Toelichting op APV artikelen Voetbal

Toelichting op APV artikelen Voetbal Het auditteam Voetbalvandalisme heeft de aanbeveling gedaan om in de gemeentelijke APV een afdeling 'Betaald Voetbal' op te nemen met daarin artikelen betreffende: de definitie van Betaald Voetbal, vergunningverlening, ordeverstoring, opvolgen bevelen (bevel politie), reguleren supporterstromen, alcohol bij risicowedstrijden (kan ook in convenant), eventueel gebiedsontzegging en het aanwijzen van veiligheidsrisicogebieden. In de stuurgroep bestrijding voetbalvandalisme is afgesproken dat de VNG zorgt voor model afdeling Voetbal voor de APV. Daartoe zijn APV s van verschillende voetbalgemeenten 1 doorgenomen. Een concept versie is op 20 juli besproken in een workshop met gemeenteambtenaren. Dit heeft geleid tot bijgaand overzicht van APV artikelen. Niet alle artikelen zijn in een paragraaf Voetbal opgenomen. Artikelen die een reikwijdte hebben die verder gaat dan alleen voetbal dienen elders in de APV opgenomen te worden. Onderstaand overzicht bestaat uit ten eerste een paragraaf Voetbal en ten tweede een aantal algemene artikelen. Voor zover mogelijk wordt verwezen naar artikelen uit de Model APV van de VNG. Onderwerpen die in het convenant kunnen worden geregeld, zoals bijvoorbeeld risico categorisering of verstrekken van alcohol zijn niet in het onderstaand model opgenomen. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft een Model convenant ontwikkeld. Uniformiteit Doelstelling van dit model is enerzijds te stimuleren dat de bestuursrechtelijke mogelijkheden die er zijn worden opgenomen in de gemeentelijke APV s. Anderzijds biedt uniformiteit van de gemeentelijke Voetbal APV s duidelijkheid naar de partners als politie, KNVB, clubs en niet te vergeten de supporters. Versie: Voor u ligt de versie 15 december 2006 Toekomstige aanpassingen Bijgaand document is geen statisch document. Ontwikkelingen kunnen leiden tot aanpassing van de Model APV Voetbal. Een aantal ontwikkelingen die in de nabije toekomst kunnen leiden tot aan aanpassingen zijn: Meldingsplicht - gekoppeld aan het stadionomgevingsverbod In het concept wetsontwerp over gebiedsverbod bij overlast is ook de mogelijkheid opgenomen tot het bestuursrechtelijk opleggen van een meldingsplicht. Meer informatie: www.minbzk.nl of www.vng.nl >> OOV De KNVB is voornemens om in januari een voetbalwet te presenteren 1 Almelo, Amsterdam, Arnhem, Den Haag, Enschede, Groningen, Heerenveen, Nijmegen, Rotterdam, Tilburg, Utrecht, Waalwijk, Almere, Apeldoorn, Doetinchem, Emmen, Leeuwarden, Oss, Sittard-Geleen, Veendam, Velsen, Venlo, Zwolle

Inhoud Afdeling 1 Betaald voetbalwedstrijden... 3 Artikel 1. Begripsomschrijvingen... 3 Artikel 2 Vergunningplicht of Kennisgeving... 3 Mogelijkheid 1: Artikel 2 Vergunningplicht... 3 Artikel 2a Indienen aanvraag... 3 Artikel 2b Weigeringsgronden... 3 Mogelijkheid 2: Artikel 2 Kennisgeving... 4 Toelichting:... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Artikel 3 Ordeverstoring... 4 Toelichting... 4 Toelichting... 4 Artikel 5 Onnodig opdringen, uitdagend gedrag e.d bij een betaald voetbalwedstrijd... 4 Toelichting... 4 Artikel 6 Stadionomgevingsverbod... 5 Toelichting... 5 Artikel 7 Verwijderingsplicht voetbalsupporters... 5 Artikel 8 Supportersstromen... 5 Algemene artikelen... 6 2.1.1.1. Samenscholing en ongeregeldheden... 6 2.2.3. Ordeverstoring (evenement)... 6 2.4.7. Hinderlijk gedrag... 6 2.4.8. Hinderlijk drankgebruik... 6 2.8.1. Bestuurlijke ophouding... 6 Toelichting... 7 Artikel bestuurlijke ophouding... 7 2.9.1. Veiligheidsrisicogebieden... 7 4.2.2. Natuurlijke behoefte doen... 8 Bijlage Beleidsregels stadionomgevingsverboden... 9

