Bagage Kennis van de Nederlandse samenleving Docentenhandleiding



Vergelijkbare documenten
Toetsvragen bij domein 6 Stellen

Extra les: Verzekeringen

Handleiding Een Outlook.com-account aanmaken

Windows Live Mail downloaden en een adres instellen

Handleiding Een adres van een provider toevoegen in de app

Handleiding Een Outlook.com-account aanmaken

Projecthandleiding marketingcommunicatieplan

Microsoft Security Essentials downloaden

Handleiding Windows Live Mail 2012 downloaden en installeren

Bijlagen bij het ecologisch krachtenveld

Zwart op wit Praktische schrijfvaardigheid voor volwassenen. Extra les: Wonen. Dorothé Pietersma. u i t g e v e r ij coutinho.

Profiel van de Nederlandse overheid

Oefentekst voor het Staatsexamen

Antwoorden op de meerkeuzevragen

Antwoorden op de vragen

Toetsvragen bij domein 5 Begrijpend lezen

Oefentekst voor het Staatsexamen

Handleiding Windows Live Mail 2012 downloaden en installeren

Extra les: Internetbankieren

Oefentekst voor het Staatsexamen

Thuis in Word Antwoorden op de vragen. Hannie van Osnabrugge Marian Ponsioen-van der Hulst

Les 7 Doen: Windows Live Mail

Toetsvragen bij domein 2 Woordenschat

Toetsvragen bij domein 1 Mondelinge taalvaardigheid

Antwoorden op de vragen

Antwoorden op de vragen

Oefentekst voor het Staatsexamen

Oefentekst voor het Staatsexamen

Toetsvragen bij domein 8 Taalbeschouwing

Oefentekst voor het Staatsexamen

Webmail met Windows Live Hotmail

De kunst van cultuurmarketing. Discussievragen en stellingen

Extra les Muis en toetsenbord

Een onderzoekende houding

Sleutel bij hoofdstuk 1

Antwoorden op de vragen

Antwoorden op de vragen

In de frontlinie tussen hulp en recht. Spel Wie heeft gelijk?

Antwoorden op de vragen

De essentie van administratieve organisatie. Stappenplan offerte. Wim Fennis Jan-Pieter Schilderinck. u i t g e v e r ij coutinho.

Antwoorden op de vragen

Oefentekst voor het Staatsexamen

Leerdoelen. Conferencemanagement. Congres- en vergaderorganisatie in theorie en praktijk. John E. Moreu. u i t g e v e r ij c o u t i n h o

Recht lezen 2 Samenvatten. Weboefening 1. drs. Jacky van den Dikkenberg. u i t g e v e r ij c o u t i n h o. bussum 2015

Wegwijs in de wereld van internet

Antwoorden op de vragen

Oefentekst voor het Staatsexamen

Oefentekst voor het Staatsexamen

Aanpassingen voor Picasa versie 3.9

Antwoorden op de vragen

Bijlagen bij deel III

Spelend leren, leren spelen

Woordenlijst Nederlands Engels Hoofdstuk 6 De school

Thuis in de Wereld van Word

Outreachend werken. Handboek voor werkers in de eerste lijn. Opdrachten bij methodiek. Lia van Doorn Yvonne van Etten Mirjam Gademan

Oefentekst voor het Staatsexamen

Woordenlijst Nederlands Engels

Oefentekst voor het Staatsexamen

Woordenlijst Nederlands Engels Hoofdstuk 4 Het werk

Aanpassingen voor Picasa versie 3.9

Extra les Werken met Windows Live Mail 2012

Cursus. Netwerk versterken

Nicolien van Halem Inge Müller. Handboek studievaardigheden voor het hbo

Begeleide interne stage

i n s t a p h a n d l e i d i n g

Ik en de maatschappij. Online

i n s t a p h a n d l e i d i n g

Illustratieverantwoording bij. Van licht tot zicht. Een interdisciplinaire benadering. van visuele communicatie. Kees van Overveld

