STAAT VAN DE INSTELLING MBO. Grafisch Lyceum Rotterdam



Vergelijkbare documenten
ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. ROC Midden Nederland te Utrecht. Sociaal cultureel werker

STAAT VAN DE INSTELLING MBO. Instituut Memo

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. ROC Zadkine te Rotterdam

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Autotechniek (Autotechnicus)

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Instituut Memo te Amersfoort

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. ROC Tilburg te Tilburg. Verkoper (Verkoper detailhandel)

STAAT VAN DE INSTELLING MBO. Opleidingsinstituut Thomas BV

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Pedagogisch Werk, niveau 3

STAAT VAN DE INSTELLING MBO VARIVA OPLEIDINGEN B.V.

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. Arcus College

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Friesland College te Leeuwarden. Ondernemer detailhandel

STAAT VAN DE INSTELLING MBO. ARD International BV (Guard Group)

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO. ROC Landstede te Zwolle. Sport en bewegingsbegeleider Sport en bewegen (Sport- en bewegingsleider)

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Kok (Zelfstandig werkend kok)

KWALITEITSONDERZOEK MBO. ROC Landstede te Zwolle. Recreatiedieren (Ondernemer/manager recreatiedieren), locatie Raalte

KWALITEITSONDERZOEK MBO

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO. Opleiding Middenkaderfunctionaris bouw en infra

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO. ROC Aventus te Apeldoorn

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Installeren (Eerste monteur elektrotechnische installaties)

KWALITEITSONDERZOEK MBO. ROC Zadkine te Rotterdam. Kapper (Junior kapper)

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU

STAAT VAN DE INSTELLING MBO. Kappersopleiding Doetinchem te Doetinchem

STAAT VAN DE INSTELLING MBO. M & M Opleidingen B.V.

STAAT VAN DE INSTELLING MBO. Kappersschool van Wetten. Definitief

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING VAVO ROC TILBURG

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Installeren (Eerste monteur elektrotechnische installaties)

KWALITEITSONDERZOEK MBO. ROC Ter AA te Helmond. Juridisch medewerker

KWALITEITSONDERZOEK MBO

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO. MBO Amersfoort te Amersfoort

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO. Onderwijsassistent vestiging Raalte

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. ROC Midden Nederland te Utrecht. Medewerker ICT

STAAT VAN DE INSTELLING MBO. NIPA Eindhoven

KWALITEITSONDERZOEK VAVO. Regio College te Zaandam

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING VAVO. VAVO Rijnmond College, Albeda-Zadkine te Rotterdam. Opleiding vwo

STAAT VAN DE INSTELLING MBO. Heering Consultancy Opleidingen B.V.

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. De Groene Welle te Hardenberg. Dierenartsassistent Paraveterinair 97590

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Da Vinci College te Dordrecht

STAAT VAN DE INSTELLING MBO. Nederlands Talen Instituut (NTI) te Leiden

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN/ OPLEIDINGSNIVEAU. Leidse instrumentmakers School te Leiden

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU. ROC van Twente te Hengelo

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. ROC van Amsterdam te Amsterdam

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Clusius College te Alkmaar

KWALITEITSONDERZOEK MBO. ROC Zadkine te Rotterdam. ICT- en mediabeheer (ICT-beheerder)

STAAT VAN DE INSTELLING MBO. Stichting Vakopleiding Techniek

SPECIFIEK ONDERZOEK MBO Tweede fase: Kwaliteit examinering en diplomering

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. ROC Menso Alting te Groningen

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. (medewerker toezicht en veiligheid)

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGSNIVEAU. Nova College te Haarlem. Februari 2014

Inspecteur van het Onderwijs

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. Da Vinci College. Verkoper (Verkoper detailhandel) / Verkoper

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING. ROC van Amsterdam. ROC op Maat entree opleidingen (ROC op Maat West en ROC op Maat Zuidoost)

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU

KWALITEITSONDERZOEK MBO. MBO Amersfoort te Amersfoort. Manager handel (Filiaalmanager) Ondernemer detailhandel

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. ROC West-Brabant te Etten-Leur. Medewerker schilderen (Gezel schilder totaalonderhoud)

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Voedingsmanagement (voedingsspecialist)

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Edudelta College Goes te Goes. Dierverzorging 2 (Medewerker dierverzorging)

STAAT VAN DE INSTELLING MBO. Opleidingsinstituut voor Politie- en Beveiligingspersoneel BV

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO. Profit Opleidingen

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO DTP-er (Allround DTP-er)

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU. Rescue Nederland. Verzorgende-IG

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU

STAAT VAN DE INSTELLING MBO. Instituut voor Beveiligingsopleidingen (IBO) te Amsterdam

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Stichting Onderwijsgroep Tilburg ROC Tilburg

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Sociaal Pedagogisch Werker

STAAT VAN DE INSTELLING MBO. GOmotive

STAAT VAN DE INSTELLING. SVGB Exameninstelling te Utrecht. Februari 2015

STAAT VAN DE INSTELLING MBO. Tio

KWALITEITSONDERZOEK MBO. ROC Leeuwenborgh te Sittard. Sport en bewegen (Sport- en bewegingsleider), crebo 91390

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU. F. van Wetten

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. Hout- en Meubileringscollege

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Middenkaderfunctionaris bouw en infra (uitstroom Middenkaderfunctionaris bouw)

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Summa College te Eindhoven

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Administratief medewerker (Bedrijfsadministratief medewerker)

KWALITEITSONDERZOEK MBO

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. ROC Aventus te Apeldoorn. Medewerker sociale zekerheid

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Zadkine

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO. MBO Amersfoort te Amersfoort

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU. Zorgcollege

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO. Friesland College te Leeuwarden

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGSNIVEAU. Scholengemeenschap De Rooi Pannen te Tilburg

STAAT VAN DE INSTELLING MBO. Scheidegger Opleidingen te Hilversum

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO. Autotechniek (Eerste autotechnicus)

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. Graafschap College te Doetinchem

STAAT VAN DE INSTELLING MBO. Fairfield Life & Education

Kwaliteitsonderzoek mbo Examinering en diplomering

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Regio College te Zaandam

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Regio College te Zaandam. ICT- en mediabeheer (ICT-beheerder)

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO. ROC Leiden te Leiden. Onderwijsassistent

Arcus College College van Bestuur Postbus AE Heerlen. Datum 6 december 2016 Betreft Aanbieding definitief rapport okv mbo.

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. Nederlandse Kappersakademie te Rotterdam

Transcriptie:

STAAT VAN DE INSTELLING MBO Grafisch Lyceum Rotterdam Plaats : Rotterdam BRIN nummer : 23JA Onderzoeksnummer : 195197 Datum onderzoek : 16 april - 27 mei 2013 Datum vaststelling : 28 juni 2013

Pagina 2 van 43

INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING............................................ 5 2 CONCLUSIE EN VERVOLGTOEZICHT........................... 7 2.1 Conclusie........................................... 7 2.2 Vervolgtoezicht....................................... 7 3 INSTELLINGSBREDE RESULTATEN............................ 9 3.1 Oordeel kwaliteitsborging op instellingsniveau................. 9 3.2 Risico s op relevante indicatoren.......................... 11 4 RESULTATEN PER OPLEIDING.............................. 15 4.1 Podium- en evenemententechniek (Podium- en evenemententechnicus Licht)............................. 15 4.2 Signmaker (Medewerker sign)........................... 20 4.3 Applicatie- en mediaontwikkeling (Gamedeveloper)............. 25 5 BIJLAGEN............................................ 33 Bijlage I Normeringen kwaliteitsgebieden..................... 33 Bijlage II Overzicht bc-codes.............................. 36 Bijlage III Beoordeling aspecten en indicatoren kwaliteitsborging instellingsbreed.......................... 37 Bijlage IV Beoordeling indicatoren opleiding................... 38 Podium- en evenemententechniek (Podium- en evenemententechnicus Licht)............................. 38 Signmaker (Medewerker sign)............................. 39 Applicatie- en mediaontwikkeling (Gamedeveloper).............. 41 Pagina 3 van 43

