Bijlage 1: Handreiking erfinrichting



Vergelijkbare documenten
Handleiding erfinrichting agrarische bedrijven

B i j l a g e 2 : L a n d s c h a p p e l i j k e i n p a s s i n g A d v i e s b e e l d k w a l i t e i t R u i m t e v o o r R u i m te- r e g e -

HANDLEIDING Erfinrichting buitengebied. Bijlage bij bestemmingsplan buitengebied 2013

HANDLEIDING Erfinrichting buitengebied. Bijlage bij bestemmingsplan buitengebied 2013

LOG. g e b i e d s v i s i e. gemeenten Montferland & Oude IJsselstreek. projectnummer oktober 2010 SAB Arnhem

Inrichtingsplan driestweg 14 te Putten

Voorbeelduitwerking landschappelijke inrichting cluster 1: woningen Deurningsestraat

Advies landschappelijk en stedenbouwkundige inpassing serrestal Gracht 111 te Spanga

Landschappelijk inpassingsplan

PRACHTLANDSCHAP NOORD-HOLLAND! Leidraad Landschap & Cultuurhistorie. Provinciale structuur: (Agrarische) erven. Westdijk,Beemster.

INRICHTINGSVOORSTEL BEELDKWALITEITSPLAN AKKERWEG 6 TE RIEL

19 december Teckop 18-18a Kamerik (Gem. Woerden) Landschappelijke inpassing woning

GEMEENTE SOMEREN. Toelichting landschapsplan Hugterweg 10 Someren

Molenpaal 3 Onstwedde. Landschaps - en inrichtingsplan.

B&W voorstel Nr. : Onderwerp: Ruimtelijke onderbouwing Vliertwijksestraat 61. 1) Status

BIJLAGE 3. LANDSCHAPSKENMERKEN

Erftransformatie Oostendorperstraatweg 22A Oostendorp Gemeente Elburg. Notitie Uitgangspunten en Randvoorwaarden Februari 2011

Onderstaand is uitsluitend de voor het onderhavige plan relevante regelgeving weergegeven.

Erftransformatie Ottenweg 45 Oldebroek Gemeente Oldebroek. Notitie Uitgangspunten en Randvoorwaarden 2011

16041 LANDSCHAP SCHOOTJESBAAN 2 RIEL 8 APRIL 2016

Erfadvies Hogeveldseweg Echteld Gemeente Neder-Betuwe. Notitie Uitgangspunten en Randvoorwaarden 2016

Landschappelijk inpassingsplan Van der Waaij. Nieuwe woning Haanwijk 27 Harmelen

Erfadvies Middendijk 85, Nijbroek Gemeente Voorst

GEMEENTE BUREN. Toelichting landschappelijke inpassing. Meerboomweg 2 Maurik

Beeldkwaliteitsplan Ter Idzard - Woningbouwlocatie Hamersweg

REALISEREN VAN RECREATIEAPPARTEMENTEN

INRICHTINGSPLAN VOSSEBOERWEG 12

Inrichtingsplan De Haal 98 Oostzaan

L a n d s c h a p s p l a n. Uilenburgsestraat 12 Heteren H. Crum Jens ONTWERPERS

Landschappelijk inpassingsplan Biesheuvelweg 2, Wijk en Aalburg

Inrichtingsplan Krachtighuizerweg te Putten

Erftransformatie Eekterweg 12b Oosterwolde Gemeente Oldebroek. Notitie Uitgangspunten en Randvoorwaarden 2015

Erftransformaties Gemeente Nunspeet. Notitie Uitgangspunten en Randvoorwaarden Augustus 2011

landschappelijk inpassingsplan Bijsterveld 2, Oirschot gemeente Oirschot datum: januari 2017 projectnummer: R.

SPIJKVOORDERHOUT WONEN AAN DE OERDIJK Overzicht kavels

Middeldijk 86 Barendrecht

Beeldkwaliteitsplan. Goorstraat 35 en Goorstraat. Te Soerendonk

NIEUWE ERVEN. Evaluatie FAB-Beleid gemeente Lochem

Beeldkwaliteitsplan herziening Prikwei West Herziening oktober 2013

De omgang met beeldkwaliteit

LANDSCHAPSPLAN KLEIWEG 27A, BAAMBRUGGE 8 januari 2016

De in deze bijlage genoemde landschappelijke deelgebieden zijn weergegeven op de bij deze bijlage behorende

SPIJKVOORDERHOUT WONEN AAN DE ALLEE Overzicht kavels

Erftransformatie Munnikhofsestraat 9 Gendt Gemeente Lingewaard. Notitie Uitgangspunten en Randvoorwaarden Februari 2010

Beplantingsplan/inrichtingsplan in het kader van Landschappelijke inpassing Klaverdijk 5 opdrachtgever: De heer J. Roes

