susters, ghy hebt by mijne brieven seer wel connen verstaen al de handelinghe tusschen my ende den coninc Abimar, ende in wat manieren ick getrout heb

Vergelijkbare documenten
Hoe de coninginne van des conincx victorie verstendicht wordt, met meer andere propoosten. Het.XLIX. capittel. 1

[Dd8rb] Het.CXXVIIJ. capittel. 1


Hoe Palmerin ende zijne cameraten Ptolomeus op zee ontmoeten, ende vande blyde willecomste die sy binnen Constantinopelen ontfingen. Capittel.CXXIX.

[C5v] Hoe Floris metten korve vol bloemen opten toren ghedraghen wert. [6]

Valentijn ende Oursson,

J aimerais savoir. Que je suis content! Pourrais-tu parler plus lentement? Bouger me fait mal.

deden dat het eenen grouwel was. 1 Ende meester daer van we[y8ra][se]nde, gheboot Palmerin zijn schip te [on]tclampen ende aen te vallen het an[de]r r

[S1r] de grand despit dist au Cheualier, qu il auoit menty, et qu il estoit prest d en faire la

keyserlijcke majesteyt gheschiet deur de gheboden van den deurluchtighen prince Lowijs, sone des alderchristelijcksten coninck van Vranckrijck, Agarie

Hoe Valentijn t Casteel Fort 1 in nam ende verloste den keyser van Griecken ende alle d ander gevangenen. Het.LXIIJ. capittel. 2

Hoe Palmerijn op eenen nacht secretelijck ginck visiteeren zijn alderliefste. Het.XLIIJ. capittel. 1

Hoe Palmerin den prince Trineus de infante Agriole op zee dede trouwen. Het.LXIIIJ. capittel. 1

Hoe Palmerin oorlof vanden keyser ende zijne ouderen nam om Trineus te gaen soecken, ende vanden ouden coninck Primaleon. Het.CIIJ. capittel.

III. L adjectif. III. L adjectif. 1. Accord de l adjectif 1.1 L adjectif prend s 1.2 L adjectif + E 1.3 L adjectif substantivé

Taalregels. Praten, hebben, zijn, gaan, De werkwoorden

voorgaenden dach oock veel geneuchelicker was gevallen als den strijt die hy daer nae moste passeeren. 1

Installatie van versie 2.2 van Atoum

Het daghement ghegheven teghen den Heere Prince van Orangen.

L E S E R. [485] T O T D E N

RUDOLF RASCH: DUIZEND BRIEVEN OVER MUZIEK VAN, AAN EN ROND CONSTANTIJN HUYGENS - Béatrix de Cusance aan Huygens 21 mei A -

t Ghene den prince Lowijs onderstonde om te famieren de schoonheyt der hertoginne van Borgonjen.


Hoe Paris Viennen quam besuecken in die ghevancknisse, ende hoe 1 dat sy hem wert kennende. 2

Talenquest Frans 2thv: Grammatica

Dat.XXXVI. capittel: Hoe Platine te Parijs gekomen synde, ontdeckte aen de schoone Adriane de edele afkomste van den Ridder mettet Kruys.

RUDOLF RASCH: DUIZEND BRIEVEN OVER MUZIEK VAN, AAN EN ROND CONSTANTIJN HUYGENS - Christiaan Huygens aan zijn broer Constantijn Jr. 9 mei A -

RUDOLF RASCH: DUIZEND BRIEVEN OVER MUZIEK VAN, AAN EN ROND CONSTANTIJN HUYGENS - Chièze aan Huygens 15 april

Die historie vanden vromen ridder Parijs ende van die schone Vienna, des dolphijns dochtere.

Chapitre 4, Ensemble!

l'argent Donne. L'argent! pris J'ai pris mon suppositoire. Dépêche-toi! sûr - T'es sûr? Je connais quelqu'un qui peut. Merci Merci. Au revoir.

Op het potje Sur le petit pot

Ludolph van Colen. tsamen door. gheboren in Hildesheim. Ghedruckt t Amstelredam by Cornelis Claesz. opt water, by die oude Brugghe.

soudy noch eenige excusatie hebben. 1 Maer nu ghy niet en hebt vermindert hare reputatie, waerom wilse over u clagen? 2 Vergeet, bid ic u, dese fantas

SECTION 7. LES PRONOMS PERSONNELS de persoonlijke voornaamwoorden

Stadsgerecht Rhenen, (66)

Le transfert de la magnifique collection des livres français vers l OBA de cette année est une énorme valeur ajoutée pour tous les Amstellodamois!

Samenvatting Frans Grammaticatijden

Rumble in the Dungeon

[C4ra] Dat.XIJ. capittel: Hoe den Ridder mettet Kruys vertrock van Caire met Alphonce ende Caristes, ende ginck in Hyponien om te besoecken Platiene,

Palmerijn van Olijve,

Jan Jacobszoon Bouman, Amsterdam 1657

Hoe Palmerijn den prince Amaran overwon.

Barema's op 01/09/2008 Barèmes au 01/09/2008

SPOT UV Vernis Sélectif UV

Hoe Palmerijn met den prince Adriaen ende Ptolomeus streden teghens den grave van Ormeke ende zijn twee neven. Het.XXV. capittel.

Box and Blocks Test Of Manual Dexterity

Comprendre et se faire comprendre commence par s exprimer en néerlandais

22490 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

6,6. Begrippenlijst door Jessy 1095 woorden 25 juni keer beoordeeld. Grandes Lignes Phrases Clés. Hoofdstuk 1. Ça va? = Hoe gaat het?

Hoe Palmerijn den stommen conterfeyte in t eylandt van Calfa. Het.LXIX. capittel. 1

Wie helpt? Weet je het nog? Luister en kies de juiste foto. Datum:... Klas:... Naam:... Voornaam:...

Voyage Logement. Logement - Trouver. Logement - Réserver. Waar kan ik vinden? Demander son chemin vers un logement

QUESTIONS RÉPONSES Réf. FIN/PRO/JND/KH/GVDD/2016/42

Aantekening Frans les pronoms personnels

UNITE 26 : On a joué, on a nagé, on a chanté!

Van den strijt tusschen de twee persoonen van de hertoghen van Savoyen en Loreynen. Het.XXXVIJ. capittel. 1

Le Français des vacances. Niveau

CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN

RUDOLF RASCH: DUIZEND BRIEVEN OVER MUZIEK VAN, AAN EN ROND CONSTANTIJN HUYGENS - Huygens aan zijn ouders - 30 maart

CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN

57936 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

COMMISSION PARITAIRE POUR LES EMPLOYES DU COMMERCE DE DETAIL CONVENTION COLLECTIVE DE TRAVAIL DU RELATIVE A LA DUREE DU TRAVAIL

Opdracht A1/A2 EERSTE RONDE TOP 50 FRANCOPHONE

7.10 Aanbesteding herbouw van spits in 1714

Hoe Brandesier sijn heyr vergadert hebbende in Falasien na Angorien ghevaren is. Het.LV. capittel. 1

Niclaes Peeters. Editie J.G.R. Acquoy

basiszinnen spreekvaardigheid

FABULOUS CHIC WINTER LODGE CHRISTMAS MORNING BALANCED WHITE

U21 mezelf en anderen voorstellen. Ik heet Ric. / M n naam is Verdonk. Wat is je voornaam? M n voornaam is Luc. Ziehier m n vriend. Hij heet Yvon.

