Besluitvoorbereidend onderzoek belastingsamenwerking. Bodegraven-Reeuwijk en de BSGR: samen een tweede stap



Vergelijkbare documenten
Besluitvoorbereidend onderzoek belastingsamenwerking. Een hernieuwde kennismaking tussen Katwijk en de BSGR

Voorstel begrotingswijziging maart 2017

RAADSVOORSTEL Rv. nr. + dossiernr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

voorstel aan de gemeenteraad

Resultaatteam: Burgemeester en Wethouders Leiderdorp, 25 september 2018

Beoogd effect een efficiënte en klantgerichte uitvoering van de taken op het vlak van belastingen, met geminimaliseerde bedrijfsrisico's.

AAN DE GEMEENTERAAD. Geachte raad,

De colleges van de gemeenten Lisse, Noordwijk en Teylingen, een ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;

Voorstel begrotingswijziging september 2018 (BBV)

Toelichting Gemeenschappelijke Regeling Omnibuzz (versie ) Inleiding

RAADSVOORSTEL Agendapunt : 14 Aan de gemeenteraad. Datum : 13 september 2012

Raadsvoorstel. Aanleiding

Samenwerking afdelingen belastingen HHD en HHSK

Voorstel begrotingswijzigingen 2013

In deze memo gaan we achtereenvolgens in op de volgende onderwerpen: Berekening structureel financieel effect en terugverdientijd UHR.

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING AVRI

Onderwerp Tussentijdse rapportage samenwerking belastingen Lisse/Noordwijk - Besluitvormend

De BsGW is in 2011 opgericht door de gemeente Venlo, samen met de twee Limburgse waterschappen. Doelstelling van de BSGW is:

Concept gemeenschappelijke regeling inzake ICT ondersteuning van de bedrijfsvoering (PIT), versie

ANNOTATIE AB1724. Algemeen: Vergadering: AB Datum vergadering: 22 september Agendapunt: 3 Onderwerp: Toekomst APV taken en bijzondere wetten

Gemeenschappelijke regeling. Gemeentebelastingen Kennemerland Zuid

GEMEENTE ROERMOND. Voorstel tot toetreding tot de gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW).

Naam en telefoon. Portefeuillehouder

Sociaal Plan. Gemeenschappelijk belastingkantoor Lococensus - Tricijn. Fase I (concept onderhandelingsakkoord)

Toelichting Gemeenschappelijke regeling Plassenschap Loosdrecht e.o.

Voorstel begrotingswijziging d.d. maart 2014

Ten opzichte van de doorrekening van de jaarcijfers 2017 zijn wel de volgende wijzigingen bij de doorrekening van de jaarcijfers 2018 doorgevoerd:

Consequenties. Afbouw Wabo-takenpakket. Westerwolde

Risico A: De samenwerkingsdoelen worden niet / onvoldoende bereikt

Notitie uitwerking governance HWH 2.0

Raadsvoorstel. Onderwerp. Status. Voorstel. Inleiding. Ag. nr.: Reg. nr.: Datum:

Gemeenschappelijke regeling Gemeentebelastingen Kennemerland Zuid 2018

Voorstel begrotingswijziging. november 2015

CONCEPT. Centrumregeling ambtelijke samenwerking. Alkmaar, Bergen, Castricum, Graft de Rijp, Heerhugowaard, Heiloo, Langedijk en Schermer

AGENDAPUNT 10 ONTWERP. Onderwerp: Instemmen met wijziging gemeenschappelijke regeling BghU Nummer: Voorstel

Gemeente Delft. Aan de gemeenteraad _ j.. r Gescand datum archief Van Datum Pfh. Steller tel.nr. e-mall Programma

Mogelijkheid tot samenwerking met andere overheden voor belastingen en invordering

VOLGNUMMER DATUM ORGANISATIEONDERDEEL Sociale zaken

Gemeenschappelijke regeling voor het toezicht op het openbaar. primair en speciaal onderwijs te Bodegraven, Gouda, Reeuwijk en Waddinxveen.

Voorstel begrotingswijziging november 2013

COLLEGEVOORSTEL. Onderwerp Toekomst Promen

Omgevingsdienst Midden- en West- Brabant: bedrijfsplan en GR. Raadsinformatieronde 4 oktober 2012

Onderzoeksrapportage Berenschot/ANG belastingsamenwerking met Hefpunt

Gemeenschappelijke Regeling Bedrijfsvoeringsorganisatie Delft-Rijswijk

Bijlage D Raads- en statenvoorstel 1 en besluit GR RUD LN

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING SERVICEPUNT71

agendapunt H.05 Aan Verenigde Vergadering

Gemeenschappelijke regeling voor het toezicht op het openbaar primair en speciaal onderwijs.

Gemeenschappelijke Regeling. Parkstad IT

Nota van toelichting bij de delegatiedocumenten

De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Oldenzaal en Hengelo (hierna gezamenlijk te noemen: deelnemende gemeenten) ;

y KW Ķ Regeling financiële verhouding Bedrijfsvoeringsorganisatie Ingenieursbureau Krimpenerwaard

Hamerstuk AGENDAPUNT 5. Onderwerp: Instemmen met wijziging gemeenschappelijke regeling BghU Nummer: Voorstel

AGENDAPUNT 3.8 ONTWERP. Onderwerp: Wijziging Gemeenschappelijke Regeling Het Waterschapshuis Nummer: Voorstel

agendanummer afdeling Simpelveld VI- Bedrijfsvoering 31 oktober 2013 Toetreding tot de gemeenschappelijke regeling BsGW per

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST GEMEENTELIJKE BELASTINGEN

Raadsvoorstel inzake de toetreding tot de Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen

M E M O. Reg.nr.: Aan: Commissie BOD, 12 september Cc: Stand van zaken vaarweg- en nautisch beheer. Datum: 21 augustus 2012

V.V: 24 juni 2009 Datum 19 mei 2009 Agendapuntnr. 13 Bijlagen Gemeenschappelijke regeling Gemeenschappelijk Belastingkantoor

Onderwerp: Verordeningen gemeentelijke belastingen 2018

voorstel aan de gemeenteraad

1. Burgemeester en Wethouders van Leiden, ter uitvoering van het besluit van Burgemeester en Wethouders d.d. 29 april 2008 nr. 08.

A L G E M E E N B E S T U U R

De dagelijkse besturen van de waterschappen Noorderzijlvest, Hunze en Aa s en Wetterskip Fryslân,

Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland

gemeente Eindhoven Sinds de behandeling in het kabinet wordt de term Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) gehanteerd.

overwegende: dat het gewenst is hun

B&W-Aanbiedingsformulier

Algemeen bestuur Verslag - concept

Managementsamenvatting bedrijfsplan

Gemeenschappelijke Regeling Noordelijk Belastingkantoor. LTA ja: Maand 4 Jaar 2017 LTA nee: Niet op LTA

Toelichting op gemeenschappelijke regeling

Bijlage 2: Impactanalyse gemeente Leiderdorp voor SSC Leidse Regio. Context

Raadsvoorstel. Agendanummer: Datum raadsvergadering: Onderwerp:

Gemeenschappelijke regeling Sallcon

BELEIDSKADER SOCIAAL DOMEIN (NIEUWE WMO EN JEUGDWET)

Business case Slim Samenwerken

Centrumregeling regionale samenwerking Parkstad opvang en beschermd wonen Wmo 2015

Voorstel aan algemeen bestuur

Bestuur. Onderwerp: Begroting 2019 en MJR Het Bestuur besluit. Vergadering d.d Agendapunt 5

Centrumregeling ambtelijke samenwerking Enschede Losser

6 november n.v.t. wethouder A.G.J. Bosch

REGIO RIJK VAN NIJMEGEN

MEMO BIJLAGE 2. Incidentele kosten

26 maart 2015 Coos Rijsdijk

COLLEGEVOORSTEL. Onderwerp Wijziging Gemeenschappelijke Regeling Promen

PROGRAMMABEGROTING

Datum: 24 augustus 2012 Nummer raadsnota: BI Onderwerp: Aangaan Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant

Personeelsplan. Samenwerking Leiden - Leiderdorp

Raadsvoorstel Vergadering 28 mei 2013 Voorstelnummer Registratienummer Portefeuillehouder W. Hompe Afdeling BBO/Financiën Bijlage(n)

Centrumregeling samenwerking Vlieland, Ameland, Schiermonnikoog, Terschelling en Leeuwarden

