VOORWOORD. Deze Ondernemings CAO is opgebouwd uit deel A en deel B. Deel A bestaat uit een aantal bijzondere bepalingen en definities.



Vergelijkbare documenten
Op 7 februari werden de CAO onderhandelingen tussen ProfCore en de vakbonden FNV, CNV en ABW opgestart.

Dit is een voorbeeld van Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd zoals gegenereerd met de Arbeidsovereenkomst generator van ICTRecht:

Werktijden 2 Vaststelling van werkroosters geschiedt voor voltijders met inachtneming van de volgende voorwaarden:

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

1. de sportorganisatie/school/vereniging..., gevestigd te... overeenkomstig artikel... van haar statuten vertegenwoordigd door:

Collectieve Arbeidsovereenkomst De Heus Per 1 januari 2018 tot en met 31 december 2022

ARBEIDSOVEREENKOMST. 2. [naam DGA], geboren op [datum], wonende aan de [adres] te ([postcode]) [plaats], hierna te noemen: "werknemer";

1. [Naam onderneming of natuurlijk persoon], gevestigd te [postcode] [plaats] aan de [straat & nummer], hierna te noemen: 'werkgever',

HOOFDSTUK 5 - VAKANTIE

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Toevoeging CAO artikel Lid Tekst CAO oud Tekst CAO nieuw Reden wijziging. 1 oktober 2014 tot en met [...]

Wilt u meer informatie of heeft u vragen? Dan kunt u terecht bij de Werkgeverslijn land- en tuinbouw via T

Wilt u meer informatie of heeft u vragen? Dan kunt u terecht bij de Werkgeverslijn land- en tuinbouw via T

Wilt u meer informatie of heeft u vragen? Dan kunt u terecht bij de Werkgeverslijn land- en tuinbouw via T

Onderhandelingsresultaat CAO RENOLIT Nederland B.V.

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST CAO-I AKZONOBEL NEDERLAND

2.6 model arbeidsovereenkomst voor de duur van een bepaald werk of bepaald project 1

VERKLAREN DE VOLGENDE ARBEIDSOVEREENKOMST TE SLUITEN:

ARBEIDSOVEREENKOMST MET UITGESTELDE PRESTATIEPLICHT VOOR BEPAALDE TIJD (NUL UREN)

4 BELONING. 4.1 Beloning en inschaling

Collectieve arbeidsovereenkomst voor zaterdagbestellers

Model. Arbeidsovereenkomst cao Dierhouderij. Versie 6 maart 2013

Collectieve arbeidsovereenkomst Albron CP Nederland B.V.

Toekenning van aanspraken op de Zorgverlofregeling en van vergoedingen

Fulltime arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd

Personeelshandboek. el&p Payrolling

AANGEPASTE CAO TEKST Op de volgende pagina s staat de vanaf 1 januari 2017 geldende cao artikelen in dit verband.

Centraal Overleg Arbeidsvoorwaarden Openbare Bibliotheken

ARBEIDSOVEREENKOMST (voor bepaalde tijd) I., gevestigd te, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer/mevrouw,

Overeenkomst voor het verrichten van dienstverlening aan huis

Wilt u meer informatie of heeft u vragen? Dan kunt u terecht bij de Werkgeverslijn land- en tuinbouw via T

3 Salaris per uur: 1/156 van het salaris bij een volledige werktijd.

partijen zijn op de hoogte van de Richtlijn/Adviesregeling Arbeidsvoorwaarden Bestuurder kinderopvang van de NVTK (hierna: de Richtlijn).

REGLEMENT WGA-HIAATREGELING

Bedrijf BV, gevestigd te Straat 1 te Stad, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer Voorbeeld Persoon, hierna te noemen "werkgever";

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST AKZONOBEL CHEMICALS. Akzo Nobel Chemicals B.V. te Amersfoort, ten deze mede handelend voor en uit naam van:

BEZOLDIGINGSREGELING

3 Salaris en vergoedingsregelingen. Bezoldiging

REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019

Alfahulp bepalingen SWO Drimmelen per Inhoudsopgave

PENSIOENREGLEMENT 2 Van Stichting Pensioenfonds Holland Casino

Werknemer: degene met wie werkgever een arbeidsovereenkomst is aangegaan en op wie een van de CAO s van AkzoNobel in Nederland van toepassing is

gaan een overeenkomst aan betrekking hebbende op NAAM, geboren op DATUM, hierna te noemen Gedetacheerde ;

OVERGANGSREGELING STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS WATERBOUW

Jaarurensystematiek CAO-Sport

CAO UITVAARTBRANCHE Aangepaste cao tekst inzake werkdruk, roosters en beschikbaarheid geldend vanaf 1 januari 2017

CAO ZOETWAREN. ADDENDUM voor de Collectieve Arbeidsovereenkomst voor de Zoetwarenindustrie Looptijd 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014

Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding Gist-Brocades. VUT Reglement

Nummer: Versie: 1.1. Vastgesteld door het DB d.d. Instemming OR RAV d.d.

19. REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019

VASTSTELLINGSOVEREENKOMST

2. [NAAM BEDRIJF/ ORGANISATIE] gevestigd te [PLAATSNAAM], hierna te. noemen: de uitlener, vertegenwoordigd door de heer/mevrouw [NAAM

Regeling Menukaart arbeidsvoorwaarden 2006

Functie-indeling en beloningsstructuur Binnendienst Fortis Verzekeringen Nederland N.V.

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR HET

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Voorbeeld Arbeidsovereenkomst. Werkboek BB Bladzijde 111 opdracht 2.4

Vereenvoudiging Bijzondere Beloningen (hoofdstuk 5 cao)

IKAP-Regeling rijkspersoneel

Reglement Flexibele Werktijden Damen Shipyards Den Helder b.v. 2017

Aanpassing van de CAO Energie als gevolg van de invoering van het Benefit Budget

ARBEIDSOVEREENKOMST. Verklaren een arbeidsovereenkomst te zijn aangegaan onder de navolgende bepalingen:

Bedrijf., gevestigd te.., hierna verder te noemen de werkgever en.., verder te noemen de werkneemster/werknemer,

CAO ProfCore. Collectieve Arbeids Overeenkomst. People to accelerate your business

Standaard Arbeidsovereenkomst bepaalde tijd

44. Doel 2. Contributie beroepsorganisaties

REGLEMENT AANVULLEND ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSPENSIOEN VAN STICHTING PENSIOENFONDS IMTECH

Inleiding. Kijk ook in onze kennisbank arbeid voor meer informatie over het werken met een BBL er. Arbeidsovereenkomst BBL 1

Reglement Seniorenregeling Dierhouderij 2018

Overzicht van besprekingspunten en de verschillen daarin tussen werkgever en vakbonden bij Feenstra Verwarming per

Stichting Metro Pensioenfonds. ANW Hiaatreglement. 28 oktober 2008

In onderstaande tabel is de jaarlijkse arbeidsduur van een reeks jaren weergegeven:

JUS. Jaarurensystematiek. een inhoudelijke toelichting bij de invoering in de gehandicaptenzorg. JaarUrenSystematiek (JUS)

Principe akkoord CAO BV Deli-HTL Tabak Maatschappij

Reglement. Excedent Arbeidsongeschiktheidspensioen. Stichting Metro Pensioenfonds

1. [bedrijf], gevestigd [adres] te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door mevrouw/heer [naam], hierna te noemen werkgever;

Bijlage: Hoofdlijnen uit de concept-cao SZS/Hiswa op de belangrijkste onderwerpen JAARURENSYSTEMATIEK

ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1

Minimumloon, jeugdloon januari juni 2016 plus Uurloon

1. Op de werknemer met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd die wordt ontslagen wegens:

Jeugdzorg Zie artikel 3.10 van de cao.

Werktijdenregeling 2014 Gemeente Hellevoetsluis. Het college van burgemeester en wethouders van Hellevoetsluis

cao geldig van 1 april 2011 tot en met

Cao Tentoonstellingsbedrijven: van oude naar nieuwe nummering

Reglement Anw-hiaatpensioen

CONCE. Sociaal Plan. Inhoud

Collectieve Arbeidsovereenkomst over pensioenen. Tronox Pigments (Holland) B.V. Rotterdam-Botlek

Deze spaarregeling heeft ten doel het verwerven van duurzaam bezit door de medewerkers door het sparen van loon in geblokkeerde vorm te bevorderen.