Titelgegevens / Bibliographic Description

RUDOLF RASCH: DUIZEND BRIEVEN OVER MUZIEK VAN, AAN EN ROND CONSTANTIJN HUYGENS - Huygens aan zijn ouders - 23 februari

Hoe Trineus de ridders oorden ontfingh, ende hoe hy secretelijck nae Enghelant trock. Het.XLIIIJ. capittel. 1

Wedstrijdreglement Hug the Trooper

RUDOLF RASCH: DUIZEND BRIEVEN OVER MUZIEK VAN, AAN EN ROND CONSTANTIJN HUYGENS - Béatrix de Cusance aan Huygens 8 september

REGLEMENT CHAMPIONNATS DE BELGIQUE C 500 REGLEMENT BELGISCHE KAMPIOENSCHAPPEN

52686 MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

RUDOLF RASCH: DUIZEND BRIEVEN OVER MUZIEK VAN, AAN EN ROND CONSTANTIJN HUYGENS - Van der Burgh aan Huygens - 3 januari

Eco bedrukte envelop C4 Enveloppes ECO imprimées C4

Par ici! Langs hier! HOME PAGE

Voorbeelden van examenopgaven moderne vreemde talen op niveau A2

Het oudste het oudste Hofje binnen Leiden.

Koninklijke Kynologische Unie Sint-Hubertus Union Royale Cynologique Saint-Hubert Sectie 4D. / Section 4D.

De twee gedenksteenen in de Sint

BELGISCHE KAMER VAN CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS

Hoe Valentijn reysde na Indien ende hem uytgaf voor eenen doctoor om te sien de schoone Escleremonde, die hy wegh voerde. Het.LXI. capittel.

Versie Naviga Reglement Klasse. Règlement Naviga Classe

Mefa brievenbussen. Puur design. Mefa boîtes aux lettres. Design à l état pur.

TOESPRAAK DOOR ANDY VANDEVELDE SCHEPEN VAN FINANCÏEN, BEGROTING, ECONOMIE, RUIMTELIJKE ORDENING EN E-GOVERNMENT. Slag van Orsmaal 10 augustus 1914

SPOT UV Vernis Sélectif UV

DREAMS NATURE GLAMOUR WINTER

Ponthus ende die schoone Sydonie

Voudriez-vous me faire savoir si vous pouvez nous recevoir dans votre hôtel le 16 août dans l après-midi?

MIELE SERVICE. Tot uw dienst / A votre service

Ruzie maken se disputer

Grande enquête IPCF - Grote enquête BIBF

Dat.XXVIIJ. capittel: Hoe den Ridder mettet Kruys oorlof vraeghde om in Vranckrijck te gaen. 1

Bedrukte envelop EA5 Enveloppes personnalisées EA5

En action 6. Woordtrainer. Salut! Ga naar voor meer informatie.

Bedrukte envelop EA4 Enveloppes personnalisées EA4

Transcriptie:

Vant propoost dat den soudaen van Persen met zijne susteren hielde om Palmerin ende Trineus in zijn hof te moghen behouden, e[n]de 1 van de goede onthalinghe die hy de selve twee princen bewees ter aencomste van de princesse Zerphire, ende hoe Palmerin van den ambassadeur Maucette zijnen schiltknecht Colmelie wederom creech. Het.CXXIIIJ. capittel. 2 Den soudaen en was so haest niet te Haran ghearriveert ofte hy veerdichden ses vande ridders af die met hem ghecomen waren, om te gaen halen zijn drie susteren, de welcke seer haest naquamen t gebodt van haren broeder, den soudaen, die na dat de willecomsten geschiet waren, tot de outste, Belzijne ghenoemt, seyde: Mijn suster, ick heb u ten houwelic belooft aenden braven en[de] 3 couragieusen prince Thoman. 4 En wildy hem niet trouwen opten dach dat ick tot een vrouwe sal ontfangen de schoone Zerphire? 5 Mijn heer, antwoorden de princesse, ghy hebt volcomen macht over my, ende indien ghy om sulcken deuchdelijcken sake als den peys de princesse Zerphyre ghetrout hebt, soo [Cc4va] en soudet gheen reden zijn dat ick, om die te breecken, een alsulcken prince als Toman van Romate weygerden. 6 Den soudaen siende sijn suster niet al te qualick te vreden te zijn met dit houwelijck, voechden zijn propoost tot de anderen aldus: Mijn 1. Janszen 1613: eude 2. [Rr5v] Des propoz qu eut le Soudan de Perse auec ses sœurs, cuydant par ce moyen retenir Palmerin et Trineus en sa court : du recueil qu il leur fit à l arriuée de la princesse Zerphire, et comme par fortune Palmerin recouura de Maucette l Ambassadeur son escuyer Colmelie. Chapitre CXXIIII. 3. Janszen 1613: en 4. LE Soudan ne fut si tost arriué à Haran, qu il ne depeschast six de ceux qui estoient venuz auec luy, pour aller querir ses trois sœurs, lesquelles venuës dit à Belsine l aisnée : ma sœur, ie vous ay promise par mariage au prince Toman, noble et hardy Cheualier, comme auez peu sçauoir : 5. voulez-vous pas l espouser le iour que ie prendray pour femme et espouse la belle Zerphire? 6. Monsieur, respond la Princesse, vous auez toute puissance sur moy : et si pour faire paix vous espousez vne Damoyselle, ce ne seroit raison que ie refusasse vn Prince tel qu est Toman de Romate. 1067

