Gegeven is een kansvariabele X met cumulatieve verdelingsfunctie P(X x)= 1/3 x voor 0 < x < 3. Bereken (a) P(2<X 3) (b) E(X) (c) Var(X)



Vergelijkbare documenten
Kansrekening en statistiek WI2105IN deel I 4 november 2011, uur

Kansrekening en statistiek wi2105in deel I 29 januari 2010, uur

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Faculteit Wiskunde en Informatica

Gezamenlijke kansverdeling van twee stochasten

Cursus Statistiek Hoofdstuk 4. Statistiek voor Informatica Hoofdstuk 4: Verwachtingen. Definitie (Verwachting van discrete stochast) Voorbeeld (1)

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Faculteit Wiskunde en Informatica

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Faculteit Wiskunde en Informatica

Opgaven voor Kansrekening

Tentamen Kansrekening en Statistiek (2WS04), dinsdag 17 juni 2008, van uur.

Tentamen Inleiding Kansrekening 25 juni 2009, uur Docent: F. den Hollander

11.1 Kansberekeningen [1]

Opgaven voor Kansrekening

Radboud Universiteit Nijmegen Heyendaalse weg 135

Tentamen Kansrekening en Statistiek (2WS04), woensdag 30 juni 2010, van uur.

Statistiek voor A.I. College 6. Donderdag 27 September

Schrijf boven elk vel je naam, studentnummer en studierichting (W, N of I). Het is toegestaan een (grafische) rekenmachine te gebruiken.

Vandaag. Onderzoeksmethoden: Statistiek 2. Basisbegrippen. Theoretische kansverdelingen

5.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: In een vaas zitten 10 rode, 5 witte en 6 blauwe knikkers. Er worden 9 knikkers uit de vaas gepakt.

6. Op tafel liggen 10 verschillende boeken. Op hoeveel verschillende manieren kunnen 3 jongens daar ieder 1 boek uit kiezen?

Opgaves Hoofdstuk 3: Toevalsveranderlijken en Distributiefuncties

Combinatoriek en rekenregels

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica

9.0 Voorkennis. Bij samengestelde kansexperimenten maak je gebruik van de productregel.

14.1 Kansberekeningen [1]

Lesbrief Hypergeometrische verdeling

Voorbeeld 1: kansverdeling discrete stochast discrete kansverdeling

Kansrekening en stochastische processen 2DE18

Voorbeeld 1. Statistiek voor Informatica Hoofdstuk 3: Stochastische Variabelen en Verdelingen. Voorbeeld 2A. Voorbeeld 1 (vervolg)

13.1 Kansberekeningen [1]

Examen Statistiek I Feedback

Tentamen Kansrekening en Statistiek MST 14 januari 2016, uur

3.1 Het herhalen van kansexperimenten [1]

Feedback proefexamen Statistiek I

Bij het oplossen van een telprobleem zijn de volgende 2 dingen belangrijk: Is de volgorde van de gekozen dingen van belang?

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Faculteit Wiskunde en Informatica

Gokautomaten (voor iedereen)

In de Theorie worden de begrippen toevalsvariabele, kansverdeling en verwachtingswaarde toegelicht.

Uitwerking Tentamen Inleiding Kansrekening 11 juni 2015, uur Docent: Prof. dr. F. den Hollander

Oefeningen. 7N5p. bij theorie Kansrekening 2013 GGHM

Examen HAVO. Wiskunde A1,2

Kansrekening en stochastische processen 2S610

1BA PSYCH Statistiek 1 Oefeningenreeks 3 1

Wiskunde D Online uitwerking oefenopgaven 4 VWO blok 3 les 1

KANSREKENEN EN VERDELINGEN REEKS 1

Binomiale verdelingen

Set 3 Inleveropgaven Kansrekening (2WS20) Opgaven met sterretjes zijn lastiger dan opgaven zonder sterretje.

