SGS EcoCare. A division of SGS Environmental Services NV MILIEU-EFFECTRAPPORT. voor een



Vergelijkbare documenten
Corus in IJmuiden TRUST. Corus bouwt aan moderne energievoorziening voor de toekomst

Mededeling van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 22 juli 2008

Hervergunning en verandering van Bayer Antwerpen

Gewestdirectie Dienst Milieuvergunningen

AMV/ /1 048/C. De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur,

In deze bijlage wordt de aangevraagde verandering uitgebreid beschreven. De verandering in deze aanvraag is:

AFDELING VOORWAARDEN MET BETREKKING TOT GASTURBINES EN STOOM- EN GASTURBINE- INSTALLATIES

BIJLAGE V. Technische bepalingen inzake stookinstallaties. Deel 1. Emissiegrenswaarden voor de in artikel 32, lid 2, bedoelde stookinstallaties

Bijlage 1.2.2bis bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne

van 20 november 2007

Renogen biomassa-wkk te Ham

Meetstrategie met betrekking tot stookinstallaties

Hoeveel kost 1 ton stoom?

Stoomleiding. Condensaatleiding

16. NIET TECHNISCHE SAMENVATTING

Introductie HoSt B.V.

niet-technisch rapport

Dossier: Afvalverwerking en verwarming

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 30 maart 2005

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE B

INFORMATIEVERGADERING MILIEUVERGUNNINGSAANVRAAG. Biomassa Conversie Project E.ON Centrale Langerlo

Optimale st(r)oomproductie met de uitlaatgassen van een motor.

Goedkeuringsverslag milieueffectrapport

Niet technisch rapport Biostoom Oostende nv

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 29 mei 2007

Omzetting Energie-efficiëntie Richtlijn in VLAREM. Vicky Demeyer Afdeling Milieuvergunningen

Wijzigingen emissienormen

NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING. MER voor de hervergunning van de elektriciteitscentrale Ringvaart van EDF LUMINUS NV te Gent

1. Aanvraagplannen werden ons overgemaakt door 2. Inplantingsplaats: Pijnven - Kerkhoven

Europese primeur! WKK-installatie AGFA

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 17 juli 2007

Baby 7.5kW. Algemeen. Afmetingen. Brandstof Pelletcontainer capaciteit Diameter pellets 6

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

L 328/32 Publicatieblad van de Europese Unie BIJLAGE A

Geïnstalleerd vermogen en aantal warmtekrachtinstallaties per provincie

Deerns ketenanalyse downstream van een van de twee meeste materiele emissies

Bio-Energie voor bedrijven en woningen

oefenopgaven wb oktober 2003

Meetresultaten verzuring 1 HET MEETNET VERZURING

Hoofdstuk 3. en energieomzetting

Aardgasgestookte elektriciteitscentrale in de Eemshaven Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Niet technisch rapport Biostoom Oostende nv

Gesjoemel op de weg? Eric Feringa Igor van der Wal

Luchtkwaliteit aansluiting. 2 rotondes Hamelandweg

Niet technisch rapport Biostoom Oostende nv

Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen

Een voorstel van de Commissie voor nieuwe grenswaarden voor de luchtkwaliteit

Toelichting milieuneutrale verandering Abbott Healthcare Products B.V.

WKK-barometer 2016 juni Zwartzustersstraat 16, bus Leuven

Beslissing van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 30 april 2014

Project MER warmtekrachtcentrale E.ON op bedrijfsterrein Bayer Anwerpen NV:

STUDIE OVER DE PERSPECTIEVEN VAN ELEKTRICITEITSBEVOORRADING TEGEN 2030 ADDENDUM

Goedkeuring milieueffectrapport. Kerncentrale van Doel hernieuwing van de Vlarem-vergunning

Minder stookkosten bij houtstoken

L. Indicatieve effecten Luchtkwaliteit

Milieuaspecten D Alessandro Termomeccanica BENEKOV

Onderwerp: Kennisgeving in het kader van het decreet houdende afwijkingen op de gewestelijke vergunningsplicht in geval van civiele noodsituatie

MLAV1/ /MV/lydr.