susters, ghy hebt by mijne brieven seer wel connen verstaen al de handelinghe tusschen my ende den coninc Abimar, ende in wat manieren ick getrout hebbe de princesse, die met haer brengt twee vremde ridders, d alderexellenste in schoonheyt ende dapperste inde wapenen diemen soude moghen vinden. 1 Derhalven ick u bidde dat ghy haer de alderbeste ende gracieuste onthalinge doet die ghy condt bedencken, ende alle teyckenen van vrientschap toont, om dat ick my niet en vermete haer in mijn hof te sullen behouden, maer de herten van de jonghe ridders hebben ghemeynlick sulcken trec tot de schoone joncvrouwen dat ic in uwe schoonheyt betrouwe t selve te sullen connen te weghe brenghen. 2 Derhalven doet daer toe met uwe gratie u beste als om dat ghy haer tot bruydegoms soude mogen vercrijgen. 3 Ende u, seyde hy tot Lisande, de outste van beyde, recommandeer ick den grootsten, die den selven is die my ghevangen nam, ende u, seyde hy tot Auren[cide], 4 de jonghste, den anderen, die een vande schoonste personen is die de Nature noch oyt gheformeert heeft. 5 Tegens welcke versoeck haer zijn twee susters niet seer rebel en maecte, sonderlinge Aurencide, die so blygeestich ende vrolick was als haer suster Lisande met fantasien ende melancolien ghequelt worden. Niettemin beloofdense alle beyde al even neerstich hier in haer best te sullen doen. 6 1. Luy doncq voyant sa sœur n estre trop mal contente de ce mariage, s adressa puis apres aux puisnées, disant : Mes sœurs, ie cuyde que vous auez ia sceu le traité fait entre le Roy de Grisque et moy, par lequel nostre sœur aisnée Belsine doit espouser le prince Toman : et pource qu à la conduite de la Damoyselle Zerphire doyuent estre deux Cheualiers estranges les plus excellans en beauté, et en toute dexterité d armes, qu on sçauroit trouuer, 2. ie vous voudrois bien prier de leur faire vn recueil le plus gracieux dont vous pourrez auiser : et leur monstré tous signe d amytié. Pource que me deffiant de les pouuoir retenir, i ay telle estime de voz bonnes graces ( aussi que communement les Dames atirent plus les cueurs des Cheualiers que ne font les hommes ) que vous les pourrez faire demourer en nostre Court, 3. non tant pour mon bien, que pour les vous faire espouser. 4. Janszen 1613: Aurena 5. Et à vous Lizande, dist il à la plus vieille des deux, ie vous recommande le plus grand, celuy mesmes qui me prit. Et vous, Aurencide, traiterez l autre, qui est bien l vn des [plus] beaux personnages que Nature forma onques. 6. Ce que voluntiers elles luy acorderent, mesmes Aurencide, laquelle autant que sa sœur estoit arrestée et graue, estoit à l oposite ioyeuse, gaye, et subtile, fust ce pour deceuoir le plus prudent des hommes, comme bien le monstra, ainsi que vous verrez par les discours 1068

t Welck den soudaen so haest niet verstaen en hadde oft hy ontboot alle zijne princen ende stelden zijne saecken in orde[cc4vb]ninghe tegens den toecomende feest. 1 Daer van hy dien dach mede ontboodt aen den prince Toman, die alreets alle zijne saecken tot de reyse noodich veerdich hadde. 2 Ende nerghens meer nae verlanghende als nae de presentie vanden ghenen die hy meer als zijn eyghen selfs beminden, wilde hy drie daghen daer nae vertrecken. Waer inne hem den coninck selfs meynden te verselschappen, maer Mussabelijn belettent hem, om dat hy door zijne konste den troubel wiste die der na de volbrenghinghe vande houwelicken opstaen soude. 3 Deshalven hy ooc de twee princen Palmerin ende Trineus riet niet onghewapent te reysen, om dat den mensch, seyde hy, altijdt ond[e]rdanich 4 is eenighe onverwachte avonturen. 5 Ende schonck haer daer nae twee wapenrocken van violet carmozijn fluweel, gheborduert met seer veele costelijcke gesteenten, ende also besworen datse niet en conden verslijten. 6 Die sy van hem in dancke aennamen ende gaven haer mede op den wech int groote geselschap van de princesse Zerphire ende Thoman, die tot zijn gaerde verkoos so te peerde als te voet twee duysent vande braefste soldaten diemen naden tijdt vanden ouden Cirus van Persen gesien hadde, ende wert met alle dit geselschap in alle de steden vant rijcke van Persen daerse door passeerden, met groote vreuchde seer triumphelick ingehaelt. 7 suyuans de nostre histoire. 1. Le Soudan ayant sceu le vouloir de ses sœurs, manda ses Princes, et ordonna de toutes ses affaires pour la feste prochaine. 2. Escriuit aussi au seigneur Toman, lequel ne desirant rien mieux que voir celle que tant il aymoit, auoit ia apareillé toutes choses necessaires pour son voyage. 3. Parquoy, à la priere de Palmerin et Trineus ( ausquelz le Soudan auoit enuoyé de riches pre-[rr6r]sens ) partit trois iours apres auec eux, et la Princesse, menant pour sa garde deux mile soldatz, les plus braues qu on eust veu depuis le temps de l ancien Cyrus de Perse. Mussabelin sçachant le trouble qui deuoit auenir apres le mariage consommé, ne voulut que le roy Abimary allast, 4. Janszen 1613: ondordanich 5. et conseilla aux deux Princes Trineus et Palmerin de ne cheminer sans estre armez : parce, dist il, que l homme est tousiours subiet aux auantures incertaines. 6. Puis leur donnant deux cotes d armes de veloux, violet cramoysi bordées de pierrerie, et faites par tel artifice, qu elles ne pouuoient empirer, prit congé d eux, et s en rerourna à Grisque. 7. Ainsi s en alloient en grand ioye le prince Toman et sa compagnie, ausquelz par toute 1069

Nochtans dedense sulcke neersticheyt datse in eenen gheringen tijdt op eenen manendach vier mijlen van Haran logierden, alwaer haer den soudaen met het meestendeel van alle de heeren van sijn hof s anderen daechs smorghens quam ontfangen, so vele ceremonien gebruyckende dat de sonne onder was eerse met een groote menichte van tortsen inde stadt quamen. 1 Alwaer haer alle [Cc5ra] [de] 2 gene die de princesse Zerphyre sagen, seer verwonderden van haere groote schoonheyt ende gratieus wesen, maer noch veel meer vande costelheden van haer ende haer geselschap, want de twee princen Palmerin ende Trineus die aen beyde haer zijden ginghen, blinckende vande doorluchtighe ghesteenten van hare wapenrocken ende vande twee croonen die haer den soudaen met vele andere presenten gesonde hadde. 3 Ooc waren de jofvrouwen gecleet met gelijcke cleederen in alle manieren als haer princesse, uytgenomen t cieraet des hoofts. 4 Ende om int cort te seggen, de ridders met de archiers vande wacht was al niet dan vol glorie ende heerlicheyt, ende in dese ordeninge arriveerdense tot int paleys, alwaer de drie gesusteren vanden Persischen monarch die gepasseerde ceremonien vande caressen ende wellecomste wederom op nieus deden beginnen, terwijlen de tafelen tot het avontmael in ordeninghe ghestelt worden, alwaer men niet aen ging sitten voor dat Toman de princesse Belsijne getrout hadde. 5 la terre du Soudan leur furent faites entrées, triumphes, ieux publiques, mommeries, et toutes recreations dont lon se pouuoit auiser. 1. Et si bien marcherent, qu apres plusieurs iours ilz arriuerent vn lundy à quatre mile pres de Haran. Le lendemain le Soudan et tous ceux de sa court les furent receuoir, et y eut tant de ceremonies à la reception de Zerphire, et de sa troupe, que le Soleil estoit couché deuant qu ilz entrassent en la ville. 2. Ontbreekt in Janszen 1613. Wel als reclamant gezet. 3. Si chacun s esmerueilloit de voir la beauté et maintien da la Princesse, trop plus l estoit il regardant l ordre et honesteté de ses Damoyselles et Cheualiers : car les deux Princes Palmerin et Trineus, qui estoient aux deux costez d elle, reluysoient tous de la pierrerie de leurs cotes, et de deux coronnes que leur donna le Soudan à l entrée. 4. Les Damoyselles estoient toutes vestuës de mesme pareure que leur maistresse, sauf de doreures du chef. 5. Brief, de Cheualiers, archers de garde, et Damoyselles, ce n estoit que gloire et magnificence. Estans arriuez au palays, trouuerent les trois sœurs du Monarque, qui firent de rechef elles et leurs bandes vn nouueau recueil à noz Princes. Ce pendant on dressoit les tables, ou lon ne s assist, que Toman n eust fiancé Belsine : 1070