i n s t a p b o e k j e

Effectiviteit = Kwaliteit x Acceptatie Silvia Blankestijn

Training. Methodisch verzamelen van informatie

i n s t a p h a n d l e i d i n g

i n s t a p h a n d l e i d i n g

Algemene beroepsvaardigheden. Werkboek

i n s t a p h a n d l e i d i n g

i n s t a p h a n d l e i d i n g

Belastingwetgeving 2015

Vervangende opdrachten

i n s t a p b o e k j e

Wegwijs in het Indonesische woordenboek

Inleiding Administratieve Organisatie. Opgavenboek

Cursus. Onderwijs VVE 2 activerende leeromgeving

Cursus. Creëer een veilig seksueel klimaat

NEDERLANDS Spreken en gesprekken voor 1F Deel 4 van 5

Oefentekst voor het Staatsexamen

h a n d l e i d i n g

i n s t a p b o e k j e

groep Computerprogramma woordenschat

Cursus. Leren kun je leren

4. Een vervolgopleiding kiezen

Zelfstandig werken. Ajodakt. Dit antwoordenboekje hoort bij het gelijknamige werkboek van de serie

Woordenlijst Nederlands Engels

Woordenlijst Nederlands Engels

i n s t a p h a n d l e i d i n g

i n s t a p h a n d l e i d i n g

Economie en handel. Assistent logistiek. Deel 6 van 6 Inventariseert de voorraad/magazijninventaris

Transcriptie:

Bagage Kennis van de Nederlandse samenleving Docentenhandleiding Zesde, herziene druk Nelleke Koot u i t g e v e r ij c o u t i n h o c bussum 2011

Deze docentenhandleiding hoort bij de zesde, herziene uitgave van Bagage. Kennis van de Nederlandse samenleving van Nelleke Koot. 2001 Uitgeverij Coutinho b.v. Alle rechten voorbehouden. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16 h Auteurswet 1912 dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp, www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.stichtingpro.nl). Eerste druk 1998 Zesde, herziene druk 2011 Uitgeverij Coutinho Postbus 333 1400 AH Bussum info@coutinho.nl www.coutinho.nl Noot van de uitgever Wij hebben alle moeite gedaan om rechthebbenden van copyright te achterhalen. Personen of instanties die aanspraak maken op bepaalde rechten, wordt vriendelijk verzocht contact op te nemen met de uitgever. ISBN 978 90 469 0248 6 NUR 740

Inleiding Voor je ligt de handleiding behorend bij het boek Bagage Kennis van de Nederlandse samenleving. Naast veel feitelijke informatie over de Nederlandse maatschappij heeft Bagage nog een andere dimensie. Veel cursisten zijn afkomstig uit samenlevingen waar vrij vaste gedragsregels bestaan. De Nederlandse maatschappij kent een relatief grote vrijheid van denken en gedrag. Cursisten maken in dit cursusboek daarom kennis met het gedifferentieerde gedachtegoed van Nederlanders. Zij leren bij zichzelf nagaan wat hun eigen mening is over allerlei onderwerpen. Bovendien zien zij dat er ook Nederlanders zijn die over een bepaald onderwerp hetzelfde denken als zij. Ze zien dat ze niet alleen staan in hun mening en dat meningsverschillen vrij normaal zijn in Nederland. Sinds 2007 wordt er in Bagage ook een duidelijke relatie gelegd tussen informatie en de praktijk. Niet alleen het op de hoogte zijn van allerlei wetenswaardigheden en regelingen, maar vooral ook het kunnen begrijpen en toepassen daarvan in de praktijk is belangrijk om te kunnen inburgeren. Inburgeren Sinds januari 2007 is de Wet Inburgering ingegaan. Om in te burgeren, moet een inburgeringexamen worden afgelegd. Dat examen bestaat uit één praktijkexamen en drie centrale examens. Het praktijkexamen bestaat uit het verzamelen van bewijzen van praktijkhandelingen (portfolio) en/of het nadoen van situaties in de praktijk (assessments). De centrale examens bestaan uit: een examen kennis van de Nederlandse samenleving; een toets gesproken Nederlands; een elektronisch praktijkexamen. De informatie in Bagage sluit aan op alle eindtermen van het examen kennis van de Nederlandse samenleving (KNS). De praktijkopdrachten bij elk hoofdstuk zijn oefeningen voor assessments (nadoen van praktijksituaties) of voor het portfolio. De werkbladen bij deze opdrachten kunnen niet direct in het portfolio. De cursisten moeten na oefening op het werkblad het originele formulier ophalen of aanvragen bij de betreffende instelling. Alleen het ingevulde originele formulier kan namelijk als bewijs dienen voor het portfolio. Veel opdrachten sluiten aan bij het elektronische praktijkexamen. Het doel Het uiteindelijke doel van de Wet Inburgering 2007 is dat de cursisten inburgeren; zij moeten zich zo goed mogelijk kunnen redden in de Nederlandse samenleving. Hiervoor hebben zij taal, kennis van de Nederlandse cultuur en vaardigheden om de taal en kennis te kunnen toepassen nodig. Bagage wil cursisten laten kennismaken met de belangrijkste onderwerpen in de Nederlandse samenleving. Daarnaast beoogt dit boek cursisten te leren deze kennis te verwerken, erop te reageren en voor zover de taalvaardigheid dit toelaat er een mening over te kunnen vormen. Voor een goede communicatie is het nodig om meningen van anderen te kunnen begrijpen. Dit alles wordt bereikt door: Docentenhandleiding bij Bagage 3/11