Pagina 4 van 43

1 INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs voerde van 16 april - 27 mei 2013 een onderzoek naar de Staat van de instelling uit bij het Grafisch Lyceum Rotterdam. Dit onderzoek heeft betrekking op het mbo-onderwijs. Grafisch Lyceum Rotterdam is een vakinstelling met ongeveer 4000 studenten en ongeveer 20 opleidingen. De instelling heeft 2 onderwijslocaties in Rotterdam. Het onderzoek heeft tot doel om de stand van de kwaliteitsborging van de instelling te bepalen en om de risico's voor de onderwijskwaliteit in te schatten. De Staat van de instelling wordt elke drie jaar opgemaakt en bestaat uit een analyse van gegevens, een instellingsbreed onderzoek en een kwaliteitsonderzoek bij een of meer opleidingen. De informatie over de instelling die bij de inspectie aanwezig is, zoals het jaarverslag, financiële gegevens, opbrengstgegevens, uitkomsten tevredenheidonderzoek en signalen is geanalyseerd en is aangevuld met onderzoeken op uw instelling. Tijdens het onderzoek zijn gesprekken gevoerd met studenten, docenten en management, zijn aanvullend documenten onderzocht en zijn onderwijsactiviteiten geobserveerd. Ook maakte een gesprek met het college van bestuur deel uit van het onderzoek. De volgende opleidingen zijn onderzocht: bccode 1 Gebied Onderwijsproces Gebied Examinering en diplomering Leerweg, niveau, locatie bc172 23JA 93340/93342, Podium- en evenemententechniek (Podium- en evenemententechnicus licht) 23JA 93342, Podiumen evenemententechniek (Podium- en evenemententechnicus licht) leerweg bol niveau 4, locatie William Boothlaan 16-18, Rotterdam bc194 23JA 94500, Signmaker (Medewerker sign) 23JA 94500, Signmaker (Medewerker sign) leerweg bol niveau 2, locatie Heer Bokelweg 255, Rotterdam Pagina 5 van 43

bc009 23JA 95312, Applicatie- en mediaontwikkeling (Gamedeveloper) 23JA 95312, Applicatie- en mediaontwikkeling (Gamedeveloper) leerweg bol niveau 4, locatie Heer Bokelweg 255, Rotterdam De resultaten van het onderzoek naar kwaliteitsborging leiden, in combinatie met geconstateerde risico s en de resultaten van de kwaliteitsonderzoeken, tot een risicobepaling voor uw instelling. De omvang van de risico's bepaalt mede het vervolgtoezicht. De inspectie heeft zich bij het onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader bve 2012. Dit is te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. De normering is als bijlage I toegevoegd aan dit rapport. In hoofdstuk 2 leest u de conclusies waaronder ook het vervolgtoezicht voor de instelling. De resultaten van het instellingsbrede onderzoek naar kwaliteitsborging en de resultaten van de analyse kunt u lezen in hoofdstuk 3. De resultaten van de kwaliteitsonderzoeken van de onderzochte opleidingen vindt u in hoofdstuk 4. 1 Voor de beoordeling van de opbrengsten is gebruikgemaakt van cijfers uit BRON, schooljaar 2011-2012. In bijlage II zijn de opleidingen van de onderzochte bc-codes opgenomen. Pagina 6 van 43

2 CONCLUSIE EN VERVOLGTOEZICHT In dit hoofdstuk geven we aan welke conclusie we trekken uit het onderzoek naar de Staat van de instelling en wat het vervolgtoezicht voor u inhoudt. Het vervolgtoezicht is bepaald op basis van het onderzoek naar kwaliteitsborging, de kwaliteitsonderzoeken en de analyse van risico s. In het onderzoek naar de Staat van de instelling geven we een oordeel over de kwaliteitsborging. We gebruiken daarbij een vierdeling: goed, voldoende, onvoldoende of slecht. Voorts geven we aan in welke mate er risico s zijn geconstateerd. Daarbij gebruiken we een driedeling: geen risico s, enkele risico s of veel risico s. In de hoofdstukken 3 en 4 volgt een nadere onderbouwing van de oordelen. 2.1 Conclusie Op basis van de resultaten uit het onderzoek naar de Staat van de instelling komen we tot de conclusie dat de kwaliteitsborging bij Grafisch Lyceum Rotterdam voldoende is. Voorts concluderen we dat er geen risico s zijn voor de kwaliteit van het onderwijs. Het oordeel dat de kwaliteitsborging voldoende is, gecombineerd met de constatering dat er geen risico s zijn voor de kwaliteit van het onderwijs, leidt er toe dat we geen aanvullend vervolgtoezicht uitvoeren bij Grafisch Lyceum Rotterdam. Voor het onderzoek naar de Staat van de instelling hebben we drie opleidingen onderzocht. Bij twee opleidingen hebben we alles voldoende beoordeeld. Bij één opleiding zijn tekortkomingen geconstateerd en vindt vervolgtoezicht plaats, zoals is te lezen in de volgende paragraaf. 2.2 Vervolgtoezicht Vervolgtoezicht naar aanleiding van onderzoek kwaliteitsborging instellingsbreed De kwaliteitsborging bij het Grafisch Lyceum Rotterdam is voldoende. Vervolgtoezicht financiële continuïteit Er zijn geen verhoogde financiële risico s geconstateerd die aanleiding geven voor aangepast financieel toezicht. Pagina 7 van 43

Vervolgtoezicht naar aanleiding van de drie onderzochte opleidingen In onderstaand schema is het vervolgtoezicht te lezen. Podium- en evenemententechniek (Podium- en evenemententechnicus licht), 23JA 93340/93342, locatie William Boothlaan 16-18, Rotterdam Beoordeling Toezichtvorm Vervolgtoezicht Kwaliteit examinering is onvoldoende. Aangepast toezicht vanwege onvoldoende De inspectie meldt het oordeel aan de minister. examenkwaliteit. De instelling ontvangt een waarschuwing. Na de in de waarschuwingsbrief opgenomen termijn volgt een onderzoek naar kwaliteitsverbetering. Kwaliteitsborging is onvoldoende. Aangepast toezicht vanwege niet naleving De instelling herstelt de tekortkoming. van 1.3.6 van de WEB. Na een jaar beoordelen wij opnieuw de kwaliteitsborging. Pagina 8 van 43

