Kansrijke locaties voor jachthavens aan het IJ & IJmeer. concept september 2009



Vergelijkbare documenten
Rabobank Cijfers & Trends

Ontwikkeling watersport IJsselmeergebied en Noord-Hollandse IJsselmeerkust /2017

Aansluiting van de jachthaven bij het recreatieve aanbod in de omgeving versterkt het eigen aanbod;

Regionale Factsheets watersportsector. December 2011

Cijfers in de watersport, trends en ontwikkelingen

Aansluiting van de jachthaven bij het recreatieve aanbod in de omgeving versterkt het eigen aanbod;

Ontwikkeling watersport provincie Noord-Holland 2000/

Nationaal Waterrecreatie Onderzoek 2013

Onderzoek watersport Amsterdam

Behoefte ligplaatsen in Oegstgeest aan de Rijn. Toets Ladder voor duurzame verstedelijking

Sprong over het IJ Kaders

Kansen BRTN-route Kop van Noord-Holland. 12 november 2013

Actualisatie gegevens recreatievaart Bypass Kampen

Toekomst van de watersport in het gebied Markermeer - IJmeer

Reeve - Kampen. Bootbezit in dit waterrijke plan

Gebruik en waardering van het open water in Leiden. Uitkomsten peiling LeidenPanel

Ligplaatsenbeleid Stichtse Vecht. Goed geregeld, blijvend genieten

N N... Dick Hendriks Gemeentesecretaris / Algemeen directeur

)( )( )( Gemeente Amsterdam. Aan de leden van de raadscommissie Financiën. Stand van zaken ligplaatsen passagiersvaart

Ontwikkeling watersport IJsselmeergebied 2009

Waterrecreatie in de IJsseldelta. Trends, kansen en bedreigingen

Station Nieuwe Meer Het internationale & inclusieve woon- en werkgebied van Nieuw West

op de Hollandse Plassen

Sloten. Bron:

De Nederlandse watersporter. Wie zijn ze, wat doen ze in hun dagelijks leven en waar geven ze hun geld aan uit?

4. GROEN; NATUUR. LANDSCHAP EN RECREATIE

Toekomstvisie Waterrecreatie 2025 Samenvatting. 1 maart 2011

VRIJETIJDSONDERZOEK ZUIDOOST BRABANT

Maak Plaats! Wie Hoorn binnenrijdt maakt kennis met de Poort van Hoorn. Het stationsgebied is het mobiliteitsknooppunt van Hoorn en de regio.

ONEN IN NOORD-HOLLAND NOORD

/ /-- --/--

Ontwikkeling watersport IJsselmeergebied Provincie Noord-Holland

De haven van Willemstad. Belangen van WillemSTAD

SAMENVATTING MONITOR VRIJETIJDSECONOMIE RIVIERENLAND 2014

Akoestisch onderzoek scheepvaartlawaai bestemmingsplan De Eilanden

Samen naar een toekomstbestendige vrijetijdseconomie

Nieuw elan in de Haven van Steenbergen Projectbureau Vrolijks, Breda

Bijlage. vaarbewegingen Waterfront-Zuid

Toerisme in Cijfers. INSTITUUT SERVICE MANAGEMENT T.a.v. Toerdata Noord CG Leeuwarden drs. P.H. Huig tel: fax:

De toekomstige watersporter

De haven van Willemstad. Belangen van WillemSTAD

Na het BEGE-weekend door Noord-Holland

snel dan voorzien. In de komende jaren zal, afhankelijk van de (woning)marktontwikkeling/

Tevredenheid over winkels in buurt neemt af

ONEN IN NOORD-HOLLAND NOORD

Inleiding. Onderzoeksvraag, aanpak en doelstelling Overzicht resultaten Conclusie Algemene toepasbaarheid Vragen

DORPSHART LEIMUIDEN. Passantenhaven aan het dorpsplein.

Het Groene Hart mooi dichtbij. ANWB-visie op de recreatieve inrichting van het Groene Hart: samenvatting

Stoommachinemuseum met op de achtergrond De Kleine Vliet (Bron:

RAADSVOORSTEL EN ON ITWERPBESLUIT

eemhaven amersfoort Eén haven, twee kades: herinrichting zet Eemhaven op de kaart

Welkom. Bijeenkomst over de Kraaijenbergse Plassen

MEMO. - Het uitbreiden van ligplaatsen voor passanten en commerciële ligplaatsen ter hoogte van mogelijk toekomstig terras aan de Oostzanddijk;

Actualisering Recreatief & Toeristisch Beleid Welkom in Veendam. 3 December 2010

Provincie Noord-Holland

Nota van beantwoording zienswijzen. bestemmingsplan Paraplubestemmingsplan Ligplaatsen passagiersvaartuigen

Reactie watersportsector n.a.v. bijeenkomst Rijkswaterstaat over bestaand gebruik IJsselmeergebied

2015 Democratisch Zaanstad, gemeente Zaanstad

Oplegnotitie bij de Havenvisie Wadden Verantwoord Varen op het Wad (eindversie Havenvisie 27 maart 2010).

1.1 Bevolkingsontwikkeling Bevolkingsopbouw Vergrijzing Migratie Samenvatting 12

NOTITIE REGIONALE SPEERPUNTEN GROENE HART AGENDA NIEUWKOOP

Manifest De waarde van Gelders water Versie 1

NAUTISCH NDSM Unieke locaties op NDSM direct aan het IJ Amsterdam Waterfront bv, 8 september 2011

VERBLIJFSTOERISME TOERISTISCHE GASTEN IN WEST-BRABANT

Eijsden. Economische activiteit

Hierbij is aangegeven dat al deze ontwikkelingen moeten passen bij de schaal/bestaande karakteristiek van het gebied.

Monitor Toerisme en Recreatie Flevoland Samenvatting economische effectberekening, cijfers 2013

Van huidige naar gewenste situatie Projectbureau Vrolijks, Breda

Behoefte ligplaatsen in Muiden. Ladder voor duurzame verstedelijking Natuurhaven MuiderPort

Etten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl)

Overzicht projecten Programma De Nieuwe Afsluitdijk

panel: : Stadsvisie 2030

Notitie ontwikkeling haven

Arbeidsmarktprognoses Noord-Holland 2012

Beleidsplan VWDTP

VERSLAG BELANGHEBBENDENSESSIE VBIJ IN AMSTERDAM

Ruimtelijke motivering. Molenstraat 1a te s-hertogenbosch. Functiewijziging van wonen naar kleinschalig hotel

Enquête Revitalisering Bedrijventerrein Overvecht. Rapportage. Uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Utrecht

Samenvattend overzicht bod corporaties reactie gemeente

STUDIE NAAR DE TOEKOMST VAN HET KANAAL BOSSUIT-KORTRIJK. Uitgangspunten en onderzoeksvragen in de studie Deel Zwevegem - Leie

Gouda aan de waterkant

TOERISME en RECREATIE. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 3 e editie. Opzet en inhoud

Toelichting Meerjarenbeleidsplan Donderdag 22 juni: 20:00u

in het kort OFED Arbeidsmarktmonitor elektrotechnische detailhandel 2013

Onderzoek vaargedrag IJsselmeergebied & Waddenzee

Overtoom en ondertoom Waterrecreatiefestival Noord-Holland Fort Uitermeer, 6 juli 2018

Zeeland Recreatieland

Project Varen doe je samen!

Varen op zee is niet gevaarlijk, zolang je maar beseft dat het gevaarlijk is.

GLUREN BIJ DE BUREN. Nederlandse blik op Mechelen. Ad Dekkers Bureau Binnenstad Den Haag Arno Ruigrok PlacesPropertiesPeople

Kansen gebiedsontwikkeling Oer-IJ

Watersport in Noordwijk

BIJLAGE: Uitwerking van het Masterplan Waterfront Bolsward

architecten ETCETERA VISIE SCHEVENINGEN HAVEN

ZaanIJ Unieke locaties aan de oevers van de Zaan

Vaarroute IJsselmeer-Amstelmeer Verkenning meerwaarde en moeite, 1 september 2017

Elk vaartuig dat geschikt is als vervoersmiddel op het water. Een boot die door spierkracht wordt voortbewogen.

