Maniok en Patatten. Omgaan met diversiteit door Afrikaanse ogen. Partners: Mwangaza vzw. Apimee vzw. Sering vzw. Antwerps Minderhedencentrum de8 vzw



Vergelijkbare documenten
Je bent je bewust van je eigen referentiekader en houdt er rekening mee dat anderen handelen vanuit hun referentiekader.

5. Kindermishandeling?

Het eiland (Uit: Allemaal anders, allemaal gelijk)

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Communiceren met je puber Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van jaar

Verbindingsactietraining

Tijdschrift Kindermishandeling April 2013 Onderwijsspecial deel 2. 8 tips voor een goed gesprek met je leerling

Diversiteit en beroepsvaardigheden Leer jezelf kennen Basishouding en diversiteit Discriminatie Gedrag bij diversiteit Pesten. Hoofdstuk 2: werken

Talenposters. Doel. Tijd. Hoe. Stap 1 MAAK JE SILHOUET

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou!

Oplossingsgerichte vragen (Het Spel van Oplossingen IKB & TS)

In onze flat (Uit: Allemaal anders, allemaal gelijk)

RONDE 1: INBREKEN IN DE KLAS Didactische praktijken ter ondersteuning van gelijke onderwijskansen in het KLEUTERONDERWIJS

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN

Voor de paboopleider. Werkvorm 9: voor de opleider (1) Reageren op discriminatie

Positieve communicatie

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

Thema. Kernelementen. Oplossingsgericht taalgebruik Voorbeeld van communiceren 10 communicatie-tips

Intercultureel leren. Workshop. Studievoormiddag 6 juni 2014

Communicatie op de werkvloer

Tot een geloofsgesprek komen. I Ontmoeten

Grenzeloze vrijheid? Discussiebijeenkomst tienerclub

DE BIBLIOTHEEK VAN JE DROMEN? groep A

Werkvormen: Basis 6.1 Kwaliteiten van een vriend Reflectie Subgroepen 30 min 6.2 Hyves-profiel Reflectie Subgroepen (digi) 20 min.

Kijk eens door een andere bril

Adviezen in een hulpverlenend gesprek: zegen of vloek? Door: Johan Clarysse, stafmedewerker Tele-Onthaal West-Vlaanderen

Ronde van Vlaanderen Omgaan met Diversiteit

= = = = = = =jáåçéêüéçéå. =téäòáàå. Het TOPOI- model

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Grenzen stellen Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van jaar

ogen en oren open! Luister je wel?

communicatie vanuit systeemtheoretisch perspectief Je kunt niet niet communiceren, besef het! (er is geen nooduitgang)

Luisteren en samenvatten

Nieuwsbrief 3 De Vreedzame School

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE

Wees duidelijk tegen je klanten

Diverse school, diverse kansen

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

Misschien zit u hier wel met de grote vraag: wat is Kerst eigenlijk?

De Inner Child meditatie

Inhoudstafel Luistermoment Centrum-West Lees dit alvorens te beginnen... 2 Doel van de activiteit... 2 Overzicht... 2 Praktische voorbereiding...

Boeren op een Kruispunt vzw. Het helpend gesprek

Mijn collega (of leidinggevende) hoort mij niet. En de werksfeer zou ook beter kunnen

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou!

Les 17 Zo zeg je dat (niet)

TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven.

Liefde, voor iedereen gelijk?

Soorten gezinnen. 2. Vakgebied en vakonderdeel: Wereldoriëntatie / Godsdienst. Eerste graad Tweede graad Derde graad

Inleiding. Autisme & Communicatie in de sport

GELIJKE KANSEN IN BELGIË HISTORISCH ONDERZOEK

Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd

Ik geef mijn grenzen aan (lessenserie Omgaan met pesten)

Wat is assertiviteit en hoe kan het je helpen met je persoonlijke wellness?

Spel: Wat heb ik geleerd dit jaar?

het recht op bescherming tegen schadelijke vormen van werk en uitbuiting het recht op onderwijs het recht op spelen en ontspanning

Niet veel mensen krijgen deze ziekte en sommige volwassenen hebben er vaak nog nooit van gehoord of weten er weinig vanaf.

PREVIEW. Probeer nu 1 dag DAVID DE JONGE JAREN VAN VIJF DAGEN: GOD, SPORT & JEZELF MET PRAKTISCHE, SPORT- EN PERSOONLIJKE VOORBEELDEN

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Moeilijke kindervragen

Vragenlijst om je Mind-set in kaart te brengen

150 Tips om kinderen te laten zien dat je om ze geeft!

Waar sta jij? (Uit: Kompas)

In gesprek gaan met ouders in verband met een vermoeden van kindermishandeling

Feedback. in hapklare brokken

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

Deze folder legt uit hoe je SNAP kan gebruiken voor een blijvende verandering.

Tuin van Heden 3 en 4 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij?

t Vuil Reclametruukske

WORD GROTER DAN DAT WAT JOU KLEIN HOUDT. Ann Weiser Cornell en Egbert Monsuur

Geweld in huis raakt kinderen. Informatie en advies voor ouders. huiselijkgeweldwb.nl cent per minuut

5. Overtuigingen. Gelijk of geluk? Carola van Bemmelen Food & Lifestylecoaching. Jouw leven op dit moment weerspiegelt exact jouw overtuigingen

Lessenserie over Taal & Respect. Klas 1 - VMBO

Wat is kindermishandeling? Hoe kan kindermishandeling stoppen? Wie kan je hierbij helpen?

Fiche 4: Hoe verhoog je je interculturele competentie?

J L. Nordwin College Competentiemeter MBO - 21st Century & Green Skills. Vaardigheden Gedragsindicatoren. 21st Century Skill - -

Niet Normaal. Hetero s zijn niet normaal, ze zijn gewoon met meer.

DO'S EN DON'TS VOOR OUDERS

Mijn lichaam is goed! Doe-opdrachten rond lichaamsbeeld voor 5-6 BaO

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN

Kinderen zonder papieren

Les 1: Kennismaking met fysieke beperkingen

Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg

Tijdens de video- hometraining worden verschillende begrippen gebruikt. In de bijlage geven we een korte omschrijving van deze begrippen.

LEEFREGELS EN IK-BEN OPVATTINGEN HERKENNEN

WANNEER EEN SPECIAAL IEMAND ALS HEEFT

KINDEREN LEKKER IN HUN VEL

Autisme in je vrije tijd

Voor kinderen die meer willen weten over echtscheidingen. uitgave 2005

Waar ik (niet) van hou

GRONDHOUDINGEN IN HET OMGAAN MET (KANSARME) MENSEN

Ik geloof, geloof ik. Levensbeschouwelijk dossier Griftland college Bovenbouw. Mijn naam en klas:

SPEELWIJZE LEIDERSCHAPSSPEL

In je kracht. Werkboek voor deelnemers

Vragen bij het prentenboek 'De tovenaar die vergat te toveren'

RECHT OP ANDERS ZIJN DOELSTELLING

glijden. Ik zie ze zachtjes wegstromen, oplossen en verdwijnen, om nooit meer terug te keren.