Tentamen Statistische methoden MST-STM 8 april 2010, 9:00 12:00

. Dan geldt P(B) = a d. 3 8

Lesbrief de normale verdeling

Tentamen Inleiding Kansrekening 12 augustus 2010, uur Docent: F. den Hollander

Kansrekening en Statistiek

Opgaven voor Kansrekening - Oplossingen

Oefeningen statistiek

Statistiek voor A.I. College 3. Dinsdag 18 September 2012

Samenvatting Wiskunde A

H9: Rijen & Reeksen H10: Kansverdelingen H11: Allerlei functies.5-6

Tentamen Voortgezette Kansrekening (WB006C)

1. De wereld van de kansmodellen.

Medische Statistiek Kansrekening

Paracetamol in het bloed

Hertentamen Inleiding Kansrekening 5 juli 2017, 14:00 17:00 Docent: Prof. dr. F. den Hollander

Wiskunde A. Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 17 mei uur

UitwerkingenOefenQuiz Kansrekening 2009

Samenvatting Statistiek

Tentamen Inleiding Kansrekening wi juni 2010, uur

3 Kansen vermenigvuldigen

Tentamen Kansrekening (NB004B)

Het schatten van de Duitse oorlogsproductie: maximum likelihood versus de momentenmethode

1 Kansbomen. Verkennen. Uitleg. Theorie en Voorbeelden. Beantwoord de vragen bij Verkennen.

Kansrekening en Statistiek

6.1 Beschouw de populatie die beschreven wordt door onderstaande kansverdeling.

7.0 Voorkennis , ,

Praktische opdracht Wiskunde A Patience

Statistiek voor A.I. College 4. Donderdag 20 September 2012

Uitgewerkte oefeningen

Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 23 juni uur

= P(B) = 2P(C), P(A B) = 1 2 en P(A C) = 2 5. d. 31

Uitleg significantieniveau en toetsen van hypothesen

Examen HAVO en VHBO. Wiskunde A

VOOR HET SECUNDAIR ONDERWIJS. Kansmodellen. 3. Populatie en steekproef. Werktekst voor de leerling. Prof. dr. Herman Callaert

H10: Allerlei functies H11: Kansverdelingen..6-7

Antwoorden Kans en Stat H3 Discrete verdelingen

Je kunt de kansen met wiskunde technieken berekenen (bijvoorbeeld boomdiagramman), maar je kunt ook deze door simulaties achterhalen.

EXAMENTOETS TWEEDE PERIODE 5HAVO MLN/SNO

11.0 Voorkennis. Wanneer je met binomcdf werkt, werk je dus altijd met een kans van de vorm P(X k)

Tentamen Inleiding Kansrekening 16 juni 2017, 14:00 17:00 Docent: Prof. dr. F. den Hollander

Uitwerkingen Hst. 10 Kansverdelingen

de dagelijkse energiebehoefte in kilocalorieën (kcal) en G het gewicht in kg.

Alleen deze bladen inleveren! Let op je naam, studentnummer en klas

Kansrekening en Statistiek

vavo Toets VWO Examenklas Periode: 1 Toetsduur: 180 minuten (echte toets 120 minuten) Toetscode PTA: T1 Constructeur: M.

OefenDeeltentamen 2 Kansrekening 2011/ Beschouw een continue stochast X met kansdichtheidsfunctie cx 4, 0 x 1 f X (x) = f(x) = 0, anders.

HANDLEIDING HET IJSBERENSPEL

4.1 Eigenschappen van de normale verdeling [1]

36, P (5) = 4 36, P (12) = 1

Uitwerkingen Mei Eindexamen VWO Wiskunde C. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek

Het tentamen heeft 25 onderdelen. Met ieder onderdeel kan maximaal 2 punten verdiend worden.

Wiskundige Analyse II

6.1 Beschouw de populatie die wordt beschreven door onderstaande kansverdeling.

Antwoorden Kans en Stat H4 Discrete verdelingen 1 = 7 = Opg. 3a. aantal kans. P(aantal=10) = aantal kans.