Voorstel. Agendapunt. Het Algemeen Bestuur van de BWB. Projectplan Transitie naar waarderen op gebruiksoppervlak 9 november 2018

Wijziging van de Gemeenschappelijke regeling Het Utrechts Archief

64-1 GEMEENSCHAPPELIJK REGELING REGIONAAL ONDERWIJSBELEID WALCHEREN

AGENDAPUNT ONTWERP. Onderwerp: Wijziging Gemeenschappelijke Regeling BghU Nummer: Voorstel

Advies aan Dagelijks Bestuur

b Kerntaak gekoppeld aan het werkprogramma van het college Uitgangspunt Financiën helder en op orde a Onvermijdelijk

Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland

Voorstel begrotingswijziging december 2018

Raadsvoorstel. Agendanummer: Datum raadsvergadering: Onderwerp: Belasting- en tariefvoorstellen Gevraagde Beslissing:

Transcriptie:

Besluitvoorbereidend onderzoek belastingsamenwerking Bodegraven-Reeuwijk en de BSGR: samen een tweede stap Rapportage d.d. 12 april 2012

Inhoud SAMENVATTING 2 GEVRAAGD BESLUIT 5 1. INLEIDING EN LEESWIJZER 1.1 inleiding 6 1.2 leeswijzer 7 2. SAMENWERKING DIENT MAATSCHAPPELIJK BELANG 8 3. BESTUURLIJKE ASPECTEN 3.1 rechtsvorm, bestuursorganen en zeggenschapsverhoudingen 9 3.2 inpassing Bodegraven-Reeuwijk 10 3.3 beleidsvrijheid 10 3.4 spelregels bij uittreding 11 3.5 geschillenregeling 11 3.6 regievoering door de deelnemers 11 4. PERSONELE ASPECTEN 4.1 personele frictie 12 4.2 arbeidsvoorwaarden 12 4.3 sociaal plan / sociaal statuut 12 4.4 vacaturebeleid 12 5. TAKEN EN PROCESSEN 5.1 uitvoeringstaken 14 5.2 communicatie met de belastingplichtige 14 5.3 harmonisatie 15 5.4 over te dragen werkvoorraad en gegevensbestanden 15 6. FINANCIELE ASPECTEN 6.1 overwegingen, uitgangspunten en werkwijze 16 6.2 begroting BSGR en kostenverdeling inclusief Bodegraven-Reeuwijk 17 6.3 financieel effect Bodegraven-Reeuwijk 18 6.4 toekomstige ontwikkelingen 19 7. RISICOPARAGRAAF 20 8. VERVOLGPROCES 8.1 de proceslijnen 21 8.2 projectstructuur en opdracht 22 bijlage I: harmonisatieaspecten 23 bijlage II: vergelijking (secundaire) arbeidsvoorwaarden 25 bijlage III: overzicht deelnemersbijdragen 2013 27 bijlage IV: risico s 28 bijlage V: planning 32 Rapportage besluitvoorbereidend onderzoek belastingsamenwerking 1

Samenvatting In dit hoofdstuk komen samengevat de elementen aan de orde die de kern vormen van de samenwerking tussen Bodegraven-Reeuwijk en de BSGR. Deze elementen zijn in deze rapportage uitgewerkt en vormen de uitkomsten van een besluitvormend onderzoek dat in het licht van een mogelijke samenwerking is uitgevoerd. Samenwerking binnen een gemeenschappelijke regeling De BSGR heeft de rechtsvorm van een Openbaar Lichaam, waarbij de samenwerking in een gemeenschappelijke regeling (GR) is vorm gegeven; de BSGR is daarmee publiek van karakter. Er zijn op grond van de Wet GR drie bestuursorganen: het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter. Bodegraven-Reeuwijk zal net als alle deelnemers participeren in het algemeen bestuur. Het dagelijks bestuur bestaat uit drie leden (één vanuit het hoogheemraadschap, één vanuit de grote gemeenten en één vanuit de kleine gemeenten, gebaseerd op inwoneraantal). Voor de zitting in het dagelijks bestuur is een roulatieschema van toepassing waarin Bodegraven-Reeuwijk zal worden opgenomen. In het algemeen bestuur is de zeggenschapsverhouding zodanig ingevuld dat er een goed evenwicht is tussen enerzijds de samenwerkingsgedachte en anderzijds de deelbelangen voortkomend uit de verschillende schaalgroottes en achtergronden van de deelnemers. Het hoogheemraadschap heeft daarom 45% van de stemmen; de gemeenten gezamenlijk 55%, waarbij ieder lid vanuit de groep grote gemeenten tweemaal zoveel stemmen heeft als een lid uit de groep kleine gemeenten. Bodegraven-Reeuwijk wordt hierbij gezien als kleine gemeente. Ongeacht de gecreëerde zeggenschapsverhouding blijft besluitvorming op basis van consensus het uitgangspunt. Daarnaast is voor belangrijke besluiten een versterkte meerderheid van 3/4 e van toepassing. Tenslotte is er uit oogpunt van zorgvuldigheid een herzieningsprocedure getroffen voor die deelnemer die meent ernstig in zijn belangen geschaad te worden door een besluit van het algemeen bestuur. Deelnemers kunnen te allen tijden besluiten om hen moverende redenen uit te treden. Uit oogpunt van continuïteit, alsmede personele zorg, verbinden deelnemers zich bij toetreding eraan om niet binnen 5 jaar uit te treden. De dienstverlening De BSGR voert voor Bodegraven-Reeuwijk (en de overige gemeentelijke deelnemers) standaard de taken uit met betrekking tot de Wet WOZ (inclusief het beheer van de WOZbasisadministratie), de onroerend zaakbelasting, het rioolrecht (inclusief grootverbruik), de hondenbelasting, de forensen- en toeristenbelasting, de precariobelasting en de afvalstoffenheffing. Voor deze belastingtaken verzorgt de BSGR in mandaat het integrale uitvoeringsproces, met uitzondering van de handhaving- en toezichttaken. Uit efficiencyoverwegingen is ervoor gekozen deze door de deelnemers zelf uit te laten voeren. Bodegraven-Reeuwijk kent nog een aantal aanvullende belastingtaken, te weten: de leges, de marktgelden en de begraafrechten. Vooralsnog heeft Bodgraven-Reeuwijk er niet voor gekozen deze als pluspakket bij de BSGR onder te brengen. Een en ander zal in het licht van de positionering van de taken op het gebied van vergunningen, handhaving en toezicht door Bodegraven-Reeuwijk nader worden bezien. Uit oogpunt van kwaliteit en kennisborging verzorgt de BSGR ook de beleidsvoorbereiding, inclusief het opstellen van de benodigde modelverordeningen. Dit gebeurt in nauw overleg met de regiefunctionarissen van de deelnemers. Rapportage besluitvoorbereidend onderzoek belastingsamenwerking 2

