Eindverslag gegevens / Final report data Dossier nummer / Dossier number: 114000092. Algemene gegevens / General information



Vergelijkbare documenten
Beleid overheid dierproeven en alternatieven

1 Algemene gegevens Gegevens zoals bij ZonMw bekend. Wilt u a.u.b. eventuele wijzigingen cursiveren.

Verklaring van Belangen

JAARVERSLAG FUNCTIONARIS EX. ART. 14 Wod NVI. (Dierproeven NVI in 2006) Bilthoven, mei 2007

Universitair Medisch Centrum. Dierexperimentencommissie Geneeskunde (DEC-GNK)

Jaarverslag 2014 Dierexperimentencommissie Rijksuniversiteit Groningen

De 3V s in de Praktijk

Subsidiebesteding wetenschappelijk onderzoek

JAARVERSLAG DIEREXPERIMENTENCOMMISSIE UNIVERSITEIT LEIDEN. Universiteit Leiden

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE?

JAARVERSLAG Dierexperimentencommissie Diergeneeskunde en Farmaceutische Wetenschappen, Scheikunde en Biologie (DEC-DGK/FSB)

Zorgondersteuningsfonds Oproep kortdurende praktijkgerelateerde onderzoeken Programma Onderzoeken in de Praktijk Vastgesteld, 19 september 2016

Vooraanmelding Minimaal

Aanvraagformulier projecten

Jaarverslag 2015 Dierexperimentencommissie Rijksuniversiteit Groningen

Tussen onafhankelijkheid, controle en haalbaarheid: Het toetsen van dierexperimenteel onderzoek in praktijk

Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma

Kootstra Talent Fellowship 2011

Samenvatting Rapport Nudging in de praktijk


Onderzoeksvoorstel voor wetenschappelijk onderzoek in het kader van de Onderzoeksagenda Veteranenzorg Defensie

praktijkseminarie de operationele aanpak valorisatieproblematiek

Kootstra Talent Fellowship 2015

Profielen deskundigheden vertegenwoordigd in de DEC. Inleiding

concept subsidieaanvraagformulier Dossiernummer Algemene gegevens Uitvoeringsprogramma Sportimpuls Subsidieronde periode 1

3 april 2014 Partnership in Clinical Trials Martijn Griep, PhD Associate Director Kwaliteit en Naleving Janssen GCO Benelux, Tilburg

Master of Psychological Research

Jaarverslag 2002 Dierexperimentencommissie (DEC) Universitair Medisch Centrum Utrecht

Systematische review naar effectieve interventies ter preventie van kindermishandeling.

Subsidieaanvraag Minimaal

Verantwoordelijk voor welzijn van mens en dier! Jaarverslag R Research Centre

Jaarverslag Dierexperimentencommissie Rijksuniversiteit Groningen

Disseminatie: artikels schrijven, presenteren en publiceren. Katrien Struyven

Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert

Aanvraag voor steun van Kom op tegen Kanker

Stichting VHAN. Reglement Wetenschapscommissie

Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie DURVEN DELEN OP WEG NAAR EEN TOEGANKELIJKE WETENSCHAP

INBRENG VAN HET PATIËNTENPERSPECTIEF BIJ HET OPSTELLEN VAN WETENSCHAPSAGENDA S - ERVARINGEN VAN [AANDOENING]PATIENTEN

Jaarverslag 2016 Dierexperimentencommissie Rijksuniversiteit Groningen

Leraar in onderzoek. Exacte Wetenschappen. Onderzoeksprogramma voor wis- en natuurkundedocenten

Reglement Wetenschapscommissie Medisch Centrum Haaglanden

Aanvraag Huntington Stimulation Grant 2017 DEADLINE 31 maart 2017, vóór uur

Toelichting bij de vragen uit de Veranderplanner. 1. Verkennen van het probleem

POST-IAS SYMPOSIUM VAN MEXICO NAAR UTRECHT UTRECHT AUGUSTUS 2019 MEETING PROSPECTUS.

Aanvraag Huntington Stimulation Grant 2019 DEADLINE 1 april 2019, vóór uur

JAARVERSLAG Dierxperimenten Commissie van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. Jaarverslag DEC KNAW 2003 "Vertrouwelijk"

Onderzoek Primair gericht op kennisvermeerdering te realiseren door fundamenteel, strategisch en toegepast onderzoek.

LUSTRUMPROGRAMMA OPLEIDING MONDZORGKUNDE UTRECHT:

NATIONALE HEPATITIS DAG

Palliatieve Zorg. Onderdeel: Kwalitatief onderzoek. Naam: Sanne Terpstra Studentennummer: Klas: 2B2

Kader notitie Academische werkplaats

Dutch Interview Protocols Vraagstellingen voor interviews

BIJ DIE WERELD WIL IK HOREN! HANS ROMKEMA 3 MAART 2010, DEN HAAG

BELEIDSPLAN. Brederodestraat VG Amsterdam Nederland. info@stichtingopen.nl Rabobank: NL44RABO

Hoe delen zorgorganisaties kennis?

Projectaanvraag/-voorstel, behorende

1a. Is de centrale doelstelling van het hele programma zorgacademie voor u duidelijk? Wat zijn volgens u de voornaamste doelstellingen?

Jaarverslag Dierexperimentencommissie Rijksuniversiteit Groningen

SIG Research Information & SURF programma Open Access OPTIMAAL BENUTTEN DOOR AFSTEMMING

Proefdieren in de wetenschap VU & VUmc

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. 3 Projectbeschrijving

Stichting Prinses Beatrix Spierfonds Algemene subsidievoorwaarden Voorwaarden geldend voor toegekende onderzoeken

Oproep tot het indienen van aanvragen promotieonderzoek voor het Programma Onderzoeken in de Praktijk

Subsidie aanvragen, wat komt daar bij kijken? (1.6) V&VN congres 5 oktober 2017, Arnhem

Jaarverslag 2017 Dierexperimentencommissie Rijksuniversiteit Groningen

Datum 19 september 2014 Betreft KNAW advies "Gebruik van niet-humane primaten (NHP) als proefdier NUT EN NOODZAAK?

Niet-technische samenvatting

Aanvraag beoordeling macrodoelmatigheid International Bachelor of Bioscience. Leiden, 17 januari 2017

Onderzoeksreglement Deliver studie

DUMMY. Aanvraag. Take-off hbo fase 1 Haalbaarheidsstudie. Project titel:

Resultaten online enquête Kennisknooppunt Stadslandbouw

ZonMw project Tools ter bevordering effectieve samenwerking preventiecuratie

Procedure ZonMw. Wout Joling Stafmedewerker Algemeen Beleid

JAARVERSLAG Dierexperimentencommissie Beroepsonderwijs Nederland

Verklaring van belangen

Projectaanvraag implementatieproject

Zorgondersteuningsfonds Oproep aanvragen (research)masteropleiding - Programma Onderzoeken in de Praktijk Vastgesteld, 19 september 2016

Bestuurlijke hantering onderzoeksbeoordelingen aan de UvT

Aanvraagformulier Subsidie Wetenschappelijk Fonds NVFB

Subsidievoorwaarden Maag Lever Darm Stichting. Zorgprojecten 2019 Leefstijl in de MDL-zorg

rendement van talent aanbevelingen voor motiverend en stimulerend loopbaanbeleid advies

DIEREXPERIMENTENCOMMISSIE BEROEPSONDERWIJS NEDERLAND JAARVERSLAG 2008 VERSLAG VAN DE ACTIVITEITEN VAN DE DIEREXPERIMENTENCOMMISSIE

WERKNEMER. Verklaring van belangen. Algemeen. Melding van belangen op farmaceutisch gebied. Tussenvoegsels

Aanvraag voor steun van Kom op tegen Kanker

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

Volkoren & gezondheid een begrijpelijk overzicht van de wetenschappelijke literatuur

Implementatie: stappen, tips en trucs

Projectplan Monitor bevordering arbeidsparticipatie ( )

EEN GEDEELDE ONDERZOEKSAGENDA VOOR BIPOLAIRE STOORNISSEN DR. BARBARA REGEER ATHENA INSTITUUT VRIJE UNIVERSITEIT AMSTERDAM

Van Tafels naar een Community Doorontwikkelen in publiek-private productie

Management summary - Flitspeiling: Week van passend onderwijs

Vooraanmelding Normaal

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Driedaagse Leergang. Kennisintensieve beleidsontwikkeling