Transcriptie:

Opgave 1 Een kom tomatensoep voor 6 personen bevat 30 balletjes. De soep wordt willekeurig uitgeschonken over 6 borden. Bereken (a) De kans dat er geen enkel balletje in je bord terecht komt (b) De kans dat je 10 balletjes in je bord vindt (c) Het verwachte aantal balletjes in je bord Opgave 2 Gegeven is een kansvariabele X met cumulatieve verdelingsfunctie P(X x)= 1/3 x voor 0 < x < 3. Bereken (a) P(2<X 3) (b) E(X) (c) Var(X) Opgave 3 Op een feest brengen 10 personen een geschenk mee, en deze cadeaus worden als volgt verloot: wie net een cadeau heeft gekregen, moet nu het zijne geven aan de persoon van wie de naam getrokken wordt uit de nog overblijvende kandidaten. Als de organisator begint met zijn cadeau weg te geven, hoe groot is dan de kans dat ieder aan de beurt is gekomen vooraleer die eerste zijn pakje krijgt en daarmee de cirkel sluit? Opgave 4 De levensduur X van een gloeilamp is een stochastische variabele, die beschreven kan worden m.b.v. volgende dichtheidsfunctie: f X (x) = λe -λx voor x 0 en f X (x) =0 voor x<0 met λ = 0.001 uur -1 (a) Hoe groot is de kans dat een gloeilamp langer dan 1000 uur brandt? (b) Bereken de te verwachten levensduur van een gloeilamp (c) Hoe groot is de kans dat een lamp die al 200 uur goed brandt, nog minstens 1000 uur langer zal branden? Opgave 5 In doos één zitten negen witte knikkers en een rode en in doos twee zitten vijf rode en twee witte. Als je willekeurig een doos neemt en hieruit ongezien een knikker pakt, (a) wat is dan de kans op een witte knikker? (b) wat is de kans dat deze witte knikker uit doos één kwam? Opgave 6 Mijn bakker wordt op zondagochtend gemiddeld 120 keer per uur om een pistolet gevraagd (voor het gemak van de modellering vertalen we een vraag om 10 pistolets in 10 vragen om één pistolet).

(a) Op een zondag zie ik bij het naderen van de winkel, dat de hele voorraad pistolets nog maar 10 stuks is. Helaas houdt mijn buurman me voor de winkel vijf minuten aan de praat. Bepaal de kans, dat ik nog een pistolet kan kopen, als ik eindelijk in de winkel ben. (a) De bakker bakt op zondagochtend steeds 450 pistolets; zijn winkel gaat om 8 uur open en sluit om 12 uur. Bepaal (benaderend) de kans dat op sluitingstijd al zijn pistolets verkocht zijn. Opgave 7 Een vaas bevat een bal met nummer 1, twee ballen met nummer 2, drie ballen met nummer 3, vier ballen met nummer 4, en vijf ballen met nummer 5. Je trekt zonder kijken een bal uit de vaas; X is het nummer van deze bal. (a) Wat is de kans dat je het nummer k trekt (voor k=1, k=2,, k=5)? (b) Wat is de verwachte waarde van X? (c) Wat is de variantie van X? (d) Bepaal de verwachte waarde van 1/X. Opgave 8 De kans dat een dronken chauffeur vluchtmisdrijf pleegt na een aanrijding is tien maal zo groot als bij een nuchter bestuurder. Op een avond wordt je aangereden door iemand, die zonder te stoppen doorrijdt. Als je weet dat 10% van de autobestuurders in de avonduren dronken is, bepaal dan de kans, dat de persoon die je aanreed, dronken was. Opgave 9 Een kansvariabele Y heeft als kansdichtheid (3/2)y² + y, voor 0 y 1, en 0 voor y<0 of y>1. (a) Bereken is E(Y). (b) Bereken var(y). (c) Beschouw de kansvariabele V = Y². Wat is de cumulatieve verdelingsfunctie van V? (d) Beschouw de kansvariabele W = 1/(2-Y). Wat is de kansdichtheid van W? Opgave 10 Iemand beweert paranormale krachten te bezitten en vraagt aan toeschouwers om een munt op te gooien, hij zal dan proberen met zijn krachten om kop boven te laten vallen. Dit lukt hem in 4 van de 5 keren. Wat is de kans dat iemand zonder paranormale krachten dit minstens even goed doet? Opgave 11 De kruidenier verkoopt in zijn levensmiddelenwinkels eieren in doosjes van 6 en van 10 stuks. Er is tweemaal zoveel vraag naar doosjes van 6 als naar doosjes van 10 stuks. In 1% van de kleine en 1.5% van de grote zit (minstens) een gebroken ei. Een klant komt na een aankoop bij de kassa reclameren, dat haar doos eieren een gebroken ei bevat. Wat is de kans, dat zij een doos van 10 heeft gekocht?