KORTE BRINKWEG 63 SOEST. Projectnaam Korte Brinkweg 63

Plan Muggenborch Kavelpaspoort A: Richtershof - Kapel Avezaath. gemeente T i e l

BEELDKWALITEITSPLAN SCHUILGELEGENHEDEN, OMHEININGEN EN PAARDENBAKKEN

Landschappelijke inpassing nieuwbouw MTS Vroege te Dalen

INBREIDING WOONHUIS LEIWEG GEFFEN

Inhoud. Landschappelijke inpassing uitbreiding Alliance Bloembollen Groteweg 20 't Zand. 18 juli 2016 Projectnummer

Erfadvies Het Witte Veen 14 Klarenbeek Gemeente Apeldoorn. Notitie Uitgangspunten en Randvoorwaarden Definitief 2012

Transformatie Bunniklocatie Nieuwerbrug

1505 OMN, 7 december

P l a n r e g e l s vrs

Erfadvies Vundelaarsweg 5 Wilp Gemeente Voorst

beeldkwaliteitplan de Swaan concept Wagenweg 2 november 2013

Wijzigingsplan Landgoed De Horst

GEMEENTE CRANENDONCK. Stedenbouwkundig en landschappelijk inrichtingsplan Meemortel ong, Budel

Landschappelijk inpassingsplan Gendringseweg 9, Aalten

Landschappelijk advies. Ontwikkeling Heereweg 460/460a, Lisse

Verkavelingsschets Lage Randweg 34, Uden

hoek bosstraat-smallestraat Nieuw-dijk

Erftransformatie Zuiderzeestraatweg 289 Oldebroek Gemeente Oldebroek. Notitie Uitgangspunten en Randvoorwaarden 2014

Nieuwvestiging aan de Schipsweg, Hattem Gemeente Hattem. Notitie Uitgangspunten en Randvoorwaarden september 2010

R e g e l s rgl

Functieveranderingsplan voor de Nijenbeekseweg 20 in Voorst. Definitieve versie 28 mei 2013

Deelgebied 4, Vorchten. 1. Beschrijving bestaande situatie

Advies landschappelijke inpassing bloemenkwekerij aan de Veldhuizenweg te Hoogersmilde

Landschappelijk Inpassingsplan

Erftransformatie Duivendansweg 10 Wezep Gemeente Oldebroek. Notitie Uitgangspunten en Randvoorwaarden 2015

Beeldkwaliteitscriteria Sandepark

LOCATIE VOORMALIGE RENBAANSCHOOL

Opdrachtgever: Gemeente Noordenveld Projectnummer:

: Landschappelijke inpassing Karissendijk 4 te Egchel

Vergroten erf Vuurtorenweg 61 in De Cocksdorp. SAB Texel. stedebouwkundig adviesbureau Texel

Erfinrichtingsplan Weerscheut 7, Vinkel

GEMEENTE BUREN. Toelichting landschappelijke inpassing. Uiterdijk 33 Zoelen

Transformatie Oude Harderwijkerweg 9 Doornspijk Gemeente Elburg. Notitie Uitgangspunten en Randvoorwaarden 2012

ERFINRICHTINGSPLAN MADO CONSERVEN gemeente Woensdrecht

Beeldkwaliteitplan Hondenbergseweg, Wapenveld. Rapportnummer 1522

Behoud van de schoonheid van de Oude Rijnzone tussen Woerden en Bodegraven MAAK UW ERF GOED

LANDSCHAPSPLAN WINKELDIJK 5, ABCOUDE 8 januari 2016

Kavelpaspoort Ruimte voor ruimte. Van Nes december 2016

LANDSCHAPSPLAN HOOGSESTRAAT 4A VALBURG. Opdrachtgever: de heer G.J. van Elk. Oktober 2014 Ing. B. van Elk

Landschappelijke inpassing. Guttersdijk (ongenummerd), Bredevoort

47003-bkp-v BESTEMMINGSPLAN "WONINGBOUW OSSENDRECHTSEWEG 38, HOOGERHEIDE" 1 INLEIDING Aanleiding en doel...

