activiteitenrapport 2005 FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN Algemene Directie Crisiscentrum



Vergelijkbare documenten
Verstoring van de elektriciteitsbevoorrading

Noodplanning, civiele veiligheid en crisisbeheer in België

Verstoring van de elektriciteitsbevoorrading. Pieter Wynant. Projectbeheerder Crisiscentrum

Crisiscentrum. Activiteitenrapport I 2006

Algemene Directie. Algemene Directie Crisiscentrum. Crisiscentrum Jurgen Volckaert

Voorstelling van de algemene directie en uiteenzetting van de krachtlijnen

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

U weet nu wat u moet doen bij een Seveso-ongeval!

KONINKLIJK BESLUIT VAN 24 APRIL 2014 TOT VASTSTELLING VAN DE MINIMALE INHOUD

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FOD Binnenlandse Zaken A.D. Civiele Veiligheid

NOODPLANNEN NIP - ANIP - BNIP - MONODISCIPLINAIR

Onderstaande tabel geeft een overzicht van het personeelsbestand, verdeeld over de

Algemeen Raad van beheer Intern crisisteam Eerste interventieploeg Aantal personeelsleden 17

Rampenbestrijding: actoren, regelgeving en bevoegdheden

Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken Algemene Directie Crisiscentrum Geïntegreerde permanentie

NOOD- EN INTERVENTIEPLANNEN

KONINKLIJK BESLUIT VAN 16 FEBRUARI 2006 BETREFFENDE DE NOOD- EN INTERVENTIEPLANNEN. (B.S ) Eerste deel BEPALINGEN BETREFFENDE NOODPLANNING

KONINKLIJK BESLUIT VAN 28 MAART 2007 BETREFFENDE EEN FEDERAAL KENNISCENTRUM VOOR DE CIVIELE VEILIGHEID. (B.S )

Functiebeschrijving Ambtenaar noodplanning Gemeente Puurs

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk

KONINKLIJK BESLUIT VAN 25 APRIL 2014 BETREFFENDE DE MINIMALE ADMINISTRATIEVE

FUNCTIEBESCHRIJVING. Directeur van de sociale departementen A7 Directeur. Sociale departementen Hoofdzetel

FIRE PROTECTION CONSULTANTS

Functiefamilie ET Thematische experten

20 JULI BOUDEWIJN, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, ONZE GROET.

Aanbevelingen van de Dienst Veiligheid en Interoperabiliteit van de Spoorwegen (DVIS)

UITVOERING AANBEVELINGEN VAN DE ONDERZOEKSCOMMISSIE OVER 22 MARCH AANSLAGEN

Veiligheidsportaal. OSR Organisatie Snelle Redding LIVE LImburgssysteem voor de VEiligheid OSR Organisation de Secours Rapide

TITEL I OPRICHTING VAN EEN INTERN VERZELFSTANDIGD AGENTSCHAP "INTERNE AUDIT VAN DE VLAAMSE ADMINISTRATIE"

Verslag aan de Provincieraad

Syntheserapport. Opleiding crisiscommunicatie voor de lokale overheden

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 30 september

MINISTERIE VAN VERKEER EN INFRASTRUCTUUR

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit moet begrepen worden onder :

Functiefamilie AS Strategisch adjuncten

Draaiboek voor een geïntegreerde aanpak van

Noodplanning in scholen. Theorie

VR DOC.0227/1BIS

Algemene Directie Instellingen en bevolking

INLEIDING. Wat is het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting?

Klantgericht Betrouwbaar Veilig Efficiënt Doeltreffend Integraal Wendbaar Open Digitaal Inclusief Duurzaam

Geïntegreerd statistisch programma 2017 van het Interfederaal Instituut voor de Statistiek

ANIP Provincie Antwerpen 21/04/2011 ACTIEKAARTEN

Nationale strategie voor alarmeringstesten van de bevolking. BE-Alert

Functiebeschrijving: Begrotingsadviseur

Oprichting van een gemeenschappelijke interne dienst voor preventie en bescherming op het werk

Observatorium voor Gezondheid en Welzijn OPERATIONEEL PLAN

FOD Binnenlandse Zaken A.D. Civiele Veiligheid

Crisiscentrum. Activiteitenrapport I 2007

Publicatie : Inwerkingtreding :

Ziekenhuisnoodplannen. Werkgroep Wetgeving

VLAAMSE RAAD VOOR WETENSCHAPSBELEID

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

Activiteitenverslag van het Beheerscomité van het Seveso-en het Nucleair Fonds

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

KONINKLIJK BESLUIT VAN 25 APRIL 2014 TOT VASTSTELLING VAN DE MINIMALE INHOUD

DEEL I. ACTIES en VERPLICHTE DOELSTELLINGEN

INTERN REGLEMENT VAN HET AUDITCOMITÉ

AFDELING 4. HET STUURORGAAN VLAAMS INFORMATIE- EN ICT-BELEID

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, in het bijzonder artikel 5, 1 en 92bis;

Projectoproep Kankerplan Actie 24 : Wetenschappelijke analyse in de onco-geriatrie

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 betreffende de Brusselse Instellingen, inzonderheid op de artikelen 42 en 63;

Tweede Kamer der Staten-Generaal

HET FENOMEEN TERRORISME

DEELNAME AAN NATIONALE RADEN EN COMITÉS

BUIZINGEN GEZIEN VANUIT HENEGOUWEN. Getuigenis van het beheer na de acute fase

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

LESSONS LEARNED. Factoren die het crisisbeheer hebben beïnvloed. ONTPLOFFING RUE LEOPOLD in LUIK OP 27 JANUARI 2010

Betreft: aanvraag van het Departement Financiën en Begroting tot aanpassing van de beraadslaging RR nr. 45/2009 van 15 juli 2009 (RN-MA )

De Directie Verkiezingen

2. Samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten betreffende de bestendiging van het armoedebeleid

Bijlage 2: Overzicht activiteiten ter versterking communicatie en informatievoorziening in de grensregio s

Functiebeschrijving: Directeur audit

De doelstellingen van directie en personeel worden expliciet omschreven in een beleidsplan en worden jaarlijks beoordeeld door de directie.

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOODPLANNING KB 16/02/2006 MO 26/10/2006. Definities. Doel: Bevoegde overheid. Actualiseren Instrument Harmoniseren

Functiebeschrijving Kapitein

Communiceren is beheren! Praktische fiches voor burgemeesters in crisiscommunicatie. Bijlage van de Leidraad Crisiscommunicatie

Federale Overheidsdienst Justitie Sectorcomité III

Rol: Maatschappelijk assistent

LESSONS LEARNED THEMA S

Federaal Plan Armoedebestrijding. Reactie van BAPN vzw. Belgisch Platform tegen Armoede en Sociale Uitsluiting EU /11/2012

Het Intern Noodplan. BrandPreventie-Dossier.be. Een praktische toelichting. Weet wat te doen bij brand!!