Compassie leven. 52 wekelijkse inspiraties vanuit Geweldloze Communicatie. PuddleDancer Press Samengesteld door Monie Doodeman

Deel het leven Johannes 4:1-30 & december 2014 Thema 4: Gebroken relaties

Adinda Keizer - Copyright 2013 Niets uit deze uitgave mag zonder toestemming van Vindjeklant.nl worden gekopieerd of gebruikt in commerciële

Discriminatie? Niet in onze school!

Naar: Raad van Europa, Compasito: Manual on Human Rights Education for Children

Instructie voor leerlingen.. 5. Gebruik van de lesbrieven. 6. Lesbrief: Wat wil je zijn en worden.. 7. Wat wil je zijn en worden.

Light up your fire voordat burnout toeslaat. Muriël Van Langenhove Psycholoog Coach Dienst Welzijn Personeel UZ Gent

Transcriptie:

Maniok en Patatten Omgaan met diversiteit door Afrikaanse ogen Educatief pakket bij de dvd Partners: Mwangaza vzw Apimee vzw Sering vzw Antwerps Minderhedencentrum de8 vzw Met dank aan de stad Antwerpen, cultuurdienst, en de Vlaamse overheid, Gelijke Kansen. www.maniok-en-patatten.be www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd 1

Inhoudstafel Inleiding...4 Hoe dvd bestellen?...6 DEEL I. Scènes, vaardigheden en werkvormen....7 1. Problemen op school!...8 Vaardigheid 1... 8 Werkvorm: Kijk naar mij als ik spreek!... 9 2. Dit is mijn kleur... 11 Vaardigheid 2... 12 Werkvorm: Wie is beter dan wie?... 12 Vaardigheid 3... 12 Werkvorm: Wie zijn ik?... 14 Extra werkvorm: De Oriënt Express... 17 3. Samen eten... 20 Vaardigheid 4... 23 Werkvorm: Ade en Mieke... 21 Extra werkvorm: Zie jij wat ik zie?... 23 Vaardigheid 5... 23 Werkvorm: Wat hebben we gemeen?... 25 4. O dierbaar België... 27 Vaardigheid 6... 28 Werkvorm: Een antwoord geven op racisme.... 28 5. Kindermishandeling?... 31 Vaardigheid 7... 32 Werkvorm: Het eiland... 32 Vaardigheid 8... 38 Werkvorm: Aan welke kant sta jij?... 38 www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd 2

DEEL II. Begrippen... 40 DEEL III. Bijlagen... 47 Bijlage 1. Afrikaanse jongeren in België... 48 Bijlage 2. Communiceren kan je leren... 53 Bijlage 3. Papa, mama en de kinderen... 58 Bijlage 4. Zoals ogen... 62 Bijlage 5. Maniok en Moambe... 65 Bijlage 6. Congo actualiteit... 68 Bijlage 7. Congo Geschiedenis... 73 Bijlage 8. De hoogvlaktes... 78 Bijlage 9. Volkslied België en Congo... 82 Bijlage 10. Propaganda via schoolboeken... 85 Bijlage 11. Medicijnmannen... 88 Bijlage 12. Aids... 91 Bijlage 13. Biopiraterij... 93 De competentie omgaan met diversiteit... 96 www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd 3

Inleiding Dit educatief pakket helpt om sociale en culturele vaardigheden te ontwikkelen om om te gaan met diversiteit. De competentie omgaan met diversiteit brengen we in de praktijk via acht vaardigheden. De inhoud van het pakket 1 competentie: omgaan met diversiteit. 8 vaardigheden: om dit brede en abstracte begrip in praktijk te brengen. werkvormen: bij elke vaardigheid hoort een werkvorm die dient om de vaardigheid duidelijk te maken aan een groep en ze in te oefenen. 1 dvd: het pakket zoemt in op 5 scénes uit de dvd. Bij deze 5 scènes werken we telkens 1 of 2 vaardigheden uit. Het staat je natuurlijk vrij om ook andere vaardigheden te koppelen aan een bepaalde scène. Want de vaardigheden zijn in realiteit verschillende aspecten van een bepaald gedrag. Ze lopen door elkaar. De website www.maniok-en-patatten.be: op de website vind je al het materiaal om met de dvd aan de slag te gaan, contactgegevens en historiek van het project. Hoe eraan beginnen? Bekijk de dvd. De beelden spreken voor zich. Geniet van de verhalen van mama Véronique, mama Lauraine en mama Elisabeth. Kijk mee door hun Afrikaanse ogen, laat je meeslepen door hun enthousiasme en humor. En leer uit hun scherpe observaties en confronterende vragen. Stel jezelf in vraag. Achtergrond en oefeningen. Als je daarna meer achtergrond wil, vind je in dit educatief pakket het aansluitende theoretische kader. Als je met het beeldmateriaal aan de slag wil met een klas of andere groep, dan bieden we je enkele werkvormen aan. www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd 4

Leren omgaan met diversiteit Omgaan met diversiteit. Het klinkt simpel en vaag tegelijkertijd. Wat wij zo gemakkelijk als omgaan met diversiteit benoemen, is alleen een beknopte samenvatting van een complexe competentie met verscheidene niveaus. Want hoe wil je omgaan met diversiteit? Wat wil je ermee bereiken? Je kan diversiteit erkennen en aanvaarden. Maar je kan ook manieren zoeken om er constructief en effectief mee aan de slag te gaan. Als je door je diverse woonbuurt loopt, kan het volstaan om al wat je hoort en ziet te aanvaarden, te nemen zoals het is. Maar als je met een multiculturele groep ouders een schoolfeest plant, moet je je constructieve vaardigheden inzetten. Hoewel omgaan met diversiteit een complexe competentie is, willen we één vaardigheid benadrukken: de dialoog. Een open en respectvolle dialoog kunnen voeren, is de basis van omgaan met diversiteit. Want telkens weer hebben mensen de dialoog nodig om elkaar te begrijpen, misverstanden op te lossen, een stap verder te raken. In wezen gaat het hier niet om iets bijzonders. Een goede dialoog betekent actief luisteren, geïnteresseerd vragen stellen en bereid zijn om je eigen standpunten in vraag te stellen. Leren omgaan met diversiteit is een permanent proces. Als je alle scènes en oefeningen van de dvd en het educatief pakket hebt doorlopen, ben je nog niet volleerd. De samenleving is dynamisch, culturen zijn niet af te bakenen en bovendien is elk individu verschillend. Je succesvolle aanpak van vandaag, kan morgen vastlopen in onbegrip en misverstanden. De belangrijkste leerschool voor je interculturele vaardigheden blijven daarom de dagelijkse contacten. Waarom inspanningen doen om actiever om te gaan met diversiteit? Nieuw samengestelde gezinnen, holebi's, thuiswerkende vaders en carrièremoeders, mensen van andere herkomst Elke persoon heeft zijn eigenheid, zijn geschiedenis. Diversiteit komen we elke dag tegen. We zitten er middenin, of we nu willen of niet. Toch aarzelen we om ons echt open te stellen voor diversiteit in de samenleving. Uit angst om onze eigenheid te verliezen. Uit angst voor de onvoorziene complexiteit die op ons af komt. Maar op een bepaald moment kan je niet terug. Diversiteit is een feit. We kunnen er beter mee leren omgaan in plaats van het thema zoveel mogelijk uit de weg te gaan. Hoever we hierin gaan, kiezen we binnen het kader van de wettelijke bepalingen, gangbare waarden en normen en economische belangen. Algemeen kunnen we die argumenten indelen in drie groepen: moreel-ethische, juridische en economische argumenten. Moreel-ethisch. Vanuit aandacht voor sociale ongelijkheid zetten mensen zich in voor gelijke kansen en een meer rechtvaardige verdeling van middelen. Heel wat organisaties, scholen, verenigingen willen hierin hun verantwoordelijkheid nemen. Ze werken aan gelijke kansen voor een divers publiek. Maar echte gelijke kansen www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd 5