Te verwachten bedieningstijden kunstwerken Naardertrekvaart. ten behoeve van op te stellen verkeersmodel

Schriftelijke vragen weigering omgevingsvergunning afmeren acht recreatiewoningen bij Jachthaven Nauerna

Ruimtelijke patronen rond vrije tijd en recreatie in Flevoland

Transcriptie:

Kansrijke locaties voor jachthavens aan het IJ & IJmeer concept september 2009

Colofon Productie Dienst Ruimtelijke Ordening Informatie T 020 552 7970 M.vanBaaren@dro.amsterdam.nl Beeldmateriaal Dienst Ruimtelijke Ordening september 2009

Inleiding Water en Amsterdam zijn al eeuwenlang met elkaar verbonden. In eerste instantie werden de waterwegen vooral gebruikt voor af- en ontwatering en het transport van goederen en personen. Naast het functionele gebruik kwam vanaf de jaren vijftig het recreatieve gebruik van water sterk in opkomst, dat in enkele decennia is uitgegroeid tot een toeristisch product van grote economische betekenis. Vanuit die historie is het vanzelfsprekend dat de gebruiksfuncties en de belevingswaarde van water en oevers in de ruimtelijke plannen voor de stedelijke gebieden aan het IJ en IJmeer veel aandacht krijgen. Water, zo wordt verondersteld, levert een bijdrage aan een attractief vestigingsmilieu voor bewoners en bedrijven en versterkt het stadsbeeld. In de plannen gaat het over wonen aan het waterfront, publieksfuncties en historische elementen aan het waterplein, stimuleren van de pleziervaart, versterken van het open waterkarakter, netwerk van op- en afstap voorzieningen voor vervoer over water etc. etc. In veel plannen, van Houthavens tot IJburg, zijn ligplaatsen opgenomen ten behoeve van de pleziervaart. De voorstellen variëren van kleine verenigingshavens tot internationale full service jachthavens. Een aantal is in voorbereiding, andere bevinden zich nog in de studie- of ideeënfase. Aanleiding De jachthavens worden in de plannen vooral bekeken vanuit de rol van sfeermaker. Markttechnische en ruimtelijke aspecten blijven veelal onbelicht. Vanuit het ruimtelijke ordeningsperspectief roept het de volgende vraag op: Welke Amsterdamse locaties zijn kansrijk voor jachthavenontwikkelingen? Enerzijds is de realisatie van ligplaatsen nodig om het tekort aan passantenligplaatsen terug te brengen en de wachtlijsten voor vaste ligplaatsen bij bestaande jachthavens weg te werken. Aan de andere kant moet de vraag naar ligplaatsen niet worden overschat. De realisatie van alle initiatieven, tegelijk dan wel gefaseerd, is wat betreft de schaarse ruimte in de stad en de geringe groeiverwachting van de pleziervaart niet gewenst. Niet alleen in Amsterdam ook elders in de regio (Lelystad, Almere, Muiden) wordt een toename van het aanbod verwacht. Daar komt bij dat het realiseren van jachthavens een complexe aangelegenheid is, zowel in stedelijk als landelijk gebied. De ruimteclaims van diverse functies buitelen over elkaar heen en tegelijkertijd remt natuur- en milieuwetgeving de realisatie af. In 2007 is door DRO een verkenning afgerond naar vraag en aanbod van ligplaatsen in Amsterdam en in de regio; naar de groeiverwachting van de vraag; de doelgroepen en passantenstromen; de consumptieve bestedingen; wetgeving; en naar de trends in de pleziervaart die ruimtelijke consequenties hebben. Om inzicht te krijgen in de betekenis van Amsterdam als vaardoel voor de pleziervaart is een onderzoek uitgezet bij 6 jachthavens in de regio. Op basis van de verkenning, het waterrecreatieonderzoek en de stedenbouwkundige plannen waarin jachthavens zijn opgenomen, is een kaart gemaakt die een gewenst ontwikkelingsscenario verbeeldt. Vervolgens is een workshop gehouden met de betrokken stadsdelen (Noord, Zeeburg, Centrum), projectbureaus (Noordwaarts en IJburg), gemeentelijke diensten (Haven Amsterdam, Binnenwaterbeheer, DRO, OGA) en Rijkswaterstaat. 1 De workshop gaf aanleiding voor verdieping van een aantal vraagstukken 2 en een uitwerking van de kaarten. Doel In de eerste plaats is de verkenning bedoeld om op basis van de groeiverwachting en de trends in de pleziervaart een standpunt in te nemen over het al dan niet faciliteren van jachthavenontwikkelingen. Ondanks dat de ontwikkeling van jachthavens over het algemeen een particuliere aangelegenheid is, is de lokale overheid nog altijd de regisseur die de taak heeft de verdeling van de ruimte conform de behoeften van burgers en bedrijven goed te regelen en te streven naar een ruimtelijke meerwaarde van het stedelijke landschap. Ten aanzien van de facilitering van jachthaveninitiatieven zal de Amsterdamse overheid ook flankerende maatregelen moeten nemen (baggeren, aanleg kades en bestrating haventerrein) die veel kosten met zich meebrengen. Naast inzicht in de vraag en aanbodontwikkelingen en de trends is een wensbeeld wat betreft pleziervaart noodzakelijk om een goede afweging te kunnen maken voor gerichte investeringen en het creëren van kansen voor een positief economisch en ruimtelijk resultaat. Dat ontbreekt nu waardoor beslissingen niet of niet in samenhang worden genomen, onduidelijk is welke partijen wat en wanneer gaan doen en (tegenstrijdige) beleidsmaatregelen ad hoc worden bedacht. Ook tijdens de workshop werd duidelijk dat de betrokken projectbureaus behoefte hebben aan een overzicht, zodat zij in onderhandelingen met initiatiefnemers afwegingen kunnen maken of het initiatief in de context past. Die context is deels bekend, maar door de complexiteit van 1 d.d. 4 juni 2007. 2 O.a. recreatievaart versus beroepsvaart; natuurwetgeving; en centrale regie. 3 Het Structuurschema Groene Ruimte is door het verschijnen van de Nota Ruimte komen te vervallen.

de inhoudelijke randvoorwaarden heeft (hebben) de betrokken wethouder(s) nog geen uitspraak kunnen doen hoe een coördineerde aanpak tot stand moet komen. Deze rapportage heeft tot doel de informatie die in 2007 is verzameld te bundelen tot een overzicht en een wensbeeld en aanbevelingen mee te geven aan het bestuur. Beleid en bevoegdheden In de paragraaf Balans tussen rood en groen/blauw uit de Nota Ruimte staat dat de beschikbaarheid van bereikbare en toegankelijke groene en blauwe recreatie- en sportvoorzieningen in en rond de (grote) steden geen gelijke tred houdt met de vergaande verstedelijking van de laatste jaren. Het aantal inwoners is toegenomen, maar ook de eisen die zij hebben met betrekking tot de vrijetijdsbesteding en de benodigde hoeveelheid sport- en recreatievoorzieningen. 3 In de Nota Ruimte is de beleidsvisie van de Stichting Recreatie Toervaart Nederland verankerd. Deze beleidsvisie benoemt knelpunten (onder andere in verbindingen en tekort aan ligplaatsen) in het vaarwegennet van Nederland en formuleert acties ter verbetering. In januari 2002 heeft het kabinet de Integrale Visie IJsselmeergebied 2030, De koers verlegd vastgesteld. De visie beschrijft hoe in het IJsselmeergebied met toekomstige ontwikkelingen die extra ruimte vragen, kan worden omgegaan, waarbij rekening gehouden wordt met de kernkwaliteiten van het gebied. Het gebied omvat het IJsselmeer, het Markermeer, het IJmeer en de Randmeren. De belangrijkste koerswijziging is het openhouden van deze wateren. De provincies Friesland, Noord-Holland en Flevoland hebben in november 2004 de Kadernota Markermeer & IJsselmeer vastgesteld (Anonymus 2005). Dit is een gezamenlijke bouwsteen bij de totstandkoming van afzonderlijke ruimtelijke plannen. In deze nota wordt ondermeer ingegaan op de huidige situatie en de te verwachten ontwikkeling van 3 Het Structuurschema Groene Ruimte is door het verschijnen van de Nota Ruimte komen te vervallen.

