ŠkodaYeti INSTRUCTIEBOEKJE SIMPLY CLEVER



Vergelijkbare documenten
SIMPLY CLEVER. ŠkodaRoomster INSTRUCTIEBOEKJE

Uw gebruiksaanwijzing. SKODA YETI

SIMPLY CLEVER. ŠkodaRoomster INSTRUCTIEBOEKJE

ŠkodaOctavia Tour INSTRUCTIEBOEKJE SIMPLY CLEVER

ŠkodaFabia INSTRUCTIEBOEKJE SIMPLY CLEVER

SIMPLY CLEVER. ŠkodaOctavia Tour INSTRUCTIEBOEKJE

ŠkodaFabia MANUAL DE UTILIZARE SIMPLY CLEVER

SIMPLY CLEVER. ŠKODA Roomster INSTRUCTIEBOEKJE

ŠKODA Octavia INSTRUCTIEBOEKJE

ŠKODA Fabia INSTRUCTIEBOEKJE

SIMPLY CLEVER. ŠKODA Superb INSTRUCTIEBOEKJE

F I A T B R A V O NL S N E L G I D S

IN EEN OOGOPSLAG. Panoramadak. Parkeerhulp achter

SIMPLY CLEVER. ŠKODA Fabia Instructieboekje

SIMPLY CLEVER. ŠKODA Octavia Instructieboekje

X Veiligheidsgordel 3 Verklikkerlicht brandt (met waarschuwingstoon) bij ingeschakelde ontsteking: Gordel omdoen, zie pagina 33.

SIMPLY CLEVER. ŠKODA Superb Instructieboekje

F I A T NL S N E L G I D S

SIMPLY CLEVER. ŠkodaSuperb INSTRUCTIEBOEKJE

VOERTUIGCONTROLE SEAT IBIZA. Rijschool van Zuylen

Instructie Voertuig (auto) controle Kia Cee d Autorijschool Lolkama

ŠkodaSuperb INSTRUCTIEBOEKJE SIMPLY CLEVER

ŠkodaFabia INSTRUCTIEBOEKJE SIMPLY CLEVER

LCD scherm va LCD scherm

ŠkodaOctavia INSTRUCTIEBOEKJE SIMPLY CLEVER

Uw gebruiksaanwijzing. SKODA FABIA

Uw gebruiksaanwijzing. SKODA FABIA

Uw instructieboekje is ook te vinden op de website van Peugeot, in de rubriek "MyPeugeot".

Verkorte gebruiksaanwijzing

De voorkant. De zijkant. De banden

LCD scherm ve LCD scherm

ŠkodaFabia INSTRUCTIEBOEKJE SIMPLY CLEVER

PROFICIAT MET UW NIEUWE VOLVO! VOLVO V70 & XC70 quick guide

Het online-instructieboekje

Belangrijke informatie: Het monteren van elektrische uitrustingen of accessoires die niet onder een artikelnummer in het assortiment van Automobiles

De voorkant. De zijkant. De banden

Gefeliciteerd met uw nieuwe autoalarm! Inhoud

FIAT PUNTO NL INSTRUCTIEBOEK

Kort overzicht BEDIENINGSKNOPPEN

Voertuig Controle Golf 7

Bekijk uw gebruiksaanwijzing via de website van Peugeot, rubriek "Persoonlijke pagina".

ŠKODA Octavia Tour INSTRUCTIEBOEKJE

Het online-instructieboekje

NL ESP-Systeem

Het instructieboekje van uw auto is ook te vinden op de website van Peugeot, in de rubriek "MyPeugeot".

Voertuig Controle BMW 116d Sportline

INHOUDSOPGAVE LCD DISPLAY INTELLIGENT 800S... 2

UW INSTRUCTIEBOEKJE OP INTERNET!

Nederlandstalige handleiding Autoalarm AS5

FIAT PUNTO NL INSTRUCTIEBOEK

veiligheid van de inzittenden; conditie van de auto; bescherming van het milieu.

************************* **************** ******** ***

Uw gebruiksaanwijzing. SKODA OCTAVIA TOUR

Handleiding. Bijlage LCD Display. +32 (0)

Uw auto komt tot leven op internet!

INFO DIAG DIAGNOSE- APPARATUUR

H a n d e l i n g s a n a l y s e R i j s c h o o l T e a m D r i v e - w w w w. r i j s c h o o l t d. n l Pagina 1

Gemaksvoorzieningen ZONNEKLEPPEN DIMMER VOOR DE INSTRUMENTENVERLICHTING ZONNESCHERMEN

Datum/Date: 04/2003ne Update: 07/2007 Car Access System E60, E61, E63, E64, E70, E81, E87, E90, E91, E92, E93

F I A T P U N T O NL I N S T R U C T I E B O E K I N S T R U C T I E B O E K

Korte introductie van de Vogue E-bike. 1 Motor 2 Display 3 Accu 4 Controller 5 Pedaal sensor. Aan/uit knop

FIAT DUCATO NL INSTRUCTIEBOEK

Buitentemperatuurmeter met ijzelalarm (lager dan 3 C)

Splash 5 deurs. Samenvatting. Nieuwe look! 5 jaar garantie en assistance Laag verbruik Verhoogde instap Handige stadswagen Groot laadvlak Magic Days

GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART REMOTE

COP LUM KA NL :43 Pagina 1. Feel the difference. FordKa Instructieboekje. Owner s handbook

HANDLEIDING MINI ONE MINI COOPER MINI COOPER S

Handleiding: Verreiker roterend max. hefvermogen 20,6 mtr. incl. machinist

Volkswagen Marine. Scheepsmotoren. Extra bedieningshandleiding Multi-functie-indicatie. SDI en TDI Volkswagen Marine

Manualul dvs. SKODA FABIA

Duurzaam rijden, samen met ECOdrive

REWI AANKOOPKEURING. Bezoekadres. Adres. Keurmeester. Postcode \ Plaats. Bezoekdatum. Telefoonnummer. Bezoektijd. Opdrachtgever.

INFO DIAG DIAGNOSE- APPARATUUR

Swift 3 deurs. Samenvatting. Manueel of automaat Laag verbruik Lage CO 2

ROOD Niet goed, zet uw auto op een veilige plaats stil en bel de mobiliteitsservice!

ELEKTRISCHE INSTALLATIE BI-VAN CAN COM2000

Gebruiksaanwijzing kort

Praktijk Vragen over auto

Het instructieboekje van uw auto is ook te vinden op de website van Peugeot, in de rubriek "MyPeugeot".

Verkorte gebruiksaanwijzing

BIZOBIKE Display handleiding E-Motion

Uitrusting februari 2009

Handleiding. E-Trendy Lithium fietscomputer. 1. Inleiding P. 2

DACIA LOGAN VAN/PICK-UP PRIJSLIJST januari 2012

GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART TIMER

GEBRUIKERSHANDLEIDING

Configuratie. Swift 5 deurs. Samenvatting. 7 airbags standaard ESP-systeem standaard 5 jaar garantie en assistance Manueel of automaat Laag verbruik

COCKPIT 2 FC 520/ 530 / 535

Handleiding. Trenergy E-relax fietscomputer. Pagina: 1

Bedieningsinstructie

Volvo 940 Malmö, een eigen identiteit.