Afdeling 1 Betaald voetbalwedstrijden Artikel 1. Begripsomschrijvingen In deze afdeling wordt verstaan onder: 1. organisator: a) de betaaldvoetbalorganisatie [naam BVO], indien het betreft een voetbal wedstrijd waarbij het eerste elftal van de betaaldvoetbalorganisatie [naam BVO] als thuisspelende ploeg betrokken is; b) de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond, indien het betreft een voetbalwedstrijd tussen voetbalorganisaties afkomstig van buiten de gemeente [gemeentenaam], waarbij tenminste één betaaldvoetbalorganisatie is betrokken, dan wel in geval van wedstrijden tussen vertegenwoordigende elftallen; c) degene die buiten de gevallen genoemd onder 1 en 2 een voetbalwedstrijd organiseert, waarbij tenminste één betaaldvoetbalorganisatie is betrokken. 2. voetbalwedstrijd: een voetbalwedstrijd georganiseerd door een organisator als bedoeld onder lid 1. 3. stadion: het voetbalstadion gelegen aan [adres voetbalstadion], onder de omgeving wordt verstaan [aanduidingen straatnamen] Artikel 2 Vergunningplicht of Kennisgeving Toelichting In de verschillende APV s zijn twee mogelijkheden uitgewerkt om de gang van zaken rond wedstrijden in het betaald voetbal te reguleren: een vergunningsplicht of een meldingsplicht. Beide mogelijkheden zijn hieronder uitgewerkt. De keuze voor één van beide opties heeft juridische consequenties: Een vergunning geeft het gemeentebestuur de mogelijkheid om de BVO per afgegeven vergunning voorschriften te stellen. Het afgeven of het weigeren van een vergunning is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. De BVO, maar ook andere belanghebbenden, kunnen tegen de vergunning of de weigering ervan een formeel bezwaarschrift indienen, en vervolgens in beroep bij de rechter. Bij een meldingsplicht hoeft de BVO alleen op tijd aan het gemeentebestuur te laten weten dat er een wedstrijd in het betaald voetbal gaat plaatsvinden. In de APV kan worden geregeld dat er bij de melding bepaalde gegevens moeten worden geleverd. Anders dan bij een vergunning kan het college van B&W niet na ontvangst van de melding nadere voorschriften stellen. Daar staat tegenover dat het college ook geen besluit hoeft te nemen in de zin van de Algemene wet bestuursrecht, en minder snel in juridische procedures verzeild raakt. Gemeenten kiezen vaak voor een meldingsplicht als afspraken over de details rond een wedstrijd al zijn vastgelegd in een convenant tussen gemeente en BVO, dat tot tevredenheid van beide partijen wordt nageleefd. Nadere voorschriften per wedstrijd of reeks wedstrijden zijn dan minder hard nodig. Mogelijkheid 1: Artikel 2 Vergunningplicht 1. Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een voetbalwedstrijd te organiseren 2. Een vergunning als bedoeld in het eerste lid kan meerdere wedstrijden betreffen. Artikel 2a Indienen aanvraag In de aanvraag om een vergunning en in de vergunning wordt in ieder geval vermeld: a) de gegevens van de organisator; b) de deelnemende voetbalorganisaties; c) de geplande datum, tijdstip en locatie van de wedstrijden. Artikel 2b Weigeringsgronden De burgemeester kan een vergunning als bedoeld in artikel 2 weigeren in het belang van: a) de openbare orde; b) het voorkomen of beperken van overlast; c) de verkeersveiligheid of de veiligheid van personen of goederen; d) de zedelijkheid of gezondheid.