Werkgever: Metro, en de door de directie aangewezen verbonden. ondernemingen, waarmee de stichting, onder goedkeuring van de

Van de T salarisschalen T22 t/m T33 vervalt de garantie-lijn. Hiervoor in de plaats komt één bedrag

GEMEENTEBLAD 2002 nr. 121

c. Werknemers die werkelijk in drieploegendienst werkzaam zijn hebben recht op een verlofdag extra.

Functie-indeling en beloningsstructuur Binnendienst ASR Nederland N.V.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Verklaren een arbeidsovereenkomst te zijn aangegaan onder de navolgende bepalingen:

ALGEMENE ARBEIDSVOORWAARDEN Uitzend24. behorend bij Arbeidsovereenkomst voor Bepaalde Tijd. Artikel 1. Datum indienst treding

Sociaal Plan DELTA Biovalue Nederland BV Augustus 2010

PENSIOENREGLEMENT V OVERGANGSREGELING VOOR DEELNEMERS GEBOREN OP OF NA 1 JANUARI 1950

CAO. Arbeidstijden. 18 jaar en ouder. Jonger dan 18 jaar

Model Arbeidsovereenkomst Bepaalde Tijd ¹

Transcriptie:

VOORWOORD Navolgende Ondernemings CAO is tot stand gekomen in overleg tussen de werkgever ProfCore (ProfCore Business Services BV, ProfCore BV, ProfCore Midden-Limburg BV, ProfCore Noord-Limburg BV en ProfCore Beheer BV) en de Vakbonden (FNV Bondgenoten, CNV Vakmensen, Vakbond ABW). Deze Ondernemings CAO kent een looptijd van 1 april 2010 tot en met 30 juni 2014. Let wel, alle wijzigingen ten opzichte van de vorige CAO gaan in per 1 januari 2011. Deze Ondernemings CAO is opgebouwd uit deel A en deel B. Deel A bestaat uit een aantal bijzondere bepalingen en definities. Deel B bestaat uit 11 hoofdstukken, met algemene bepalingen. Geleen, december 2010

INHOUDSOPGAVE VOORWOORD DEEL A BIJZONDERE BEPALINGEN 1. Looptijd 4 2. Definities 4 3. Werkingssfeer 4 4. Vertegenwoordiging 4 5. Hardheidsclausule 5 6. Overgangsregeling 5 7. Vervallen regelingen 6 DEEL B I. ALGEMENE BEPALINGEN 8. Werking CAO 7 9. Deeltijdwerk 7 10. Inleenkrachten/uitzendkrachten 7 11. Veiligheid 7 12. Vakbondskaderleden 7 13. Fusie, sluiting en reorganisatie 8 14. Personeelsvereniging 8 15. Seksuele intimidatie, agressie en geweld 8 2. BEGIN EN EINDE DIENSTVERBAND 16. Indeling van functies 9 17 Bevestiging van aanstelling 9 18. Dienstbetrekking 9 19. Proeftijd 10 20. VERVALLEN 10 21. Opzegging 10 22. Einde van rechtswege 10 3. ARBEIDSTIJDEN 23. Basis definities 11 24. Arbeidsduur 11 25. Arbeidsduurverkorting 11 26. Arbeid op zondagen en feestdagen 12 27. Arbeid in diverse diensten 12 28. Consignatie 13 29. Overwerk 13 1

4. VERPLICHTINGEN VAN DE WERKNEMER 30. Algemeen 14 31. Geheimhouding 14 32. Zorg ten aanzien van bedrijfsmiddelen 14 33. Vergoeding van schade 14 34. Ruilen 15 5. SALARIS EN TOESLAGEN 35. Salarisbetaling per maand 17 36. Salarisgebouw 17 37. Salarisbetaling in verband met goed functioneren 17 38. Wijziging van functie 18 39. Aflopende toeslag 18 40. Toeslag bezwarende werkomstandigheden (BWO) 19 41. Studiekostenregeling 19 42. Jubileumuitkering 20 43. Pensioen 20 44. Spaarloon- of Levensloopregeling 20 45. Zorgverzekering 20 6. BETALING VAN OVERUREN 46. Betaling van overuren/bijzondere beloning 21 47. Betaling van extra diensten 22 48. Betaling van verschoven uren 22 49. Betaling van reiskosten en reisuren 22 50. Ploegentoeslag 23 51. Vergoeding van verblijfkosten 23 7. VERLOF EN VAKANTIETOESLAG 52. Definitie verlofdag 24 53. Verlofrechten 24 54. Extra verlofrechten voor oudere werknemers 24 55. Inhouding van verlofdag bij derde ziekmelding 24 56. Beperking van de verlofrechten 24 57. Vaststellen verlofdagen 25 57A. Leegloopregeling 25 58. Berekening van genoten verlofdagen 26 59. Doorbetaling van salaris tijdens vakantie 26 60. Afwikkeling van te veel of te weinig genoten verlofdagen 26 61. Verval van verlofaanspraken 26 62. Vakantietoeslag 27 2

8. OVERIGE VORMEN VAN VERLOF 63. Kort verlof 28 64. Bijzonder verlof 28 65. Verlof voor eigen rekening 29 66. Verzuim 29 67. Gedwongen verzuim 29 9. ARBEIDSONGESCHIKTHEID 68. Definitie 31 69. Melding 31 70. Zwangerschaps- en bevallingsverlof 31 71. Salaris bij ziekte 31 A Inkomen 31 B Bonusregeling bij gerealiseerd ziekteverzuim 33 72. Vakantietoeslag in geval van langdurige arbeidsongeschiktheid 33 73. Overlijdensuitkering 33 10. OVERIGE BEPALINGEN 74. Periodiek medisch onderzoek 34 75. WAO-hiaatverzekering 34 76. Bijdrage werkgever aan vakbondsactiviteiten 34 77. Vakbondsleden 34 78. Fietsplan 34 79. Studiecommissie 34 11. ONDERTEKENING 36 BIJLAGEN: BIJLAGE 1 SALARISGEBOUWEN BIJLAGE 2 FUNCTIERASTERS BIJLAGE 3 BEROEPSPROCEDURE FUNCTIEWAARDERING BIJLAGE 4 WETTEKSTEN 3

DEEL A: BIJZONDERE BEPALINGEN Artikel 1: Looptijd Navolgende Ondernemings CAO is tot stand gekomen in overleg tussen de werkgever ProfCore (ProfCore Business Services BV, ProfCore BV, ProfCore Midden-Limburg BV, ProfCore Noord-Limburg BV en ProfCore Beheer BV) en de Vakbonden (FNV Bondgenoten, CNV Vakmensen, Vakbond ABW). Deze Ondernemings CAO kent een looptijd van 1 april 2010 tot en met 30 juni 2014. Let wel, alle wijzigingen ten opzichte van de vorige CAO gaan in per 1 januari 2011. Artikel 2: Definities In deze Ondernemings CAO van ProfCore wordt verstaan onder: a. werkgever: ProfCore (ProfCore Business Services BV, ProfCore BV, ProfCore Midden-Limburg BV, ProfCore Noord-Limburg BV en ProfCore Beheer BV), statutair gevestigd te Sittard-Geleen en kantoorhoudende te Geleen. b. werknemer: Diegene die in dienst van de werkgever tegen salaris arbeid verricht. Als zodanig worden niet aangemerkt: de bestuurder, vakantiewerkers en stagiaires en ter beschikking gestelde uitzendkrachten en gedetacheerden. c. Ondernemingsraad: de Ondernemingsraad van ProfCore. d. basissalaris: het bruto maandsalaris (=tabelloon conform salarisgebouw) vermeerderd met een eventuele; persoonlijke toeslag, overgangsregeling, ploegentoeslag, projecttoeslag en/of functietoeslag. e. uursalaris: een afgeleide van het basissalaris. f. aflopende toeslag; toeslag ter compensatie van inkomensverlies bij wisseling tussen diensten. g. jaar: een periode van 1 januari tot en met 31 december h. week: een periode van zeven aaneengesloten dagen van maandag tot en met zondag; i. vakkracht: een vakkracht is de werknemer die een functie uitoefent welke functie volgens het functiegebouw bij ProfCore kan worden ingedeeld. j. bedrijfsongeval: een ongeval dat de werknemer overkomt tijdens zijn werkzaamheden in het bedrijf van de werkgever of het bedrijf van de opdrachtgever, dat ernstig lichamelijk letsel of de dood tot gevolge heeft als bedoeld in de Arbeidsomstandighedenwet. Onder ernstig lichamelijk letsel wordt verstaan: schade aan de gezondheid, die binnen 24 uur na het tijdstip van de gebeurtenis leidt tot opname in een ziekenhuis ter observatie of behandeling, dan wel naar redelijk oordeel blijvend zal zijn. Een bedrijfsongeval moet in principe direct door de werknemer worden gemeld bij de opdrachtgever waar het bedrijfsongeval plaatsvond. Een dergelijk ongeval wordt gerapporteerd aan de Arbeidsinspectie. Artikel 3: Werkingssfeer Alle werknemers in dienst van ProfCore Business Services BV, ProfCore BV, ProfCore Midden- Limburg BV, ProfCore Noord-Limburg BV, ProfCore Beheer BV Artikel 4: Vertegenwoordiging ProfCore wordt door de Directie en het Management Team vertegenwoordigd. 4