3 INSTELLINGSBREDE RESULTATEN In dit hoofdstuk geven we de oordelen over de kwaliteitsborging op instellingsniveau weer. Tevens bespreken we op basis waarvan is bepaald in welke mate er risico s zijn bij de instelling. 3.1 Oordeel kwaliteitsborging op instellingsniveau Het onderzoek naar kwaliteitsborging heeft geleid tot het volgende oordeel: Kwaliteitsgebied Goed Voldoende Onvoldoende Slecht 4 Kwaliteitsborging Hieronder geven we het oordeel van de aspecten van het kwaliteitsgebied kwaliteitsborging weer. Een detaillering van het oordeel vindt u in bijlage III. Daarin is de beoordeling van de onderliggende indicatoren per aspect opgenomen. Gebied 4: Kwaliteitsborging Voldoende Onvoldoende 4.1 Sturing * 4.2 Beoordeling * 4.3 Verbetering en verankering * 4.4 Dialoog en verantwoording De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied. Beschouwing De kwaliteitsborging van Grafisch Lyceum Rotterdam is voldoende. In de praktijk blijkt dat de instelling doelgericht werkt aan kwaliteitsverbetering en ingezette acties tot verbetering leiden. De wijze waarop de instelling dit doet geeft blijk van kwaliteitsbesef bij zowel het college van bestuur als het managementteam. Dit betekent dat de directeuren goed in staat blijken effectief verbeterdoelen te vertalen in aansturing van de teams. Daarin springt de onderwijskundige sturing en het gebruik van onderzoeksresultaten het meest in het oog. Een ander positief kenmerk is de constante reflectie op zowel het proces als de beoogde resultaten. De instelling geeft blijk van een effectieve sturing. Hierbij speelt enerzijds in positieve zin mee dat onderwijskundige sturing centraal is belegd. Dit wordt niet alleen veroorzaakt door de veelal heldere formulering van doelen in de verbeterplannen, maar ook door sturing in de vorm van projecten. Indien nodig Pagina 9 van 43

wordt een project na evaluatie voortgezet door een werkgroep die het implementatieproces verder volgt. Het intensieve overleg in het managementteam, maandelijks en aanvullend in de project- en werkgroepen heeft een belangrijke functie in de bewaking en bijsturing van het onderwijskundig beleid. Wij vinden dat de instelling er goed in slaagt om focus aan te brengen door de kernprocessen en gewenste uitkomsten te benoemen en met elkaar te verbinden. De centrale werkwijze in de projecten versterkt de onderlinge samenhang in hoge mate. De afdelingsdirecteuren beschikken over voldoende en specifieke informatie om te bepalen welke aspecten versterking behoeven. Dit is inzichtelijk weergegeven in jaar- en verbeterplannen en voor een groot deel meetbaar vertaald in gewenste resultaten. De tussentijdse evaluatie is ook aan dit instrument gekoppeld, hetgeen de transparantie ten goede komt. Het aspect beoordeling is voldoende omdat de monitoring en de evaluatie heldere oordelen opleveren voor effectieve kwaliteitsverbetering. Bij de beoordeling van de kwaliteit spelen projectevaluaties, onderzoeken, externe audits maar ook mondelinge evaluaties (heidagen) een rol. Hiermee werkt de instelling ook aan het zichtbaar maken van resultaten op strategische doelen. Hiervoor zijn ook bevindingen uit lesbezoeken en functioneringsgesprekken gebruikt. Als mogelijkheid voor verbetering willen we het maken van analyses naar aanleiding van lesbezoeken noemen. Een dergelijke analyse kan namelijk de totale beoordeling wezenlijk versterken. Ter verduidelijking: op alle afdelingen vinden lesbezoeken plaats, maar nog niet alle directeuren maken een analyse op teamniveau op basis van hun bevindingen. Voor de monitoring worden uitkomsten van het onderwijs in bijvoorbeeld kengetallen voor lesuitval, aantallen gesprekken over studieloopbaanbegeleiding, voortijdige uitval en verzuim verzameld en besproken. Diverse stafdiensten verzamelen continu gegevens om te bepalen in hoeverre deze effecten binnen de gestelde normen liggen. Deze gegevens worden maandelijks geactualiseerd. Ook de verbetering en verankering zijn voldoende, maar kunnen nog wel versterkt worden. Het is positief dat werken met afdelingsgebonden jaar- en verbeterplannen gemeengoed is en in ieder geval resulteert in regelmatige reflectie op verbeteracties en de vorderingen. De werkwijze kent evenwel nu nog een aantal zwakke punten. Als eerste verbeterpunt geldt dat niet alle afdelingen eenzelfde Pagina 10 van 43

werkwijze hanteren bij de evaluatie. Centraal zijn geen minimale eisen voor een positief oordeel bepaald. De huidige werkwijze kan er toe leiden dat verschillen in resultaten niet zichtbaar worden. Ook kan een meting op centraal niveau de efficiëntie verhogen. Wanneer de instelling een eenduidige norm hanteert voor de evaluatie kan zij zich bovendien hierover extern verantwoorden. Een tweede verbeterpunt zien wij in de frequentie van meting en de mate waarin de teams betrokken worden bij de vaststelling van de resultaten en het bespreken van eventueel gewenste vervolgacties. Nu verschilt zowel de frequentie als de mate waarin directeuren hun team betrekken bij het jaar- en verbeterplan. We zijn ook positief over de mate waarin de instelling de dialoog met studenten, raad van toezicht, bedrijven en onderwijsorganisaties onderhoudt. Hierin springt met name in het oog dat Grafisch Lyceum Rotterdam met andere onderwijsinstellingen gegevens uitwisselt en bespreekt welke verbeteracties leiden tot kwaliteitsverbetering. De wijze waarop de instelling verantwoording aflegt in het jaarverslag is adequaat. Hierin geeft de instelling onder andere weer wat de resultaten van verschillende onderzoeken zijn en tot welke vervolgstappen deze zullen leiden. Er is echter ook nog meer transparantie mogelijk door eventuele verschillen in resultaten tussen de opleidingen zichtbaar te maken. 3.2 Risico s op relevante indicatoren Bij het bepalen van de risico s in de zin van het toezichtkader hebben we, in samenhang met de toezichthistorie, gekeken naar de kwaliteit van onderwijs en examinering, de opbrengsten, de tevredenheid van studenten, medewerkers en werkgevers, de stabiliteit van organisatie en management en de financiële continuïteit. Het onderzoek heeft geleid tot de volgende risicobepaling: 0 Mate van risico's Geen Enkele Veel Kwaliteit onderwijs Het risico voor de kwaliteit van het onderwijs schatten we als geen tot gering in. Kwaliteitsonderzoeken die in voorliggende jaren zijn uitgevoerd hebben geen tekortkomingen laten zien en ook dit onderzoek heeft geen risicogebieden opgeleverd. De instelling verzamelt kwaliteitsgegevens en maakt gebruik van Pagina 11 van 43

uitkomsten van onderzoeken om te bepalen op welke terreinen het onderwijs verbetering behoeft. Kwaliteit examinering Wij zien geen tot geringe risico's bij de examinering. In de afgelopen jaren zijn geen tekortkomingen hierin geconstateerd en het onderhavige onderzoek heeft slechts bij één opleiding een kwaliteitstekort in het instrumentarium aan het licht gebracht. De instelling heeft vorig schooljaar aan onafhankelijke deskundigen opdracht gegeven om onderzoeken uit te voeren naar de kwaliteit van de examinering. Uitkomsten van deze onderzoeken zijn gebruikt om verbeteringen in het instrumentarium en proces aan te brengen. Opbrengsten Op het punt van opbrengsten schatten we het risico als geen tot gering in. Het gemiddelde diploma- en jaarresultaat van Grafisch Lyceum ligt in zowel 2010-2011 als 2011-2012 boven het landelijk gemiddelde. Tevens zijn bij de opleidingen waar eerder sprake was van onvoldoende opbrengsten deze tekorten weggewerkt. Ook op het gebied van voortijdig schoolverlaten zien we geen risico's. Momenteel zijn er geen opleidingsclusters die risico's vertonen. Tevens neemt de instelling de zorgplicht omtrent arbeidsmarktrelevantie serieus en onderzoekt de arbeidsmarkt uitgebreid alvorens een nieuwe opleiding te starten en is de instelling terughoudend bij de toelating in geval van nieuw gestarte opleidingen. Tevredenheid studenten/medewerkers/werkgevers Ten aanzien van de tevredenheid van studenten is er geen tot gering risico. Uit de tevredenheidsonderzoeken blijkt dat studenten bovengemiddeld tevreden zijn; wel komt uit het onderzoek naar voren dat maatwerk aandacht behoeft. Uit de meest recente tevredenheidsmeting onder de medewerkers blijkt dat zij eveneens zeer tevreden zijn (een gemiddelde score van 7,7). Daarnaast ligt het gemiddelde percentage ziekteverzuim onder het landelijk gemiddelde. Ook de tevredenheid van werkgevers is voldoende zoals blijkt uit een onderzoek over de periode 2010-2011. Stabiliteit organisatie en management Wij zien geen tot geringe risico's in de stabiliteit van de organisatie en management. Vacatures worden tijdig vervuld en de eenduidigheid in aansturing is versterkt. Pagina 12 van 43