Mogelijkheid 2: Artikel 2 Kennisgeving 1. De organisator is verplicht schriftelijk kennisgeving te doen aan de burgemeester ten minste dertig dagen voor de vastgestelde speeldag van een voetbalwedstrijd; 2. Indien een kennisgeving, gelet op het tijdstip waarop de speeldatum wordt vastgesteld, niet vier weken tevoren kan worden gedaan, dient de organisator van de na de vaststelling van de speeldatum hiervan onmiddellijk de burgemeester schriftelijk in kennis te stellen, maar in ieder geval één week voor de speeldatum. 3. De burgemeester kan ontheffing verlenen van de onder 1 bepaalde termijn. 4. De kennisgeving als bedoeld in het eerste lid kan meer dan één wedstrijd betreffen. 5. De burgemeester kan, met betrekking tot een voetbalwedstrijd, aan de organisator daarvan voorschriften opleggen in het belang van de openbare orde en veiligheid. 6. De burgemeester kan het doen spelen van een voetbalwedstrijd verbieden: a) uit vrees voor het ontstaan van ernstige verstoring van de openbare orde; b) indien de krachtens het vijfde lid opgelegde voorschriften niet worden nageleefd; c) indien geen of niet tijdig schriftelijke kennisgeving is gedaan als bedoeld in het tweede lid. 7. Het is verboden een voetbalwedstrijd te doen spelen, wanneer een verbod, als bedoeld in het zesde lid, is uitgevaardigd. Artikel 3 Ordeverstoring Het is verboden bij een voetbalwedstrijd als bedoeld in artikel 1, lid 2 de orde te verstoren. Toelichting De VNG is van plan om één algemeen artikel van deze strekking in de model-apv op te nemen. Artikel 4 Opvolgen aanwijzingen Een ieder is verplicht bij een voetbalwedstrijd alle aanwijzingen van ambtenaren van politie en brandweer in het belang van openbare orde of veiligheid terstond en stipt op te volgen. Toelichting De VNG is van plan om één algemeen artikel van deze strekking in de model-apv op te nemen. Artikel 5 Onnodig opdringen, uitdagend gedrag e.d bij een betaald voetbalwedstrijd 1. Het is verboden bij een voetbalwedstrijd onnodig op te dringen, door uitdagend gedrag aanleiding te geven tot wanordelijkheden of wanordelijkheden te veroorzaken. 2. Vanaf 4 uur voor het vastgestelde begin van een voetbalwedstrijd tot 4 uur na afloop van een voetbalwedstrijd is het verboden messen, knuppels, slagwapens of andere voorwerpen die als wapen kunnen worden gebruikt, mee te voeren opdat de openbare orde of veiligheid in gevaar komt of kan komen. Toelichting Deze bepaling heeft ten doel de openbare orde of veiligheid bij een betaaldvoetbalwedstrijd te waarborgen. De bepaling is voornamelijk preventief van aard, in die zin dat hiermee voorkomen kan worden dat (dreigende) situaties uit de hand lopen. Hiertoe is in het eerste lid onder andere opgenomen, dat het verboden is door uitdagend gedrag aanleiding te geven tot wanordelijkheden. Hierbij moet worden gedacht aan de situatie waarin één of meerdere supporters anderen met bijvoorbeeld opruiende taal of gebaren uitlokken tot ordeverstorend gedrag. Het in het tweede lid gestelde verbod is aanvullend op het verbod op het dragen van wapens zoals vastgelegd in de Wet wapens en munitie. Het lid is ruim geformuleerd zodat het ook toegepast kan worden wanneer uit gedragingen blijkt dat voorwerpen zoals bijvoorbeeld takken van bomen, broekriemen of paraplu s als wapen dreigen te worden gebruikt. Gemeenten met deze ruime geformuleerde bepaling hebben daar vaak profijt van. Bij een conflict worden de meest rare voorwerpen als wapen gebruikt.