Artikel 5: Hardheidsclausule In geval van wezenlijke wijzigingen in wet- en regelgeving zullen partijen bij deze CAO de hiermee verband houdende bepalingen opnieuw bezien en zo nodig in overleg wijzigen. Artikel 6: Overgangsregeling A In het kader van de herstructurering van de arbeidsvoorwaarden per 1 mei 2004 wordt de werknemer per 1 mei 2004, op basis van zijn/haar opleiding en ervaring, ingedeeld in de salarisgroep conform het Salarisgebouw ProfCore 1 mei 2004. Deze indeling is een voorlopige indeling. Het verschil tussen het nieuwe basissalaris en het oude basissalaris wordt dan omgezet in een persoonlijke toeslag (PT 1 zonder indexering). Deze persoonlijke toeslag wordt nog verhoogd met de eventuele op 30 april 2004 geldende blijvende toeslag (PT2 met indexering). Over deze persoonlijke toeslag zullen in de toekomst geen algemene salarisverhogingen meer worden berekend. Wel zal deze persoonlijke toeslag waardevast zijn. Hiermee wordt bedoeld dat deze toeslag wel zal worden aangepast met een percentage dat wordt afgeleid van de CBS-index alle huishoudens afgeleid, doch dat dit percentage nimmer hoger kan zijn dan de in het kader van de CAO onderhandelingen overeengekomen generieke salarisaanpassing voor de ProfCore werknemers. Toeslagen (zoals ploegentoeslagen) zullen worden berekend over het nieuwe basissalaris inclusief de persoonlijke toeslag Het oude salaris (salaris per 30 april 2004) kan bestaan uit de volgende onderdelen: o het basissalaris op 30 april 2004; o de gemiddelde ploegentoeslag over de maanden februari, maart, april 2004; o de op 30 april 2004 geldende beoordelingsbetalingspremie; o het op 30 april 2004 geldende garantieloon; o de op 30 april 2004 geldende aflopende toeslag; Het nieuwe salaris per 1 mei 2004 o het nieuwe basissalaris conform de indeling, op basis van opleiding en ervaring, met inachtneming van artikel 2 lid g, in het Salarisgebouw ProfCore 1 mei 2004; o de persoonlijke toeslag (PT 1), dit is het verschil tussen het oude basissalaris en het nieuwe basissalaris per 1 mei 2004, verhoogd met de op 30 april 2004 geldende blijvende toeslag (PT 2) en verhoogd met een derde van het saldo van de op 30 april 2004 geldende beoordelingsbetalingspremie en een derde van het op 30 april 2004 geldende garantieloon;. o de vanaf 1 mei 2004 geldende aflopende toeslag o de ploegentoeslag (berekend conform het nieuw geldende percentage voor 2-, 3- of 5 ploegendienst) berekend over het nieuwe basissalaris inclusief persoonlijke toeslag;. Met ingang van 1 januari 2006 vindt er een definitieve indeling plaats. Het nieuwe basissalaris zal worden aangepast. Een eventueel hoger basissalaris wordt verrekend met de persoonlijke toeslag 1 (PT1). Er worden geen vergoedingen verstrekt met terugwerkende kracht vóór 1 januari 2006. 5

De werknemer heeft recht op een bruto uitkering (overgangsregeling) gelijk aan twee derde van het saldo van de op 30 april 2004 geldende beoordelingsbetalingspremie en twee derde van het op 30 april 2004 geldende garantieloon, maal het product van alle op 1 mei 2004 volledig gewerkte dienstjaren, maal 5; De uitkomst van deze berekening zal maandelijks worden uitgekeerd. Over deze berekening wordt ook 8% vakantietoeslag toegekend, welke wordt uitbetaald overeenkomstig artikel 62 lid 2 van deze CAO. Deze uitkering loopt uiterlijk tot de (vroeg)pensioen datum. De uitkering komt te vervallen als het dienstverband eindigt. Artikel 7: Vervallen regelingen Alle arbeidsvoorwaardenregelingen vermeld in de voorgaande Ondernemings CAO s, alsmede de P-Gids die bij ProfCore tot 1 mei 2004 golden worden door deze Ondernemings CAO ProfCore vervangen en komen derhalve te vervallen. 6

DEEL B: 1. ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 8: Werking CAO Alle bepalingen van deze CAO zijn standaardbepalingen. Artikel 9: Deeltijdwerk 1. De werkgever zal een verzoek van een werknemer om in deeltijd te gaan werken, positief tegemoet treden. Hij zal serieus nagaan of er mogelijkheden zijn, dan wel op termijn kunnen zijn, om aan het verzoek van de werknemer tegemoet te komen. Indien de werkgever geen mogelijkheden ziet het verzoek van de werknemer in te willigen dan zal hij dit beargumenteerd aan de werknemer meedelen. Een verzoek van de werknemer om in deeltijd te kunnen werken zal door de werkgever niet worden afgewezen dan nadat hij daarover met de werknemer overleg heeft gepleegd. De werknemer kan een vertrouwenspersoon bij het gesprek aanwezig laten zijn. 2. Op werknemers, voor wie krachtens gemaakte afspraken een werkweek geldt van minder dan gemiddeld 40 uren per week berekend over een periode van maximaal één jaar, zijn de bepalingen van deze CAO naar evenredigheid van dit mindere aantal uren ten opzichte van de gemiddelde 40-urige werkweek van toepassing. Artikel 10: Inleenkrachten/uitzendkracht Op de inleenkracht/uitzendkracht die is aan te merken als een vakkracht en werkzaam is ten behoeve van de werkgever die ressorteert onder deze CAO, zijn de bepalingen ter zake de salaristabellen en de vakantietoeslag, alsmede de reiskosten- en reisuren vergoeding van deze CAO van toepassing. Evenzo zijn ten aanzien van de werktijden de overeengekomen (gemiddelde)werkweek en de daarbij passende toeslagen c.q. vergoedingen van toepassing. Artikel 11: Veiligheid 1. De werkgever zal de werknemer informatie verschaffen welke nodig zijn voor de veiligheid in zijn onderneming en de onderneming van de opdrachtgever, zulks met inachtneming van de wettelijke voorschriften. 2. De werknemer kan niet worden verplicht tot het verrichten van werkzaamheden waarbij aan de wettelijke voorschriften omtrent veiligheid niet is voldaan. 3. Indien voor de werkzaamheden bij de opdrachtgever veiligheidsmiddelen en/of kleding gebruikelijk zijn in vergelijkbare functies en /of omstandigheden en door de werkgever bij de opdrachtgever in rekening zijn te brengen, dan wel bedrijfskleding noodzakelijk en gewenst is, zal de werkgever deze aan de werknemer verstrekken. 4. De werknemer is verplicht eigen veiligheid en die van anderen in acht te nemen, door de werkgever of opdrachtgever gegeven voorschriften op te volgen, veiligheidsmiddelen te gebruiken en voorgeschreven beveiligingen toe te passen. 5. De werknemer, die door de werkgever als bedrijfshulpverlener wordt aangewezen en die op 1 september van enig kalenderjaar in het bezit is van een geldig EHBO- of BHV-diploma en een BHV herhalingsdag heeft gevolgd, ontvangt bij de salarisbetaling in september van dat kalenderjaar een eenmalige vergoeding van 113,= bruto, waarop de wettelijk voorgeschreven inhoudingen worden toegepast. Artikel 12: Vakbondskaderleden Het is vakbondskaderleden toegestaan informatie te verspreiden in de onderneming, waarin en alwaar zij werkzaam zijn. Zij zullen in verband hiermee niet door hun werkgever worden benadeeld. 7