kan je pas realiseren als je inzicht hebt in wat diversiteit betekent, als je mensen in hun totaliteit benadert en niet vastpint op groepskenmerken of stereotypen. Juridisch. De overheid heeft een wet- en regelgeving rond discriminatie en diversiteit ontwikkeld om ongelijkheid tussen minderheid en meerderheid weg te werken. Organisaties hebben soms aandacht voor diversiteit omdat de wet hen ertoe stimuleert of verplicht. Economisch. Meer en meer raken organisaties ervan overtuigd dat diversiteit ook effect heeft op kwaliteit en rentabiliteit. Aandacht voor diversiteit kan zorgen voor een groter cliëntenbestand. Een diverse groep medewerkers leidt vaak tot creativiteit, brengt verschillende perspectieven in huis en vormt een goede voedingsbodem om complexe problemen op te lossen. Deze drie invalshoeken staan met elkaar in verband. Meer en meer kiezen mensen voor organisaties die zich moreel-ethisch gedragen. Bedrijven die diversiteit respecteren komen positief in het nieuws waardoor hun imago en reputatie klanten en potentiële werknemers aantrekken. Bronvermeldingen werkvormen Oomkes, Frank R., Training als beroep, deel 3 oefenen van interculturele vaardigheden, Meppel: Boom, 2005. http://www.vormen.org/educatie/ http://www.vormen.org/allemaalanders/ (september 2008) http://www.vormen.org/kompas/ (september 2008) Hoe dvd bestellen? De dvd (Nederlands en Frans gesproken, met ondertiteling) kost 15 euro + 3 euro verzendingskosten. Stuur een mail naar info@de8.be met je naam, organisatie, adres, aantal exemplaren. Na ontvangst van 18 euro op het rekeningnummer van vzw de8 (001-1852112-70) met de vermelding dvd + maniok + naam krijg je de dvd opgestuurd. Meer informatie vindt u op www.maniok-en-patatten.be www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd 6

Maniok en Patatten Omgaan met diversiteit door Afrikaanse ogen DEEL I. Scènes, vaardigheden en werkvormen. www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd 7

1. Problemen op school! Een Afrikaanse jongen zorgt al een tijdje voor problemen in de klas. De leerkracht geeft hem een uitbrander en nodigt daarna de ouders uit. De moeder komt samen met twee zussen van de vader. De leerkracht wil de vader zelf zien en laat dat duidelijk merken. Op weg naar huis krijgt de moeder heel wat kritiek te verwerken van de schoonzussen waardoor ze zich helemaal ontredderd voelt. Een van de tantes neemt thuis de jongen onder handen, maar hij kent zijn rechten en belt de politie wegens mishandeling. De politie komt langs en de jongen triomfeert. Zowel de moeder, de tantes als de juf zijn bezorgd om de jongen. De moeder voelt zich verloren, ze is hopeloos op zoek naar steun maar krijgt alleen kritiek. De tantes voelen zich heel verantwoordelijk voor de zoon van hun broer en willen in hun rol als tweede papa erkend worden. De leerkracht is ten einde raad omdat ze geen vat krijgt op de jongen. Onze eigen manier van denken en handelen is niet de enige juiste. Als we tot een oplossing van een probleem willen komen, moeten we leren om het gebeuren ook te bekijken vanuit het perspectief van de andere. Ook onze eigen stijl van communiceren kan anders overkomen dan we zelf bedoelen. Pas als we ons hiervan bewust worden, kunnen we er ook aan werken. Vaardigheid 1 Je kent je eigen communicatiestijl en weet hoe anderen die ervaren. Naast de inhoud voegt ook de manier van communiceren veel toe aan de dialoog. Tot de non-verbale communicatie behoren houding, gezichtsuitdrukkingen en stemintonatie, maar ook symbolen, kledij, locatie,... Lichaamstaal gebruiken we altijd. Je kan niet niet communiceren. Iemand aankijken betekent al iets heel anders dan iemand niet aankijken. Onderzoekers schatten dat minstens 70% van de communicatie tussen mensen gebeurt via stemintonatie en lichaamstaal. Communicatiestijlen zijn persoonlijk en tegelijk beïnvloed door je sociale en culturele achtergrond. Ze maken deel uit van je referentiekader. Weet dat communicatiestijlen daarom belangrijk zijn in het omgaan met diversiteit. Theorieën of indelingen van communicatiestijlen helpen om inzicht te verwerven in je eigen communicatiestijl. Maar vooral reacties van anderen leveren waardevolle informatie op. Als je weet welk effect je communicatiestijl op anderen heeft, kan je ermee rekening houden. Je kan je dan beter voorbereiden op niet-bedoelde effecten van je communicatie. Zeker in moeilijke situaties, wanneer je een negatieve boodschap moet brengen, maakt de wijze van communiceren het verschil. www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd 8

Vaardigheid 1 Werkvorm: Kijk naar mij als ik spreek! Doelstellingen: Laten zien dat er tussen culturen belangrijke verschillen in non-verbaal gedrag bestaan, vb. op gebied van afstand houden, aanraken en aankijken. Deelnemers de verwarring en misverstanden leren ervaren die zich kunnen voordoen als deze gedragingen verkeerd beoordeeld worden. De deelnemers zich laten bewust worden van hun eigen communicatiestijl. Groepsgrootte: vanaf 10, liefst even aantal deelnemers Tijd: 60 min. Wat heb je nodig: Twee gescheiden ruimtes Verloop Je leidt de oefening in en legt uit dat het over culturele verschillen gaat. Je vernoemt het onderwerp non-verbale communicatie niet, omdat het effect van de oefening dan verloren gaat. De groep wordt gesplitst in 2 groepen van dezelfde grootte: A en B. Bij multiculturele groepen moet bij de verdeling gezorgd worden dat elk lid van groep A aan iemand uit een andere cultuur in groep B kan gekoppeld worden. Maak op voorhand een lijst op van de geplande discussieparen. Bij monoculturele groepen maakt de verdeling niet uit. Groep A vertrekt naar een andere ruimte. 1 - Aan de leden van groep A vertel je dat zij door iemand uit groep B als gesprekspartner zullen worden gekozen. Zij zullen 5 minuten met hun partner praten. Het onderwerp zal door de leden van groep B bepaald worden en zal te maken hebben met interculturele verschillen. - De leden van groep A mogen gedurende het hele gesprek niet verder dan 30 cm van hun gesprekspartner staan of zitten. Zij moeten de ander ook vaak aanraken. Bij het begin van het gesprek leggen ze een hand op de schouder of arm van hun partner, of, als ze zitten, op zijn knie. Ze oefenen dit gedrag onderling gedurende 10 minuten. - Aan de leden van groep B vertel je dat zij 5 minuten met de leden van subgroep A zullen praten. Als de groep multicultureel is, krijgen zij een lijst van de discussieparen. B-leden kunnen A-leden vragen stellen over een aspect van hun cultuur. Als de groep monocultureel is, kiezen de leden van groep B naar eigen goeddunken een partner uit groep A en kunnen ze praten over hun ervaringen met mensen uit andere culturen. www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd 9