Maer en was t selve soo haest niet gheschiet oft den soudaen, willende de princesse Zerphire alle eere aen doen hem mogelijc zijnde, dede haer met hare twee ridders aen zijn eygen tafel sitten, ende zijn susters ende Toman aen d ander zijde, eyndende also met een groote vreuchde het keyserlijcke bancket. 1 Waer nae de ridders, princen ende heeren begonsten te diviseren met de gene diese t liefste in haer ermen gewunscht soude hebben. t Welck den soudaen goede ghelegentheyt gaf om alleen te spreecken zijne twee susteren, die hy dochte de twee vreemde ridderen niet so seer gecaresseert te hebben als hy begeerden, derhalven hy tot haer seyde: Mijn suster, t is wel waer dat de twee ridders die mevrouwe Zerphyre met [Cc5rb] ghebrocht heeft, Christenen zijn. 2 Desniettegenstaende behoort haer meerder lofs ende eere als yemandt anders, als zijnde de gene die een legher meer vordeels connen doen als thien duysent anderen. 3 Ende aengaende hare schoonheyt, daer van condt ghy selfs oordelen, so verre uwe oogen eenige tijdinge dies aengaende overgedragen hebben aen u herte. 4 Daerom begeer ic van u dat ghyluyden haer voortaen bemint ende eert gelijc hare excellentheden vereysschen. 5 Ende daer met liet hyse staen in diepe gepeynse, tot dat Aurencide, de willichtse zijnde, in haer selven seyde: Mijn broeder gebiet ons genoechsaem lichtveerdich dese twee vreemde ridders te beminnen, daer in ick niet en weet wat mijn suster te doen denct. 6 Wat my aengaet, t beghinsel van mijn liefde heeft alreets in my gemaect so periculeusen wonde dat ic daer aen sal moeten sterven so verre my 1. Ce fait, pour plus honorer la princesse Zerphire, le Soudan voulut qu elle s assist à sa table, et ses deux Cheualiers aupres luy, Toman, et ses sœurs, de l autre costé. 2. Sur la fin du souper, voyant le Perse que ses sœurs n auoient pas tenu grans propos aux deux Cheualiers de Zerphire, leur dist : Mes sœurs, à fin que par cy apres ne le trouuez estrange, les deux Cheualiers, que ma Dame a amenez auec elle, et que tant vous ay recommandez, sont Chrestiens : 3. telz toutesfois, qu eux deux meritent plus d honnenr et louange, et plus donneroient de crainte et terreur à vne armée, que dix mile des nostres. 4. Quant est de leur beauté, apres que vostre œil en aura fait le raport au cueur, ie l en fais iuge : 5. pource desormais qu ilz soient traitez et aymez ainsi que leurs perfections le requierent. 6. Aurencide la ieune et la plus voluntaire des sœurs, ayant tousiours l œil sur Trineus, dist lors en soy mesmes : Mon frere nous commande assez legerement d aymer ces Cheualiers estranges, ie ne sçay qu en pense faire ma sœur, 1071

Trineus gene medicijne en verleent... 1 Ende dese fantasie gheeyndicht hebbende gingense mede tot bij t ander geselschap vande princen, edelluyden ende jofvrouwen, die int dansen, singen, spelen ende geneuchelijcke t samencoutinghen besich waren om also sonder verdriet te mogen verbeyden de feeste vande bruylofte, die den soudaen aengestelt hadde te sullen geschieden acht dagen daer na. Inde welcke aldaer int hof noch dagelicx arriveerden vele princen, heeren ende baroenen, die ooc niet en lieten te gaen groeten de princesse Zerphire, dat sy nochtans niet doen en conden als door middel ende geleydingen vande ridderen Palmerin ende Trineus, die vanden soudaen dese commissie gegeven was, om dat sy seer gratieus int tracteren waren ende een yegelick wisten te onthalen ende te eeren na dat zijnen staet vereyschten, tot so groot contentement vanden soudaen als leetwesen van Lisande [Cc5va] ende Aurencide om datmen haer hier door de oorsaecke benam van dicwils te mogen spreken de gene om de welcke in haer gratie te trecken hare herten nacht ende dach besich waren. 2 Des niet teghenstaende wistense soo wel waer te nemen de bequame tijdt datter niemandt inde camer en was als Zerphire ende de twee christen ridders de selve reverentie quamen doen, geveynsende alleene dae[r] 3 gecomen te zijn om de princesse eenen geluckigen dach te wenschen. 4 Maer Palmerin wertet haest merckende aende veranderinge der coleure van Lisande een deel 1. quant est de moy, le commencement de mon amour est desia tel, que si n en ay de brief la fin desirée, ie croy qu il me faudra mourir. 2. Les tables haucées, les ieunes Gentilz-hommes commencerent le bal, les autres se mirent à deuiser auec leurs plus aymées, mesmes Toman auec Belsine, qui en estoit si rauy, [Rr6v] qu il perdoit toute contenance, et fust ( ce cuyde ) trespassé en son giron, si Palmerin ne luy eust donné moyen de se guerir, quand il le conduisit en sa chambre. Or auoit arresté le Soudan que huit iours apres se feroient les noces : parquoy, durant la huitaine arriuerent chacun iour plusieurs Princes en Court, qui venoient salüer leur Princesse, non, toutesfois, que par le moyen de Palmerin et Trineus. Et ce auoit fait le Seigneur, pour autant qu ilz estoient Cheualiers gracieux, bien apris, et qui sçauoient faire l honneur à chacun, ainsi que sa seigneurie le meritoit. Et neantmoins si de ce il estoit ioyeux, Lizande et Aurencide en enrageoient : car on leur ostoit à ceste ocasion tout moyen de parler à ceux, pour lesquelz leurs cueurs languissoient iour et nuit. 3. Janszen 1613: daet 4. Pour à quoy obuier, sceurent tant bien attendre l heure oportune, qu vn iour n ayant en la chambre de Zerphire qu elle, et les deux Cheualiers, leur vindrent faire la reuerance, faignans vouloir donner le bon iour à la Princesse. 1072