Artikel 13: Fusie, sluiting en reorganisatie 1. De werkgever die fusiebesprekingen voert, dan wel het voornemen heeft het bedrijf geheel of gedeeltelijk te sluiten en/of het personeelsbestand ingrijpend te reorganiseren, dan wel andere plannen heeft die een belangrijke invloed op de werkgelegenheid zullen hebben, stelt de Vakbonden en de Ondernemingsraad daarvan in kennis. De werkgever zal er naar streven collectieve ontslagen zoveel mogelijk te voorkomen. 2. De kennisgeving bedoeld in lid 1 van dit artikel dient plaats te vinden zodra verwacht kan worden dat de eventuele fusie, sluiting en/of reorganisatie wellicht doorgang kan vinden. 3. Bij een situatie zoals geschetst in lid 1, zullen de op 5 september 2001 bij wet geregelde SER-Besluit Fusiegedragsregels 2000 gelden, ter bescherming van de belangen van werknemers. 4. Gelijk met de eerdergenoemde kennisgeving, deelt de werkgever tevens mede de redenen die hem tot zijn besluit hebben gebracht, alsmede welke (sociale) gevolgen hij verwacht, indien en voor zover die gevolgen alsdan reeds te overzien zijn. 5. Tezamen met de Vakbonden en de Ondernemingsraad zal door de werkgever, zodra dit noodzakelijk wordt, aandacht worden besteed aan: - het tijdstip waarop het medezeggenschapsorgaan dan wel de werknemersdelegatie voor het uitbrengen van advies zal worden ingelicht; - het tijdstip en de wijze waarop het gehele personeel zal worden ingelicht; - de vraag of en in hoeverre voorzieningen genomen kunnen worden opdat zoveel mogelijk de eventueel nadelige gevolgen voor de werknemers worden voorkomen, weggenomen of verminderd. 6. Over de in de leden 1 en 4 van dit artikel genoemde mededelingen en kennisgeving zullen de vakbond en de Ondernemingsraad geheimhouding betrachten, welke geheimhouding zal duren tot aan het tijdstip waarop het personeel wordt ingelicht, althans ten minste tot aan het tijdstip waarop het medezeggenschapsorgaan dan wel de werknemersdelegatie wordt ingelicht. Artikel 14: Personeelsvereniging Indien de werknemer lid is van de personeelsvereniging van werkgever, wordt de contributie ingehouden via het netto salaris. Artikel 15: Seksuele intimidatie, agressie en geweld Werkgever heeft een regeling inzake seksuele intimidatie, agressie en geweld. Deze regeling is opgenomen in het Bedrijfsreglement, onderdeel van het Personeelshandboek. In het kader van deze regeling benoemt de sociale commissie van de Ondernemingsraad in overleg met de werkgever, twee interne vertrouwenspersonen en een externe vertrouwenspersoon, die de werknemer in verband met de klacht of de indiening en/of behandeling daarvan kunnen bijstaan. Aanpassing van het Personeelshandboek vindt plaats in overleg met de Ondernemingsraad. 8

2. BEGIN EN EINDE DIENSTVERBAND Artikel 16: Indeling van functies 1. De werkgever deelt de functie van de werknemer in. De werkgever deelt de door hem vastgestelde functie-indeling mee aan de werknemer. 2. De indeling van de functie van de werknemer vindt plaats op basis van het functieraster (bijlage 2). 3. Het bepaalde in lid 2 is van kracht per 1 februari 2009. Er is geen sprake van een vergoeding met terugwerkende kracht. 4. De directie van ProfCore zal zorgdragen voor het onderhoud van de functieomschrijvingen. Artikel 17: Bevestiging van aanstelling 1. De werkgever verstrekt aan de werknemer een schriftelijke bevestiging van zijn aanstelling waarin verwezen wordt naar deze cao en ten minste zijn opgenomen de gegevens als vermeld in artikel 7:655 BW alsmede met inachtneming van artikel 7:626 BW per betalingsperiode een salarisspecificatie. Artikel 18: Dienstbetrekking 1. De dienstbetrekking kan worden aangegaan voor bepaalde of onbepaalde tijd. De dienstbetrekking voor bepaalde tijd kan worden aangegaan, hetzij voor een bepaalde periode, hetzij voor een overeengekomen taak (projectcontract). 2. De arbeidsovereenkomst voor een bepaalde periode kan worden aangegaan voor een periode van maximaal 36 maanden. De beperking tot 36 maanden geldt niet voor het verrichten van werkzaamheden in het buitenland, exclusief de Euregio en geldt evenmin voor het verrichten van een overeengekomen taak. 3. Is met inachtneming van het bepaalde in het voorgaande lid een dienstbetrekking aangegaan voor een nauwkeurig in de schriftelijke overeenkomst vastgestelde periode, dan eindigt deze dienstbetrekking op het moment dat de overeengekomen tijd is verstreken. Dit geldt zonder dat voorafgaande opzegging als bedoeld in artikel 21 is vereist. Wel zal uit het oogpunt van zorgvuldigheid, indien de dienstbetrekking langer dan drie maanden heeft geduurd, de werknemer schriftelijk worden geïnformeerd over het verstrijken van de overeengekomen tijd. Ook is dan geen toestemming van het UWV Werkbedrijf (voormalige CWI) vereist. 4. Is met inachtneming van het bepaalde in lid 1 een dienstbetrekking aangegaan voor de duur van een overeengekomen taak (projectcontract), waarbij evenwel de tijdsduur nodig voor het uitvoeren van de taak tevoren niet nauwkeurig is aan te geven, dan eindigt deze dienstbetrekking op het moment dat de overeengekomen taak ten volle is uitgevoerd zonder dat toestemming van het UWV Werkbedrijf (voormalige CWI) vereist is. 5. Wanneer de vervulling van de overeengekomen taak (projectcontract) korter dan een half jaar blijkt te duren, dient de werknemer ten minste één week voor de te verwachten einddatum van de taak op de hoogte te worden gebracht. Wanneer de vervulling van de overeengekomen taak een half jaar of langer blijkt te duren, dient de werknemer ten minste één maand voor de te verwachten einddatum van de taak op de hoogte te worden gebracht. 6. Indien een dienstbetrekking voor bepaalde tijd maximaal drie keer voor bepaalde tijd is voortgezet en deze dienstbetrekkingen tezamen niet langer duren dan 36 maanden, eindigt de voortgezette dienstbetrekking van rechtswege zonder dat voorafgaande opzegging als 9

bedoeld in artikel 21 is vereist. Ook is dan geen toestemming van het UWV Werkbedrijf (voormalige CWI) vereist is. 7. Indien een arbeidsovereenkomst wordt aangegaan voor niet meer dan drie maanden die onmiddellijk volgt op een tussen dezelfde partijen aangegane arbeidsovereenkomst voor 36 maanden of langer eindigt die voortgezette dienstbetrekking van rechtswege zonder dat voorafgaande opzegging en zonder dat toestemming van het UWV Werkbedrijf (voormalige CWI) vereist is. 8.Voorafgaande dienstverbanden bij andere werkgevers dan ProfCore tellen niet mee in de keten van verlengingen en tellen tevens niet mee voor de duur van 36 maanden als bedoeld in artikel 18 lid 2. Artikel 19: Proeftijd 1. De eerste twee maanden van de dienstbetrekking zullen over en weer als proeftijd gelden, tenzij schriftelijk is overeengekomen dat een kortere proeftijd dan wel geen proeftijd geldt. 2. Gedurende de proeftijd kunnen zowel de werkgever als de werknemer de dienstbetrekking beëindigen tegen het einde van de werkdag. 3. De onder lid 1 genoemde proeftijd vervalt voor voormalige inleenkrachten, indien er voorafgaand aan de dienstbetrekking een inleenperiode heeft plaatsgevonden van > 2 maanden. Artikel 20: VERVALLEN Artikel 21: Opzegging 1.Opzegging van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd geschiedt met inachtneming van de termijnen zoals genoemd in artikel 7: 672 BW. 2. Tussentijdse opzegging van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is vanuit werkgeverszijde mogelijk met in achtneming van een ontslagvergunning van het UWV werkbedrijf en geschiedt met inachtneming van een opzegtermijn van 1 maand. De werknemer welke zijn arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd tussentijds wenst op te zeggen is eveneens gehouden aan een opzegtermijn van 1 maand, tenzij werkgever de geldende opzegtermijn aan werknemer kwijtscheld. 3. Opzegging geschiedt met inachtneming van de opzegtermijnen tegen het einde van de maand bij salarisbetaling per maand. Artikel 22: Einde van rechtswege De arbeidsovereenkomst eindigt in ieder geval van rechtswege, zonder dat voorafgaande opzegging vereist is, op de pensioendatum, doch uiterlijk op de laatste dag van de maand voorafgaand aan de maand waarin de werknemer 65 jaar wordt. 10