Standaard informatie voor de aanvraag tot goedkeuring van een GEMEENSCHAPPELIJKE DIENST VOOR FYSISCHE CONTROLE

VR DOC.0432/1

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

FUNCTIE/ORGAAN: Directeur

INTERN REGLEMENT VAN HET AUDITCOMITÉ

Functiebeschrijving: Communicatieverantwoordelijke

Bijlage Samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten betreffende de bestendiging van het armoedebeleid

PARAATHEID ORBP- infomoment Meerlaagse Waterveiligheid

PROCEDURE SWAVR_P01 OPMAAK EN INDIENEN VAN EEN SWA-VR

GEMEENTERAAD. Ontwerpbesluit. Bestemd voor: Commissie Algemene Zaken, Intercommunales en Bevolking

Competentieprofiel deskundige ICT

Statuten. Diensten van de Eerste minister

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 21 december

Rampenprotocol Euregio Scheldemond

CODES AANREKENINGEN FOD Binnenlandse Zaken

Transcriptie:

activiteitenrapport 2005 FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN Algemene Directie Crisiscentrum

1 Woord vooraf 5 2 Opdrachten en organisatie 7 2.1 Opdrachten 8 2.2 Organisatie 9 2.3 Middelen 12 2.3.1 Personeel 12 2.3.2 Budget 13 2.4 Management 14 2.4.1 Operationeel plan 14 2.4.2 Kritische Prestatie Indicatoren 14 2.4.3 Voortzetting van de moderniseringsprojecten 15 2.4.4 Communicatiebeleid 15 3 Noodplanning 19 3.1 Risico identificatie 20 3.2 Noodplanning op nationaal niveau 21 3.2.1 Nationaal noodplan natuurrampen 24 3.2.2 Naar een nationaal noodplan voor het seismologisch risico 25 3.2.3 Nationaal noodplan besmettelijke dierenziekten 26 3.2.4 Nationaal noodplan pandemie 26 3.2.5 Nationaal noodplan luchtvaartongevallen 27 3.2.6 Nationaal nucleair en radiologisch noodplan 28 3.2.7 Nationaal noodplan zware industriële ongevallen 29 3.2.8 Terrorisme 29 3.2.9 Vitale belangen van het land 30 3.2.10 Commissie voor Nationale Vraagstukken inzake Verdediging 32 3.3 Harmonisering van de noodplanning op lokaal niveau 33 3.3.1 Het ontwerp van Koninklijk Besluit over de gemeentelijke en provinciale noodplannen 33 3.3.2 Noodplan pijpleidingen 34 3.3.3 Trimestriële vergadering van gouverneurs 35

4 Geïntegreerd crisis- en evenementenbeheer 37 4.1 Wat is een crisis? 39 4.2 Actieve waakzaamheid 39 4.2.1 Draaischijf van informatie 39 4.2.2 Nationaal en internationaal contactpunt 40 4.2.3 Opstellen van procedures 42 4.3 Dossierbeheer Openbare Orde 43 4.3.1 Organisatie, coördinatie en opvolging van risico-evenementen 43 4.3.2 Bescherming van personen, goederen en instellingen 47 4.3.3 Opvolging van de terroristische dreiging 49 4.3.4 Informatiebeheer bestuurlijke politie 51 4.3.5 Veiligheidsverificaties 52 4.3.6 Gehypothekeerde capaciteit 53 4.3.7 Havenveiligheid 53 4.3.8 Structuur Kustwacht 54 4.4 Voornaamste beheerde evenementen 55 4.4.1 Europese toppen en NAVO-top 56 4.4.2 Internationale conferentie Irak 21-22/06 57 4.4.3 Opleiding Irakese politieambtenaren 57 4.4.4 Verdachte enveloppen 58 4.4.5 Vliegtuigbezetting (10/03/2005) 59 4.4.6 Bomspotting Get in Shape (16/04/2005) 59 4.4.7 Gumball Race 3000 (14-15/05/2005) 60 4.4.8 Aanslagen in Londen (7 en 21/07/2005) 61 4.4.9 Hittegolf en ozonpieken 61 4.4.10 Rellen in Frankrijk (9 tot 17/11/2005) 63 4.4.11 Opvolging stakingsacties Generatiepact 63 4.4.12 GICM-proces 64 4.4.13 Nucleair transport 64 5 Internationale samenwerking 65 5.1 Benelux Akkoorden van Senningen 66 5.1.1 Belgisch-Luxemburgse samenwerking 67 5.1.2 Belgisch-Nederlandse samenwerking 67 5.2 Frans-Belgische samenwerking 68 5.3 EU 69

5.4 Raad van Europa: EUR-OPA akkoord Zware Risico s 70 5.5 IAEA 72 5.6 NAVO 73 6 Kennisbeheer 75 6.1 Context 76 6.2 Ondernomen activiteiten in 2005 77 6.2.1 Identificatie van risico s 77 6.2.2 Een pro-actief onderzoeksbeleid voeren 77 6.2.3 Kennis verwerven 78 6.2.4 Kennis delen 78 6.3 Oefenbeleid 80 6.3.1 Opstellen van een oefenmethodologie 80 6.3.2 Oefeningen 80 6.3.3 Getrokken lessen 84 7 Infrastructuur 87 7.1 Accommodatie en logistieke ondersteuning 88 7.2 Telecommunicatie 89 7.2.1 Videoconferentiesysteem 89 7.2.2 REGETEL 89 7.3 Integratie van functies 92 7.3.1 Informatica 93 7.3.2 Crimson 94 7.3.3 CriViSen 94 7.3.4 Geografisch Informatie Systeem 95

Woord vooraf Woord vooraf 2005 was opnieuw een bewogen jaar voor de Algemene Directie Crisiscentrum (ADCC). Vooral op het vlak van openbare orde was het een gevuld jaar en kwam het Crisiscentrum vaak op het voorplan. Maar ook achter de schermen werd er hard gewerkt. Het voorliggend activiteitenrapport vormt een staalkaart van de verschillende domeinen waarin onze dienst in 2005 actief was. Onze activiteiten worden in grote mate bepaald door de actualiteit. Denken we maar aan de neveneffecten van de rellen in Frankrijk, de aanslagen in Londen of het bezoek van de Amerikaanse President. Dat maakt dat de dagelijkse werking regelmatig doorkruist wordt door allerlei gebeurtenissen. En daarvoor is het Crisiscentrum er natuurlijk. Heel wat taken zijn echter minder zichtbaar: de organisatie van de noodplanning en rampoefeningen, het onderhouden van de infrastructuur voor crisisbeheer, de discrete coördinatie van veiligheidsmaatregelen, of nog de permanente opvolging van de actualiteit en informatieverspreiding. U zal merken dat ook hier de nodige energie aan wordt besteed. Het geheel van objectieven is opgenomen in een operationeel plan, dat in 2005 werd geactualiseerd. De realisatie ervan wordt op geregelde tijdstippen opgevolgd door de directie. Door de uitvoering van deze operationele plannen en van de opgestarte moderniseringsprojecten ter verbetering van een aantal processen, zal de werking meer resultaat- en klantgericht verlopen.

6 2005 ACTIVITEITENRAPPORT Ook de ontwikkelcirkels ten behoeve van het personeel zijn in 2005 op kruissnelheid gekomen. Ze maken het mogelijk dat het personeel de nodige capaciteiten beter kan ontwikkelen. Het is immers dankzij hun dagelijkse gedreven inzet dat de federale regering 24 uur op 24 kan terugvallen op een centrale infrastructuur voor crisisbeheer en coördinatie. De kwaliteit van onze dienstverlening is echter niet alleen het resultaat van de inspanningen van onze gedreven mensen. Zij is sterk verbonden met de actieve medewerking van onze talrijke partners en de kwaliteit van de door hun toegeleverde informatie. Ook aan hen dus een welgemeend woord van dank. Veel leesplezier, Jaak RAES Directeur-generaal

2 Opdrachten en organisatie

8 2005 ACTIVITEITENRAPPORT Het Coördinatie- en Crisiscentrum van de Regering (CGCCR) is opgericht bij Koninklijk Besluit in 1988. Een aantal gebeurtenissen in de jaren 80 (zoals het Heizeldrama, het kapseizen van The Herald of Free Enterprise, de kernramp in Tsjernobyl, ) leidden immers tot de vaststelling dat er geen centrale en permanente infrastructuur voor crisisbeheer bestond. Bijna 20 jaar en vele ervaringen later, is het CGCCR uitgegroeid tot een afzonderlijke Algemene Directie binnen de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken. 2.1 Opdrachten De Algemene Directie Crisiscentrum (ADCC) en in het bijzonder het Coördinatie- en Crisiscentrum van de Regering (CGCCR), kortweg het Crisiscentrum, staat 24u/24 ten dienste van de federale regering. Zo kan het op permanente basis de nodige informatie verzamelen, analyseren en verspreiden aan de beleidsmatige en uitvoerende autoriteiten. Die functie van algemene waakzaamheid laat de Regering toe om snel en accuraat te handelen indien de situatie dat vereist. Bijkomend biedt het Crisiscentrum haar infrastructuur en expertise aan bij het interdepartementaal beheer en de coördinatie van crisissen op nationaal niveau. Zijn taken vloeien voort uit het koninklijk besluit van 18 april 1988, dat een crisis definieert als een gebeurtenis die wegens haar aard of gevolgen de vitale belangen van het land of de essentiële behoeften van de bevolking bedreigt, die een dringende besluitvorming vereist of die een gecoördineerde inzet van verscheidene departementen en instellingen vergt. Sinds begin 2003 is ook de organisatie van de Noodplanning een taak van het Crisiscentrum. Als dusdanig zal zij de verschillende autoriteiten (zowel federaal, regionaal, provinciaal als lokaal) sensibiliseren tot een verdere uitbouw van de noodplanning. Het Crisiscentrum zal daarbij coördinerend optreden en een forum aanbieden voor kennisuitwisseling. Het Crisiscentrum is tevens het internationaal contactpunt voor burgerlijke alarmering en waarborgt mee de binnenlandse veiligheid. Daarbij treedt het Crisiscentrum op als draaischijf voor informatie en als centrum voor coördinatie.