van haer secreet ghebreck, waer om hy docht het perijckel vande tentatie te schouwen, nemende tot dien eynde de princesse Zerphire by der hant ende ginck met haer diviseren tot aen een venster, tot sulcken spijte van Lisande datse haer wederom sonder meer te spreken tot in haer camer vertrock. 1 Maer haer suster Aurencide achten haer voor dese reyse gheluckiger om datse alleen sach staen den prince Trineus, tot den welcke haer groote liefde haer de schaemte dede vergeten, so datse hem sonder vreese byde hant nam ende in eenen stoel sette, seggende: Ic verwonder my, heer ridder, dat ghy anders geen werc en maeckt vande joncvrouwen die u comen visiteren. 2 Ten is de maniere vande jonghe edelluyden niet so eensaem te zijn sonder met yemant eenige vrientschap te maken oft eenige meesterse te verkiesen, die ghy in dit hof wel haest vercrijgen sout ende van hoogher staet als ghy denct, indien ghy de joncvrouwen de minste teyckenen van affectie, gunste ende goeden wille betoonden. 3 Voorwaer mevrouwe, antwoorden Trineus, indien ick u ende mevrouwe uwe suste[r] 4 ofte eenige andere princessen ofte jonckvrouwen alsulcke caressen [Cc5vb] niet en toonden als mijn devoir vereyscht, t selve is gheschiet alleen door vreese van haer te misdoen overmits mijnen geringen state, ende niet dat ick genen wil en hebbe van haer met alle mijn herte gedienstich te zijn, want ic door de Nature daer toe geschapen ben van altijts de joncvrouwen onderda[n]ich 5 te wesen. 6 1. Palmerin cogneut à l instant au changement de couleur de Lizande vne partie de son mal secret, et ne voulant tomber au danger d estre tenté ( dissimulant ne l auoir veuë ) prit Zerphire par la main, et la mena deuiser à vne fenestre. Ce que cognoissant Lizande, s en retourna de despit en sa chambre, 2. mais ainsi ne fit Aurencide : car elle pressée de trop passionnaire amour, sans que crainte, honte, ou autre vertu l en sceust garder, vint prendre Trineus par la main, et le faisant soir aupres d elle, luy dit : Ie m esbahy de vous seigneur Cheualier, qu autrement ne faites cas des Dames qui vous viennent voir. 3. Ce n est la maniere des Gentilz hommes d estre ainsi solitaires, sans faire quelque amytié, ou aliance, que vous auriez bien tost trouuée en ceste court, et plus hautement que ne pensez, si tant soit peu monstriez aux Damoyselles signe d afection, faueur, et bon vouloir. 4. Janszen 1613: Susters 5. Janszen 1613: onderdauich 6. En bonne foy ( ma Dame ) respond Trineus, si en vous receuant, et mes Dames voz sœurs, ie n ay fait mon deuoir, ç a esté par mesprise, ou ayant affaire ailleurs : car, de ma 1073

t Soude mijn wel gevallen, seyde Aurencide, dat ghy uyt gront uws herten dese woorden spraect, want ic verseker u dat ghy in sulcken gevalle getrouwelic bemint sout worden van eene die seer wel meriteert datmen haer eenen goeden wille toedraecht, ende die wel alsulcken credijt heeft byden soudaen datse u soude connen doen maken een van zijn grootste heeren, indien [ t] 1 u geliefden zijn hof te volgen. 2 Ten can niet geschien, antwoorden Trineus, overmits ick met mijn cameraet vertrecken moet soo haest als de feesten vanden soudaen ende vanden prince van Romate geeyndicht sullen zijn, ende dat om een saecke daer ons veel aen gelegen is. 3 Ende dit geseyt hebbende quamender eenige andere inde camer, t welck de princesse Aurencide dede vertrecken, ende ooc van een scheyden Zerphire ende Palmerin, die altijts zijn een oore geneycht hadde gehadt na de woorden vande princesse daer hy met couten, ende t ander na de propoosten van Aurencide, waerom hy Trineus tot hem riep ende seyde: Mijn beminde vriendt, wacht u wel voor dese jonckvrouwe, dat sy u niet en doet breken de sware gheloften die ghy aen mevrouwe Agriole gedaen hebt, ende sondigen tegens Godt, want de vrouwen van dit landt seytmen also hertneckich te zijn inde saken diese voor haer nemen datse die, als gheen kennisse van Christus hebbende, te weghe brenghen door eenighe boose geesten so verre sy door hulp der men[cc6ra][s]chen daer toe niet geraken en connen. 4 nature, ie ne fuz onques fait que pour obeïr aux Dames. 1. Ontbreekt in Janszen 1613. 2. A ma volunté, dist Aurencide, que de bon cueur vous dissiez ceste parole, ie vous prometz, damp Cheualier, que vous seriez loyaument aymé d vne, qui n est indigne d estre bien vouluë, et qui a bien ce credit enuers le Soudan de vous faire l vn des grans Seigneurs de Perse, s il vous plaisoit suyure sa Court. 3. ll ne se peut faire, respond Trineus : pour ce qu aussi tost que le Soudan et le Prince de Romate seront espousez, il m en faut aller, auec mon compagnon, acheuer vne affaire qui m est de grande importance. 4. Palmerin qui auoit vne oreille aux paroles de Zerphire et l autre aux propos d Aurencide, apres qu elle fut sortie de la chambre, dist à Trincus : Mon grand amy donnez vous garde de ceste Damoyselle, qu elle ne vous face ofenser Dieu, et violer la loyauté que vous deuez à ma dame Agriole. Sur mon Dieu ie cognois ces Dames ( depuis qu elles ont quelque chose entrepris ) s elles n en peuuent venir à fin par le moyen des hommes, elles ont des espritz familiers qui deçoiuent les plus sages, mesmes en ce païs, ou ilz n ont cognoissance de Iesus Christ, ne de sa benoiste mere. Puis vous scauez, dist 1074

Mijn broeder, antwoorde Trineus, en hebt daer voor geen vreese, want de [l]iefde van mevrouwe Agriole staet also in mijn herte gerecommandeert dat ic die om stervens wille niet misdoen en soude! 1 Waer met sy vanden anderen scheyden, ende aldus in grooter geneuchte levende arriveerden oock aldaer int hof den ambassadeur vanden soudaen van Babilonien, den welcken door bevel vanden monarch van Persen eerlic onthaelt worden, doende hem ontbieden dat hy den inhout van zijn legatie niet hooren en wilde voor dat de feest des bruylofts gepasseert soude zijn, diemen den volghenden dach aenvinghe met de aldergrootste cieren ende triumphen daermen oyt van hoorden spreken. 2 Ende alsmen de nieuwe gehoude na de meskijte oft Turcsche kercke leyden, vielt Trineus beurt te vergeselschappen de princesse Aurencide, t welc sy tot een groot geluc reeckende, onder wegen met hem houdende alsulcke propoosten: Och mijn heer Trineus, wanneer sal den dach comen dat ic my also sal sien beyden om ghetrout te werden vanden ghenen die nemmermeer uyte ghedachten mijns herten is. 3 Ende dit seyde sy met so groote affectie dat het een woort t ander uyt de mondt te comen beletten. 4 Daer op haer antwoorden Trineus: Ick verwonder my, mevrouwe, van dat ghy vreese hebt voor een sake die u niet en can ontseyt worden, aenghesien daer geen so grooten heere van geheel Orienten il, que telles amours impudiques ne se peuuent [Ss1r] demener sans messagers ou zelateurs d amours, dont procedent aucunesfois de bien grans inconueniens. 1. Mon frere, respond Trineus, de ce n ayez paour : car l amour de ma Dame m est tant recommandée, que pour mourir ie ne la voudrois faucer. Ce qu il ne fit, toutesfois, dont il se repentit. 2. En ces entrefaites Maucette ambassadeur du Soudan de Babilone arriua en Court, auquel, par le commandement du Monarque de Perse, fut fait bien grand honneur, luy mandant, neantmoins, par l vn de ses Cheualiers qu il ne vouloit ouyr le contenu de sa legation iusques apres la feste, qui se celebroit le lendemain, ou furent faites les plus grandes cheres et triumphes dont on ouyt iamais parler. 3. Et ainsi qu on menoit les nouueaux mariez à la Mesquite, Aurencide fut de fortune baillée à Trineus pour conduyre, la quelle, trop ayse de ceste auanture, en cheminant luy commença tel propos : Ah mon vray amy et seigneur Trineus! quand viendra le iour que me verray ainsi conduyre, pour espouser celuy que i ayme plus que moymesmes? 4. Ce disoit elle d vne afection si grande, que l vne parole empeschoit l autre au sortir de la bouche. 1075