3. ARBEIDSTIJDEN Artikel 23: Basis definities 1. Onder dagelijkse werktijd wordt verstaan de tijd waarin de werknemer volgens zijn dienstrooster arbeid verricht. 2. Het dagvenster is een periode met een duur van 12 uur en loopt regulier van 06.00 uur tot 18.00 uur. De werkgever kan in afwijking van het reguliere dagvenster, het dagvenster flexibel inzetten op een drietal aanvangstijden, te weten 05:00 uur, 06:00 uur of 07:00 uur, conform dagvenster van de opdrachtgever, telkens met een maximale duur van 12 uur. 3. Onder dienstrooster wordt verstaan het schema, waarin de voor de werknemer geldende dagelijkse werktijd is vastgelegd. Artikel 24: Arbeidsduur 1. De normale wekelijkse arbeidsduur bedraagt, berekend over een periode van maximaal één jaar, gemiddeld 40 uren per week voor de dagdienst en de wisseldiensten (2 en 3 ploegen). De werkweek is daarbij vastgesteld van maandag tot en met vrijdag, met een minimum aantal werkbare uren van 6 per dag om extreme flexibiliteit van de wekelijkse arbeidsduur in te perken. De Ondernemingsraad zal een controlefunctie gaan uitoefenen ten aanzien van flexibele roosters bij projecten/klanten. Voor de werknemer die op grond van een bestaande regeling minder dan dit gemiddelde aantal uren per week werkt geldt het overeengekomen aantal uren. 2. Voor de werknemer die in structurele continudienst werkzaam is, bedraagt de wekelijkse arbeidsduur gemiddeld 33,6 uur (5 ploegen). 3. Voor de berekening van de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur gelden ook de uren die volgens het dienstrooster zouden worden gewerkt op nieuwjaarsdag, de 2e paasdag, de Hemelvaartsdag, de 2e Pinksterdag, de beide Kerstdagen, de nationale feestdag (30 april) en de dagen waarop de werknemer arbeidsongeschikt is, voor zover deze dagen vallen op een dag binnen het dienstrooster, evenals de uren die volgens het dienstrooster zouden worden gewerkt op de kortverlofdagen als bedoeld in artikel 63 en op de vakantiedagen. Artikel 25: Arbeidsduurverkorting 1. Uitgaande van hetgeen in artikel 24, lid 1 wordt bepaald, is een vaste arbeidsduurverkorting van 3,5 dagen per jaar van toepassing. Voor de berekening van de "uren" in deze CAO wordt om deze reden uitgegaan van 39,5 uur per week voor een volledig dienstverband. 2. De werknemer, met uitzondering van hij die in de continudienst werkzaam is, zal voor ieder volledig gewerkt kalenderkwartaal dat hij niet ziek is geweest één extra arbeidsduurverkortingdag verdienen, met een maximum van vier dagen per jaar. Deze extra arbeidsduurverkortingdagen verdient hij boven op de vaste arbeidsduurverkorting van 3,5 dagen per jaar, zoals genoemd in lid 1. Deze extra arbeidsduurverkortingdagen tellen niet mee in de berekening van de uren in deze CAO, zoals vermeld in lid 1 van dit artikel. 3. De werknemer die werkzaam is in de continudienst, is in verband met de overeengekomen arbeidsduurverkorting, zoals bedoeld in lid 1, gehouden per kwartaal één extra dienst te werken met een maximum van vier per jaar. Per kwartaal zal deze verplichting vervallen indien de werknemer gedurende een volledig gewerkt kwartaal niet arbeidsongeschikt is geweest. 11

De werkgever is hiertoe gehouden per kwartaal een tweetal diensten aan werknemer aan te bieden, om deze in staat te stellen zijn extra dienst te kunnen vervullen. Werkgever neemt hiertoe het actuele dienstrooster, alsmede de arbeidstijdenwet in acht. Per kwartaal zal deze verplichting vervallen indien de werknemer gedurende een volledig gewerkt kwartaal niet ziek is geweest. 4. De werkgever dient de keuze van de vorm van arbeidsduurverkorting alsmede de wijziging van de keuze tot stand laten komen in overleg met de Ondernemingsraad. Indien de werknemer in deeltijd gaat werken dient in de arbeidsovereenkomst tot uitdrukking te komen of arbeidsduurverkorting in tijd dan wel in geld wordt genoten. 5. De rechten van arbeidsduurverkorting zijn op de verlofkaarten van de werknemers terug te vinden onder het verlofsaldo. In 2010 is met instemming van de Ondernemingsraad besloten om deze ADV rechten onder een noemer met de verlofrechten te administreren. Artikel 26: Arbeid op zondagen en feestdagen 1. Op zondagen, zomede op nieuwjaarsdag, 2e Paasdag, Hemelvaartsdag, 2e Pinksterdag, beide Kerstdagen, de nationale feestdag (30 april) zal als regel geen arbeid worden verricht, met uitzondering van hen die werkzaam zijn in de continudienst. Tijdens de lustrumjaren 2015 2020 2025 zal 5 mei als nationale feestdag worden aangemerkt, zijnde een dag waarop geen arbeid wordt verricht. Dan zal (in dat jaar) de 25 e vakantiedag collectief worden vastgesteld op 5 mei als deze valt op een dag waarop de werknemer volgens zijn dienstrooster arbeid zou verrichten, met uitzondering van hen die werkzaam zijn in de continudienst. Artikel 27: Arbeid in diverse diensten Binnen de organisatie wordt er gewerkt in verschillende soorten diensten 1. Onder dagdienst wordt verstaan het verrichten van arbeid van maandag t/m vrijdag, in de regel van 8.00 tot 16.30. 2. Onder ploegendienst wordt verstaan het verrichten van arbeid in een systeem waarin de werktijden van twee of meer (groepen) werknemers (met een normale arbeidsduur zoals bedoeld in artikel 24 lid 1) op elkaar aansluiten of uitsluitend ten behoeve van het overdragen van de werkzaamheden elkaar in geringe mate overlappen én een tijdsblok van 13 uur overtreft. Hierbij zal door de betrokken werknemer in regelmaat gedurende langere termijn van dienst worden gewisseld. a. Tweeploegendienst: volgens een binnen de grenzen van de Arbeidstijdenwet vast te stellen rooster wordt beurtelings in een ochtend- en middag dienst gewerkt. De werkweek is van maandag t/m vrijdag; b. Drieploegendienst: volgens een binnen de grenzen van de Arbeidstijdenwet vast te stellen rooster wordt beurtelings in een nacht- middag- en ochtenddienst gewerkt. De werkweek kan lopen van zondagavond t/m zaterdagochtend. c. Continudienst: volgens een binnen de grenzen van de Arbeidstijdenwet vast te stellen rooster wordt beurtelings in een nacht-, middag- en ochtenddienst gewerkt. De werkweek is van zondag t/m zaterdag; De arbeidsduur bedraagt gemiddeld 33,6 uur, doch wordt voor berekening van het salaris en de uren in deze CAO gelijk gesteld aan een volledig dienstverband, zoals bedoeld in de artikelen 24 en 25 van deze CAO. d. De daartoe aangewezen werknemers dienen in ploegen arbeid te verrichten. e. De in lid 2 bedoelde verplichting geldt niet voor werknemers van 55 jaar en ouder. f. De in lid 2 bedoelde verplichting geldt eveneens niet voor werknemers van wie de gezondheidstoestand zulks niet toelaat; bij verschil van mening hierover, kan de overlegging van een medische verklaring, opgesteld en ondertekend door een Nederlandse huisarts worden gevraagd. 12