Opgave 12 Een Geigerteller geeft voor een bepaald radio-actief preparaat gemiddeld 90 aanslagen per minuut. Hoe groot is de kans dat er in een bepaalde minuut minder dan 85 aanslagen geregistreerd worden? Opgave 13 We bekijken het volgende elektrisch schema: A is de gebeurtenis dat het element a geen stroom doorlaat. Bi is de gebeurtenis dat het element bi geen stroom doorlaat, (i is 1, 2, of 3). De kans op gebeurtenis A is P(A)=0.2 en de kans op gebeurtenis B i is P(B i )=i/4 (i is 1, 2, of 3). de gebeurtenissen A en Bi zijn onafhankelijk. (a) Bereken de kans dat er geen stroom loopt tussen M en N. (b) Bereken de kans dat er minstens langs één weg stroom loopt van M naar N. Opgave 14 (X,Y) is een discrete 2-dimensionale kansverdeling met X in {-1; 0; 1} en Y in {-1; 1}. De kansen op de verschillende combinaties zijn gegeven in de volgende tabel: X=-1 X=0 X=1 Y=-1 a 3a a Y=1 2a a 2a (a) Bepaal a (b) Bepaal de marginale kansen van X en Y (c) Bepaal de verwachte waarden van X en Y (d) Bepaal de varianties van X en Y (e) Bepaal de covariantie van X en Y (f) Zijn X en Y onafhankelijk? Opgave 15 Een vaas bevat 10 ballen, genummerd {1, 2,, 10}. (a) Je trekt willekeurig een bal X uit de vaas. Bepaal de kans dat het nummer van deze bal een van de nummers {2, 3, 4, 5} is. (b) Zonder de eerste bal terug te leggen trek je een tweede bal Y. Bepaal de kans dat deze tweede bal een van de nummers {2, 3, 4, 5} draagt. (c) Zijn de gebeurtenissen A := X in {2, 3, 4, 5} en B := Y in {2, 3, 4, 5} onafhankelijk? (d) Bepaal de kans dat het nummer van beide ballen in {2, 3, 4, 5} ligt, als je weet dat de som van hun nummers 6 is.

Opgave 16 Twee jagers, Bertrand en Robert, zijn samen op jacht en schieten tegelijk op een fazant. Als de kans dat Bertrand raak schiet 0.2 is en de kans dat Robert raak schiet 0.3, als deze kansen onafhankelijk van elkaar zijn en als de fazant inderdaad neergeschoten werd, bepaal dan de kans, dat de fazant door Robert geraakt is. [Hint: het beestje kan door beide jagers geraakt zijn, als het is neergeschoten]. Opgave 17 Resultaten op een examen zijn normaal verdeeld met een gemiddelde van 10.8 en een variantie gelijk aan 4. Geef de waarde van (a) het eerste kwartiel (b) de mediaan (c) het derde kwartiel Opgave 18 Een kansvariabele X kan alle reële waarden aannemen uit het interval [0,4]. De bijpassende kansdichtheidsfunctie f heeft de vorm f(x) = p(x 2) 2. Welke waarde heeft p? Opgave 19 Een verzekeringsmaatschappij biedt aan haar klanten de mogelijkheid om gespreide betalingen te verrichten. Voor een willekeurige gekozen klant van deze maatschappij noteren we Y het aantal maanden tussen twee opeenvolgende betalingen. De cumulatieve verdelingsfunctie van Y is als volgt: 0 y<2 0.32 2 y<3 F Y (y) = 0.43 3 y<4 0.48 4 y<6 0.63 6 y<12 1 12 y (a) Bereken P(2<Y 6) (b) Bereken P(Y 6) Opgave 20 Een binair telecommunicatiesysteem zendt de signalen 0 en 1 door. Door mogelijke storingen tijdens de teletransmissie worden er gemiddeld 2 op de 5 nullen en 1 op de 3 éenen onjuist ontvangen. Veronderstel dat de verhouding tussen de doorgezonden nullen en enen 5 op 3 is. Wat is dan de kans dat een ontvangen signaal hetzelfde is als het doorgezonden signaal als: (a) het ontvangen signaal een 0 is? (b) het ontvangen signaal een 1 is?

