Regeling Beoordelingssysteem HBKMD Het College van Bestuur besluit, gelet op de artikelen H-3 en N-2 van de vigerende cao-hbo, de regeling beoordelingssysteem HBKMD vast te stellen, die luidt als volgt: Artikel 1. Begrippen In deze regeling wordt verstaan onder: a. Beoordeling: oordeel over de functievervulling door de medewerker dat volgens dit beoordelingssysteem tot stand komt en wordt vastgelegd; b. Medewerker: de werknemer als bedoeld in de cao-hbo, in dienst van de hogeschool; c. Beoordelaar: de aan de medewerker bovengeschikte die belast is met het opstellen van de beoordeling; d. Naasthogere leidinggevende: de aan de beoordelaar bovengeschikte die bevoegd is om te beslissen in geval van een bezwaar; e. Functie: totaal van werkzaamheden door de medewerker te verrichten op grond van en overeenkomstig hetgeen hem door het bevoegd gezag is opgedragen; f. Functiebeschrijving: de op basis van FUWA-HBO opgestelde beschrijving van resultaatgebieden, kader, bevoegdheden en verantwoordelijkheden, kennis en vaardigheden en contacten zoals die voor de medewerker gelden; g. Functievervulling: het totaal van prestaties en gedragingen van de medewerker bij de uitoefening van zijn functie; h. Functioneringsgesprek: een periodiek gesprek tussen een medewerker en zijn leidinggevende over de functievervulling door de medewerker en alle aspecten die daarop van invloed zijn; i. Beoordelingsgesprek: een gesprek tussen een medewerker en zijn beoordelaar over de beoordeling; j. Bevoegd gezag: het College van Bestuur van de hogeschool; k. Interne beoordelingsadviescommissie: de commissie die het bevoegd gezag adviseert inzake het beroep van de medewerker, die zich niet kan verenigen met de beslissing op zijn bezwaar. Artikel 2. Doel van de beoordeling Het doel van de beoordeling is het vastleggen van het oordeel van de beoordelaar over de functievervulling door de medewerker in de afgelopen periode. De beoordeling kan de basis vormen voor een rechtspositioneel besluit. 1
Artikel 3. Voorbereiding van de beoordeling 3.1 Een jaarlijkse beoordeling wordt opgemaakt op initiatief van de beoordelaar, dan wel op verzoek van de medewerker. 3.2 De medewerker wordt tijdig op de hoogte gesteld van het voornemen om over hem een beoordeling op te maken. 3.3 De medewerker is voorafgaand aan het opmaken van de beoordeling in kennis gesteld van dit beoordelingssysteem. Artikel 4. Opmaken van de beoordeling 4.1 De beoordelaar maakt een concept-beoordeling op aan de hand van het door de hogeschool verstrekte beoordelingsformulier. De beoordelaar gaat bij het opmaken van de concept-beoordeling uit van de voor de medewerker geldende functiebeschrijving en de gemaakte afspraken in het functioneringsgesprek. 4.2 De beoordelaar stuurt de concept-beoordeling aan de medewerker. De medewerker wordt in de gelegenheid gesteld binnen tien werkdagen mondeling of schriftelijk te reageren op de concept-beoordeling. 4.3 Indien de medewerker geen gebruik maakt van de mogelijkheid om binnen de in artikel 4.2 gestelde termijn te reageren, geldt de concept-beoordeling als de definitieve beoordeling. Artikel 5. Het beoordelingsgesprek 5.1 De medewerker kan na ontvangst van de concept-beoordeling verzoeken om een beoordelingsgesprek. Ingeval van onvoldoende beoordeling vindt er altijd een gesprek plaats. 5.2 Het beoordelingsgesprek vindt plaats tussen de medewerker en de beoordelaar. Desgewenst kan de medewerker zich tijdens het beoordelingsgesprek laten vergezellen door een vertrouwenspersoon. 