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE B

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE A

WKK in een industrieel proces.

de omgevingsvergunning partim milieu

26 maart bijeenkomst startnotitie m.e.r. Bio WKK Arnhem

In de volgende figuur is het aandeel in de stikstofdepositie van verkeer en industrie rood omcirkeld.

voorschriften bpa nr. 80 La Brugeoise

STEG Uitbreiding Rijnmond Energie in Rotterdam (Pernis) Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Energie Rijk. Lesmap Leerlingen

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 24 april

Technische Briefing. Overzicht Nucleair Park. 11 januari 2016

STATISTIEKEN Beroepsfederatie van de Elektriciteitssector

Ministerieel besluit houdende de organisatie van een call voor het indienen van steunaanvragen voor nuttigegroenewarmte-installaties

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

Voor een florissante installatie

Bio-WKK en WKK in de glastuinbouw: meer met minder

KOELTORENS: BEHANDELING SUPPLETIEWATER DOET WERKINGSKOSTEN DALEN

Uitbreiding van de Hydrocrackerinstallatie

WKK-barometer december. Zwartzustersstraat 16, bus Leuven

NIeT-TeCHNIsCH rapport

Varkensbedrijf Kodeva te Torhout

BIOREMEDIATIESYSTEMEN WETTELIJK KADER. Annie Demeyere Dep.L&V Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling

WKK-inventaris Vlaanderen Stand van zaken 2005 (2)

NOx reductie. Oscar Moers en Max Breedijk

Bijlage 19 bij het besluit van de Vlaamse Regering van [ ] tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Aalst Van stoomnet naar warmtenet

Commissie Benchmarking Vlaanderen

Warmtekrachtkoppeling Wat, waarom en wanneer? Tine Stevens COGEN Vlaanderen Studiedag Slimme netten en WKK 29 februari 2012

van 11 december 2007

SolarFreezer. Comfort zonder aardgas. Maart 2018

Elektrische energie. energie01 (1 min, 47 sec)

AMV/ /1024. Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd;

Werkgroep luchtkwaliteit en geluidsbelasting. Overzicht gegevens

Pharos Energy International B.V. ; mambêi o) ih, E-Oh group Capeiseweg AX Rotterdam PO Box84 B Rotte'da"- The Netherlands

Vertaling Aardrijkskunde Afval en energie

Afbeelding 1.1. Situering emplacement Rouaanstraat 2. TOETSINGSKADER

Biogas is veelzijdig. Vergelijking van de opties Vergelijking opties voor benutting van biogas

Beslissing van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt

Luchtkwaliteit t.g.v. wegverkeer. parkeren Spoorzone

Rapportage in opdracht van Bio Forte BV De effecten van de uitstoot van stof en NOx bioenergieinstallatie van Bio Forte BV te Zeist Versie 2

niet-technisch rapport

In dit hoofdstuk gaan wij op zoek naar de verschillende vergunningen die nodig zijn voor de opstart van een kapsalon.

Transcriptie:

abc Zetel Antwerpen SGS EcoCare A division of SGS Environmental Services NV Haven 407 Polderdijkweg 16 B-2030 Antwerpen Tel : +32 (0) 3 545 87 50 Fax : +32 (0) 3 545 87 69 be_environment@sgs.com http://www.sgsecocare.be MILIEU-EFFECTRAPPORT voor een warmte-krachtinstallatie type STEG in het Antwerpse havengebied Opdrachtgevers : Electrabel NV en RWE Power AG p/a Tractebel Development Engineering Avenue Ariane 7 1200 Brussel Februari 2002