Promotiebeurs voor leraren ste ronde

Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

Het ethisch moment van de DEC

Succesvol subsidie aanvragen

Conferentie Promoveren en promotietrajecten. VU Amsterdam, 15 mei 2013

Transcriptie:

Eindverslag gegevens / Final report data Dossier nummer / Dossier number: 114000092 DEFINITIEF Algemene gegevens / General information Programma / Programme : Subsidieronde / Subsidy round : Projecttitel / Project title : Landelijk zoeken naar en vinden van de 3 V's Projecttype / Project type : Projectleden / Project members Dr. ir. P.P.A.M. Leenaars (Projectleider en penvoerder) Functie / Position : Proefdierdeskundige Opleiding / Education : Studierichting / Subject : T : 024 361 61 61 F : E : UMC St Radboud Central Animal Laboratory Postbus 9101 6500 HB NIJMEGEN Prof. dr. M. Ritskes-Hoitinga (Bestuurlijk verantwoordelijke) Functie / Position : Directeur CDL/Hoogleraar Proefdierkunde Opleiding / Education : Studierichting / Subject : T : 024 361 61 61 F : E : UMC St Radboud Central Animal Laboratory Postbus 9101 6500 HB NIJMEGEN Ir. Y. Cuijpers (Uitvoerder) Functie / Position : junior onderzoeker Opleiding / Education : Studierichting / Subject : T : 024-3613500 F : E : UMC St Radboud Centraal Dieren Laboraotrium en 3R-Research Centre Geert Grooteplein-Noord 29 6525 EZ NIJMEGEN Ir. ing. J. van Luijk (Uitvoerder) Functie / Position : Stagiaire/Onderzoeker in Opleiding Opleiding / Education : Studierichting / Subject : T : 024-3613571 F : E : UMC St Radboud Centraal Dieren Laboraotrium en 3R-Research Centre Geert Grooteplein-Noord 29 6525 EZ NIJMEGEN Prof. dr. M. Ritskes-Hoitinga (Hoofdaanvrager) Functie / Position : Directeur CDL/Hoogleraar Proefdierkunde Opleiding / Education : Studierichting / Subject : T : 024 361 61 61 F : E : UMC St Radboud Central Animal Laboratory Postbus 9101 6500 HB NIJMEGEN Dr. ir. B. Savenije (Projectleider) Functie / Position : Post-doc Opleiding / Education : Studierichting / Subject : T : 024-3613500 F : E : UMC St Radboud Centraal Dieren Laboraotrium en 3R-Research Centre Aangemaakt door ProjectNet / Generated by ProjectNet: 02-03-2011 14:51 1

Geert Grooteplein-Noord 29 6525 EZ NIJMEGEN Dr. J.B.F. van der Valk (Projectadviseur) Functie / Position : Medewerker NCA Opleiding / Education : Studierichting / Subject : T : 030 253 20 33 F : 030 253 79 97 E : pdk@las.vet.uu.nl Eindverslag gegevens / Final report data Dossier nummer / Dossier number: 114000092 DEFINITIEF Universiteit Utrecht Faculteit der Diergeneeskunde Dier, Wetenschap en Maatschappij Postbus 80163 3508 TD UTRECHT Prof. dr. H.A.E. Zwart (Projectcommissielid) Functie / Position : Directeur ISIS/Hoogleraar Wijsbegeerte Opleiding / Education : Studierichting / Subject : T : 024 365 33 42 F : 024 355 34 50 E : Radboud Universiteit Nijmegen Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica Dierecologie en Ecofysiologie Postbus 9010 6500 GL NIJMEGEN Verslaggegevens / Report data Rapportageperiode / Reporting period van / from: 10/1/2009 tot en met / until: 10/1/2010 Nederlandse samenvatting / Summary in Dutch Onderzoekers in Nederland zijn wettelijk verplicht om de 3V s, van Vervanging, Vermindering en Verfijning, toe te passen bij dierexperimenteel onderzoek. Om de huidige werkwijze rond het zoeken, vinden en toepassen van deze 3V s in Nederland inzichtelijk te maken is door het 3R Research Centre in Nijmegen het door ZonMw gehonoreerde project uitgevoerd: 3V informatie in de praktijk - landelijk onderzoek naar het zoeken, vinden en toepassen van de 3V s (ZonMW project nummer 114000092). Methode Voor dit project zijn onderzoekers, proefdierdeskundigen en dierexperimentcommissie (DEC) leden benaderd. Zij zijn in de dagelijkse praktijk betrokken bij de aanvraag en goedkeuring van dierproeven, wat ook wettelijk vastgelegd is in de Wet op de dierproeven. In de eerste fase van het project zijn deze beroepsgroepen door middel van een enquête bevraagd over: 1) hun visie op de 3V s, 2) de 3V-informatiebronnen die zij gebruiken, 3) hoe de 3Vs in de praktijk worden toegepast en 4) wensen ten aanzien van verbetering/optimalisering van 3V-implementatie. Vervolgens is in een verdiepende workshop ingegaan op de vraag hoe het 3V-gebruik bevorderd kan worden. Resultaten Dierexperimenteel onderzoek in Nederland blijkt een gesloten wereld te zijn. Dit bleek zowel uit de moeizame verspreiding van de enquête (respondenten konden alleen indirect benaderd worden) als uit reacties uit de workshop. Niet eerder kwamen onderzoekers, proefdierdeskundigen en DEC-leden uit heel Nederland en vanuit verschillende instituten bij elkaar om over de 3V s te praten. Dit resulteerde in positieve kruisbestuiving en werd door de deelnemers als zeer positief ervaren. Belangrijke drijfveren voor toepassing van de 3V s blijken een goede instelling en motivatie van de onderzoeker te zijn. Daarnaast blijkt dat 3V-informatie vaak niet specifiek in de literatuur gezocht wordt, maar juist via persoonlijke contacten. Uit zowel de enquête als de workshop blijkt daarom veel behoefte aan (doorlopend) onderwijs over de 3V s en betere kennisuitwisseling. Aanbevelingen Het verdient de aanbeveling dat binnen verschillende organisatie lagen van het dierexperimenteel onderzoek verantwoordelijkheid genomen wordt ten aanzien van kennisuitwisseling. Dit kan betekenen dat o.a. instituten, fondsverstrekkers, DEC s en onderzoekers meer openheid geven over hun onderzoekslijnen, werkwijze en gegenereerde kennis. Kennisuitwisseling kan beter georganiseerd en gecoördineerd worden, bijvoorbeeld in de vorm van diermodel specifieke bijeenkomsten. Het NKCA zou hier een sleutelrol kunnen innemen. Daarnaast kan onderwijs bijdragen aan een goed begrip van de 3V s en het belang ervan. Het verdient dan ook de aanbeveling aan de huidige proefdierkunde cursus coördinatoren en verantwoordelijke hoogleraar proefdierkunde, deze cursus hierop af stemmen en aan te vullen met periodieke bijscholing. Wat doen wij, het 3RRC Het 3RRC werkt aan een betere ontsluiting van bestaande kennis uit de literatuur. Dit gebeurt door methode ontwikkeling en uitvoer van Systematic Reviews (SRs) van dierproeven. Een SR voorafgaand aan een onderzoek met dierexperiment(en) resulteert in een literatuuroverzicht van bestaande kennis en gecombineerde data. Dit voorkomt dat proeven onnodig herhaald Aangemaakt door ProjectNet / Generated by ProjectNet: 02-03-2011 14:51 2