de recreatievaart. In de Kadernota wordt in navolging van de Integrale Visie IJsselmeergebied 2030 een zonering van het recreatief gebruik aangegeven van relatief intensief in het zuiden (IJmeer en zuidwestelijk deel randmeren), een overgang in het midden (Markermeer en zuidelijk IJsselmeer) en relatief extensief in het noorden (noordelijk IJsselmeer). Specifiek voor het IJmeer wordt door niet minder dan zeven overheden en maatschappelijke organisatie samengewerkt aan de Toekomstvisie IJmeer (2005). De visie schetst kansen om met de ecologische winst van een robuuster ecosysteem in het IJmeer de gewenste condities te creëren voor verstedelijking aan de westzijde van Almere, voor vergroting van de economische dynamiek in de regio, voor de noodzakelijke aansluiting tussen Amsterdam en Almere en voor een veel sterker gedifferentieerd aanbod van recreatieve functies in en rond het water. Het Ontwikkelingsperspectief IJmeer Markermeer (2008) bouwt daar op voort. Het ontwikkelingsperspectief schept kansen om de attractiviteit voor recreatief gebruik verder uit te bouwen. Mensen moeten van het water, het landschap, de cultuurhistorie en de natuur kunnen genieten. Daarmee krijgen Markermeer en IJmeer een belangrijke rol in de verdere ontwikkeling van de Noordvleugel van de Randstad en in het inlopen van het tekort aan recreatievoorzieningen. De groei in de watersport kan worden opgevangen door het aantal vaarbestemmingen uit te breiden en nieuwe, beschutte ankerplekken te realiseren. Het aanbod aan recreatieve voorzieningen langs de oevers wordt uitgebreid, in diversiteit en omvang. Samen met maatschappelijke organisaties is gewerkt aan een pakket van maatregelen dat uitgaat van zowel zonering- als ontwikkelingskeuzes in een duurzame relatie met de ecologische kwaliteit. Waterrecreatie is één van de speerpunten van het programma Water als economische drager waarmee de provincie Noord-Holland watersportprojecten met werkgelegenheid en economische besteding als belangrijkste uitgangspunt programmeert. Het doel is uitbreiding van attractiemogelijkheden voor de watersporter en verbetering van de aanlegfaciliteiten in de havensteden. Amsterdam heeft in 2002 het Waterplan vastgesteld waarin is aangegeven dat waterrecreatie planmatig moet worden gespreid over de stad, dat de pleziervaart buiten de binnenstad moet worden gestimuleerd en dat vaarroutes moeten worden opgewaardeerd. Dit doel kan worden bereikt door waterrecreatie gebiedsgericht te stimuleren en voorzieningen te verbeteren en uit te bouwen. Daarbij hoort ook het opstellen en handhaven van gebruiksregels voor het water. In de Kansenkaarten bij het Waterplan Amsterdam wordt voor de Amsterdamse wateren aangegeven wat de huidige situatie is en wat het streefbeeld is voor de toekomst. De kaarten zijn bedoeld om het denken over de mogelijkheden (en beperkingen) van het water voor de toekomstige ontwikkelingen aan te scherpen. Aan het IJ en de zuidelijke IJ-oevers zal bij de herinrichting de mogelijkheden voor waterrecreatie worden uitgebreid. In het project Water op orde (2004) dat gezamenlijk door DWR, BBA en GHA4 is opgesteld, zijn de taken en bevoegdheden en verantwoordelijkheden tot ordening van het Amsterdamse water beschreven. De twee belangrijkste onderdelen zijn: toezicht op het (statisch en dynamisch) gebruik van vaarwater en de verantwoordelijkheden voor het op diepte houden van vaarwater. In de verantwoordelijkheden rond het water is een driedeling te maken die onderscheid maakt naar water als fysiek systeem, water als transportsysteem en water als onderdeel van de openbare ruimte. Het beheer van het watersysteem als fysiek systeem is een verantwoordelijkheid van Waternet. Binnenwaterbeheer en het Havenbedrijf zijn nautisch vaarwegbeheerders, maar vanuit verschillende opdrachtgevers (resp. Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied en het College van B&W) en een verschillend perspectief. Het Havenbedrijf focust op een economische ontwikkeling van de Amsterdamse haven, terwijl BBA zich richt op de nautische consequenties van ruimtelijke herinrichting van de stad(sdelen). Het beheer en de inrichting van water als onderdeel van de openbare ruimte is een verantwoordelijkheid die berust bij de stadsdelen. Zij zijn bevoegd voor het kade- en oevergebruik zoals het afgeven van vergunningen voor steigeraanleg. Hierbij moeten wel de voorwaarden van de waterbeheerder en de nautisch vaarwegbeheerder in acht worden genomen. Van de betrokken stadsdelen heeft stadsdeel Zeeburg in 2004 de Nota Waterrecreatie vastgesteld en is door Amsterdam Centrum in 2007 het afmeerbeleid voor pleziervaartuigen in de binnenstad geformuleerd. De stadsdelen Zuideramstel en Westerpark hebben in navolging van het Centrum eveneens een afmeerbeleid vastgesteld. In Amsterdam Noord zijn diverse maatschappelijke organisaties actief op het gebied van recreatiewater. Definitie en afbakening Onder watersport verstaan we de recreatievorm die gebruik maakt van pleziervaartuigen. De term sport is niet verwonderlijk, omdat vele vormen van watersport plaatsvinden in wedstrijdvorm. Met name veel zeilers ervaren het zeilen als sportbeoefening, ook al nemen zij zelden deel aan echte wedstrijden. Het begrip waterrecreatie wordt ook meer en meer gebruikt. Hieronder vallen alle vormen van recreatie op, aan en in het water. Onder watertoerisme wordt het maken van meerdaagse tochten per pleziervaartuig verstaan. Het is niet eenvoudig om van een varend pleziervaartuig te zeggen of het wordt gebruikt door een watersporter, waterrecreant of een watertoerist. In het algemeen wordt gebruik gemaakt van dezelfde voorzieningen en hetzelfde water. 5 De waterrecreatie is onder te verdelen in vaargerichte waterrecreatie (toervaren met motorboot, zeilen, kanovaren, 4 Dienst Waterbeheer en Riolering (sinds januari 2006 Waternet), Binnenwaterbeheer Amsterdam, Gemeentelijk Havenbedrijf Amsterdam 5 Handboek Recreatie en Toerisme

roeien) en niet-vaargerichte waterrecreatie (zonnen en zwemmen, windsurfen, hengelen, duiken). In deze rapportage gaat het om de vaargerichte waterrecreatie en in het bijzonder het toervaren en zeilen, de pleziervaart. Een belangrijk onderscheid in de watersport is die in kleine en grote watersport. De kleine watersport wordt gedefinieerd als watersport waarbij gebruik wordt gemaakt van eenvoudige voorzieningen en kleine vaartuigen: kano s, roeiboten, zeilplanken en zeil- en motorboten tot ongeveer 6 meter. Soms wordt in publicaties het begrip kleine watersport breder getrokken en omvat het naast golfsurfen, kitesurfen, jetskiën, en waterskien/wakeboarden ook dagrecreatieve activiteiten als vissen, zwemmen, schaatsen en sportduiken. De grote watersport betreft kajuitzeilboten en kajuitmotorboten die uiteenlopende voorzieningen vragen zoals een netwerk van vaargebieden en ligplaatsen in jachthavens. De definitie van een jachthaven die in de verkenning gehanteerd is, is als volgt. Er is sprake van een jachthaven als er verhuur van vaste lig- en/of passantenplaatsen voor de recreatievaart en/of chartervaart dan wel winterstallingactiviteiten plaatsvinden. In de verkenning is niet ingegaan op jachthavens met minder dan 20 ligplaatsen, op openbare ligplaatsen (aan kades en oevers) en op privé ligplaatsen bij woningen en bedrijven. Varen betekent vooral stilliggen (in een haven of openbare aanlegplaats) en is in plaats van routegebonden vaker locatiegebonden. Waar nodig is ingegaan op routes en eventuele knelpunten daarin. Voor de Amsterdamse jachthaveninitiatieven zijn zowel de Oost-Westverbindingen (van IJmeer naar Noordzee) maar zeker ook de noord-zuidroutes (van Waterland naar de Amstel) van essentieel belang. In de verkenning is ook aandacht besteed aan veiligheid. Hoewel het IJ een verbindende schakel is, is het geen vaardoel op zich in verband met de aanwezige beroepsvaart. Leeswijzer In het volgende hoofdstuk zijn de sterke en zwakke kenmerken van Amsterdam weergegeven als locatie voor de pleziervaart. Naast een korte historische ontwikkeling van de pleziervaart is de positie van Amsterdam als watersportstad beschreven in de context van vaargebieden en vaardoelen. In hoofdstuk 3 is ingegaan op de vraagkant van de pleziervaart. Op basis van onderzoeksgegevens en trends en ontwikkelingen worden de kansen en bedreigingen geschetst die van invloed zijn op de sterke en zwakke kenmerken van Amsterdam als watersportstad. Hoofdstuk 4 behandelt de ontwikkelingen aan de aanbodzijde van de pleziervaart. Zowel het aantal ruimtelijke uitbreidingsmogelijkheden als (sectorale) ontwikkelingen (de kansen en bedreigingen) die van invloed zijn op de realisatie van ligplaatsen, komen aan bod. Tot slot worden in het vijfde hoofdstuk de conclusies weergegeven en aanbevelingen geformuleerd ten aanzien van de vraag welke locaties kansrijk zijn en waar de stad op in moet zetten.