Gemeente Nijkerk t.a.v. mevrouw T.J. de Ruijter Postbus BA NIJKERK. Geachte mevrouw de Ruijter, beste Thea,

Landschappelijke inpassing ten behoeve van aanvraag functieverandering Ringweg RX Beltrum

Datum AAB NL Beeldkwaliteit ontwerp

Project: Rapportage. Landschappelijke inpassing Stokveldseweg 3 Heerde. Projectnummer: O. Datum: 26 april 2014

Erfadvies De Hel 4g te Randwijk Gemeente Overbetuwe. Notitie Uitgangspunten en Randvoorwaarden 2014

Opdrachtgever: mevr. Schuurmans en dhr. Wijmenga projectnummer:

: Landschappelijke verantwoording Het Hungeling 2b te Eerbeek (gemeente Brummen)

Notitie. Erfbeplantingsplan Heikantseweg 4, Wehl. 1. Inleiding. 2. Uitgangspunten inrichtingsplan

Planregels. Wijzigingsplan Buitengebied Noord 1e wijziging. augustus 2016

BLATENPLAN EWIJK BEELDKWALITEIT 10 oktober 2011 projectnummer

GEMEENTE OUDE IJSSELSTREEK Plan van wijziging Buitengebied 2000, herziening 2002 Locatie Marmelhorstweg 2a

landschappelijk inpassingsplan Hummersumseweg ong. Heijen gemeente Gennep

Erftransformatie Aaltenseweg 92a, 92b, 92c & Bargerdijk ongenummerd, Dinxperlo Gemeente Aalten

Transcriptie:

Bijlage 1: Handreiking erfinrichting 60 550.13.00.01.00 Bestemmingsplan Buitengebied 2013 29 april 2013

Plek voor ideeën Handreiking erfinrichting agrarische bedrijven 550.13.00.10.01.00 17 april 2013

Handreiking erfinrichting agrarische bedrijven 550.13.00.10.01.00 17 april 2013

Inhoud 1 Inleiding 07 2 Erfinrichtingsprincipes 2.1 Karakteristieken Jonge zeepolderlandschap 09 2.2 Zoekgebied erfuitbreiding en - verschuiving 09 2.3 Algemene principes erven en bebouwing 09 2.4 Uitgangspunten erftypen 09 Erftype A Vrijliggende erven grenzend aan de binnenduinrand 11 Erftype B vrijliggende erven in het Jonge zeepolders 13 Erftype C Tweedelige erven in de Jonge zeepolders 15

1 Inleiding Voor wie is deze handleiding? Deze handleiding hoort bij het bestemmingsplan Buitengebied en heeft uitsluitend betrekking op de zeven agrarische erven in het plan. In het bestemmingsplan is bepaald dat u moet zorgdragen voor een goede landschappelijke inpassing, wanneer u uw erf buiten het bouwvlak of bestemmingsgrens wilt veranderen. Deze verplichting is nieuw. De gemeente Schiermonnikoog hecht veel waarde aan een goede inpassing van nieuwe bouwplannen in hun omgeving. We streven naar een mooi erf in een fraai landschap waarbij eveneens rekening is gehouden met ecologische aspecten. Daarom verplicht de gemeente Schiermonnikoog u ook om bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning te laten zien op welke wijze u zult zorgen voor een goede landschappelijke inpassing. Dan zult u vragen: Wat is een goede landschappelijke inpassing? In deze handleiding vindt u hierop het antwoord. Met deze handleiding helpt de gemeente Schiermonnikoog u bij het opstellen van een plan voor landschappelijke inpassing voor een erf. Een erf dat er mooi bij ligt, waar met plezier wordt gewoond en waar, voor zover daar sprake