Om redenen van efficiency vindt er op het gebied van de uitvoeringsregels (o.a. de data van de aanslagoplegging, de betaaltermijnen, de regels met betrekking tot kwijtschelding en bezwaar en beroep en het versturen van herinneringen en aanmaningen) harmonisatie plaats. De vaststelling van het belastingbeleid, de te heffen belastingsoorten, de tarieven en de verordeningen blijven zaak van de deelnemers. Voor de deelnemers verzorgt de BSGR een gezamenlijk (geïntegreerd) belastingbiljet. Communicatie met de burger verloopt zoveel mogelijk digitaal en via de front office van de BSGR. Deze werkwijze is zodanig ingevuld dat geen afbreuk wordt gedaan aan de ambities van Reeuwijk-Bodegraven op het gebied van antwoord -concept; de dienstverlening richting de burger. Personeel Op de medewerkers van de BSGR is de cao van de gemeenten (CAR/UWO) van toepassing en een daarvan afgeleide set secundaire rechtspositieregelingen. Op dit gebied treedt er voor het overkomend personeel van Bodegraven-Reeuwijk geen wijziging op. Voor het overkomend personeel wordt met Georganiseerd overleg een sociaal plan opgesteld; het streven is het huidig sociaal plan van de BSGR te handhaven dat toegespitst is op onderhavige situatie. Belangrijke uitgangspunten in dit sociaal plan zijn: mens volgt werk, flankerend beleid, behoud van salarisperspectieven en een op de situatie afgestemde reiskosten en tijdregeling. De in Bodegraven-Reeuwijk achterblijvende medewerkers vallen onder het vigerende lokale sociaal plan van Bodegraven-Reeuwijk. Uit sociaal oogpunt maar ook vanwege het kostenaspect is het wenselijk om boventalligheid zoveel mogelijk te voorkomen. Hiertoe wordt, zodra het principebesluit tot samenwerking is genomen en na verkregen advies van de betrokken medezeggenschap, een afgestemd vacaturebeleid gevoerd. Financiën De reguliere begroting van de BSGR inclusief Bodegraven-Reeuwijk vereist een totaal van 10,7 mln (2013, inclusief incidentele posten). aan deelnemersbijdragen. De totale formatie wordt 104,45 fte. Voor het opbrengen van het budget door de deelnemers is een kostenverdeelsleutel opgesteld. Naarmate een deelnemer meer werk voor de BSGR genereert, krijgt deze een groter deel van de begroting van de BSGR doorbelast. Daarnaast is bewerkstelligd vanuit het belang dat zoveel mogelijk organisaties gaan toetreden dat elke deelnemer een minimale besparing gegarandeerd krijgt. Toetreding van Bodegraven-Reeuwijk tot de BSGR levert voor alle bestaande deelnemers een jaarlijkse besparing op die oploopt tot 227k (2016). De besparing die Bodegraven- Reeuwijk realiseert ten opzichte van het zelf blijven doen, loopt op tot bruto 227k (2016). Bij een totstandkoming van een samenwerking is het onvermijdelijk dat er incidentele kosten zijn. Het gaat hier om kosten met betrekking tot de transitie van taken (projectkosten), kosten die samenhangen met het sociaal plan en frictiekosten personeel en desintegratie van overhead. Voor de incidentele kosten is afgesproken dat Bodegraven-Reeuwijk dezelfde uitgangspositie zal hebben als de reeds bestaande deelnemers. Dit betekent dat de projectkosten door Bodegraven-Reeuwijk zelf gedragen worden. De kosten met betrekking tot het sociaal plan zijn binnen de begroting van de BSGR opgenomen. De frictiekosten personeel en de desintegratie tenslotte dient Bodegraven-Reeuwijk zelf te bestrijden. Rapportage besluitvoorbereidend onderzoek belastingsamenwerking 3

Risico s In het proces van de totstandkoming van de samenwerking tussen Bodegraven-Reeuwijk en de BSGR kunnen een aantal risico s optreden. Deze risico s zijn geïnventariseerd en voor alle risico s zijn beheersmaatregelen vastgesteld. De belangrijkste risico s die optreden zitten in het bestuurlijk besluitvormingsaspect en het overleg met de vakbonden. Er zal goede sturing moeten plaatsvinden om deze trajecten tijdig te laten verlopen. Daarnaast zal het conversietraject van de bestanden de nodige aandacht vergen. Het vervolgproces Uitgangspunt is volledige samenwerking per 1 januari 2013. Om dit te kunnen bereiken zullen in april 2012 de colleges een principebesluit moeten nemen. De bestuurlijke besluitvorming in de raden c.q. de verenigde vergadering, inclusief de adviesaanvraag aan de betrokken medezeggenschapsorganen zal aan de kant van de BSGR in juni volledig afgerond moeten zijn. Naar verwachting vindt begin juli de behandeling plaats in de gemeenteraad van Bodegraven-Reeuwijk. Parallel aan het besluitvormingsproces kunnen voorbereidende werkzaamheden worden getroffen. Deze werkzaamheden hebben zolang er nog geen definitief ja is, geen onomkeerbaar karakter. Vanaf juli 2012 worden deelprocessen via de BSGR uitgevoerd; de aanslagoplegging blijft gedurende heel 2012 bij Bodegraven-Reeuwijk plaatsvinden. In november en december 2012 wordt de definitieve overgang van de werkzaamheden vorm gegeven. Op het personele vlak zal de periode april-juni benut moeten worden om te overleggen over het sociaal plan. Vanaf juli kan er dan gestart worden met het plaatsingsproces, resulterend tot indiensttreding bij de BSGR per 1 januari 2013. Om het gehele proces in goede banen te leiden zal een projectstructuur worden ingericht met een stuurgroep die de eindverantwoordelijkheid voor het proces draagt en een projectgroep die als opdrachtnemer fungeert. Bemensen vindt plaats door management en vakspecialisten uit beider organisaties. De betrokken besturen zullen periodiek worden geïnformeerd over de voortgang. Rapportage besluitvoorbereidend onderzoek belastingsamenwerking 4

Gevraagd besluit Het is de bedoeling dat het college van Bodegraven-Reeuwijk en het bestuur van de BSGR op basis van dit besluitvoorbereidend onderzoek een principebesluit en na OR-advisering een definitief besluit nemen ten aanzien van de samenwerking op het gebied van de aangegeven belastingtaken. Vervolgens dienen de betrokken colleges en het dagelijks bestuur van Rijnland met inachtneming van het advies van het Algemeen Bestuur van de BSGR aan de gemeenteraden en de verenigde vergadering van Rijnland voor te stellen in te stemmen met de toetreding van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk, hiertoe over te gaan tot aanpassing van de Gemeenschappelijke Regeling, alsmede zich uit te spreken over de financiële gevolgen (budgetrecht). Dit betreft de volgende besluiten: De gemeenteraad van Bodegraven-Reeuwijk wordt gelezen het advies van het college van B&W en het advies van de Ondernemingsraad op grond van artikel 1 lid 3 WGR gevraagd in te stemmen met: De gemeenteraden van Gouda, Leiden, Oegstgeest, Voorschoten, Wassenaar, Zoeterwoude en de verenigde vergadering van Rijnland worden gelezen het advies van het algemeen bestuur van de BSGR op grond van artikel 1 lid 3 WGR gevraagd in te stemmen met: 1. toetreding van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk tot c.q. uitbreiding met de gemeente Bodegraven-Reeuwijk van de gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland conform de voorstellen zoals beknopt weegegeven in de rapportage besluitvoorbereidend onderzoek belastingsamenwerking ; 2. overdracht van de uitvoeringstaken in het kader van de Wet woz, de onroerend zaakbelasting, het rioolrecht inclusief grootverbruik, de hondenbelasting, de toeristenbelasting, de precariobelasting en de afvalstoffenheffing (het standaardpakket); 3. de voorgestelde verdeelsleutel om als deelnemers de kosten van de belastingorganisatie te dragen. Rapportage besluitvoorbereidend onderzoek belastingsamenwerking 5