2. Kenmerken van Amsterdam als locatie voor de pleziervaart Amsterdam watersportstad? In Amsterdam wordt water al eeuwenlang gebruikt voor het personen- en goederenvervoer per schip én voor de pleziervaart. Op schilderijen uit de zeventiende eeuw is te zien hoe Nederlanders zich in die tijd op het water vermaakten met roei- en zeilboten. Al in 1622 werd het water nabij de Oude Stadsherberg (ten westen van het huidige Centraal Station) door het stadsbestuur officieel aangewezen als ligplaats voor jachten, waarmee het de eerste officiële jachthaven ter wereld was. Recreatie op het water was in die tijd vooral weggelegd voor de rijke burgers. In de negentiende eeuw ontstonden in Amsterdam verschillende zeilverenigingen en gecombineerde zeil- en roeiverenigingen met als hoofdactiviteit het organiseren van wedstrijden en evenementen op het IJ. Beschikte in 1742 in totaal 40 Amsterdammers over een pleziervaartuig, nu is dat aantal gestegen tot, bij benadering, 15.000 boten. Met name vanaf de jaren zestig toen mensen meer vrije tijd kregen en het economisch beter ging, trok men massaal de buitenlucht in om te recreëren. Sinds de jaren tachtig is de stedelijke bevolking sterk toegenomen en met de afgenomen hoeveelheid vrije tijd krijgen de bewoners steeds meer behoefte aan recreatiemogelijkheden dichtbij huis, in en rondom de stad. Naast de gestegen behoefte, stellen mensen, vanwege sterke welvaartsgroei, ook steeds meer eisen aan gemak en comfort. De toename van de stedelijke bevolking van Amsterdam concentreert zich in sterke mate langs het IJ en IJmeer. Wonen aan het water is hip en recreëren op en rond het water is voor heel veel mensen a way of life. Niet alleen watersporters, ook bewoners en toeristen hebben het water en de -kant ontdekt. Amsterdam heeft als pluspunt dat het zowel aan groot open water ligt (IJmeer en verder), een verbinding heeft met de Noordzee als gebieden met veel binnenwater. De stad is door haar ligging goed bereikbaar voor vele typen watersporters. Maar veel watersporters varen Amsterdam voorbij, omdat er niet voldoende passantenligplaatsen zijn. Dat is een gemiste kans en Amsterdam moet daar iets aan doen, wil ze zich ook in de toekomst presenteren als Amsterdam watersportstad aan het IJ. Vaargebieden en jachthavens rond Amsterdam De recreatieve watersport in Amsterdam valt uiteen in twee hoofdgroepen. Een deel richt zich op het buitenwater (groot vaarwater) en vaart op het IJmeer, het IJssel- en Markermeer en/of op de Randmeren. Het andere deel is op het binnenwater gericht, waarbij naast de regio Amsterdam ook omringende vaargebieden als de Zaanstreek, Zuid Kennemerland, de Westeinderplassen en de Vechtstreek kunnen worden genoemd. Van de 372 jacht- en of passantenhavens in de hiervoor genoemde gebieden liggen er 168 (45%) aan buitenwater. In totaal hebben de havens de beschikking over bijna 52.000 ligplaatsen, waarvan 4100 specifiek voor passanten zijn. Het aantal passanten in het totale vaargebied bedraagt ongeveer 360.000. Het IJmeer is het belangrijkste recreatieve vaarknooppunt van Nederland. Het aandeel van het IJmeer (inclusief de Amsterdamse havens op het buitenwater gericht) in de totale jachthavencapaciteit bedraagt 29 havens met ruim 3300 ligplaatsen, waarvan 327 specifiek voor passanten. De meeste ligplaatsen (circa 30.000) liggen in jachthavens aan buitenwater. Deze havens zijn gemiddeld groter dan die in het binnengebied, waardoor hun aandeel in de beschikbare ligplaatscapaciteit ook groter is (59%). De gemiddelde bezettingsgraad van jachthavens aan buitenwater en binnenwater verschilt niet zoveel. Wel zijn er regionale verschillen. In het IJmeer en in Zuid Kennemerland rondom Haarlem is de bezettingsgraad hoog (resp. 98,3% en 97,3%), zodat lang niet iedereen daar de gewenste ligplaats kan vinden.7 De jachthavens aan groot vaarwater trekken aanzienlijk meer passanten (93%) dan de havens in het binnengebied (7%). Populair zijn de havens van Enkhuizen en Hoorn. Amsterdam komt op de 3de plaats gevolgd door Medemblik, Velsen, Edam-Volendam, Texel, Waterland en Muiden. Op het IJsselmeer en Markermeer wordt vooral gezeild (90%). In het IJmeer en de Randmeren neemt het percentage motorboten toe (aandeel zeilboten is 54%). In de Zaanstreek en Zuid-Kennemerland is de verhouding 50%-50%. Op de Westeinderplassen, in de Vechtstreek en het binnengebied van Amsterdam varen meer motorboten dan zeilboten.8 Amsterdamse jachthavens Amsterdam heeft 55 jachthavens die samen ruim 4300 ligplaatsen beschikbaar hebben. Dat is 15% van alle jachthavens in het hiervoor beschouwde gebied. Samen hebben deze havens 8,5% van de totale ligplaatscapaciteit. De jachthavens zijn dus relatief klein, gemiddeld hebben ze 79 ligplaatsen (zie tabel 1). Kenmerkend voor de jachthavens in Amsterdam is dat de meeste laagdrempelig en betaalbaar zijn. Samen met de geringe omvang heeft dit tot gevolg dat er vaak sprake is van achterstallig onderhoud en een eenvoudig en beperkt voorzieningenaanbod. De karakteristieke gezellige en gemoedelijke sfeer van veel havens wordt enerzijds mede door deze eenvoud bepaald en anderzijds door een scala aan nautische werkplaatsen en klusactivitei- 7 Ter vergelijking, de Noordzeehavens hebben een gemiddelde bezettingsgraad van 66%. 8 Cijfermateriaal afkomstig van Waterrecreatie Advies, Lelystad, 2006 9 Het aantal commerciële en verenigingsjachthavens ligt in Amsterdam ongeveer gelijk.

Tabel 1. Aantal ligplaatsen in jachthavens en het aandeel van Amsterdam in het totale vaargebied. Aantal havens Aanstal ligplaatsen Gemiddeld aantal plaatsen per haven Aantal specifieke passantenplaatsen Aantal passanten Buitenwater 21 1747 83 92 22.496 Binnenwater 34 2625 77 58 331 Totaal 55 4372 79 150 22.827 Totale vaargebied 372 51.173 138 4.115 362.303 Aandeel Amsterdam 14,8% 8,5% 3,6% 6,3% bron: Waterrecreatie Advies, Lelystad, 2006 Tabel 2. Indeling pleziervaartuigen en vaarwater Categorieën pleziervaartuig A. Zeilboten 1. met kajuit ( vrijwel altijd met motor) 2. open - met motor - zonder motor 3. zeilplank B. Motorboten met kajuit - met maximum snelheid >20 km/u - met maximum snelheid < 20 km/u 2. zonder kajuit - met maximum snelheid >20 km/u - met maximum snelheid < 20 km/u 3. waterscooter C. Roeiboten D. Kano s Soort vaarwater Categorieën pleziervaartuig 1. open zee A1 2. grootschalige wateren binnen kustlijn A1, B1 3. meren A1, A2, A3, B1, B2, B3 3a. kleine, afgesloten meren A2, A3, B2, B3, C,D 4. grote rivieren A1, B1 5. grote scheepvaartkanalen A1, B1 6. vaarten, sloten/grachten A1, A2, B1, B2, C, D 8

ten 9. Daarentegen zijn er ook bij die meer weg hebben van afgesloten parkeerterreinen voor boten waarvan de bijdrage aan het stedelijke vrijetijdsprogramma nagenoeg nihil is. Naast sjofel hoort chique, maar de luxe jachthavens die we kennen van buitenlandse havensteden zijn in Amsterdam niet te vinden. Ook op het gebied van duurzaamheid valt nog een wereld te winnen. Het duurzaamheidaspect zou naast de functionele en omgevingsaspecten een plek moeten krijgen bij de inrichting en het functioneren van een jachthaven. Van de 55 Amsterdamse havens zijn er 21 gericht op het buitenwater en 34 havens liggen aan het binnenwater. Naast boten in havens kent Amsterdam vele openbare aanlegmogelijkheden. Naar schatting liggen ruim 12.000 boten buiten de jachthavens in, met name, het centrum van de stad. De verhouding tussen het aantal boten buiten en binnen havens is over het algemeen één op vijf. In Amsterdam is dat precies andersom. Hier liggen meer eigen boten buiten de havens. Hoewel de stad bekend staat om de talloze openbare aanlegplaatsen in de grachten, overnacht jaarlijks een handjevol passanten (4%) op het binnenwater, en dan voornamelijk in jachthavens. De meerderheid (96%) kiest voor een ligplaats in één van de havens aan het IJ. Vooral de Sixhaven is favoriet, gevolgd door de haven van WSV Aeolus. Voor de 23.000 passanten die Amsterdam jaarlijks aandoen, worden onverhuurde boxen gebruikt of ligplaatsen die door de vaste huurders tijdelijk niet bezet worden. Havens die veel passanten trekken, hebben naast de vaste ligplaatsen soms aanvullend nog specifieke passantenplaatsen die niet op jaar- of seizoenbasis verhuurd worden. Binnen Amsterdam zijn naar verhouding weinig specifieke passantenplaatsen (namelijk 150) en vanwege de hoge bezettingsgraad van de havens zijn onverhuurde boxen schaars. De recreatievloot In Amsterdam en omgeving is een grote verscheidenheid aan pleziervaartuigen. Dat heeft te maken met de gevarieerdheid aan wateren die bijna allemaal met elkaar in vaarbare verbinding staan. Met uitzondering van open zee komen alle soorten vaarwater in of in de nabijheid van Amsterdam voor. Dat betekent niet dat op alle wateren een gelijke verdeling over de diverse categorieën pleziervaartuigen wordt aangetroffen. De pleziervaartuigenvloot is in te delen in vier typen: zeilboten, motorboten, roeiboten en kano s (zie tabel 2). In deze rapportage worden roeiboten en kano s buiten beschouwing gelaten. De categorie kajuitzeiljachten (A1) rond de 20 meter, varen vanwege hun diepgang vrijwel uitsluitend op zee en de grote buitenwateren. In de omgeving van Amsterdam zijn ze te vinden op het IJsselmeer en op het Noordzeekanaal en het IJ als verbindende schakels. De kleinere kajuitzeiljachten (tot 15 meter) worden voornamelijk aangetroffen op het IJmeer, het Markermeer, de Nieuwe Meer, de grote kanalen, het IJ en de Kostverlorenvaart die als onderdeel van de staande mast route worden gebruikt als verbindingsroutes tussen de grotere wateren. Deze schepen vormen een belangrijke groep gebruikers van de jachthavens aan het IJ, zoals de Sixhaven en Aeolus en de havens aan de Nieuw Meer. Zeilboten, met of zonder motor, (cat.a2) met een lengte tot 8 meter komen voornamelijk voor op de Nieuwe Meer, het IJmeer, de stadsplassen en, met motor, op de verbindende wateren zoals de Amstel, de Kostverlorenvaart en de Amstelkanalen. De motorboten of motorkruisers in categorie B1 variëren in lengte van circa 5 meter tot meer dan 50 meter. Boten met een lengte tot circa 20 meter komen voor op het IJmeer, de Nieuwe Meer, de Kostverlorenvaart, de Amstel(kanalen) en