GT-912/GT-913/GT-914 Gebruikers handleiding

PEUGEOT PK ALLURE

INFO DIAG DIAGNOSE- APPARATUUR

Elektrische fiets. Handleiding

Verwarming en ventilatie

ŠkodaOctavia Supplement - voor voertuigen met LPG-aandrijving

BE 1000 Brand BEDIENINGS INSTRUCTIE INHOUDSOPGAVE A3

Parameters Zichtbaarheid. Inleiding

FIAT PANDA NL INSTRUCTIEBOEK

Transcriptie:

ŠkodaYeti INSTRUCTIEBOEKJE SIMPLY CLEVER

Inleiding U hebt gekozen voor een Škoda - wij danken u hartelijk voor uw vertrouwen. Met uw nieuwe Škoda krijgt u een auto met ultramoderne techniek en talrijke opties, waarvan u vast en zeker bij dagelijks gebruik maximaal plezier zult beleven. Met het oog hierop adviseren wij u dan ook, dit instructieboekje aandachtig door te lezen, zodat u uw auto snel en grondig leert kennen. Mocht u verdere vragen met betrekking tot uw auto of eventuele problemen hebben, verzoeken wij u contact op te nemen met een Škoda-dealer/vakgarage of de importeur. Daar zijn vragen, opmerkingen en kritiek altijd welkom. Afwijkende nationale wettelijke regelingen hebben voorrang, op de informatie gegeven in deze handleiding. Wij wensen u veel plezier met uw Škoda en altijd een goede reis. Uw Škoda Auto

2 Inleiding Wagendocumentatie In de meegeleverde documentatie van uw auto vindt u naast dit instructieboekje ook een serviceplan en aanwijzingen voor hulp onderweg. Bovendien kunnen al naargelang het model en de uitvoering verschillende gebruiksaanwijzingen en extra aanwijzingen aanwezig zijn (bijv. radio-instructieboekje). Als u één van bovengenoemde documenten mist, verzoeken wij u direct contact op te nemen met een Škoda-dealer, waar men u graag zal helpen. Er moet rekening mee worden gehouden dat de gegevens op het kenteken steeds voorrang hebben op de gegevens in dit instructieboekje. instructieboekje Dit instructieboekje beschrijft de huidige omvang van de uitrusting. Enkele van de hier genoemde uitrustingen worden later geïntroduceerd of zijn alleen bedoeld voor bepaalde exportlanden. De afbeeldingen kunnen in enkele onbelangrijke details afwijken van uw auto; de afbeeldingen moeten echter alleen maar worden gezien als algemene informatie. Naast de informatie met betrekking tot de bediening staan in het instructieboekje ook belangrijke gebruiks- en onderhoudstips ten behoeve van uw veiligheid alsmede voor het behouden van de inruilwaarde van uw auto. Hier staan belangrijke tips en helpinformatie in. Bovendien staat hierin hoe u met uw auto veilig, economisch en milieuvriendelijk kunt rijden. Let, met het oog op de veiligheid, ook beslist op de informatie met betrekking tot accessoires, wijzigingen en vervanging van onderdelen bladzijde 244. is bovendien in de meeste gevallen één van de voorwaarden voor het recht op een garantieaanspraak. Het serviceplan bevat: gegevens van de auto; onderhoudsintervallen; overzicht van de onderhoudswerkzaamheden; servicebewijs; bevestiging van de mobiliteitsgarantie (geldt alleen in bepaalde landen); belangrijke aanwijzingen met betrekking tot de garantie. De bevestigingen van de uitgevoerde onderhoudswerkzaamheden zijn een van de voorwaarden voor een eventuele garantieaanspraak. Geef het serviceplan dan ook altijd af als u uw auto bij een servicedealer afgeeft. Als het serviceplan is zoekgeraakt of op is, neem dan contact op met de Škoda-dealer waar u de auto regelmatig voor onderhoud aanbiedt. Hier ontvangt u dan een duplicaat waarin de tot nu toe uitgevoerde onderhoudsbeurten worden bevestigd. Hulp onderweg Hierin staan de belangrijkste telefoonnummers in bepaalde landen en de adressen en telefoonnummers van de Škoda-importeurs. Maar ook de andere hoofdstukken van dit instructieboekje zijn belangrijk, want een vakkundige behandeling van de auto draagt - naast regelmatig onderhoud - bij aan het behouden van een goede inruilwaarde en

Inhoudsopgave 3 Inhoudsopgave Structuur van dit instructieboekje (toelichtingen) Bediening................................ Cockpit........................................ Overzicht.................................... De beknopte informatie...................... Basisfuncties en belangrijke aanwijzingen...... Instrumenten en controlelampjes............ Overzicht instrumentenpaneel................ Toerenteller.................................. Snelheidsmeter.............................. Koelvloeistoftemperatuurmeter................ Brandstofmeter.............................. Kilometertotaalteller.......................... Service-interval-indicatie...................... Digitale klok.................................. Multi-functie-indicatie (boordcomputer)....... Informatiedisplay*............................ Auto-Check-Control*......................... Controlelampjes.............................. Openen en Afsluiten.......................... Sleutel....................................... Batterij van de radiografische afstandsbediening vervangen................................... Elektronische Wegrijbeveiliging (wegrijblokkering)............................ Kinderslot.................................... Centrale vergrendeling........................ Afstandsbediening*........................... Synchronisatie van de afstandsbediening....... 6 7 9 9 11 11 17 17 18 18 18 18 19 20 21 21 26 29 32 43 43 44 44 45 45 50 52 Alarmsysteem*............................... Elektrische ruitbediening*..................... Elektrisch schuif-/kanteldak met elektrische oprolbare zonwering*........................ Verlichting en zicht............................ Verlichting................................... Binnenverlichting............................. Zicht........................................ Ruitenwisser- en ruitensproeier............... Achteruitkijkspiegel........................... Zitten en opbergen........................... Voorstoelen.................................. Elektrische voorstoelen instellen*.............. Hoofdsteunen................................ Middelste hoofdsteun achter*................. Achterstoelen................................ Pedalen...................................... Bagageruimte................................ Variable laadvloer*........................... Variable laadvloer* met reservewiel*........... Imperiaal.................................... Bekerhouder................................. Bonhouder.................................. Asbak*...................................... Sigarettenaansteker*, stopcontacten........... Opbergvakken (dashboardkastjes)............. Overzicht.................................... dashboardkastje aan de voorpassagierszijde.... Koeling dashboardkastje voorpassagierszijde*.. Opbergvak op het dashboard*................ opbergvak in middenconsole, voor............ Brillenkoker*................................. Opbergvak in de voor- en achterportieren...... 52 53 56 59 59 66 69 70 74 77 77 78 81 82 83 88 88 94 96 97 98 99 99 100 101 101 102 103 103 104 104 104 Opbergvak onder voorpassagiersstoel*........ Armleuningen van de voorstoelen met opbergvak*.................................. opbergvak in middenconsole, achter*......... opbergvakken in de bagageruimte*............ Variabel opbergvak*.......................... Kledinghaakje................................ Skizak*...................................... Verwarming en airconditioning.............. Luchtuitstroomroosters....................... Verwarming.................................. Climatic* (halfautomatische airconditioning)... Climatronic* (automatische airco)............. Extra verwarming (interieurvoorverwarming en interieurvoorventilatie)*...................... Wegrijden en rijden.......................... Stuurwielstanden instellen.................... Contactslot.................................. Motor starten................................ Motor afzetten............................... Schakelen (schakelbak)....................... Handrem.................................... Parkeerhulp, achter*.......................... Parkeerhulp voor en achter*.................. Parkeerassistent*............................. Snelheidsregelsysteem (SRS)*................. Communiceren............................... Multifunctioneel stuurwiel*................... Universele telefoonvoorbereiding GSM II*...... Interne gesproken telefoonboek*.............. Ingangen AUX-IN* en MDI*................... Cd-wisselaar*................................ 105 105 106 106 107 107 107 109 109 110 112 116 120 124 124 124 125 127 127 128 128 129 131 135 137 137 139 146 149 149 Bediening Veiligheid Aanwijzingen voor het rijden Raadgevingen voor het gebruik