het aanbieden van feitelijke informatie; het aangeven van Nederlandse normen en waarden; het op een zodanige manier aanbieden van materiaal dat cursisten met een kleine Nederlands taalvaardigheid hun eigen mening kunnen geven en de mening van anderen kunnen begrijpen het aanbieden van opdrachten, die uitnodigen om kennis in de praktijk te brengen of om de kennis te presenteren aan anderen. Het niveau Nederlands Voor alle duidelijkheid: Bagage is geen NT2-cursus. Kennis van de Nederlandse samenleving heeft zijn eigen inhoudelijke doelen. De leerstof wordt in het Nederlands behandeld en kent dus al of niet verscholen NT2-effecten. Communicatieve vaardigheden als informatie opzoeken, vragen stellen, teksten lezen, een mening formuleren, antwoorden opschrijven en formulieren invullen komen veel aan de orde. Bagage is geschreven in het Nederlands niveau A2, omdat dit niveau gevraagd wordt bij het inburgeringsexamen voor nieuwkomers. Overigens wil dit niet zeggen dat alleen cursisten met niveau A2 dit boek kunnen gebruiken. In de praktijk blijkt dat cursisten met niveau A1 heel goed met de leerstof in het boek overweg kunnen. Docentenhandleiding bij Bagage 4/11

Het boek Bagage Bagage bestaat uit 10 hoofdstukken en een introductieles. Elk hoofdstuk behandelt een thema. Alle thema s zijn belangrijk voor het examenonderdeel Kennis van de Nederlandse samenleving. De thema s zijn: 1 Hoe ziet Nederland eruit? (geografie) 2 Omgaan met Nederlanders 3 Gezondheid 4 Wonen 5 Dienstverlenende instanties 6 Opvoeding en onderwijs 7 Werken 8 De geschiedenis van Nederland 9 Normen en waarden 10 Politiek 1 De introductieles Het cursusboek begint met een introductieles voor cursisten. Er wordt uitgelegd hoe het boek is opgebouwd. Er wordt verteld welke vragen de cursist kan verwachten en waar hij meer informatie kan vinden. Er staan twee oefeningen in om te leren hoe je tabellen kunt lezen en begrijpen. Daarnaast is er een intaketoets. De sleutel van deze toets staat op de website. 2 De hoofdstukken De 10 hoofdstukken bevatten korte informatieteksten, waarbij rekening is gehouden met de geringe taalvaardigheid van de cursisten. De teksten zijn waar mogelijk kort en simpel gehouden. De namen van instanties zijn niet veranderd. Ook is het formele taalgebruik niet altijd vereenvoudigd (bij aangifte doen, rijbewijs verlengen, inboedelverzekering afsluiten, enzovoort). In de praktijk moeten cursisten immers ook kunnen begrijpen wat er bedoeld wordt. Het opzoeken, vragen en de nadere uitleg van zowel medecursisten en gastsprekers als de docent maakt de lessen levendiger dan het lezen van lange teksten. Bij vrijwel alle hoofdstukken worden websites genoemd voor het opzoeken van meer informatie. Daarnaast is veel gebruikgemaakt van (aangepast) statistisch materiaal (tabellen). De bronnen van dit materiaal zijn het Sociaal Cultureel Planbureau en het Centraal Bureau voor de Statistiek. In tabellen wordt informatie snel duidelijk. Ook vinden cursisten het vaak belangrijk om harde cijfers te zien. Het gebruikte statistische materiaal geeft duidelijk de diversiteit van meningen van Nederlanders weer. De informatieteksten en statistische weergaven worden afgewisseld met verschillende vragen: vragen over de tekst; vragen of de informatie begrepen wordt; vragen over het land van herkomst; vragen naar eigen ervaring; vragen naar een eigen mening. Docentenhandleiding bij Bagage 5/11

