natuurkunde havo 205-I Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt scorepunt toegekend. Mürrenbaan maximumscore 3 uitkomst: v = 3, 05 m s gem x (500 860) vgem = = = 3, 05 m s t 20 x gebruik van vgem = t met x= h bepalen van h (met een marge van 0 m) completeren van de bepaling Als de uitkomst afgerond is als goed rekenen. 2 maximumscore 3 8 uitkomst: W =,08 0 J 3, m s in plaats van 3 8 W = Fz s = mg h = 23,6 0 9,8 (420 955) =,08 0 J 3, 0 m s : gebruik van W= Fs met s = h (met een marge van 0 m) omrekenen van ton naar kg completeren van de bepaling - -
natuurkunde havo 205-I 3 maximumscore 4 uitkomst: 3 voorbeelden van een bepaling: methode De cabine stijgt in verticale richting (420 955) = 465 m. Langs de baan legt de cabine s = vt = 7,5 (70 50) = 900 m af. Voor de hellingshoek α die de kabelbaan maakt met het horizontale vlak 465 geldt: sinα = = 0,57. Hieruit volgt dat α = 3. 900 verticale afstand inzicht dat geldt sinα = afstand langs de baan bepalen van de afstand in verticale richting (met een marge van 0 m) gebruik van s = 7,5 t completeren van de bepaling methode 2 De cabine heeft een snelheid v van 7,5 ms langs de baan en een verticale 420 955 snelheid van v y = = 3,875 ms. 70 50 Voor de hellingshoek α die de kabelbaan maakt met het horizontale vlak 3,875 geldt: sinα = = 0,57. Hieruit volgt dat α = 3. 7,5 v inzicht dat geldt sinα = y v bepalen van de afstand in verticale richting (met een marge van 0 m) s gebruik van vy = t completeren van de bepaling Als dezelfde foutieve h wordt gebruikt als bij vraag 2, hiervoor geen scorepunt in mindering brengen. - 2 -
natuurkunde havo 205-I 4 maximumscore 4 5 uitkomst: F s = 7,5 0 N De vector van de spankracht in de kabel is 7,5 cm lang. Dit komt overeen met een kracht van 7,5 0 5 N. inzicht dat F kabel ontbonden moet worden langs de draagkabel juiste constructie van F s langs de draagkabel opmeten van de lengte van F s (met een marge van,0 cm) completeren van de bepaling 5 maximumscore 3 6 uitkomst: F =,6 0 N s Fs 3 2 3 2 Er geldt: σ = waarin σ = 300 MPa en A = 3,85 0 mm = 3,85 0 m. A 6 3 6 Ingevuld levert dit: F s = 300 0 3,85 0 =,6 0 N. F gebruik van σ = A inzicht dat σ = 300 MPa completeren van de bepaling - 3 -
natuurkunde havo 205-I Samarium-53 6 D 7 maximumscore 4 antwoord: 53 53 Sm Eu + 0 e +γ 8 D 62 63 (impliciet) opzoeken van het atoomnummer van Sm elektron en gammafoton rechts van de pijl Eu als vervalproduct (mits verkregen via kloppende atoomnummers) het aantal nucleonen links en rechts van de pijl gelijk Als gammafoton ontbreekt, hiervoor geen scorepunt in mindering brengen. Toelichting Gezien de context ligt het voor de hand om het gammafoton op te nemen in de vervalreactie. In de centrale examens bij het oude examenprogramma was het niet vereist het gammafoton te noteren. Daarom wordt in dit examen het ontbreken van het gammafoton niet aangerekend. 9 maximumscore 2 uitkomst: t = 2,0 dagen (met een marge van 0, dag) 2 Op 3 juni 9.00 uur is de activiteit 3000 MBq. Op 5 juni 9.00 uur is de activiteit gehalveerd tot 500 MBq. De halveringstijd is dus 2,0 dagen. inzicht in het begrip halveringstijd completeren van de bepaling 0 maximumscore 3 uitkomst: 7,9 (ml) Op 4 juni om 9.00 uur is de activiteit van het samarium 200 MBq. Het volume hiervan is 5 ml. Er moet 30 37 = 0 MBq worden geïnjecteerd. Het volume hiervan is: 0 5 7,9 ml. 200 = bepalen van de activiteit op 4 juni om 9.00 uur (met een marge van 50 MBq) inzicht dat er (30 37) MBq moet worden geïnjecteerd completeren van de bepaling - 4 -