1. Inleiding en leeswijzer 1.1 INLEIDING Op basis van het coalitieakkoord 2011-2014 van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk zijn de belastingtaken genoemd als mogelijke uit te besteden taken waarop regie kan worden gevoerd om zodoende tot een compacte, flexibele, professionele en efficiënte organisatie te komen. Hiertoe is vanuit Bodegraven-Reeuwijk contact gelegd met de BSGR om zodoende de mogelijkheden te onderzoeken. De BSGR is een recent samenwerkingsverband van de gemeenten Gouda, Leiden, Oegstgeest, Voorschoten, Wassenaar en Zoeterwoude en het hoogheemraadschap van Rijnland. Per 1 januari 2011 is dit samenwerkingsverband gestart met de daadwerkelijke uitvoering van de belastingactiviteiten, hetgeen geresulteerd heeft in de eerste gezamenlijke belastingoplegging in februari van dat jaar. Momenteel doorlopen Katwijk en de BSGR en haar deelnemers het besluitvormingsproces inzake toetreding van de gemeente Katwijk per 1 januari 2013; het college en de gemeenteraad van Katwijk en het dagelijks bestuur van de BSGR hebben hierover een positief advies afgegeven. De onderlinge contacten hebben ertoe geleid dat besloten is een onderzoek naar samenwerking tussen Bodegraven-Reeuwijk en de BSGR uit te voeren. Zodoende is inzicht verkregen in alle overwegingen die een rol spelen bij een besluit om tot samenwerking te komen. Als eerste stap is eind 2011 door de BSGR, op basis van gegegevens geleverd door Bodegraven-Reeuwijk, een quickscan uitgevoerd. Hieruit is naar voren gekomen dat er een besparingspotentieel aanwezig is. Ook op organisatorisch vlak en voor de burger worden voordelen onderkend. De quickscan heeft een vervolg gekregen in een nader onderzoek waarvan de resultaten in dit rapport zijn neergelegd. De resultaten van het besluitvormend onderzoek hebben geleid tot het verdere inzicht dat samenwerking tussen Bodegraven-Reeuwijk en de BSGR inderdaad een besparing oplevert. Niet alleen voor Bodegraven-Reeuwijk zelf maar voor alle deelnemers. Daarnaast leidt samenwerking voor de gemeente Bodegraven-Reeuwijk tot verhoging van kwaliteit, de robuustheid en de continuïteit van de uitvoering; bestaande kwetsbaarheden worden opgelost. In de nieuwe organisatie is meer kennis, kunde en formatie aanwezig om op de veranderende en, ook voor de burger, complexer wordende wet- en regelgeving in te spelen. Tenslotte biedt samenwerking ook andere voordelen voor een deel 1 van de Bodegraven- Reeuwijkse burger en categorieën belastingbetalers: de gemeentelijke en waterschapsbelastingen worden via één aanslagbiljet geheven; aanvragen kwijtschelding of betalingsregelingen behoeven slechts éénmaal bij één organisatie aangevraagd te worden en ook over de invordering is slechts contact met één organisatie. Het onderzoek is uitgevoerd door een ambtelijke projectgroep waarin zowel Bodegraven- Reeuwijk als de BSGR vertegenwoordigd zijn. Het is de bedoeling dat de gemeenteraad van Bodegraven-Reeuwijk respectievelijk het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking Gouwe- Rijnland en de raden van daarin deelnemende organisaties (de gemeenten Gouda, Katwijk, Leiden, Oegstgeest, Voorschoten, Wassenaar en Zoeterwoude en het hoogheemraadschap van Rijnland) op basis van deze rapportage een besluit nemen over het aangaan van een samenwerking op het gebied van de belastingtaak. Tevens dienen deze organen zich in het kader van het hen toekomend budgetrecht uit te spreken over de financiële gevolgen. 1 Voor een deel komt het grondgebied van Reeuwijk-Bodegraven niet overeen met het grondgebied van het hoogheemraadschap van Rijnland. Voor dat deel gelden de geschetste voordelen niet. Rapportage besluitvoorbereidend onderzoek belastingsamenwerking 6

1.2 LEESWIJZER Deze rapportage kent eerst een aantal hoofdstukken (de hoofdstukken 2 tot en met 6) waarin verschillende thema s aan de orde komen die een rol spelen bij de besluitvorming. Deze thema s betreffen het maatschappelijk aspect, de bestuurlijke aspecten, de taken, de personele en organisatorische aspecten en de financiële aspecten. In hoofdstuk 7 wordt ingegaan op de risico s. Tenslotte wordt in hoofdstuk 8 aandacht besteed aan het vervolgproces. Rapportage besluitvoorbereidend onderzoek belastingsamenwerking 7

2. Samenwerking dient maatschappelijk belang Op tal van plaatsen in Nederland ontstaan samenwerkingsverbanden voor de uitvoering van belastingtaken. Dit gebeurt in de vorm van gemeenten of waterschappen onderling maar ook tussen gemeenten en waterschappen. De BSGR is een voorbeeld van het laatste: in de BSGR werken een waterschap en (nu nog) een zestal gemeenten samen. De vorming van de samenwerkingsverbanden is een antwoord op het streven naar vermindering van de administratieve lasten voor de burger en verlaging van de perceptiekosten. Daarnaast speelt onontkoombaar een rol dat de inkomsten voor de overheid dalen; het realiseren van bezuinigingen op uitvoeringstaken leidt in ieder geval tot behoud van middelen voor beleidsdoelstellingen. Voor de betrokken organisaties zijn ook het verbeteren van de kwaliteit en het verminderen van kwetsbaarheid valide argumenten. Ook in het onderzoek dat voor Bodegraven-Reeuwijk en de BSGR is uitgevoerd, blijken de belangen en voordelen evident te zijn. Samenwerking levert substantiële maatschappelijke baten op. De oorspronkelijke samenwerking binnen de BSGR heeft al tot een aanzienlijke besparing op de uitvoeringskosten geleid. Verdere samenwerking met Bodegraven-Reeuwijk levert een besparing op macroniveau op in de orde van grootte van 454k op jaarbasis: voor de bestaande deelnemers 227k en voor Bodegraven-Reeuwijk zelf 227k. Dit besparingsvoordeel binnen de BSGR zal in de toekomst en daarmee ook deels toekomend aan Bodegraven-Reeuwijk verder oplopen naarmate er meer organisaties aan de samenwerking gaan deelnemen. Samenwerking leidt ook tot verhoging van de robuustheid en continuïteit in de uitvoering van de belastingtaken voor de deelnemende organisaties. Vooral bij de kleinere deelnemers, waaronder ook voor Bodegraven-Reeuwijk, speelt dat de belastingorganisatie niet meer afhankelijk is van een beperkt aantal personen. Bestaande kwetsbaarheden op dit gebied worden dus opgelost. Binnen de BSGR is meer kennis, kunde en formatie beschikbaar om in te spelen op veranderende en steeds complexer wordende wet- en regelgeving. Medewerkers hebben binnen de BSGR de kans zich verder op hun vakgebied te ontwikkelen. Daarnaast wordt de kwaliteit van de uitvoering vergroot doordat binnen de BSGR voldoende schaalgrootte is om verdergaand te automatiseren en te digitaliseren. Tenslotte past samenwerking binnen het streven van Bodegraven-Reeuwijk om zich te richten op de kerntaken. Kortom, vanuit het maatschappelijk perspectief zijn de hierboven geschetste voordelen een belangrijk motief om tot (verdere) samenwerking te komen. Rapportage besluitvoorbereidend onderzoek belastingsamenwerking 8

3. Bestuurlijke aspecten 3.1 RECHTSVORM, BESTUURSORGANEN EN ZEGGENSCHAPSVERHOUDINGEN Rechtsvorm en bestuursorganen De BSGR is onder gebracht in een Openbaar Lichaam, waarbij de samenwerking in een gemeenschappelijke regeling (GR) is vorm gegeven. Hierdoor blijft de BSGR een publiek karakter hebben. Door de keuze voor een Openbaar Lichaam bezit de BSGR rechtspersoonlijkheid en kan zelfstandig deelgenomen worden in het rechtsverkeer. De bepalingen van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) zijn van toepassing 2. Vanuit de Wgr zijn er drie bestuursorganen verplicht: een algemeen bestuur (AB), een dagelijks bestuur (DB) en een voorzitter. Alle drie zijn bestuursorganen in de zin van de Awb. Het AB staat aan het hoofd van het Openbaar Lichaam. De voorzitter is zowel hoofd van het AB als het DB. Het DB bestaat uit de voorzitter en twee of meer andere leden die door en uit het AB zijn aangewezen. De aangewezen leden mogen niet allen afkomstig zijn van dezelfde deelnemer. Het AB is het hoogste orgaan en besluit over de belangrijkste zaken die de BSGR aangaan. Het is van groot belang dat alle deelnemers aan een samenwerkingsverband als de BSGR goed betrokken zijn en geïnformeerd worden. Daarom is bij de samenstelling van het AB uitgegaan van de representativiteitgedachte: elke deelnemer is in het AB vertegenwoordigd. Om recht te doen aan het grote schaalverschil tussen het hoogheemraadschap en de gemeentelijke deelnemers, heeft het hoogheemraadschap twee leden in het AB en de gemeenten elk één lid. De AB leden zijn afkomstig uit het college van D&H, respectievelijk de colleges van B&W. Het DB treedt op als het bevoegd gezag en ziet toe op het functioneren van de directeur, die eindverantwoordelijk is voor de uitvoeringsorganisatie. Het DB bestaat uit drie leden hetgeen gezien de taakstelling van het DB voldoende is. De belangen van de verschillende deelnemers lopen grotendeels parallel. Niettemin is uit oogpunt van bestuurlijk draagvlak bij de samenstelling van het DB rekening gehouden met de aanwezige schaalverschillen. Derhalve zit er in het DB één lid uit de groep grote gemeenten, één lid uit de groep kleine gemeenten en één lid van het hoogheemraadschap, waarbij elk lid één stem heeft. Voor de leden vanuit de gemeentelijke organisaties is een zittingsduur van 2 jaar afgesproken, gekoppeld aan een roulatiesysteem. Zeggenschapsverhoudingen Binnen het samenwerkingsverband zitten deelnemers die qua schaal behoorlijk verschillen. Bij uitbreiding van de samenwerking zal dit niet wezenlijk anders worden. Daarnaast bestaat het samenwerkingsverband uit een waterschap en gemeenten. Beide groeperingen hebben specifieke deelbelangen, waarbij ook de schaalgrootte een rol speelt, die met elkaar in harmonie georganiseerd moeten worden. Net als bij het DB is de zeggenschapsverhouding in het AB zo ingevuld dat er een goed evenwicht is tussen beide groeperingen, de samenwerkingsgedachte en de schaalverschillen die er zijn. Het hoogheemraadschap heeft, vertegenwoordigd door twee leden 45% van de stemmen in het AB, de gezamenlijke gemeenten hebben ieder één lid in het AB en gezamenlijk 55% van de stemmen. De verdeling van de 55% is daarbij zo gekozen dat ieder lid vanuit de grote gemeenten tweemaal zoveel stemmen heeft dan een lid vanuit de kleine gemeenten. De grens tussen een kleine en een grote gemeente ligt op 60.000 inwoners 3. Ongeacht de gecreëerde zeggenschapsverhouding blijft besluitvorming op basis van consensus het uitgangspunt. 2 Artikel 61 tot en met 72 Wgr zijn van toepassing op de regelingen tussen gemeenten en waterschappen; artikel 62 verklaart de artikelen 8 tot en met 29 van overeenkomstige toepassing. 3 Bijlage 3, Eindrapportage verdiepingsonderzoek belastingsamenwerking, 9 juni 2008. Rapportage besluitvoorbereidend onderzoek belastingsamenwerking 9