- Groep B krijgt 10 minuten tijd om een korte lijst op te stellen met gespreksonderwerpen op het gebied van interculturele verschillen. Mogelijke onderwerpen zijn: de behandeling van vrouwen, meningen over werk en vrije tijd, godsdienstige overtuigingen, de positie van bejaarden, de opvoeding van kinderen. Elk lid van groep B kiest een onderwerp uit de lijst. 2 De 2 subgroepen komen bij elkaar en beginnen te converseren. Je observeert de gesprekken. Na 5 minuten beëindig je de conversaties en je vraagt aan de 2 groepen om terug te keren naar hun lokalen voor een volgende opdracht. 3 Aan de leden van groep A vraag je om gedurende 5 minuten een gesprek in te oefenen zonder enig oog- en lichamelijk contact. Ze mogen overal naar kijken, maar niet in de ogen van de ander. Ze kunnen zich concentreren op de mond van de ander of een denkbeeldig punt boven zijn schouder. De afstand tussen de gesprekspartners mag niet kleiner zijn dan 80 cm. 4 De 2 groepen komen terug bijeen en spreken weer met hun partner uit de eerste ronde. Je observeert de gesprekken en na 5 minuten vraag je hen om te stoppen. Nabespreking Eerst vraag je aan groep B of zij tijdens de gespreksrondes iets merkwaardigs hebben opgemerkt. Vervolgens vraag je aan alle deelnemers welke gevoelens bij hen opkwamen door zeer dicht bij elkaar te staan en elkaar aan te raken. Welke gevoelens kwamen bij hen op toen ze ver van elkaar stonden en er geen oogcontact was? Vonden de leden van groep A het moeilijk of gênant om deze opdracht uit te voeren? Waarom? Hadden hun partners de neiging om terug te deinzen toen ze zo dicht stonden? Had het aanraken een reactie tot gevolg? Stokte het gesprek door het gebrek aan oogcontact? Had men de neiging om dichter bij elkaar te komen in het tweede gesprek? Welke communicatie vinden de deelnemers het meest comfortabel voor zichzelf? Kunnen zij voorbeelden geven van specifieke verschillen in non-verbaal gedrag bij mensen die ze kennen? www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd 10

2. Dit is mijn kleur Een kind vraagt aan een Afrikaanse vrouw op de bus waarom ze zo vuil is. Anders zijn lokt reactie uit, soms onschuldig, vaak kwetsend. Vanwaar komen die reacties? Hoe ga je ermee om? Een klein kind kijkt vanuit een eigen, nog beperkt referentiekader, naar de wereld. Is de reactie spontaan bij het zien van de zwart Afrikaanse vrouw of heeft het kind de uitdrukking vuile zwarte al eerder horen vallen? De Afrikaanse vrouw reageert met een open positieve blik op het kind: Dit is mijn kleur! Ze had zich ook verontwaardigd en beledigd kunnen voelen over deze reactie. Het gaat erom dat we allemaal verschillend zijn en toch ook gelijk. We nemen onszelf, onze eigen gewoonten, onze eigen manier van doen als standaard. Zelfs al weten we al lang niet meer waarom we het zo doen. Bij iemand die er anders uitziet of zich anders gedraagt, voelen we ons onwennig. Dit ongemakkelijke gevoel stuurt dikwijls onze attitude in negatieve zin: we geven een negatief waardeoordeel aan het anders zijn. Vaardigheid 2 Je ziet diversiteit als een normaal fenomeen waar iedereen dagelijks in verschillende situaties mee te maken krijgt en je geeft geen waardeoordeel aan verschillen. Diversiteit is eigen aan de samenleving. Diversiteit zit vervat in iedere ontmoeting tussen mensen. Maniok en patatten vertrekt vanuit de etnischculturele diversiteit en portretteert deze in dagdagelijkse situaties. Want tijdens dagelijkse contacten vervaagt het belang van etniciteit en ervaar je de brede diversiteit, de verschillen tussen mensen en in mensen. Iedere persoon verzamelt een reeks deelidentiteiten. Een allochtone vrouw van Afrikaanse herkomst kan bijvoorbeeld tegelijk moeder, schooljuffrouw en alleenstaand zijn. Ze houdt van jazzmuziek, is katholiek en stemt al jaren voor een conservatieve partij. Deelidentiteiten leggen verbanden tussen mensen. Deelidentiteiten brengen gelijkenissen en verschillen tussen mensen naar boven en creëren zo tal van subgroepen. Ze brengen mensen samen met telkens andere mensen. Zo gaat diversiteit uiteindelijk over de diversiteit in iedere persoon. Wie kijkt naar diversiteit als een opeenstapeling van deelidentiteiten in iedere persoon en dus in zichzelf, geeft geen waardeoordeel meer aan verschillen. www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd 11

Vaardigheid 2 Werkvorm: Wie is beter dan wie? Doelstellingen: Leren zien dat verschillen, zowel uiterlijk als in gedrag, normaal zijn en dat mensen daardoor niet meer of minder waard zijn. Tijd: 60 min. Groepsgrootte: vanaf 8 deelnemers Wat heb je nodig: een ruim lokaal Verloop Leg uit dat het de bedoeling is om te praten over ervaringen waarbij de deelnemers anders waren en anderen een negatief waardeoordeel toekenden aan dat verschil. In de groep wordt gepraat over het kwetsende en onrechtvaardige karakter van dat waardeoordeel. Deze oefening doe je in twee stappen: eerst met een gemakkelijke ervaring, over uiterlijkheden. Daarna ga je naar een meer complexe ervaring, over manier van handelen. 1 Uiterlijke verschillen en waardeoordelen De deelnemers denken 5 minuten na over een moment waarop zij beoordeeld werden op hun anders-zijn. Wanneer kregen zij een negatieve reactie omwille van uiterlijkheden, zoals huidskleur, dikker of dunner zijn, een bril, andere kleren,? Mogelijke vragen: In welk opzicht zag je er anders uit? Hoe lieten de anderen hun waardeoordeel merken? Waarom vond je hun reactie kwetsend? Waarom was hun waardeoordeel onterecht? Daarna vertellen de deelnemers gedurende 10 minuten per twee hun ervaring aan elkaar. Ter afronding vraag je aan enkele deelnemers om hun ervaring aan de groep te vertellen. In groepen waar uiterlijkheden een grote rol spelen, kan je deze eerste oefening grondig uitdiepen. Tieners zijn soms ongenadig voor verschillen, wie er anders uitziet telt niet www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd 12