de Vecht. De grotere exemplaren voornamelijk op het grote buitenwater zoals IJsselmeer, Markermeer en Waddenzee. De meeste boten in deze categorie hebben een maximum snelheid tot ± 20 km/uur. Het aantal boten dat een hogere maximum snelheid kan bereiken, neemt gestaag toe in Nederland. De open motorboot (cat.b2) valt onder te verdelen in twee groepen, de zogenaamde speedboten en de overige, dat wil zeggen sloepen en allerlei vis- en bijboten met een lichte buitenboordmotor. De laatste twee categorieën zijn, met uitzondering van de speedboten waar speciale vaarzones voor zijn aangewezen, sterk vertegenwoordigd op het binnenwater van Amsterdam. Vanwege de doorvaarthoogte van de bruggen is het aandeel motorboten op de grachten en de Amstelkanalen nagenoeg 100%. In tegenstelling tot de motorkruisers liggen de meeste (kleinere) open motorboten buiten de jachthavens. Samenvatting sterke en zwakke kenmerken van Amsterdam voor de pleziervaart Sterke kenmerken De stedelijke oriëntatie op het water Ligging aan verschillend vaarwater De voorzieningenrijkdom van de stad Gevarieerde jachthavenlocaties (stedelijke en groene omgeving, buiten- en binnenwater) Sfeer in de havens Zwakke kenmerken Lange historie pleziervaart contrasteert met een lage beleidsprioriteit Geringe differentiatie in ligplaatsenaanbod: luxe segment ontbreekt Beperkt aantal passantenligplaatsen Lange wachtlijsten bij jachthavens buitenwater Bijdrage van de jachthavens aan het stedelijk vrijetijds- programma is gering

3. Trends en ontwikkelingen in de pleziervaart Marktontwikkelingen in de regio Het aantal pleziervaartuigen is in het IJsselmeer- en Randmerengebied in 2007 ten opzichte van 2006 met bijna 1% toegenomen tot 32.600. 10 In opdracht van Rijkswaterstaat wordt sinds 1994 door Waterrecreatie Advies bijgehouden hoeveel boten er jaarlijks bijkomen. De groei is over die periode redelijk constant gebleven. Gemiddeld neemt het aantal boten in het gehele vaargebied met bijna 350 per jaar toe. In het IJmeer was de botengroei de afgelopen jaren het sterkst, per jaar kwamen er bijna 100 bij. Naar schatting zal in de komende decennia het aantal pleziervaartuigen in het IJsselmeer- en Randmerengebied met circa 8.000 toenemen. Voor de jaren tot 2010 wordt uitgegaan van een toename van 350 boten per jaar; voor 2010-2020 van 300 per jaar en voor 2020-2030 van 250 per jaar. Dit is een voorzichtig groeiscenario, gebaseerd op een bijgestelde prognose naar aanleiding van de economische recessie aan het begin van het decennium. Voor het IJmeer zal dat betekenen dat er tot 2030 vraag zal zijn naar 2400 extra ligplaatsen, waarvan een deel in Amsterdam. Bezettingsgraad, wachtlijsten en passanten Door de hoge bezettingsgraad van de havens aan het buitenwater van Amsterdam is een vaste ligplaats nauwelijks te vinden. De meeste havens hebben wachtlijsten en de gemiddelde wachtduur kan oplopen tot 10 jaar in bijvoorbeeld Durgerdam. De drukfactor (de hoogte van de wachtlijst in verhouding tot de totale capaciteit) is in de regio nergens zo groot als bij de Amsterdamse havens aan het buitenwater. Ruim 700 boten staan hier op de wachtlijst. Uit het recreantenonderzoek dat in de zomer van 2006 heeft plaatsgevonden, blijkt dat bijna 17% van de geïnterviewde waterrecreanten (zonder een ligplaats in Amsterdam) belangstelling heeft voor een vaste ligplaats in Amsterdam of het IJmeer. 11 Ook passanten vinden moeilijk een plek. Gezien de passagecijfers van de Oranjesluizen (ruim 80.000 per jaar) en het aantal passanten dat jaarlijks in Amsterdamse havens verblijft (circa 23.000), varen veel boten Amsterdam voorbij. Het recreantenonderzoek bevestigt dit als door 75% van de watersporters wordt aangegeven dat ze meerdere keren per jaar geen ligplaats kan krijgen om in Amsterdam te kunnen overnachten. Het aantrekken van meer passanten kan, vanwege de hoge bezettingsgraad en het beperkte aantal specifieke passantenplekken, niet zonder het toevoegen van meer ligplaatsen. In het totale IJsselmeergebied is 12,4% van de ligplaatsen specifiek voor passanten, in Amsterdam is dit slechts 3,4%, namelijk 150 ligplaatsen van de 4300. Bevolkingsconcentraties aan het water Als gevolg van de nieuwbouwontwikkelingen van IJburg en de IJ-oevers zullen in de toekomst ongeveer 80.000 mensen aan het IJ en IJmeer komen wonen. Verwacht wordt dat een deel van de bewoners belangstelling heeft voor watersportmogelijkheden en behoefte heeft aan een ligplaats al dan niet in een jachthaven. In Nederland zijn circa 200.000 zeil- en motorboten, waarvan 80% een ligplaats heeft in een jachthaven. In Nederland zijn circa 200.000 zeil- en motorboten, waarvan 80% een ligplaats heeft in een jachthaven. Dat betekent dat 1 op de 100 mensen ligplaatshouder is. Dit is een gemiddelde voor heel Nederland, dat wil zeggen dat waterrijke gebieden zoals IJburg veel hoger zullen scoren. 12 In Lelystad is de verhouding (inclusief ligplaatshouders van buiten de stad) bijvoorbeeld al 1 op 30. In een advies uit 2002 voor IJburg en Zeeburgereiland, opgesteld door Terp Beheer BV, is op basis van een enquête onder belangstellenden voor een woning op IJburg rekening gehouden met een potentiële vraag van 500 ligplaatsen vanuit het primaire woongebied (IJburg en Zeeburgereiland). 13 Dat is een zeer voorzichtige inschatting van 1 boot per 110 inwoners. Waterrecreatie Advies schatte de behoefte op IJburg hoger in, namelijk op 1 boot/ligplaats per 50 inwoners. Echter, toen IJburg 6000 inwoners telde, waren er al 600 lid van de watersportvereniging, dat is 10%! Hoewel dit inclusief gezinsleden is en mensen die geen ligplaats ambiëren, maar deelnemen aan activiteiten, is dit wel een indicatie. De 120 ligplaatsen zijn al gereserveerd en de vereniging kent inmiddels een wachtlijst. Het is aanlokkelijk om deze percentages en verhoudingsgetallen te extrapoleren naar de totale toekomstige bevolking van IJburg en de IJ-oevers, maar niet alle toekomstige woonbuurten geven direct aanleiding voor watersportmogelijkheden en niet alle inwoners zullen, gezien de ervaringcijfers in Amsterdam, een ligplaats in een jachthaven nastreven. Om het aantal potentiële ligplaatshouders te kunnen bepalen, is een voorzichtige inschatting gemaakt die uitgaat van de verhouding 1:70, gemiddeld voor de totale toekomstige bevolking van IJburg én de IJ-oevers. 14 Behoefte aan vaste en passantenligplaatsen Resumerend leveren de bovengenoemde ontwikkelingen aan de vraagkant de volgende aantallen vaste en passantenligplaatsen op: tot 2030 zijn 2400 extra ligplaatsen nodig in het vaargebied IJmeer om aan de vraag te kunnen voldoen bij de havens aan het IJ en IJmeer staan circa 700 10 Dit is exclusief het binnenwater van Amsterdam en de eerder genoemde vaargebieden in de Zaanstreek, Zuid Kennemerland, de Westeinderplassen en de Vechtstreek. 11 Advies WV IJburg. Waterrecreatie Advies, november 2005 12 Ontwikkelingsvisie jachthavens IJburg en Zeeburgereiland. Terp Beheer BV., Amersfoort, 2002; Behoefte aan aanlegvoorzieningen in IJburg. Dimensus, Breda, 2002 13 Voor deelgebieden van IJburg wordt uitgegaan van een verhouding van 1:25 14 Vaargedrag IJsselmeergebied & Waddenzee. Waterrecreatie Advies, 2002. Monitor watersport IJsselmeer- en Randmerengebied. Waterrecreatieadvies, sinds 1994. In Amsterdam is 1 op de 50 inwoners bootbezitter, maar er is slechts 1 ligplaats houder per 200 inwoners.