van is, ook het bedrijf goed kan worden uitgeoefend. Handleiding geeft aanwijzingen De handleiding geeft duidelijke algemene aanwijzingen voor een goede inrichting van uw erf. Als u met behulp van deze aanwijzingen een landschappelijk inpassingsplan opstelt, dan kunt u ervan uitgaan dat er meer draagvlak is voor uw ontwikkelingen, zowel bij de gemeente als bij de buren en dorpsgenoten. U mag dan ook rekenen op een vlotte behandeling van uw vergunningsaanvraag, als u voor uw bouwplan een vergunning nodig heeft. Handleiding stelt ook eisen In het bestemmingsplan Buitengebied wordt verwezen naar deze handleiding. De handleiding maakt zelfs formeel onderdeel uit van het bestemmingsplan Buitengebied. Waar in de regels van het bestemmingsplan wordt verwezen naar een goede landschappelijke inpassing van nieuwe ontwikkelingen, vormt deze handleiding het beoordelingskader. Dat betekent dat de gemeente bij het beoordelen van de landschappelijke inpassing deze handleiding zal gebruiken om vast te stellen of uw voorstel voor inpassing goed genoeg is. Daarvoor staan in de handleiding heldere eisen, die geen interpretatie vragen en waarover discussie dan ook niet nodig is. Daarnaast is op de verbeelding behorende bij het bestemmingsplan Buitengebied een zoekgebied aangegeven waar de erfuitbreiding kan plaatsvinden ( overige zone- zoekgebied erfuitbreiding ). Overleg met de gemeente Als u plannen heeft waarvan u nu al weet of vermoedt dat ze moeten worden voorzien van een landschappelijke inpassing en daarover eens wilt overleggen, dan nodigen wij u van harte uit om deze aan ons voor te leggen. Wij kijken dan graag samen met u of en hoe uw idee kan worden verwezenlijkt, voordat u de plannen al helemaal uitwerkt. Om u voor te bereiden op dit overleg of wanneer u zich eerst eens wilt verdiepen in de bedoelingen van de gemeente, dan bent u met het doornemen van deze handleiding op de goede weg. Hoe zit deze handleiding in elkaar? De zeven agrarische erven zijn gelegen in de Banckspolder in het Jonge zeepolderlandschap (zie kaart hiernaast). Op basis van de huidige ruimtelijke situatie kunnen de erven in de Jonge Zeepolders in hoofdlijnen opgedeeld worden in drie verschijningsvormen: A. Vrijliggende erven grenzend aan de binnenduinrand; B. Vrijliggende erven in de Jonge zeepolders; C.Tweedelige erven in de Jonge zeepolders. Het eerste deel van de handleiding richt zich op de eigenschappen van het Jonge zeepolderlandschap en de erven die hierin zijn gelegen. Op de kaart hiernaast kunt u zien welke type erf u heeft binnen het Jonge zeepolderlandschap. De kenmerken van het erf in het landschap zijn in belangrijke mate richtinggevend voor de inpassing van uw bouwplan in het landschap. Daarna zoomen we in op de algemene visie voor erf en bebouwing. Vervolgens wordt per erftype de uitgangspunten voor inpassing van de gebouwen en kamperen op het nieuwe erf beschreven om te komen tot een goede landschappelijke inpassing. 7 1