5.3 In het beoordelingsgesprek licht de beoordelaar de concept-beoordeling toe. De medewerker wordt in de gelegenheid gesteld daarop te reageren. Artikel 6. Verslaglegging en archivering 6.1 De beoordelaar stelt de definitieve beoordeling op naar aanleiding van de reactie van de medewerker als bedoeld in artikel 4.2, dan wel het besprokene tijdens het beoordelingsgesprek als bedoeld in artikel 5.3, en draagt zorg voor toezending van de definitieve beoordeling aan de medewerker binnen tien werkdagen na ontvangst van de reactie van de medewerker als bedoeld in artikel 4.2, dan wel het beoordelingsgesprek. 6.2 De beoordelaar ondertekent de beoordeling. De medewerker ondertekent de beoordeling voor gezien. Desgewenst kan de medewerker een schriftelijke reactie op de beoordeling geven. Deze reactie wordt door de beoordelaar voor gezien ondertekend en als bijlage bij de beoordeling gevoegd. 6.3 De beoordeling en eventuele bijlagen worden bewaard in het personeelsdossier van de medewerker. Daarbij wordt gehandeld volgens de geldende wet- en regelgeving aangaande de bescherming van persoonsgegevens. De medewerker krijgt een kopie van de beoordeling. 2
Artikel 7. Uitkomst van de beoordeling 7.1 Een beoordeling komt als volgt tot stand. Aan elk van de resultaatgebieden van de voor de medewerker geldende functiebeschrijving en aan het algemeen functioneren van de medewerker wordt een oordeel goed of onvoldoende verbonden. 1 Een oordeel anders dan goed wordt door de beoordelaar op het beoordelingsformulier gemotiveerd. 7.2 De beoordeling is goed als is gefunctioneerd op het bij de functie passende normale niveau. Dit is het geval wanneer het aantal oordelen goed groter dan of gelijk is aan het aantal oordelen onvoldoende. Bij een goede beoordeling wordt het salarisniveau met het in de cao-hbo vastgelegde normpercentage verhoogd. Indien de medewerker reeds het maximum van de voor hem geldende schaal heeft bereikt, wordt het salarisniveau niet verhoogd. 7.3 De beoordeling is onvoldoende als regelmatig of voortdurend onder het bij de functie passende normale niveau is gefunctioneerd. Dit is het geval bij meer oordelen onvoldoende dan oordelen goed. Bij een onvoldoende beoordeling wordt het salarisniveau niet aangepast. 7.4 Indien er sprake is van een onvoldoende beoordeling, dan wel van een onvoldoende oordeel op één van de resultaatgebieden of op het algemeen functioneren, maken de beoordelaar en de medewerker nadere afspraken gericht op het verbeteren van het functioneren. Artikel 8. Bezwaar 8.1 Indien de medewerker zich niet kan verenigen met de vorm, inhoud, of uitkomst van de beoordeling, kan hij uiterlijk binnen tien werkdagen na ontvangst van de kopie van de beoordeling schriftelijk gemotiveerd bezwaar aantekenen bij de naasthogere leidinggevende. Laatstgenoemde stuurt de medewerker per omgaande een bevestiging van ontvangst. 8.2 De naasthogere leidinggevende stelt de medewerker in de gelegenheid zijn bezwaar mondeling toe te lichten aan hem of aan een door hem aan te wijzen functionaris die niet betrokken was bij de totstandkoming van de beoordeling. 8.3 De naasthogere leidinggevende beslist op het bezwaar binnen vier weken na ontvangst. De beslissing kan inhouden het ongewijzigd handhaven van de beoordeling, dan wel (gedeeltelijke) wijziging van de beoordeling. De beslissing wordt schriftelijk gemotiveerd aan de medewerker in afschrift aan de beoordelaar. 8.4 Indien het bezwaar van de medewerker is gericht op het ontbreken van een beoordeling, zal de naasthogere leidinggevende ervoor zorgen dat er binnen drie maanden een beoordeling plaatsvindt. Indien deze beoordeling in deze periode uitblijft, kan de medewerker daar vervolgens binnen 10 dagen beroep tegen aantekenen conform artikel 9. 