Artikel 6 Stadionomgevingsverbod De burgemeester kan aan een persoon in het belang van de openbare orde schriftelijk het verbod opleggen zich op te houden in de omgeving van het stadion vanaf 4 uur voor het vastgestelde aanvangstijdstip tot 4 uur na afloop van voetbalwedstrijden van de organisator. Het verbod geldt voor een bepaalde periode welke niet langer is dan 2 jaar. Toelichting Het stadionomgevingsverbod is een vrijheidsberovende maatregel. In het belang van de openbare orde kan de burgemeester een stadionomgevingsverbod opleggen. Voor de toepassing van het stadionomgevingsverbod is het noodzakelijk dat in beleidsregels wordt aangegeven op welke grond kan worden overgegaan tot het opleggen van een stadionomgevingsverbod en hoe wordt omgegaan met specifieke omstandigheden. Als bijlage zijn de veralgemeniseerde beleidsregels van de gemeente Nijmegen opgenomen. Artikel 7 Verwijderingsplicht voetbalsupporters Personen, die zich door kleding, uitrusting of gedraging manifesteren als voetbalsupporters, en niet in het bezit zijn van een geldig toegangsbewijs voor de voetbalwedstrijd dan wel tegen wie het vermoeden bestaat dat zij voornemens zijn de orde te verstoren, zijn verplicht zich op een daartoe strekkend bevel van een ambtenaar van politie met inachtneming van diens aanwijzingen, naar een in het bevel aangegeven plaats, dan wel buiten de gemeentegrenzen te begeven. Dit artikel is geïnspireerd door de Handreiking Noodbevoegdheden van de VNG. In deze Handreiking is er een model opgenomen op basis waarvan een verwijderingsbevel kan worden gegeven ex artikel 175 van de Gemeentewet. De toepassing van dit artikel geeft hetzelfde resultaat als het verwijderingsbevel volgens dit model. Gemeenten die regelmatig te maken hebben met risicovolle voetbalwedstrijden in beginsel de raadsverordening de aangewezen weg is om deze gebeurtenissen te reguleren. Met dit artikel kunnen supporters worden aangepakt die geen stadionverbod hebben en die van buiten de gemeenten komen. Met dit artikel kan worden ingegrepen in acute situaties waarbij door supporters van zowel de eigen club of een club van buiten de gemeente de openbare orde (dreigt te worden) wordt verstoord. Artikel 8 Supportersstromen 1. Al degenen die behoren tot de supportersaanhang van een bezoekende betaald voetbalclub en dat door bijvoorbeeld kleding, uitrusting, gedragingen of anderszins kenbaar maken en in het bezit zijn van een geldig toegangsbewijs voor de te bezoeken wedstrijd zijn verplicht in omstandigheden als bedoeld in artikel 175 van de Gemeentewet om hun weg naar het stadion te vervolgen zodra ze de gemeente bereiken. 2. Al degenen die behoren tot de supportersaanhang van een bezoekende betaald voetbalclub en dat door bijvoorbeeld kleding, uitrusting, gedragingen of anderszins kenbaar maken zijn verplicht in omstandigheden als bedoeld in artikel 175 van de Gemeentewet om direct na afloop van de wedstrijd te vertrekken uit de gemeente. 3. Al degenen die behoren tot de supportersaanhang van een bezoekende betaald voetbalclub en dat door bijvoorbeeld kleding, uitrusting, gedragingen of anderszins kenbaar maken en niet in het bezit zijn van een geldig toegangsbewijs voor de wedstrijd alsmede op een of andere wijze de openbare orde verstoren of dreigen te verstoren dan wel racistisch gedrag vertonen of racistische uitlatingen doen zijn verplicht zich in omstandigheden als bedoeld in artikel 175 van de Gemeentewet op eerste aanzegging van de politie buiten de gemeentegrenzen te begeven in de door de politie aan te geven route en richting, behalve indien zij woonachtig zijn in de gemeente [gemeentenaam].