en is die hem niet t aldergheluckichste der werelt en soude achten van u tot zijn princesse te mogen genieten. Ende al haddy u fantasie op yemant gestelt die niet en gheliefde aen u te hylicken, so soude hem uwen broeder daer toe nochtans connen bedwingen?! 1 Eylacy mijn heer, antwoorden sy, [Cc6rb] door dien dat mijn broeder sulcx niet doen en can, comt alle mijn verdriet, want den genen die ic beminne en is gheen onderdaen van hem maer van contrarie wet, ende en wilt mijne gebeden niet hooren ofte verstaen. 2 Maer mijn heer, seyde sy, waer toe meyne ic u secreet te houden t gene ghy uyt mijne oogen claerlic lesen cont? 3 Ghy zijt den genen die mijn herte uytvercoren heeft, ende die den soudaen meer bemint als zijn eygen broeders! 4 Mevrouwe, antwoorden Trineus, ten staet een dolende ridder niet toe te trouwen de suster van een alsulcken prince als den monarch van Persen. 5 Ende alwaert dat hare liberaelheydt my alsulcke eere aen doen wilde, so wert het nochtans belet door onse contrarie wetten, want ic my veel liever in duysent stucken soude laten houden als de mijne versaken! 6 Neen, neen, mijn vrient, antwoorden de princesse, ick sal van de mijne afstant doen ter liefde van u ende uwen God Jesus aenbidden! 7 Ic soude dan wel straffens weerdich zijn, mevrouwe, antwoorden Trineus, indien ic u niet en beminden om de groote affectie die gy tot 1. Ma Dame, respond Trineus, ie m estonne de vous voir soucier d vn bien qui ne vous peut fuyr, veu qu il n y a si grand Seigneur en l Orient, qui ne se tint pour l vn des plus heureux de ce monde de vous auoir à femme. Et ores que vous en eussiez choysi vn qui ne voulust vous espouser, si est-ce que vostre frere l y contraindoit. 2. Las! mon Seigneur, dist elle, de ce procede mon tourment : car celuy que i ayme non subiet au Soudan, est de contraire loy à la mienne, qui ne veut ouyr mes prieres, et moins encores celles d vn autre, qui le peut faire l vn des haux et puissans Seigneurs de Perse. 3. Mais pourquoy ( dist elle ) mon Seigneur, vous cuyde-ie celer ce que vous pouuez lire en mon œil tant apertement? 4. Vous estes celuy que mon cueur a esleu, et que le Soudan ayme plus que son frere. 5. Ah ma Dame! respond le Prince, il n apartient à vn Cheualier errant d espouser la sœur d vn tel Prince que le Soudan de Perse. 6. Que quand de sa liberalité il me voudroit faire cest honneur, la contrarieté de nostre loy est vn empeschement si grand, qu il ne se pourroit faire. Plustost aussi serois ie mis en pieces, qu espouser vne Payenne, ou renoncer ma loy pour elle. 7. Non, non ( mon amy ) dist la Princesse, ie renonceray à la mienne pour l amour de vous, et adoreray vostre Dieu Iesus Christ filz de la vierge immaculée. 1076

my draecht. 1 Ende als hy zijn propoost noch voorder wilde vervolgen quam Colmelie, den slave van Maucette tegens danc vande archiers die de ordeninghe bewaerden, door de troup dringen ende trock hem byden mantel, seggende: Mijn heer Trineus, gelooft sy den almoghenden Godt van dat ic u ende mijn heer Palmerin huyden wederom gevonden hebbe! 2 Ho, mijn beminde vrient, seyde Trineus, wellecom moet ghy zijn! 3 Wat fortuyne heeft u doch alhier geleyt? 4 En hebt ghy uwen meester noch niet gesien? 5 Jae ic, mijn heer, antwoorden hy, maer om dat hy ende den calif van Siconien de princesse geleyden, en heb ic hem niet dorven beletten. 6 Volcht my, seyde Trineus, ic [Cc6va] [sal] 7 u hem doen spreken. 8 Waeromme hy by Palmerin ginck dewijle dat den grooten mesen van de Mahumetisten de ceremonien der houwelicke inden tempel gebruycten, ende toonden hem zijn schiltknecht Colmelie, daer van Palmerin blijder worden als oft hem den soudaen een vande machtichste conincrijcke van Persen geschoncken hadde, so dat hy hem van vreuchde omhelsden ende vraechden in wat manieren hy de handen der zeerovers ontcomen was. 9 Daerop hy Palmerin vertrock de 1. Ie serois donques digne de reproche si ie ne vous aymois, dist Trineus, veu l amytié extreme que me portez. 2. Et ainsi qu il vouloit suyure son propos, Colmelie Escuyer de Palmerin, que Maucette auoit acheté, regardant marcher les Seigneurs et Dames de Perse, quand il vit Trineus ( maugré qu en eussent les Archers qui gardoient l ordre ) rompit la presse et le vint tirer par le manteau, disant. Ha mon Seigneur, loué soit Dieu de ce qu auiourd huy i ay trouué vous et mon maistre Palmerin. 3. Helas! mon amy! respond Trineus, tu sois le bienvenu! 4. Quelle fortune te mene? 5. as-tu pas veu ton Seigneur? 6. Ouy, dist il : mais pource qu il conduit la Princesse auec le Calife de Siconie, ie ne l ay osé empescher. 7. Ontbreekt in Janszen 1613, wel gezet als reclament. 8. Suy moy, dist Trineus, ie te feray parler à luy. 9. Et ainsi que le grand Mesen des Mahumetistes faisoit [Ss1v] les ceremonies au temple, Trineus le presenta à Palmerin, dequoy il fut plus ioyeux, que s il eust gaigné le meilleur royaume de Perse. A ceste cause l ayant embrassé, luy demanda comme il auoit eschapé 1077