Er is een verschil gemaakt in beantwoordingswijze van de vragen. Enerzijds zijn er vragen waarbij de cursist het antwoord op moet schrijven. Deze zijn aangegeven met een pictogram van een pen. Ook zijn er vragen waar de cursisten onderling hun ervaringen en meningen uit moeten wisselen. Deze discussievragen staan aangegeven met een pictogram van een spreekballonnetje in de marge. 3 De praktijkopdrachten (totaal meer dan 150) Achter elk hoofdstuk is een lijst met praktijkopdrachten gevoegd. De bedoeling is dat de cursist minimaal één opdracht per hoofdstuk uitvoert. Bij het werken in groepen komen er verschillende opdrachten aan de orde. De opdrachten met een * zijn bruikbaar voor het portfolio. De rollenspellen zijn oefeningen voor een eventueel assessment, gemarkeerd door een # in de kantlijn. De presentaties, discussies en andere opdrachten zijn om de leerstof beter te beheersen. Je leert het beste als je aan een ander iets uitlegt (bron: APS). Overigens zijn alle praktijkopdrachten goede oefeningen voor het leren van de Nederlandse taal. Docentenhandleiding bij Bagage 6/11

De website bij Bagage Behalve in het boek kun je ook materiaal vinden op de website (www.coutinho.nl/bagage-kns). Er is materiaal ontwikkeld voor de cursist en voor de docent. Voor de cursist zijn er aftekenlijsten, werkbladen met sleutels, (interactieve) toetsen per hoofdstuk, (interactieve) proeftoetsen Kennis van de Nederlandse samenleving en de sleutel van de intaketoets. Voor de docent is er deze docentenhandleiding en zijn er toetsen per hoofdstuk met sleutels en proeftoetsen Kennis van de Nederlandse samenleving met sleutels. 1 De aftekenlijsten (in totaal 10) Bij elk hoofdstuk is een aftekenlijst gemaakt. De eindtermen KNS zijn op de aftekenlijsten terug te vinden. De eindtermen op de aftekenlijsten zijn zo geformuleerd, dat ze bruikbaar zijn bij de zogenaamde FC-Sprint2-aanpak (zie p. 9-11 van deze docentenhandleiding). Met de aftekenlijst kan de cursist zelf controleren of hij voldoende weet en/of heeft gedaan. 2 De werkbladen (in totaal 41) Voor het maken van sommige (praktijk)opdrachten kan de cursist een werkblad gebruiken. Deze werkbladen geven meer informatie over het onderwerp of helpen de cursist bij het uitvoeren van de opdracht. Er zijn ook verschillende formulieren op werkbladen gezet. Deze formulieren lijken echt, omdat zowel de indeling als de taal gebaseerd zijn op werkelijk bestaande formulieren. Toch mogen ze alleen worden gebruikt als oefenmateriaal en mogen ze niet worden opgestuurd naar officiële instanties. Voor de werkbladen 1, 5, 11, 36, 37, 38 en 41 zijn sleutels te downloaden. 3 De toetsen per hoofdstuk (in totaal 10) Bij elk hoofdstuk hoort ook een toets. Het aantal vragen per toets is verschillend. Dit is afhankelijk van de grootte of het belang van het hoofdstuk. Met de toets kan de cursist kijken of hij de leerstof beheerst. De toetsen per hoofdstuk worden op een interactieve manier aan de cursist aangeboden op de website (www.coutinho.nl/bagage-kns). De cursist weet meteen of de vraag correct beantwoord is. Het interactieve programma berekent de score van de cursist, zodat hij gemakkelijk ziet of hij de 80 procent goed beantwoord gehaald heeft. Als de cursist 80 procent of meer van de vragen goed heeft, beheerst hij de leerstof. De toetsen zijn ook opgenomen als pdf, zodat de cursist de toetsen ook kan downloaden, printen en met de hand in kan vullen. Op de docentensite worden de toetsen per hoofdstuk alleen in pdf aangeboden, zodat deze gekopieerd kunnen worden voor de cursisten. Voor docenten zijn ook de sleutels van de toetsen beschikbaar. 4 De proeftoetsen Kennis van de Nederlandse samenleving (in totaal 3) Naast de toetsen per hoofdstuk zijn er ook 3 proeftoetsen Kennis van de Nederlandse samenleving. Deze toetsen zijn vooral gericht op het centrale examen Kennis van de Nederlandse Samenleving. Elke toets bestaat uit 100 vragen, die over alle thema s uit het boek Bagage kunnen gaan. Op elke vraag kan de cursist kiezen uit twee antwoorden. Wanneer men 85 of meer vragen goed heeft, beheerst de cursist de leerstof voldoende. De proeftoetsen zijn bedoeld als voorbereiding op het centraal examen en kan de cursist maken nadat hij alle thema s uit Bagage heeft bestudeerd, maar ook tussendoor, als de cursist denkt dat hij alles al weet. Deze proeftoetsen worden ook op dezelfde interactieve manier aangeboden als de toetsen per hoofdstuk. De cursist weet meteen of Docentenhandleiding bij Bagage 7/11