4 Inhoudsopgave Veiligheid................................. Passieve veiligheid............................ Principes..................................... Juiste zitpositie............................... Veiligheidsgordels............................ Waarom veiligheidsgordels?................... Het natuurkundige principe van een frontale aanrijding.................................... Belangrijke veiligheidsinstructies bij de omgang met veiligheidsgordels............................ Hoe worden veiligheidsgordel goed gedragen?. Airbagsysteem................................ Beschrijving van het airbagsysteem............ Voorairbags.................................. Bestuurde Knie-airbag*....................... Zijairbags*................................... Hoofdairbags*............................... Airbag uitschakelen........................... Veilig vervoer van kinderen................... Wat u moet weten als u kinderen vervoert!..... Kinderzitje................................... Bevestiging kinderzitje met ISOFIX -systeem.... Bevestiging kinderzitje met het Top Tether -systeem Aanwijzingen voor het rijden... Intelligente techniek.......................... Elektronisch stabiliteitsprogramma (ESP)*...... Remmen..................................... Rembekrachtiger............................. Antiblokkeersysteem (ABS).................... Remassistent*................................ Up-hillassistent*.............................. Elektromechanische stuurbekrachtiging........ Bandenspanningscontrolesysteem*............ Roetfilter* (dieselmotor)...................... Offroad*..................................... 151 151 151 152 156 156 157 157 158 162 162 163 166 167 169 171 173 173 176 179 180 183 183 183 186 187 187 188 188 188 189 190 191 Rijden en milieu............................... De eerste 1 500 kilometer en daarna........... Katalysator................................... Economisch en milieubewust rijden............ Milieu-aspecten.............................. Rijden in het buitenland....................... Voorkomen van schade aan de auto............ Rijden op terrein.............................. Rijden met aanhangwagen................... Gebruik aanhangwagen....................... Raadgevingen voor het gebruik Verzorging en reiniging van de auto.......... Algemeen.................................... Verzorging buitenzijde auto.................... Verzorging binnenzijde auto................... Brandstof...................................... Benzine...................................... Diesel........................................ Tanken....................................... Controleren en bijvullen...................... motorruimte................................. Motorolie.................................... Koelsysteem.................................. Remvloeistof................................. Accu......................................... Ruitensproeiersysteem........................ Wielen en banden............................. Wielen....................................... Accessoires, wijzigingen en vervanging van onderdelen.................................... Accessoires en onderdelen.................... Technische wijzigingen........................ Auto's van de groep N1........................ 193 193 194 194 198 198 199 199 209 209 213 213 213 213 218 221 221 221 222 224 224 227 229 231 232 236 238 238 244 244 244 245.............................................................. Plaats voor verbanddoos en gevarendriehoek... Brandblusser*................................ Boordgereedschap............................ Bandenreparatieset*.......................... Reservewiel*................................. Wiel verwisselen.............................. Starthulp..................................... Weg- en aanslepen............................ Zekeringen en gloeilampen................... Elektrische zekeringen......................... Gloeilampen........................................................................... Algemene aanwijzingen....................... Gebruikte afkortingen......................... Kilometrages................................. Gewichten.................................... Identificatiegegevens.......................... Brandstofverbruik volgens voorschrift (99/100/EU) Afmetingen................................... Overige gegevens............................. Motoroliespecificaties......................... 1,8 l/118 kw TSI - EU 5........................ 2,0 l/103 kw TDI CR - EU 5..................... Trefwoordenlijst....................... 247 247 247 247 248 248 249 249 254 255 258 258 263 269 269 269 269 269 269 269 270 271 271 272 273 275 277

Inhoudsopgave 5 Bediening Veiligheid Aanwijzingen voor het rijden Raadgevingen voor het gebruik

6 Structuur van dit instructieboekje (toelichtingen) Structuur van dit instructieboekje (toelichtingen) Dit instructieboekje is systematisch opgebouwd om het vinden en opnemen van de benodigde informatie te vergemakkelijken. Hoofdstuk, inhoudsopgave en trefwoordenregister De tekst van dit instructieboekje is in relatief korte paragrafen ingedeeld, die in overzichtelijke hoofdstukken zijn samengevoegd. Het actuele hoofdstuk staat rechtsonder op de pagina geaccentueerd. De aan de hand van de hoofdstukken ingedeelde inhoudsopgave en het uitgebreide trefwoordenregister achter in het instructieboekje helpen u de gewenste informatie snel te vinden. Hoofdstukken De meeste alinea's gelden voor alle auto's. Omdat de uitvoeringsvarianten echter zeer veelvuldig kunnen zijn, is het niet te voorkomen, dat ondanks de indeling in alinea's soms ook uitvoeringen worden genoemd waar uw auto niet mee is uitgerust. Samenvatting en uitleg Elke alinea is voorzien van een kop. Er volgt beknopte informatie (in groot cursief schrift) waarover het in deze alinea gaat. De afbeelding wordt meestal gevolgd door een uitleg (in relatief groot schrift) die in klare taal uitlegt hoe u te werk moet gaan. Uit te voeren handelingen worden aangegeven met een koppelteken. Richtingaanwijzingen Alle richtingaanwijzingen zoals links, rechts, voor, achter zijn gebaseerd op de rijrichting van de auto. Symboolverklaring * De zo gekenmerkte onderdelen behoren seriematig alleen bij bepaalde modellen of zijn alleen bij bepaalde modellen als extra leverbaar. Eind van een hoofdstuk. Het hoofdstuk gaat op de volgende bladzijde verder. Aanwijzingen Alle vier de typen aanwijzingen die in de tekst worden gebruikt staan altijd aan het einde van het betreffende hoofdstuk vermeld. De belangrijkste aanwijzingen worden aangeduid met de kop ATTENTIE. Deze ATTENTIE-aanwijzingen attenderen op een ernstige kans op ongevallen of letsel. In de tekst vindt u vaak een dubbele pijl die wordt gevolgd door een klein attentiesymbool. Dit symbool attendeert op een ATTENTIEaanwijzing aan het einde van de alinea die beslist moet worden opgevolgd. Voorzichtig! Een voorzichtig-aanwijzing attendeert op mogelijke defecten aan uw auto (bijv. defecte versnellingsbak), of attendeert op de kans op een ongeval. Milieu Een milieu-aanwijzing attendeert op de milieubescherming. Hier vindt u bijv. adviezen voor een lager brandstofverbruik. Aanwijzing Een normale aanwijzing attendeert op algemene en belangrijke informatie.

7 Bediening Bediening Veiligheid Aanwijzingen voor het rijden Raadgevingen voor het gebruik

8 Cockpit Afb. 1 Een aantal op de foto weergegeven uitrustingen gelden alleen maar voor bepaalde type-uitvoeringen of zijn als optie leverbaar.