geheele gheschiedenisse ende ten lesten hoe den ambassadeur Maucette hem gecoft hadde alsmen hem met Ptolomeus na t hof vanden soudaen, den vader van Archidiane, leyden. 1 Ende hoe ist vergaen met Ptolomeus?, seyde Palmerin. 2 Mijn heer, antwoorden Colmelie, men heeft ons gheseyt dat hy int hof des soudaens seer wel ontfanghen is geworden om uwent wille. 3 Voorwaer, seyde Palmerin, dat gaet seer wel. Ghy vertelt my wonder. Maer en scheyt niet uyt mijn presentie, want soo haest als het noenmael geeyndicht is, sal ic by uwen meester Maucette gaen ende vryheyt voor u versoecken, die hy my niet en sal weygeren om dat het eene van mijne grootste vrienden was ten tijde als ick de princesse Archidiane voor haren ridder dienden. 4 Ende hierentusschen de houwelicken volbracht wesende keerdense alle wederomme nae t palleys, alwaer men na de maeltijt bestondt te dansen. 5 Uyt het welcke hem Palmerin stillekens wech maecten, ende roepende Colmelie ginc hy na t logement van Maucette, den welcken seer verwondert worde van te sien den gene diemen in geheel Turckijen voor doot hielde, ende quam hem omhelsen, seggende: Mijn vriendt Palmerin, sydy noch int leven?! 6 Men heeft den soudaen geseyt dat ghy met den prince Olerike [Cc6va] op zee vergaen waert, daer van hy ende mevrouwe Archidiane, zijn dochter, meerder droefheyts hadden als vant verlies des geheelen legers, t welc voor de la main des Pyrates. 1. Lors Colmelie luy recita toute la manière, et finablement comme Maucette l Ambassadeur l auoit eu par achat ainsi qu on le menoit vendre auec Ptolome en la Court du Soudan pere d Archidiane. 2. Et qu est deuenu Ptolome? dist Palmerin. 3. Monsieur, respondit Colmelie, on nous a dit qu il est en la Court du Soudan le bien venu, pour l amour de vous. 4. Par Dieu tu me contes merueilles, dist Palmerin : Ne bouge d auec moy, puis aussi tost que le disner sera fait, i iray voir ton maistre Maucette et te demanderay. Ce qu il ne me refusera, pource que du temps que i estois Cheualier d Archidiane, c estoit l vn de mes meilleurs amys. 5. Apres donques qu ilz furent retournez au Palays, et que les tables furent ostées, pour commencer les dances, 6. Palmerin se desroba des Dames, et apellant Colmelie, s en alla vers Maucette, lequel tout esbahy de voir celuy que lon tenoit pour mort en toute la Turquie, le vint embrasser, disant : Las! seigneur Palmerin, quel bon Dieu vous a resuscité? 1078

Constantinopolen verslagen is. 1 Daer van Palmerin geveynsden niet te weten, de verwonderinge makende met de beste gratie van der werelt. 2 Ende om te beter zijne sake te bedecken seyde hy dat hy so geringe alst tempeest geeyndicht was, mede wederom nae Constantinopolen meynden te varen, maer is voorts daer nae een ander onstuyr weder opgestaen, t welc haer gedreven hadde int eylandt van Malfade, alwaer Olerike met alle zijn geselschap betoovert waren, die hy nochtans t sijnder vertreck uyt des soudaens hof hoopten te verlossen. 3 Voorwaer, seyde Ma[u]cette, 4 dese vremde fortuyne hoorende, t is een groot geluck dat ic u alhier gevonden hebbe, want so geringe als ic de princesse Archidiane hier van de tijdinge brenge, so sal hare droefheyt in blijdtscap verkeert werden. 5 Maer wat fortuyne heeft u alhier geleyt?, seyde Palmerin. 6 Voorwaer mijn heer, antwoorden hy, ghy zijt my so grooten vrient dat ic u daer van de waerheyt niet en sal missaken. 7 Ick ben hier gecomen om van mijns heeren wegen hulpe aen desen soudaen te soecken om weder om een leger op Constantinopolen te seynden. 8 Ic verwonder my seer, seyde Palmerin, van dat hy weder om wil beginnen de reyse die hem so veel menschen ende goet gecost heeft sonder profijt, waerom ic hem veel eer raden soude daer van afstant te doen ende sal hem ende mevrouwe Archidiane te dien eynde voor u 1. on auoit dit au Soudan que vous estiez perdu en mer auec Olorique, dont luy et ma dame Archidiane sa fille eurent plus de deul, que de toute leur armée qui a esté desconfite deuant Constantinople. 2. Palmerin faignant n en sçauoir rien, contrefaisoit l estonné de la meilleure grace du monde. 3. Et pour mieux desguiser les fortunes, luy dist : qu apres que la tempeste, qui les auoit esloignez de l armée du Soudan, fut cessée, cuydans reuenir à Constantinople, ilz furent de rechef iettez par vne plus vehemente, en l isle de Malfade, ou le prince Olorique, dist il, et tous ses compagnons sont demourez enchantez, lesquelz i espere recouurer moy departy d auec le Soudan. 4. Janszen 1613: Macette 5. C est vne grand auanture de vous auoir trouué en ceste terre, respond Maucette : mais que ma dame Archidiane le sçache, ses tristesses seront bien retournées en doubles ioyes. 6. Et vous? dist Palmerin, qui vous mene? 7. Vrayment, mon Seigneur, respondit il, ie ne vous le celeray. 8. Ie viens icy pour demander ayde au Soudan, pour retourner sur Constantinople. 1079

vertreck mijne meyninghe schrijven. 1 Maer dat varende laten, mijn heer Maucette, doet my de playsier ende schenct my uwen slave Colmelie, die mijnen schiltknecht geweest is. 2 Ic schenc hem u met goeder herten, antwoorde den [Cc7ra] ambassadeur, ende niet alleene hen maer ooc al t gene dat mijn is, in sulcker voegen dat ghy daer van vrymoedich mocht eysschen t gene u gelieft. 3 Seer ootmoedelijc bedanc ic u, mijn heer, antwoorden Palmerin. 4 God wil my de gratie geven dat ick eens met teyckenen van mijnen goeden wille mach ghedachtich zijn de recompensie tot de groote gratie van dese gifte, die ick veel meerder achte als oft my geschoncken ware de beste stadt van uwen heere den soudaen. 5 Ende daer na noch eenige propoosten tsamen ghehouden hebbende vertroc Palmerin wederomme nae t palleys, daer hy den soudaen vont, die hem d oorsake vraechden waerom hy uyte feest gescheyden was. 6 Mijn heere, antwoorden hy, ick hadde eenige saken uyt te richten met den ambassadeur Maucette, die ick nootlijck af doen moste. 7 Ooc hadde ic groote begeerte om eenige niemaren te verstaen van mevrouwe Archidiane, inden dienst vande welcke ic my langer als een jaer gebruyct hebbe. 8 Als den soudaen hem aldus hoorden spreken, wort hy seer 1. Ie m esmerueille, dist Palmerin, comment il veut de rechef entreprendre vn voyage qui luy a tant cousté, et sans profit. Plustost luy conseillerois-ie de s en desister, et luy en escriray ce qui m en semble auant vostre depart, et à ma dame Archidiane, sa fille. 2. Or ça, seigneur Maucette, dist Palmerin, il faut que me faciez vn plaisir : donnez moy Colmelie vostre esclaue, qui a esté autresfois mon Escuyer. 3. Vrayment ie le vous donne de bien bon cueur, respond l Ambassadeur, non luy seulement, ains tout ce qui est mien, s il vous plaisoit l accepter. 4. Monsieur ie vous mercie humblement dist Palmerin : 5. Dieu me face la grace de recognoistre le bien que me faites, lequel i estime trop plus, que la meilleure cité du Soudan vostre maistre. 6. Ayans deuisé de plusieurs autres propoz, s en retourna Palmerin au Palays, ou il trouua le Soudan qui luy dist : Comment? seigneur Palmerin, n apetez-vous autrement le bal? Les Dames m ont dit qu on ne vous auoit point veu en la dance. 7. Il est vray, Sire, respond Palmerin, non que ie m en-[ss2r][n]uye d vn tel passetemps honneste, mais i auois quelques affaires à Maucette l Ambassadeur, desquelles il me faloit depescher necessairement : 8. mesmes aussi que ie desirois sçauoir des nouuelles de ma dame Archidiane, au seruice de laquelle i ay demouré vn an et plus. 1080