Kerntaken Kerntaken Het Crisiscentrum waarborgt een doorlopende permanentie (24u per dag, 7 dagen per week) om dringende informatie van allerlei aard te verzamelen, te analyseren en te verspreiden naar de bevoegde instanties. De Algemene Directie Crisiscentrum waakt namens de Minister van Binnenlandse Zaken over de openbare orde en veiligheid. Dit houdt in dat zij werkt aan specifieke regelgeving, betrokken is bij de organisatie en opvolging van evenementen van grote omvang en de veiligheid van personaliteiten, goederen en instellingen waarborgt. Het Crisiscentrum staat in voor de organisatie en coördinatie van de noodplanning, met het oog op een efficiënte werking van de overheden en hulpdiensten bij noodsituaties en om de veiligheid van de bevolking te waarborgen. Het Crisiscentrum treedt op in geval van een nationale crisis betreffende de burgerlijke of politionele veiligheid. Het ontwikkelt alarmeringsprocedures en biedt ondersteuning bij het crisisbeheer, door de onmiddellijke beschikbaarheid van het personeel en van de nodige middelen ter voorbereiding van de dringende beslissingen. OPDRACHTEN EN ORGANISATIE 9 2.2 Organisatie De Algemene Directie Crisiscentrum van de FOD Binnenlandse Zaken telt 64 medewerkers. Jaak Raes, directeur-generaal, geeft sinds januari 2003 leiding aan de dienst, en dit met een mandaat van 6 jaar. De directeur-generaal wordt bijgestaan door een beleidsteam van 5 personen: - De dienst Geïntegreerd Crisis- en Evenementenbeheer wordt geleid door Alain Lefèvre. - De dienst Noodplanning is in handen van Monique Bernaerts. - Jacques Naert neemt de leiding waar van de Commissie voor Nationale Vraagstukken inzake Verdediging. - Het Projectbureau Regetel wordt vorm gegeven door Johan Gyssels. - De Structuur Kustwacht was in dagelijks beheer van Dirk Stremes 1. 1 In functie tot 15 februari 2006.

10 2005 ACTIVITEITENRAPPORT Verbindingsofficieren Ondersteuning van het beheer, documentatie en agenda Een aantal diensten - nl. Personeel en Organisatie, Boekhouding en Communicatie - rapporteren rechtstreeks aan de directeur-generaal. Operationeel beheer Directeur Secretariaat Directeur Generaal Geïntegreede permanentie Secretariaat Vertalers Noodplanning Directeur Ondersteuning van het beheer en documentatie Secretariaat P&O B&B Communicatie Juridische ondersteuning en dossierbeheerders Permenentiechefs Juridische ondersteuning en dossierbeheerders Regetel Administratief assistenten CNVV Operationele agenten Kustwacht Tengevolge van de processtructuur die in 2004 in de MPM s 2 werd beschreven, betreffende de verbetering van de organisatiestructuur, moest een organogram gemaakt worden, waardoor de essentiële opdrachten verwezenlijkt konden worden, de rollen en bevoegdheden van iedereen verduidelijkt werden en de functieprofielen konden worden toegepast. Eveneens werd een arbeidsreglement opgesteld dat aangepast is aan de huidige vereisten en aan de nieuwe realiteit. 2 Moderniseringsproject Projet de Modernisation

Stafdiensten P & O K. Van Raemdonck B & B J. Wirtz ICT F. Pynckels Civiele Veiligheid C. Breyne Interne Audit Instellingen en Bevolking L. Vanneste FOD Binnenlandse Zaken Voorzitster van het directiecomité M. De Knop + Secretariaat Veiligheid en Preventie J. Glorie Crisiscentrum J. Raes Beleidsraad Cel Beleidsvoorbereiding Secretariaat Minister Coördinatie- en ondersteuningsdienst L. Boghaert Kabinet CGVS D. Van den Bulck VBV S. Bodart - M. Bonte Dienst Vreemdelingenzaken F. Roosemont OPDRACHTEN EN ORGANISATIE 11 organisatie www.ibz.fgov.be De organisatie en bevoegdheden van de FOD Binnenlandse Zaken De Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken heeft een zeer gevarieerd takenpakket, met als rode draad de vrijwaring van de democratische rechten en de veiligheidszorg. Een greep uit de aandachtsgebieden: de organisatie van de verkiezingen, het waken over de naleving van de taalwetgeving, het vreemdelingenbeleid, de werking van de Raad van State, het beheer van het Rijksregister, de geïntegreerde aanpak van de politieveiligheid en de preventie, de hulpverlening aan de bevolking, het crisisbeheer, De opdrachten van de FOD Binnenlandse Zaken zijn verspreid over 5 algemene directies: 1. Algemene Directie Instellingen en Bevolking 2. Algemene Directie Vreemdelingenzaken 3. Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid 4. Algemene Directie Civiele Veiligheid 5. Algemene Directie Crisiscentrum De supervisie van de werking van deze 5 algemene directies en de coördinatie berust bij de Voorzitster van het Directiecomité, Monique De Knop. Zij heeft de leiding over de aanwending van de strategische doelstellingen, begeleidt de procedures m.b.t. de strategische, operationele, personeels- en financiële plannen en verdeelt de beschikbare middelen. Zij evalueert eveneens de uitvoering van de plannen en de verwezenlijking van de doelstellingen. Meer informatie over de organisatie en de doelstellingen van de FOD Binnenlandse Zaken vindt u op de website: www.ibz.fgov.be.

12 2005 ACTIVITEITENRAPPORT 2.3 Middelen 2.3.1 Personeel De ADCC telt 64 medewerkers die samen een dynamisch team vormen en beschikbaar zijn om de federale regering bij te staan in de opvolging en het beheer van (potentiële) crisissituaties. Met een gemiddelde leeftijd van net geen 40 jaar is de ADCC ook een jonge organisatie, waarvan 40 mannelijke en 24 vrouwelijke medewerkers. 12 mannen 10 vrouwen 8 6 4 2 0-25 25-29 30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 55-59 + 60 contractuelen Statutairen 12 10 8 6 4 2 0-25 25-29 30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 55-59 + 60 NL FR TOTAAL 70 60 50 40 30 20 10 0 A B C D TOTAAL Niveau