Cockpit 9 Cockpit Overzicht Door dit overzicht zult u snel vertrouwd raken met de meters/controlelampjes en de bedieningselementen. A1 Elektrische verstelling buitenspiegel......................... 75 A2 A3 A4 Luchtuitstroomroosters..................................... Hendel voor multifunctieschakelaar: knipperlicht, groot licht en parkeerlicht, grootlichtsignaal... Snelheidsregelsysteem*.................................. Stuurwiel: met claxon 109 65 135 met bestuurdersairbag................................... 163 A5 A6 met bedieningstoetsen voor radio, navigatie en telefoon*... Instrumentenpaneel: Instrumenten en controlelampjes....... Hendel voor multifunctieschakelaar: Multi-functie-indicatie................................... 137 17 21 Ruitenwissers en -sproeiers.............................. 70 A7 A8 A9 A10 A11 A12 A13 A14 Luchtuitstroomroosters..................................... Draaiknop voor verwarming bestuurdersstoel*............... Schakelaar voor alarmlichten................................ Controlelamp voor uitschakeling passagiersairbag............ Opbergvak op het dashboard*.............................. Afhankelijk van de uitrusting: Radio* Navigatie* Draaiknop voor verwarming voorpassagiersstoel*............ Opbergvak aan de voorpassagierszijde....................... 109 87 65 171 103 87 102 A15 Passagiersairbag........................................... 163 A16 Schakelaar voor airbag voorpassagier (in opbergvakje voorpassagier)............................................. 171 A17 A18 A19 elektrische ruitbediening*.................................. Zekeringenkast (aan zijde van dashboard).................... Lichtschakelaar............................................ 14 258 59 A20 Ontgrendelingshendel voor motorkap....................... 224 A21 Draaiknop voor dashboardverlichting en draaiknop voor A22 A23 lichtbundelhoogteverstelling................................ Hendel voor stuurwielverstelling............................ Bestuurder Knie airbag*.................................... 64, 64 11 166 A24 Contactslot................................................ 124 A25 Afhankelijk van de uitrusting: Schakelaar voor ESP*.................................... 183 Schakelaar voor ASR..................................... 185 A26 Parkeerhulp voor en achter*................................ 129 A27 Schakelaar centrale vergrendeling........................... 48 A28 A29 A30 A31 Versnellingshendel......................................... Opbergvak................................................ Offroad*.................................................. Bandenspanningscontrolesysteem*......................... 127 104 191 189 A32 Parkeerassistent*.......................................... 131 A33 Afhankelijk van de uitrusting: Bediening voor verwarming.............................. 110 Bediening voor Climatic*................................ 112 Bediening voor Climatronic*............................. 116 Aanwijzing De met een * gemarkeerde uitrustingen behoren alleen standaard bij bepaalde modeluitvoeringen of zijn alleen voor bepaalde modellen als meeruitvoering leverbaar. Bij auto's die af fabriek met een radio, of navigatiesysteem zijn uitgerust, is een aparte handleiding voor de bediening van deze apparaten bijgevoegd. Bediening Veiligheid Aanwijzingen voor het rijden Raadgevingen voor het gebruik

10 Cockpit Bij auto's met stuur rechts wijkt de plaatsing van de bedieningselementen voor een deel af van de op bladzijde 8, afb. 1 weergegeven plaatsing. De symbolen komen echter overeen met die op de bedieningselementen van auto's met stuur links.

De beknopte informatie 11 De beknopte informatie Basisfuncties en belangrijke aanwijzingen Stuurwielstand instellen Inleiding Het hoofdstuk 'De beknopte informatie' dient alleen voor een snelle kennismaking met de belangrijkste bedieningselementen van de auto. Alle aanwijzingen in de volgende hoofdstukken van de handleiding moeten beslist in acht genomen worden. Auto ont- en vergrendelen Afb. 3 Verstelbaar stuurwiel: Hendel op de stuurkolom Afb. 2 Radiografische afstandsbediening A1 Auto ontgrendelen A2 Kofferklep ontgrendelen A3 Auto vergrendelen A4 Sleutel uitklappen/inklappen Zie voor verdere aanwijzingen bladzijde 51, Auto ont- en vergrendelen. Afb. 4 De juiste afstand van de bestuurder ten opzichte van het stuurwiel De stand van het stuurwiel is in hoogte en lengterichting instelbaar. Zie voor verdere aanwijzingen bladzijde 124, Stuurwielstanden instellen. Stel het stuurwiel zo af dat de afstand tussen het stuurwiel en het borstbeen minstens 25 cm bedraagt afb. 4. Als deze minimale afstand niet Bediening Veiligheid Aanwijzingen voor het rijden Raadgevingen voor het gebruik

12 De beknopte informatie Vervolg wordt aangehouden, kan het airbagsysteem u niet beschermen - levensgevaar! Het stuurwiel mag nooit tijdens de rit worden versteld! Om veiligheidsredenen moet de hendel altijd vast naar boven zijn gedrukt zodat de stand van het stuurwiel onder het rijden niet onbedoeld kan wijzigen - kans op ongevallen! Voorstoel instellen Gordelhoogte-instelling Afb. 6 Bedieningspaneel op stoel Afb. 5 Voorstoel: Gordelhoogte-instelling Schuif de doorvoerplaat in de gewenste richting naar boven of naar beneden afb. 5. Controleer na de instelling door met een ruk aan de gordel te trekken of de doorvoerplaat correct is geborgd. A1 Stoel in lengterichting instellen A2 Zittinghoogte instellen A3 Hoek van de rugleuning instellen A4 Lendensteun instellen* Zie voor verdere aanwijzingen bladzijde 77, Voorstoelen instellen. Stel de bestuurdersstoel alleen bij stilstaande auto in - kans op ongevallen! Zie voor verdere aanwijzingen bladzijde 159, Gordelhoogte-instelling. Stel de hoogte van de gordel zo in, dat de schoudergordel ongeveer over het midden van de schouder - maar in geen geval langs de hals - loopt!

De beknopte informatie 13 Elektrische verstelling buitenspiegel* Verlichting in- en uitschakelen Afb. 7 Binnenzijde portier: Draaiknop Afb. 8 Dashboard: lichtschakelaar Buitenspiegelverwarming* Buitenspiegel links en rechts gelijktijdig instellen Buitenspiegel rechts instellen Bediening uitschakelen Zie voor verdere aanwijzingen bladzijde 75, Buitenspiegel. Automatische regeling rijverlichting* Stadslicht inschakelen Dimlicht en groot licht inschakelen Mistlampen* Mistachterlicht Alle verlichting uitschakelen/dagrijverlichting Zie voor verdere aanwijzingen bladzijde 59, Verlichting in- en uitschakelen. Bediening Veiligheid Aanwijzingen voor het rijden Raadgevingen voor het gebruik

14 De beknopte informatie Knipperlicht- en grootlichtschakelaar A A0 A1 A2 A3 A4 A5 Intervalschakelaar, gevoeligheid instellen regensensor* Wissen uitgeschakeld Interval-wissen Langzaam wissen Snel wissen Eénmaal wissen Wis-/wasautomaat Afb. 9 De knipperlicht- en grootlichtschakelaar A Knipperlicht rechts AB Knipperlicht links AC Omschakelen tussen dim- en groot licht AD Lichtsignaal Zie voor verdere aanwijzingen bladzijde 65, De richtingaanwijzer- en grootlichtschakelaar. Achterruitenwisser A6 Interval wissen - iedere 6 seconden A7 Wis-/wasautomaat Zie voor verdere aanwijzingen bladzijde 70, Ruitenwisser. Elektrische ruitbediening* Ruitenwisserschakelaar Afb. 11 Schakelaars in bestuurdersportier Afb. 10 Ruitenwisserschakelaar A schakelaar voor de elektrisch bediende ruit in het bestuurdersportier AB schakelaar voor de elektrisch bediende ruit in het rechter voorportier AC schakelaar voor de elektrisch bediende ruit in het rechter achterportier* AD schakelaar voor de elektrisch bediende ruit in het linker achterportier*