de vraag correct beantwoord is. Ook hier berekent het interactieve programma de score van de cursist, zodat hij gemakkelijk ziet of hij de 85 procent goed geantwoord gehaald heeft. De cursist kan de toetsen ook downloaden in pdf-formaat, zodat hij ze kan printen en met de hand kan invullen. Op de docentensite worden de proeftoetsen Kennis van de Nederlandse samenleving alleen in pdf aangeboden. Voor de docenten zijn ook de sleutels van de proeftoetsen beschikbaar. 5 Docentenhandleiding In dit stuk van de handleiding staan vooral adviezen voor de docent over de organisatie en didactiek. De docent Een voorwaarde is dat de docent een professional is, wat wil zeggen dat hij didactisch is geschoold voor de volwasseneneducatie. Het geven van lessen Kennis van de Nederlandse samenleving (KNS) vraagt niet speciaal om vakdocenten, maar wel om docenten die geïnteresseerd zijn in de verschillende maatschappelijke thema s. Organisatie Van groot belang is de organisatie van de KNS-lessen. Er moet ruimte zijn voor het opzoeken en bestuderen van informatie, het uitvoeren van praktijkopdrachten en het geven van presentaties. Bij het opzoeken en bestuderen kan de cursist zelfstandig en in eigen tempo werken. Voor veel praktijkopdrachten en zeker voor de presentaties heeft de cursist andere personen nodig. Het stimuleert de cursist wanneer het leren van de Nederlandse taal direct in relatie kan worden gebracht met KNS. De thema s KNS zoals die in Bagage worden aangeboden, staan op zichzelf. Er is geen vaste volgorde. Er is geen directe opbouw in taalniveau. Onderwerpen en delen van onderwerpen kunnen ook met elkaar gecombineerd worden (bijvoorbeeld: het UWV WERKbedrijf kan bij het hoofdstuk Dienstverlenende instanties worden behandeld, maar ook bij het hoofdstuk Werken ). Bij veel onderwerpen staan verwijzingen naar andere pagina s in het boek. De hoofdstukken hebben wel een opklimmende moeilijkheidsgraad wat betreft de abstractie van de onderwerpen. Zo zijn onderwerpen als gezondheid en wonen concreter dan bijvoorbeeld politiek. Didactiek Bagage gaat uit van groepslessen. De aandacht voor de eigen ervaring, het uiten van de eigen mening en het geven van presentaties vragen om samenwerking met medecursisten. Het opzoeken en bestuderen van informatie kan ook individueel of bij voldoende studievaardigheid via zelfstudie. De aftekenlijsten op de website kunnen de cursist daarbij ondersteunen. De cursist en de docent hebben het beste inzicht als het gaat om het samenstellen van de groep of subgroep. Dat kan op grond van het Nederlands taalniveau en/of studievaardigheid. Aangeraden wordt om in kleine groepjes samen te werken met medecursisten afkomstig uit verschillende taalgebieden. Op die manier is het vanzelfsprekend om in het Nederlands te communiceren. Door het werken in kleinere groepjes verwerven en verwerken de cursisten de kennis eerst met elkaar, alvorens in de grote groep op te treden. In de grote groep zal niet iedereen gemakkelijk zijn mond opendoen, terwijl een kleine groep juist tot praten uitnodigt. Docentenhandleiding bij Bagage 8/11