DEFINITIEF worden en laat zien waar de kennishiaten zitten. Hierdoor leveren SRs een belangrijke bijdrage aan de wetenschappelijke kwaliteit van dierexperimenteel onderzoek, verminderd diergebruik en verhoogd dierenwelzijn. Bereikte resultaten / Results achieved De hoofdconclusies uit dit onderzoek bestaan uit 6 consensusstatements. Deze zijn gevormd door deelnemers (onderzoekers, proefdierdeskundigen en DEC-leden) aan een workshop waarin de enquêteresultaten uit het begin van dit project uitvoerig bediscussieerd zijn. De consensusstatements zijn gericht op verschillende onderwerpen waar verbetering mogelijk is ten aanzien van 3V-implementatie. 1. Opsplitsen terminologie 3V s en afschaffen term alternatieven Vervanging eist een andere aanpak dan vermindering en verfijning. Vervanging moet bijvoorbeeld al besloten worden voordat een onderzoekssubsidie wordt aangevraagd, vermindering en verfijning ligt meer bij de uitvoering van het onderzoek. Er is dus per V een andere aanpak nodig en het verdient de aanbeveling dit ook zo te benoemen en te communiceren. De term alternatieven duidt letterlijk alleen op vervanging, terwijl het in de volksmond synoniem aan de 3V s gezien wordt. Dit schept verwarring en resulteert mogelijk in een onterecht grote focus op vervanging, terwijl in de praktijk nu juist vooral winst behaald wordt op gebied van vermindering en verfijning. 2. Meer aandacht voor vervanging Vervanging is vaak nog onderbelicht, onder andere doordat er geen specifiek aanspreekpunt is op dit gebied, zoals de proefdierdeskundige bij verfijning en de biostatisticus voor vermindering. Het verdient daarom de aanbeveling een vervangingsdeskundige aan te stellen, die samen met een biostatisticus en proefdierdeskundige kan helpen bij het zoeken en toepassen van de 3V s, van onderzoeksaanvraag tot en met uitvoering van het dierexperiment. 3. Vergunninghouders en geldschieters aan tafel over openheid Niet alleen onderzoekers hebben een verantwoordelijkheid om open te zijn over hun resultaten, ook vergunninghouders en geldschieters kunnen bijdragen aan de openheid. Zij kunnen dit onderwerp actief opnemen in de communicatiestrategie en daarnaast richtlijnen of eisen opstellen ten aanzien van openheid door de onderzoekers. Indien nodig kan de mate van openheid gedefinieerd worden, bijvoorbeeld op het gebied van privacy of concurrentie. 4. Aandacht voor 3V s in onderwijs en bij- en nascholing De eigen motivatie van onderzoeker blijkt de belangrijkste factor bij het zoeken en toepassen van de 3V s. Het is daarom van groot belang dat er veel aandacht besteed wordt aan attitude vorming en nut en noodzaak van de 3V s in onderwijs. Daarnaast blijkt er behoefte aan periodieke bijscholing op proefdierkundig gebied, ook in deze vorm van onderwijs kunnen de 3V s een prominente plaats krijgen en onderzoekers motiveren en helpen deze toe te passen in de praktijk. 5. Laagdrempelige kennisuitwisseling Naast onderwijs blijkt er ook behoefte aan uitwisseling van kennis. Dit zou enerzijds kunnen op het gebied van praktische kennisuitwisseling per diermodel of per onderzoeksveld. Daarnaast zou het publiceren of openbaar maken van negatieve resultaten gerealiseerd moeten worden, zodat anderen deze proeven niet nogmaals uit te hoeven voeren. Ook het uitvoeren van Systematic Reviews, het focusgebied van het 3R Research Centre in Nijmegen, kan een waardevolle bijdrage leveren aan de optimale inzet van bestaande kennis. 6. Samenwerking en afstemming stimuleren Er is meer behoefte aan samenwerking en coördinatie binnen dierproef gerelateerd onderzoek. Het NKCA zou hier een begeleidende rol in kunnen spelen door het opzetten van een actieplan. Naast deze rapportage aan ZonMw verwerkt het 3R Research Centre deze onderzoeksresultaten ook tot wetenschappelijke artikelen voor internationale tijdschriften. Daarnaast zijn de resultaten reeds gepresenteerd op verschillende (inter)nationale congressen en zijn daar zeer positief ontvangen. Engelse samenvatting / Summary in English Eindverslag gegevens / Final report data Dossier nummer / Dossier number: 114000092 Bereikte resultaten Engels / Results achieved in English Aangemaakt door ProjectNet / Generated by ProjectNet: 02-03-2011 14:51 3

Ingediende producten / Submitted products Eindverslag gegevens / Final report data Dossier nummer / Dossier number: 114000092 DEFINITIEF Titel / Title : Improving the obtaining and use of current 3R knowledge, which way to go? Omschrijving / Description : VII World Congress on Alternatives & Animal Use in the Life Sciences, August 30- September 3, 2009, Rome Output type : Poster Maker / Produced by : Y. Cuijpers, M. Leenaars, M. Ritskes-Hoitinga Titel / Title : Implementing 3Rs in academic research : mission (im)possible!! Omschrijving / Description : VII World Congress on Alternatives & Animal Use in the Life Sciences, August 30- September 3, 2009, Rome Output type : Poster Maker / Produced by : Merel Ritskes-Hoitinga, Carlijn R Hooijmans, Yvonne Cuijpers, Hubert Eijkelenboom, Jo Curfs, Marlies Leenaars Titel / Title : 3V informatie in de praktijk Omschrijving / Description : Department of Philosophy and Science Studies (ISIS), Departmental colloquium, 7 juli 2009 Output type : Lezing Maker / Produced by : Y. Cuijpers Titel / Title : Writing effective publications in academia: mission (im)possible?! Omschrijving / Description : Laboratory Animals Science Association, Winter Meeting, November 2009, UK Output type : Lezing Maker / Produced by : CR Hooijmans, M Leenaars, Y Cuijpers, J Curfs, M Ritskes-Hoitinga. Lezing door M. Ritskes-Hoitinga. Titel / Title : A more optimal search for (3R) information for better animal experiments. Omschrijving / Description : Laboratory Animals Science Association, Winter Meeting, November 2009, UK Output type : Lezing Maker / Produced by : M Leenaars, CR Hooijmans, Y Cuijpers, M Ritskes-Hoitinga. Lezing gegeven door M. Leenaars. Titel / Title : Improving implementation of 3R knowledge - which way to go? Omschrijving / Description : Abstracts for: joint FELASA/ScandLAS symposium "New Paradigms in Laboratory Animal Science" June 14th - 17th 2010, Helsinki, Finland Output type : Abstract Maker / Produced by : J. van Luijk, Y. Cuijpers, L. van der Vaart, M. Leenaars, M. Ritskes- Hoitinga http://www.scandlas.org/felasa2010/index.htm Aangemaakt door ProjectNet / Generated by ProjectNet: 02-03-2011 14:51 4

Eindverslag gegevens / Final report data Dossier nummer / Dossier number: 114000092 DEFINITIEF Titel / Title : Improving implementation of 3R knowledge - Outcome of a national workshop Omschrijving / Description : Seminar 8 Systematic Reviews - Enhancing effective 3R search Joint FELASA/Scand-LAS symposium "New Paradigms in Laboratory Animal Science" June 14th - 17th 2010, Helsinki, Finland Output type : Presentatie Maker / Produced by : J. van Luijk http://www.scandlas.org/felasa2010/index.htm Titel / Title : Improving implementation of 3R knowledge - which way to go? Omschrijving / Description : The European LAS competition 2010 Joint FELASA/Scand-LAS symosium "New Paradigms in Laboratory Animal Science" June 14th - 17th, 2010, Helsinki, Finland Output type : Presentatie Maker / Produced by : J. van Luijk http://www.scandlas.org/felasa2010/index.htm Titel / Title : Dierverzorgers & Biotechnici - Waardevolle schakels in het toepassen van de 3V's Omschrijving / Description : Biotechnische Dagen, 9-11 november 2010, Veldhoven Output type : Presentatie Maker / Produced by : J. van Luijk http://www.biotechnischevereniging.nl Titel / Title : De 3V's in de Praktijk - Exploratief Landelijk Onderzoek ter Verbetering van het Zoeken naar en Implementeren van 3V kennis Omschrijving / Description : Eindscriptie in het kader van de minor communicatiewetenschappen binnen de Masteropleiding Dierwetenschappen, Wageningen Universiteit Output type : Rapportage Maker / Produced by : J. van Luijk, M. Leenaars, M. Pijnappel, C. van Woerkum, M. Ritskes-Hoitinga Titel / Title : Rapportage Workshop - De 3V's in de Praktijk Omschrijving / Description : Workshop Rapportage voor deelnemers, belanghebbende en geïnteresseerden. Output type : Rapportage Maker / Produced by : J. van Luijk, M. Leenaars, A. van Dongen, L. van der Vaart, M. Ritskes-Hoitinga Titel / Title : Introductie workshop 3V's in de Praktijk - Presentatie enquête resultaten Omschrijving / Description : Presentatie resultaten project fase I (enquête) ter inleiding op fase II (workshop). Output type : Lezing Maker / Produced by : J. van Luijk, M. Leenaars, L. van der Vaart, A. van Dongen, M. Ritskes-Hoitinga Aangemaakt door ProjectNet / Generated by ProjectNet: 02-03-2011 14:51 5