g. Indien de ploegendiensten en/of de roosters worden gewijzigd zal de werkgever dit met instemming van de Ondernemingsraad doen. 3. Onder verschoven uren wordt verstaan: a. uren gedurende welke een werknemer werkt buiten zijn dagvenster, voor zover de werknemer in vier achtereenvolgende weken, met inbegrip van genoemde uren, niet langer werkt dan het aantal werkuren volgens zijn dienstrooster; Artikel 28: Consignatie Gezien het feit dat de organisatie 24 uur per dag bereikbaar wenst te zijn, is er een consignatiedienst ingesteld vanuit de diverse vestigingen/kantoren van ProfCore. Onder consignatiedienst wordt verstaan het buiten het reguliere dienstrooster (van maandag tot en met vrijdag 17:00 uur tot 08:30 uur en op zaterdagen, zondagen en feestdagen) bereikbaar zijn. 1. Bij consignatiedienst zullen de navolgende bruto vergoedingen per feitelijk consignatie-uur worden betaald: a. Op normale werkdagen: per uur 2% van het bruto basissalaris per dag; b. Op zaterdagen, zondagen en feestdagen: per uur 3% van het bruto basissalaris per dag; c. Op 1e Kerstdag, 1e Paasdag en 1e Pinksterdag: per uur 4% van het bruto basissalaris per dag. 2. De berekening van het aantal te vergoeden uren vindt plaats onder aftrek van de tijdens consignatie gewerkte uren. 3. De werkgever wijzigt de consignatiedienst in overleg met de Ondernemingsraad. Artikel 29: Overwerk Onder,,overuren wordt verstaan: alle extra gewerkte uren op weekbasis waarin wordt gewerkt buiten het dienstrooster, oftewel alle uren > 40 uur per week, lees ook artikel 24 lid 1. Als overuren worden echter niet beschouwd verschoven uren als bedoeld in artikel 27, lid 3 1. De werknemer kan, behoudens het gestelde in lid 2 niet worden verplicht om langer te werken dan zijn dienstrooster bepaalt. 2. De werknemer kan worden verplicht langer te werken dan zijn dienstrooster bepaalt gedurende de eerste tien uren in een periode van vier weken, in de gevallen waarin zulks bij of krachtens de Arbeidstijdenwet is geoorloofd. Van de werkgever wordt daarbij verlangd dat hij rekening houdt met de persoonlijke omstandigheden van de werknemer. De werknemer kan worden verplicht langer te werken dan zijn dienstrooster bepaalt in geval van calamiteiten. Indien de werkgever opdracht geeft tot overwerk voor een of meer afdelingen bij een opdrachtgever geeft hij hiervan kennis aan de Ondernemingsraad. 3. De in lid 2 bedoelde verplichtingen gelden niet voor werknemers jonger dan 18 jaar en niet voor werknemers van 55 jaar en ouder. 4. De in lid 2 bedoelde verplichtingen gelden eveneens niet voor werknemers van wie de gezondheidstoestand zulks niet toelaat; bij verschil van mening hierover kan de overlegging van een medische verklaring opgesteld en ondertekend door een Nederlandse huisarts worden gevraagd. 5. Indien overwerk aanvangt vóór of op dan wel na middernacht en die dag dan wel de vorige dag de dagelijkse werktijd is gewerkt of een zon- of feestdag is, behoeft het werk niet eerder dan 11 uur na het beëindigen van het overwerk te worden hervat. Voor zover deze uren vallen binnen de dagelijkse werktijd wordt daarover het salaris doorbetaald. Eenmaal per 7 etmalen mag de onafgebroken rusttijd worden beperkt tot 8 uur. 6. In het kader van de werkgelegenheid dient regelmatig overwerk tot het uiterste te worden beperkt. 13

4. VERPLICHTINGEN VAN DE WERKNEMER Artikel 30: Algemeen 1. De werknemer is gehouden de werktijden stipt in acht te nemen en op tijd met de hem opgedragen werkzaamheden te beginnen. 2. De werknemer is verplicht hem door of namens de werkgever opgedragen werkzaamheden welke zich in diens onderneming voordoen, of werkzaamheden welke met deze onderneming verband houden, naar beste krachten te verrichten; hij zal de werkgever of diens vertegenwoordiger terstond kennis geven van enige fout in een hem verstrekte opdracht of van andere feiten en omstandigheden waarvan een goed werknemer kan veronderstellen dat de wetenschap voor de werkgever van belang is. 3. Indien in de onderneming tijdelijk geen aanbod van werk waarvoor de werknemer is aangenomen aanwezig is, dan is de werknemer gehouden andere hem opgedragen passende/vervangende werkzaamheden te verrichten. 4. De werkgever kan de werknemer verplichten werkstaten bij te houden en deze in te leveren op een door de werkgever te bepalen tijdstip. Artikel 31: Geheimhouding Het is de werknemer verboden aan derden bijzonderheden betreffende het bedrijf van de werkgever en de klant mede te delen waarvan hij weet of redelijkerwijze kan vermoeden dat hij deze geheim behoort te houden. Artikel 32: Zorg ten aanzien van bedrijfsmiddelen 1. Van de door de werkgever verstrekte bedrijfsmiddelen wordt een lijst opgemaakt, die door de werknemer moet worden ondertekend. Onder bedrijfsmiddelen worden onder meer verstaan: machines, computerbestanden, gereedschappen, materialen, voertuigen en geld. 2. De werknemer zal de hem toevertrouwde bedrijfsmiddelen oordeelkundig en overeenkomstig de bestemming daarvan gebruiken en behandelen en in het algemeen daarvoor de zorg hebben van een goed werknemer. 3. Hij is verplicht aan de werkgever of diens vertegenwoordiger terstond kennis te geven van een gebrek aan of verlies van enig bedrijfsmiddel waarvan een goed werknemer kan veronderstellen dat de wetenschap voor de werkgever van belang is. Artikel 33: Vergoeding van schade 1. Indien de werknemer ingevolge artikel 7:661 BW aansprakelijk is voor door hem veroorzaakte schade, zal deze schade worden vergoed aan de werkgever in termijnen van ten hoogste 1/5 deel van het salaris conform wettelijke regelgeving. 2. De werkgever kan van zijn recht op schadevergoeding slechts gebruik maken indien hij uiterlijk binnen één maand nadat het verlies of de beschadiging is geconstateerd de werknemer schriftelijk mededeling heeft gedaan van zijn voornemen tot verhaal van de daardoor te lijden schade. 14