De beknopte informatie 15 AS veiligheidsschakelaar* Zie voor verdere aanwijzingen bladzijde 53, Elektrische ruitbediening*. Tanken Schroef de tankdop linksom los en plaats de tankdop van bovenaf op de tankdopklep afb. 13. Zie voor verdere aanwijzingen bladzijde 222, Tanken. Ontgrendeling van de motorkap Afb. 12 Rechterachterzijde: Tankdopklep Afb. 14 Ontgrendelingshendel voor motorkap Trek aan de ontgrendelingshendel onder het dashboard aan de bestuurderszijde afb. 14. Motorkap openen Afb. 13 Tankdopklep met losgeschroefde tankdop Druk op de linkerzijde van de tankdopklep afb. 12. Het tankdopslot op de vulpijp door de contactsleutel naar links te draaien ontgrendelen (geldt voor auto's zonder automatische ontgrendeling van de tankdopklep). Afb. 15 Radiateurgrille: Vergrendelingshendel Bediening Veiligheid Aanwijzingen voor het rijden Raadgevingen voor het gebruik

16 De beknopte informatie AC Motorolie moet bijgevuld worden. Zie voor verdere aanwijzingen bladzijde 227, Motoroliepeil controleren. Afb. 16 Borging van de motorkap met behulp van de motorkapsteun Trek aan de vergrendelingshendel bladzijde 15, afb. 15, de motorkap wordt geheel ontgrendeld. Neem de motorkapsteun uit de klem en zet hem in de daarvoor bestemde opening afb. 16. Zie voor verdere aanwijzingen bladzijde 224, Motorkap openen en sluiten. Motoroliepeil controleren Afb. 17 Oliepeilstok A AB Motorolie mag niet bijgevuld worden. Motorolie mag bijgevuld worden.

Instrumenten en controlelampjes 17 Instrumenten en controlelampjes Overzicht instrumentenpaneel Afb. 18 Instrumentenpaneel A1 A2 A3 A4 A5 1) Toerenteller bladzijde 18 Snelheidsmeter bladzijde 18 Toets voor aanduidings modus: Instellen van uren/minuten Activering/deactivering van de tweede snelheid in mph respectievelijk in km/h* Service intervallen - Aanduiding van de rustdagen en het aantal kilometers respectievelijk mijlen tot de volgende Inspectie-service / Reset* 1) Koelvloeistoftemperatuurmeter bladzijde 18 Display Geldt voor landen, waarin de waarde in britse maateenheden wordt aangeduid. met kilometertotaalteller bladzijde 19 met service-interval-indicatie bladzijde 20 met digitale klok bladzijde 21 met multi-functie-indicatie* bladzijde 21 met informatiedisplay* bladzijde 26 A6 Brandstofmeter bladzijde 18 A7 Toets voor: Dagteller voor voor de afgelegde rijafstand terugstellen Service-interval-indicatie resetten Instellen van uren/minuten Aanduidings modus activeren/deactiveren Bediening Veiligheid Aanwijzingen voor het rijden Raadgevingen voor het gebruik

18 Instrumenten en controlelampjes Toerenteller Het rode bereik van de snelheidsmeterschaal A1 bladzijde 17, afb. 18 kenmerkt het bereik, in welke de motoraandrijving begint met het begrenzen van het motortoerental. De motoraandrijving begrenst het motortoerental op een zekere grenswaarde. Voor het bereiken van het rode bereik van de snelheidsmeterschaal moet de eerstvolgende hogere versnelling worden ingeschakeld. Vermijd hoge motortoerentallen gedurende de ingansperiode en voor de motor op werkingstemperatuur is verwarmt bladzijde 193. Milieu Door vroegtijdig opschakelen bespaart u brandstof en produceert de auto minder geluid. Snelheidsmeter Waarschuwing bij snelheidsovertreding* Bij het overschrijden van de rijsnelheid van 120 km/h klinkt een akoestisch waarschuwingssignaal. Als de snelheid weer terugloopt tot onder deze snelheidsgrens, wordt het akoestische waarschuwingssignaal uitgeschakeld. Aanwijzing Deze functie geldt alleen voor enkele landen. Koelvloeistoftemperatuurmeter De koelvloeistoftemperatuurmeter A4 bladzijde 17, afb. 18 werkt alleen maar bij ingeschakeld contact. Neem, om schade aan de motor te voorkomen, de volgende aanwijzingen in acht met betrekking tot temperatuurbereiken op de meter: Bereik voor koude motor Als de wijzer in het linkergedeelte van de meterschaal staat heeft de motor zijn bedrijfstemperatuur nog niet bereikt. Vermijd hoge motortoerentallen, vol gas en zware motorbelastingen. Bereik bedrijfswarme motor De motor heeft zijn bedrijfstemperatuur bereikt als de wijzer in het middelste gedeelte van de meterschaal staat. Bij sterke motorbelasting en hoge buitentemperaturen kan de wijzer ook verder naar rechts lopen. Dit kan geen kwaad zolang het waarschuwingssymbool in het instrumentenpaneel niet knippert. Als het symbool op het instrumentenpaneel knippert, is of de koelvloeistof temperatuur te hoog of het koelvloeistof peil te laag. Let op de aanwijzingen bladzijde 37, Koelvloeistoftemperatuur/koelvloeistofpeil. Neem de waarschuwingsaanwijzingen in acht bladzijde 225, Werkzaamheden in de motorruimte voordat u de motorkap opent en het koelvloeistofpeil controleert. Voorzichtig! Verstralers en andere aanbouwdelen voor de verseluchtinlaat verslechteren de koelwerking van de koelvloeistof. Bij hoge buitentemperaturen en zware motorbelasting is de kans aanwezig dat de motor oververhit raakt! Brandstofmeter De brandstofmeter A6 bladzijde 17, afb. 18 werkt alleen maar bij ingeschakeld contact. De tankinhoud bedraagt ca. 60 liter. Als de wijzer de reservestand heeft bereikt, gaat op het instrumentenpaneel het waarschuwingssymbool branden. Er zit nog ca. 10,5 liter brandstof in de tank. Dit symbool herinnert eraan, dat u moet tanken.

Instrumenten en controlelampjes 19 Op het informatiedisplay* verschijnt: Please refuel! (Tanken a.u.b.!) Als extra waarschuwingssignaal klinkt een akoestisch signaal. Voorzichtig! Rijd de tank nooit helemaal leeg! Een onregelmatige verzorging van het brandstofsysteem kan ertoe leiden dat de motor onregelmatig draait. Er kan dan onverbrande brandstof in het uitlaatsysteem terechtkomen en de katalysator beschadigen. Aanwijzing Na het voltanken kan bij een dynamische rit (b.v. veel bochten, remmen, hellingen) de brandstofmeter ca. een deel minder aangeven. Bij het stoppen of bij een minder dynamische rit wordt de juiste hoeveelheid aangegeven. Dit effect is geen storing. Kilometertotaalteller Terugstelknop Houd de terugstelknop A7 bladzijde 17, afb. 18 ca. 1 seconde ingedrukt, de kilometerdagteller wordt teruggezet op nul. Kilometerdagteller (trip) De kilometerdagteller geeft de afstand afb. 19 weer die is afgelegd nadat de kilometerteller voor de laatste keer op nul is teruggezet - en wel in stappen van 100 m, resp. 1/10 mijl. Kilometertotaalteller De teller geeft de afstand afb. 19 weer, het aantal kilometers, resp. mijlen, die de auto in totaal heeft afgelegd. Storingindicatie Als er sprake is van een storing in het instrumentenpaneel, verschijnt op het display continu Error. Laat de storing zo snel mogelijk door een Škoda-dealer opheffen. Verstel in verband met uw eigen veiligheid de kilometerdagteller nooit tijdens het rijden! Aanwijzing Indien bij auto's die met informatie display* zijn uitgerust, en de aanduiding van tweede snelheid in mph resp. in km/h geactiveerd is, wordt de rijsnelheid in plaats van de teller, weergegeven voor de gehele afgelegde rit. Afb. 19 Display: Kilometertotaalteller De indicatie van de afgelegde afstand vindt plaats in kilometers (km). In enkele landen wordt de maateenheid mijlen gebruikt. Bediening Veiligheid Aanwijzingen voor het rijden Raadgevingen voor het gebruik