Eindverslag gegevens / Final report data Dossier nummer / Dossier number: 114000092 DEFINITIEF Titel / Title : De dierverzorger/biotechnicus als waardevolle schakel voor het toepassen van de 3V's Omschrijving / Description : Programma 48e congres Biotechnishce dagen 9, 10 en 11 november 2010, Veldhoven Output type : Abstract Maker / Produced by : J. van Luijk, M. Leenaars, M. Ritskes Titel / Title : 3V's in de Praktijk Workshop Omschrijving / Description : Workshop in kader van project: "3V informatie in de praktijk - landelijk onderzoek nar het zoeken, vinden en toepassen van de 3Vs" te Huize Heyendaal, Nijmegen Output type : Overig Maker / Produced by : J. van Luijk, M. Leenaars, M. Pijnappel, L. van der Vaart, A. van Dongen, M. Ritskes Titel / Title : Landelijke enquêtes en workshop rond de implementatie van de 3V s Waar is behoefte aan? Hoe komen we verder? Omschrijving / Description : ZonMw projectleiders bijeenkomst programma dierproeven begrensd, 7 februari 2010, Den Haag. Output type : Presentatie Maker / Produced by : Merel Ritskes-Hoitinga Ondertekening / Signatures Naam penvoerder-projectleider B. Savenije P.P.A.M. Leenaars Naam bestuurlijk verantwoordelijke M. Ritskes-Hoitinga Plaats en datum: Plaats en datum: Handtekening: Handtekening: Aangemaakt door ProjectNet / Generated by ProjectNet: 02-03-2011 14:51 6

De informatie bij de vragen gemarkeerd met een asterisk ( * ) gebruikt ZonMw in haar communicatie over de inhoud en voortgang van de projecten, zoals in de Projectenpoort op de ZonMw-website en andere openbare projectoverzichten. Indien bij vragen deze markering ontbreekt, betreft het informatie waar ZonMw vertrouwelijk mee omgaat. 1 Algemene gegevens Gegevens zoals bij ZonMw bekend. Wilt u a.u.b. eventuele wijzigingen cursiveren. Programma Dierproeven Begrensd II Subsidieronde Dierproeven begrensd II - ronde 2007 Projecttitel Landelijk zoeken naar en vinden van de 3 V's Aanvrager Prof. dr. M Ritskes-Hoitinga (Bestuurlijk verantwoordelijke) T: 024-3613557 F: 024-3616375 E: m.ritskes@cdl.umcn.nl Universitair Medisch Centrum St. Radboud Centraal Dierenlaboratorium Postbus 9101 6500 HB NIJMEGEN Nederland Projectleden Dr. ir. PPAM Leenaars (Projectleider en penvoerder) (november 2008 - heden, daarvoor projectcommissielid) T: 024-3619379 F: 024-3616375 E: m.leenaars@cdl.umcn.nl Universitair Medisch Centrum St. Radboud Centraal Dierenlaboratorium Postbus 9101 6500 HB NIJMEGEN Nederland Dr. ir. B Savenije (Projectleider en penvoerder) (tot november 2008, daarna projectgroep verlaten) T: 024-3613500 F: 024-3616375 E: 3RRC@.umcn.nl Universitair Medisch Centrum St. Radboud Centraal Dierenlaboratorium Postbus 9101 6500 HB NIJMEGEN Nederland Ir. Y Cuijpers (projectlid) (half 2008 december 2009, daarna projectgroep verlaten) T: 024-3613500 F: 024-3616375 E: 3RRC@.umcn.nl Universitair Medisch Centrum St. Radboud Centraal Dierenlaboratorium Postbus 9101 6500 HB NIJMEGEN Nederland Ir. J van Luijk (projectlid/stagiaire) (maart 2010 heden) T: 024-3613751 F: 024-3616375 E: J.vanLuijk@cdl.umcn.nl pag. 1

Universitair Medisch Centrum St. Radboud Centraal Dierenlaboratorium Postbus 9101 6500 HB NIJMEGEN Nederland Prof. dr. HEA Zwart (Projectcommissielid) T: 024-3652038 Radboud Universiteit Nijmegen Institute for Science, Innovation & Society Department of Philosophy & Science Studies Toernooiveld 1 6535 ED Nijmegen Nederland Dhr JBF van der Valk (Projectadviseur) T: 030-253216 Universiteit Utrecht, Faculteit der Diergeneeskunde Netherlands Centre Alternatives to Animal Use (NKCA voorheen NCA) Centre for Animals and Society Postbus 80.166 3508 TD Utrecht Nederland T Coenen (Geadviseerd bij opzet enquêtes met name DEC) T: 0421-482193 Voorzitter DEC Nijmegen Coenen Consultancy Lange Wide 37 5379 AG Lith Nederland L van der Vaart (Actief betrokken bij opzet enquêtes en workshop) T: 087-8757690 E:Lilian@vaartinnovatie.nl Kerkstraat 34 5061 EJ Oisterwijk Nederland M Pijnappel (Stagebegeleider) (maart 2010 juli 2010) T: 024 365 27 23 E: Pijnappel@society-genomics.nl Radboud Universiteit Nijmegen Centre for Society and Genomics Postbus 9010 6500 GL Nijmegen 1.1 Goedgekeurd budget 99.218 1.2 Looptijd project* Data door ZonMw goedgekeurd op basis van de subsidieaanvraag/voortgangsverslag Van startdatum: 01-11-08 tot en met einddatum: 01-10-10 1 1 Data door ZonMw goedgekeurd op basis van de subsidieaanvraag/voortgangsverslag pag. 2

2 Rapportage resultaten 2.1 Realisatie doelstelling en vraagstelling/taakstelling Formuleer de doel-/vraag-/taakstelling. Indien deze niet of grotendeels gerealiseerd is, licht dit toe: Het doel van dit project was het in kaart brengen hoe onderzoekers, proefdierdeskundigen en DEC leden (DEC = Dierexperimentencommissie) van universiteiten, onderzoeksinstituten en industrie in Nederland omgaan met het toepassen van de 3V s in dierexperimenten. Hierbij is gekeken naar de 3V zoekstrategie, de selectie van informatiebronnen, de praktische uitvoering, de zoekresultaten en verslaglegging daarvan en de implementatie van de gevonden 3V methoden in het onderzoek. Bij onderzoekers is voornamelijk gekeken naar de zoekactiviteiten, bij proefdierdeskundigen en DEC leden lag de focus op de manier van evaluatie van deze zoekactiviteiten. Ook is gekeken welke remmende en stimulerende factoren men ervaart bij de implementatie van de 3V s. Daarnaast zijn de eventuele wensen ten aanzien van het verbeteren van 3V implementatie geïnventariseerd. Uit een eerste inventarisatie bleek dat het zoekproces specifiek naar de 3Vs minimaal is. Er wordt hiervoor vrijwel geen budget uit getrokken en de meerderheid zoekt slechts ca. 1 uur naar de 3V mogelijkheden. In plaats van dieper in te gaan op de verbetering van het 3V zoekproces, wat een van de initiële doelstellingen was, is er voor gekozen om het 3V zoekproces juist verder in breedte te bekijken. Waar haalt men dan wel de 3V kennis vandaan, waar is nog behoefte aan en hoe kan 3V implementatie nog verder gestimuleerd en gefaciliteerd worden. De Delfi methode zoals beschreven in de aanvraag bleek niet geschikt om tot antwoorden op deze vragen te komen. Er is daarom gebruik gemaakt van een twee fase opzet, bestaande uit een eerste verkennende fase, gevolgd door een verdiepende fase. Allereerst zijn landelijke enquêtes onder onderzoekers, proefdierdeskundigen en DEC leden uitgezet om de huidige gang van zaken rondom het zoeken naar en implementeren van de 3V s in kaart te brengen. Deze enquêtes werden gevolgd door een verdiepende workshop, waarbij de focus lag op het in bredere zin verkennen van praktische oplossingen om de implementatie van de 3V s in onderzoek te verhogen. Vanuit het Bottom-up principe zijn aanbevelingen gedaan ter verbetering van de 3V implementatie. 2.2 Conclusies Beschrijf de belangrijkste conclusies van dit project. Een eerste conclusie, al uit de verspreiding van de enquête, is dat de proefdierkunde in Nederland een gesloten wereld is. Met name DEC leden en onderzoekers zijn moeilijk direct benaderbaar. Dit doet afbreuk aan transparantie, openheid en de mogelijkheid tot kritische evaluatie van de werkwijze binnen onderzoek met dierproeven in Nederland. Verdere toelichting volgt in paragraaf 3.1. van deze rapportage. Uit de enquêtes zelf blijkt dat de meerderheid van de respondenten vindt dat bestaande 3V mogelijkheden vaak niet toegepast worden, dat 3V informatie regelmatig niet gevonden wordt, dat er weinig tijd besteed wordt aan het zoeken naar de 3V s en dat er vrijwel nooit budget wordt vrijgemaakt voor het zoeken naar 3V informatie. Gebrek aan tijd en geld worden als belemmerende factoren gezien bij het zoeken naar 3V informatie, terwijl voldoende tijd en geld niet als stimulerende factoren worden genoemd. Optimale 3V implementatie is volgens de respondenten voornamelijk het gevolg van de motivatie van de onderzoeker. Volgend op de enquêteresultaten zijn tijdens de verdiepende workshop, ter verbetering van 3V implementatie in dierproefonderzoek, de volgende zes consensusstatements geformuleerd. Omdat deze voorvloeide uit de enquêteresultaten kunnen deze statements gezien worden als hoofdconclusies van het project. 1) Opsplitsen 3V s en afschaffen van term alternatieven. Om de 3Vs optimaal toe te kunnen passen verdient het aanbeveling de 3Vs op te splitsen in Vervanging enerzijds en Vermindering en Verfijning anderzijds. Het toepassen van Vervangingsmethoden in onderzoek behoeft een andere aanpak dan het toepassen van Vermindering- en Verfijningmethoden. Door alle 3 de V s op dezelfde manier te benaderen doet dit mogelijk onrecht aan ieder van de V s. Ten aanzien van zowel duidelijke communicatie binnen het werkveld als ook naar buiten (het publiek, PR) verdient de V van Vervanging een andere benadering dan de andere 2V s van vermindering en verfijning. pag. 3