Erfbeplanting Achtererf Voorerf Van oudsher is er een scheiding tussen voor- en achtererf. Aan de weg staat het woonhuis, soms vrijstaand, soms als onderdeel van de boerderij. Op het voorerf ligt de siertuin, soms met een moestuin. Achter het woonhuis staan de schuren en stallen, meestal in de lengterichting van het perceel. De plek van de (mest- of kuilvoer) opslag en silo s verschilt. Het achtererf heeft juist een koppeling met de achterliggende weilanden, het landschap. Langs de randen van het erf staat beplanting, die van oudsher het erf inpakt en het erf een kenmerkend groen silhouet geeft. Niet overal is de erfbeplanting even goed ontwikkeld of aanwezig. Zoekgebied uitbreiding /verschuiving erf Zoekgebied (groen) waarbinnen de bouwpercelen van agrarische bedrijven kunnen worden verschoven en/of uitgebreid en waarbinnen opslag aansluitend aan het bouwperceel kan worden gerealiseerd. De vorm van het zoekgebied is afgestemd op het ganzenfoerageergebied. De verschuiving en/of uitbreiding van het erf mag geen verstoring van het ganzenfoerageergebied tot gevolg hebben.

2 Erfinrichtingsprincipes 2.1 Karakteristieken Jonge zeepolderlandschap De kenmerken van een landschap vertellen iets over het ontstaan en het gebruik van het gebied. Ze zorgen ervoor dat onze gemeente zo aantrekkelijk is. Wij vinden het belangrijk om het eigene van het landschap te behouden. Dat betekent niet dat er niks mag veranderen. Maar als er wat moet veranderen, dan moet dat wel zo gebeuren dat de verandering rekening houdt met de kenmerken van het landschap. In de Jonge zeepolders zijn de gebieden weids, met mooie vergezichten en waar de erven als puntverdichtingen in de ruimte staan. Door de openheid van het landschap zijn de erven eigenlijk altijd blikvangers. Het landschap heeft een onregelmatige tot regelmatige blokverkaveling. Aangrenzend aan de Jonge zeepolders grenst de binnenduinrand. De binnenduinrand vormt de overgang van uitgestrekt duingebied naar het open polderlandschap met zichtlijnen van de binnenduinrand naar de polder en andersom. 2.2 Zoekgebied erfuitbreiding en - verschuiving Voor het foerageren van ganzen is het van belang dat de oppervlakte onverstoord gebied intact en het tussenliggend deels verstoord gebied zoveel mogelijk intact blijft. Wanneer bouwvlakken worden verschoven of worden vergroot dan kan de afstand tot een onverstoord gebied afnemen. In de regels is bepaald dat de uitbreiding of de verschuiving van het bouwperceel uitsluitend binnen het op pagina 8 in de afbeelding Zoekgebied uitbreiding/ verschuiving erf mag worden gerealiseerd. De vorm van dit zoekgebied heeft direct verband met het ganzenfoerageergebied. 2.3 Algemene principes erven en bebouwing oudsher aanwezige scheiding tussen voor- en achtererf wordt bewaard en zo nodig wordt versterkt. Tevens moet het erf zo compact mogelijk worden vormgegeven met een zo rechthoekig mogelijke vorm die afgestemd is op de verkavelingsstructuur. Aanpassingen van het erf door nieuwbouw en gewijzigde erfopzet niet mogen leiden tot verrommeling van het erf. -- Daarnaast vinden we dat een erf moet worden ingepast in de landschappelijke opzet van het gebied. Door erven te voorzien van voldoende erfbeplanting, vooral op de hoeken van het erf, toont het erf zich op een fraaie wijze in het landschap. De bestaande (waardevolle) beplanting wordt gehandhaafd en de waterberging sluit aan bij bestaande waterpatronen en verkavelingsstructuren Principe bebouwing De gemeente wil graag een goede inpassing van de bebouwing in het landschap. Daarom letten we in basis op de volgende aspecten: -- De nieuwe bedrijfsbebouwing dient achter het verlengde van de achtergevel van de oorspronkelijke woning te worden gesitueerd. -- De bedrijfsbebouwing en voer- en mestsilo s worden minimaal 15 meter vanaf de rand van de openbare weg en minimaal 10 meter vanaf een erfgrens of sloot grenzend aan openbare ruimte gesitueerd. -- De nieuwe bebouwing wordt in situering (rooilijnen, plaats op het erf), en vorm (goot- en nokhoogte, dakhelling) afgestemd op de bestaande bedrijfsbebouwing. De nokrichting wordt bij voorkeur afgestemd op de verkavelingsrichting. 2 Principe erven De gemeente wil graag een goede opzet van het erf. Daarom letten we in basis voor alle voorkomende erfuitbreidingen onder andere op de volgende aspecten: -- Wanneer u uw erf wilt aanpassen, bijvoorbeeld omdat er een gebouw bij komt, vinden we het van groot belang dat de van 2.4 Uitgangspunten erftypen Voor elk erf gelden de zojuist beschreven algemene principes voor de erven en bebouwing. Daarnaast gelden voor de uitbreiding en kleinschalig kamperen per type erf de aanvullende uitgangspunten die voor elk type erf in de volgende pagina s worden beschreven. 9