mee. Hoe diep gaat hun waardeoordeel? Hoe ernstig kunnen de gevolgen zijn? In andere groepen zal vooral de tweede oefening interessante discussies uitlokken. 2 Verschil in gedrag en waardeoordelen Een andere aanpak hoeft niet altijd beter of slechter te zijn. Vaak oordelen we te snel over afwijkend gedrag. De deelnemers denken 5 minuten na over een ervaring waarbij zij een andere manier van aanpakken eerst afkeurden en daarna aanvaardden. Het kan gaan over dagdagelijkse handelingen zoals een groepswerk maken, samen een wijkfeest organiseren, een uitstap plannen. Mogelijke vragen: Wat deed iemand op een andere manier? Waarom vond je dat eerst geen goede aanpak? Wat deed je van gedacht veranderen? Hoe moeilijk was het voor je om de andere aanpak werkelijk te aanvaarden? Daarna vertellen de deelnemers gedurende 10 minuten per twee hun ervaring aan elkaar. Ter afronding vraag ja aan enkele deelnemers om hun ervaring aan de groep te vertellen. Tips voor de begeleider Het is heel belangrijk dat er voor dit gesprek voldoende vertrouwen heerst in de groep. Iedereen moet met respect behandeld worden en niemand mag zich gedwongen voelen om dingen te vertellen waarbij hij/zij zich ongemakkelijk voelt. Houd er rekening mee dat deze activiteit allerlei emoties kan naar boven brengen. Zorg ervoor dat deelnemers opgevangen worden die het moeilijk krijgen. www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd 13

Vaardigheid 3 Je beschouwt de ander als een uniek persoon en stopt mensen niet in hokjes. Je gebruikt geen stereotypen. Iedere persoon omvat een unieke opeenstapeling van deelidentiteiten. Daardoor schiet iedere veralgemening te kort. Geen enkel individu past precies in een hokje. Verwacht niet van mensen dat ze voldoen aan de stereotypen van de groepen waartoe ze behoren. Een groep is immers niet meer dan een veralgemening van kenmerken, handig in het dagelijkse taalgebruik. Een groep draagt een gemiddeld profiel dat in de praktijk geen enkele mens past. De ene moslim gaat dagelijks naar de moskee, een andere enkel in de ramadan, een derde nooit. De ene katholiek gaat dagelijks naar de kerk, de andere enkel met Kerstmis en Pasen, een derde nooit. Laat je gedrag of denkwijze dus niet leiden door stereotypen. Wees voorzichtig met groepsprofielen en weet dat geen enkel persoon daar helemaal aan beantwoordt. Vaardigheid 3 Werkvorm: Wie zijn ik? Doelstellingen: Ons bewust leren worden van onze eigen identiteit en van die van anderen. Leren zien dat iedere persoon meerdere deelidentiteiten heeft. Zoeken wat we gemeenschappelijk hebben met anderen. Inzien dat stereotypen afbreuk doen aan onze identiteit. Groepsgrootte: vanaf 8 deelnemers Tijd: 30 min. Wat heb je nodig: - gekleurde balpennen en stiften, indien mogelijk, 1 kleur per deelnemer - 1 blad papier per deelnemer - flip-over met stiften www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd 14

Verloop 1 Wie ben (zijn) ik? Vraag de deelnemers om paren te vormen. Ze doen hierbij alsof ze vreemden zijn voor elkaar en stellen zich aan elkaar voor aan de hand van volgende items: naam, leeftijd, geslacht, nationaliteit, familiale positie, godsdienst, gender, etniciteit, beroep/studie, muzieksmaak, hobby s, beoefende sporten, algemene voorkeuren en afkeuren, enz. Je kan jezelf als voorbeeld geven, of een denkbeeldige persoon gebruiken. Bijvoorbeeld: Ade, vrouw, Congolese, moeder, echtgenote, verpleegster, reiziger, houdt van dansen. Deel bladen papier en kleurstiften/pennen uit. Het doel van het geven van 1 kleur per deelnemer is te benadrukken dat iedereen uniek is en dat de groep bestaat uit een regenboog van identiteiten. Als je een grote groep hebt en twee of meer mensen gebruiken dezelfde kleur, vraag hen dan om elk een eigen schrijfstijl te gebruiken. 2 De deelnemers tekenen een ster Vraag aan de deelnemers om een ster met een tiental stralen te tekenen. Deze ster stelt hun identiteit voor. Midden in de ster schrijven ze hun naam en in elke straal schrijven ze een belangrijk aspect van hun identiteit. Je kan vragen om in hun ster langere of kortere stralen te tekenen naargelang ze het betreffende aspect van hun identiteit belangrijker of minder belangrijk vinden. 3 Wat hebben we met elkaar gemeen? Vraag de deelnemers om de andere sterren te bekijken. Wanneer ze iemand vinden met dezelfde straal, dan schrijven ze de naam van die persoon bij de straal van hun eigen ster. Bijvoorbeeld: als Jan en Denzel allebei een hiphopper -straal hebben, dan schrijven ze elk de naam van de andere naast hun straal. Geef de groep hiervoor 15 minuten. 4 Gemeenschappelijkheden en stereotypen Vraag aan de deelnemers om op basis van gemeenschappelijkheden groepjes te vormen. De groepjes bespreken welke stereotype kenmerken aan hun groep worden toegekend en schrijven die op een grote flap. Enkele mogelijkheden: Alle vrouwen zijn... Alle moslims zijn Alle hiphoppers zijn Alle scouts/chiro zijn www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd 15

Nabespreking Mogelijke vragen: Wat hebben de deelnemers over zichzelf geleerd? Hadden ze het moeilijk om te kiezen welke hun meest belangrijke karakteristieken waren? Waren de deelnemers verrast toen ze de andere sterren zagen? Welke aspecten waren gemeenschappelijk voor verschillende mensen, welke waren uniek? Hadden ze meer of minder gemeenschappelijk dan verwacht? Wat vinden de deelnemers van de verscheidenheid in de groep? Vinden ze dat dit de groep interessanter maakt of wordt het hierdoor juist moeilijker om samen te werken? Welk gevoel geeft het om tot een bepaalde groep te behoren? Heb je er last van om vastgepind te worden op de stereotypen die er leven over je groep? Maak de terugkoppeling van de stereotypen naar de individuele sterren: Het is belangrijk om mensen in hun totaliteit te benaderen! Mogelijk vervolg Eindig met een brainstorm in de hele groep over de aspecten van hun identiteit. Onderscheid de kenmerken waarmee ze geboren zijn en die waarvoor ze zelf hebben gekozen. Schrijf ze op in twee kolommen op een groot blad papier. Aspecten van je identiteit waarmee je geboren wordt: geslacht, leeftijd, grootte, kleur van je ogen. Aspecten van je identiteit die je kan kiezen: naam, vrienden, werk, lidmaatschap in een politieke partij, favoriete muziek, kledingstijl, het voetbalteam waarvoor je supportert, waar je woont. Sommige aspecten kunnen aanleiding geven tot discussie zoals nationaliteit, gender en seksualiteit, religie, lidmaatschap van een minderheid. In welke mate vinden de deelnemers dat ze vrij zijn om hun identiteit zelf te bepalen? Vraag de deelnemers welke aspecten van hun identiteit veranderden gedurende hun leven, misschien zijn het net die aspecten die ze als vaststaand beschouwden. www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd 16