Als een vervolg hierop is tijdens de workshop het afschaffen van de term alternatieven ter sprake gekomen. Men spreekt nogal eens over alternatieven of 3V alternatieven, wat de suggestie kan wekken dat het hier alleen gaat om daadwerkelijke Vervanging. In de praktijk is dit echter maar een klein en soms zelfs nog onderbelicht deel van de 3V s. De term alternatieven zit wereldwijd diep ingebed in de proefdierkunde. Duidelijk definiëren en bouwen aan het imago van de 3V s en de term alternatieven zou daarom een betere strategie kunnen zijn dan het afschaffen. Tijdens de workshop werd ook aangegeven dat er vaak een stoffig of geitenwollen sokken imago hangt rond de term alternatieven, mogelijk omdat men deze onbewust koppelt aan andere alternatieve zaken. Daarnaast wordt de proefdierkunde op zich als een dienstverlenend of ondergeschikt onderzoeksveld gezien. Het is daarom zaak een duidelijk beeld van zowel de 3V s, als de proefdierkunde in zijn geheel, te definiëren en uit te dragen. Beoogde actoren: Allen werkzaam/betrokken binnen dierexperimenteel onderzoek of proefdierkunde. 2) Aandacht voor Vervanging in vroeg stadium onderzoek en hoger niveau in organisatie / aanstellen van Vervangingsdeskundigen. Optimale implementatie van de 3Vs vergt verschillende expertises. Voor Vermindering en Verfijning kan bijvoorbeeld een proefdierdeskundige of een biostatisticus benaderd worden. Mogelijkheden op het gebied van Vervanging blijven echter nog al eens liggen, zo bleek uit zowel de enquête als de workshop. Om dit hiaat op te vullen zou een Vervangingsdeskundige aangesteld kunnen worden. Een ideale situatie zou dan een 3V-team zijn, bestaande uit een Vervangingsexpert voor advies bij Vervangingsmogelijkheden en een (bio)statisticus en een proefdierdeskundige voor mogelijkheden op gebied van Vermindering en Verfijning. De communicatielijn en organisatie van de Vervangingsdeskundige zou bij voorkeur vergelijkbaar zijn met die van de proefdierdeskundige. Dus direct en laagdrempelig bereikbaar waardoor korte communicatielijnen mogelijk zijn. De timing wanneer er over ieder van de V s gesproken dient te worden, blijkt cruciaal. Vervanging zou op een eerder moment en op een hoger niveau aan de orde moeten komen, zo blijkt uit de workshop. De verantwoordelijkheid voor Vervanging ligt nu bij de onderzoeker zelf. Maar doordat het ontwikkelen van vervangingsmogelijkheden veelal niet tot de eerste prioriteit van de onderzoeker behoort, blijft dit vaak liggen. Daarom zou de verantwoordelijkheid naar boven geschoven moeten worden bijvoorbeeld naar de projectleiding, de vergunninghouder en de eventuele Vervangingsexpert. Zij kunnen deze ontwikkeling wel tot een van de speerpunten binnen een organisatie maken en er vervolgens ook de benodigde middelen voor vrij maken. Beoogde actoren: Vergunninghouders, projectleiders, DEC en Wetenschappelijke Commissie binnen de organisatie, maar mogelijk ook fondsen en overheid. 3) Vergunninghouders & geldschieters aan tafel in het kader van thema s openheid en verantwoordelijkheid. De discussie over openheid binnen de proefdierkunde in Nederland is een langlopende discussie. Het gebrek aan openheid zorgt voor moeizame afstemming of samenwerking in onderzoek en roept ook veel vragen op vanuit de maatschappij. De verantwoordelijkheid voor meer openheid ligt in eerste instantie bij de onderzoekers. De vergunninghouders, fondsverstrekkers (o.a. ZonMw) en geldschieters (bijvoorbeeld stichtingen als de nier, hart en maag/darm stichting) hebben ook een verantwoordelijkheid in deze. Zij zouden de mate van openheid kunnen definiëren en eventueel ook afdwingen. Denk hierbij aan het verplicht publiceren van alle resultaten, waardoor o.a. de zogenaamde negatieve resultaten beter ontsloten kunnen worden. De mate van openheid kan gedefinieerd worden op verschillende gebieden zoals privacy en concurrentiebeding. Hierbij kan gedacht worden aan anonimiseren wanneer het om privacy gaat, en richtlijnen opstellen voor (tijdelijk) achterhouden van informatie wanneer het concurrentiebedinging betreft. Beoogde actoren: Vergunninghouders, subsidieverstrekkers en fondsen (o.a. ZonMw, maar ook: stichtingen als maag/darm, hart, kanker en nier stichting e.d.), overheid, publiek 4) Aandacht voor attitude vorming en best practice/experimental design in onderwijs en bij- en nascholing. In de cursus proefdierkunde (artikel 9 van de Wet op de dierproeven) wordt veel aandacht besteed aan de 3Vs. Deze cursus is bedoeld voor onderzoekers die in de toekomst gaan werken binnen het dierexperimenteel onderzoek. De cursus is eenmalig en wordt vaak vroeg in de loopbaan vanuit een andere discipline dan de proefdierkunde gevolgd. Tijdens de workshop werd aangegeven dat onderwijs in een continue vorm meer wenselijk zou zijn. pag. 4

