosen met hallucinaties/waanideeën Antidementiemiddelen : voor behandeling van dementie Werkzame stof Naam Toedieningsvorm antidepressiva diverse middelen diverse middelen diverse toedieningsvormen en -grootten antipsychotica bv. clozapine Leponex tablet 25/100/200 mg antidementiemiddelen rivastigmine Exelon capsule 1,5/3/4,5/6 mg pleister 4,6 mg/ etmaal/9,5 mg/etmaal rivastigmine Prometax capsule 6 mg rivastigmine rivastigmine capsule 1,5/3/4,5/6 mg 30

Tegen beven worden naast de eerder genoemde geneesmiddelen ook zogenoemde bètablokkers gebruikt. Werkzame stof Naam Toedieningsvorm bèta-blokkers propranolol Propranolol capsule met gereguleerde afgifte Retard 80/160 mg tablet 10/40/80 mg drank 1 mg/ml Hoe werken deze middelen bij mensen met de ziekte van Parkinson? Antidepressiva hebben effect op depressie waar mensen met de ziekte van Parkinson (relatief vaak) last van hebben. Er is een grote keuze aan middelen maar het hangt af van de medicatie die u al krijgt, welk middel voor u geschikt is. Sommige antidepressiva gaan namelijk niet samen met bepaalde parkinsonmiddelen (vooral MAO-B-remmers). Uw behandelend neuroloog, soms in overleg met een psychiater, zal op basis van uw situatie een keuze maken. Antipsychotica hebben effect op psychosen: hallucinaties, waanideeën of -beelden en verwardheid. Deze klachten kunnen namelijk ook voorkomen bij mensen met de ziekte van Parkinson. Dat kan aan de ziekte zelf liggen of aan de medicijnen die u ervoor gebruikt. Antidementiemiddelen kunnen worden gegeven aan mensen met Parkinson die tevens last hebben van dementie. Het effect wisselt nogal per persoon. Bètablokkers zijn eigenlijk bedoeld voor de behandeling van hoge bloeddruk maar ze blijken soms ook effect te hebben op parkinsonsymptomen zoals beven. 3.5.8 Met welk middel begin ik? Uw behandelend neuroloog stelt aan de hand van uw profiel voor met welk middel er wordt gestart. Wanneer u start met medicamenteuze behandeling, zal doorgaans voor levodopa of dopamineagonisten worden gekozen. Bent u 65 jaar of ouder, dan zal de voorkeur meestal uitgaan naar levodopa. Met het ouder worden wordt de kans op psychiatrische bijwerkingen van dopamineagonisten groter. Juist op die leeftijd zijn dit vervelende en soms ook gevaarlijke bijwerkingen die liever worden vermeden. Bent u relatief jong en gezond, dan zijn dopamineagonisten vaak een goede optie. 31