< Klik op het!-teken voor de schrijfwijzer ChristenUnie Villa Dotterbloem 49 5146 AA WAALWIJK ons kenmerk Z15-003980 uw schrijven 5 maart 2015 e-mail vzondag@waalwijk.nl doc.nr. RSO-15-0099797 uw kenmerk telefoonnummer 0416 683717 verzonden 2 april 2015 onderwerp behandeld door Mevr. V.G.H. Zondag *15-0099797* Beantwoording schriftelijke vragen ex art. 37 RvO beantwoording schriftelijke vraag o.g.v. art 37 RvO/ artikel Brabants Dagblad De Leest Geachte heer van Helden, U heeft ons op 5 maart 2015 vragen gesteld op basis van artikel 37 van het Reglement van Orde. Hieronder vindt u in cursief uw vragen met daaronder onze antwoorden. Onderhoudsplan en kosten Is de gemeente Waalwijk als eigenaar/verhuurder van De Leest alleen verantwoordelijk voor de opstal van het gebouw of voor het totale gebouw inclusief de inrichting? De gemeente Waalwijk is als eigenaar/ verhuurder van De Leest verantwoordelijk voor de opstal van het gebouw, het groot onderhoud aan het gebouw en de nagelvaste zaken. Qua inrichting is de gemeente verantwoordelijk voor o.a. het binnenschilderwerk en vloerbedekking. De verdere inrichting en inventaris is de verantwoordelijkheid van Theater de Leest. Is het bij u bekend dat er naar aanleiding van een wetswijziging zaken die in het artikel genoemd worden, moeten worden aangepast? Het is niet bekend wanneer er nieuwe richtlijnen verschijnen en wat deze nieuwe richtlijnen precies in zullen houden. Er wordt al langer gesproken over nieuwe richtlijnen en er worden gesprekken gevoerd tussen stichting Arbo& Podiumkunsten, een aantal leveranciers en keuringsinstanties. Daar komen wellicht nieuwe richtlijnen uit. Als dat zo is, weet u om welke kosten dit gaat? Zie antwoord vraag 2, het is nog niet bekend wat deze nieuwe richtlijnen precies in zullen houden en welke kosten dit met zich meebrengt. Vraag 4
Zijn er buiten de trekwanden nog meer zaken welke binnen enkele jaren groot onderhoud vergen? Zo ja, welke en wat zijn de verwachten kosten? Antwoord 4 Met Theater de Leest is er een onderhoudsplan voor het gebouw en een meerjareninvesterings plan voor de inrichting overeengekomen waarin de grote investeringen over de komende jaren worden verdeeld. Hiervoor heeft de gemeente ook krediet gereserveerd. Vraag 5 Is er een onderhoudsplan met daaraan gekoppeld een financiële paragraaf van waaruit deze kosten kunnen worden betaald? Antwoord 5 Ja, zie antwoord vraag 4. Kleine zaal Wat als de benodigde 500.000 niet wordt binnengehaald? Wie is voor het tekort verantwoordelijk? De Leest is hiervoor zelf verantwoordelijk. Wij hebben aangegeven dat wij maximaal 2,5 miljoen bijdragen aan het bouwen van de kleine zaal. Wanneer Theater de Leest de benodigde 500.000 niet binnen haalt, zullen zij sommige inrichtingszaken later uitvoeren of versoberen. Is er al met de aannemer onderhandeld voor een sponsorbijdrage? Zo ja, hoe groot is het bedrag? Zo nee, waarom is er nog geen gesprek geweest en wanneer gaat dit gesprek plaatsvinden? Ja, de komende 3 jaar betaalt de aannemer een bedrag van 7.500 per jaar. Er is destijds afgesproken dat er namens de gemeente Waalwijk een deskundige het verloop van de bouwactiviteiten zou volgen. Bent u door deze deskundige of iemand anders geïnformeerd over deze achterstand in de financiering en de gevolgen ervan? Ja, in de stuurgroep wordt de stand van zaken besproken. In deze stuurgroep is ook de gemeente vertegenwoordigd. Social Return Graag worden wij geïnformeerd over de aanpak en het resultaat van deze toezegging? In het bestek is opgenomen dat de aannemer 5% van de aanneemsom inzet voor social return. Dit betekent een bedrag van 103.788. Op dit moment staat er 151.693 aan social return ingepland en daarvan is inmiddels 95.000 gerealiseerd. Deze inzet wordt geleverd door mensen vanuit Wet Werk en Bijstand en WW, BBL- leerlingen, stagiaires,
leerwerkplaatsen en leermeestercontact aan te bieden. Ook ten aanzien van onderaannemers is 5% opgenomen in inkoopopdracht. Wij gaan ervan uit u hiermede voldoende geïnformeerd te hebben. Hoogachtend, HET COLLEGE VAN WAALWIJK, de secretaris, de burgemeester, J.H. Lagendijk drs. A.M.P. Kleijngeld