Algemene artikelen Naast een paragraaf Voetbal verdient het aanbeveling een aantal artikelen van meer algemene strekking in de APV op te nemen. Geadviseerd wordt ter bestrijding van Voetbalvandalisme in ieder geval de volgende artikelen op te nemen in de APV. Bij verreweg de meeste gemeenten zal dat overigens al het geval zijn. Deze artikelen komen uit de Model-Algemeen Plaatselijke Verordening van de VNG. (meer informatie: www.modelverordeningen.nl) 2.1.1.1. Samenscholing en ongeregeldheden 1. Het is verboden op de weg deel te nemen aan een samenscholing, onnodig op te dringen of door uitdagend gedrag aanleiding te geven tot wanordelijkheden. 2. Eenieder, die op de weg aanwezig is bij enig voorval waardoor er wanordelijkheden ontstaan of dreigen te ontstaan, of bij een tot toeloop van publiek aanleiding gevende gebeurtenis waardoor er wanordelijkheden ontstaan of dreigen te ontstaan, dan wel zich bevindt in of aanwezig is bij een samenscholing, is verplicht op een daartoe strekkend bevel van een ambtenaar van politie zijn weg te vervolgen of zich in de door hem aangewezen richting te verwijderen. 3. Het is verboden zich te begeven of te bevinden op terreinen, wegen of weggedeelten die door of vanwege het bevoegd gezag in het belang van de openbare veiligheid of ter voorkoming van wanordelijkheden zijn afgezet. 4. De burgemeester kan ontheffing verlenen van het in het derde lid gestelde verbod. 5. Het bepaalde in de voorgaande leden geldt niet voor betogingen, vergaderingen en godsdienstige en levensbeschouwelijke samenkomsten als bedoeld in de Wet openbare manifestaties. 2.2.3. Ordeverstoring (evenement) Het is verboden bij een evenement de orde te verstoren. 2.4.7. Hinderlijk gedrag 1. Het is verboden: a. op of aan de weg te klimmen of zich te bevinden op een beeld, monument, overkapping, constructie, openbare toiletgelegenheid, voertuig, hekheining of andere afsluiting, verkeersmeubilair en daarvoor niet bestemd straatmeubilair; b. zich op of aan de weg zodanig op te houden dat aan weggebruikers of bewoners van nabij de weg gelegen woningen onnodig overlast of hinder wordt veroorzaakt. 2. Het verbod geldt niet voorzover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel 424, 426bis of 431 van het Wetboek van Strafrecht of artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994. 2.4.8. Hinderlijk drankgebruik 1. Het is verboden op de weg, die deel uitmaakt van een door het college aangewezen gebied, alcoholhoudende drank te nuttigen of aangebroken flessen, blikjes en dergelijke met alcoholhoudende drank bij zich te hebben. 2. Het bepaalde in het eerste lid geldt niet voor: a. een terras dat behoort bij een horecabedrijf, als bedoeld in artikel 1 van de Drank- en Horecawet; b. de plaats, niet zijnde een horecabedrijf, als bedoeld onder a, waarvoor een ontheffing geldt krachtens artikel 35 van de Drank en Horecawet. 2.8.1. Bestuurlijke ophouding De burgemeester kan overeenkomstig artikel 154a van de Gemeentewet besluiten tot het tijdelijk doen ophouden van door hem aangewezen groepen van personen op een door hem aangewezen plaats indien deze personen het bepaalde in artikel... of... van de Algemene plaatselijke verordening... / de Verordening... groepsgewijs niet naleven.

Toelichting De gemeentewet biedt de mogelijkheid tot bestuurlijke ophouding, dit dient dan wel in de gemeentelijke APV te worden opgenomen. Artikel bestuurlijke ophouding 1. De burgemeester is bevoegd door hem aangewezen personen die de verplichting, bedoeld in het eerste, tweede en derde lid niet naleven overeenkomstig artikel 154a van de Gemeentewet tijdelijk te doen ophouden op een door hem aangewezen plaats, indien dit nodig is ter voorkoming van voortzetting of herhaling van de niet-naleving en de naleving redelijkerwijs niet op andere geschikte wijze kan worden verzekerd. 2. De bevoegdheid, bedoeld in het tweede lid, omvat mede de bevoegdheid om deze personen over te laten brengen naar een door de burgemeester aangewezen plaats Aan de uitvoerbaarheid van dit artikel kleven een groot aantal praktische bezwaren en procedurele eisen. De Raad van State heeft op 9 augustus uitspraak gedaan over bestuurlijke ophouding in de gemeente Almelo bij de wedstrijd Heracles Almelo PSV. (zaaknummer: 200601729/1) Uitspraak Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State, 9/8/06. Hoger beroep Burgemeester van Almelo. Rechtsoverweging 2.4.1: De afdeling volgt de stelling van de burgemeester dat de noodverordening wel degelijk de reden van haar vaststelling afdoende vermeld, zoals verplicht volgens art. 176, lid 1 