natuurkunde havo 205-I maximumscore 4 3 uitkomst: 2,3 0 Er geldt: D = E waarbij D= 86,5 Gy en m= 0 g = 0,00 kg. m Invullen geeft: E = 86,5 0,00 = 0,865 J. 3 9 De energie van één β-deeltje is 233 kev, dit is 233 0,602 0 J. 0,865 3 In het bot worden = 2,3 0 deeltjes geabsorbeerd. 3 9 233 0,602 0 E gebruik van D = m E inzicht dat n = E β -deeltje omrekenen van kev naar J completeren van de berekening 2 maximumscore 2 2 uitkomst: 9,8 0 (%) Na 0 halveringstijden is er nog ( ) 0 van de activiteit over. 2 Dit is 2 9,8 0 %. inzicht dat de activiteit is afgenomen tot ( ) 0 2 completeren van de berekening - 5 -
natuurkunde havo 205-I Frituurpan 3 maximumscore 2 uitkomst: I = 7,8A Voor het vermogen geldt: P = UI. Invullen levert: 3,8 0 = 230 I zodat I 3, 8 0 = = 7,8 A. 230 gebruik van P = UI completeren van de berekening 4 maximumscore 2 voorbeelden van een antwoord: Schema I is onjuist omdat het lampje is aangesloten op 230 V in plaats van op 90 V. Schema II is onjuist omdat het verwarmingselement niet op 230 V is aangesloten maar op een lagere spanning. / Schema II is onjuist omdat de stroomsterkte door het verwarmingselement (te) laag is. inzicht dat bij schema I het lampje niet op 90 V brandt inzicht dat bij schema II het verwarmingselement niet op 230 V is aangesloten of omdat de stroomsterkte door het verwarmingselement (te) laag is Als bij de antwoorden een uitleg ontbreekt: geen scorepunten toekennen. 5 maximumscore 4 RA 9 6 2 Er geldt: ρ =. Hierin is: ρ = 7 0 Ω m; A = 2,5 0 m ; = 60 m. Invullen levert: 9 60 R = 7 0 = 0,4 Ω. 6 2,5 0 RA gebruik ρ = opzoeken van de soortelijke weerstand van koper omrekenen mm 2 naar m 2 completeren van de berekening - 6 -
natuurkunde havo 205-I 6 maximumscore 3 Voor de spanningsdaling geldt: U = IR = 7,3 (2 0, 4) = 5,99 = 6,0 V. Deze daling van de spanning is gelijk aan (230 V 224 V) = 6,0 V. De veronderstelling van Twan is dus juist. inzicht dat de weerstand van de kabel 2 0, 4 Ω is gebruik U = IR consequente conclusie 7 maximumscore 2 Voor het vermogen van de pan geldt: P = UI. Verder geldt U = IR. Als door veroudering de weerstand R van het verwarmingselement toeneemt, wordt de stroomsterkte I door de pan kleiner. Het vermogen van het verwarmingselement wordt dan kleiner. (De spanning U blijft constant). gebruik van P = UI en U = IR juiste conclusie - 7 -
natuurkunde havo 205-I Kangoeroesprongen 8 maximumscore 3 De arm van de kracht in pees P ten opzichte van punt D is korter dan de arm van de normaalkracht in punt S. Het moment linksom is even groot als het moment rechtsom (want er is evenwicht), dus de kracht in pees P is groter dan de normaalkracht in punt S. (impliciet) gebruik van de momentenwet inzicht dat de arm van de kracht in pees P korter is dan de arm van de normaalkracht in punt S juiste conclusie 9 maximumscore 3 9 uitkomst: E =, 0 Pa σ Voor de elasticiteitsmodulus geldt: E =. ε 6 27 0 9 ε = = 0,025 E = =, 0 Pa. 0,025 0 σ gebruik van E = ε gebruik van ε = = 0,025 0 completeren van de berekening - 8 -