20 Instrumenten en controlelampjes Service-interval-indicatie Al naargelang de uitrusting van de auto kan de indicatie op het display afwijken. Service-interval-indicatie Afb. 20 Service-intervalindicatie: Opmerking Voor het bereiken van het service interval wordt na het aanschakelen van het contact een sleutelsymbool en de nog resterende kilometers aangetoond afb. 20 Gelijktijdig verschijnt een aanduiding over de nog resterende dagen tot het volgende service interval. Op het informatiedisplay* verschijnt: Service in... km or... days (service na... km of... dagen) De kilometerindicatie of de dagindicatie loopt voor de servicebeurt in stappen van 100 km of hele dagen terug. Als het service-interval is bereikt, verschijnt op het display gedurende 20 seconden een knipperend sleutelsymbool en de tekst Service. Op het informatiedisplay* verschijnt: Service now! (Service nu!) Indicatie over de nog af te leggen afstand en dagen tot aan de eerstvolgende onderhoudsbeurt U kunt de nog resterende rijafstand en dagen tot de volgende servicebeurt op eender welke tijd met behulp va de toets A3 laten aantonen bladzijde 17. Op het display verschijnt gedurende 10 seconden een sleutelsymbool en een aanduiding over de nog resterende kilometers. Gelijktijdig verschijnt een aanduiding over de nog resterende dagen tot het volgende service interval. Bij auto's die met informatiedisplay* zijn uitgerust roept u deze aanduiding in het volgende menu op bladzijde 27: Setup (instellingen) Service interval (Service) Info Op het informatiedisplay* verschijnt gedurende 10 seconden: Service in... km or... days (service na... km of... dagen) Service-interval-indicatie resetten Het terugstellen van de service-intervalindicatie kan pas worden uitgevoerd als op het display van het combi-instrument een servicemelding of ten minste een voorafgaande waarschuwing wordt weergegeven. Wij adviseren het resetten door een Škoda-dealer te laten uitvoeren. De dealer: zet na de betreffende Grote Onderhoud Service het geheugen van de indicatie terug; noteert de onderhoudsbeurt in het serviceplan; plakt de sticker, met de aantekening voor de volgende onderhoudsbeurt aan de zijkant van het instrumentenpaneel aan de bestuurderszijde. De service-interval-indicaties kunnen ook met behulp van de terugstelknop A7 bladzijde 17 als volgt worden gereset (teruggesteld): Bij auto's die met informatiedisplay* zijn uitgerust roept u deze aanduiding in het volgende menu op bladzijde 27: SETTINGS (INSTELLINGEN) Service interval (Service) Reset

Instrumenten en controlelampjes 21 Voorzichtig! Wij adviseren de service-interval-indicatie niet zelf te resetten omdat dit kan leiden tot een verkeerde instelling van de service-interval-indicatie, waardoor er storingen in de auto kunnen optreden. Aanwijzing Reset de indicatie nooit tussen de onderhoudsintervallen in omdat er anders verkeerde gegevens worden weergegeven. Bij losgekoppelde autoaccu blijven de waarden van de service-interval-indicatie bewaard. Indien na een herstelling het instrumentenpaneel verwisseld wordt, moet in de teller voor dienstbeurt aanduiding de correcte waarde worden ingevoerd. Deze werkzaamheden worden door een Škoda-dealer uitgevoerd. Na het resetten van de indicatie met verlengde flexibele onderhoudsintervallen (QG1) worden de gegevens net zoals bij auto's met verlengde vaste onderhoudsintervallen (QG2) weergegeven. Om deze reden adviseren we de service-intervalindicatie alleen door een servicedealer te laten resetten, die het resetten uitvoert met behulp van een elektronicatester. Uitgebreide informatie met betrekking tot de onderhoudsintervallen - zie brochure Serviceplan. Digitale klok De klok stelt u in met de toetsen A3 en A7 bladzijde 17, afb. 18. Met de toets A3 kiest u de aanduiding, die u veranderen wilt, met de toets A7 voert u de verandering uit. Bij voertuigen die met informatiedisplay* zijn uitgerust, kan de klok in het menu Time (tijd) ingesteld worden bladzijde 30. De tijd mag om veiligheidsredenen niet tijdens het rijden, maar alleen bij stilstaande motor worden ingesteld. Multi-functie-indicatie (boordcomputer) Inleiding De multi-functie-indicatie wordt, afhankelijk van de uitrusting van de auto, op het display bladzijde 22, afb. 21 of op het informatiedisplay weergegeven bladzijde 26. De multi-functie-indicatie biedt een reeks nuttige informatie. Buitentemperatuur bladzijde 24 Rijtijd bladzijde 24 Actueel brandstofverbruik bladzijde 24 Gemiddeld brandstofverbruik bladzijde 24 Actieradius bladzijde 25 Afgelegde afstand bladzijde 25 Gemiddelde snelheid bladzijde 25 Actuele snelheid* bladzijde 25 Waarschuwing bij snelheidsovertreding* bladzijde 25 Bij auto's die met informatiedisplay* zijn uitgerust, is het mogelijk om de aanduiding van sommige informatie uit te schakelen. Voorzichtig! Om eventuele beschadigingen te voorkomen, neemt u bij contact met display (b.v. reinigen) de contactsleutel uit. Bediening Veiligheid Aanwijzingen voor het rijden Raadgevingen voor het gebruik

22 Instrumenten en controlelampjes Aanwijzing In bepaalde exportuitvoeringen worden de waarden in het Engelse stelsel weergegeven. Wordt de aanduiding van de snelheid in mph geactiveerd, dan wordt de actuele snelheid* in km/h niet aangetoond op het display. Geheugen Ritgeheugen (geheugen 1) Het ritgeheugen verzamelt de rij-informatie vanaf het inschakelen tot aan het uitschakelen van het contact. Als de rit binnen 2 uur na het uitschakelen van het contact wordt voortgezet worden de er dan nog bijkomende waarden meegenomen in de berekening van de actuele rij-informatie. Bij een onderbreking van de rit met meer dan 2 uur wordt het geheugen automatisch gewist. Reisgeheugen (geheugen 2) Een reisgeheugen verzamelt de rijgegevens van een willekeurig aantal ritten tot een totale rijtijd van 99 uur en 59 minuten of een afstand van 9999 km. Als een van de genoemde waarden wordt overschreden, wordt het geheugen gewist en start de berekening opnieuw. Het reisgeheugen wordt, in tegenstelling tot het ritgeheugen, niet na een onderbreking van 2 uur van de rit gewist. Aanwijzing Als de autoaccu wordt losgekoppeld, worden alle waarden in het geheugen gewist 1 en 2. Bediening met de toetsen aan de ruitenwisserhendel Afb. 21 Multi-functie-indicatie De multi-functie-indicatie is uitgevoerd met twee automatisch werkende geheugens. In het midden van het displayveld wordt het gekozen geheugen weergegeven afb. 21. De gegevens van het ritgeheugen (geheugen 1) worden weergegeven als op het display een 1 verschijnt. Als er een 2 verschijnt worden de gegevens van het reisgeheugen (geheugen 2) weergegeven. Het omschakelen van de geheugens gebeurd met de hulp van de toets AB afb. 22 op de ruitenwisserhendel of met behulp van de toets AD op het multifunctioneel-stuurwiel* bladzijde 23. Afb. 22 Multi-functie-indicatie: Bedieningselementen De tuimelschakelaar A en de toets AB bevinden zich in de ruitenwisserschakelaar afb. 22.