Opgave 21 X is normaal verdeeld met verwachte waarde 10 en standaarddeviatie 15. Y is eveneens normaal verdeeld met modus 20 en variantie 64. Als je weet dat X en Y onderling onafhankelijk zijn, wat is dan de kansdichtheid van X Y? Opgave 22 Een kansvariabele X heeft als kansdichtheid (3-x)/10 voor x in { -1, 0, 1, 2}. (a) Bereken het gemiddelde van X (b) Bereken de standaarddeviatie van X (c) Als Y = 4X 5, wat is dan E(Y)? (d) Bereken var(y). Opgave 23 Bij het klaverjassen wordt met 4 spelers gespeeld. Je hebt een vaste maat, die tegenover je zit. Alleen de kaarten 7 8 9 10 B V H A worden in het spel gebruikt. De overige worden geschud en op een apart stapeltje gelegd. Bij ieder nieuw spel wordt de bovenste kaart van dit stapeltje genomen (zonder teruglegging) en bepaalt deze de troefkleur. (a) Wat is dan de kans dat jij hartenboer en hartenaas krijgt? (b) Wat is de kans dat harten troef is in het derde spel, als dit ook in de eerste twee spelen het geval was? (c) Wat is de kans dat mijn maat geen troef heeft als ik er zelf vier heb? Opgave 24 Een machine vult pakken met pasta. Het gemiddeld gewicht aan pasta kan ingesteld worden. De machine zal evenwel niet elk pak met precies hetzelfde gewicht vullen; het nettogewicht volgt een normale verdeling. (a) Als de standaardafwijking vast ligt op 10 gram, welke instelwaarde moet de machine krijgen opdat het nettogewicht aan waspoeder in één procent van de dozen beneden de 2 kilogram ligt? (b) Stel dat een beter onderhoud de standaardafwijking kan doen dalen tot 6 gram. Hoeveel kan de machine dan gemiddeld per doos uitsparen, als nog steeds 99% van de dozen met minstens 2kg gevuld moet worden? Opgave 25 Klaas en Hannes spelen het volgend spel: drie dobbelstenen worden geworpen. Klaas wint als de som van de ogen groter is dan 10 en verliest als de som kleiner is dan 10. Bij een som van 10 hebben we een gelijkspel. Is dit een eerlijk spel (m.a.w. hebben beide spelers gelijke kansen om te winnen)?

Opgave 26 De kans op het aantal goals dat gescoord wordt tijdens een voetbalmatch is weergegeven in de volgende tabel. We noemen T het aantal goals van de thuisploeg, en U het aantal goals van de uitploeg. T U 0 1 2 3 4 5 0 0.098 0.043 0.035 0.012 0.007 0.003 1 0.142 0.130 0.028 0.008 0.008 0.002 2 0.094 0.118 0.063 0.008 0.004 0.000 3 0.067 0.043 0.028 0.008 0.004 0.000 4 0.016 0.008 0.004 0.000 0.000 0.000 5 0.016 0.000 0.003 0.000 0.000 0.000 (a) Wat is de kans dat de thuisploeg wint? (b) Bereken P(T 3,U>2). (c) Bereken de marginale kansverdelingen van T en U. (d) Zijn T en U onafhankelijk? (e) Bereken de conditionele kansverdeling van T, gegeven dat de uitploeg 2 goals maakt. (f) Bereken P(T=2 U=3) (g) Bereken de verwachte waarde van T (h) Bereken de variantie van U (i) Bereken de covariantie van (T,U) (j) Bereken de correlatie van (T,U) (k) Bereken de conditionele verwachte waarde van U, gegeven dat T=3. Opgave 27 Een lampenfabriek heeft drie productielijnen. De productie van deze lijnen beloopt 20%, 30% resp. 50% van het totaal, en de kans dat een geproduceerde lamp defect is, is 0.010, 0.020 resp. 0.024 voor deze lijnen. (a) Bepaal de kans dat een lamp (van de totale productie) defect is. (b) Bepaal de kans dat een defecte lamp van de eerste productielijn komt. Opgave 28 Een vertaalbureau rekent voor haar diensten een som van 50 euro per uur. De vertaaltijd per pagina is normaal verdeeld met gemiddelde 30 minuten en standaardafwijking 6 minuten. (a) Een klant wil één pagina laten vertalen en vraagt een offerte aan. Welke prijs moet het vertaalbureau vragen voor deze vertaalopdracht, als het 95% zeker wil zijn dat de effectieve vertaaltijd niet hoger zal liggen dan wat aangerekend is? (b) Een andere klant wil een offerte voor 40 pagina s. Beschouw de vertaaltijden voor de afzonderlijke pagina s als onderling onafhankelijk. Welke prijs moet het vertaalbureau vragen voor deze vertaalopdracht, als het 95% zeker wil zijn dat de effectieve vertaaltijd niet hoger zal liggen dan wat aangerekend is?