natuurkunde havo 205-I 20 maximumscore 3 antwoorden: E z E veer van foto naar foto 2 van foto 2 naar foto 3 = van foto 4 naar foto 5 E z en E veer juist van foto naar foto 2 E z en E veer juist van foto 2 naar foto 3 E z en E veer juist van foto 4 naar foto 5 en - van foto naar foto 2 ook goed rekenen: E veer = - van foto 2 naar foto 3 oook goed rekenen: E veer 2 maximumscore 2 antwoorden: In foto is F n groter dan F z. In foto 3 is F n kleiner dan F z. In foto 5 is F n groter dan F z. indien drie antwoorden juist 2 indien twee antwoorden juist indien één of geen antwoord juist 0 In foto : groter dan / kleiner dan / gelijk aan goed rekenen. Toelichting De informatie uit de foto s en de bijschriften kan bij foto tot andere conclusies leiden. 22 maximumscore 2 De oppervlakte onder de grafiek is bij afnemende kracht (ontspannen) bijna even groot als de oppervlakte onder de grafiek bij toenemende kracht (aanspannen). Er wordt bijna even veel arbeid terug geleverd bij het ontspannen als er nodig was voor het aanspannen. Wontspannen Het rendement η = is dus hoog. W aanspannen inzicht dat er bijna evenveel arbeid wordt terug geleverd bij ontspannen als er nodig was voor aanspannen consequente conclusie - 9 -
natuurkunde havo 205-I Soliton 23 maximumscore 5 uitkomst: 25% η = Voor de zwaarte-energie van het water geldt: 7 Ez = mgh = V ρgh = 34 998 9,8 4,5 =,50 0 J. 3 7 Voor de elektrische energie geldt: Eel = Pt = 44 0 36 = 6,00 0 J. Het rendement van de pompen is dan: 7 Ez,50 0 η = 00% = 00% = 25%. 7 E 6,00 0 el gebruik van Ez = mgh (impliciet) gebruik van ρ = m V gebruik van Eel = Pt Ez gebruik van η = E el completeren van de berekening Als gerekend is met L water is kg: goed rekenen. 24 maximumscore 4 2 uitkomst: F = 3, 4 0 N zuigerstang In deze situatie geldt: r Fr = F r F = F = = 44 z 2 2 zuigerstang z rzuigerstang 22 70 9,8 3,4 0 2 N. gebruik van Fr = F2r2 bepalen van r z = 22mm (met een marge van 2 mm) bepalen van r zuigerstang = 44 mm (met een marge van 2 mm) completeren van de bepaling Als zowel r z als r zuigerstang foutief bepaald zijn: maximaal 2 scorepunten toekennen. - 0 -
natuurkunde havo 205-I 25 maximumscore 2 Als de snelheid v constant is, is (d + A) dat ook. Als de diepte d afneemt, moet de amplitude A toenemen zodat (d + A) constant blijft. Een kleinere diepte d betekent dus een grotere amplitude A. inzicht dat (d + A) constant is completeren 26 maximumscore 2 uitkomst: v max = 8, 4 m s v 2 = g d + A, waarin d = 4,0 m en A = 0,78 d. Er geldt: ( ) vmax = g (4,0 + (0,78 4,0)) = 9,8 7,2 = 8, 4 m s berekenen van A completeren van de berekening 27 maximumscore 4 voorbeeld van antwoorden: manier : De soliton legt in,22 s een afstand af van 25 0,40 = 0 m. 0 De snelheid is v = = 8, 2 m s., 22 manier 2: De amplitude van de soliton is 4 tegeltjes hoog, dit is 4 20 = 280 cm = 2,80 m. De waterhoogte d is 4,0 m. Invullen levert: 2 v = g d + A = 9,8 (4,0 + 2,80) = 66,7. ( ) Hieruit volgt dat v = 66,7 = 8,2 m s. manier : bepalen van de afgelegde afstand van de soliton in,22 s completeren van de bepaling manier 2: bepalen van de amplitude van de soliton completeren van de bepaling - -