Gemeentewet. De preambule van de noodverordening vermeldt dat die wordt ingesteld uit vrees voor ernstige wanordelijkheden zoals bedoeld in artikel 175, lid 1 Gemeentewet, en dat is voldoende. De rechtbank is er ten onrechte van uitgegaan dat de feitelijke grondslag waarop die vrees was gebaseerd in de noodverordening zou moeten worden vermeld. De afdeling kan voor die opvatting in art. 176 of elders in de Gemeentewet geen steun vinden. R.o. 2.5.1.: Artikel 175, lid 1 Gemeentewet impliceert dat de burgemeester beoordelingsvrijheid toekomt, en: De rechter kan de aanwending daarvan slechts terughoudend toetsen. Hij dient te beoordelen of de burgemeester, op het moment dat hij de noodverordening vaststelde -13 augustus 2005 omstreeks 15.00 uur-, in redelijkheid tot het oordeel kon komen dat er sprake was van ernstige vrees voor het ontstaan van ernstige wanordelijkheden. R.o. 2.5.3.: de afdeling meent dat de burgemeester, gezien de in r.o. 2.5.2. opgenoemde feiten, in redelijkheid naar de noodverordening heeft kunnen grijpen. De afdeling laat doorschemeren dat de rechtbank niet terughoudend genoeg is geweest (te veel op de stoel van het bestuur is gaan zitten) bij het inhoudelijk toetsen van het oordeel van de burgemeester op dat moment, o.a. door te overwegen dat er op het moment van het inroepen van de noodverordening (nog) geen sprake was van wanordelijkheden en ook niet van provocerend gedrag. R.o. 2.6.1.: Uit artikel 139, lid 1 Gemeentewet volgt dat ook een noodverordening moet worden bekendgemaakt. Artikel 176, lid 1 Gemeentewet ontslaat wel van de plicht om te publiceren (vastgelegd in artikel 139, lid 2 Gemeentewet), maar niet van zoiets fundamenteels als de plicht tot bekendmaking. R.o. 2.6.2.: Mededelen aan het dienstdoend hoofd van politie dat de noodverordening in werking treedt is geen bekendmaking: degenen tot wie de noodverordening zich richt, in dit geval de PSVsupporters op het terras, moeten kennis kunnen nemen van de vaststelling en normen van de noodverordening die hen bindt. R.o. 2.6.3. De noodverordening is niet deugdelijk bekendgemaakt en dus niet in werking getreden. R.o. 2.7. Zelfs als de bekendmaking wel in orde geweest, was het besluit gesneuveld. De burgemeester heeft volgens de afdeling nl. nog twee steken laten vallen: de noodverordening dient te vermelden welke onderdelen ervan door bestuurlijke ophouding kunnen worden gehandhaafd (volgt uit art. 176a, lid 2 aanhef en onder a) en dat was hier niet het geval. Verder is artikel 154a, lid 5 niet nageleefd: kennelijk is de betrokkenen niet de gelegenheid gegeven om alsnog aan het overtreden voorschrift te voldoen, voordat tot ophouding werd overgegaan. 2.9.1. Veiligheidsrisicogebieden De burgemeester kan overeenkomstig artikel 151b van de Gemeentewet bij verstoring van de openbare orde door de aanwezigheid van wapens, dan wel bij ernstige vrees voor het ontstaan

daarvan, een gebied, met inbegrip van de daarin gelegen voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven, aanwijzen als veiligheidsrisicogebied. 4.2.2. Natuurlijke behoefte doen Het is verboden binnen de bebouwde kom op of aan de weg zijn natuurlijke behoefte te doen buiten een daarvoor bestemde inrichting of plaats.

Bijlage Beleidsregels stadionomgevingsverboden Beleidsregels Op grond van artikel [5] van de APV kan de burgemeester in het belang van de openbare orde aan een persoon schriftelijk het verbod opleggen zich op te houden in de omgeving van het stadion vanaf 4 uur voor het vastgestelde aanvangstijdstip tot 4 uur na afloop van voetbalwedstrijden. Het verbod geldt voor een bepaalde periode en is niet langer dan twee jaar. Indien een persoon de openbare orde in het stadion of in de omgeving van het stadion heeft verstoord en daarvoor een privaatrechtelijk stadionverbod heeft gekregen, krijgt deze persoon, indien aan de onderstaande voorwaarden daarvoor is voldaan, tevens een bestuursrechtelijk stadionomgevingsverbod opgelegd. Het verbod kan ook worden opgelegd aan een persoon aan wie een strafrechtelijk stadionverbod is opgelegd. Indien er een stadionomgevingsverbod wordt opgelegd