Financiële continuïteit Elk jaar voeren we een financiële risicoanalyse uit voor alle bekostigde onderwijsinstellingen op basis van de meest recente jaarrekeningen. Daarbij kijken we naar drie kengetallen, liquiditeit, solvabiliteit en rentabiliteit. In de zomer van 2012 zijn alle instellingen betrokken in het onderzoek naar 'de financiële staat van het mbo'. Hierbij is gebruik gemaakt van de jaarrekening 2011 en aanvullend opgevraagde informatie over investeringsplannen voor huisvesting en derivaten. De financiële kengetallen uit deze jaarrekening en onze analyse van de aanvullende informatie geven geen aanwijzing voor verhoogde financiële rsico's bij Grafisch Lyceum Rotterdam. We hebben een instelling onderzocht die in gestaag tempo op relevante terreinen winst boekt. Zowel in uitstroom- als uitvalcijfers is een positieve trend waarneembaar en de studenten zijn tevreden met hetgeen de instelling biedt. Daarnaast blijkt de instelling in staat om op korte termijn verbeteringen te bewerkstelligen en heeft ze tegelijkertijd oog voor borging van resultaten. Dit is enerzijds het gevolg van focus op centrale processen en anderzijds het gevolg van een behoorlijke mate van onderwijskundig leiderschap en transparantie. We stellen vast dat de kwaliteit van de onderzochte opleidingen een redelijke afspiegeling is van alle opleidingen. Dit leiden we af uit verschillende bevindingen. Ten eerste hebben wij geen risico s gedetecteerd. Ten tweede zijn de risico s die het college van bestuur heeft genoemd beperkt van aard en omvang. Bovendien zijn reeds maatregelen getroffen om de mogelijke impact van deze risico s in te perken. Ten derde is de aanpak op centrale onderwijsprocessen voor de verschillende afdelingen gelijk en laten de dashboards weinig verschillen in de resultaten van de afdelingen zien. Waar die wel voorkomen, worden deze besproken en worden oorzaak en omvang nader onderzocht. Tot slot versterken de directeuren elkaar door goede praktijken onderling te delen en van elkaar over te nemen. Er is één punt waarop de kwaliteit voor de hele instelling versterkt kan worden en dat betreft maatwerk voor studenten. Extra ondersteuning en extra uitdaging kan zorgen voor betere aansluiting bij zwakkere en goede studenten. Een sterk punt van Grafisch Lyceum Rotterdam dat verderop in dit rapport slechts sporadisch ter sprake komt maar dat tijdens het onderzoek wel is opgevallen, betreft de wijze waarop de instelling werkt aan het actualiseren van de opleidingsinhoud. De instelling maakt hierbij dankbaar gebruik van het enthousiasme van docenten voor dit thema maar kanaliseert dit enthousiasme Pagina 13 van 43

ook door inzichtelijk te maken wat bijvoorbeeld studiereizen in dit kader opleveren in effecten voor studenten en bedrijven. Samenvattend concluderen we dat er geen risico s zijn en evenmin hebben we omvangrijke tekortkomingen geconstateerd bij de onderzochte opleidingen behoudens de eerder gemaakte opmerking over maatwerk. Pagina 14 van 43

4 RESULTATEN PER OPLEIDING In dit hoofdstuk vermelden we per opleiding de oordelen over de vijf kwaliteitsgebieden. Tevens geven we per opleiding een beschouwing. 4.1 Podium- en evenemententechniek (Podium- en evenemententechnicus Licht) Het kwaliteitsonderzoek bij Podium- en evenemententechniek (Podium- en evenemententechnicus Licht), 23JA 93340/93342, niveau 4, locatie William Boothlaan 16-18, Rotterdam heeft geleid tot de volgende oordelen: Kwaliteitsgebied Goed Voldoende Onvoldoende Slecht 1 Onderwijsproces 2 Examinering en diplomering 3 Opbrengsten 4 Kwaliteitsborging Kwaliteitsgebied Voldoet Voldoet niet 5 Naleving wettelijke vereisten De kwaliteitsgebieden examinering en diplomering en kwaliteitsborging zijn niet voldoende. Hierdoor vindt vervolgtoezicht plaats vanwege onvoldoende examenkwaliteit en niet naleving van de wettelijke vereisten op het gebied van kwaliteitsborging. Oordeel per aspect Hieronder geven we het oordeel over de aspecten van de vijf kwaliteitsgebieden weer. In bijlage IV is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebied opgenomen. Gebied 1: Onderwijsproces Voldoende Onvoldoende Programma 1.1 Samenhang 1.2 Maatwerk Leren in de onderwijsinstelling 1.3 Didactisch handelen* 1.4 Leertijd 1.5 Leeromgeving Begeleiding 1.6 Intake & plaatsing 1.7 Studieloopbaanbegeleiding* Pagina 15 van 43

Gebied 1: Onderwijsproces Voldoende Onvoldoende 1.8 Zorg Leren in de beroepspraktijk 1.9 Beroepspraktijkvorming* Gebied 2: Examinering en diplomering Voldoende Onvoldoende 2.1 Exameninstrumentarium* 2.2 Afname en beoordeling* 2.3 Diplomering* Gebied 3: Opbrengsten Voldoende Onvoldoende 3.1 Rendement Gebied 4: Kwaliteitsborging Voldoende Onvoldoende 4.1 Sturing * 4.2 Beoordeling * 4.3 Verbetering en verankering * 4.4 Dialoog en verantwoording Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten Voldoet Voldoet niet 5.1 Naleving wettelijke vereisten De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied. Beschouwing Algemeen Het docententeam van de opleiding Podium en evenemententechnicus Licht leidt de studenten gericht op tot enthousiaste vakmensen. Dit gebeurt in een prettig en vruchtbaar werkklimaat, waarbij de student zich gekend, gestimuleerd en intensief begeleid weet. Het onderwijsproces is dan ook van voldoende niveau. Het team heeft het laatste jaar veel energie gestoken in verbetering van de examinering in het kader van een instellingsbrede aanpak. Dat heeft geleid tot een heldere en meestal adequate systematiek. Op enkele punten voldoet de examinering desondanks niet aan de eisen. De kwaliteitsborging is niet voldoende. De systematiek van waarborg en verbetering van de kwaliteit voldoet wel aan de eisen. In de uitvoering ontbreekt het echter aan gedegen evaluaties van de verbeteractiviteiten met duidelijke afspraken over de vervolgstappen. Onderwijsproces Het onderwijsproces is voldoende. Het programma omvat een consistent geheel van vaklessen, beroepspraktijkvorming en ondersteunende vakken. De docenten Pagina 16 van 43