Wilg Iep Kenmerken erf erf gelegen in kleinschalig landschap met besloten ruimten en elzensingels; verschillende erfvormen; vrijliggende erven; vrije rooilijn woningen; woonerf goed geplaatst op het erf; bedrijfsgebouwen minder goed geplaatst op het erf; bedrijfsbebouwing ligt verspreid naast en achter de woning. Uitsnede bestemmingsplan - zoekgebied erfuitbreiding (gestreept) Erf type A - Vrijliggend erf in de Binnenduinrand Erf type A - Vrijliggend erf in de Binnenduinrand met uitbreiding van het erf met landschappelijke inpassing

2 A Vrijliggende erven grenzend aan de binnenduinrand Uitgangspunten Erven Van oudsher is er een onderscheid tussen het voorerf en het achtererf. Het voorerf ligt aan de weg. Hier wordt gewoond, in een vrijstaand woonhuis, maar vaker in de oorspronkelijke boerderij. Aan het voorerf vinden we de siertuin. Het achtererf heeft een koppeling met de achterliggende weilanden. Op het achtererf staan de stallen, de schuren en meestal ook de opslag van mest en kuilvoer. De plek van silo s verschilt. Met het groeien van de boerenbedrijven is het kenmerkende onderscheid tussen voorerf en achtererf echter vervaagd. Waar het erf vroeger als groen cluster zichtbaar was in het landschap, is de overgang tussen erf en omgeving nu soms hard en scherp. Op het erf was in beperkte mate beplanting aanwezig. Bomen werden alleen aangeplant op plekken waar bescherming tegen de wind noodzakelijk was. De situering van de beplanting was vooral afhankelijk van de ligging van het erf ten opzichte van de wind. De beplanting werd door de zoute zeewind vaak niet hoog en kreeg door de wind ook een kenmerkende windgeschoren vorm. Beplanting rondom het erf kwam alleen in de binnenduinrand voor en op het voorerf kwam in de meeste gevallen slechts een enkele boom voor. De vrijliggende erven grenzend aan de binnenduinrand zijn minder gestructureerd. De bedrijfsbebouwing ligt bij deze erven zowel naast, als achter de woning. Er is geen duidelijk onderscheid tussen voor- en achtererf. De erven zijn langgerekt en gelegen langs de weg. Het voorerf is goed landschappelijk ingepast met elzensingels aan meerdere zijden, de bedrijfsgebouwen zijn daarentegen minder goed ingepast. In dit deelgebied bevinden zich twee erven. De erven zijn gelegen aan de Reddingsweg 38 en Kooiweg 2. SITUERING - Zorg dat u de ruimte neemt voor uw bouwplan. Past het bouwplan niet op het erf, kies dan voor een vergroting van het erf. Plaats nieuwe bebouwing op voldoende afstand van bestaande bebouwing. Houd rekening met eventuele toekomstige ontwikkelingen op uw erf. Denk aan mogelijkheden om (in de toekomst) overbodige bebouwing te slopen. Let bij de keuze voor de situering van de erfuitbreiding op de aanduiding zoekgebied erfuitbreiding, die u op de verbeelding bij het bestemmingsplan vindt. Het bestemmingsplan laat namelijk een uitbreiding buiten dit zoekgebied niet toe. - Houd rekening met de verkavelingsrichting. Respecteer het bestaande slotenpatroon en graaf eventueel nieuwe sloten in dezelfde richting als de verkaveling. - Maak onderscheid tussen een voorerf en een achtererf en versterk van beide de ruimtelijke kenmerken. - Nieuwe bebouwing, opslag, kleinschalig kamperen of stalling komt bij voorkeur op het achtererf, achter de achtergevel van de woning of de oorspronkelijke boerderij. - Laat de oorspronkelijke boerderij of de woning de blikvanger zijn; stem de positie van nieuwe bebouwing daar op af. Kies zo mogelijk voor stallen en bijgebouwen een lagere nokhoogte dan de hoogte van de oorspronkelijke boerderij. - Plaats nieuwe gebouwen zoveel mogelijk in dezelfde richting als de bestaande gebouwen, tenzij de compacte opzet van het erf daarmee verloren gaat. - Verharding zoveel mogelijk beperken. Verhardingen lage silo s zijn overwegend achter (het verlengde van) de voorgevel van de bedrijfsbebouwing gesitueerd. BEPLANTING - Behoud voor zover mogelijk de bestaande erfbeplanting, mits streekeigen en van voldoende kwaliteit. - Het erf is aan drie zijden voorzien van een elzensingel. Aan de voorzijde van het erf hoeft geen elzensingel te worden aangebracht., maar wordt ingepast met een rij bomen (els). - Het voor-/woonerf heeft een groene inrichting en is voorzien van enkele bomen. Passende boomsoorten voor het voorerf zijn fruitbomen, els, wilg of iep. 2 11