Uit de enquête bleek dat eigen motivatie van de onderzoeker als een van de belangrijkste factoren werd gezien voor het optimaal toepassen van de 3Vs. De focus zou daarom op attitudevorming gericht kunnen worden in bij- of nascholing. Ook de manier van (gestandaardiseerd) werken en ontwerp van de dierproef verdienen extra aandacht in deze bij- en nascholing. In algemene zin verdient het de aanbeveling om ook in de academische opleiding meer aandacht te besteden aan attitude vorming rondom proefdiergebruik. Om de kwaliteit van dierexperimenteel onderzoek te waarborgen verdient het de aanbeveling om na- en/of bijscholingsonderwijs te verplichten. De samenleving zou dit minimaal mogen verwachten van hen die betrokken zijn bij dierexperimenteel onderzoek. Beoogde actoren: NVP, Coördinatoren en eindverantwoordelijke (hoogleraar proefdierkunde, Utrecht) cursus proefdierkunde, FELASA. Onderwijs eventueel aanvullen/uitbreiden met o.a. (bio)statisticus, vervangingsexpert. 5) Laagdrempelige kennis uitwisseling Het gebrek aan openheid belemmert de uitwisseling van kennis binnen de proefdierkunde. Bij een optimale kennisuitwisseling is men beter van elkaars werk op de hoogte, waardoor een beter afstemming van onderzoek mogelijk is. Dit kan de duplicatie van proeven en daarmee onnodig diergebruik voorkomen. Tijdens de workshop is een idee geopperd om landelijke overlegorganen per diermodel op te zetten. Professionals, kunnen zo op eenvoudige en laagdrempelige wijze, kennis en ervaring uitwisselen ten aanzien van een specifiek diermodel. Een zelfde soort structuur kan in plaats van per diermodel ook per werkveld (b.v. Alzheimer, reumatologie) opgezet worden. Dit maakt vergelijkingen en afwegingen tussen verschillende diermodellen binnen een vakgebied mogelijk. Een tweede punt dat tijdens de workshop ter sprake kwam rondom kennisuitwisseling is de publicatie van negatieve resultaten. Dit gebeurt nog maar zelden, toch kunnen deze negatieve resultaten een waardevolle bijdrage leveren aan de kennis binnen een vakgebied. Onnodige duplicatie van proeven kan ook hiermee beter voorkomen worden. Voor de publicatie van deze negatieve resultaten lijkt een belangrijke rol weggelegd te zijn voor de wetenschappelijke tijdschriften. Maar ook publicatie via wikipedia-achtige structuren of data sharing middels een (inter)nationale database zijn besproken opties. Beoogde actoren: Biotechnici, onderzoekers, proefdierdeskundigen, onderzoeksafdelingen, subsidieen fondsenverstrekkers, redactie wetenschappelijke tijdschriften 6) Samenwerking en afstemming stimuleren (communicatie) Binnen proefdierkundig Nederland lijkt er behoefte te zijn aan sturing en coördinatie. Zaken als beperkte openheid en concurrentie staan samenwerking en kennisuitwisseling in de weg. Deze remmende factoren zijn niet van vandaag op morgen opgelost, maar zijn zeker ook niet onoverkomelijk. Dit bleek uit de gedreven discussies tijdens de workshop van gemotiveerde deelnemers met verschillende achtergronden. Op het gebied van landelijke coördinatie en communicatie lijkt een sleutelrol weggelegd voor het NKCA. Het is zaak de behoeftes op gebied van samenwerking en communicatie binnen de proefdierwereld verder in kaart te brengen en er vervolgens door middel van een actieplan ook daadwerkelijk ruchtbaarheid aan te geven. Beoogde actoren: NKCA, overheid, politiek en samenleving Algemene eindconclusies Een laatste belangrijke conclusie uit dit onderzoek is dat de 3V principes in de praktijk lastig los te zien zijn van de onderzoeksvraag. 3V expertise is multidisciplinair. De verantwoordelijkheid ligt toch bij de onderzoeker zelf, die zijn/haar prioriteit hoofdzakelijk bij de onderzoeksvraag heeft liggen. Motivatie en visie om de 3V s met de onderzoeksvraag te verenigen is daarmee niet vanzelfsprekend. Daarnaast is met name uit de enquêtes gebleken dat 3V informatie vaker gezocht (en gevonden) wordt in personen. Het risico met deze impliciete kennis is dat deze van wisselende kwaliteit kan zijn binnen verschillende organisaties. In combinatie met de huidige gebrekkige open communicatie en kennisuitwisseling tussen organisaties, maakt dat de 3V s niet altijd en overal optimaal geïnventariseerd en geïmplementeerd kunnen worden. Een andere aanpak zou daarom zijn om de 3V s niet als los onderdeel te zien, maar te integreren in de onderzoeksvraag en vervolgens voorafgaande aan een dierproef de bekende literatuur systematisch te analyseren. Dit wordt ook wel een Systematic Review (SR) genoemd. SR s zijn al decennia gemeengoed binnen het klinische onderzoek en hebben daar tot een cultuuromslag en grote kwaliteitsverbetering geleid. pag. 5

2.3 Aanbevelingen Beschrijf de aanbevelingen uit dit project De aanbevelingen uit dit onderzoek om tot optimale implementatie van 3Vs in proefdieronderzoek te komen zijn drieledig. 1. Communicatie Om impliciete 3V kennis optimaal te benutten dient de communicatie en openheid binnen proefdieronderzoek verbeterd en kennisuitwisseling bevorderd te worden. Uit dit onderzoek, ervaringen van onze onderzoeksgroep en reacties van buiten blijkt hier grote behoefte aan. Zoals ook de eerder genoemde consensusstatements laten zien is er verbetering mogelijk op verschillende gebieden zoals o.a. onderwijs, kennisuitwisseling en samenwerking. Coördinatie zou hierbij in handen kunnen liggen van ZonMw (financieel) en het NKCA (inhoudelijk). 2. Inzet deskundigen op het gebied van de 3V s De kennis die bij specialisten op het gebied van de 3Vs en proefdierkunde aanwezig is, kan beter benut en ingezet worden in de vorm van bijvoorbeeld praktijkhulp en onderwijs. Hierbij kan gedacht worden aan een informatiespecialisten, (bio)statistici, proefdierdeskundigen of een eventuele vervangingsexpert. Lering kan getrokken worden uit de organisatie van de beroepsgroep proefdierdeskundigen die al goed werkt met name op het gebied van implementatie van verfijning. Coördinatie hiervan kan bijvoorbeeld lopen via de beroepsgroepen (zoals de huidige beroepsgroep proefdierdeskundigen), de NVDEC en vereniging van universitair medisch centra en universiteiten (VSNU). 3. Systematic reviews en meta-analyse Daarnaast is het van belang om bestaande literatuur en data optimaal te benutten doormiddel van het uitvoeren van systematische reviews (SRs). Het zoeken naar 3V literatuur blijkt geen hoge prioriteit te hebben, hetgeen inhoudt dat de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen mogelijk niet worden meegenomen. Vanuit wetenschappelijk oogpunt en het oogpunt van dierenwelzijn is dit niet acceptabel. SRs dragen bij aan een verhoging van de wetenschappelijke kwaliteit en aan de implementatie van de 3Vs. Investeren in methoden ontwikkeling en onderwijs is nodig om dit voor literatuur uit proefdierkundig- en aanverwant onderzoek mogelijk te maken. Het 3RRC loopt in Nederland in deze ontwikkelingen voorop en heeft dankzij ZonMw een goede basis weten te leggen. Voor de toekomst is het zaak om deze basis te verankeren en hierop verder door te bouwen en als (inter)nationaal expertisecentrum te gaan fungeren. 2.4 Carrière onderzoeker Alleen van toepassing op persoonsgebonden subsidies: Heeft er door dit project vooruitgang in functie/loopbaanontwikkeling plaatsgevonden (hogere functie, meer verantwoordelijkheid? Ja/Nee/Nog niet N.v.t. pag. 6

3 Rapportage proces Zijn in één of meer onderdelen van de door ZonMw goedgekeurde subsidieaanvraag wijzigingen opgetreden? Ja/Nee Let wel! Op grond van de subsidievoorwaarden dient een voornemen tot wijziging van de goedgekeurde subsidieaanvraag zo spoedig mogelijk schriftelijk ter goedkeuring aan ZonMw te worden voorgelegd. INDIEN JA Geef aan voor welke van de volgende onderdelen de wijziging(en) consequenties hebben: Tijdsplanning Goedgekeurde begroting Vraagstelling / taakstelling Geplande activiteiten, plan van aanpak 1 Beoogde resultaten Samenwerking Anders, nl INDIEN NEE Het niet vermelden van wijzigingen betekent volgens ZonMw dat de uitvoering plaatsvindt zoals is beschreven in de goedgekeurde subsidieaanvraag (of een door ZonMw goedgekeurde wijziging daarvan). Laat u in geval van wijzigingen het rapporteren achterwege, dan kan ZonMw op grond van de subsidievoorwaarden consequenties verbinden aan de subsidieverlening. Het is daarom van essentieel belang dat u inzichtelijk maakt of op de genoemde onderdelen de werkelijke uitvoering overeenkomt met de goedgekeurde. 1 (denk hierbij o.a. aan studieopzet, interventies, uitkomstmaten, dataverzameling, instroom respondenten/patiënten) Geef onder Toelichting op wijzigingen voor elk van de aangekruiste onderdelen zo concreet mogelijk aan waaruit de afwijkingen bestaan, wat daarvan de reden(en) zijn en beschrijf de voorgestelde oplossingen. Toelichting op wijzigingen Er is tweemaal verlening aangevraagd en gehonoreerd. Daarnaast is door vertrek van projectlid Y. Cuijpers de personele begroting veranderd. Om haar werkzaamheden op te vangen is een stagiaire en student-assistent aangetrokken die begeleid zijn door M. Leenaars (Universitair docent), waardoor de personele kosten zijn gestegen. De vraagstelling en daarmee de proefopzet is aangepast zoals beschreven in paragraaf 2.1. Door het inzetten van een twee fase opzet in plaats van de Delfi methode, zijn materiële kosten lager uitgevallen dan begroot. Op het gebied van samenwerking is er tijdens de loop van het project intensief samengewerkt met Vaart Innovatie & Kennismanagement en waar nodig is advies ingewonnen bij verschillende experts op gebied van proefdierkunde, communicatie en innovatie. 3.1 Methodologie en uitvoeringsproces Beschrijf de methodologie van het project Beschrijf zowel de kansen/succesfactoren als de problemen/belemmeringen die u bij uitvoering van het project bent tegengekomen. Heeft u tips voor collega s die een soortgelijk project (gaan) uitvoeren. Denk hierbij bijvoorbeeld aan hoe u eventuele knelpunten heeft opgelost bij bijvoorbeeld: voorbereiding, uitvoering, samenwerking, draagvlak, tijd, financiën, etc. Op basis van een eerdere enquête over dit onderwerp en de interviews met diverse personen uit het veld, zijn 3 enquêtes ontworpen, één voor onderzoekers, één voor proefdierdeskundigen en één voor DEC leden. De verspreiding van enquêtes binnen het werkveld dierproeven verliep moeizaam, o.a. doordat angst voor openheid (mogelijk door activisme) voor een slechte benaderbaarheid van met name de onderzoekers en DEC-leden heeft geleid. Onderzoekers die dierproeven uitvoeren en DEC leden zijn alleen op indirecte wijze benaderbaar. DEC leden bijvoorbeeld zijn benaderd via hun eigen DEC secretariaat dat op haar beurt weer is aangeschreven via de NVDEC. Dit heeft ertoe geleid dat de pag. 7

