pagina 1 Besluit Verontreinigingspieken Goedkeuring besluit (Vierde lezing) Context Autoverkeer De lucht in de stad is verontreinigd vanwege het autoverkeer: - 76% van de uitstoot van fijn stof (door dieselmotoren; - 55% van de uitstoot van NO 2. Het aantal afgelegde kilometer stijgt elk jaar. Tussen 1996 en 2006: In België een stijging van bijna 20%; Op de secundaire wegen in het Brussels Gewest een stijging van 43%. De stijging van het aantal afgelegde kilometer doet de technologische inspanningen inzake milieuprestaties van voertuigen teniet. Luchtkwaliteit en gezondheid Elke dag ademen wij tussen 15.000 en 20.000 liter lucht in. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ligt fijn stof aan de basis van 1.100 vroegtijdige overlijdens per jaar en de stijging van het aantal ziekenhuisopnames voor ademhalingsproblemen, allergieën en astma (CAFE Clear Air For Europe Europese Unie, 2005). Verontreinigingspiek Een verontreinigingspiek wordt gekenmerkt door een stijging van de concentratie van luchtverontreinigende stoffen, namelijk fijn stof en NO x. Door bepaalde weersomstandigheden worden die stoffen niet goed in de lucht verspreid (windstilte, thermische inversie, etc.). Verontreinigingspieken doen zich voor in de winter. (Het gaat niet om ozonpieken, die zich in de zomer voordoen). De concentraties die tijdens verontreinigingspieken bereikt worden, kunnen risico s voor de gezondheid inhouden. De pieken houden enkele uren tot enkele dagen aan. Ozonpieken zijn van een heel andere aard. Ozon is een secundair gas dat onder invloed van zonnestralen gevormd wordt uit fijn stof en NO 2, dat in de lucht aanwezig is. De maatregelen in verband met de beperking van het wegverkeer werken het ontstaan van ozon in de hand. Voor ozon zijn de dringende maatregelen dus contraproductief. Dringende maatregelen We spreken over dringende maatregelen omdat we afhankelijk zijn van de weersverwachtingen en dus over slechts 48 uur beschikken om het risico te voorspellen. Dringende maatregelen zijn niet bedoeld om de luchtkwaliteit structureel te verbeteren, maar wel om een piek van luchtverontreiniging te counteren.
pagina 2 Principe van dringende maatregelen Statistische waarnemingen van de gemiddelde luchtkwaliteit in de voorbije tien jaar tonen aan dat wanneer het autoverkeer beperkt is (tijdens het weekend is er op zaterdag 15% minder en op zondag 20% minder verkeer), ook de concentraties aan fijn stof en stikstofdioxiden in de lucht gevoelig lager liggen dan de gemiddelden op weekdagen. (zie onderstaande grafiek). City Average - Week Pattern for NO, NO 2 and PM10_EqRef Period : Average Winter "October-March" (2001/02-2002/03-2003/04-2004/05) 1,20 1,00 0,80 0,60 NO NO2 PM10_EqRef 0,40 0,20 0,00 Monday Tuesday Wednesday Thursday Friday Saturday Sunday Bron: BIM Die vaststelling wordt nog versterkt door de waarnemingen op autoloze zondagen. Tijdens autoloze dagen verbetert de luchtkwaliteit aanzienlijk. Onderstaande grafiek vergelijkt de gemiddelde concentratie van stikstofdioxiden op de Kroonlaan tijdens een normale weekdag met die op een normale zondag en op een autoloze zondag. De grafiek toont de grote invloed van het autoverkeer op de verontreinigende stoffen. IXELLES Avenue de la Couronne, 175, Kroonlaan ELSENE Average of CAR FREE Sundays, Mean Sundays and Mean Weekdays in the period 'May - September' NO 2 [µg/m 3 ] 100 80 60 40 20 0 0:30 1:30 2:30 3:30 4:30 5:30 6:30 7:30 8:30 9:30 10:30 11:30 12:30 13:30 14:30 Time in UT (Universal Time) 15:30 16:30 17:30 18:30 19:30 20:30 21:30 22:30 23:30 Bron: BIM Average "Car Free Sunday" Average "Mean Sunday" Average "Mean Weekday"
pagina 3 Deze elementen tonen dus aan dat een tijdelijke beperking van het wegverkeer een duidelijk gunstige impact heeft op de concentraties van de belangrijkste verontreinigende stoffen die aan de bron van piekperiodes van luchtverontreiniging liggen. Het principe van de dringende maatregelen bestaat erin om maatregelen voor de onmiddellijke vermindering van de uitstoot van verontreinigende stoffen toe te passen om te vermijden dat de voorspelde piek bereikt wordt. De omvang van die maatregelen varieert naargelang van de intensiteit van de te vermijden voorspelde piek. In verhouding tot de intensiteit van de voorspelde piek hebben we verschillende maatregelen ontwikkeld. De maatregelen zullen slechts ingesteld worden wanneer de uitstoot die aan de basis van een verontreinigingsperiode