De FC-Sprint2-aanpak Vanaf begin 2006 is er op de afdeling Educatie van het Friesland College een vernieuwde didactische aanpak ontwikkeld met de naam FC-Sprint2. Door deze aanpak laten cursisten een ander leergedrag zien (meer eigen verantwoordelijkheid en initiatief), maar daarnaast blijkt dat er in korte tijd betere leerresultaten bij veel NT2-cursisten zijn behaald. De traditionele lessen zijn vaak gebaseerd op een lineaire methode. Experts hebben vooraf bedacht waar je moet beginnen, in welke volgorde je moet werken en welke oefeningen daarbij horen. De docent legt uit en de cursisten oefenen. De manier van leren wordt bepaald door de methode en de docent. Deze aanpak vraagt om een homogene groep iets wat niet zo eenvoudig is, zo leert de praktijk. Daardoor moet er in een dergelijke les vaak op elkaar worden gewacht en wordt de les afgestemd op de gemiddelde cursist. Bij de FC-Sprint-aanpak bepaalt de cursist zijn manier van leren zelf. Nadat de verwachting is uitgesproken kiest de cursist zelf een bron, die bij hem past (bijvoorbeeld: een boek, internet, een medecursist, filmbeelden, geluidsfragmenten, folders, oefeningen, proefexamens, een workshop, enzovoort). De cursist kiest welke manier van leren hij gaat gebruiken en ook hoeveel tijd hij aan dit onderdeel gaat besteden. Wanneer hij denkt al aan de verwachting te kunnen voldoen, de leerstof al beheerst, kan hij dit direct laten zien (bron: J. Deutekom [2008] FC-Sprint2. Grenzeloos leren. Amsterdam: Boom). FC-Sprint2 werkt met: 1 verwachtingen; 2 bronnen tijdens het leerproces 3 presentaties en/of prestaties. 1 De verwachting Aan het begin van de les (of lessenserie) wordt de verwachting uitgesproken. De verwachting wordt zo geformuleerd dat de cursist een presentatie kan geven (of het geleerde kan laten zien) aan zijn groepsgenoten of medecursisten. Er moet een duidelijke afspraak gemaakt worden wanneer de presentatie of prestatie gaat plaatsvinden. De docent zal zorgen dat de tijd, die tussen het uitspreken van de verwachting en de presentatie niet te groot is. Er moet enige tijdsdruk worden gevoeld. De aftekenlijsten bij Bagage zijn nu zo geformuleerd dat ze als verwachting kunnen worden gebruikt. De docent hoeft alleen nog maar een tijd voor de presentatie met de cursist af te spreken. 2 Leren via bronnen / het leerproces Een belangrijke verandering in het NT2-onderwijs door FC-Sprint2 is dat niet langer het boek centraal staat; een aantal jaar geleden bestonden er de zogenoemde Code-, Nieuwe buren- of IJsbrekergroepen. Door de naam van het boek of de methode te koppelen aan de groep werd er aangegeven welke methode er werd gebruikt, maar ook hoe studievaardig de cursist in deze groep ongeveer was. Bij een FC-Sprint2-aanpak gaat het niet om de methode, maar om de verwachtingen en vooral ook om de presentaties, die gegeven worden door de cursisten. Ook kunnen groepen veel heterogener worden samengesteld. Docentenhandleiding bij Bagage 9/11