< Klik op het!-teken voor de schrijfwijzer ChristenUnie Villa Dotterbloem 49 5146 AA WAALWIJK ons kenmerk Z15-003980 uw schrijven 5 maart 2015 e-mail vzondag@waalwijk.nl doc.nr. RSO-15-0099797 uw kenmerk telefoonnummer 0416 683717 verzonden 2 april 2015 onderwerp behandeld door Mevr. V.G.H. Zondag *15-0099797* Beantwoording schriftelijke vragen ex art. 37 RvO beantwoording schriftelijke vraag o.g.v. art 37 RvO/ artikel Brabants Dagblad De Leest Geachte heer van Helden, U heeft ons op 5 maart 2015 vragen gesteld op basis van artikel 37 van het Reglement van Orde. Hieronder vindt u in cursief uw vragen met daaronder onze antwoorden. Onderhoudsplan en kosten Is de gemeente Waalwijk als eigenaar/verhuurder van De Leest alleen verantwoordelijk voor de opstal van het gebouw of voor het totale gebouw inclusief de inrichting? De gemeente Waalwijk is als eigenaar/ verhuurder van De Leest verantwoordelijk voor de opstal van het gebouw, het groot onderhoud aan het gebouw en de nagelvaste zaken. Qua inrichting is de gemeente verantwoordelijk voor o.a. het binnenschilderwerk en vloerbedekking. De verdere inrichting en inventaris is de verantwoordelijkheid van Theater de Leest. Is het bij u bekend dat er naar aanleiding van een wetswijziging zaken die in het artikel genoemd worden, moeten worden aangepast? Het is niet bekend wanneer er nieuwe richtlijnen verschijnen en wat deze nieuwe richtlijnen precies in zullen houden. Er wordt al langer gesproken over nieuwe richtlijnen en er worden gesprekken gevoerd tussen stichting Arbo& Podiumkunsten, een aantal leveranciers en keuringsinstanties. Daar komen wellicht nieuwe richtlijnen uit. Als dat zo is, weet u om welke kosten dit gaat? Zie antwoord vraag 2, het is nog niet bekend wat deze nieuwe richtlijnen precies in zullen houden en welke kosten dit met zich meebrengt. Vraag 4
Zijn er buiten de trekwanden nog meer zaken welke binnen enkele jaren groot onderhoud vergen? Zo ja, welke en wat zijn de verwachten kosten? Antwoord 4 Met Theater de Leest is er een onderhoudsplan voor het gebouw en een meerjareninvesterings plan voor de inrichting overeengekomen waarin de grote investeringen over de komende jaren worden verdeeld. Hiervoor heeft de gemeente ook krediet gereserveerd. Vraag 5 Is er een onderhoudsplan met daaraan gekoppeld een financiële paragraaf van waaruit deze kosten kunnen worden betaald? Antwoord 5 Ja, zie antwoord vraag 4. Kleine zaal Wat als de benodigde 500.000 niet wordt binnengehaald? Wie is voor het tekort verantwoordelijk? De Leest is hiervoor zelf verantwoordelijk. Wij hebben aangegeven dat wij maximaal 2,5 miljoen bijdragen aan het bouwen van de kleine zaal. Wanneer Theater de Leest de benodigde 500.000 niet binnen haalt, zullen zij sommige inrichtingszaken later uitvoeren of versoberen. Is er al met de aannemer onderhandeld voor een sponsorbijdrage? Zo ja, hoe groot is het bedrag? Zo nee, waarom is er nog geen gesprek geweest en wanneer gaat dit gesprek plaatsvinden? Ja, de komende 3 jaar betaalt de aannemer een bedrag van 7.500 per jaar. Er is destijds afgesproken dat er namens de gemeente Waalwijk een deskundige het verloop van de bouwactiviteiten zou volgen. Bent u door deze deskundige of iemand anders geïnformeerd over deze achterstand in de financiering en de gevolgen ervan? Ja, in de stuurgroep wordt de stand van zaken besproken. In deze stuurgroep is ook de gemeente vertegenwoordigd. Social Return Graag worden wij geïnformeerd over de aanpak en het resultaat van deze toezegging? In het bestek is opgenomen dat de aannemer 5% van de aanneemsom inzet voor social return. Dit betekent een bedrag van 103.788. Op dit moment staat er 151.693 aan social return ingepland en daarvan is inmiddels 95.000 gerealiseerd. Deze inzet wordt geleverd door mensen vanuit Wet Werk en Bijstand en WW, BBL- leerlingen, stagiaires,
leerwerkplaatsen en leermeestercontact aan te bieden. Ook ten aanzien van onderaannemers is 5% opgenomen in inkoopopdracht. Wij gaan ervan uit u hiermede voldoende geïnformeerd te hebben. Hoogachtend, HET COLLEGE VAN WAALWIJK, de secretaris, de burgemeester, J.H. Lagendijk drs. A.M.P. Kleijngeld