van de ondersteunende vakken zijn bezig om hun onderwijsmateriaal inhoudelijk nog meer af te stemmen op het beroep. Het didactisch handelen is eveneens van voldoende kwaliteit. De lessen hebben voldoende structuur en de informatieoverdracht is meestal effectief. Tijdens de lessen ontvangen de studenten ook voldoende feedback. Soms ontvangen de studenten zelfs schriftelijk feedback op hun prestaties, bijvoorbeeld bij het onderdeel project. Systematische analyse van toetsresultaten of schriftelijke feedback op geleverde prestaties is echter geen gemeengoed. Hierdoor blijven kansen onbenut voor de student om te leren van zijn fouten. De begeleiding en de beroepspraktijkvorming functioneren ook naar behoren. De mentoren hebben frequent gesprekken met hun studenten en eveneens voldoende contact met de docenten en met zorgfunctionarissen van de instelling. Alle contacten worden geregistreerd met behulp van een studentenvolgsysteem, zodat de informatie over de studenten inzichtelijk is voor alle betrokkenen. De zorg voor studenten met specifieke onderwijsbehoeften wordt als voldoende beoordeeld omdat de betreffende studenten voldoende begeleid worden. Wel is het de vraag of die zorg in alle gevallen gewaarborgd is. Tijdens het onderzoek kwam namelijk naar voren dat de docenten niet in alle gevallen voldoende betrokken zijn bij de uitvoering van handelingsplannen van studenten. Omdat deze signalen geen betrekking hadden op studenten van de onderzochte opleiding Licht wordt dit gegeven niet in het oordeel betrokken. Dit punt van de studentenzorg is echter wel aan aandachtspunt. Het feit dat niet alle docenten voldoende op de hoogte zijn van de inhoud van handelingsplannen impliceert dat er geen garantie is voor een eenduidige aanpak. Dat laatste is nu juist een belangrijk doel van een handelingsplan. Op het volgende punt is verbetering nodig. Er is onvoldoende sprake van maatwerk. Het programma is slechts beperkt afgestemd op verschillen tussen studenten wat betreft niveau, wensen voor vervolgonderwijs, onderwijsachterstanden of verworven competenties. Hierdoor worden de zwakke studenten onvoldoende ondersteund en de sterke onvoldoende uitgedaagd. Wel kunnen leerlingen met havo na een test eventueel een verkort traject doorlopen. Bij Engels en het individuele begeleidingsuur is er ook sprake van enige differentiatie. Examinering en diplomering De examinering en diplomering is onvoldoende vanwege twee tekortkomingen in het instrumentarium. Het instrumentarium is door het team zelf ontwikkeld. Er Pagina 17 van 43

is veel zorg besteed aan het proces van constructie en aan de scholing van de betrokkenen. Dit heeft geleid tot goede transparantie. Het is duidelijk wat er gevraagd wordt van alle betrokkenen en de relatie met het kwalificatiedossier wordt per opgave aangegeven. Ook de cesuur voldoet en de betrokkenheid van het beroepenveld bij het examen is voldoende gegarandeerd. Bij het onderdeel ondernemersvaardigheden worden de competenties echter niet altijd op de juiste wijze getoetst. Kerntaak 3 van het kwalificatiedossier bevat vaardigheden zoals presenteren, contracten verwerven, contacten leggen en werkzaamheden aansturen. Omtrent al deze verschillende vaardigheden wordt weliswaar de kennis van de kandidaat getoetst door middel van schriftelijke vragen, maar wordt niet getoetst of de kandidaat de vaardigheden daadwerkelijk beheerst. Ook de beoordelingswijze vertoont tekortkomingen. De beoordelingsmodellen en instructies voor de assessoren zijn niet specifiek genoeg om een eenduidige beoordeling te waarborgen. Dit is het geval bij de opdrachten storingsexamen, pré-productie en bij de casus. Zo bevat het antwoordmodel van casus in veel gevallen niet het te geven antwoord, maar een parafrasering van de vraag. Ook is het beoordelingsmodel van de storingscasus en de pré-productie onvoldoende uitgewerkt. De assessoren kunnen niet nagaan aan welke eisen de prestaties van de kandidaat minimaal moeten voldoen voor een voldoende oordeel. Het beoordelingsmodel van de praktijkdag vertoont geen problemen. Wel verdient het overweging om nadere afspraken te maken over de functie van het gesprek tussen kandidaat en assessor dat volgt op de praktijkdag. Voor alle betrokkenen moet duidelijk zijn in welke gevallen dit gesprek van invloed mag zijn op het oordeel over de praktijkdag. De afdeling heeft voor de examens Nederlands deelgenomen aan de pilot Centraal Ontwikkelde Examens (lezen, luisteren) en voor schrijven, spreken en gesprekken voeren zelf examens ontwikkeld. Deze instrumenten vertonen tekortkomingen in de beoordelingswijze. De beoordelaar kan namelijk 0, 1 of 2 punten toekennen maar het onderscheid daartussen is niet helder genoeg. Ondanks een uitgebreide training hierin hebben de assessoren de beoordeling als lastig ervaren. Het exameninstrumentarium voor Engels wordt volledig ingekocht bij Deviant en is eerder door de inspectie als voldoende beoordeeld. De oordelen over de examininering van Nederlands en Engels worden overigens dit jaar niet bij het eindoordeel over examinering en diplomering betrokken. Pagina 18 van 43

De afname en beoordeling verlopen zoals beoogd maar wij zien wel een punt dat voor verbetering vatbaar is. De assessoren wordt namelijk onvoldoende gevraagd hun oordeel te onderbouwen. Dit maakt het moeilijk voor de examencommissie om achteraf steekproefsgewijs de beoordeling te controleren aan de hand van de examendossiers. Ook geeft het gebrek aan onderbouwing de kandidaat onvoldoende zicht op zijn prestaties. Dit speelt ook bij de examinering van de mondelinge examens Nederlands. De besluitvorming over diplomering gebeurt in het algemeen zorgvuldig. De examencommissie heeft een heldere visie op de examinering. Zij stuurt het proces van constructie en vaststelling goed aan en bewaakt het nauwgezet. Een aandachtspunt hierbij is de controle op aanpassing van de afgesproken normering van examens, wanneer dit bij de correctie noodzakelijk blijkt. Dergelijke aanpassingen worden niet altijd gedaan met medeweten van de commissie. Opbrengsten De opbrengsten zijn met een jaarresultaat van 66,7 procent en een diplomaresultaat van 70,9 procent voldoende. Voor de beoordeling van de opbrengsten, gebaseerd op de BRON-gegevens van 2011-2012 zijn de resultaten van de bc-code 172, niveau 2 gebruikt. In bijlage II is te zien welke opleidingen hierbij horen. Kwaliteitsborging De kwaliteitsborging is onvoldoende vanwege onvoldoende kwaliteit van de evaluatie van de verbeteractiviteiten. De systematiek die bij de opleiding Licht is gehanteerd, wijkt in twee opzichten af van de instellingsbrede aanpak. De directeur heeft niet met de afgesproken frequentie systematisch de indicatoren kunnen evalueren. Dit hangt samen met afwezigheid door omstandigheden van hemzelf en de voorzitter van het leertraject. Verder heeft hij het team niet systematisch betrokken bij de evaluatie. Omdat sommige indicatoren niet zodanig zijn geformuleerd dat duidelijk is wat er minimaal gerealiseerd moet zijn voor een succes, is het risicovol wanneer de evaluatie wordt uitgevoerd zonder de betrokkenheid van de teamleden. Ook het gebruik van de informatie uit de lesbezoeken kan versterkt worden door een teamanalyse op te stellen. De overige aspecten van kwaliteitsborging worden wel als voldoende beoordeeld. De directeur vergaart voldoende informatie om de afdeling adequaat te sturen. Hoewel er onder de verbeterplannen geen smart geformuleerde deelplannen liggen met een voor alle betrokkenen duidelijke Pagina 19 van 43