8.5 Van de beslissing op het bezwaar, alsmede van alle op het bezwaar betrekking hebbende stukken, worden kopieën bewaard in het personeelsdossier van de medewerker. 8.6 Het indienen van een bezwaar zal geen effect hebben op de datum waarop de uitkomst van de beoordeling in een salarisaanpassing verwerkt zal worden. 8.7 De medewerker zal op geen enkele wijze negatieve gevolgen ondervinden van het indienen van een bezwaar. 1 In uitzonderlijke gevallen kan aan het functioneren de kwalificatie uitstekend worden verbonden. In de uitzonderlijke situatie dat van uitstekend wordt gesproken, wordt het salarisniveau met tweemaal het normpercentage verhoogd. Indien de medewerker reeds het maximum van de voor hem geldende schaal heeft bereikt, wordt het salarisniveau niet verhoogd. 3
Artikel 9. Beroep 9.1 Indien de medewerker zich niet kan verenigen met de beslissing op zijn bezwaar, kan hij uiterlijk binnen tien werkdagen na ontvangst van de beslissing op zijn bezwaar als bedoeld in artikel 8.3 schriftelijk gemotiveerd beroep aantekenen bij de interne beoordelingsadviescommissie. 9.2 De interne beoordelingsadviescommissie wordt benoemd door het bevoegd gezag en bestaat uit 3 leden en 3 plaatsvervangende leden: a. één lid en één plaatsvervangend lid worden rechtstreeks benoemd door het bevoegd gezag; b. de vakorganisaties vertegenwoordigd in het Lokaal Overleg doen een bindende voordracht voor één lid en één plaatsvervangend lid; c. de leden als bedoeld in a. en b. doen samen een voordracht voor een extern derde lid en een extern plaatsvervangend lid, in de functie van voorzitter resp. plaatsvervangend voorzitter. Het bevoegd gezag draagt zorg voor ambtelijke ondersteuning van de interne beoordelingsadviescommissie. Het postadres van de beoordelingsadviescommissie is: Postbus 11670, 2502 AR Den Haag. 9.3 De beoordelingsadviescommissie stelt de medewerker, de beoordelaar en de naasthogere leidinggevende in de gelegenheid hun standpunt mondeling toe te lichten. 9.4 De beoordelingsadviescommissie geeft het bevoegd gezag binnen vier weken na behandeling van het beroepschrift schriftelijk advies over handhaving dan wel herziening van de bestreden beslissing. 9.5 Met inachtneming van het advies van de beoordelingsadviescommissie neemt het bevoegd gezag binnen vier weken na ontvangst van het advies een beslissing op het beroep van de medewerker. Indien die beslissing afwijkt van het advies van de beoordelingsadviescommissie wordt dit door het bevoegd gezag schriftelijk gemotiveerd. 9.6 Van de beslissing op het beroep, alsmede van alle op het beroep betrekking hebbende stukken, worden kopieën bewaard in het personeelsdossier van de medewerker. 9.7 Het indienen van een beroep zal geen effect hebben op de datum waarop de uitkomst van de beoordeling in een salarisaanpassing verwerkt zal worden. 9.8 De medewerker zal op geen enkele wijze negatieve gevolgen ondervinden van het indienen van een beroep. Artikel 10. Inwerkingtreding en citeertitel Deze regeling treedt in werking met ingang van 17 december 2008. Deze regeling kan worden aangehaald als de Regeling Beoordelingssysteem HBKMD. Namens Aob, J.J. Dijkstra Namens de Hogeschool van Beeldende Kunsten, Muziek en Dans, Namens CNV, Mw. T.G.M. Reijn F.C. de Ruiter, voorzitter College van Bestuur 4
Namens ABVAKABO FNV, R.C. van Baalen A.J.A. Verduyn Lunel, vice-voorzitter College van Bestuur Namens UNIE NFTO/CMHF, R.A. van Hessem H. van der Meulen, lid College van Bestuur 5