Functieprofielen en Ontwikkelcirkels Ook binnen de AD Crisiscentrum werden Ontwikkelcirkels geïntroduceerd, ter vervanging van het bestaande evaluatiesysteem. Alle medewerkers ontvingen een uitvoerige infosessie m.b.t. de ontwikkelcirkels. De functionele chefs kregen een opleiding ter voorbereiding van hun taak als evaluator. Eind 2004 hebben de meeste medewerkers een functiegesprek gehad en werden de functiebeschrijvingen opgesteld. In de loop van 2005 volgde een planningsgesprek met hun functionele chef. Opleiding Het merendeel van de opleidingen die in de loop van 2005 werden gevolgd, waren taalopleidingen (NL/FR), voor een groot deel gegeven aan nieuwe medewerkers. De niveaus A konden ook specifiek aangepaste opleidingen Engels krijgen. OPDRACHTEN EN ORGANISATIE 13 Het P&O-opleidingsplan heeft in 2005 een opleiding teambeheer aangeboden aan de permanentiechefs. In het kader van de Ontwikkelcirkels wordt voor elke medewerker bekeken welke opleidingen kunnen bijdragen tot het behalen van de individueel bepaalde doelstellingen. 2.3.2 Budget Ten opzichte van het begrotingsjaar 2004 is er in 2005 een lichte daling van de kredieten die op de begroting van 2005 voor de Algemene Directie Crisiscentrum werden ingeschreven. De reden hiervoor zijn de lineaire besparingsmaatregelen die werden opgelegd door de FOD Budget & Beheerscontrole. Allocatie Vastlegging Ordonnancering Vastlegging Ordonnancering 2005 2005 2004 2004 50.01.1103 bezoldiging statutairen 956 956 1283 1283 50.01.1104 bezoldiging contractuelen 313 313 690 690 50.02.1201 bestendige uitgaven 469 469 487 487 50.02.1204 bestendige uitgaven/informatica 218 218 226 226 50.02.7401 duurzame aankopen 82 82 85 85 50.02.7404 duurzame aankopen/informatica 137 137 142 142 50.11.1104 bezoldigingen CNVV 39 39 81 81 50.21.1243 werking Regetel 457 457 451 451

14 2005 ACTIVITEITENRAPPORT Allocatie Vastlegging Ordonnancering Vastlegging Ordonnancering 2005 2005 2004 2004 50.21.7409 investering Regetel 194 194 191 191 50.30.1108 bezoldiging Rallycommissie 107 107 104 104 50.30.1225 werking Rallycommissie 5 5 5 5 50.30.1228 Krediet voor specifieke initiatieven 124 124 122 122 Totaal 3101 3101 3867 3867 (in duizendtallen euro) 2.4 Management 2.4.1 Operationeel plan Het operationeel plan van de AD Crisiscentrum werd in 2005 actief verder gebruikt als leidraad bij de dagelijkse werking. Via een gedetailleerde opvolgingstabel werd permanent een stand van zaken bijgehouden inzake de realisatie van de verschillende operationele doelstellingen. Op basis van deze stand van zaken werden actieplannen uitgewerkt voor de komende periode. Bovendien werden enkele operationele doelstellingen verfijnd en werden nieuwe operationele doelstellingen ontwikkeld, inspelend op de actualiteit. In de loop van het jaar 2005 is het operationeel plan niet wezenlijk veranderd. De veranderingen deden zich vooral voor op het niveau van de verschillende fiches. Er was ook een actualisering van de deadlines die voor elk project werden bepaald; de projecten werden geherdefinieerd. 2.4.2 Kritische Prestatie Indicatoren Via een 25-tal kritische prestatie indicatoren (KPI) volgt de ADCC haar meest elementaire kernactiviteiten op de voet. Deze indicatoren zijn meetpunten die naargelang hun aard maandelijks, tweemaandelijks, trimesterieel of jaarlijks worden opgemeten. Er worden onder meer klantentevredenheid, aantal klachten, aantal maatregelen buiten termijn, aantal debriefings, etc. van zeer nabij opgevolgd. Deze indicatoren worden met regelmaat op vergaderingen ter sprake gebracht om er waar nodig acties aan te koppelen.

2.4.3 Voortzetting van de moderniseringsprojecten De FOD Binnenlandse Zaken werkt aan de hand van moderniseringsprojecten (MPM) aan een meer performante en klantgerichte organisatie. Binnen de Algemene Directie Crisiscentrum lopen 2 zulke verbeterprojecten. Er is vooreerst een programma opgebouwd rond de optimalisatie van de operationele werking van het Crisiscentrum (MPM10). Een tweede programma is gewijd aan de integratie en optimalisatie van het proces Noodplanning (MPM9). Daarnaast participeerde de ADCC ook aan verschillende MPM-projecten van de horizontale diensten van de FOD Binnenlandse Zaken. In 2005 werden zes belangrijke projecten weerhouden in het kader van die twee programma s. Het ging over de toepassing van die twee programma s of over het uitvoeren van verbeteringsinitiatieven. OPDRACHTEN EN ORGANISATIE 15 Vier van die projecten werden in de loop van 2005 tot een goed einde gebracht, met name (zie verder): - de uitwerking van een intern reglement; - de installatie van een organogram; - de installatie van een proces risico-identificatie ; - de verbetering van de communicatie naar de bevolking. Voor de twee andere projecten, met name de ontwikkeling van het Hoger Instituut voor de Noodplanning en de profilering ervan als een kenniscentrum voor de noodplanning, werden een eerder beperkt aantal activiteiten ontwikkeld in 2005. 2.4.4 Communicatiebeleid In 2005 werd als gevolg van de MPM-projecten bij Binnenlandse Zaken een overkoepelende communicatiestrategie voor de hele FOD opgesteld. Op basis hiervan kon elke Algemene Directie -en dus ook het Crisiscentrum- een specifieke communicatiestrategie op punt stellen. Vorm geven aan een gemeenschappelijk communicatiebeleid is dan ook de betrachting van het netwerk van communicatie-medewerkers. Communicatie is echter meer dan mooie plannen alleen. Ze moeten in de dagelijkse praktijk gebruikt en omgezet worden. En hoewel er nog veel ideëen op de plank liggen, werd in 2005 een stukje invulling gegeven aan de plannen. Dankzij de aanwerving van een webmaster voor de FOD Binnenlandse Zaken bijvoorbeeld, kon de Algemene Directie Crisiscentrum haar website in een nieuw kleedje steken. En ook met de

16 2005 ACTIVITEITENRAPPORT Federale Overheidsdiensten werd een bescheiden stap gezet naar een communicatiebeleid voor crisissituaties op federaal niveau. Interne communicatie Werden in 2004 nog verschillende initiatieven opgestart als gevolg van een enquête onder de medewerkers, dan werden deze initiatieven in 2005 voortgezet en verfijnd. Zo werd via het interne krantje en een geïnformatiseerde startpagina de toegankelijkheid van informatie en kennisverspreiding bevorderd. Ook rond de Moderniseringsprojecten (MPM) die een aanvang namen in 2004, bleef een informatieverspreiding aan de medewerkers een aandachtspunt. Externe communicatie In 2005 hield het Crisiscentrum tientallen presentaties aan diensten die meer informatie wensten over zijn organisatie en werking, waarvoor vaak een aangepast programma werd opgemaakt. In functie van de actualiteit antwoordde de ADCC ook op persvragen, veelal in het domein van openbare orde (VIP-bezoeken, vermeende terroristische dreiging, verdachte pakketten, de gevolgen van de rellen in Frankrijk, ) 3. Zoals voorzien in het Moderniseringsproject rond communicatie, werd de aanwerving van een webmaster en de aanpassing van de website gerealiseerd in 2005. De webstek http://crisis.ibz.be kreeg een nieuwe uitstraling aangemeten, en werd opgebouwd om bij crisissituaties snel en eenvoudig informatie aan te kunnen bieden. Een aantal technische verbeteringen en het behalen van het Blindsurfer-label 4 staan op het programma in 2006. 3 Zie hiervoor bij de beheerde evenementen, verder in dit activiteitenrapport. 4 Label dat toegekend wordt aan websites die beantwoorden aan criteria voor toegankelijkheid van de site voor mensen met een visuele handicap.

Crisiscommunicatie Vanuit het belang van een juiste informatie aan de bevolking bij noodsituaties en het kunnen verschaffen van eventuele veiligheidsadviezen, zijn een voorafgaande organisatie en afspraken omtrent die informatie noodzakelijk. Onduidelijke, tegenstrijdige informatie of het ontbreken ervan scheppen enkel bijkomende onzekerheid bij de bevolking. Een goed georganiseerde informatie daarentegen kan een juist reactiepatroon bij de bevolking teweegbrengen, paniekreacties beperken en het vertrouwen in de overheid aansterken. Informatie aan de bevolking hoort dus een wezenlijk deel uit te maken van en verankerd te zijn in het crisisbeheer. Een communicatiestrategie moet als strategische doelstelling hebben: - de bevolking waarschuwen; - de bevolking informeren; - de bevolking geruststellen; - bijstaan bij een snelle terugkeer naar een normale toestand. OPDRACHTEN EN ORGANISATIE 17 In 2005 werd o.a. een communicatiestrategie in geval van een terroristische dreiging of aanslag uitgewerkt. Tevens was er een uitwisseling van ervaringen m.b.t. crisiscommunicatie en verdere toenadering met de Nederlandse, Franse, Britse, Luxemburgse en Zweedse autoriteiten.