enquête niet alle individuele DEC leden heeft bereikt. Er is alleen een indirecte benadering mogelijk, waarbij de DEC wereld overkomt als een sterk gesloten wereld. Dit komt mede doordat de adressen van DEC secretariaten vaak niet openbaar zijn. Onderzoekers zijn benaderd via de proefdierdeskundigen, die op hun beurt weer benaderd zijn via de beroepsgroep van proefdierdeskundigen binnen de Nederlandse Vereniging Proefdierkunde (NVP). Een tweede ervaren knelpunt naast de geslotenheid was de weerstand die de enquête soms opriep binnen het werkveld. Reacties op de enquête waren soms negatief van aard, mogelijk uit angst voor verandering of angst op blootlegging van tekortkomingen. Dit resulteerde soms in een weigering tot invullen van de enquête. Ondanks dat wij in Nederland veel zaken rondom dierproeven goed geregeld hebben ontslaat ons dit niet van de plicht om voortdurend met een kritische blik naar ons eigen werkveld te kijken om kwaliteit en ethische vooruitgang te waarborgen. Bij boven genoemde knelpunten is het belangrijk om te wijzen op de eigen verantwoordelijkheid van een ieder binnen de proefdierkunde en dierproef gerelateerd onderzoek In de opzet hebben we in samenwerking met een communicatie- en een kennismanagement expert geprobeerd zo volledig mogelijk te zijn, maar ook een zo werkbaar mogelijke enquête te maken. Tevens zijn de enquêtes als pilot uitgeprobeerd. Ondanks deze inspanningen is de enquête volgens commentaren van een aantal respondenten toch te lang gebleken, hetgeen als onprettig is ervaren. Bij een toekomstige dergelijke studie raden wij aan nog kritischer met verschillende experts naar de werkbaarheid van een dergelijke enquête te kijken om zo mede het responspercentages te verhogen. Bij de workshop waren zowel proefdierdeskundigen, DEC leden als onderzoekers aanwezig, hetgeen door de aanwezigen als grote meerwaarde werd ervaren i.v.m. de kruisbestuiving over en weer. Normaliter zijn dit gescheiden circuits, het verdient aanbeveling om de groepen vaker bij elkaar te brengen. 3.2 Diversiteit Is er aandacht besteed aan relevante verschillen binnen de doelgroep naar sekse, etnische achtergrond, leeftijd en andere relevante kenmerken? Ja/Nee Indien ja, beschrijf de belangrijkste leerpunten: 3.3 Samenwerking met eindgebruikers Is er rekening gehouden met wensen en behoeften van eindgebruikers (bijvoorbeeld patiënten(organisaties), consumenten, commerciële bedrijven en publieksgroepen enz.)? Ja/Nee Is er inbreng geweest van eindgebruikers (bijvoorbeeld patiënten(organisaties), consumenten, commerciële bedrijven en publieksgroepen enz)? Ja/Nee Indien ja, beschrijf hieronder hoe dat is gebeurd. Deze studie is gebaseerd op het Bottom-up principe. Relevante beroepsgroepen uit het werkveld zijn bevraagd over de huidige gang van zaken rondom de implementatie van de 3Vs (vervanging, vermindering, verfijning) in dierproeven en actief betrokken bij de inventarisatie van mogelijkheden ter verbetering op dit gebied. 3.4 Samenwerking met intermediaire doelgroepen Is er inbreng geweest van (vertegenwoordigers van) intermediaire doelgroepen (bijvoorbeeld zorgverleners, beleidsmakers, beroeps- en brancheorganisaties enz.). Ja/Nee Indien ja, beschrijf hieronder de belangrijkste leerpunten. Bij de opzet van de enquête zijn verschillende belanghebbenden benaderd en geïnterviewd, waaronder ook een vertegenwoordigster van de dierenbescherming. Bij de opzet van de enquêtes voor DEC leden is een lid van de NVDEC bestuur nauw betrokken geweest, die de plannen ook binnen het NVDEC bestuur heeft besproken en de feedback heeft meegenomen. De projectleider Marlies Leenaars is proefdierdeskundige en lid van het bestuur van de beroepsgroep proefdierdeskundigen. pag. 8

4 Rapportage vervolg 4.1 Welke resultaten/eindproducten heeft uw project/onderzoek opgeleverd? Er zijn diverse tussenrapportages uitgebracht naar respondenten en belanghebbenden en ook zijn de resultaten van dit onderzoek al op diverse (inter)nationale congressen gepresenteerd (o.a. FELASA Helsinki 2010, Biotechnische Dagen Veldhoven 2010 en ZonMw projectleiders bijeenkomst programma dierproeven begrensd, Den Haag 2011). Momenteel worden de resultaten verwerkt tot wetenschappelijke artikelen. Het artikel rond de enquête onder onderzoekers is ter publicatie aangeboden aan ATLA. De enquêtes onder proefdierdeskundigen en DEC leden zullen binnenkort worden elders ter publicatie, evenals een artikel over de workshopresultaten. 4.1.1 Zijn de resultaten van het project bekend gemaakt bij relevante databanken? Ja/Nee Indien ja, welke? Dergelijke databanken zijn er (nog) niet binnen de proefdierkunde. 4.2 Voor welke doelgroepen zijn deze resultaten van belang? Allen die direct of indirect betrokken zijn bij dierproeven, waaronder onderzoekers, proefdierdeskundigen, informatiespecialisten, biostatistici, DEC leden en vergunninghouders, maar ook belangenorganisaties en instanties zoals NKCA, NVDEC, NVP, CCD, subsidieverstrekkers waaronder ZonMW, dierenbeschermingsorganisaties, publiek, overheid en politiek en editorial boards van wetenschappelijke tijdschriften 4.3 Welke activiteiten voor welke doelgroepen heeft u al verricht en gaat u nog uitvoeren om goede verspreiding en implementatie van de resultaten te bevorderen? Tijdens de studie zijn respondenten en belanghebbenden (beroepsgroep proefdierdeskundigen, NVP, NVDEC, etc.) steeds geïnformeerd over de tussentijdse uitkomsten. Deze zijn beschreven in (tussen)rapportages en gepresenteerd op (inter)nationale congressen. Momenteel wordt er gewerkt aan publicaties in (inter)nationale wetenschappelijke tijdschriften. Tevens heeft Merel Ritskes-Hoitinga een presentatie gegeven op de projectleiders bijeenkomst Dierproeven begrensd op 7 februari 2011 (ZonMW Den Haag). 4.4 Neemt een persoon of organisatie de nieuwe kennis, innovatie of werkwijze over, of gaat deze verder met de resultaten van het project? Nee/Misschien/Ja, zeker Indien Misschien of Ja, zeker: beantwoord ook de volgende drie vragen: 4.4.1 Vindt het vervolg plaats binnen of buiten ZonMw? Binnen ZonMw, bij het programma: Meer kennis met minder proefdieren en/of mogelijk programma Systematic Reviews dierproeven Buiten ZonMw, de volgende partijen of organisaties: Op dit moment in Nederland naast het 3RRC o.a. het NKCA. In Zwitserland is er interesse vanuit SGV en Interpharma. Het 3RRC werkt aan systematic reviews dierproeven, hetgeen ook leidt tot betere 3V implementatie. 4.4.2 Vindt het vervolg plaats in een andere fase van de kennisketen 2? Nee, het vervolg blijft in deze fase van de kennisketen: Fundamenteel onderzoek Strategisch onderzoek Toegepast onderzoek Ontwikkelprojecten Implementatieprojecten Ja, het vervolg vindt plaats in deze fase van de kennisketen: Fundamenteel onderzoek 2 ZonMw bestrijkt alle vijf fasen van de kennisketen: fundamenteel onderzoek, strategisch onderzoek, toegepast onderzoek, ontwikkelprojecten en implementatieprojecten. pag. 9