uitwerking, worden de processen effectief aangestuurd en gemonitord door de directeur. Die aansturing kent kaders op instellingsniveau. De instelling hanteert projectplannen om gemeenschappelijke doelstellingen voor ontwikkeling van het onderwijs centraal te sturen. Er zijn voldoende wapenfeiten van gerealiseerde verbeteringen. Ook zijn de processen ter waarborging en verbetering van de kwaliteit en de verantwoordelijkheden van het personeel voldoende verankerd in de organisatie. De afdeling stelt zich systematisch op de hoogte van de tevredenheid van studenten, onder meer door enquêtes bij examinering, tevredenheidsonderzoeken en overleg met de studentenraad. Ook met het werkveld is structureel overleg. Vertegenwoordigers uit de branche geven commentaar op de examens naar aanleiding van bijwoningen. Wettelijke vereisten De opleiding voldoet aan de onderzochte wettelijke eisen. Onderwijstijd Over het onderzoek naar de programmering en realisatie van de onderwijstijd bent u separaat per brief geïnformeerd. Schoolkosten/wettelijke bijdragen De opleiding voldoet aan de eisen gesteld in artikel 8.1.4 van de WEB. De opleiding had aan het begin van dit schooljaar niet transparant aangegeven dat het gaat om een vrijwillige bijdrage. Omdat de opleiding geen studenten heeft uitgesloten van activiteiten en voorzieningen en omdat de opleiding inmiddels in de documenten helder heeft aangegeven dat het een vrijwillige bijdrage betreft, vinden we dat de opleiding voldoet aan de eisen omtrent schoolkosten. 4.2 Signmaker (Medewerker sign) Het kwaliteitsonderzoek bij Signmaker (Medewerker sign), 23JA 94500, niveau 2, locatie Heer Bokelweg 255, Rotterdam heeft geleid tot de volgende oordelen: Kwaliteitsgebied Goed Voldoende Onvoldoende Slecht 1 Onderwijsproces 2 Examinering en diplomering 3 Opbrengsten 4 Kwaliteitsborging Kwaliteitsgebied Voldoet Voldoet niet 5 Naleving wettelijke vereisten Pagina 20 van 43

Het kwaliteitsonderzoek heeft geleid tot het oordeel goed of voldoende voor de vijf kwaliteitsgebieden. Dat betekent dat de inspectie geen aanleiding heeft vervolgonderzoek uit te voeren of afspraken met het college van bestuur te maken voor deze opleiding. Oordeel per aspect Hieronder geven we het oordeel over de aspecten van de vijf kwaliteitsgebieden weer. In bijlage IV is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebied opgenomen. Gebied 1: Onderwijsproces Voldoende Onvoldoende Programma 1.1 Samenhang 1.2 Maatwerk Leren in de onderwijsinstelling 1.3 Didactisch handelen* 1.4 Leertijd 1.5 Leeromgeving Begeleiding 1.6 Intake & plaatsing 1.7 Studieloopbaanbegeleiding* 1.8 Zorg Leren in de beroepspraktijk 1.9 Beroepspraktijkvorming* Gebied 2: Examinering en diplomering Voldoende Onvoldoende 2.1 Exameninstrumentarium* 2.2 Afname en beoordeling* 2.3 Diplomering* Gebied 3: Opbrengsten Voldoende Onvoldoende 3.1 Rendement Gebied 4: Kwaliteitsborging Voldoende Onvoldoende 4.1 Sturing * 4.2 Beoordeling * 4.3 Verbetering en verankering * 4.4 Dialoog en verantwoording Pagina 21 van 43

Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten Voldoet Voldoet niet 5.1 Naleving wettelijke vereisten De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied. Beschouwing Algemeen De afdeling DTP, Printmedia & Sign heeft een verbeterproces ingezet op basis van onvoldoende opbrengsten bij twee opleidingen in de afdeling. Dit verbeterproces heeft geleid tot een vernieuwd onderwijsconcept dat in de uitvoering bij de opleiding Signmaker een goede kwaliteit kent. Kenmerkend hierbij is het eenduidig handelen van het docententeam, de zorg en begeleiding van studenten, een samenhangend onderwijsprogramma en een degelijke examinering. Het verbeterproces is nauwlettend gestuurd en tussentijds geëvalueerd en bijgesteld. Hieruit blijkt dat de afdeling de kwaliteit in voldoende mate waarborgt. Onderwijsproces De opleiding Signmaker wordt verzorgd door een klein team dat duidelijke afspraken heeft gemaakt over de omgang met studenten en de wijze waarop de opleiding ingericht en aangeboden moet worden. Hierdoor ervaren studenten duidelijke regels en een veilige en prettige omgeving. Docenten kennen de studenten goed en bespreken wekelijks onderling de studievorderingen en de begeleiding die de studenten nodig hebben. Afspraken hierover leggen zij vast in een leerlingvolgsysteem zodat andere betrokkenen (bijvoorbeeld stagecoördinatoren) zich ook op de hoogte kunnen stellen. Daar waar de problemen van studenten de mogelijkheden van het team overstijgen, roepen zij de hulp in van het zorgbureau. De wijze waarop het team problemen signaleert, bespreekt en studenten begeleidt, leidt tot een goede zorg voor studenten. Ook het didactisch handelen van het team is voldoende: de lessen zijn gestructureerd en docenten sturen het leerproces van studenten goed en eenduidig aan. Dit leidt ertoe dat studenten tijdens de lessen aan het werk zijn met hun opdrachten en tijdig hulp krijgen bij vragen. Studenten kennen hun sterke en zwakke punten. Het team geeft namelijk gestructureerd feedback tijdens de lessen. Ook krijgen studenten extra ondersteuning of extra lessen als blijkt dat ze de stof nog niet goed beheersen. Ook over andere aspecten zijn de bevindingen positief. De stage van de opleiding vindt in het tweede leerjaar plaats. Voor die tijd krijgen studenten Pagina 22 van 43

informatie over de stage en krijgen ze hulp bij het zoeken naar een geschikt bedrijf. De inspanningen van de stagecoördinatoren hiervoor leiden ertoe dat alle studenten een stageplaats hebben. De stagecoördinatoren zijn ook goed op de hoogte van de leerresultaten van de stage en zij bespreken deze resultaten en andere relevante zaken met het team. De opleiding biedt voldoende maatwerk aan studenten. Zo worden de resultaten tijdens het eerste leerjaar nauwlettend gevolgd, mede om te bepalen of er studenten zijn die in aanmerking komen om tussentijds door te stromen naar niveau 3. Voor alle vakken bieden docenten extra lessen en ondersteuning indien uit de resultaten blijkt dat dit noodzakelijk is. Studenten kunnen ook verdiepende opdrachten bij de vakken maken en kunnen kiezen voor het behalen van het VCA-certificaat. Examinering en diplomering De examinering van de opleiding kenmerkt zich door zowel een goed beroepsgericht instrumentarium als een degelijk examenproces. De kwalificerende examinering bestaat uit twee proeves van bekwaamheid die samen het kwalificatiedossier voldoende afdekken. De eerste proeve wordt in de beroepspraktijk geëxamineerd, de tweede op school. De richtlijnen in het exameninstrumentarium borgen een zo objectief mogelijke en betrouwbare beoordeling. Dit blijkt ook uit de examendossiers. Zo zijn bijvoorbeeld steeds twee beoordelaars betrokken bij de afname. Grafisch Lyceum Rotterdam werkt met een centrale, en een decentrale examencommissie per afdeling. De decentrale examencommissie heeft goede contacten binnen het werkveld. Het werkveld is betrokken bij het beoordelen van het exameninstrumentarium. Zo zijn de huidige examens aangevuld met een dilemma op verzoek van het werkveld. De centrale examencommissie besluit tot diplomering en evalueert alle examenprocessen. Zij betrekt daar evaluaties op grond van studentenenquêtes en externe audits bij. Ook heeft de centrale examencommissie een observatieformulier voor bijwoning van afnames ontwikkeld en in gebruik genomen. De afdeling dient een aantal examens voor Nederlands en Engels nog te verbeteren. De afdeling heeft voor de examens Nederlands deelgenomen aan de pilot Centraal Ontwikkelde Examens en voor schrijven het examen ingekocht bij Deviant. Dit examen is eerder door de inspectie beoordeeld en voldoende bevonden. Voor de onderdelen spreken en gesprekken voeren is zelf een examen ontwikkeld. De beoordelingswijze van deze beide examens is niet Pagina 23 van 43