Instrumenten en controlelampjes 23 Geheugen kiezen Door het herhaaldelijk even aantippen van de toets AB kiest u het gewenste geheugen. Kiezen van de functies Druk de ruitenwisser toets A boven of beneden voor langer dan 0,5 seconden. Daarna roept u na elkaar de individuele functie's van de multi-functie-aanduiding op. Functie op nul zetten Kies het gewenste geheugen. Druk de knop AB langer dan 1 seconde in. De volgende waarden van het gekozen geheugen worden met behulp van de knop AB op nul gezet: gemiddeld brandstofverbruik, afgelegde afstand, gemiddelde snelheid, rijtijd. De multi-functie-indicatie kan alleen bij ingeschakeld contact worden bediend. Na het inschakelen van het contact wordt de functie weergegeven die voor het uitschakelen als laatste werd gekozen. Bij voertuigen die met multi-functioneel stuurwiel* zijn uitgerust, zijn de toetsen A en AB door het kantelwiel aan het milti-functionele stuurwiel verplaatst afb. 23. Bediening met de toetsen aan het multi-functionele* Afb. 23 Multi-functie-indicatie: Bediening met de toetsen aan het multi-functionele stuurwiel Het omschakelen en het terug zetten gebeurd met het kanterwiel afb. 23. Geheugen kiezen Door het herhaaldelijk even aantippen van de toets AD kiest u het gewenste geheugen. Kiezen van de functies Door het drukken op de toets AC roept u het menu voor de multifunctionele aanduiding op. Draai het kantelwiel AD naar boven of beneden. Daarna roept u na elkaar de individuele functie's van de multi-functie-aanduiding op. Door het herhaaldelijk even aantippen van de toets AD kiest u de gewenste functie. AD Functie op nul zetten Kies het gewenste geheugen. Druk de knop AD langer dan 1 seconde in. Bediening Veiligheid Aanwijzingen voor het rijden Raadgevingen voor het gebruik

24 Instrumenten en controlelampjes De volgende waarden van het gekozen geheugen worden met behulp van de knop AD op nul gezet: gemiddeld brandstofverbruik, afgelegde afstand, gemiddelde snelheid, rijtijd. De multi-functie-indicatie kan alleen bij ingeschakeld contact worden bediend. Na het inschakelen van het contact wordt de functie weergegeven die voor het uitschakelen als laatste werd gekozen. Buitentemperatuur Ga er niet alleen op basis van de buitentemperatuurindicatie vanuit dat er geen sprake is van ijzel. Denk eraan dat ook bij buitentemperaturen van rond +4 C er sprake kan zijn van ijzel - waarschuwing tegen ijzel! Rijtijd Op het display verschijnt de rijtijd die is verstreken sinds het geheugen voor de laatste keer is gewist. Wanneer u de rijtijd vanaf een bepaald tijdstip meten wil, moet u dit tijdstip in het geheugen op nul zetten, door het drukken op de toets AB op de ruitenwisserhendel bladzijde 22, afb. 22 of het kantelwiel AD op het multifunctionele stuurwiel* bladzijde 23, afb. 23 voor langer dan 1 seconde. De maximale weergegeven waarde voor de beide geheugens bedraagt 99 uur en 59 minuten. Als deze waarde wordt overschreden, start de weergave weer vanaf nul. Huidig verbruik Afb. 24 Buitentemperatuur De buitentemperatuur wordt bij ingeschakeld contact op het display weergegeven. Als de buitentemperatuur terugloopt tot beneden +4 C, verschijnt voor de temperatuur een ijskristalsymbool (waarschuwingssignaal gladheid), dat 10 seconden knippert en vervolgens samen met de buitentemperatuur blijft staan afb. 24. Tegelijkertijd klinkt er een akoestisch signaal. Na het drukken van de ruitenwissertoets A op de ruitenwisser schakelaar bladzijde 22, afb. 22 resp. de toets AC op het multi-functionele stuurwiel bladzijde 23, afb. 23 wordt de functie aangeduid die als laatste aangewen was. Op het display wordt het huidige brandstofverbruik in l/100 km weergegeven. Met behulp van deze weergegeven gegevens kunt u uw rijgedrag aanpassen aan het gewenste verbruik. Bij een stilstaande of langzaam rijdende auto wordt het brandstofverbruik in l/h weergegeven. Tijdens de rit wordt de weergegeven waarde elke 0,5 seconden geactualiseerd. Gemiddeld brandstofverbruik Op het display verschijnt het gemiddelde brandstofverbruik in l/100 km sinds het geheugen voor de laatste keer is gewist bladzijde 22, afb. 21. Met behulp van deze weergegeven gegevens kunt u uw rijgedrag aanpassen aan het gewenste verbruik.

Instrumenten en controlelampjes 25 Wanneer u het gemiddelde brandstofverbruik voor een bepaalde periode wilt meten, moet u beginnen met de meting van het geheugen op nul te zetten met de toets AB op de ruitenwisserhendel bladzijde 22, afb. 22 of met het kantelwiel AD op het multi-functionele stuurwiel* bladzijde 23, afb. 23. Na het wissen verschijnen gedurende de eerste 100 m streepjes op het display. Tijdens de rit wordt de weergegeven waarde elke 5 seconden geactualiseerd. Aanwijzing De verbruikte hoeveelheid benzine wordt niet weergegeven. Actieradius Op het display wordt de geschatte actieradius in kilometers weergegeven. Deze waarde geeft aan welke afstand uw auto met de huidige brandstofvoorraad en met dezelfde rijstijl nog kan afleggen. De weergave vindt plaats in sprongen van 10 km. Na het oplichten van het controlelampje voor de branddstofreserve vervolgt de aanduiding in sprongen van 5 km. Bij de berekening van de actieradius wordt het brandstofverbruik van de laatste 50 km als basis genomen. Als u zuiniger rijdt, wordt de actieradius groter. Wanneer het geheugen op nul wordt gezet (na het ontklemmen van de batterij), wordt de radius met het brandstofverbruik berekend van 10 l/100 km en daarna wordt de waarde met stilstand toepasselijk aangepast. Gemiddelde snelheid Op het display verschijnt de gemiddelde snelheid in km/h sinds het geheugen voor de laatste keer is gewist bladzijde 22. Wanneer u het gemiddelde brandstofverbruik voor een bepaalde periode wilt meten, moet u beginnen met de meting van het geheugen op nul te zetten met de toets AB op de ruitenwisserhendel bladzijde 22, afb. 22 of met het kantelwiel AD op het multi-functionele stuurwiel* bladzijde 23, afb. 23. Na het wissen verschijnen gedurende de eerste 100 m streepjes op het display. Tijdens de rit wordt de weergegeven waarde elke 5 seconden geactualiseerd. Actuele snelheid* Op het display wordt de actuele snelheid aangetoond, die met de aanduiding van de snelheidsmeter A2 identiek is bladzijde 17, afb. 18. Waarschuwing bij snelheidsovertreding* Afgelegde afstand Op het display verschijnt de afgelegde rijafstand sinds het geheugen voor de laatste keer bladzijde 22 is gewist. Wanneer u de afgelegde afstand vanaf een bepaald tijdstip meten wil, moet u dit tijdstip in het geheugen op nul zetten, door het drukken op de toets AB op de ruitenwisserhendel bladzijde 22, afb. 22 of het kantelwiel AD op het multi-functionele stuurwiel* bladzijde 23, afb. 23. De maximale weer te geven waarde in de beide schakelaarstanden is 9.999 km. Als deze waarde wordt overschreden, start de weergave weer vanaf nul. Afb. 25 Waarschuwing bij snelheidsovertreding Bediening Veiligheid Aanwijzingen voor het rijden Raadgevingen voor het gebruik