Een deelnemer kan menen ernstig in zijn belangen geschaad te worden door een door het AB genomen besluit. Hiervoor is uit oogpunt van zorgvuldigheid een herzieningsprocedure getroffen en in de GR opgenomen. Soms ook een gekwalificeerde meerderheid nodig Een aantal besluiten die binnen de GR kunnen vallen, dienen door het AB met een gekwalificeerde meerderheid genomen te worden. Dit betreft besluiten die van eminent belang voor de samenwerking en haar deelnemers zijn. In samenhang met de hiervoor beschreven zeggenschapsverhouding, is ervoor gekozen om bij besluiten omtrent toetreding, wijziging en opheffing van de GR uit te gaan van een gekwalificeerde meerderheid van 3/4 e. Ook de vaststelling van de begroting, de kostenverdeelsleutel en de jaarrekening vereist een versterkte meerderheid van 3/4 e. Voor een tweetal besluiten geldt, gezien de zwaarte van die besluiten, een unanimiteitsvereiste. Het betreft een besluit omtrent de wijziging van de taken van de GR en besluitvorming omtrent de bestuurssamenstelling en zeggenschapsverhouding. 3.2 INPASSING BODEGRAVEN-REEUWIJK De gemeente Bodegraven-Reeuwijk is met een omvang van 32.849 inwoners in termen van de GR en haar zeggenschapsverhoudingen een kleine gemeente. Toetreding van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk tot de GR zal niet leiden tot een wezenlijk ander samenspel van specifieke deelbelangen en schaalgrootte. De huidige vormgeving van de zeggenschap in het AB kan dan ook worden gecontinueerd: het Hoogheemraadschap heeft daarbij 45% van de stemmen in het AB, de gezamenlijke gemeenten 55%. Hierbij hebben de grote gemeenten (Gouda, Katwijk en Leiden) ieder tweemaal zoveel stemmen als één der kleine gemeenten (Bodegraven-Reeuwijk, Oegstgeest, Voorschoten, Wassenaar en Zoeterwoude). De stemverhouding binnen het AB wordt daarmee als volgt: het hoogheemraadschap, 2 leden met ieder 9 stemmen; 3 grote gemeenten (Gouda, Katwijk en Leiden) met ieder 4 stemmen; 5 kleine gemeenten (Bodegraven-Reeuwijk, Oegstgeest, Voorschoten, Wassenaar en Zoeterwoude) met ieder 2 stemmen. Tenslotte wordt Bodegraven-Reeuwijk opgenomen in het roulatieschema dat geldt voor de afvaardiging van de kleine gemeenten in het DB. Naast Bodegraven-Reeuwijk streeft de BSGR ernaar om per 1 januari 2013 ook de gemeente Katwijk toe te laten treden. Bij de bovenstaande presentatie van de zeggenschapsverhouding is hiermee reeds rekening gehouden. 3.3 BELEIDSVRIJHEID Binnen het domein van de belastingen blijft er beleidsvrijheid voor de individuele deelnemers. De vaststelling van het belastingbeleid, de te heffen belastingsoorten, de tarieven en de verordeningen blijven de zaak van de deelnemende organisaties. Om redenen van efficiency vindt er op het gebied van de uitvoeringsregels harmonisatie plaats. Dit betreft onder andere de data van de aanslagoplegging, de betaaltermijnen, de regels met betrekking tot kwijtschelding en bezwaar en beroep en het versturen van herinneringen en aanmaningen. De (oorspronkelijke) onderlinge verschillen zijn gering, zie hiervoor bijlage I: harmonisatieaspecten. Rapportage besluitvoorbereidend onderzoek belastingsamenwerking 10

Uit oogpunt van kwaliteits- en kennisborging wordt het proces van de beleidsvoorbereiding, inclusief het opstellen van modelverordeningen in beginsel aan het samenwerkingsverband over gelaten. Daar zijn immers de vakinhoudelijke medewerkers in dienst. Een en ander geschiedt in nauw overleg met de regiefunctionarissen van de deelnemers. 3.4 SPELREGELS BIJ UITTREDING Deelnemers kunnen te allen tijde besluiten om hen moverende redenen uit te treden. Om de continuïteit van de samenwerking te waarborgen ook uit oogpunt van personele zorg zijn er in de GR spelregels voor uittreding opgenomen; de condities waaraan een uittredende partij jegens de samenwerking moet voldoen zijn geformuleerd. Daarnaast verbindt een deelnemer zich bij toetreding eraan om niet binnen 5 jaar na datum toetreding uit te treden. 3.5 GESCHILLENREGELING Al eerder is er gesproken over een herzieningsprocedure. Het past goed bij een samenwerkingsgedachte om geschillen altijd eerst via onderling overleg op te lossen tussen een afvaardiging van het DB en een afvaardiging van het college waarmee het geschil bestaat. Leidt dit niet tot een positief resultaat dan wordt het verschil voorgelegd aan een nietbindend deskundigenadvies. Zowel het DB als het betreffende college benoemen een onafhankelijke deskundige, die gezamenlijk een derde deskundige benoemen. Gedrieën stellen ze een advies op. Indien ook het advies niet tot een oplossing leidt, staat de weg open naar het voorleggen van het geschil aan Gedeputeerde Staten dan wel de Gerechten die met betrekking tot het geschil bevoegd zijn. 3.6 REGIEVOERING DOOR DE DEELNEMERS Uit oogpunt van good governance dient er een onderscheid gemaakt te worden in de rollen van eigenaar (de besturen van de deelnemers), opdrachtgever (de ambtelijke top van de deelnemers) en opdrachtnemer (het samenwerkingsverband). De verhouding tussen eigenaar en opdrachtnemer wordt eenzijdig geregeld in de tekst van de GR en het eigenaarschap wordt verankerd en ingevuld door zitting te nemen in het AB. Toetreding tot de GR betekent acceptatie van de uniforme spelregels die getroffen zijn; individuele deelnemers kunnen deze spelregels niet veranderen. Om de relatie opdrachtnemer opdrachtgever te verankeren is gekozen voor een dienstverleningsovereenkomst (DVO); een overeenkomst tussen enerzijds de ambtelijke representanten van de deelnemers als opdrachtgever en anderzijds de directeur van de BSGR als opdrachtnemer. In de DVO zijn de voor alle deelnemers uniform geldende uitvoeringskaders, afspraken over de dienstverlening en de daarvoor geldende kwaliteitseisen en prestatie-indicatoren vastgelegd. Om toe te zien op de kwaliteit van de samenwerking en de communicatie tussen de samenwerking en Bodegraven-Reeuwijk te waarborgen, zal Bodegraven-Reeuwijk net als alle andere deelnemers een regiefunctionaris benoemen. Rapportage besluitvoorbereidend onderzoek belastingsamenwerking 11