voldoende omdat studenten namelijk meer punten kunnen behalen voor de inhoud van de monoloog en het gesprek dan voor de spreekvaardigheid. Voor Engels heeft de afdeling examens schrijven, lezen en luisteren ingekocht bij Deviant. Deze examens zijn eerder door de inspectie beoordeeld en voldoende bevonden. Voor de onderdelen spreken en gesprekken voeren zijn zelf examens ontwikkeld. Ook hier is de beoordelingswijze van beide examens niet in orde en om dezelfde reden. De toekenning van punten is grotendeels gebaseerd op de inhoud en in mindere mate op de spreekvaardigheid. Het oordeel voor Nederlands en Engels wordt dit jaar niet meegenomen in het eindoordeel over de examinering en diplomering. Opbrengsten De opbrengsten zijn met een jaarresultaat van 77,3 procent en een diplomaresultaat van 65,3 procent voldoende. Voor de beoordeling van de opbrengsten, gebaseerd op de BRON-gegevens 2011-2012 zijn de resultaten van de bc-code 194, niveau 2 gebruikt. In bijlage II is te zien welke opleidingen hierbij horen. Kwaliteitsborging De kwaliteitsborging van de opleiding is over het geheel genomen van voldoende kwaliteit. De afdeling heeft succesvol sturing gegeven aan een omvangrijk verbetertraject. Voor de opleiding Signmaker zijn heldere normen geformuleerd die zijn opgenomen in het Jaar- en verbeterplan van de afdeling. Verbetering kan de opleiding nog aanbrengen in het vooraf bepalen hoe gemeten zal worden of de doelstellingen zijn behaald. Ook de beoordeling is voldoende. Niet alleen maakt de opleiding hierbij gebruik van de resultaten van externe audits bij aanverwante opleidingen, de resultaten van de opleiding worden ook jaarlijks intern vastgesteld en geëvalueerd. Tevens zijn tussentijds resultaten beschikbaar. De afdeling beschikt namelijk maandelijks over relevante informatie (dashboard) waaruit onder andere blijkt wat de stand van zaken is omtrent uitval, verzuim en studievoortgang. De verbeteraanpak die de afdeling hanteert is zowel degelijk als succesvol. Dit blijkt uit het feit dat bijna alle vooraf gestelde doelen voor schooljaar 2011-2012 zijn behaald. Daarnaast zijn we positief over de wijze waarop de afdeling deskundigheidsbevordering uitvoert. De directeur legt hiervoor namelijk jaarlijks lesbezoeken af bij alle teamleden en stelt op basis daarvan een scholingsplan op. Hierin zijn niet alleen individuele scholingswensen opgenomen maar ook teambrede doelstellingen die aansluiten bij de bevindingen uit de lesbezoeken. Pagina 24 van 43

De dialoog en verantwoording zijn eveneens voldoende. De directeur bespreekt de resultaten en wensen vier keer per jaar met studenten. De stagecoördinatoren bespreken de examens en tevredenheidsgegevens met het bedrijfsleven. Wettelijke vereisten De opleiding voldoet aan de onderzochte wettelijke eisen. Onderwijstijd Over het onderzoek naar de programmering en realisatie van de onderwijstijd bent u separaat per brief geïnformeerd. Schoolkosten/wettelijke bijdragen De opleiding voldoet aan de eisen gesteld in artikel 8.1.4 van de WEB. De opleiding had aan het begin van dit schooljaar niet transparant aangegeven dat het gaat om een vrijwillige bijdrage. Omdat de opleiding geen studenten heeft uitgesloten van activiteiten en voorzieningen en omdat de opleiding inmiddels in de documenten helder heeft aangegeven dat het een vrijwillige bijdrage betreft, vinden we dat de opleiding voldoet aan de eisen omtrent schoolkosten. 4.3 Applicatie- en mediaontwikkeling (Gamedeveloper) Het kwaliteitsonderzoek bij Applicatie- en mediaontwikkeling (Gamedeveloper), 23JA 95312, niveau 4, locatie Heer Bokelweg 255, Rotterdam heeft geleid tot de volgende oordelen: Kwaliteitsgebied Goed Voldoende Onvoldoende Slecht 1 Onderwijsproces 2 Examinering en diplomering 4 Kwaliteitsborging Kwaliteitsgebied Voldoet Voldoet niet 5 Naleving wettelijke vereisten Het kwaliteitsonderzoek heeft geleid tot het oordeel voldoende voor de vijf kwaliteitsgebieden. Dat betekent dat de inspectie geen aanleiding heeft vervolgonderzoek uit te voeren of afspraken met het college van bestuur te maken voor deze opleiding. Oordeel per aspect Pagina 25 van 43

Hieronder geven we het oordeel over de aspecten van de vijf kwaliteitsgebieden weer. In bijlage IV is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebied opgenomen. Gebied 1: Onderwijsproces Voldoende Onvoldoende Programma 1.1 Samenhang 1.2 Maatwerk Leren in de onderwijsinstelling 1.3 Didactisch handelen* 1.4 Leertijd 1.5 Leeromgeving Begeleiding 1.6 Intake & plaatsing 1.7 Studieloopbaanbegeleiding* 1.8 Zorg Leren in de beroepspraktijk 1.9 Beroepspraktijkvorming* Gebied 2: Examinering en diplomering Voldoende Onvoldoende 2.1 Exameninstrumentarium* 2.2 Afname en beoordeling* 2.3 Diplomering* Gebied 4: Kwaliteitsborging Voldoende Onvoldoende 4.1 Sturing * 4.2 Beoordeling * 4.3 Verbetering en verankering * 4.4 Dialoog en verantwoording Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten Voldoet Voldoet niet 5.1 Naleving wettelijke vereisten De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied. Beschouwing Algemeen De opleiding Gamedeveloper wordt verzorgd door een dynamisch team dat veel aandacht besteedt aan het actueel houden van het programma. De teamleden werken hard om de kwaliteit van de opleiding te versterken en tegelijkertijd creëren ze voor de studenten een toegankelijk en serieus leerklimaat. Het onderwijsproces is dan ook voldoende. Veel van de werkzaamheden zijn in het Pagina 26 van 43