Artikel 34: Ruilen 1. De werknemer kan, volgens de regels als beschreven in dit artikel, bronnen (vakantieuren, toeslagen of andere financieringsbronnen) ruilen tegen doelen (geld, dan wel fiscaal gefaciliteerde regelingen). Het aldus verkregen geld kan worden doorgestort naar het pensioensparen van de Pensioenverzekering. 2. De volgende bronnen kunnen ten behoeve van de daarbij vermelde doelen worden geruild: a. Vakantie-uren kunnen volgens de wettelijke mogelijkheden worden geruild voor geld, dan wel fiscaal gefaciliteerde regelingen. b. de in deze CAO genoemde toeslagen en overige financieringsbronnen kunnen worden geruild voor geld (uitbetaling ineens), voor tijdsparen of worden aangewend voor het kopen van vrije uren als hierna bedoeld in lid 3. 3. De werknemer die een arbeidsduur heeft als bedoeld in artikel 24 kan per kalenderjaar maximaal 160 uur vrije tijd kopen. Voor de werknemer die een kortere arbeidsduur heeft geldt het evenredige deel. 4. Het ruilen van de bronnen in doelen geschiedt in overleg tussen de werknemer en de werkgever, met uitzondering van het besluit tot de aankoop van (maximaal 160 uur) vrije tijd. Hiertoe kan de werknemer zelf besluiten. De afspraak tussen werkgever en werknemer over bronnen die zullen worden aangewend en de doelen die daarmee worden verworven en/of het besluit van de werknemer tot aankoop van (maximaal 160 uur) vrije tijd is de ruilafspraak. 5. De ruilafspraak moet bij werkgever en werknemer bekend zijn voor 1 januari van het jaar waarin de ruilafspraak van toepassing is en geldt gedurende één kalenderjaar. Voor elk nieuw kalenderjaar kan telkens opnieuw een ruilafspraak tot stand komen als bedoeld in lid 4. 6. Wanneer bij het ruilen een omzetting plaatsvindt van tijd in geld of andersom, geldt als ruilvoet 0,58% van het maandsalaris per uur. 7. Voor het verrekenen kan de werknemer kiezen uit de volgende mogelijkheden: a. De kosten van de koop van vrije tijd in gevolge lid 3, berekend op basis van de ruilvoet uit lid 6, worden ingehouden op aan de werknemer uit te betalen toeslagen zoals, en voor zover van toepassing overwerktoeslag, ploegentoeslag, vakantietoeslag, een en ander voor zover de toeslag niet is inbegrepen in het salaris als bedoeld in bijlage 1 Salarisgebouw ProfCore. Indien het bedrag van de toeslag(en) ontoereikend is voor de bekostiging van de vrije tijd, vindt inhouding plaats op het salaris in de periode(s) waarin de vrije tijd wordt genoten. Ingeval er sprake is van betaling voor de verkoop van vrije tijd, geschiedt de uitbetaling in de periode(s) waarin op deze dagen wordt gewerkt. De door verkoop van vrije tijd verkregen gelden kunnen ook worden aangewend voor fiscaal gefaciliteerde regelingen. b. De kosten of baten, berekend op basis van de ruilvoet uit lid 6, die voor de werknemer verbonden zijn aan de ruil, worden gedurende het kalenderjaar in gelijke delen bij de betaling van het maandsalaris ingehouden op de salarisbetaling of in gelijke delen uitbetaald. c. In overleg tussen werkgever en werknemer kan voor een andere verrekeningswijze worden gekozen. 8.a. De ruilafspraak moet in het kalenderjaar worden geëffectueerd. b. Indien blijkt dat aan het eind van een kalenderkwartaal een (deel van de) ruilafspraak door arbeidsongeschiktheid van de werknemer niet of niet volledig geëffectueerd kan worden, vindt aan het eind van dat kalenderkwartaal verrekening plaats. Ingehouden bedragen waar geen verlof voor kon worden opgenomen in dat kwartaal worden alsdan 15

alsnog uitbetaald bij de salarisbetaling; extra uitbetaalde bedragen waarvoor geen extra werk in dat kwartaal kon worden verricht, worden dan alsnog ingehouden c.q. niet uitbetaald. In overleg kunnen werkgever en werknemer hierover andere afspraken maken. 9.a. Een gemaakte ruilafspraak heeft geen effect op het salaris voor de berekening van bij CAO geregelde inkomensgerelateerde bestanddelen zoals de overwerktoeslag, met uitzondering van de vakantietoeslag. b. Een gemaakte ruilafspraak heeft geen effect op het salaris voor de berekening van niet bij CAO geregelde inkomensgerelateerde bestanddelen, tenzij daarover in overleg tussen de werkgever en Ondernemingsraad andere afspraken worden gemaakt. 10. Bij beëindiging dienstverband vindt verrekening van de ruil dan wel de gekochte extra vrije dagen plaats. 16

5. SALARIS EN TOESLAGEN Artikel 35: Salarisbetaling per maand 1. De salarisbetaling vindt uitsluitend plaats per maand. Onder salaris wordt verstaan de overeengekomen vaste bruto vergoeding zoals vermeld in het salarisgebouw van bijlage 1, danwel conform de definitie salaris in artikel 2. In deze CAO is een verhoging van het salarisgebouw opgenomen van: - 1.0% structurele verhoging van het salarisgebouw ingaande 1 januari 2011-1.5% structurele verhoging van het salarisgebouw ingaande 1 augustus 2011-0.5% eenmalige, winstafhankelijke uitkering over 12 x het tabelloon per 1 maart 2012-2.0% structurele verhoging van het salarisgebouw ingaande 1 augustus 2012-1.0% winstafhankelijke, structurele verhoging van het salarisgebouw ingaande 1 maart 2013 2. De uitbetaling van het salaris geschiedt uiterlijk op de laatste werkdag van de maand. 3. De uitbetaling van eventuele toeslagen (zoals ploegentoeslag), onkostenvergoedingen en dergelijke en van te verrekenen voorschotten geschiedt uiterlijk op de laatste werkdag van de volgende maand. 4. Ter zake van reis-, en verblijfkosten zullen, indien de werknemer zulks verzoekt en leidinggevende dit nodig acht, voorschotten worden verstrekt. 5. Niet door de werknemer behoorlijk verantwoorde werkuren, reis- en verblijfskosten worden niet uitbetaald. 6. De werkgever verstrekt op verzoek een schriftelijke berekening van de betalingen bedoeld in lid 3. 7. De werkgever verstrekt binnen twee maanden na afloop van het kalenderjaar aan de werknemer een schriftelijke jaaropgave van hetgeen deze in dat jaar uit de dienstbetrekking heeft genoten en van de inhoudingen daarop. Artikel 36: Salarisgebouw De diverse salarisgebouwen zoals opgenomen in bijlage 1(salaristabellen) zijn van toepassing bij een dienstrooster op basis van een gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van 40 uren berekend over een periode van maximaal één jaar. Bij een dienstrooster op basis van een kortere gemiddelde wekelijkse arbeidsduur heeft de werknemer recht op salaris naar evenredigheid, met uitzondering van diegene die werkzaam zijn in de continudienst. Artikel 37: Salarisverhoging in verband met goed functioneren 1.Verhogingen op grond van functioneren worden eenmaal per jaar, te weten 1 april, toegekend totdat het maximum van de salarisschaal is bereikt. Om in aanmerking te komen voor een salarisverhoging dient de werknemer minimaal 6 maanden voorafgaand aan de peildatum, te weten 1 oktober van het voorgaande kalenderjaar in dienst te zijn getreden. 2. Er wordt een periodiek toegekend als de jaarbeoordeling, welke plaatsvindt tussen januari en maart van ieder kalenderjaar als eindoordeel goed is. 3. Bij een jaarbeoordeling met als resultaat onvoldoende, krijgt de werknemer 3 maanden de tijd om het resultaat goed alsnog te behalen. Indien de werknemer dan het resultaat goed behaald, zal er alsnog een periodiek worden toegekend met ingang van de maand volgend op de herbeoordeling. Indien de herbeoordeling nog steeds onvoldoende is, wordt geen periodiek toegekend. 17

Artikel 38: Wijziging van functie 1. De werknemer die een functie gaat vervullen welke in een hogere salarisgroep is ingedeeld zal in salaris ten minste gelijk blijven. 2. Het in lid 1 bepaalde is van overeenkomstige toepassing op de werknemer die een andere functie gaat vervullen die in dezelfde salarisgroep is ingedeeld. 3. De werknemer die op verzoek van de werkgever een functie gaat vervullen, welke in een lagere salarisgroep is ingedeeld, zal gedurende een vast te stellen periode nog het salaris blijven ontvangen dat hij in de vorige functie verdiende. Het in deze bepaling genoemde salaris betreft het basissalaris exclusief ploegentoeslagen en/of andere toeslagen. De periode van behoud van voormalige salaris wordt vastgesteld op basis van de duur van het dienstverband van de werknemer volgens de volgende staffel: - langer dan drie jaar in dienst recht op drie maanden behoud voormalige salaris; - langer dan vijf jaar in dienst recht op zes maanden behoud van voormalige salaris; - langer dan tien jaar in dienst recht op negen maanden behoud van voormalige salaris. Deze toekenning geldt niet voor werknemers welke op eigen verzoek een functie wensen te vervullen, welke is ingedeeld in een lagere salarisgroep. 4. In afwijking van het bepaalde in lid 3 zal bij indeling van een werknemer van 55 jaar en ouder, die langer dan tien jaar in dienst is, in een lagere salarisgroep het verschil tussen het oude en het nieuwe salaris in de vorm van een persoonlijke toeslag (PT 3) worden uitgekeerd. Salarisverhogingen zullen uitsluitend worden berekend over het nieuwe basissalaris. De toeslag zal hierbij ongewijzigd blijven. Artikel 39: Aflopende toeslag De werknemer die om medische of bedrijfsredenen door de werkgever blijvend in een andere dienst wordt tewerk gesteld ontvangt tijdelijk een toeslag (aflopende toeslag), indien ten gevolge van de verplaatsing een inkomensachteruitgang optreedt van 0,5% of meer van het vroegere inkomen. Onder vroegere inkomen wordt verstaan het maandinkomen dat op de datum van verplaatsing voor de betrokkene zou hebben gegolden, met dien verstande dat een uitkering ingevolge de Wet Werk en Inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) of de vroegere Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) mede in aanmerking wordt genomen. De tijdelijke toeslag bedraagt het verschil tussen het vroegere inkomen en het nieuwe inkomen. Voor de werknemers die voor 1 mei 2004 al recht hadden op een aflopende toeslag blijft de oude regeling zoals die tot 1 mei 2004 in de P-Gids ProfCore gold van toepassing. Voor de werknemers die op een andere dienst worden tewerkgesteld wordt de aflopende toeslag volgens de volgende staffel berekend: - Werknemers die langer dan 1 jaar in ploegendienst gewerkt hebben, ontvangen gedurende drie maanden een toeslag; - Werknemers die langer dan 3 jaar in ploegendienst gewerkt hebben, ontvangen gedurende 6 maanden een toeslag; - Werknemers die gedurende 5 jaar in ploegendienst gewerkt hebben, ontvangen gedurende 9 maanden een toeslag; - Werknemers die langer dan 10 jaren in ploegendienst gewerkt hebben, ontvangen gedurende 12 maanden een toeslag. - Werknemers die 55 jaar of ouder zijn en langer dan 10 jaar in de continudienst werkzaam zijn geweest en hier op vrijwillige basis mee wensen te stoppen, ontvangen gedurende 36 maanden een toeslag. Indien deze betreffende werknemer, die 55 jaar of ouder is en langer dan 10 jaar in de continudienst werkzaam is, en op uitspraak van de Bedrijfsarts om medische redenen geen continudienst meer mag lopen, dan geldt deze aflopende toeslag tot aan de (vroeg)pensioen datum. 18