4. Personele aspecten 4.1 PERSONELE FRICTIE In principe is er binnen de BSGR plek voor medewerkers van Bodegraven-Reeuwijk voor zover er sprake is aan behoefte aan meer personeel. Samenwerking tussen Bodegraven- Reeuwijk en de BSGR leidt tot een uitbreiding van de formatie van de BSGR met 4,25 fte. Bij Bodegraven-Reeuwijk zijn bij de belastingtaken die in de samenwerking worden betrokken 6,23 fte betrokken. Er is derhalve sprake van 1,98 fte qua taakomvang aan personele frictie, welke achterblijft in Bodegraven-Reeuwijk. Naar verwachting zijn er herplaatsingsmogelijkheden binnen Bodegraven-Reeuwijk, dit door vanaf het moment dat tot samenwerking is besloten, actief beleid te voeren; mogelijk treedt er ook natuurlijk verloop op. 4.2 ARBEIDSVOORWAARDEN De BSGR hanteert de cao van de gemeenten (CAR/UWO). Op dit gebied treedt voor het overkomend personeel van Bodegraven-Reeuwijk geen wijziging op. De vergelijking van de secundaire arbeidsvoorwaarden heeft geen opvallende verschillen opgeleverd ( bijlage II: vergelijking arbeidsvoorwaarden). 4.3 SOCIAAL PLAN / SOCIAAL STATUUT Er zal een sociaal plan worden opgesteld. Hierin worden de rechtspositie van medewerkers en een vangnet voor de personele gevolgen van de samenwerking tussen Bodegraven- Reeuwijk en de BSGR geregeld. Het af te sluiten sociaal plan zal gelden voor de medewerkers die overkomen naar de BSGR. Achterblijvende medewerkers vallen onder het vigerende lokale sociaal plan van Bodegraven-Reeuwijk. Het Georganiseerd Overleg (GO) en de Ondernemingsraad (OR) zullen worden geïnformeerd over het principebesluit. Daarna zal een Bijzondere Ondernemingsraad (BOR) en een Bijzonder Georganiseerd Overleg worden georganiseerd van Bodegraven-Reeuwijk en de BSGR gezamenlijk. Bij het opstellen van het sociaal plan zal worden voorgesteld het sociaal plan van de BSGR te blijven hanteren. Dit sociaal plan is recentelijk tot stand gekomen (november 2010) en toegespitst op de overgang van medewerkers naar de BSGR. Enkele uitgangspunten van dat sociaal plan zijn: mens volgt werk, waarbij de medewerker geacht wordt geschikt te zijn voor de functie als er sprake is van een volgfunctie; flankerend beleid; behoudt van salarisperspectieven en het recht op persoonsgebonden toelage onder de hiervoor reeds geldende voorwaarden; vergoedingsregeling reiskosten woon-werkverkeer reistijdvergoeding indien door standplaatswijziging de reisafstand woonwerkverkeer met meer dan 10 kilometer enkele reis toeneemt. 4.4 VACATUREBELEID Zoals hierboven aangegeven is er sprake van personele frictie. Uit sociaal oogpunt, maar ook vanwege het kostenaspect, wordt een afgestemd vacaturebeleid ingevoerd zodra het besluit is genomen om tot samenwerking over te gaan. Vacatures op het gebied van belastingen worden aan elkaar gemeld en gezamenlijk wordt nut en noodzaak van invulling afgewogen en tot openstelling besloten. Daar waar mogelijk wordt tot onderlinge uitlening van personeel over gegaan. Uitgangspunt bij openstelling is dat er gekozen wordt voor tijdelijke invulling, zodanig dat dit niet tot verstoring van de positie van de huidige werknemers leidt. Rapportage besluitvoorbereidend onderzoek belastingsamenwerking 12

Na de start van de samenwerking en het doorlopen van het plaatsingsproces (waarmee invulling wordt gegeven aan de 4,25 fte openstaande functies) worden medewerkers van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk voor vacatures van de BSGR als interne kandidaten aangemerkt. Rapportage besluitvoorbereidend onderzoek belastingsamenwerking 13

5. Taken en processen 5.1 UITVOERINGSTAKEN De BSGR kent een onderscheid in uitvoeringstaken in een standaardpakket: de taken die voor iedere deelnemer worden verzorgd en een pluspakket: taken die naar keuze door een deelnemer kunnen worden overgedragen. Binnen het standaardpakket vallen de taken met betrekking tot: de Wet WOZ; onroerend zaakbelasting; rioolrecht, inclusief grootverbruik; hondenbelasting; forensen en toeristenbelasting; precariobelasting; afvalstoffenheffing. Bodegraven-Reeuwijk kent nog een aantal aanvullende belastingtaken, te weten: de leges, de marktgelden en de begraafrechten. Vooralsnog heeft Bodegraven-Reeuwijk er niet voor gekozen deze als pluspakket bij de BSGR onder te brengen. Een en ander zal in het licht van de positionering van de taken op het gebied van vergunningen, handhaving en toezicht door Bodegraven-Reeuwijk nader worden bezien. De BSGR verzorgt in mandaat het integrale uitvoeringsproces dat bij de belastingtaken uit het standaardpakket behoort. Hiertoe behoren alle taken die Bodegraven-Reeuwijk op grond van de Wet WOZ behoort uit te voeren, de aanslagoplegging, de invordering (met inbegrip van de dwanginvordering), het afhandelen van de kwijtscheldingsverzoeken, de behandeling van de bezwaren en beroepen en beleidsvoorbereiding. De handhaving- en toezichtfunctie zal, uit oogpunt van efficiencyoverwegingen door Bodegraven-Reeuwijk zelf uitgevoerd blijven worden. Tot de uitvoeringstaken op grond van de Wet WOZ behoort ook het beheer van de WOZ databank als moederadministratie (basisregistratie WOZ) door de BSGR voor Bodegraven- Reeuwijk. De BAG als basisadministratie blijft bij Bodegraven-Reeuwijk. De BSGR gebruikt de landelijke voorzieningen die voor de diverse basisregistraties aanwezig zijn. 5.2 COMMUNICATIE MET DE BELASTINGPLICHTIGE De communicatie met de belastingplichtige verloopt zoveel mogelijk digitaal, hiertoe is een digitale balie opgezet. De BSGR heeft verder een Front office die als 1 e -lijnscontact moet dienen. Achterliggende grond is dat hierdoor een betere afstemming tussen 1 e -lijns en 2 e -lijns werkzaamheden binnen de BSGR kan plaats vinden. In overleg met de gemeentelijke deelnemers is deze werkwijze zodanig ingevuld dat dit geen afbreuk hoeft te doen aan de ambities van Bodegraven-Reeuwijk op het gebied van het antwoord -concept. Bij de aanslagoplegging wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van een gecombineerd aanslagbiljet. Dat wil zeggen één biljet met daarop de heffingen die vanuit de verschillende deelnemers aan het betreffende subject worden opgelegd, inclusief, indien van toepassing, de WOZ-beschikkingen aangaande dat subject. In de communicatie wordt actief aandacht besteed aan het gegeven dat de BSGR de belastingtaken voor in casu Bodegraven- Reeuwijk uitvoert. Bodegraven-Reeuwijk zal rondom het moment van de eerste aanslagoplegging richting de burger specifieke aandacht geven over de overgang van de werkzaamheden naar de BSGR. Rapportage besluitvoorbereidend onderzoek belastingsamenwerking 14

5.3 HARMONISATIE Zoals in paragraaf 3.3 beleidsvrijheid aangegeven, vindt er op het gebied van de uitvoeringsregels harmonisatie plaats. Dit betreft onder andere de data van de aanslagoplegging, de betaaltermijnen, de regels met betrekking tot kwijtschelding en bezwaar en beroep en het versturen van herinneringen en aanmaningen. De (oorspronkelijke) onderlinge verschillen zijn gering, zie hiervoor bijlage I: harmonisatieaspecten. Daar waar verschillen optreden, zijn zodanige oplossingen gekozen dat de voordelen in termen van lagere kosten en publieksvriendelijkheid zoveel mogelijk opwegen tegen nadelen in termen van renteverlies. 5.4 OVER TE DRAGEN WERKVOORRAAD EN GEGEVENSBESTANDEN Bij de overgang van de werkzaamheden van Bodegraven-Reeuwijk naar de BSGR wordt uitgegaan van het principe schoon over. De over te dragen bestanden, de kwaliteit van de (her)taxaties en voortgang in de werkprocessen moeten dusdanig zijn dat er geen sprake is van een extra belasting van de BSGR om een en ander op regulier niveau te krijgen. Ruim voor het transitieproces wordt gestart (hoofdstuk 8), worden er kentallen benoemd ter vaststelling van de kwaliteit van de belasting- en waarderingsgegevens en voor de vaststelling van de acceptabele werkvoorraden. Tevens wordt ten aanzien van de bestanden een proefconversie uitgevoerd. Op basis van de resultaten van de eerste metingen zal Bodegraven-Reeuwijk aanvullende maatregelen treffen om bij de transitie zelf schoon door de poort te gaan. Rapportage besluitvoorbereidend onderzoek belastingsamenwerking 15