18 2005 ACTIVITEITENRAPPORT Werkgroep Infocel Werkgroep Infocel Bij een crisissituatie beheerd op nationaal niveau heeft de Informatiecel tot taak om de situatie vanuit een mediaoogpunt te evalueren, en voorziet de crisisbeheerders van communicatieadvies. Ze bereidt eveneens de communicatieactiviteiten voor (persberichten, persbriefing, persconferentie, website, ) ten behoeve van het crisisbeleid. Net zoals de noodplannen voorzien in procedures voor de aanpak van een crisissituatie, zo ook vermelden zij de manier waarop de informatie aan de bevolking bij zulke momenten georganiseerd zal worden. Dit is in grote mate een werk van voorbereidende aard, en best met alle betrokken partijen. In 2005 werd gestart met een werkgroep die vorm zal geven aan een crisiscommunicatiebeleid op federaal niveau, nadat in 2004 een eerste aanzet werd gegeven met de gids Crisiscommunicatie: voorzien en beheren. Gezien de prille ontwikkelingen met betrekking tot de departementale crisiscellen 5 en de sterk onderscheiden bevoegdheden van elk departement, waren de werkzaamheden vooral oriënterend van aard. Met de provincies bestaat al sinds enkele jaren een gelijkaardige werkgroep. Voor 2005 werden verschillende deelwerkgroepen gelanceerd, waarin telkens minimum één Vlaamse en één Waalse provincie is vertegenwoordigd. Het resultaat van de ene groep zal ook bruikbaar zijn voor de anderen, waardoor met gedeelde inspanningen sneller tot een gezamenlijk resultaat gekomen kan worden. Bovendien organiseerde de ADCC in het kader van het Hoger Instituut voor de Noodplanning een communicatietraining voor de communicatiemedewerkers van de provincie. Deze training omvatte een theoretisch gedeelte (1 sessie per taalgroep) en een praktijkdag (1 sessie per provincie of administratief arrondissement). 5 Het Koninklijk Besluit van 31 januari 2003 voorziet in de oprichting van een departementale crisiscel dat als contactpunt dient voor het Crisiscentrum en tevens instaat voor de noodplanning in functie van de risico s, verbonden aan de bevoegdheden van het departement.

3Noodplanning

20 2005 ACTIVITEITENRAPPORT De Noodplanning sinds begin 2003 een bevoegdheid van de ADCC is één van de hoekstenen van het Crisiscentrum. Een goed crisisbeheer gebeurt immers niet ad hoc, maar wordt in de mate van het mogelijke voorbereid. Het komt toe aan de noodplanning om de potentiële risico s te identificeren en te inventariseren, en vervolgens er een prioriteit aan toe te kennen om noodplannen uit te werken. Noodplannen zijn dus cruciaal voor een snelle en efficiënte interventie van de hulpdiensten bij crisissituaties, en bieden als het ware een leidraad voor hun acties. Deze noodplannen worden opgesteld op gemeentelijk, provinciaal en federaal vlak en moeten dus zoveel mogelijk op elkaar afgestemd zijn, rekening houdend met o.a. de lokale specificiteiten (landschap, aantal inwoners, situering en aard van industriële activiteiten, ). De Dienst Noodplanning bouwt onder leiding van Monique Bernaerts de nodige structuren en regelgeving uit om te komen tot nationale noodplannen in diverse risicodomeinen. Deze dienst wordt bijgestaan door de permanentiechefs, waardoor voeling gehouden wordt met de praktische toepassing van de plannen en ingespeeld kan worden op nieuwe risico s. 3.1 Risico identificatie Het inventariseren van risico s is een eerste stap om te bepalen waar de prioriteiten inzake risicobestrijding moeten gelegd worden. Na de inventarisatie worden de verschillende risico s geanalyseerd. Een laatste stap is het leggen van prioriteiten tussen de verschillende risico s. Om die risico-inventarisatie, -analyse en prioriteitsbepaling op een wetenschappelijk verantwoorde wijze uit te voeren, schreef de ADCC een onderzoek uit naar risico identificatie en analyse. In 2004 voerde SPIRAL (Universiteit Luik) het onderzoek FRISK (Federal Risk Inventory, Survey and Knowledge building) uit, onder leiding van de ADCC. Het onderzoeksteam heeft nagegaan aan welke soorten gevaren en risico s de hedendaagse maatschappij blootstaat, welke gevaren en risico s het meest voorkomen, welke gevaren en risico s de grootste gevolgen hebben voor de Belgische bevolking en wat de gevolgen zijn van die gevaren en risico s. Het spreekt voor zich dat dit gezien werd in functie van de verschillende taken van de ADCC. Het onderzoek resulteerde in een lijst van risico s, op

basis waarvan zal bepaald worden voor welke risico s prioritair een nationaal noodplan dient te bestaan. Het mag duidelijk zijn dat de resultaten geen eindpunt zijn. De risicoinschatting zal in de toekomst met zekere regelmaat geactualiseerd moeten worden. 3.2 Noodplanning op nationaal niveau NOODPLANNING 21 In 2005 werd verder gewerkt aan de implementatie van het koninklijk besluit van 31 januari 2003 6. Er werden door de ADCC meerdere initiatieven ondernomen om de diverse aspecten van het KB vorm te geven. Het KB voorziet in de oprichting van departementale cellen voor crisiscoördinatie en -beheer die opgericht dienen te worden in elke Federale Overheidsdienst en die belast zijn met de coördinatie inzake noodplanning en crisisbeheer. Het gaat daarbij over zowel de nationale als internationale crisissen binnen de eigen bevoegdheden van de betreffende dienst. Deze departementale crisiscellen hebben een belangrijke rol bij de noodplanning en het crisisbeheer, alsook als departementaal contactpunt van de FOD. Om deze taken nauwkeuriger in te vullen en om aan de verschillende FOD s beter te verklaren wat de ADCC verwacht van die cellen -specifiek in het kader van het nieuwe nucleaire noodplan-, werd de samenwerking tussen de ADCC en de meest betrokken FODs (Volksgezondheid; Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg; Mobiliteit; Economie; Defensie; ) geïntensifieerd. Het KB moet omgezet worden in bijzondere noodplannen per specifiek risico. Om dit te doen, is er gewerkt aan het opstellen van een typestructuur van dergelijk nationaal noodplan. Op die manier kan het typeplan ingevuld worden naargelang de specifieke problematiek. Enkele werkgroepen 7 zetten hun werkzaamheden voort om reeds invulling te geven aan specifieke luiken van het nationaal noodplan. Deze werkgroepen bestaan uit de verschillende diensten die betrokken (en soms piloot) zijn bij de behandeling van een bepaalde problematiek. Ze hebben in 2005 de samenwerking tussen de verschillende partners verder uitgetekend. Met het Koninklijk Besluit van 31 januari 2003 werd het wettelijk kader geschapen voor crisissituaties beheerd op nationaal niveau. Door het opstarten van de federale fase kunnen er binnen het Coördinatie- en Crisiscentrum van de Regering (CGCCR) drie organen bijeen geroepen worden. Deze dragen elk voor hun bevoegdheid bij tot het beslissingsproces. Het betreft hier een evaluatiecel, een beheerscel en een informatie- 6 Koninklijk Besluit tot vaststelling van het noodplan voor de crisisgebeurtenissen en situaties die een coördinatie of een beheer op nationaal niveau vereisen. 7 Werkgroep natuurrampen, besmettelijke dierenziektes, luchtvaartongevallen en grieppandemie.