verwondert ende seyde: Ick bid u, heer ridder, wilt my de waerheyt hier van niet verswijgen! 1 En zijt ghy niet den genen die in campvechtinge so valiantelijcken overwonnen hebt den prince Amaran van Nigreen ende zijn twee broederen, daervan de faem soo grootelicx verspreyt is ende noch verspreyt wort deur geheel Turckien? 2 Mijn heer, ic ben daer toe bedwongen worden, antwoorden Palmerin, want wesende in de dienst van mevrouwe de princesse heb ic niet connen lijden dat haer eere onder de voet getreden worde, maer [verdedicht] 3 gelijck mijn devoyr vereyschte om de weldaden die ic van haer ontfangen hadde. 4 Byden god Jupiter, seyde den soudaen, nu mach ic my wel voor eene van daldergheluckichste princen achten, om dat ic in mijn huys ontfangen hebbe den genen die met zijnen naem [Cc7rb] alleene doet beven de aldermachtichste! 5 Maer zijne goede affectie tot den prince Palmerin worde noch meer als verdubbelt als hy selfs de maechdelijcke bloeme pluckte van zijn liefste Zerphire, om dat hy te voren niet en conde ghelooven die alsoo langhe met so groote gemeynsaemheyt in zijn geselschap geweest te mogen hebben sonder te beproeven het playsier waer door de dochters hare namen in vrouwen veranderen. 6 Dan hem alnu daer aen onschuldich bevonden hebbende, gheboodt hy datmen hem alsulcke 1. Le Soudan esbahy de ce, luy dist : Ie vous suplie, beau sire, ne me celer la verité. 2. Est-ce pas vous qui eustes combat contre le prince Amaran de Nigrée? et depuis contre deux de ses freres, que vous deffistes vaillamment, dont la renommée a esté et est encor si grande par toute la Turquie? 3. Janszen 1613: de verdengt 4. Sire, respondit Palmerin, estant au seruice de ma Dame, ie n ay iamais voulu soufrir son honneur estre foulé, ainsi que i y estois tenu, pour les biens que i ay receuz d elle. 5. Par le Dieu viuant, respond le Soudan, à ceste heure me tiens-ie pour le plus heureux Prince de la terre, ayant receu en ma maison celuy, qui de son nom seulement fait tremb[l]er les plus fortz. Et puis que nous sommes en ces termes, dites moy si Archidiane a autant de beauté que la renommée luy en donne. Ouy, Sire, ie vous en asseure, respondit il, et d auantage encores. Et auec ce, c est bien l vne des plus gracieuses et gentes Princesses qui sçauroit venir au souhait de l homme. Ie suis tresayse d en sçauoir la verité, dist le Soudan, vne autrefois nous en deuiserons plus amplement. 6. Et si alors le Monarque eut bonne estime de Palmerin, elle creut de la moytié lors qu il vint à cueillir la fleur de sa dame Zerphire. Car la sçachant estre familiere de luy ( qui estoit l vn des plus beaux hommes viuans ) il ne se pouuoit persuader qu elle eust esté si longuement en sa compagnie, sans auoir essayé de la douceur, ou les filles perdent leur pucelage. 1081

eere soude bewijsen als zijn eyghen persone, tot groote blijtschap van Lizande, die hem hier door haren man hoopten te maken oft ten minsten haren alderliefsten. 1 t Welck niet en ghebeurden, maer storf miserabelijck door hare indiscrete liefde. 2 Daer met haer suster Aurencide ooc also gequelt worde datse geen acht en nam opt gene men van haer soude mogen seggen, haer so dicwils int geselschap van T[ri]neus 3 voegende, ende met sulcke gemeynsaemheyt als oft sy alle haer leven lanck int hof vanden keyser van Duytslandt opghevoet hadde geweest. 4 Daer van Palmerin zijnen cameraet tot drie reysen toe so neerstich berispten dat Trineus op eenen tijdt tot haer seyde: Mevrouwe, indien uwe eerbaerheyt ende deucht niet inde herten vande ridderen ende alle andere gheprent en hadden dat in u woont alle cuyscheyt ende ghemaniertheyt, voorwaer ic en wiste niet wat men dicwils soude dencken van uwe wesen ende ghelate. 5 Daerom dunct my dat ghy onder verbeteringe van uwe gratie voortaen op [moet] 6 houden van my soo groote teeckenen van vrientschap te betoonen, want ghy meynt bycans de stadt gewonnen te wesen, daer doch noch gee[n] 7 bresch gemaect en is. 8 Warinne de princesse wel eenichsins zijne meyninge [Cc7va] bemercten, 9 maer de liefde hadde haer alreets so onbeschaemt gemaect datse nieuwers op en letten als deur wat middelen sy hare 1. A ceste cause commanda qu on luy fist puis apres autant d honneur qu à sa personne, fust au leuer, ou au coucher. Dont Lizande estoit bien ioyeuse, croyant par ce ( helas trop legerement ) qu elle en feroit son mary, ou son amy pour le moins. 2. Ce qui n auint, ains par son amour indiscrette mourut miserablement. 3. Janszen 1613: Tirneus 4. Aurencide à qui il ne chaloit que lon dist ou presumast d elle, estoit tousiours apres son Trineus, et autant priuée auec luy, que si toute sa vie elle eust esté nourrie en la Court de l Empereur d Alemaigne : 5. parquoy vn iour Trineus ( apres que Palmerin l en eut repris quatre ou cinq fois ) luy dist : Ma Dame si vostre honnesteté et vertu n auoient imprimé au cueur des nobles, qu en vous gist toute continence chaste, ie ne sçay qu on en pourroit penser le plus souuent de voz gestes et contenances. 6. Janszen 1613: haer te 7. Janszen 1613: gee 8. Il me semble ( sous la correction de voz graces ) que vous deüriez deporter desormais de me monstrer telz signes d amytié : car ou il n y a commencement de baterie, vous faites quasi crier ville gaignée. 9. Janszen 1613: be[cc7va]bemercten 1082

begeerte soude mogen vervolghen, wesende verseeckert door eenen van hare camenieren datmen wel door een neerstighe vervolghinghe ten eynde coemt alle saken. 1 1. Ce qu aucunement nota la Princesse : toutesfois, amour l auoit ia tant renduë deshontée, qu elle ne se soucioit que de sa poursuyte, estant certaine, par l asseurance que luy auoit donnée l vne de ses femmes, que par bien poursuyure on vient à fin de toutes choses. 1083