Strategisch onderzoek Toegepast onderzoek Ontwikkelprojecten Implementatieprojecten Toelichting Kunt u de antwoorden toelichten cq. onderbouwen: Ja, tijdens de workshop in mei 2010 zijn de volgende consensusstatements rond verbeterde 3V implementatie kansen in de praktijk geformuleerd: 1) Herdefiniëring 3R s in Best Practice (2Rs) en Replacement 2) Replacement op hoger abstractieniveau, in eerdere fase onderzoek en aanstellen Replacement deskundige 3) Ook vergunninghouders, wetenschapscommissies en funding bodies nemen verantwoordelijkheid tav dierproeven en openheid 4) Samenwerking en afstemming stimuleren (communicatie) meer openheid, rol NKCA en politiek 5) Kennisuitwisseling: landelijk overlegorgaan per diermodel / ziektebeeld, negatieve resultaten publiceren 6) Onderwijs en nascholing tav attitude, Best Practice en experimental design op alle niveaus in de keten Deze statements betreffen alle fasen in de kennisketen. 4.4.3 Bijdrage aan maatschappelijke ontwikkelingen Hoe krijgt dit projectresultaat een toepassing in de praktijk? Denk hierbij aan: Gebruik in richtlijnen, protocollen, standaarden, etc Gebruik in inhoud, kwaliteit of doelmatigheid van de zorg of preventie Gebruik in verandering van professionele handelen of organisatorische verandering Verandering in keuze van zorg of leefstijl van patiënt, consument, burger Gebruik in handleidingen, onderwijsmodules, leerboeken, etc Gebruik in technologische ontwikkelingen, instrumentenontwikkeling, etc Gebruik in grootschalige verbeterprogramma s zoals doorbraakprojecten, LAK, etc Ja/Nog niet, maar dat kan nog/ Nee 1) Communicatie en transparantie verbetering rond dierproeven, gecoördineerd door het NKCA, zal leiden tot een betere maatschappelijke acceptatie van de organisatie en uitvoering van dierproeven in NL. 2) Inzet van deskundigen op het gebied van de 3V s middels bijvoorbeeld praktijkhulp en onderwijs zal leiden tot meer succes bij implementeren van de 3Vs. 3) De uitvoering van Systematic Reviews en meta-analyse leiden tot een verhoging van de kwaliteit dierproeven en implementatie 3Vs. Tevens zal het ervoor zorgen dat ook de nieuwste gepubliceerde wetenschappelijke inzichten zullen worden meegenomen. Hoe krijgt dit projectresultaat een toepassing in beleid? Denk hierbij aan: Gebruik bij besluitvorming over DBC ontwikkeling, verstrekkingsregels basispakket, verzekerde pakketten, etc Gebruik in adviesrapporten, signalementen van raden, colleges, RIVM, NIVEL, CvZ, etc Gebruik in beleidsnotities VWS of NWO, intern of extern, of in beleidsbrieven aan tweede kamer Gebruik in beleidsnotities van landelijke koepels en organisaties Andere bijdrage aan zorg- of preventiebeleid, namelijk Ja/Nog niet, maar dat kan nog/ Nee Beleidsnotities VWS rond de rol van het NKCA bij communicatie, openheid en transparantie. pag. 10

Bij- en nascholing vanuit de overheid verplichten, omdat persoonlijke motivatie als belangrijkste stimulerende factor van de 3Vs wordt gezien. Hoe krijgt dit projectresultaat een commerciële toepassing? Denk hierbij aan: Gebruik van projectresultaat als te vermarkten intellectueel eigendom Octrooien, royalty regeling of andere overeenkomst mbt intelectueel eigendom Actieve betrokkenheid of interesse van bedrijf, ondernemer Nieuwe onderneming als gevolg van projectresultaat of overgang van direct bij het project betrokken personen naar zo n nieuwe onderneming Ja/Nog niet, maar dat kan nog/ Nee Toelichting Kunt u de antwoorden toelichten cq. onderbouwen: Er lopen momenteel gesprekken, deze zijn echter nog in een prematuur stadium. 5 Publicaties en producten LET OP: Denk eraan producten en publicaties te melden via Producten in ProjectNet. Hier is het mogelijk om tijdschriftartikelen, boeken, proefschriften, poster, congresbijdragen e.d. te vermelden. Titel Type Omschrijving Writing effective publications in academia: mission (im)possible?! Lezing Laboratory Animals Science Association, Winter Meeting, November 2009, UK A more optimal search for (3R) information for better animal Lezing Laboratory Animals Science Association, Winter Meeting, November 2009, UK experiments. 3V informatie in de praktijk Lezing Department of Philosophy and Science Studies (ISIS), Departmental colloquium, 7 juli 2009 Implementing 3Rs in academic research : mission (im)possible!! Poster VII World Congress on Alternatives & Animal Use in the Life Sciences, August 30- Improving the obtaining and use of current 3R knowledge, which way to go? Introductie workshop 3V's in de Praktijk - Presentatie enquête resultaten Improving implementation of 3R knowledge - which way to go? Improving implementation of 3R knowledge - Outcome of a national workshop Improving implementation of 3R knowledge - which way to go? De 3V's in de Praktijk - Exploratief Landelijk Onderzoek ter Verbetering van het Zoeken naar en Implementeren van 3V kennis Rapportage Workshop - De 3V's in de Praktijk Poster Lezing September 3, 2009, Rome VII World Congress on Alternatives & Animal Use in the Life Sciences, August 30- September 3, 2009, Rome Presentatie resultaten project fase I (enquête) ter inleiding op fase II (workshop). Abstract Abstracts for: joint FELASA/ScandLAS symposium "New Paradigms in Laboratory Animal Science" June 14th - 17th 2010, Helsinki, Finland presentatie Seminar 8 - Systematic Reviews - Enhancing effective 3R search. Joint FELASA/Scand-LAS symposium "New Paradigms in Laboratory Animal Science" June 14th - 17th 2010, Helsinki, Finland presentatie The European LAS competition 2010. Joint FELASA/Scand-LAS symosium "New Paradigms in Laboratory Animal Science" June 14th - 17th, 2010, Helsinki, Finland Rapportage Eindscriptie in het kader van de minor communicatiewetenschappen binnen de Masteropleiding Dierwetenschappen, Wageningen Universiteit Rapportage Workshop Rapportage voor deelnemers, belanghebbende en geïnteresseerden. pag. 11

Dierverzorgers & Biotechnici - Waardevolle schakels in het toepassen van de 3V's A survey on the 3Rs among scientists in the Netherlands current practice and directions for improvement Landelijke enquêtes en workshop rond de implementatie van de 3V s Waar is behoefte aan? Hoe komen we verder? presentatie Biotechnische Dagen, 9-11 november 2010, Veldhoven Artikel (Submitted) Alternatives To Laboratory Animals (ATLA) Presentatie ZonMw projectleiders bijeenkomst programma dierproeven begrensd, 7 februari 2010, Den Haag. 6 Algemene opmerkingen Ruimte om zaken te vermelden waarvan u vindt dat die voor ZonMw en/of het programma van belang kunnen zijn. ZonMW zou middels het stellen van eisen aan projecten een directe positieve invloed op de 3V implementatie kunnen uitoefenen. Een systematische analyse van de literatuur kan als standaardeis worden gesteld bij projecten waarin dierproeven plaats vinden en daarnaast ook fondsen beschikbaar stellen voor dit type werkzaamheden zoals dit al gebeurd bij trials voor klinisch onderzoek. pag. 12