ligt, van endogene aard is. Als de piek te wijten is aan de aanvoer van verontreinigde lucht vanuit Duitsland of Polen, zullen de maatregelen dus niet in werking gesteld worden. De Intergewestelijke Cel voor Leefmilieu, IRCEL, beoordeelt de luchtkwaliteit, doet voorspellingen op basis van weermodellen en identificeert de risico s van de pieken. Mechanismen voor de lancering van de maatregelen Alleen pieken van twee opeenvolgende dagen worden in overweging genomen en alleen op de tweede dag van de piek worden er dringende maatregelen ingesteld. Maandag (dag -2) Dinsdag (dag -1) Woensdag (piekdag 1) Donderdag (piekdag 2) DAG -2 (inschattingsfase): Op maandag, hetzij 48 uur op voorhand, identificeert de IRCEL het risico op een verontreinigingspiek van twee opeenvolgende dagen. De cel brengt de Brusselse ministers van Leefmilieu en Mobiliteit op de hoogte. DAG -1 (informatiefase): Op dinsdag zorgt de IRCEL voor de bevestiging of de intrekking van zijn voorspellingen. De ministers brengen de operatoren (burgemeesters, politiezones, parket, MIVB, ) en de twee overige gewesten officieel op de hoogte. Tegelijkertijd lichten zij, in coördinatie met de overige gewesten, de bevolking in over de aard van de verontreiniging, de aanbevelingen (verandering van vervoersmodus) en de instelling van maatregelen op donderdag (tweede piekdag). PIEKDAG 1 (bevestigingsfase): Op woensdag bevestigt de IRCEL de voorspellingen op basis van de waarnemingen in de twee meetstations van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De ministers bevestigen de situatie aan en zorgen voor de inlichting van de operatoren en de bevolking (aard van de verontreiniging, aanbevelingen en toegepaste maatregelen op donderdag). PIEKDAG 2 (uitvoeringsfase): Op donderdag worden de maatregelen gedurende één dag toegepast. Daarnaast en los van de bepalingen van het besluit licht de IRCEL vanaf het bereiken van de concentratiedrempel van 50 µgr/m 3 PM 10 en 100 µgr/m 3 NO 2 uiterst gevoelige bevolkingsgroepen (inrichtingen voor kinderen, bejaarde personen, etc.) in.
pagina 4 Tot slot zal het Gewest jaarlijks, bij het begin van de kritieke winterperiode (eind november), de gebruikers herinneren aan het risico op verontreinigingspieken en de eventuele instelling van noodmaatregelen. Interventiedrempels Er bestaan drie interventieniveaus in functie van de drempel die door de concentraties van fijn stof (PM 10 ) en stikstofdioxiden (NO 2 ) overschreden wordt. Daggemiddelde uurconcentraties PM 10 Dagmaximum uurconcentraties NO 2 Interventiedrempel 1 71 à 100 µg/m 3 151 à 200 µg/m 3 Interventiedrempel 2 101 à 200 µg/m 3 201 à 400 µg/m 3 Interventiedrempel 3 > 200 µg/m 3 > 400 µg/m 3 Naast het bereiken van een van deze concentratiewaarden, wordt de tenuitvoerlegging van de dringende maatregelen bepaald door de duur van het geïdentificeerde piekrisico. Dit laatste moet voor twee opeenvolgende dagen voorspeld zijn en op de eerste piekdag door ten minste twee meetstations bevestigd worden. De dringende maatregelen op zich voor drempel 2 en 3 worden toegepast vanaf de tweede van de twee piekdagen. Bij elke interventiedrempel worden de bevolking en alle gebruikers ingelicht over: de aard van de piek en de gevolgen ervan voor de gezondheid; de aanbevelingen voor de te verkiezen handelingen (andere vervoersmodi dan de auto, carpooling, ecologisch rijgedrag, verwarming lager zetten, etc.); de maatregelen die genomen zullen worden (drempel 1, 2 of 3). Maatregelen betreffende interventiedrempel 1 In functie van de snelheid van de voertuigen, vertoont het emissieprofiel van verontreinigende stoffen een omgekeerde klokcurve: bij 30 km/h en minder is het voertuig vervuilender dan bij 50 km/h; bij 70 km/h en meer is het voertuig vervuilender dan bij 50 km/h. Bij een snelheid tussen 50 km/h en 60 km/h komen de minste vervuilende stoffen vrij. De maatregel wil de effectieve verkeerssnelheid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest beperken. Naast voormelde voorlichtingsmaatregelen heeft de dringende maatregel voor de eerste drempel betrekking op: de versterking van de snelheidscontroles; de snelheidsbeperking tot 50 km/h in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, met uitzondering van de Ring, waar de snelheid tot 90 km/h beperkt wordt. Sinds 2006 wordt interventiedrempel 1 met succes toegepast. De samenwerking met de gemeenten en de politiezones verloopt uitstekend.