bootbezitters op een wachtlijst om meer passanten te kunnen opvangen, is een toename (i.c. een verdubbeling) van minimaal 150 specifieke passantenligplaatsen nodig 17% van de deelnemers aan het onderzoek Watersport Amsterdam 2006 heeft interesse in een ligplaats in Amsterdam of het IJmeer. De behoefte aan een jachtof passantenhaven is door 98% van de respondenten genoemd de verwachting is dat van de 80.000 toekomstige inwoners van IJburg en de IJ-oevers ruim 1100 een ligplaats voor hun boot wensen, waarvan tenminste 20% in een jachthaven Trends in de pleziervaart De trends in de pleziervaart worden niet alleen gekenmerkt door een kwantitatieve groei van het aantal boten en de vraag naar ligplaatsen. De kwalitatieve ontwikkelingen hebben minstens zoveel ruimtelijke consequenties. De belangrijkste trends zijn: veranderingen in het vaargedrag de groeiende vraag naar voorzieningen op de wal het groter worden van boten Staande mast Gouwzee IJsselmeer Randmeren Noordzeekanaal (deel 1) Markermeer IJmeer Noordzeekanaal (deel 2) Figuur 1. Afgelegde vaartrajecten van en naar Amsterdam een verschuiving in doelgroepen Vaargedrag In zijn algemeenheid gaat de hoge waardering voor beleving en de behoefte aan variatie gepaard met toenemende consumptieve bestedingen en ruimtelijke claims. In de watersport komt dit onder andere tot uiting in een verschuiving van het vaargedrag. De populariteit van spannende vaargebieden zoals de Waddenzee en de Noordzee neemt toe. Door de groeiende belangstelling voor het grote vaarwater varen veel watersporters via Amsterdam naar de Noordzee of het IJsselmeer en verder. Een rondje Noord- Holland is enorm geliefd. De ligging van Amsterdam op het kruispunt van deze belangrijke vaargebieden krijgt daardoor nog meer betekenis. Hoewel het IJ geen vaardoel op zich is, is het voor grotere boten de toegang tot de stad en de verbindingsweg tussen IJsselmeer en Noordzee. Voor het recreantenonderzoek Watersport Amsterdam 2006 is gekeken naar de afgelegde routes van de recreanten. Daarin valt op dat Amsterdam een rol speelt bij 55% van alle gevaren en geplande routes. In het volgende diagram zijn de trajecten vanuit en naar Amsterdam weergegeven. Van de watersporters die in Amsterdam het vragenformulier hebben ingevuld, heeft bijvoorbeeld 24% de dag ervoor gevaren of vaart de dag erop over het Noordzeekanaal. Met een deel van het Noordzeekanaal wordt bedoeld dat men halverwege afslaat, bijvoorbeeld naar Velsen-Zuid (via Zijkanaal C) of naar Zaanstad (via de Zaan). Naast de behoefte aan groot vaarwater is er een andere beweging gaande. Hoewel op het IJmeer, Markermeer en in het Randmerengebied het bootbezit gestaag toeneemt, uit zich dat niet in meer vaarbewegingen in die gebieden. Op basis van sluispassages en de jaarlijkse monitor blijkt zelfs dat het aantal geregistreerde passanten gedaald is. 15 De oorzaak is dat het aantal lange vakanties afneemt ten gunste van kortere die gecombineerd worden met activiteiten op de wal of verblijf in de haven. In veel gevallen hebben watersporters fietsen aan boord of trekken de stad in. Voor toervaarders met motorboot zijn de stranden en eilandjes in het Randmerengebied bijzonder in trek. Voor Amsterdam is dit verschillend vaargedrag een aantrekkelijke trend, omdat het vanwege de ligging van beide doelgroepen kan profiteren. Behoefte aan walvoorzieningen De toenemende behoefte aan beleving, luxe, comfort en gemak heeft niet alleen een veranderend vaargedrag tot gevolg. Het gevolg is ook een groeiende vraag naar voorzieningen. Uit het onderzoek Watersport Amsterdam 2006 blijkt dat in Amsterdam zelfs de meest elementaire voorzieningen ontbreken. Er is een tekort aan lig- en passantenplaatsen dichtbij centrumstedelijke voorzieningen. En er is vraag naar betere sanitaire voorzieningen, een watersportwinkel, een brandstofstation en meer passantenplekken in de grachten. Men vindt bovendien dat Amsterdam veel meer veilige ligplaatsen moet aanbieden. Veilig in de betekenis van toezicht, maar ook beschutte ligging en individuele boxen in plaats van het naast elkaar stapelen ( hoe gezellig dat ook is ) van meerdere schepen. De afstand van de havens tot de binnenstad is eveneens een punt van aandacht. Dit geeft aan hoe belangrijk goede (pont)verbindingen zijn en een voldoende aanbod van horeca en detailhandel in de directe omgeving van de jachthavens. Ofschoon Amsterdam zich op deze punten kan verbeteren, besteden ligplaatshouders en passanten nu al naar schatting 17 miljoen euro per jaar in de hoofdstad. 16 Driekwart van de deelnemers aan het onderzoek bezocht Amsterdam gemiddeld 2 keer per jaar met de boot, maar 20% van deze groep geeft aan niet in Amsterdam te willen overnachten in verband met onveiligheid. En 63% van de 15 De bestedingen hebben betrekking op watersport gerelateerde uitgaven zoals liggeld, winterstalling, onderhoud, brandstof, bruggeld, kosten voor overnachting en indirecte uitgaven voor boodschappen, horeca, cultuur en winkelen