Het boek Bagage is dus een van de bronnen die gebruikt kunnen worden. Naast het boek kan men de website (www.coutinho.nl/bagage-kns) raadplegen. Ook wordt er in het boek meerdere malen naar websites verwezen. En zeker niet in de laatste plaats zijn de medecursisten uitstekende bronnen. Het is niet voor niets dat er in de didactiek verwezen wordt naar het belang van groepslessen. 3 Presentaties en prestaties Bij een FC-Sprint2-aanpak is het belangrijk om veel tijd in te plannen voor de presentaties en prestaties. De presentaties zijn belangrijke leermomenten: Je leert het beste, als je aan een ander iets uitlegt (bron: APS). Natuurlijk kan er tijdens zo n presentatie van alles misgaan of wordt er soms niet aan de verwachting voldaan. Belangrijk is dan om elke presentatie te vieren. Dat kun je doen door alles wat goed gaat te benoemen, te beginnen met dat het moedig is om voor een groep te staan en wat te vertellen of te laten zien. Daarna is het zinvol om te kijken of er iets is misgegaan en zo ja, hoe dat komt, en hoe en wat we volgende keer kunnen verbeteren. Als er iets is misgegaan kan dat aan de manier van studeren liggen, maar vaak blijkt ook dat de verwachting aangepast moet worden; de verwachting is niet uitdagend genoeg of juist te hoog gesteld. Dan is het belangrijk om de verwachting aan te passen zodat deze zinvol wordt voor de individuele cursist. Een voorbeeldles met een FC-Sprint2 aanpak Tijd Programma Docent Cursist Benodigdheden 8.45-9.00 Uitspreken van de verwachting 9.00-10.00 Werken met de bronnen De docent vraagt welke verwachting de cursist om 10.45 aan zijn medecursisten gaat laten zien. De docent stimuleert cursisten die aan dezelfde verwachting willen werken om samen te werken. Hij laat zien welke bronnen er zijn. Soms zegt een cursist dat een bepaalde verwachting erg gemakkelijk is. Vraag dan om het direct te laten zien, bijvoorbeeld aan cursisten die het nog moeilijk vinden of vraag om er straks twee te presenteren. De docent observeert wat de cursist doet, wat hij kiest en hoe hij leert. Niets doen en afwachten mag niet. De docent vraagt waarom de cursist niet werkt, stimuleert hem om een bron te kiezen en helpt hem op weg. Indien gewenst kun je de verwachting aanpassen. De cursist vertelt wat hij gaat laten zien. Hij kiest een verwachting uit de lijst. De cursist is aan het werk via een van de bronnen. Aftekenlijst verwachtingen hoofdstuk 1. Minimaal 6 verschillende bronnen, bijvoorbeeld de website www. coutinho.nl/bagagekns, het boek Bagage, filmpjes, geluidsopnames oefeningen op internet, toetsen bij de hoofdstukken, praktijkopdrachten, werkbladen, een atlas, een gastdocent, medecursisten, enzovoort. Docentenhandleiding bij Bagage 10/11

10.00.10.15 Pauze Vaak werkt de cursist door. 10.15-10.45 Werken met de bronnen (zie 9.00-10.00) (zie 9.00-10.00) (zie 9.00-10.00) 10.45-11.30 Presentaties / prestaties 11.30-11.45 Nieuwe verwachting voor de volgende les uitspreken De docent beoordeelt samen met de medecursisten of er aande verwachting is voldaan. Zo ja, dan wordt deze afgetekend op het formulier. Zo nee, dan kan de cursist het de volgende keer nog eens doen (en daarna aftekenen). De docent vraagt welke verwachting de cursist volgende week gaat laten zien en maakt de verwachting passend bij de individuele cursist. Verschillende cursisten geven een presentatie, de andere vragen, geven antwoord en corrigeren. De cursist vertelt wat hij de volgende keer gaat laten zien. Aftekenlijst verwachtingen hoofdstuk 2. Tip 1 Per thema zijn er op de aftekenlijsten meerdere presentaties. Om niet steeds weer opnieuw hetzelfde te moeten aanhoren kan de docent de verwachtingen per thema over de groep verdelen. Zorg daarbij dat elke cursist een verwachting kiest of krijgt, waarbij echt wat geleerd wordt; waarbij echt een bron geraadpleegd moet worden. Tip 2 Om cursisten, die het moeilijk vinden om voor een groep te staan, tegemoet te komen kun je ze ook laten presenteren in tweetallen. Docentenhandleiding bij Bagage 11/11