22 2005 ACTIVITEITENRAPPORT cel. Desgevallend kan ook een socio-economische cel samengeroepen worden. * De evaluatiecel voert een evaluatie uit van de situatie. Zij is samengesteld uit experten en wetenschappers uit de verschillende bevoegde overheden of diensten. * De beheerscel neemt de noodzakelijke maatregelen en is dus het beleidsorgaan terzake. Zij is samengesteld uit de bevoegde (federale) ministers of hun vertegenwoordigers, en wordt in principe voorgezeten door de Minister van Binnenlandse Zaken of zijn afgevaardigde. * De informatiecel communiceert op geregelde tijdstippen de genomen beslissingen om de bevolking via de media te informeren over de evolutie van de toestand en de genomen beslissingen door de beheerscel. * De socio-economische cel adviseert over de socio-economische gevolgen van de situatie en van beslissingen, en informeert de beleidscel over de navolging van de beslissingen in de betrokken sectoren. Ook in elke federale overheidsdienst wordt een cel voor crisiscoördinatie en beheer opgericht. Deze cel is het contactpunt tussen het CGCCR en het betrokken departement en staat in voor de voorbereiding van de noodplannen (binnen de eigen bevoegdheden van het departement) en ondersteuning van het crisisbeheer. Federale fase: beheer op nationaal niveau Ecosoc Evaluatiecel Beleidscel Informatiecel

ECOSOC Werkgroep ECOSOC De socio economische cel is belast met: het analyseren van de socio-economische gevolgen van een crisis het adviseren van de federale beleidscel over de socio-economische gevolgen van de genomen of te nemen beslissingen; het waarborgen van de verwerking van deze gevolgen naargelang de genomen beslissingen; het informeren van de beleidscel over de navolging van de beslissingen in de betrokken sectoren (op het niveau van de voorbereiding en de uitvoering van de maatregelen); het waarborgen van de terugkeer naar een normale socio-economische situatie na het ongeval (beheer van de post-accidentele fase). De werkgroep ECOSOC werd in 2002 opgericht, naar aanleiding van de totstandkoming van het nieuwe nucleaire noodplan. Immers, indien een nucleair ongeval zich voordoet, zullen een aantal problemen moeten worden opgelost om ervoor te zorgen dat het socio-economische leven van het land blijft functioneren. Ondertussen werd de invalshoek verruimd: ook andere crisissituaties worden in overweging genomen. De werkgroep bestaat thans uit vertegenwoordigers van verschillende departementen die binnen hun domein de mogelijke socio-economische aspecten van een crisissituatie onder de loep nemen. NOODPLANNING 23 In 2005 werd er verder gewerkt aan de procedure van de socio-economische cel, aan de actualisering van de departementale fiches en werd een provinciale fiche ontwikkeld 8. De procedure en de concrete installatie van de socio-economische cel zal in 2006 geoefend worden tijdens de nucleaire oefening m.b.t. de kerncentrale van Electrabel te Doel. 8 Een departementale fiche is een document met belangrijke gegevens in verband met noodplanning en crisisbeheer van elke Federale Overheidsdienst. De provinciale fiche beschrijft per provincie de organisatie van het beheer van de socio-economische gevolgen van een crisis.

24 2005 ACTIVITEITENRAPPORT 3.2.1 Nationaal noodplan natuurrampen De beweegredenen om tot een bijzonder nationaal noodplan voor het specifieke risico natuurrampen te komen waren de volgende: - in functie van de omvang van de ramp kan aan één of meerdere opstartcriteria van een federale fase voldaan zijn; - het laat toe om tot een inventaris van de natuurrampen te komen die zich zouden kunnen voordoen in België: overstromingen, stormen, lange intense koude, algemene vorst in het overgrote deel van het land, hitte, aardbevingen, tornado s,... ; - het regelmatig voorkomen van bepaalde natuurrampen in België, waaronder voornamelijk gematigde tot sterke overstromingen en gematigde tot ernstige stormen. Het risico op overstroming werd geïdentificeerd als een prioritair risico in België. Het komt dus in aanmerking als één van de eerste risico s, waarvoor binnenkort een bijzonder nationaal noodplan voor een specifiek risico wordt opgesteld. In eerste instantie zal bijgevolg het aspect overstromingen van het nationaal noodplan natuurrampen worden uitgewerkt. Het CGCCR heeft al een zekere mate van ervaring opgebouwd inzake overstromingen, vooral bij de algemene overstromingen in de jaren 90. Er bestaat dan ook sinds geruime tijd een performante informatie-uitwisseling (met inbegrip van de alarmering) tussen de meteorologische diensten, de hydrologische diensten en het CGCCR. Op basis hiervan functioneert er een systematische informatieverspreiding naar de diensten op het terrein en de betrokken provinciale overheden. Bij bepaalde situaties waren er eveneens aanbevelingen aan de bevolking via de media in geval van aangekondigde storm en/of overstroming. Een pakket met basisinformatie werd samen met de meteorologische en hydrologische diensten verzameld en diende als uitgangspunt voor de uitwerking van een federaal noodplan rampspoedige gebeurtenissen: aspect overstromingen. Een federale en provinciale vertegenwoordiging werd hierbij betrokken, gezien o.a. het bestaan van de provinciale noodplannen ter zake en hun operationele ervaringen met dergelijke situaties.

3.2.2 Naar een nationaal noodplan voor het seismologisch risico Het seismisch activiteitsniveau in onze contreien is niet verwaarloosbaar. Het risico bestaat dat verwoestende aardbevingen zich voordoen in het hele land. In die algemene context hebben de Koninklijke Sterrenwacht en de ADCC elkaar ontmoet om hun samenwerking te verbeteren (organisatie, informatie-uitwisseling, ) bij het voordoen van een aardbeving die het Belgisch grondgebied in meer of mindere mate treft. Als conclusie van dat overleg kwam naar voor dat die samenwerking idealiter zou verlopen via de oprichting van een efficiënte wachtrol bij de Sterrenwacht. De ADCC treedt de Sterrenwacht daarin bij. NOODPLANNING 25 Gelijklopend aan die inspanningen, wenst de ADCC na deelname aan een informatiesessie over de Eurocodes 9 - te weten welke de voornaamste Belgische actoren zijn rond die Europese normen. De ADCC heeft de voornaamste medewerkers aan de Nationale Bijlage aan de Eurocodes in haar lokalen ontvangen. Die zijn bereid om mee te werken aan een informatie voor de administratieve en politieke overheden bevoegd voor de bouwterreinen en het beheer van de gevolgen na een aardbeving. De Nationale Bijlage stelt o.a. een kaart voor met de seismische zones, met aanduiding van alle Belgische gemeenten op een schaal van gevoeligheid voor aardbevingen. Die cartografie is geïntegreerd in het Geografisch Informatie Systeem van de ADCC. De ADCC heeft tenslotte haar aandacht gevestigd op de elementen die in een bijzonder noodplan vervat moeten zijn voor het beheer van een aardbeving van grote omvang: evaluatie van de ernst van de situatie (stabilisatie van gebouwen, publieke onrust voor vallende objecten, ), studie van de toegangswegen bij een ernstige beving, analyse van de bestaande interventiemiddelen of nog de noodzaak om efficiënt met de onmiddellijke mediadruk om te gaan en de bevolking adequaat te informeren. 9 De Eurocodes vormen een geïntegreerd geheel van Europese normen voor het ontwerp en de dimensionering van gebouwen en kunstwerken, inclusief hun funderingen en bestandheid tegen aardbevingen.