6. Financiële aspecten 6.1 OVERWEGINGEN, UITGANGSPUNTEN EN WERKWIJZE Overwegingen en uitgangspunten Financieel gezien heeft de samenwerking de doelstelling om een kostenvoordeel te behalen. Gezamenlijk is het efficiënter en dus goedkoper de verschillende belastingtaken uit te voeren. Samenwerking levert niet alleen een kostenvoordeel op voor Bodegraven-Reeuwijk, maar ook voor de al bestaande deelnemers van de BSGR. In totaliteit besparen Bodegraven- Reeuwijk en de deelnemers binnen de BSGR op termijn 454k met de samenwerking. Ten aanzien van de financiële aspecten zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: Bodegraven-Reeuwijk krijgt dezelfde uitgangspositie zoals die gehanteerd is voor de oorspronkelijke deelnemers; het voordeel dat voor de bestaande deelnemers gerealiseerd wordt, wordt gelijkelijk over die deelnemers verdeeld; voor het overige wordt de oorspronkelijke kostenverdeling onverkort gehanteerd. Met dezelfde uitgangspositie wordt bedoeld dat Bodegraven-Reeuwijk ten aanzien van de structurele situatie eenzelfde minimale besparing gegarandeerd krijgt en de kosten sociaal plan niet apart worden doorberekend. De projectkosten die éénmalig (incidenteel) optreden als gevolg van de toetreding van Bodegraven-Reeuwijk dienen door Bodegraven-Reeuwijk zelf gedragen te worden. Structurele kosten Door samenwerking binnen de BSGR zullen de structurele uitvoeringskosten van de belastingtaken uit de reguliere begroting van Bodegraven-Reeuwijk vervangen worden door de deelnemersbijdrage die Bodegraven-Reeuwijk aan de BSGR verschuldigd is. Daarnaast zullen er binnen de structurele begroting van Bodegraven- Reeuwijk posten getroffen zijn voor de uitvoering van handhaving- en toezichtstaken en de regiefunctionaris. Incidentele kosten Naast bovengenoemde structurele kosten, zullen er ook incidentele kosten gemaakt worden. Het gaat hier om de kosten met betrekking tot de transitie van de taken (projectkosten), kosten die samenhangen met het sociaal plan en frictiekosten personeel en desintegratie van overhead. Bij de zelf te dragen incidentele kosten worden ook de kosten gerekend die in Bodegraven- Reeuwijk achterblijven als gevolg van het overbrengen van de belastingtaken (desintegratie). Deze kosten vinden immers hun oorsprong in door Bodegraven-Reeuwijk in het verleden zelf genomen beslissingen. Daarnaast heeft Bodegraven-Reeuwijk zelf de mogelijkheden in handen om deze kosten te beïnvloeden. Werkwijze Op basis van door Bodegraven-Reeuwijk aangeleverde kentallen, is door de BSGR geïnventariseerd op welke vlakken de begroting van de BSGR structureel moet worden bijgesteld. Ook is een inventarisatie en op sommige onderdelen een inschatting van de incidentele kosten gemaakt. Vanuit de bijgestelde BSGR-begroting zijn vervolgens de deelnemersbijdragen, inclusief de Bodegraven-Reeuwijkse, berekend. Hierbij zijn de hierboven genoemde overwegingen en uitgangspunten en de kostenverdeelsleutel (zie hierna) gehanteerd. Rapportage besluitvoorbereidend onderzoek belastingsamenwerking 16

Voor de huidige deelnemers is inzichtelijk gemaakt wat de deelnemersbijdrage is met en zonder Bodegraven-Reeuwijk als deelnemer. Tenslotte is voor Bodegraven-Reeuwijk een kostenvergelijking opgesteld die het verschil laat zien tussen zelf doen oftewel de kosten van de over te dragen belastingtaken in de Bodegraven-Reeuwijkse begroting en de vastgestelde deelnemersbijdrage. 6.2 BEGROTING BSGR EN KOSTENVERDELING INCLUSIEF BODEGRAVEN- REEUWIJK Begroting BSGR Uitgaande van volledige samenwerking met Bodegraven-Reeuwijk in 2013 is becijferd welke effecten er binnen de BSGR optreden. Het benodigde budget komt nu uit op: begroting BSGR exclusief Bodegraven-Reeuwijk begroting BSGR inclusief Bodegraven- Reeuwijk toename begroting BSGR programma Waarderen 3.958.457 4.371.843 programma Heffen 3.152.407 3.037.058 programma Invorderen 2.634.941 2.704.597 standaardpakket 9.745.805 10.113.498 367.693 pluspakket 182.269 182.269 0 totaal begroting 9.928.074 10.295.767 367.693 De uitbreiding van de activiteiten en de daarmee gepaarde kosten voor de BSGR zitten met name op het gebied van het Waarderen (2,25fte). Op de overige programma s vindt een zeer beperkte (kosten)uitbreiding plaats (1fte voor bezwaar en beroepszaken, 1 fte voor invorderingsactiviteiten en uitvoeringskosten zoals automatisering en drukwerk). Meerjarig ontstaat voor de BSGR het volgende beeld: 2012 2013 2014 2015 2016 deelnemersbijdragen cf begroting 2012 10.332.223 10.359.652 10.004.699 9.975.351 9.939.825 waarvan incidenteel 600.000-431.578-71.052-35.526- structurele deelnemersbijdragen 9.732.223 9.928.074 9.933.647 9.939.825 9.939.825 toename door deelname Bodegraven-Reeuwijk 367.693 367.693 367.693 367.693 structurele deelnemersbijdragen incl Bodegraven-Reeuwijk 9.732.223 10.295.767 10.301.340 10.307.518 10.307.518 incidentele posten 600.000 431.578 71.052 35.526 0 totale deelnemersbijdragen incl Bodegraven- Reeuwijk 10.332.223 10.727.345 10.372.392 10.343.044 10.307.518 Kostenverdeling inclusief Bodegraven-Reeuwijk De BSGR heeft voor het standaardpakket een kostenverdeelsleutel gekozen die recht doet aan het principe dat naarmate een deelnemer meer werk genereert voor de BSGR, deze ook een groter deel van de begroting van de BSGR doorbelast krijgt. Dit heeft geleid tot een kostenverdeelsleutel gebaseerd op de elementen: aantal aanslagregels, aantal aanslagbiljetten en aantal objecten. Het onverkort toepassen van die elementen in de verdeelsleutel leidt voor een aantal deelnemers tot ongewenste effecten. Derhalve is de Rapportage besluitvoorbereidend onderzoek belastingsamenwerking 17