< Klik op het!-teken voor de schrijfwijzer ChristenUnie Villa Dotterbloem 49 5146 AA WAALWIJK ons kenmerk Z15-003980 uw schrijven 5 maart 2015 e-mail vzondag@waalwijk.nl doc.nr. RSO-15-0099797 uw kenmerk telefoonnummer 0416 683717 verzonden 2 april 2015 onderwerp behandeld door Mevr. V.G.H. Zondag *15-0099797* Beantwoording schriftelijke vragen ex art. 37 RvO beantwoording schriftelijke vraag o.g.v. art 37 RvO/ artikel Brabants Dagblad De Leest Geachte heer van Helden, U heeft ons op 5 maart 2015 vragen gesteld op basis van artikel 37 van het Reglement van Orde. Hieronder vindt u in cursief uw vragen met daaronder onze antwoorden. Onderhoudsplan en kosten Is de gemeente Waalwijk als eigenaar/verhuurder van De Leest alleen verantwoordelijk voor de opstal van het gebouw of voor het totale gebouw inclusief de inrichting? De gemeente Waalwijk is als eigenaar/ verhuurder van De Leest verantwoordelijk voor de opstal van het gebouw, het groot onderhoud aan het gebouw en de nagelvaste zaken. Qua inrichting is de gemeente verantwoordelijk voor o.a. het binnenschilderwerk en vloerbedekking. De verdere inrichting en inventaris is de verantwoordelijkheid van Theater de Leest. Is het bij u bekend dat er naar aanleiding van een wetswijziging zaken die in het artikel genoemd worden, moeten worden aangepast? Het is niet bekend wanneer er nieuwe richtlijnen verschijnen en wat deze nieuwe richtlijnen precies in zullen houden. Er wordt al langer gesproken over nieuwe richtlijnen en er worden gesprekken gevoerd tussen stichting Arbo& Podiumkunsten, een aantal leveranciers en keuringsinstanties. Daar komen wellicht nieuwe richtlijnen uit. Als dat zo is, weet u om welke kosten dit gaat? Zie antwoord vraag 2, het is nog niet bekend wat deze nieuwe richtlijnen precies in zullen houden en welke kosten dit met zich meebrengt. Vraag 4
Zijn er buiten de trekwanden nog meer zaken welke binnen enkele jaren groot onderhoud vergen? Zo ja, welke en wat zijn de verwachten kosten? Antwoord 4 Met Theater de Leest is er een onderhoudsplan voor het gebouw en een meerjareninvesterings plan voor de inrichting overeengekomen waarin de grote investeringen over de komende jaren worden verdeeld. Hiervoor heeft de gemeente ook krediet gereserveerd. Vraag 5 Is er een onderhoudsplan met daaraan gekoppeld een financiële paragraaf van waaruit deze kosten kunnen worden betaald? Antwoord 5 Ja, zie antwoord vraag 4. Kleine zaal Wat als de benodigde 500.000 niet wordt binnengehaald? Wie is voor het tekort verantwoordelijk? De Leest is hiervoor zelf verantwoordelijk. Wij hebben aangegeven dat wij maximaal 2,5 miljoen bijdragen aan het bouwen van de kleine zaal. Wanneer Theater de Leest de benodigde 500.000 niet binnen haalt, zullen zij sommige inrichtingszaken later uitvoeren of versoberen. Is er al met de aannemer onderhandeld voor een sponsorbijdrage? Zo ja, hoe groot is het bedrag? Zo nee, waarom is er nog geen gesprek geweest en wanneer gaat dit gesprek plaatsvinden? Ja, de komende 3 jaar betaalt de aannemer een bedrag van 7.500 per jaar. Er is destijds afgesproken dat er namens de gemeente Waalwijk een deskundige het verloop van de bouwactiviteiten zou volgen. Bent u door deze deskundige of iemand anders geïnformeerd over deze achterstand in de financiering en de gevolgen ervan? Ja, in de stuurgroep wordt de stand van zaken besproken. In deze stuurgroep is ook de gemeente vertegenwoordigd. Social Return Graag worden wij geïnformeerd over de aanpak en het resultaat van deze toezegging? In het bestek is opgenomen dat de aannemer 5% van de aanneemsom inzet voor social return. Dit betekent een bedrag van 103.788. Op dit moment staat er 151.693 aan social return ingepland en daarvan is inmiddels 95.000 gerealiseerd. Deze inzet wordt geleverd door mensen vanuit Wet Werk en Bijstand en WW, BBL- leerlingen, stagiaires,
leerwerkplaatsen en leermeestercontact aan te bieden. Ook ten aanzien van onderaannemers is 5% opgenomen in inkoopopdracht. Wij gaan ervan uit u hiermede voldoende geïnformeerd te hebben. Hoogachtend, HET COLLEGE VAN WAALWIJK, de secretaris, de burgemeester, J.H. Lagendijk drs. A.M.P. Kleijngeld