Vaardigheid 3 Extra werkvorm: De Oriënt Express Doelstellingen Stereotypen en vooroordelen die in de groep leven blootleggen. Nadenken over het beeld dat je hebt van minderheden. Leren om het gedrag van anderen vanuit de verschillende mogelijke perspectieven te bekijken en om op zoek te gaan naar de positieve redenen van andermans gedrag. Tijd: 60-70 Groepsgrootte: vanaf 8 deelnemers Wat heb je nodig: - kopieën van het scenario - balpen of potlood voor elke deelnemer - fiche met scenario Verloop Vertel de deelnemers dat ze op wereldreis gaan. Ze beginnen de reis met een lange treinrit van 12 dagen met de Orient Express naar Peking. In de coupé waarin ze zitten is nog plaats voor 3 mensen, er staan echter nog 12 mensen op het perron. De deelnemer mag zelf kiezen wie hij in zijn coupé wil en wie niet. 1 Je neemt het lijstje met personen samen met de deelnemers door (zie scenario). Iedereen krijgt 10 minuten om voor zichzelf uit te maken welke 3 personen wel mee mogen en welke 3 zeker niet. Daarbij is het belangrijk dat de deelnemers kunnen motiveren waarom ze iemand wel of niet meenemen. 2 Je zet de deelnemers samen in groepjes van 4 à 5 en laat hen 10 minuten stilstaan bij volgende vragen: Wie neemt wie mee? Waarom? Zijn er veel gelijkenissen of heeft iedereen een verschillende keuze gemaakt? Laat iedere groep een lijst maken met de 3 mensen die wel mee mogen en de 3 die niet mee mogen. Ook hier is het belangrijk dat de groep kan staven waarom ze juist die personen kiezen. Ze krijgen hiervoor opnieuw 10 minuten. www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd 17

Nabespreking De groepjes stellen kort aan elkaar voor wie mee mag en wie niet, en ze motiveren hun keuze. Bespreek dan de verschillende resultaten aan de hand van volgende richtvragen: Was er over sommige mensen snel consensus? Waarom? Welke personen leverden het meest discussie op? Waarom? Welke factoren hebben de doorslag gegeven om te komen tot een beslissing binnen de groep? Waarom hebben ze juist die mensen in hun groep gekozen? Waarom andere dan weer niet? Zijn er tussen de groepen opvallende verschillen of overeenkomsten? Mogelijk vervolg Je kan de discussie afsluiten door verder in te gaan op volgende vragen: In welke mate is de voorgestelde situatie realistisch? Heeft iemand van de groep zo n situatie al eens meegemaakt? Hoe zou het zijn om zelf tussen de geweigerde personen te staan? Welke stereotypen of vooroordelen zijn hier naar voor gekomen? Hoe komen we tot deze beelden? Tips voor de begeleider Het kan zijn dat een groep niet tot een gezamenlijke lijst komt. Benadruk dit aspect van de activiteit niet teveel omdat het misschien kan leiden tot een valse consensus. Het is interessanter om te kijken waarom het zo moeilijk is om tot een consensus te komen. Het is belangrijk dat mensen elkaar niet aanvallen omwille van een persoonlijk standpunt en dat iedereen elkaars mening respecteert. Als sommige beslissingen twijfelachtig van aard zijn, is het beter de reden waarom te bespreken dan de persoonlijke beslissing in vraag te stellen. Volgende vragen zijn belangrijk: Van waar komen vooroordelen? Hoe kunnen we omgaan met vooroordelen? Een beperking bij deze oefening is dat de beschrijving van de personen beknopt is. Er is maar weinig geweten over de persoonlijkheid en de achtergrond van deze mensen. Maar is dat niet de manier waarop we meestal reageren bij informatie in nieuwsbladen en televisie, in gesprekken of wanneer we iemand voor de eerste keer ontmoeten? www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd 18

Scenario Je gaat een grote wereldreis maken. Om te beginnen plan je een reis met de Oriënt Express naar Peking. Dit is een lange treinrit van 12 dagen. In je coupé is nog plaats voor 3 personen. Er staan echter nog 12 personen op het perron. Jij mag zelf kiezen wie je wel in je coupé wilt en wie niet. 1. Een Antwerpenaar van middelbare leeftijd die niet is opgezet met mensen van een andere nationaliteit. Je hoorde hem negatieve opmerkingen maken over mensen met een andere huidskleur. 2. Een lesbisch koppel dat niet gesplitst wenst te worden. Ze knuffelen mekaar erg graag. 3. Een Afrikaanse vrouw die reist met haar dochter. Ze zijn de hele tijd luidruchtig aan het praten en het lachen. Ook zij mogen niet worden gesplitst. 4. Een Marokkaanse gesluierde vrouw. Ze kijkt triest en praat gebrekkig Nederlands. 5. Een man van middelbare leeftijd in rolstoel. Hij moet worden geholpen bij moeilijke verplaatsingen. Hij kijkt voortdurend op zijn horloge. 6. Een minderjarig meisje dat haar verhaal aan het vertellen is tegen de Antwerpenaar. Ze is thuis weggelopen omdat ze de voortdurende discussies met haar moeder en stiefvader beu was. 7. Een oudere man in kostuum en met laptop. Hij heeft zich wat afgezonderd en is aan het bellen met zijn GSM. 8. Een man die enkel Frans spreekt en begrijpt. Zijn kleren zijn versleten. Hij heeft enkel een klein kinderrugzakje bij als bagage. 9. Een Aziatische vrouw in hippe kledij. Uit haar koptelefoon komt luide muziek. Ze heeft een reisgids van Europa in de hand. 10. Een linkse activiste die badges draagt van een milieuorganisatie. In haar felgekleurde tas zit een tijdschrift met artikels over de vrije vrouw en de vrouwenemancipatie. www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd 19

3. Samen eten Een Afrikaanse vrouw nodigt de Vlaamse buurkinderen uit voor het eten. De buurvrouw komt thuis en vindt haar kinderen niet. Ze is ongerust en maakt zich kwaad. Je gaat toch niet zomaar bij de buren eten! De Afrikaanse vrouw op haar beurt is geschrokken en ontgoocheld door deze reactie. Ze was bezorgd om de kinderen en wilde ze niet alleen op straat achterlaten. Beide moeders handelen vanuit hun eigen referentiekader: ze zijn bezorgd om het welzijn van de kinderen. Het is echter belangrijk dat ze dit ook uitspreken, dat ze met elkaar in dialoog gaan en niet elk met een vervelend gevoel blijven rondlopen. Wat als het twee Vlaamse buurvrouwen waren geweest? Had zich dan hetzelfde tafereel afgespeeld? Vaardigheid 4 Je bent je bewust van je eigen referentiekader en houdt er rekening mee dat anderen handelen vanuit hun referentiekader. Iedere persoon handelt volgens eigen normen en waarden, eigen logica en eigen behoeften. Van een deel van dit referentiekader ben je je bewust: het zijn regels en principes die je meekreeg in je opvoeding of later in je leven. Referentiekaders zijn ook beïnvloed door maatschappelijke breuklijnen: zo maakt het een verschil of je ouders zelfstandig zijn, arbeider of kaderpersoneel; of ze gelovig zijn of vrijzinnig. Maar van een groot deel van je referentiekader ben je je niet bewust. Het blijft onuitgesproken en vooral, het wordt nooit in vraag gesteld. De interne logica van iemands referentiekader sluit zo goed aan bij de omgeving waarin je je bevindt, dat het lijkt alsof je handelt volgens universele waarden en normen. De confrontatie met anderen die anders denken en andere prioriteiten stellen, komt dan bevreemdend over. Een referentiekader maakt deel uit van iemands persoonlijkheid. Niemand kan zich ervan losmaken. Het vraagt geduld en openheid om de interne logica van anderen te erkennen. Wie inziet dat de motivaties en behoeften van anderen binnen een eigen context tot stand kwamen, brengt gemakkelijker respect op voor andere referentiekaders. Sommige referentiekaders botsen op fundamentele wijze met elkaar. Wanneer mensen vanuit hun omgeving consequent vijandige boodschappen kregen of wanneer persoonlijk leed diep gegroefd zit. Oorlogen, bezettingen of kolonisatie www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd 20