Iep Wilg x Uitsnede bestemmingsplan - zoekgebied erfuitbreiding (gestreept) Afbeelding Landschappelijk juiste uitbreidingsrichting. Deze uitbreidingsrichting is niet mogelijk doordat de uitbreiding niet binnen het zoekgebied erfuitbreiding valt en dus een verstoring van het ganzenfoerageergebied optreedt. Kenmerken ligging in open landschap; erven beperkt tot niet landschappelijk ingepast; bedrijfsbebouwing staat zowel naast als achter de bedrijfswoning. Erf type B - Vrijliggend erf in de Jonge zeepolders Erf type B - Na uitbreiding binnen zoekgebied erfuitbreiding met landschappelijke inpassing

2 B Vrijliggende erven In de Jonge zeepolders Uitgangspunten Erven Van oudsher is er een onderscheid tussen het voorerf en het achtererf. Het voorerf ligt aan de weg. Hier wordt gewoond, in een vrijstaand woonhuis, maar vaker in de oorspronkelijke boerderij. Aan het voorerf vinden we de siertuin. Het achtererf heeft een koppeling met de achterliggende weilanden. Op het achtererf staan de stallen, de schuren en meestal ook de opslag van mest en kuilvoer. De plek van silo s verschilt. Met het groeien van de boerenbedrijven is het kenmerkende onderscheid tussen voorerf en achtererf echter vervaagd. Op het erf was in beperkte mate beplanting aanwezig. Bomen werden alleen aangeplant op plekken waar bescherming tegen de wind noodzakelijk was. De situering van de beplanting was vooral afhankelijk van de ligging van het erf ten opzichte van de wind. De beplanting werd door de zoute zeewind vaak niet hoog en kreeg door de wind ook een kenmerkende windgeschoren vorm. De erven waren, vooral in de polder, zeer open. In de vrijliggende erven gelegen in de Jonge zeepolders wordt niet meer beplanting aangebracht dan strikt noodzakelijk is voor een goede landschappelijke inpassing en aansluiting op het weidevogelleefgebied. De inzet is om de openheid zoveel mogelijk te handhaven en verdichtingen zoveel mogelijk te voorkomen. De vrijliggende erven in de Jonge Zeepolders zijn duidelijk in opzet. De bedrijfsbebouwing ligt bij deze erven achter de voorgevelrooilijn van de woning. Er is een duidelijk onderscheid tussen voor- en achtererf. De erven zijn rechthoekig en gelegen met de korte zijde van het erf langs de weg. Het voorerf is goed landschappelijk ingepast met elzensingels aan meerdere zijden, de bedrijfsgebouwen zijn daarentegen minder goed ingepast. Op de afbeelding Landschappelijk juiste uitbreidingsrichting is te zien dat uit landschappelijk oogpunt dit de gewenste uitbreiding van het erf is, maar omdat deze buiten het zoekgebied erfuitbreiding valt, is deze uitbreidingsrichting niet mogelijk. Op de afbeelding Erf type B - Na uitbreiding binnen zoekgebied erfuitbreiding met landschappelijke inpassing op pagina 12 is weergegeven hoe het erf uitbreid kan worden. In dit deelgebied bevinden zich vier erven. De erven zijn gelegen aan de Heereweg 2, 4 en 8 en het Melle Grietjespad 17. SITUERING - Zorg dat u de ruimte neemt voor uw bouwplan. Past het bouwplan niet op het erf, kies dan voor een vergroting van het erf. Plaats nieuwe bebouwing op voldoende afstand van bestaande bebouwing. Houd rekening met eventuele toekomstige ontwikkelingen op uw erf. Denk aan mogelijkheden om (in de toekomst) overbodige bebouwing te slopen. Let bij de keuze voor de situering van de erfuitbreiding op de aanduiding zoekgebied erfuitbreiding, die u op de verbeelding bij het bestemmingsplan vindt. Het bestemmingsplan laat namelijk een uitbreiding buiten dit zoekgebied niet toe. - Houd rekening met de verkavelingsrichting en behoud de rechthoekige opzet van het erf met de korte zijde langs de weg. Respecteer het bestaande slotenpatroon en graaf eventueel nieuwe sloten in dezelfde richting als de verkaveling. - Maak onderscheid tussen een voorerf en een achtererf en versterk van beide de ruimtelijke kenmerken. - Nieuwe bebouwing, opslag of stalling komt bij voorkeur op het achtererf, achter de achtergevel van de woning of de oorspronkelijke boerderij. - Laat de oorspronkelijke boerderij of de woning de blikvanger zijn; stem de positie van nieuwe bebouwing daar op af. Kies zo mogelijk voor stallen en bijgebouwen een lagere nokhoogte dan de hoogte van de oorspronkelijke boerderij. - Plaats nieuwe gebouwen zoveel mogelijk in dezelfde richting als de bestaande gebouwen, tenzij de compacte opzet van het erf daarmee verloren gaat. - Verharding zoveel mogelijk beperken. Verharding en lage silo s zijn overwegend achter (het verlengde van) de voorgevel van de bedrijfsbebouwing gesitueerd. BEPLANTING - Behoud voor zover mogelijk de bestaande erfbeplanting, mits streekeigen en van voldoende kwaliteit. - Het erf is, vanaf de voorzijde tot aan het verlengde van de achtergevel van de bestaande bedrijfsbebouwing, aan weerszijden voorzien van een beplantingssingel (bomen en onderbeplanting in de vorm van struiken en heesters). Zie schema Erf type B- uitbreiding erf. - Indien sprake is van een historische boerderij, mag de beplantingssingel op het voorerf achterwege blijven. - Het voor-/ woonerf heeft een groene inrichting en is voorzien van (enkele) bomen. - Verharding, kleinschalig kamperen en silo s zijn landschappelijk ingepast met een (1,5-1,8 meter hoge) haag. - Passende (boom)soorten voor de beplantingssingels zijn els, eenstijlige meidoorn, vuilboom, lijsterbes, gelderse roos, vlier en berk. Passende boomsoorten voor het voorerf zijn fruitbomen, els, wilg of iep. In alle gevallen geldt dat een historische boerderij een open voorerf met enkele bomen heeft. Kampeerplaatsen en lage elementen zoals sleufsilo s en verharding die zich op het achtererf bevinden, worden ingepast met een haag. 13 2

Iep Wilg Erf type C Tweedelig erf in de Jonge zeepolders Uitsnede bestemmingsplan - zoekgebied erfuitbreiding (gestreept) Kenmerken opdeling erf in twee delen; onderdeel van een lint of bebouwingscluster; gedeeltelijke landschappelijk inpassing; verspringende rooilijn woning; bedrijfsbebouwing achter en naast de woningen en het kamphuis. Erf type C Tweedelig erf in de Jonge zeepolders na uitbreiding met landschappelijke inpassing