Deel 11 niet-technische samenvatting abc SGS EcoCare N.V. februari 2002 2

Om in de geliberaliseerde Europese elektriciteitsmarkt te kunnen concurreren is er nood aan nieuwe installaties voor elektriciteitsopwekking met een hoog rendement zoals warmtekrachtinstallaties voor elektriciteit én stoom (WKK). De NV Electrabel wil samen met RWE Power AG een dergelijke installatie bouwen op het bedrijfsterrein van de NV BASF in het Antwerps havengebied. De chemische fabriek daar is immers een grote afnemer van stoom en van elektriciteit. De exploitatie van een warmte-krachtinstallatie is MER-plichtig : de exploitant is verplicht een milieueffectrapport te voegen bij de aanvraag voor de milieuvergunning. Hieronder zijn de hoofdzaken uit dit milieueffectrapport samengevat. Het bedrijfsterrein van BASF ligt op de rechter Scheldeoever tussen de Schelde en het Schel-de- Rijnkanaal tegen de grens met Nederland aan. Er zijn daarom grensoverschrijdende effecten van de installatie bestudeerd : juist over de grens ligt uitgestrekt Nederlands poldergebied. Behalve de polders in Nederland en deze op de linker Scheldeoever zullen de volgende andere gebieden effect ondervinden van de installatie : woongebieden zoals Ossendrecht (gem. Woensdrecht, Nederland), Zandvliet en Berendrecht (gem. Antwerpen); natuurgebieden zoals het Verdronken land van Saeftinge (gem. Hulst, Nederland) met zijn uitloper in België het Groot Buitenschoor, tussen het bedrijfsterrein van BASF en de Schelde; industriegebied met name het Antwerps havengebied. Op het stuk bedrijfsterrein van BASF waar de installatie zal worden gebouwd, wordt eerst een reeks stoomketels opgericht. De bouw hiervan is niet MER-plichtig. De stoomproductie-eenheid zal bestaan uit 5 identieke ketels met een productie-capaciteit van elk 30 ton/h stoom. De functie van de stoomproductie-eenheid is om aan de stoomvraag van BASF te kunnen voldoen, zolang de WKK-installaties niet operationeel zijn. Na realisatie van de 2 WKK-installaties zullen de stoomketels als reserve dienen, voor het geval een van de WKK-installaties uitvalt. De geplande installatie zal een elektrisch vermogen hebben van 800 MW. Ze zal bestaan uit twee identieke WKK-installaties van 400 MW van het type STEG : SToom- En Gasturbine. Het project wordt gerealiseerd in twee fasen, waarbij eerst de eerste 400 MW en vervolgens de tweede 400 MW eenheid wordt gebouwd. In de gasturbine wordt aardgas gemengd met lucht en verbrand. De rookgassen worden over schoepenwielen geleid en zetten daar hun energie deels om in rotatie-energie. De warmte nog aanwezig in de uitlaat van de gasturbine, wordt gerecupereerd in een stoomketel achter de gasturbine. De stoom uit deze stoomketel wordt over een stoomturbine geleid : hij zet daar eveneens zijn energie om in rotatie-energie. Een deel stoom wordt aan de stoomturbine onttrokken en aan BASF geleverd. Zowel de gasturbine als de stoomturbine drijven een alternator aan die de rotatie-energie omzet in elektrische energie. Deze elektrische energie wordt m.b.v. een transformator op de gewenste spanning gebracht en in het elektrisch net gestuurd. Achter de stoomturbine wordt de stoom gecondenseerd. Het koelwater daarvoor wordt op zijn beurt gekoeld m.b.v. een koeltoren per STEG. Als alternatief voor de koeltorens kan worden geopteerd voor een aërocondensor per STEG. Dit is een installatie die de gebruikte stoom afkoelt en condenseert met behulp van ventilatoren, die lucht over de stoomleidingen sturen. abc SGS EcoCare N.V. februari 2002 3