laten diepe sporen na in de referentiekaders van mensen. Een wederzijdse openheid tot stand brengen zal niet altijd lukken en vraagt steeds immense inzet en geduld. Vaardigheid 4 Werkvorm: Ade en Mieke Doelstellingen: Beseffen dat iedereen een eigen waarheid heeft, er bestaat niet één waarheid. Beseffen dat we door een gekleurde bril naar de werkelijkheid kijken. Tijd: 30 Groepsgrootte: 8-10 deelnemers (een grotere groep kan onderverdeeld worden) Wat heb je nodig: - een ruim lokaal - een bal - flip-over en viltstiften - pen en papier voor waarnemers Verloop 1. Vraag aan de deelnemers om (per 8) in een cirkel te gaan zitten. 2. Vraag per groep iemand om waarnemer te zijn. De waarnemer gaat buiten de cirkel zitten om het verhaal neer te schrijven dat de rest van de groep zal vertellen. 3. Leg aan de groep uit dat ze samen een verhaal gaan maken. Hierbij wordt een bal gebruikt. 4. In elk deelgroepje wordt dezelfde aanzet tot het verhaal gegeven: Ade is een vrouw uit Oost-Congo die nu met haar man en vijf kinderen in Antwerpen woont. Na de start wordt de bal naar één van de deelnemers gegooid die één of twee zinnen aan het verhaal toevoegt. 5. De bal wordt doorgegeven tot iedereen aan de beurt is geweest. 6. Dan wordt door de begeleider een tweede element aan het verhaal toegevoegd: Naast Ade woont Mieke, een alleenstaande moeder met twee kinderen. 7. Hetzelfde scenario herhaalt zich waarbij de bal terug wordt doorgegeven tot iedereen aan de beurt is geweest. (of tot er voldoende gesprekstof in het verhaal zit) Nabespreking De waarnemers lezen het verhaal aan hun eigen groep voor. www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd 21

Daarna kunnen volgende vragen aan bod komen: Wat vertelt het verhaal over de levensstijl van de twee vrouwen? Wat vertelt het verhaal over de manier waarop de deelnemers naar de vrouwen kijken? Door welke bril kijken ze (vanuit welk referentiekader)? Mogelijk vervolg Je kan terug groepjes van 8 vormen, waarin telkens twee mensen in de rol van de vrouwen kruipen. Ze spelen het vervolg op de scène uit de dvd en volgen hierbij de aanwijzingen die door de groep worden gegeven. Het is hierbij belangrijk dat de groep zoekt naar een positieve, constructieve oplossing/uitweg. www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd 22

Vaardigheid 4 Extra werkvorm Zie jij wat ik zie? Doelstelling: De deelnemers zijn zich bewust van hun referentiekader en kunnen waarden en normen die de interpretatie van hun observaties beïnvloeden, benoemen. Groepsgrootte: min. 8 personen Tijd: vanaf 30, afhankelijk van de grootte van de groep. Wat heb je nodig: - een foto per groepje deelnemers - blad en balpen per deelnemer Verloop: De deelnemers verdelen zich in groepjes van ongeveer 4 personen. Elk groepje krijgt een foto (als je foto s neemt van een bepaalde reclame, zorg dan dat dit niet zichtbaar is) De deelnemers van elk groepje bekijken individueel de foto die ze gekregen hebben. Op hun blad beantwoorden ze 3 vragen onderverdeeld in 3 kolommen: Wat zie je op de foto? Wat roept dit bij je op? Hoe interpreteer je dit? Vanwaar komen die interpretaties? In de kleine groepjes vergelijken de deelnemers hun antwoorden. Nabespreking Elke foto wordt getoond aan de grote groep. De deelnemers die de foto bekeken hebben, vertellen wat zij gezien hebben en hoe ze dat geïnterpreteerd hebben. Ze vertellen ook waarop hun interpretaties gebaseerd zijn. Meestal zijn er verschillende interpretaties van wat men op de foto ziet. Dit biedt je de gelegenheid om te praten over het referentiekader dat bij iedereen verschillend is, over waarden en normen die iedereen meegekregen heeft in de opvoeding, over ieders persoonlijke geschiedenis. www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd 23

Belangrijk is dat de deelnemers zich realiseren dat iedereen observeert en interpreteert vanuit zijn eigen referentiekader; ieder referentiekader zijn waarde heeft; we te snel waardeoordelen geven vanuit ons eigen referentiekader. Tot slot kan je vertellen waarover de foto werkelijk gaat. Meestal is dit nog een heel ander verhaal. Mogelijke variatie In plaats van te werken met foto s, stuur je duo s of kleine groepjes (maximum 4 personen) de straat op. Zij observeren dezelfde persoon, situatie, Daarna vullen zij de vragen in de kolommen individueel in en bespreken dit met de andere deelnemers. Ze kunnen ook aan de geobserveerde persoon vragen of hun interpretatie klopt. De nabespreking gebeurt op dezelfde manier als bij de oefening met de foto s. www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd 24