oorspronkelijke bijdrage van het hoogheemraadschap van Rijnland gefixeerd op het procentuele aandeel van de formatie die door Rijnland ingebracht is. Daarnaast is afgesproken vanuit het belang dat zoveel mogelijk organisaties toe gaan treden om voor elke deelnemer een besparing te garanderen, hetgeen geleid heeft tot een matigende correctie. Tenslotte is aan de gemeente Zoeterwoude het besparingsvoordeel gegarandeerd dat zij hadden bereikt door de (recentelijke) uitbesteding van hun belastingtaken aan de gemeente Leiden. Ten aanzien van de kosten van een ingebracht pluspakket is besloten dat de inbrengende deelnemer alle bijkomende kosten van het ingebrachte pluspakket zelf draagt. Toepassing van de kostenverdeelsleutel, daarbij rekening houdend met de in paragraag 6.1 geformuleerde uitgangspunten geeft het volgende beeld: kostenverdeling exclusief Bodegraven- Reeuwijk kostenverdeling inclusief Bodegraven- Reeuwijk besparing huidige deelnemers incidentele posten totale deelnemers 2013 bijdrage Rijnland 3.605.425 3.517.938 87.487 156.238 3.674.176 Gouda 1.618.966 1.574.453 44.513 62.495 1.636.948 Katwijk 760.887 760.887 24.454 785.341 Leiden 2.301.030 2.241.645 59.385 99.556 2.341.201 Oegstgeest 416.297 405.879 10.418 18.026 423.905 Voorschoten 480.092 468.502 11.590 20.807 489.309 Wassenaar 544.775 531.495 13.280 23.604 555.099 Zoeterwoude 200.602 200.602 200.602 Bodegraven-Reeuwijk 594.365 26.397 620.762 totaal begroting 9.928.074 10.295.766 226.673 431.577 10.727.343 De huidige deelnemers besparen door toetreding van Bodegraven-Reeuwijk jaarlijks circa 227k, zo n 2,5%. Deze besparing wordt direct al vanaf 2013 gerealiseerd. Voor Gouda valt de procentuele besparing iets lager uit doordat er alleen een besparing gerealiseerd wordt op het standaardpakket en niet op het pluspakket. Voor Zoeterwoude tenslotte wordt geen besparing gerealiseerd. Dit laatste omdat de bijdrage van Zoeterwoude op basis van de ongecorrigeerde kostenverdeelsleutel nog steeds hoger uit zou komen dan de afgesproken (gegarandeerde) bijdrage voor Zoeterwoude. Een nadere berekening van de deelnemersbijdrage is opgenomen in bijlage III: overzicht deelnemersbijdragen. 6.3 FINANCIEEL EFFECT BODEGRAVEN-REEUWIJK Voor Bodegraven-Reeuwijk is geanalyseerd welke structurele kosten binnen de huidige begroting zijn gemoeid met de over te dragen belastingtaken. Daarnaast is de omvang van de incidentele lasten bepaald, deze bestaande uit desintegratiekosten, frictiekosten, projectkosten en additionele implementatiekosten. Desintegratiekosten ontstaan omdat Bodegraven-Reeuwijk niet per direct alle overhead kan afbouwen die vanuit de Bodegraven-Reeuwijkse organisatie aan de belastingtaken wordt toegerekend en derhalve (gedeeltelijk) zou moeten vervallen. Er wordt de stelregel gehanteerd dat de desintegratie in drie jaar moet worden afgebouwd. Hetzelfde geldt voor de frictiekosten die samenhangen met de afbouw van bovenformatitiviteit die ontstaat. Tenslotte dient Bodegraven-Reeuwijk rekening te houden met projectkosten en additionele implementatiekosten, eenmalige kostenposten die samenhangen met de transitiewerkzaamheden en de start binnen de BSGR. Rapportage besluitvoorbereidend onderzoek belastingsamenwerking 18

alle bedragen x 1.000 2012 2013 2014 2015 2016 lasten bij zelf doen 853 853 853 853 853 lasten bij uitvoering door BSGR 621 599 596 594 brutovoordeel Bodegraven-Reeuwijk 0 232 254 257 259 projectkosten 75 afbouw overhead 240 160 80 frictiekosten (afbouw bovenformativiteit) 85 57 28 regiefunctionaris (0,4 fte) 32 32 32 32 nettovoordeel Bodegraven-Reeuwijk 75-125- 5 117 227 6.4 TOEKOMSTIGE ONTWIKKELINGEN De samenwerking tussen Bodegraven-Reeuwijk en de BSGR leidt tot een verstevigde positie van de BSGR in de regio Hollands Midden en dan met name de zuidvleugel. Hierdoor wordt de BSGR voor steeds meer gemeenten een interessante partij om mee te gaan samenwerken. En zoals de samenwerking met Bodegraven-Reeuwijk al laat zien, zal dit leiden tot realisatie van voordelen voor zowel de aansluitende als de bestaande deelnemers van de BSGR. Daarbij kan tevens in ogenschouw genomen worden dat de BSGR een recent gestarte organisatie is waarbinnen door een goede sturing nog efficiencyvoordelen te behalen zijn. Doordat bij toekomstige aansluiting de omvang van de organisatie toeneemt, zullen deze efficiencyvoordelen makkelijker te realiseren zijn. Rapportage besluitvoorbereidend onderzoek belastingsamenwerking 19

7. Risicoparagraaf In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de belangrijkste risico s waarmee in het proces van totstandkoming van de samenwerking tussen Bodegraven-Reeuwijk en de BSGR rekening moet worden gehouden. Alle risico s zijn geïnventariseerd en in bijlage IV worden deze risico s beschreven, alsmede de aard en omvang van het risico in termen van beheersaspecten (tijd, geld en kwaliteit), de kans dat het risico optreedt en de impact van het risico. De belangrijkste risico s die optreden zitten in het bestuurlijk besluitvormingsaspect en het overleg met de vakbonden. Er zal goede sturing moeten plaatsvinden om deze trajecten tijdig te laten verlopen. Daarnaast zal het conversietraject de nodige aandacht vergen. Rapportage besluitvoorbereidend onderzoek belastingsamenwerking 20

8. Vervolgproces 8.1 DE PROCESLIJNEN Doelstelling van de samenwerking is om deze te starten per 1 januari 2013. Met andere woorden vanaf dat moment worden alle taken voor Bodegraven-Reeuwijk door de BSGR uitgevoerd. Om dit te bereiken zullen er in de aanloop naar 1 januari 2013 verschillende activiteiten moeten worden uitgevoerd. Deze activiteiten voeren langs drie lijnen: besluitvorming; personele traject; werkprocessen. In bijlage V is een gedetailleerd planningsoverzicht opgenomen. Besluitvorming Met deze rapportage is de onderzoeksfase afgerond. Op basis van dit voorliggende besluitvoorbereidende onderzoek kan het traject van de besluitvorming door het college van B&W van Bodegraven-Reeuwijk en het Dagelijks bestuur van de BSGR met tussentijdse advisering door de ondernemingsraden nu starten. Voorstel is toe te werken naar een principebesluit in april, direct daarop gevolgd door een definitief besluit. Vervolgens kan de samenwerking voorgelegd worden aan de Gemeenteraad van Bodegraven-Reeuwijk (begin juli) respectievelijk de gemeenteraden van de deelnemers en het Algemeen bestuur van de BSGR (gericht op een eindbeslissing in juni 2012). Om ervoor te zorgen dat er eenduidige besluiten worden genomen, zal deze rapportage dienen als een gezamenlijk en eensluidend voorstel aan de besturen. In deze rapportage wordt gevraagd om een ja tegen de samenwerking door toetreding van Bodegraven- Reeuwijk tot de Gemeenschappelijke Regeling, vaststelling van de kostenverdeelsleutel en voor Bodegraven-Reeuwijk een bijdrage in de projectkosten. Eind 2012 zal de Gemeenteraad van Bodegraven-Reeuwijk de reguliere belastingverordeningen moeten vaststellen waarbij rekening is gehouden met de harmonisatieafspraken. Ook zal eind 2012 in de raden de aangepaste tekst van de Gemeenschappelijke regeling aan de orde komen. Personele traject De eerste stap op het personele vlak is de hierboven aangehaalde advisering van de ondernemingsraden aangaande de samenwerking volgend op het principebesluit van de besturen. Nadat de Gemeenteraden en het Algemeen bestuur hun instemming hebben verleend, kunnen de onderhandelingen over het te voeren sociaal plan met het de vakbonden (het Bijzonder georganiseerd overleg) over het sociaal plan starten. Na verkregen accoord over het sociaal plan kan het plaatsingsproces plaatsvinden. Doelstelling is het doorlopen van het plaatsingsplan tot en met de voorlopige plaatsing en de daaropvolgende bedenkingenprocedure voor december 2012. Zodoende kan het personeel tijdig van hun definitieve plaatsing op de hoogte worden gesteld (december 2012). Werkprocessen Om tempo in het samenwerkingsproces te houden kunnen parallel aan het besluitvormingstraject al voorbereidende werkzaamheden worden uitgevoerd. Het gaat hier om activiteiten in het kader van schoon over die geen onomkeerbare beslissingen in zich hebben, zolang er nog geen definitief ja vanuit de Gemeenteraden gegeven is. Bodegraven- Reeuwijk blijft tot en met juni 2012 zelf nog alle reguliere uitvoeringsprocessen doen. Rapportage besluitvoorbereidend onderzoek belastingsamenwerking 21