2 C Tweedelige erven in de Jonge zeepolders Uitgangspunten Erven Van oudsher is er een onderscheid tussen het voorerf en het achtererf. Het voorerf ligt aan de weg. Hier wordt gewoond, in een vrijstaand woonhuis, maar vaker in de oorspronkelijke boerderij. Aan het voorerf vinden we de siertuin. Het achtererf heeft een koppeling met de achterliggende weilanden. Op het achtererf staan de stallen, de schuren en meestal ook de opslag van mest en kuilvoer. De plek van silo s verschilt. Met het groeien van de boerenbedrijven is het kenmerkende onderscheid tussen voorerf en achtererf echter vervaagd. Waar het erf vroeger als groen cluster zichtbaar was in het landschap, is de overgang tussen erf en omgeving nu soms hard en scherp. Op het erf was in beperkte mate beplanting aanwezig. Bomen werden alleen aangeplant op plekken waar bescherming tegen de wind noodzakelijk was. De situering van de beplanting was vooral afhankelijk van de ligging van het erf ten opzichte van de wind. De beplanting werd door de zoute zeewind vaak niet hoog en kreeg door de wind ook een kenmerkende windgeschoren vorm. Beplanting rondom het erf kwam alleen in de binnenduinrand voor en op het voorerf kwam in de meeste gevallen slechts een enkele boom voor. Het tweedelige erf is minder gestructureerd. De bedrijfsbebouwing ligt bij dit erf zowel naast, als achter de woningen. Er is geen duidelijk onderscheid tussen voor- en achtererf. Het tweedelige erf is langgerekt en gelegen langs de weg. Het erf is deels goed landschappelijk ingepast met elzensingels aan meerdere zijden. In dit deelgebied komt één erf voor aan het Kooipad 1. SITUERING - Zorg dat u de ruimte neemt voor uw bouwplan. Past het bouwplan niet op het erf, kies dan voor een vergroting van het erf. Plaats nieuwe bebouwing op voldoende afstand van bestaande bebouwing. Houd rekening met eventuele toekomstige ontwikkelingen op uw erf. Denk aan mogelijkheden om (in de toekomst) overbodige bebouwing te slopen. Let bij de keuze voor de situering van de erfuitbreiding op de aanduiding zoekgebied erfuitbreiding, die u op de verbeelding bij het bestemmingsplan vindt. Het bestemmingsplan laat namelijk een uitbreiding buiten dit zoekgebied niet toe. - De vorm en maatvoering van de twee erven zijn op elkaar afgestemd.de breedte van de twee erven aan de weg is zoveel mogelijk gelijk (versterkt de samenhang). - Houd rekening met de verkavelingsrichting. Respecteer het bestaande slotenpatroon en graaf eventueel nieuwe sloten in dezelfde richting als de verkaveling. - Maak bij deze erven zoveel mogelijk onderscheid tussen een voorerf en een achtererf en versterk van beide de ruimtelijke kenmerken. - Nieuwe bebouwing, opslag of stalling komt bij voorkeur op het achtererf, achter de achtergevel van de woning of de oorspronkelijke boerderij. - Laat de oorspronkelijke boerderij of de woning de blikvanger zijn; stem de positie van nieuwe bebouwing daar op af. Kies zo mogelijk voor stallen en bijgebouwen een lagere nokhoogte dan de hoogte van de oorspronkelijke boerderij. - Plaats nieuwe gebouwen zoveel mogelijk in dezelfde richting als de bestaande gebouwen, tenzij de compacte opzet van het erf daarmee verloren gaat. - Verharding zoveel mogelijk beperken. Verharding en lage silo s zijn overwegend achter (het verlengde van) de voorgevel van de bedrijfsbebouwing gesitueerd. BEPLANTING - Behoud voor zover mogelijk de bestaande erfbeplanting, mits streekeigen en van voldoende kwaliteit. - Het voor-/woonerf met het aansluitende bedrijfserf en/of kleinschalig kamperen is, vanaf de voorzijde van het erf tot aan het verlengde van de achtergevel van de bedrijfsbebouwing, inclusief voer- en mestsilo s, aan drie zijden voorzien van een beplantingssingel. Het voor-/woonerf heeft daarnaast ook een groene inrichting en is tevens voorzien van (enkele) bomen. - Verharding en lage silo s zijn achter (het verlengde van) de voorgevel van de bedrijfsbebouwing gesitueerd en zijn minimaal 10 meter vanaf de rand van de weg, en minimaal 5 meter vanaf de erfgrens of insteek sloot gesitueerd. - Passende (boom)soorten voor de beplantingssingels zijn els, eenstijlige meidoorn, vuilboom, lijsterbes, gelderse roos, vlier en berk. Passende boomsoorten voor het voorerf zijn fruitbomen, els, wilg of iep. 15 2

Colofon Opdrachtgever Gemeente Schiermonnikoog Rapport A. Pool BügelHajema Adviseurs Leeuwarden Projectleiding D. Terpstra BügelHajema Adviseurs Leeuwarden BügelHajema Adviseurs bv. Bureau voor Ruimtelijk Ordening en Milieu BNSP Balthasar Bekkerwei 76 8914 BE LEEUWARDEN T 058 215 25 15 F 058 215 91 98 E leeuwarden@bugelhajema.nl I www.bugelhajema.nl Vestigingen te Assen, Leeuwarden en Amersfoort Projectnummer 550.13.00.10.01.00