Opgave 29 Een luchtvaartmaatschappij heeft vluchten vanuit Brussel naar Praag, Londen, en Venetië. A is de gebeurtenis dat de vlucht naar Praag volboekt is, B voor Londen en C voor Venetië. Veronderstel dat P(A)=0.4, P(B)=0.5, en P(C)=0.6 en dat de drie gebeurtenissen onafhankelijk zijn. (a) Bereken de kans dat alle drie de vluchten volboekt (b) Bereken de kans dat ten minste één vlucht niet volboekt is (c) Bereken de kans dat enkel de vlucht naar Venetië volboekt is (d) Bereken de kans dat precies één van de drie vluchten volboekt is Opgave 30 De lengten van 14 willekeurig gekozen mannelijke studenten zijn de volgende: 1.72 1.72 1.74 1.75 1.75 1.76 1.77 1.78 1.81 1.81 1.83 1.84 1.85 1.90 Bepaal (a) de interkwartielbreedte (b) de mediaan (c) het 70 ste percentiel Opgave 31 Ik heb twee stukken van 2 Euro op zak en gooi met een ervan. Deze laat de muntzijde zien. Een grapjurk heeft echter (zonder dat ik dat gezien heb) op een van de munten de afbeelding van Albert vervangen door de 2 Euro afbeelding. (a) Bepaal de kans dat de onderzijde van deze munt een Albert laat zien. (b) Ik gooi een tweede maal met dezelfde munt en zie opnieuw de muntzijde. Wat is nu de kans dat met de betreffende munt niet geknoeid is? Opgave 32 Bereken de volgende kansen voor X een normale kansvariabele met gemiddelde 50 en variantie 16: (a) P(20<X 60) (b) P(X>54) (c) P(X 36) (d) P( X-50 <8) Opgave 33 Een vaas bevat drie witte en drie rode ballen. Je trekt willekeurig een bal B1 uit de vaas en daarna zonder teruglegging ballen B2 en B3. (a) Bepaal de kans, dat je trekking B1, B2, B3 precies één witte bal bevat. (b) De tweede en de derde bal blijken rood te zijn. Bepaal de kans dat B1 wit is.

Opgave 34 Je werpt 100 maal met een dobbelsteen; bij een uitkomst 5 of 6 krijg je een punt en anders niet. Bepaal (bij benadering) de kans, dat je minstens 30 punten haalt. Opgave 35 Door de boeren van Moen wordt in het plaatselijke café gedobbeld om de prijs van een glas bier; men betaalt per glas 1 plus 20cent maal het aantal gegooide ogen met een dobbelsteen. (a) Uit een vat bier van 50 liter tapt de barman 150 glazen. Wat is de verwachte opbrengst van een vat, en wat is de standaarddeviatie van die opbrengst, als de dobbelsteen eerlijk is? (b) Op een avond wordt de dobbelsteen door een van de boeren ongezien vervangen door een gelijkend exemplaar dat in de hoek tussen de vlakken met 4, 5 en 6 verzwaard is, zodat kans op een 1, een 2 of een 3 gelijk is aan 1/5, en de kans op een van de andere uitkomsten 2/15. Wat is nu de verwachte opbrengst van een vat, en wat is de standaarddeviatie van die opbrengst?