26 2005 ACTIVITEITENRAPPORT 3.2.3 Nationaal noodplan besmettelijke dierenziekten Met de recente ervaringen in het achterhoofd van varkenspest, mond- en klauwzeer en vogelpest werd in 2004 gestart met een bijzonder nationaal noodplan voor het specifieke risico besmettelijke dierenziekten. Het draaiboek van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) vormde daarbij het uitgangspunt. In 2005 werd gestaag verder gewerkt aan het plan. Door de mondiale actualiteit werd sterk de nadruk gelegd op de problematiek van de aviaire influenza en de eventuele overdraagbaarheid naar de mens. De koppeling van vogelgriep aan de mogelijke vrees voor een grieppandemie, leidde tot een gezamenlijke aanpak van deze beide zaken en tot de oprichting van een Interministerieel Commissariaat Influenza. 3.2.5 Nationaal noodplan pandemie Aldoor meer gevallen van vogelgriep in Zuidoost-Azië en ook het voorkomen ervan in Oost-Europa, gekoppeld aan zeldzame en erg lokaal voorkomende gevallen van humane griep veroorzaakt door het vogelgriepvirus H5N1, leidden tot verhoogde druk rond de aanpak van de vogelgriep. In oktober 2005 is de werking rond het nationaal noodplan grieppandemie daardoor in een stroomversnelling gekomen, wat mee leidde tot de creatie van een Interministerieel Commissariaat Influenza (ICI). Dit commissariaat heeft een stuurgroep en communicatiecel in het leven geroepen waarin de FOD Binnenlandse Zaken vertegenwoordigd is door de ADCC. Het doel van het ICI is in de loop van 2006 tot een operationeel noodplan pandemie te komen dat geïntegreerd wordt in het nationaal noodplan dat een federale coördinatie en beheer vereist van een pandemische toestand. In de eerste plaats wordt uiteraard getracht te vermijden dat ons land getroffen wordt door de vogelgriep. Vandaar dat het ICI focust op een noodplan vogelgriep of aviaire influenza. Gezien het risico dat het vogelgriep-virus ook vatbaar zou worden voor overdracht van mens tot mens, beoogt het ICI eveneens de realisatie van een noodplan voor een eventuele humane grieppandemie.

3.2.5 Nationaal noodplan luchtvaartongevallen Artikel 44 van de wet over de Luchtvaart voorziet: de Ministers belast met het bestuur van de luchtvaart, Justitie en Binnenlandse Zaken werken gezamenlijk, in overleg met de overheden die bevoegd zijn inzake de exploitatie van de luchthavens en de luchtvaartterreinen, een crisisplan uit voor de gevallen van onwettige overmeestering van vliegtuigen, luchtvaartongevallen op het grondgebied van België en bomdreigingen gericht tegen luchthaveninfrastructuur gelegen op het grondgebied van België. Op basis van een eerste schets voor een nationaal noodplan en de oefening Zaventem Rood 10, werd in het eerste trimester van 2004 een werkgroep opgestart. De werkgroep heeft zich deels gewijd aan het onderzoek en het neerschrijven van een nationaal noodplan, voortgaand op de analyse van de provinciale plannen en op het herwerkte plan luchtvaart van Defensie. De werkgroep analyseerde eveneens de NAVO-verplichtingen en de bevoegdheden van elkeen. NOODPLANNING 27 Een eerste project van bijzonder nationaal noodplan voor het specifieke risico luchtvaartongevallen werd in 2005 opgesteld. De belangrijkste besluiten van de tekst zijn dat bij een vliegtuigongeval niet noodzakelijk een nationale fase moet worden opgestart, maar dat het een kwestie is van opportuniteit, in functie van de benodigde middelen en van de ernst van de catastrofe. Aan het merendeel van dit soort catastrofes kunnen de provincies het hoofd bieden in de provinciale fase. Er wordt evenwel voorgesteld om ondersteuning op het federaal niveau te voorzien voor het internationale luik (o.a. m.b.t. slachtoffers) en ook voor discipline 5 (informatie aan de bevolking). De risico s m.b.t. terrorisme en volksgezondheid gelinkt met de luchtvaartongevallen worden geïntegreerd in het nationaal noodplan. 10 Oefening gehouden in november 2003 mbt een terroristische gijzeling.

28 2005 ACTIVITEITENRAPPORT 3.2.6 Nationaal nucleair en radiologisch noodplan Het nationaal nucleair noodplan werd initieel opgesteld in 1991 en vastgelegd bij koninklijk besluit van 27 september 1991. Jaarlijks werd dit plan verscheidene keren getest aan de hand van de nucleaire noodplanoefeningen. Dit resulteerde in een aanpassing van het nucleair noodplan in 2003 11. Ook in 2005 werd het aangepaste noodplan voor verschillende sites getest. De oefenmethodologie werd bijgesteld met het oog op een duidelijkere afbakening van de oefenobjectieven en op een efficiëntere controle en evaluatie. Zodoende kunnen uit de oefeningen meer praktisch bruikbare resultaten worden gehaald. De procedures ter uitvoering van het noodplan werden verder verfijnd, bijvoorbeeld door op lokaal vlak te starten met de uitwerking van standaardresponsscenario s ten behoeve van de interventiediensten en een project om scholen voor te bereiden op een nucleaire noodsituatie. 3.2.7 Nationaal noodplan zware industriële ongevallen In België hebben de betrokken autoriteiten op federaal en gewestelijk niveau een samenwerkingsakkoord afgesloten voor de toepassing van de Europese regelgeving inzake de risico s van zware ongevallen bij bepaalde industriële activiteiten. De goede en correcte uitvoering van de bepalingen van het samenwerkingsakkoord wordt verzekerd via een permanente overlegstructuur, nl. de samenwerkingscommissie Seveso- Helsinki. In deze commissie zetelen vertegenwoordigers van de bevoegde overheidsdiensten, zo ook de Algemene Directie van het Crisiscentrum. Om de opdrachten die aan de FOD Binnenlandse Zaken worden toegewezen binnen het samenwerkingsakkoord op een efficiënte manier in uitvoering te brengen, werd een technische werkgroep opgericht, voorgezeten door de Algemene Directie van de Civiele Veiligheid en de Algemene Directie van het Crisiscentrum. Volgende te realiseren doelstellingen worden binnen deze werkgroep vooropgesteld: - beoordeling en verwerking van de veiligheidsrapporten van de Seveso -bedrijven, inbegrepen de controle van de risicozones; 11 Koninklijk besluit van 17 oktober 2003 (B.S., 20/11/2003)

- bijstand aan de betrokken federale, provinciale en lokale instanties voor het beoordelen en verwerken van de veiligheidsrapporten; - harmonisering van de ( Seveso -)rampenplannen; - ontwikkeling van een geïntegreerd oefenbeleid in het kader van de ( Seveso -) rampenplanning. NOODPLANNING 29 De Algemene Directie Crisiscentrum neemt het voortouw wat betreft de implementatie van de twee laatste doelstellingen. Daarnaast is ze belast met de afhandeling en de opvolging van de alarmeringsprocedure voor de betrokken instanties, zowel in geval van een reële ongevalsituatie in een Seveso -installatie, als bij noodplanoefeningen. 3.2.8 Terrorisme Eén van de doelstellingen van het strategisch plan van de Algemene Directie Crisiscentrum is de capaciteiten ontwikkelen van identificatie en analyse van risico s en bedreigingen die feitelijk bestaan en waarschijnlijk zijn (op sociaal, technologisch, natuurlijk, crimineel, terroristisch en extremistisch, vlak), waarin de crisisplanning prioritair is. Het CBNR 12 -terrorisme is een nieuwe tendens binnen het internationaal terrorisme. Er werden in België meerdere initiatieven genomen om dit fenomeen te bestrijden. Zo kunnen we de gezamenlijke omzendbrief van de Minister van Justitie en van het College van Procureurs-Generaal vernoemen en ook de uitwerking van de procedure verdachte pakketten in het kader van de CBNR-dreiging. Die procedure werd recent herzien en geactualiseerd. Dit gebeurde in samenwerking met de Federale Politie, het Federaal Parket, de Civiele Veiligheid en de FOD Volksgezondheid. Om dit fenomeen evenwel gecoördineerd te kunnen bestrijden, werd door de Algemene Directie Crisiscentrum een aangepaste noodplanning geïnstalleerd. Doel is om in België één enkel plan te hebben, waarmee de gevolgen van een CBNR-aanslag beheerd kunnen worden. 12 Chemisch Biologisch Nucleair - Radiologisch