deelnemers aan het onderzoek vaart Amsterdam gemiddeld 3 keer per jaar voorbij zonder te stoppen. Langer, breder en hoger Eén van de belangrijkste trends in de recreatievaart die ruimtelijke consequenties heeft is het groter worden van boten. Bovengenoemd vaargedrag is een gevolg van deze trend. Nieuwe boten in de vaargebieden Markermeer en IJmeer zijn gemiddeld 9,5 tot 10 meter lang en steeds vaker uitgerust met moderne technologie. Het IJsselmeer komt wat betreft bootlengte daar nog boven. Ook op het binnenwater neemt de bootlengte toe. Aangezien schepen meer comfort en technologie te bieden hebben, is het mogelijk dat het vaarseizoen zich uitstrekt van april tot oktober. Het aantal dagen dat per jaar gevaren wordt, neemt toe naarmate men meer op het groot vaarwater is gericht. 17 Zowel op het niveau van de haven als het vaargebied heeft het groter worden van vaartuigen consequenties: behoefte aan grotere ligplaatsen in havens en grotere wachtplaatsen bij bruggen behoefte aan dieper en ruimer vaarwater bruggen in het grote vaarwater vormen steeds meer een belemmering het vaarseizoen wordt langer Doelgroepen Aangezien het aantal grotere schepen (met zeewaardige capaciteiten) toeneemt, zijn meer buitenlanders in staat grotere afstanden af te leggen. Het aantal Belgen, Fransen en Engelsen dat per zeilschip naar Nederland komt, neemt dan ook toe. Naar verwachting zal in de komende jaren een deel van de oudere watersporters overstappen van een zeiljacht naar een motorboot en in toenemende mate om wateren vragen die gemakkelijk zijn te bevaren. Vooral de Randmeren zijn in trek bij motorkruisers. Bij grotere motorboten worden IJsselmeer en Markermeer interessant. De behoefte aan ruime ligplaatsen in of nabij overzichtelijk vaarwater zal daarom toenemen. Ook ontstaat zo behoefte aan een uitbreiding van bevaarbaar water. In tegenstelling tot de oudere watersporter is het aanschaffen van een eigen boot voor jongeren vaak niet weggelegd. Aangezien het aantal vaarbewijzen dat binnen deze groep wordt afgegeven toeneemt, liggen hier kansen voor de verhuurmarkt. Uit het onderzoek Watersport in Amsterdam 2006 blijkt de behoefte aan het huren van boten ook bij de huidige bezitters van, met name, grotere boten (die niet op het binnenwater kunnen komen) te bestaan. Van oudsher is de pleziervaart vooral een bezigheid die een sterke vertegenwoordiging van de midden en hogere inkomensgroepen laat zien. Uitbreiden naar de lagere inkomensgroepen door onder andere de verhuurmarkt een impuls te geven, is een interessante uitdaging. Als gevolg van de trends komen voor Amsterdam doelgroepen in zicht die nu nog onvoldoende bediend worden: passanten en vaste ligplaatshouders met zeewaardige jachten uit binnen- en buitenland bootbezitters op wachtlijsten in Amsterdam en de regio passanten die op zoek zijn naar een veilige plek om te overnachten en Amsterdam nu nog voorbij varen oudere watersporters die overstappen op een motorboot potentiële huurders van boten nieuwe bewoners c.q. bootbezitters aan het IJ en IJmeer De mate waarin deze doelgroepen Amsterdam als vaardoel of thuishaven kiezen, hangt af van het aanbod van ligplaatsen en de ontwikkelingen die op de korte en lange termijn van invloed zijn op de realisatie ervan. In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op de ontwikkelingen aan de aanbodkant. Samenvatting kansen en bedreigingen aan de vraagkant Kansen Het IJmeer is de afgelopen jaren de sterkste groeier wat betreft het aantal gebiedseigen pleziervaartuigen Groot potentieel passanten aanwezig dat nog niet bediend wordt Behoefte aan vaste ligplaatsen blijft onverminderd hoog Behoefte aan recreëren dichtbij huis neemt toe en biedt kansen voor de waterrecreatie Toename van woningbouwlocaties aan het water waardoor het aantal potentiële waterrecreanten mogelijk groeit: een deel zal overwegen een boot aan te schaffen of te huren Amsterdam kan profiteren van verschillend vaargedrag: van een avontuurlijk rondje Noord-Holland tot activiteiten op de wal Nieuwe doelgroepen (buitenlanders, jongeren, huurmarkt) bieden kansen voor jachthavens Bedreigingen De botengroei vlakt af onder invloed van economische ontwikkelingen Beperkte doorstroming waardoor wachtlijsten blijven bestaan Passanten wijken uit naar andere havensteden Kwaliteitseisen van de waterrecreant nemen toe: het inspelen op de behoefte aan luxe en comfort blijft noodzakelijk, maar vergt flinke investeringen 16 Uit onderzoeken naar vaargedrag constateert Waterrecreatie Advies dat watersporters die voornamelijk op de Noordzee varen de meeste dagen per jaar op het water zijn, gemiddeld 65. Uit onderzoeken naar vaargedrag constateert Waterrecreatie Advies dat watersporters die voornamelijk op de Noordzee varen de meeste dagen per jaar op het water zijn, gemiddeld 65.

4. Kansrijke locaties en realisatie van het aanbod Planontwikkelingen in de regio In het IJsselmeergebied zijn plannen voor ruim 11.000 nieuwe ligplaatsen. Een derde betreft uitbreidingsplannen bij bestaande havens; een deel van de havens kan nog binnen de bestaande havenkom ligplaatsen toe voegen; en een derde groep zijn gemeenten en projectontwikkelaars die plannen hebben voor nieuwe jachthavens. 18 Tabel 3 geeft een overzicht van de plannen in Amsterdam en de regio tot 2030. Uit de vetgedrukte tabelgegevens blijkt dat de plancapaciteit de gewenste extra capaciteit overstijgt. Dit is in plannen voor havens aan zowel het IJmeer, het Markermeer en het Gooimeer aan de orde. De grootste uitbreidingsplannen heeft Almere waar ongeveer 3000 ligplaatsen onderdeel moeten gaan uitmaken van de ontwikkeling van de kuststrook van het IJmeer. Zolang er in Almere, Amsterdam en Muiden geen havens worden gerealiseerd, profiteert Lelystad. De concurrentie met het Randmerengebied is niet groot, omdat het gebied een eigen kwaliteit heeft en een specifieke doelgroep trekt: de oudere watersporter met motorboot. Plannen en potentiële jachthavenlocaties in Amsterdam In Amsterdam is voor bijna 200 ligplaatsen verspreid over twee locaties de ruimtelijke planvorming en realisatie in gang gezet. Voor 13 andere locaties zijn jachthavens in stedenbouwkundige plannen opgenomen of is anderszins aangegeven dat waterrecreatieve functies gewenst zijn. Niet voor alle locaties is een programma uitgewerkt en soms zijn niet meer dan ideeën genoemd voor een latere ontwikkelingsfase, zoals voor de oost- en westwaartsen. In totaal gaat het om nog eens 1600 ligplaatsen. In onderstaand overzicht zijn per locatie de sterke en zwakke kenmerken aan de hand van de volgende indicatoren weergegeven: ligging bereikbaarheid doelgroepen programma wensbeeld randvoorwaarden Tabel 3. Aantal ligplaatsen en uitbreidingsplannen van havens aan buitenwater in Amsterdam en regio Vaargebied Huidig aantal ligplaatsen Plancapaciteit tot 2030 Gewenste extra capaciteit in 2030 Gewenste totale capaciteit in 2030 Amsterdam 1750* 1820 IJmeer 1710** 2890 Totaal 3460 4710 2400 5800 Markermeer 3430 3075 Gouwzee 1980 700 Totaal 5410 3775 2010 7420 IJsselmeer 10.025 1240 1175 11.200 Gooimeer 2910 1370 290 3200 * Amsterdam buitenwater 18 Bron: Monitor watersport IJsselmeergebied 2006. Waterrecreatieadvies, februari 2007