26 Instrumenten en controlelampjes De ingestelde snelheidslimiet blijft ook na het uitschakelen van het contact opgeslagen. Informatiedisplay* Inleiding Afb. 26 Multi-functie-indicatie: Bedieningselementen Waarschuwing bij snelheidsovertreding Door deze functie is het mogelijk een snelheidslimiet in te stellen, bijv. bij het rijden in de stad. Als u de ingestelde snelheidslimiet overschrijdt, wordt u hierop geattendeerd door een melding op het display. De gewenste snelheidslimiet kan als volgt worden ingesteld: Kies het menupunt Speed warning --- km/h (waarschuwing bij --- km/h). Rij b.v. met een snelheid van 50 km/h. Druk de toets AB op de ruitenwisserhendel afb. 26 of het kantelwiel AD op hetmulti-functionele stuurwiel* bladzijde 23, afb. 23. Op het informatiedisplay* wordt Speed warning 50 km/h (waarschuwing bij 50 km/h) aangeduid bladzijde 25, afb. 25. Deze waarde kunt u m.b.v. de toets A op de ruitenwisserhendel of door het draaien van het kartelwiel AD op het multi-functionele stuurwiel* verhogen of verlagen. Door herhaald de knop AB op de ruitenwisserhendel of het kartelwiel AD op het multi-functionele stuurwiel* in te drukken wordt de waarde opgeslagen. Als u nu de ingestelde snelheidslimiet overschrijdt, verschijnt op het display Speed 50 km/h exceeded (Snelheid 50 km/h overschreden). Deze melding wordt zo lang aangetoond, tot u de snelheid lager dan de ingestelde limiet hebt verminderd of als u de melding uitschakeld door het drukken van de toets AB op de ruitenwisserhendel afb. 26 of het kantelwiel AD op het multi-functionele stuurwiel* bladzijde 23, afb. 23. Als extra waarschuwingssignaal klinkt een akoestisch signaal. Afb. 27 Instrumentenpaneel: Informatiedisplay Het informatiedisplay informeert op comfortabele wijze over de actuele bedrijfstoestand van de auto. Bovendien levert het informatiedisplay (afhankelijk van de uitrusting van de auto) gegevens met betrekking tot de radio, multi-functie-indicatie, telefoon en het navigatiesysteem. Bij ingeschakeld contact en tijdens het rijden worden in de auto altijd bepaalde functies en statussen gecontroleerd. Functiestoringen of noodzakelijke reparaties of andere informatie wordt door middel van rode symbolen bladzijde 29 en gele symbolen bladzijde 30 weergegeven. Het oplichten van de symbolen is gecombineerd met een akoestisch waarschuwingssignaal. Bovendien verschijnen op het display informatie- en waarschuwingsmeldingen bladzijde 32. De tekstmelding is in een van de volgende talen mogelijk:

Instrumenten en controlelampjes 27 Tsjechisch, Engels, Duits, Frans, Italiaans, Spaans, Portugees, Russisch en Chinees. U kunt de gewenste taal in het instelmenu kiezen. Op het display kunnen (al naargelang de uitrusting) de volgende gegevens worden weergegeven: Hoofdmenu bladzijde 27 Portier-, kofferklep-, achterklep- en motorkapwaarschuwing bladzijde 28 Service-interval-indicatie bladzijde 20 Voorzichtig! Om eventuele beschadigingen te voorkomen, neemt u bij contact met display (b.v. reinigen) de contactsleutel uit. Hoofdmenu Afb. 28 Informatiedisplay: Bedieningselementen op de ruitenwisserhendel Afb. 29 Informatiedisplay: Bedieningselementen op het multi-functionele stuurwiel Bediening met de toetsen aan de ruitenwisserhendel Het MAIN MENU (HOOFDMENU) wordt geactiveerd door de tuimelschakelaar A afb. 28 langer dan 1 seconde in te drukken. Via de tuimelschakelaar A kunt u uit de menu's kiezen. Na het even aantippen van de schakelaar AB wordt de gekozen informatie weergegeven. Bediening met de toetsen aan het multi-functionele* Het MAIN MENU (HOOFDMENU) wordt geactiveerd door de schakelaar AC afb. 29 in te drukken. Door het draaien van het kantelwiel AD kunt u de verschillende menu's kiezen. Na het kort aantikken van het kantelwiel AD wordt het gekozen menu vertoond. Door het kort aantikken van de toets AC komt u op een hoger niveau, door het aantikken van de toets AC voor langer dan een seconde roept u het MAIN MENU (HOOFDMENU) op. U kunt (al naargelang de uitrusting van de auto) de volgende menu's kiezen: Multi-functie-indicatie (boordcomputer) bladzijde 21 Audio (Audio)* Bediening Veiligheid Aanwijzingen voor het rijden Raadgevingen voor het gebruik

28 Instrumenten en controlelampjes Navigation (navigatie)* Phone (Telefoon)* bladzijde 139 Aux. Heating (interieurvoorverwarming)* bladzijde 120 Assistant (assistent)* bladzijde 61 Vehicle status (Voertuigstatus) bladzijde 29 Setup (Instellingen) bladzijde 30 Het menupunt Audio (Audio) verschijnt alleen als de radio* is ingeschakeld. Het menupunt Navigation (navigatie) verschijnt alleen als het navigatiesysteem* is ingeschakeld. Het menupunt Aux. Heating (interieurvoorverwarming) verschijnt alleen als de auto is voorzien van een interieurvoorverwarming*. Het menupunt Assistant (assistent) verschijnt alleen als de auto is voorzien van bochtverlichting*. Aanwijzing Indien op het informatiedisplay waarschuwingen getoond worden bladzijde 28 bladzijde 29, deze meldingen met de AB toets op de ruitenwisserhendel resp. met de AD toets op het multifunctioneel stuurwiel bevestigen om naar het hoofdmenu te gaan. Als het informatiedisplay niet wordt bediend, schakelt het menu steeds na 10 seconden een niveau hoger in. De bediening van de/het af fabriek ingebouwde radio* resp. navigatiesysteem* staat in een aparte gebruiksaanwijzing beschreven die deel uitmaakt van de documentatie. Portier-, kofferklep-, achterklep- en motorkapwaarschuwing Afb. 30 Informatiedisplay: Portierwaarschuwing Het portierwaarschuwings-, kofferklep-/achterklep- en motorkapwaarschuwingssymbool gaat branden als minstens één portier, de kofferklep/achterklep of de motorkap niet is gesloten. Het symbool geeft aan welk portier, resp. of de kofferklep/achterklep of motorkap niet is gesloten afb. 30. Het symbool dooft zodra de portieren, de kofferklep/achterklep en de motorkap geheel zijn gesloten. Bij een geopend portier of kofferklep/achterklep en een snelheid boven de 6 km/h klinkt een waarschuwingssignaal.