30 2005 ACTIVITEITENRAPPORT Voordat dit plan werd uitgewerkt, werd met Frankrijk nagegaan hoe hun noodplanning inzake CBNR-aanslagen in elkaar zit. De Algemene Directie Crisiscentrum kon door deze informatie-uitwisseling haar knowhow ter zake verhogen. De Algemene Directie Crisiscentrum stelt momenteel met haar partners een CBNRnoodplan op voor de crisisgebeurtenissen en situaties die een coördinatie of een beheer op nationaal niveau vereisen. Ook de noodzaak van een gepaste informatie aan de bevolking kwam aan de orde. Volgend op de aanslagen te Londen (juli 2005) werd op verzoek van het Ministerieel Comité voor Inlichting & Veiligheid een communicatiestrategie uitgewerkt met communicatieafspraken in het kader van een terroristische dreiging of incident. Ook over het nut van een preventieve publieksvoorlichting en de behoefte aan een call center dat bij crisis snel kan worden geactiveerd, werden voorstellen geformuleerd. 3.2.9 Vitale belangen van het land De risicobenadering is geëvolueerd na o.a. de aanslagen van 11/09/2001 en na de diverse stroompannes die afgelopen jaren zijn voorgekomen. In dat kader werden verdere stappen gezet om de vitale belangen van het land te beschermen. Daarbij wordt gedacht aan potentiële crisissituaties die eigen zijn aan elke sector (vb. stroomonderbreking als gevolg van panne), als aan de impact van crisissituaties op verschillende sectoren (vb. blokkering van de bevoorrading door langdurige stakingen). Onder de vitale belangen van het land of essentiële behoeften van de bevolking 13 wordt verstaan: - de openbare orde, dat wil zeggen de openbare rust, gezondheid en veiligheid; - het socio-economisch potentieel van het land; - de nationale soevereiniteit en de instellingen opgericht bij de Grondwet en de wetten; - de integriteit van het nationaal grondgebied. Specifieke aandacht ging naar de vitale bevoorrading in de energiesector en de telecommunicatie. Ook in het kader van de acties van de transportsector in september 2005 tegen de stijgende olieprijzen moeten lessen getrokken worden. Het crisiscentrum heeft bijgedragen tot de totstandkoming van een lijst met pompstations die voorbehouden kunnen worden voor prioritair cliënteel (zoals ziekenwagens, brandweer- en politiediensten, ) en de ermee gepaard gaande beveiligingsmaatregelen. 13 Art. 2 1 uit het KB18/04/1988 ter oprichting van het CGCCR

Eén van de vitale belangen van het land betreft de financiële sector. In december 2004 werden ernstige verstoringen vastgesteld in het betaalsysteem van Banksys. Hoewel dit voorval van korte duur was (ongeveer twee of drie uur), heeft het toch het probleem op het voorplan gebracht dat gelijkaardige situaties zich op grotere schaal zouden kunnen voordoen, die dan hun repercussies hebben op de algemene werking van de financiële sector. NOODPLANNING 31 In die context heeft een Comité voor Financiële Stabiliteit, geïnstalleerd onder het voorzitterschap van de Nationale Bank van België, de kritieke financiële infrastructuren en instellingen, actoren en functies geïdentificeerd voor de goede werking van het financieel systeem in België. De financiële sector heeft met de hulp van en in nauwe medewerking met de ADCC in 2005 een procedure geïnstalleerd voor escalatie en communicatie. Doel hiervan is om het beheer te vergemakkelijken van operationele crisissen van het bottom up -type (operationele crisis waarvan de oorsprong binnen de financiële sector ligt) en van het top down -type (operationele crisis waarvan de oorsprong buiten de financiële sector ligt, maar die gevolgen heeft op de werking van de financiële sector), die van aard zijn om een weerslag te hebben op het financieel systeem in zijn geheel. Om de opvolging van de werkzaamheden van de financiële sector te kunnen verzekeren, heeft die sector een permanente structuur geïnstalleerd die als interface dient tussen wat de financiële sector heeft ingericht en de noodplannen die op niveau van het CGCCR werden uitgewerkt. Eind 2005 heeft de ADCC een ontmoeting georganiseerd tussen de financiële sector en de politiediensten die betrokken zijn bij de kritieke financiële infrastructuren. Een ontwerp van bijstandsprotocol tussen de politie en de financiële instelling werd uitgewerkt om bij bijzondere situaties (vb. Europese Toppen, wegblokkeringen, bomalarm) de toegankelijkheid van het personeel tot de lokalen van de kritieke infrastructuren te regelen.

32 2005 ACTIVITEITENRAPPORT 3.2.10 Commissie voor Nationale Vraagstukken inzake Verdediging In het kader van een geïntegreerde crisisaanpak werd de Commissie voor de Nationale Verdedigingsvraagstukken (CNVV) ondergebracht bij de ADCC. Zo kan het Crisiscentrum zijn opdracht beter vervullen bij nationale crisissen en bij de aanpak van de nationale gevolgen van internationale crisissen op het gebied van de civiele defensie. De CNVV is ook belast met de opvolging, coördinatie en integratie van de noodplanning op het gebied van civiele defensie. Op de Ministerraad van 24 december 1992 werd besloten de Commissie voor de Nationale Verdedigingsvraagstukken, die onder het gezag van de Eerste Minister viel, te ontbinden. De Ministerraad besloot toen ook een interministeriële werkgroep te laten bepalen hoe de niet-militaire verdediging en de crisisaanpak het best kunnen worden georganiseerd in België. Vanuit de optiek van een geïntegreerde crisisaanpak vormt de CNVV sinds januari 2002 een bijzondere dienst binnen het CGCCR, en staat o.a. in voor de gegevensbank Crivisen met kritieke, vitale en gevoelige punten in België. Eind 2005 bevatte deze databank ongeveer 12.000 punten.

3.3 Harmonisering van de noodplanning op lokaal niveau 3.3.1 Het ontwerp van Koninklijk Besluit over de gemeentelijke en provinciale noodplannen In 2003 werd de wet op de civiele bescherming 14 gewijzigd: sindsdien moeten alle burgemeesters en gouverneurs een noodplan opstellen om de civiele veiligheid op hun grondgebied te verzekeren. NOODPLANNING 33 Met deze wettelijke verplichting zagen de gouverneurs maar vooral de burgemeesters zich geconfronteerd met praktische problemen. Enerzijds waren de bestaande richtlijnen deels verouderd, anderzijds waren ze vastgelegd in een omzendbrief die niet bindend was, wat tot gevolg had dat de bestaande noodplannen van de ene provincie tot de andere zeer uiteenlopend waren. Bovendien heeft de huidige risicoanalyse het bestaan maar vooral het belang aan het licht gebracht van noodsituaties die vallen buiten de civiele bescherming in de strikte zin van het woord (problemen van openbare orde, crisissen van de voedselketen, terrorisme, ) en waarvoor de noodplanning nog onvoldoende ontwikkeld is. Samen met vertegenwoordigers van de provinciegouverneurs en de vijf disciplines 15, werkte de ADCC een Koninklijk Besluit uit met een drieledig doel: - de principes van de noodplanning actualiseren en in een reglementaire tekst de veranderingen sinds hoger genoemde omzendbrief van 1990 opnemen met daarbij inbegrepen de multidisciplinaire benadering en de risicoanalyse; - aan de burgemeester en de gouverneur een duidelijk en precies hulpmiddel bieden, dat hen bij hun nieuwe wettelijke verplichting helpt om optimaal elke noodsituatie waarmee zij zich geconfronteerd zouden zien, te kunnen beheren; - de terminologie en de inhoud van de noodplannen harmoniseren. De discussies resulteerden in het Koninklijk Besluit m.b.t. de nood- en interventieplanning, afgekondigd op 16 februari 2006 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 15 maart 2006. 14 K.B. 31/12/1963 15 Onder disciplines verstaat men de door de verschillende hulpdiensten uit te voeren opdrachten in geval van een crisissituatie, nl. 1) hulpoperaties; 2) medische, sanitaire en psychosociale bijstand; 3) politie; 4) logistieke ondersteuning en 5) informatie aan de bevolking.