1. Buiksloterham/Johan van Hasseltkanaal 2. NDSM 3. Minervahaven Ligging Transformatiegebied (stedelijk woon/werkgebied); (toekomstige) trendy stedelijke setting; aan buitenwater (groot vaarwater, gedeeld gebruik met beroepsvaart); gunstig t.o.v. de Staande Mastroute en het Noordzeekanaal; gunstig t.o.v. binnenstad; karakteristieke industriële panden in directe omgeving. Bereikbaarheid Per auto goed bereikbaar, mogelijk parkeerdruk; pontverbinding aanwezig, bereikbaarheid met overig OV slecht; (toekomstige) bruggen kunnen doorvaart belemmeren. Doelgroepen Vaste ligplaatshouders (Amsterdamse markt; i.v.m. parkeerdruk beperkte mogelijkheden voor de regionale markt); bootlengte >7 à 8m.; passanten (regionaal, (inter)nationaal), bootlengte >9m. Programma Max. 400 ligplaatsen, circa 10% specifieke passantenligplaatsen; jachthaven gerelateerde voorzieningen zoals een havenkantoor, water- en stroomtappunten, afvalinzamelpunt, opstelplaats voor kraan, trailerhelling; horeca, detailhandel; aanhaken op cultuurhistorische aspecten, nautische bedrijvigheid en beleving. Wensbeeld Een beschutte jachthaven aan de westzijde van de stad voor vaste ligplaatshouders uit Amsterdam (en eventueel omgeving); het bieden van overnachtingsmogelijkheden voor passanten (o.a. van de Staande Mastroute) is van belang; in dit deel van de stad watersport en -recreatie stimuleren o.a. door kleinschalige nautische evenementen en verhuur van boten; in combinatie met NDSM terrein grootschalige (landelijke) nautische evenementen mogelijk; de jachthaven is geen afgesloten parkeerterrein, maar onderdeel van de stad (ook niet bootbezitters profiteren van de voorzieningen/evenementen). Randvoorwaarde Toetsing aan habitat- en vogelrichtlijn; parkeeroplossingen zoeken; veiligheidsmaatregelen treffen i.v.m. beroepsvaart; bereikbaarheid binnenstad d.m.v. ponten (dag en nacht) garanderen; mogelijkheden voor jachthavengerelateerde voorzieningen afhankelijk van de gebiedsontwikkeling van Buiksloterham en het programma bij NDSM. Ligging Transformatiegebied (stedelijk woon/werkgebied); trendy stedelijke setting; aan buitenwater (groot vaarwater, gedeeld gebruik met beroepsvaart); gunstig t.o.v. binnenstad, vrij uitzicht op de stad; ligging op het zuiden; karakteristieke industriële panden in directe omgeving. Bereikbaarheid Per auto goed bereikbaar; pontverbinding aanwezig, bereikbaarheid met overig OV slecht; (toekomstige) bruggen kunnen doorvaart belemmeren. Doelgroepen Passanten uit stad en regio, bootlengte >7 à 8m.; dagjesmensen en vakantiegangers met charterschepen, bootlengte >20m; bijzondere vaartuigen/jachtbouw. Programma Openbare aanlegplekken voor kort parkeren (NDSM midden); passantenligplaatsen (NDSM west) voor opvang vanaf de Staande Mastroute; aanlegplekken voor de chartervaart (NDSM midden); vaste ligplaatsen voor bijzondere schepen en chartervaart (NDSM midden en west); water- en stroomtappunten, afvalinzamelpunt; kleinschalige evenementen op waterplein (te water laten van bijzondere schepen); aanhaken op cultuurhistorische aspecten en beleving. Wensbeeld Kort parkeren voor passanten vanuit de stad en de regio mogelijk maken en een aantal aanlegplaatsen voor de chartervaart en bijzondere schepen toevoegen; vaste plekken bij NDSM midden vermijden i.v.m. het vrije uitzicht; eventueel vaste ligplaatsen als blijkt dat Buiksloterham geen mogelijkheden heeft; kleinschalige evenementen zoals te water laten van schepen (NDSM midden en oost; grootschalige (landelijke) nautische evenementen mogelijk maken (NDSM oost, midden en west).. Randvoorwaarde Handhaving afmeren openbare plekken regelen conform parkeren op straat; aanlegplekken chartervaart alleen i.c.m. detailhandel (in directe omgeving) mogelijk i.v.m. bevoorrading; frequente pontverbinding noodzakelijk voor passanten. Ligging Transformatiegebied (gemengd stedelijk werkgebied; aan buitenwater (groot vaarwater, gedeeld gebruik met beroepsvaart). Bereikbaarheid Afhankelijk van planontwikkeling. Doelgroepen Doelgroepen vergelijkbaar met die van de locaties Buiksloterham/ Johan van Hasseltkanaal en Zeeburgereiland. Programma Nog niet benoemd (zie wensbeeld). Wensbeeld Sterke kenmerken van de locatie zijn de strategische ligging ten opzichte van de Noordzee en het IJsselmeer, de aanwezigheid van diep vaarwater en de aanwezigheid van nautische bedrijvigheid; vanwege transformatiestatus mogelijkheid om in een vroeg stadium een regionale jachthaven in de plannen uit te werken, mits er voldoende marktvraag is of andere locaties aan de westkant uitgesteld worden of geen doorgang vinden; de locatie biedt kansen voor grootschalige nautische evenementen en andere waterrecreatieve voorzieningen (voor o.a. zwemmen, roeien en surfen); een zwak kenmerk is de relatief grote afstand tot een stedelijk woon/voorzieningengebied. Randvoorwaarde Marktvraag moet voldoende zijn; een stedelijke context is vereist, aangezien en groene setting hier niet voor de hand ligt.

4. Houthaven 5. Westerdokseiland 6. Sixhaven Ligging Transformatiegebied (gemengd woon/werkgebied); aan buitenwater (groot vaarwater, gedeeld gebruik met beroepsvaart); gunstig t.o.v. binnenstad. Bereikbaarheid Afhankelijk van planontwikkeling. Doelgroepen Vergelijkbaar met jachthavens in het Oostelijk Havengebeid en Haveneiland-Oost: buurtbewoners. Programma 100 ligplaatsen; verder nog niet benoemd (zie wensbeeld). Wensbeeld Sterke kenmerken van de locatie zijn de strategische ligging ten opzichte van verschillend vaarwater en de aanwezigheid van diep vaarwater; vanwege transformatiestatus mogelijkheid in een vroeg stadium een buurtjachthaven (inclusief de nodige basisvoorzieningen) in de plannen uit te werken; de locatie biedt kansen voor kleinschalige nautische evenementen en andere waterrecreatieve voorzieningen (voor o.a. zwemmen, roeien en surfen). Randvoorwaarde Afstemming (wat betreft doelgroepen) met andere jachthavens aan de westkant van de stad is vereist. Ligging Aan buitenwater (groot vaarwater, gedeeld gebruik met beroepsvaart); gunstig t.o.v. de Staande Mastroute en het Noordzeekanaal; gunstig t.o.v. binnenstad; centraal, trendy stedelijke setting; gemengd woonwerkgebied; goede uitvaarmogelijkheden naar groter water. Bereikbaarheid Per auto redelijk goed bereikbaar, mogelijk parkeerdruk; met OV matig bereikbaar. Doelgroepen Passanten met zeewaardige jachten uit binnen- en buitenland, bootlengte >10m. Programma 60 specifieke passantenligplaatsen; water- en stroomtappunten, afvalinzamelpunt; aanhaken op luxe en comfort. Wensbeeld Een beschutte, (sociaal) veilige haven met luxe ligplaatsen dichtbij het centrum. Randvoorwaarde Manoeuvreerruimte en boxmaten voldoende groot; sociale veiligheid waarborgen. Ligging Aan buitenwater, gunstig t.o.v. alle recreatieve vaarwegen; centraal, stedelijke setting; ligging op het zuiden. Bereikbaarheid Per auto matig bereikbaar, mogelijk parkeerdruk; bereikbaarheid met OV optimaal. Doelgroepen Passanten (regionaal, (inter)nationaal), bootlengte >9m.; beperkt aantal vaste ligplaatshouders (bestaande huurders), bootlengte >7 à 8m. Programma 150 ligplaatsen, overwegend passantenligplaatsen; jachthavengerelateerde voorzieningen; horeca; aanhaken op beleving. Wensbeeld Een recreatieve hotspot midden in het centrum van Amsterdam waar zowel bewoners als watersporters een plek vinden voor ontspanning en (waterrecreatief) vertier; een beeldbepalend gezicht voor de stad; meer zichtbaarheid van de jachthaven. Randvoorwaarde Verenigingshaven inpassen in stedelijke ontwikkeling; parkeeroplossingen zoeken; veiligheidsmaatregelen treffen i.v.m. beroepsvaart.

7. Oosterdok 8. Kompaseiland 9. Noordoostelijke IJ-oever Ligging Aan binnenwater, doorvaartbeperking; centraal, stedelijke setting. Bereikbaarheid Per auto matig bereikbaar, parkeerdruk; bereikbaarheid met OV optimaal. Doelgroepen Chartervaart, bootlengte >20m.; dagjesmensen en vakantiegangers met charterschepen ; passanten en bewoners met eigen vaartuigen, bootlengte <8m. Programma Aanlegplaatsen chartervaart; kort parkeren passanten en stadsbewoners; beperkt aantal vaste ligplaatsen chartervaart; water- en stroomtappunten, afvalinzamelpunt; kleinschalige evenementen op waterplein; aanhaken op beleving. Wensbeeld Een recreatieve hotspot midden in het centrum van Amsterdam waar zowel bewoners als toeristen en recreanten een plek vinden voor ontspanning en (waterrecreatief) vertier; kort parkeren voor passanten vanuit de stad en regio mogelijk maken; kleinschalige nautische evenementen en verhuur van boten; van een passieve naar een actieve plek. Randvoorwaarde Handhaving afmeren openbare plekken regelen conform parkeren op straat; oplossing voor huidige situatie vaste ligplaatsen chartervaart. Ligging Nog te ontwikkelen; aan buitenwater (groot vaarwater, gedeeld gebruik met beroepsvaart). Bereikbaarheid Beperkt; sterk afhankelijk van planontwikkeling. Doelgroepen Chartervaart, bootlengte >20m. Programma Vaste ligplaatsen voor charterschepen; aanhaken op nautische bedrijvigheid. Wensbeeld Een rustige, beschutte thuishaven voor de chartervaart (opvang vanuit Oosterdok?). Randvoorwaarde Beschutte ligging garanderen; dagelijkse voorzieningen in directe omgeving toevoegen; veiligheidsmaatregelen i.v.m. beroepsvaart. Ligging Transformatiegebied; aan buitenwater, groen/blauwe setting. Bereikbaarheid Sterk afhankelijk van planontwikkeling. Doelgroepen Watersporters die willen recreëren in een groene omgeving in de nabijheid van het stedelijk centrum. Programma Nog niet benoemd (zie wensbeeld). Wensbeeld Sterke kenmerken van deze locatie zijn de ligging op het zuiden, de aanwezigheid van diep vaarwater, een groene omgeving en de aanwezigheid van nautische bedrijvigheid; de locatie biedt kansen voor een jachthaven in combinatie met andere (water)recreatieve voorzieningen (waterspeeltuin). Randvoorwaarde Sterke oriëntatie (wat betreft programma) op groene omgeving door beperkte aanwezigheid van een stedelijk woon/voorzieningengebied; afstemming met andere havens aan de oostkant van de stad is vereist.