Artikel 40: Toeslag bezwarende werkomstandigheden (BWO) 1. Ingeval van bezwarende werkomstandigheden kan aan de werknemer een toeslag per in die omstandigheden gewerkt uur worden toegekend, voor zover deze toeslag gebruikelijk is bij de opdrachtgever in vergelijkende functies en/of omstandigheden en bij de opdrachtgever in rekening zijn te brengen. 2 a. Bezwarende werkomstandigheden houden omstandigheden in die in vergelijking met het gangbare werk bezwarend voor de werknemer zijn. b. De directie beslist na behandeling van het voorstel in de Arbo-commissie van de Ondernemingsraad, of er sprake is van BWO. Daarnaast kan de directie op verzoek van de opdrachtgever BWO voor gangbaar werk invoeren, indien gewerkt wordt onder leiding en verantwoordelijkheid van de opdrachtgever binnen een werkplek of organisatie waar sprake is van BWO. 3. De hoogte van de toeslag BWO wordt aan de hand van de concrete omstandigheden van het geval vastgesteld door de directie, welke hiertoe in overleg zal treden met de Ondernemingsraad. Artikel 41: Studiekostenregeling 1. In het kader van de 7 zekerheden biedt de werkgever haar werknemers diverse werkgerelateerde opleidingsmogelijkheden aan. 2. Na goedkeuring van de leidinggevende en het management wordt bij het aangaan van een werkgerelateerde opleiding, cursus of training een studiekostenvergoedingsovereenkomst opgesteld, die door de werknemer voor akkoord dient te worden ondertekend. 3. De werkgever regelt en betaalt de werkgerelateerde opleiding, cursus of training. De werknemer kan, voor zover van toepassing, de navolgende kosten declareren; - inschrijf- en examengeld; - voorgeschreven studiemateriaal; - extra reiskosten voor het volgen van de opleiding. 4. De gemaakte extra reiskosten worden vergoed op basis van overige extra zakelijke kilometers, zoals opgenomen in het artikel reiskosten. Hierbij worden de daadwerkelijk gereden kilometers genomen van; - werkplek - scholingslocatie - woonplaats, - woonplaats scholingslocatie woonplaats e.e.a. afhankelijk van het te werken dienstrooster en tijdstip van te volgen scholingsactiviteit. 5. Bij beëindiging van het dienstverband anders dan: - door pensionering, prepensioen, VUT, arbeidsongeschiktheid, overlijden; - op initiatief van werkgever, tenzij wegens dringende redenen als bedoeld bij artikel 7:678 BW; - op initiatief van de werknemer wegens dringende redenen als bedoeld bij artikel 7:679 BW, dient de werknemer alle op grond van deze regeling alle door hem ontvangen vergoedingen voor de bedoelde opleidingen terug te betalen, conform navolgende staffel; - < 1 jaar na behalen van diploma/certificaat 100% van de totaal gemaakte opleidingskosten - > 1 jaar en < 2 jaar na behalen van diploma/certificaat 75% van de totaal gemaakte opleidingskosten - > 2 jaar en < 3 jaar na behalen van diploma/certificaat 50% van de totaal gemaakte opleidingskosten - > 3 jaar na behalen van diploma/certificaat 0% van de gemaakte opleidingskosten. Werkgever heeft het recht om het terug te betalen bedrag te verrekenen met het salaris dat werknemer van werkgever te vorderen heeft. 19

6. Het gestelde onder 5 geldt eveneens indien de werknemer op eigen initiatief zonder schriftelijke toestemming van de directie de opleiding tussentijds beëindigt of volgens de mening van de directie wegens onvoldoende studie-ijver de opleiding niet met goed gevolg beëindigt. 7. Indien naar het oordeel van de directie de studievorderingen of werkprestaties van de werknemer daartoe aanleiding geven, kan werkgever de betaling van de vergoedingen te allen tijde beëindigen. Deze beslissing wordt de werknemer gemotiveerd en schriftelijk medegedeeld. Artikel 42: Jubileumuitkering Ingeval van een dienstjubileum zal de werknemer een bruto uitkering ontvangen. Bij een jubileum van 10 jaar ontvangt de werknemer een uitkering van twee dagen bruto salaris. Bij een dienstjubileum van 20-, 30- en 40 jarig dienstjubileum bedraagt de uitkering één maandsalaris. Deze uitkering zal bruto worden uitgekeerd. Indien en zolang dit fiscaal toelaatbaar is wordt de uitkering netto uitbetaald. Artikel 43: Pensioen 1.Werkgever draagt zorg voor de pensioenregelingen. 2. De werknemer is verplicht tot deelname aan de pensioenregeling van ProfCore. Indien de werknemer het daartoe behorende aanmeldingsformulier niet tijdig (zijnde 6 weken na indiensttreding), volledig ingevuld én ondertekend retourneert aan de werkgever, zal deze vanuit zijn zorgplicht alsmede zijn verantwoordelijkheden zoals opgenomen in de Pensioenwet de werknemer tóch aanmelden bij de pensioenverzekeraar onder het standaard/garantiedepot. De werknemer is vrij om de keuze voor een beleggingsdepot in een later stadium te wijzigen. 3. Indien de werknemer uitdrukkelijk afstand wenst te doen van zijn verplichting tot deelname aan de pensioenregeling dient deze hiertoe tijdig (zijnde binnen 6 weken na indiensttreding) op eigen verzoek een zogenoemde afstandsovereenkomst aan te vragen bij de werkgever. 4. De werkgever informeert de Ondernemingsraad over voorstellen tot wijziging van de Pensioenverzekering. Wijzigingen in de pensioenverzekering worden doorgevoerd in overleg tussen de werkgever, de Vakbonden en met instemming van de Ondernemingsraad. Artikel 44: Spaarloon of Levensloopregeling Indien een werknemer de werkgever daartoe het verzoek doet, is deze gehouden zijn medewerking te verlenen aan, en voorzieningen te treffen om, zijn werknemers in de gelegenheid te stellen gebruik te maken van de wettelijke mogelijkheden ten aanzien van de spaarloonregeling of de Levensloopregeling. Artikel 45: Zorgverzekering De werkgever faciliteert voor haar werknemers een (of meerdere) collectieve zorgverzekering(en). De werknemer kan op basis van vrijwilligheid deelnemen aan deze collectieve verzekering. De werkgever vergoedt hiertoe bij de collectieve zorgverzekering van VGZ een jaarlijks vast te stellen bedrag aan de werknemer indien deze zich kwalitatief verzekerd middels het daarvoor samengestelde mix-aanvullende pakket, mits en zolang het mix-aanvullende pakket door VGZ wordt aangeboden. 20