De bouw van de installatie zal ca. 2 jaar in beslag nemen. Het bouwen zelf zal weing milieueffect veroorzaken : de afstand is te groot om voor stof-, stank- of lawaaihinder te vrezen. Gedurende de korte tijd van het stoomblazen bij het testen van de stoomketels moet met lawaaihinder rekening worden gehouden. De exploitant zal daarom een geluidsdemper inzetten en de omwonenden verwittigen. Wegens de verlichting van de werf zou er ook lichthinder kunnen zijn. Voor 400 MW zal door de gasturbine per uur ca. 66 000 m³ aardgas moeten worden verstookt. De rookgassen hiervan komen achter de stoomketel in de lucht terecht via een schoorsteen. Als luchtverontreinigende componenten bevatten de rookgassen voornamelijk koolmonoxide en stikstofoxiden : aardgas bevat bijna geen zwavel en de rookgassen van de verbranding van aardgas bevatten dan ook weinig of geen zwaveloxiden. De rookgassen bevatten ook geen roet. De verspreiding van de luchtverontreinigende componenten is bestudeerd m.b.v. het Vlaams rekenmodel IFDM-PC. Met dit rekenmodel wordt zowel in de eerste als in de tweede fase, uitgekomen op de volgende niet te verwaarlozen bijdragen van de installatie : een bijdrage in de concentratie aan stikstofoxiden; een bijdrage in de concentratie aan stikstofdioxide; een bijdrage in de vermestende depositie. De bijdrage van de andere luchtverontreinigende componenten is verwaarloosbaar : ze is kleiner dan 1 % van de strengste luchtkwaliteitsnorm terzake. Daaruit kan worden geconcludeerd dat van de installatie geen verwering van monumenten of aantasting van materiële goederen is te verwachten en ook geen stof- of stankhinder (mens). De concentratiebijdrage aan stikstofoxiden is van belang voor haar effect op de planten : ze vertegenwoordigt slechts procenten van de huidige concentratie, maar door de kleine marge tussen die concentratie en de Nederlandse richtwaarde ter bescherming van de ecosystemen zal ze die richtwaarde doen bereiken of licht overschrijden. De concentratiebijdrage aan stikstofdioxide is van belang voor haar effect op de gezondheid van de mens : ze verhoogt de concentratie, maar volgens berekeningen van de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) is deze in het Antwerps havengebied nu al hoog in vergelijking met de Vlaamse/Nederlandse luchtkwaliteitsnorm ter bescherming van de gezondheid. De depositiebijdrage is te wijten aan de stikstofoxiden in de rookgassen. Ze is van belang voor haar effect op bodem en grondwater en via de vermesting daarvan, voor de planten : ze verhoogt de depositie enkel in de onmiddellijke omgeving, maar deze is daar nu al hoger dan de Vlaamse streefwaarden en de Nederlandse doelstellingen voor vermestende depositie. Er dient opgemerkt dat indien wordt gekozen voor het alternatief van de aërocondensoren, de specifieke emissies zullen stijgen. Een aërocondensor verlaagt immers de efficiëntie van de installaties met enkele procenten, in vergelijking met een koeltoren van het natte type, zodat de STEG s aan een iets hoger verbruik zullen moeten produceren. De installatie zal in de Schelde lozen en ook in Kanaaldok B3, maar alleen onrechtstreeks. In Kanaaldok B3 loost de installatie de spui van de koeltorens via het koelwatercircuit van BASF, en hemelwater via het hemelwatercircuit van BASF. Deze spui valt weg indien gebruik wordt gemaakt van het alternatief van de aërocondensoren. In de Schelde loost de installatie sanitair afvalwater en afvalwater van diverse onderhoudswerkzaamheden, samen vóór de lozing behandeld in de waterzuiveringsinstallatie van BASF. Omwille van de sterke verdunning en abc SGS EcoCare N.V. februari 2002 4