als aanvulling op een strafrechtelijk stadionverbod of wegens verstoring van de openbare orde zonder dat dit heeft geleid tot het opleggen van een (privaatrechtelijk dan wel strafrechtelijk) stadionverbod, zullen bij het opleggen van een stadionomgevingsverbod deze beleidsregels analoog worden toegepast. Onder de omgeving van het stadion wordt op grond van artikel [1, lid 3], van de APV verstaan het gebied dat wordt omsloten door de [aanduiding staatnamen] In afwijking van dit gebied geldt als gebied waarvoor een stadionomgevingsverbod kan worden opgelegd het gebied dat wordt omsloten door [aanduiding staatnamen] Indien de persoon aan wie het stadionomgevingsverbod gegeven wordt in het gebied woont of werkt waarvoor het stadionomgevingsverbod geldt, wordt het gebied zodanig aangepast dat die persoon een aanlooproute heeft naar en van zijn woning of werklocatie. Binnen tien weken na oplegging van het stadionverbod wordt het stadionomgevingsverbod opgelegd. Een persoon wordt in de gelegenheid gesteld zijn of haar zienswijze naar voren te brengen voordat het stadionomgevingsverbod wordt opgelegd. In de beschikking wordt duidelijk aangegeven voor welk tijdvak het stadionomgevingsverbod geldt en op grond van welke feiten een stadionomgevingsverbod wordt opgelegd. Een stadionomgevingsverbod geldt voor een bepaalde termijn en derhalve voor alle wedstrijden, ongeacht het risicoprofiel van die wedstrijden, in dat tijdvak. Wanneer door de KNVB of [naam BVO] wordt besloten tot oplegging van een voorwaardelijk stadionverbod wordt daarbij aansluitend eveneens een voorwaardelijk stadionomgevingsverbod opgelegd. Of naast een stadionverbod tevens een stadionomgevingsverbod wordt opgelegd hangt af van de ernst van de gedraging. Wanneer een stadionomgevingsverbod wordt opgelegd correspondeert de duur van het verbod met de duur van het stadionverbod volgens de richtlijn Termijn Stadionverbod KNVB. In onderstaand schema wordt weergegeven wanneer en voor hoelang er een stadion- (afgekort SV) en een stadionsomgevingsverbod (afgekort SOV) wordt opgelegd. Gedraging Maanden SV Maanden SOV Overtreding van de wet ID 3 - Opgeven valse naam 3 - Overtreding APV 6 6 Voorhanden hebben en/of afsteken vuurwerk 6 - Poging tot binnendringen van het stadion 6 - Poging tot brandstichting met geringe gevaarzetting 6 6 Baldadigheid 6 - Niet voldoen aan bevel of verordening 6 6 Valsheid in geschrifte 6 - Belediging 6 - Diefstal of verduistering in of rond het stadion 6 6 Vernieling of beschadiging 6 6

Openbare dronkenschap in of rond het stadion 6 6 Overtreding van de Opiumwet 6 6 Beledigen van een ambtenaar in functie 9 6 Verkopen van toegangskaarten in strijd met de 9 - standaardvoorwaarden Bezit of verkoop illegale kaarten 9 - Opruiing 12 12 Verspreiding discriminerende uitlatingen 12 12 Huisvredebreuk/lokaalvredebreuk 12 12 Brandstichting met geringe gevaarzetting 12 12 Wederspannigheid 12 12 Bedreiging 12 12 Mishandeling 12 12 Overtreding van de Wet Wapens en Munitie 12 12 Gooien van voorwerpen 12 12 Openlijke geweldpleging met geringe gevaarzetting, geringe 12 12 letsel of geringe schade Schaden aan het aanzien en/of belang van het voetbal 12 - Poging tot brandstichting met ernstige gevaarzetting 24 24 Poging mishandeling met zwaar lichamelijk letsel ten gevolge 24 24 c.q. zware mishandeling Betreden van het speelveld (erfvredebreuk) 24 - Binnendringen van het stadion met geweld 24 24 Bedreiging van personen die belast zijn met de kaartcontrole of 24 24 handhaven van de orde Openlijke geweldpleging met ernstige gevaarzetting en/of 24 24 ernstige schade Vernieling met ernstige gevolgen 24 24 Afsteken van een vuurwerkbom 24 24 Mishandeling met zwaar lichamelijk letsel ten gevolge c.q. 36 24 zware mishandeling Betreden speelveld middels geweld 36 - Brandstichting met ernstige gevaarzetting 36 24 Poging doodslag 36 24 Deelneming aan een aanval of een vechtpartij 36 24 Mishandeling met de dood ten gevolg 48 24 Doodslag 48 24 Deelneming aan aanval of vechtpartij met de dood ten gevolge 48 24 De politie is belast met de actieve handhaving van het stadionomgevingsverbod.