afgelopen jaar gericht geweest op het verbeteren van het exameninstrumentarium en dit heeft ook tot het gewenste resultaat geleid. De wijze waarop in de afdeling en in de opleiding gewerkt wordt aan de verbetering van de kwaliteit is eveneens voldoende. Er is sprake van een duidelijke en procesmatige sturing waarbij op voorhand het gewenste resultaat is geformuleerd. Onderwijsproces Het onderwijsproces is voldoende. Een van de sterke kanten is de wijze waarop het programma is ingericht. De studenten starten in het eerste leerjaar met een basisjaar Applicatie- en mediaontwikkeling waarin ze onder andere worden voorbereid op het maken van een keuze voor een van de drie uitstroomrichtingen. Daarvoor is een mix aan vakken en opdrachten ontwikkeld die ervoor zorgt dat studenten aan het einde van het schooljaar weten waar hun voorkeur naar uit gaat. Niettemin betoont de opleiding zich ook verantwoordelijk voor de kansen op werk en daarom is het aantal studenten Gamedeveloper gemaximeerd. Een tweede sterke kant van de opleiding is het didactisch handelen van het team en de opbouw in het aanleren van competenties. Ter illustratie: studenten leren eerst samenwerken in kleine groepjes met studenten waarmee zij goed overweg kunnen en in het laatste leerjaar voeren zij projecten uit met studenten van aanpalende opleidingen (Game artist). De docenten geven bij de projecten ook feedback op het samenwerken. Een derde sterk punt is de intake en plaatsing van de studenten waar twee zaken opvallen. Ten eerste wordt het intakeproces uitgebreid met een extra gesprek voor studenten die hebben aangegeven extra hulp tijdens de studie nodig te hebben. Tijdens dit gesprek wordt onderzocht of de student kansrijk is in het behalen van het diploma. Ten tweede heeft het team aan de hand van de intaketoetsen een beeld van het algemene profiel van studenten onder andere qua zelfwerkzaamheid dat de gekozen werkwijze tijdens de lessen onderbouwt. Ook de stage is van voldoende kwaliteit, omdat het proces van voorbereiden, plaatsen en begeleiden gestructureerd verloopt. De studenten volgen een aparte module ter voorbereiding hierop en stagecoördinatoren werven en informeren stagebedrijven. Naar aanleiding van uitkomsten van een eerder stageonderzoek is geïnvesteerd in de voorlichting aan stagebedrijven. Dit heeft erin geresulteerd dat ze nu goed op de hoogte zijn hoe ze het presteren van studenten moeten beoordelen. Mogelijkheden tot versterking van de samenhang tussen stage en het lesprogramma zien we echter ook: het leereffect van de stage voor studenten kan verbreden ervoor te zorgen dat studenten kunnen leren van elkaars stage-ervaringen. Pagina 27 van 43

Ook over de studieloopbaanbegeleiding en zorg voor studenten zijn de bevindingen positief. Mentoren worden door het zorgbureau ondersteund in hun begeleidingstaken en studenten hebben goede ervaringen met het zorgbureau en mentoren. Op het terrein van maatwerk dient de opleiding nog te verbeteren. Er zijn namelijk studenten die tijdens de opleiding een hoger tempo aan kunnen en willen, maar er zijn geen mogelijkheden gecreëerd om in die behoefte te voorzien. Ook heeft het team nog niet uitgewerkt wat studenten moeten laten zien om hiervoor eventueel in aanmerking te komen. Daarom beoordelen we maatwerk als onvoldoende. Dit neemt niet weg dat studenten wel veel mogelijkheden hebben en gestimuleerd worden om verdiepingsopdrachten te maken. Examinering en diplomering Voor het beroepsgerichte deel van de opleiding is dit jaar een nieuw exameninstrumentarium ontwikkeld en vastgesteld. Hierin zijn conclusies over de kwaliteit van het eerdere instrumentarium meegenomen. Bij een vorig examen was namelijk gebleken dat de beschrijving ruimte liet voor verschillen in interpretatie. De dekking en de beoordelingswijze vormen nu de sterke punten van het instrumentarium. De transparantie kan echter nog vergroot worden door studenten ook schriftelijk te informeren over de punten waarop ze beoordeeld worden. Voorafgaand aan het examen is mondeling wel voldoende toegelicht hoe het examen eruit zou zien en hoe het zou verlopen. Ook konden studenten voorafgaand aan en tijdens het examen vragen over de werkwijze stellen. De afdeling heeft voor de examens Nederlands deelgenomen aan de pilot Central Ontwikkelde Examens (lezen, luisteren) en heeft voor schrijven gebruik gemaakt van ingekocht examenmateriaal van Deviant. Het exameninstrumentarium van Deviant is eerder door de inspectie als voldoende beoordeeld Het exameninstrumentarium voor spreken en gesprekken voeren is door de instelling zelf ontwikkeld en dient verbeterd te worden voor wat betreft het beoordelingsmodel. De beoordelaar kan namelijk 0, 1 of 2 punten toekennen maar het onderscheid is onvoldoende geëxpliciteerd. De beoordelaars hebben allemaal een langdurige training gevolgd waarbij met name aandacht is besteed aan dit onderscheid, niettemin hebben de beoordelaars in de huidige examenperiode ervaren dat het onderscheid lastig te hanteren is. Pagina 28 van 43

Voor Engels maakt de opleiding volledig gebruik van ingekochte examens van Deviant. Deze zijn eerder door de inspectie beoordeeld en in orde bevonden. De bevindingen en oordelen voor Nederlands en Engels worden niet meegenomen in het eindoordeel over de examinering en diplomering. De kwaliteit van de afname van de examens voor Nederlands en Engels staat onder druk, omdat er onvoldoende voorzieningen zijn die de beoordelaar in staat stellen bij twijfel gebruik te maken van de expertise van collega-beoordelaars. De afname gebeurt namelijk steeds door één beoordelaar en deze heeft niet of nauwelijks middelen ter beschikking om de resultaten van de afname vast te leggen. Daardoor is het na afloop ook nauwelijks mogelijk om bijvoorbeeld resultaten onderling te vergelijken. De afname van het beroepsgerichte examen is daarentegen wel in handen van twee beoordelaars en verloopt deugdelijk. Deze beoordelaars zijn onlangs geslaagd voor de assessorentraining en beoordelen de prestaties van een examenkandidaat eerst apart alvorens de beoordeling samen te bespreken. De diplomering is geborgd maar we zien wel een aandachtspunt voor de decentrale examencommissie. Het proces van constructie, vaststelling en borging is met ingang van dit jaar ondergebracht in een nieuwe structuur. De decentrale examencommissie is grotendeels verantwoordelijk voor het beroepsgerichte deel en de centrale examencommissie is verantwoordelijk voor de generieke delen en draagt tevens de eindverantwoordelijkheid. In de uitvoering hebben beide commissies de resultaten van eerdere onderzoeken gebruikt om verbeteringen aan te brengen. De controles voor vaststelling van de resultaten en de werkwijze bij het vaststellen van de examens zijn uitgebreid en kritisch. We zien wel een mogelijk risico in de hoeveelheid verschillende rollen en verantwoordelijkheden die bij één persoon belegd kan zijn hetgeen het kritisch vermogen bij de evaluaties van de decentrale examencommissie kan beïnvloeden. Deze commissie heeft dat echter zelf ook onderkend en verkent nu de mogelijkheden om rollen anders te verdelen. Opbrengsten De opbrengsten zijn voldoende. Weliswaar zijn het jaarresultaat met 26,7 procent en het diplomaresultaat met 27,6 procent zeer laag, maar deze cijfers zijn vertekend door de groei van het aantal studenten in de opleiding in de laatste jaren. In 2011-2012 stroomde voor het eerst een klein groepje studenten uit. Uit de interne opbrengstgegevens van de afdeling blijkt Pagina 29 van 43