omwille van de waterzuiveringsinstallatie hebben de lozingen geen significant effect, noch op de temperatuur, noch op de kwaliteit van het oppervlaktewater, en daardoor ook niet op de waterdieren en -planten. De geluidsproductie van de installatie is niet verwaarloosbaar : vooral de koeltorens, of de aërocondensoren zijn een belangrijke geluidsbron. Omdat in de nabije omgeving van de installatie diverse gebieden voorkomen met telkens andere richtwaarden voor het omgevingsgeluid, zijn op vier plaatsen geluidsmetingen uitgevoerd : binnen de perceelsgrenzen van BASF, aan het Groot Buitenschoor, aan de dichtstbij gelegen woning (in de Vijdtpolder, gem. Woensdrecht) en in het woongebied Zandvliet. Om aan alle Vlaamse richtwaarden te voldoen zullen bij de koeltorens, de aërocondensoren en bij diverse andere onderdelen van de installatie geluidsdempende maatregelen genomen worden. Als voldaan wordt binnen de perceelsgrenzen van BASF wordt volgens de overdrachtberekening C8 in de IL-HR-13-01 van de Interdepartementele Commissie Geluidhinder (ICG, Nederland) ook voldaan op de andere gemeten plaatsen. Daaruit kan worden geconcludeerd dat van de installatie dan geen verstoring van broedvogels (Groot Buitenschoor) of lawaaihinder is te verwachten (woongebieden). De installatie zal geen oorzaken van bodem- of grondwaterbelasting bevatten zoals open opslag op de grond of waterwinning. Wel bestaat er risico voor bodem en grondwater vanwege de transformatoren en de opslag van chemicaliën : eventueel lekken van deze apparatuur wordt opgevangen in de vloeistofdichte inkuiping. Van koeltorens van het kaliber van die van de installatie zijn plaatselijke klimatologische omstandigheden te verwachten. Alleen de verhoging van de vochtigheid lijkt echter belangrijk : ze zal in de onmiddellijke omgeving van de koeltoren de kans op vorming van neerslag, mist en ijzel verhogen. De exploitant zal daarvoor waarschuwen met de nodige signalisatie. Wanneer wordt geopteerd voor het alternatief van de aërocondensoren, vallen deze effecten weg. De indirecte effecten van de installatie op plant en dier zijn hierboven reeds aan bod gekomen : op de planten vanwege de concentratieverhoging die de stikstofoxiden in de rookgassen veroorzaken; op de waterdieren in de Schelde vanwege de lozing van de spui van de koeltoren; op de broedvogels vanwege de geluidsproductie. Belangrijke directe effecten zijn er niet. De indirecte effecten van de installatie op monumenten (verwering) en materiële goederen (aantasting) zijn hierboven reeds aan bod gekomen. Het bestaan van de installatie zal leiden tot beeldverstoring van het vlakke polderlandschap. Van veraf zijn de koeltorens zichtbaar wegens hun permanente damppluim : dat is ook het geval met de koeltorens van de kerncentrale van Doel. Van dichtbij zijn de koeltorens ook dominerend : hoewel hij wordt opgenomen in een omgeving van industriële installaties gaat het tenslotte over een constructie met een hoogte van maximum 115 m. Wanneer wordt gekozen voor het alternatief van de aërocondensoren, is de impact op het polderlandschap veel kleiner. De aërocondensoren veroorzaken geen damppluim, en zijn veel lager dan de koeltorens. Wel dient opgemerkt dat van dichtbij aërocondensoren meer als een gesloten volume kunnen overkomen. abc SGS EcoCare N.V. februari 2002 5

De indirecte effecten van de installatie op de mens zijn hierboven reeds aan bod gekomen : op de gezondheid vanwege de concentratieverhoging die de stikstofoxiden in de rookgassen veroorzaken; op de lawaaihinder vanwege de geluidsproductie. Belangrijke directe effecten zijn er niet : op de mobiliteit heeft het verkeer van en naar de installatie een verwaarloosbaar effect in vergelijking met het huidige verkeer. Naast de effecten van het gebruiken van de installatie zijn ook die van het onderhoud bestudeerd : alleen het maandelijks testen van de alarmsirene moet worden vermeld. Daarnaast veroorzaakt het onderhoud ook beperkte hoeveelheden van diverse afvalstoffen. abc SGS EcoCare N.V. februari 2002 6