pagina 5 Maatregelen betreffende interventiedrempel 2 Zoals hierboven beschreven is, leidt de beperking van de verkeerslast onmiddellijk tot een aanzienlijke vermindering van de uitstoot. Naast de maatregelen voor de overschrijding van drempelwaarde 1, hebben de dringende maatregelen voor de overschrijding van de tweede drempelwaarde, met uitzondering van de Ring, betrekking op: de invoering van het stelsel van wisselende nummerplaten voor auto s: alleen auto s met een nummerplaat met een even (oneven) laatste cijfer mogen rijden (0 wordt als even beschouwd); het aanbod van het openbaar vervoer wordt verhoogd en is gratis (MIVB); het verbod voor sommige vrachtwagens (>3.500 kg) om te rijden gedurende bepaalde uren (van 7.00 u. tot 10.00 u. en van 17.00 u. tot 20.00 u.). Deze vrachtwagens dragen immers voor 14,3% bij tot de emissie, terwijl ze 3,6% van de op het grondgebied van het Gewest afgelegde kilometers vertegenwoordigen. Deze maatregelen zijn niet van toepassing op prioritaire voertuigen, voertuigen bestemd voor afvalophaling, vervoer van personen (inclusief taxi s) en voertuigen van gehandicapten. Deze maatregelen zijn ook niet van toepassing op voertuigen met goede milieuprestaties, vastgesteld op basis van de ecoscore (ecoscore luchtkwaliteit van minstens 75). Tot slot maakt een daling met twee graden van de temperatuur in een gebouw het mogelijk om de uitstoot van PM en NO x met 7 tot 9% terug te dringen. Drempelwaarde 2 impliceert dat de temperatuur in de openbare gebouwen op piekdagen tot 20 beperkt wordt. Maatregelen betreffende interventiedrempel 3 Wat dit uitzonderlijk concentratieniveau betreft, behalve uitzondering (prioritaire voertuigen, voertuigen bestemd voor afvalophaling, vervoer van personen (inclusief taxi s) en voertuigen van gehandicapten), is alle autoverkeer verboden. Om de gebruikers die voor een ander vervoermiddel kiezen een alternatief te bieden, wordt het aanbod van het openbaar vervoer verhoogd en is het bovendien gratis. Tot slot veronderstellen de interventiedrempels 2 en 3 dat de temperatuur in kantoorgebouwen op piekdagen tot 20 beperkt wordt. Frequentie van verontreinigingspieken Op basis van de waarnemingen van de voorbije negen winters heeft de IRCEL voor de concentraties van PM 10 en NO 2 kunnen vaststellen dat de drempelwaarden 1, 2 en 3 in volgende omstandigheden gedurende twee opeenvolgende winterdagen bereikt worden: Drempelwaarde 1: 2 tot 3 periodes van verontreiniging per jaar (in de winter); Drempelwaarde 2: 1 periode van verontreiniging om de 2 tot 3 jaar (in de winter);
pagina 6 Drempelwaarde 3: 0 periode van verontreiniging per jaar. Informatie 1. Permanente informatie Website www.picdepollution.be waar alle mogelijke elementen toegelicht worden en concrete acties voorgesteld worden voor particulieren, ondernemingen, organisaties en transporteurs (Wat moet ik doen in geval van een verontreinigingspiek?: anticiperende acties (carpooling, fiets- of wandeltraject, etc.), voorbereidend plan voor ondernemingen (ter voorbereiding van stakingsacties van transporteurs, etc.); Inschrijving voor waarschuwingsberichten via sms en e-mail (via website); Specifieke contacten met federaties (ondernemingen, transporteurs) voor bewustmakingsacties naar de werknemers toe; Verspreiding van brochures en affiches via verschillende netwerken en kanalen. 2. Tijdelijke informatie op het ogenblik van de piek Verspreiding van communiqués naar media met een nationaal bereik (televisie, radio en dagbladpers); Waarschuwingsberichten via sms en e-mail; Informatie via verkeersredacties.