Vaardigheid 5 Je zoekt het gemeenschappelijke binnen een bepaalde context. Mensen verschillen van elkaar en hebben tegelijk heel wat gemeenschappelijk. Iedere persoon omvat tal van deelidentiteiten en stelt daarbovenop de meest uiteenlopende handelingen. Verschil structureert de samenleving, onderscheidt groepen en levert inzichten. Maar gemeenschappelijkheid brengt mensen dichter bij elkaar, overbrugt tegenstellingen en brengt oplossingen in zicht. Zoeken naar het gemeenschappelijke is daarom een constructieve reflex. In dagelijkse meningsverschillen of conflicten helpt het om steeds te zoeken naar gemeenschappelijkheden. In zware onderhandelingen begint men ook met de eenvoudigste dossiers, waar de gelijkgezindheid het grootst is. Zo creëren onderhandelaars een goede sfeer om van daaruit de moeilijkere dossiers aan te pakken. Wie actief gemeenschappelijke interesses, zorgen of waarden benoemt, legt de basis voor constructief samenwerken. Vaardigheid 5 Werkvorm: Wat hebben we gemeen? Doelstellingen: Zoeken van het gemeenschappelijke doorheen de verschillen. Positief en constructief denken en handelen vanuit gemeenschappelijkheden. Tijd: 30 Groepsgrootte: vanaf 8 deelnemers Wat heb je nodig: - een ruim lokaal - pen en papier - grote papierflappen en viltstiften Verloop 1. Vraag de deelnemers om individueel minimum vijf kenmerken op te schrijven waarin de vrouwen uit de scène van elkaar verschillen en minimum vijf gemeenschappelijke kenmerken. 2. Vorm groepjes van vier waarin de lijstjes met kenmerken van elke deelnemer met elkaar vergeleken worden en vorm een nieuwe lijst met de 5 belangrijkste verschillen en gemeenschappelijkheden. 3. Herhaal dezelfde oefening opnieuw in groepjes van 8 deelnemers 4. Bekijk het resultaat in de grote groep, schrijf de verschillen en gemeenschappelijkheden uit de verschillende groepjes op grote flappen. www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd 25

Nabespreking Volgende vragen kunnen aan bod komen: Welke gemeenschappelijkheden zijn er tussen de vrouwen en welke mogelijkheden bieden ze? Was het moeilijk om tot een gemeenschappelijk resultaat te komen? Welke discussiepunten waren er? Hoe zit het in de eigen groep? Waarin verschillen de deelnemers en wat bindt hen? Zien ze het belang van het zoeken naar gemeenschappelijkheden? Tip voor begeleider Je kan de oefening ook doen aan de hand van verschillen en gemeenschappelijkheden van de eigen groep. www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd 26

4. O dierbaar België Drie Congolese vrouwen zingen het Belgisch volkslied in het Frans. Dit hebben ze in Congo op de lagere school geleerd. Nu ze in Antwerpen wonen, wijzen mensen hen terecht omdat ze onvoldoende Nederlands spreken. Wisten zij veel dat er in België naast Frans ook nog andere talen bestonden. Bovendien was het niet de bedoeling om hier lang te blijven, alleen de omstandigheden hebben ervoor gezorgd dat ze niet terugkeerden. Wij ver-oordelen mensen te gemakkelijk op hun anders zijn, zonder ons bewust te zijn van de discriminerende houding die we hierbij aannemen. Vaardigheid 6 Je houdt rekening met je eigen culturele identiteit en de machtsverhoudingen die daarmee samengaan. Je gedraagt je niet discriminerend. Je culturele identiteit is verbonden met historische en maatschappelijke gebeurtenissen. Of je wil of niet, je behoort tot een meerderheid of een minderheid, nu of in het verleden, in het eigen land of elders in de wereld. Je draagt de gevolgen van machtsverhoudingen tussen groepen. In interactie met anderen moet je je bewust zijn van historische en sociale machtsverhoudingen. Houd er rekening mee dat anderen je gedrag en uitspraken binnen dit kader plaatsen. Anderen kunnen jouw goedbedoelde opmerkingen ervaren als vernederend, discriminerend of neo-koloniaal. Er bestaat geen objectieve, universele schaal die bepaalt wat discriminerend gedrag is en wat niet. Wat mensen als discriminerend ervaren is afhankelijk van de culturele identiteit van ieder van de betrokkenen en van de context. Ook moeten we onze ogen openen voor de discriminatie die ingebakken zit in onze maatschappelijke structuren. Het kolonialisme mag dan strikt genomen tot het verleden behoren, hedendaagse vormen van kolonialisme vergoelijken nog steeds discriminatie en racisme. De globalisering legt mensen waarden op die niet de hunne zijn en ontwricht lokale samenlevingen. Economisch machtige westerse landen verlammen internationale overlegfora. Internationale akkoorden houden in eerste instantie de westerse welvaart in stand, ten koste van een volwaardige ontwikkeling van de economie in het zuiden. www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd 27

Vaardigheid 6 Werkvorm: Een antwoord geven op racisme. Doelstellingen: Zich bewust worden van de eigen culturele identiteit. Leren om racistisch/discriminerend gedrag te herkennen en te vermijden. Leren omgaan met racisme van anderen. Tijd: 60 Groepsgrootte: vanaf 10 deelnemers Wat heb je nodig: - grote papierflappen en stiften - vrijwilligers om een rollenspel naar voor te brengen - fiche 1 rollenspel Controle op de tram (6 spelers) - fiche 2 rollenspel Mijn gsm is verdwenen (2 spelers) Verloop 1 In het midden van een grote flap schrijf je het woord RACISME. De deelnemers schrijven op de flap wat het woord bij hen oproept en iedereen leest de eigen reacties voor. Racistische incidenten en potentiële interculturele misverstanden gebeuren elke dag. Vraag aan de deelnemers of ze zelf al in aanraking kwamen met racisme, hoe hebben ze in die situatie gereageerd? Eventueel kan je als opener eerst zelf een concrete situatie vertellen. 2 Een rollenspel - Bekijk de situatie op de fiches en pas deze eventueel aan zodat ze aansluit bij de leefwereld van de deelnemers. - Vraag vrijwilligers om zich voor te bereiden om een heel kort rollenspel naar voor te brengen dat gebaseerd is op deze situatie. - Deel pennen en papier uit aan de andere deelnemers en vraag om in de korte pauze tussen de twee scènes op te schrijven hoe het verhaal volgens hen verder gaat. Laat de vrijwilligers het rollenspel spelen. Houd een korte bespreking van de verschillende commentaren: www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd 28

Wat schreven mensen op in de pauze? Welke veronderstellingen hadden ze gemaakt? Wat was hun reactie op het einde? Wat hebben ze hieruit geleerd? Welke ervaring hebben ze zelf met soortgelijke situaties? Nabespreking Volgende vragen kunnen aan bod komen: Hoe gangbaar is racisme in de eigen groep? En in de samenleving in het algemeen? Welke groepen hebben er het meest onder te lijden? Waarom? Werden twintig of vijftig jaar geleden dezelfde groepen geviseerd? Wat kunnen ze zelf doen om de oorzaken van racistisch gedrag aan te pakken op school, in hun organisatie, in de samenleving in het algemeen? www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd 29

Fiche 1 Rollenspel Controle op de tram Scène 1. Op de tram zitten twee oudere dames schuin achter een jonge Afrikaanse vrouw. Op het moment dat twee controleurs opstappen, begint de jonge vrouw zenuwachtig in haar handtas te rommelen. De twee dames wisselen een veelbetekenende blik... pauze Scène 2. De controleurs geven een boete aan een blanke man die geen geldig vervoerbewijs bij zich heeft. De Afrikaanse vrouw toont haar abonnement aan de controleurs en lacht opgelucht naar beide dames... Fiche 2 Rollenspel Mijn GSM is verdwenen Scène 1. Een Afrikaanse jongen komt langs bij de leerlingenbegeleider voor een gesprek nadat er op school verschillende klachten over hem waren. De leerlingenbegeleider wordt even weggeroepen. Een tijdje na het gesprek merkt hij dat zijn nieuwe GSM verdwenen is. pauze Scène 2. De leerlingenbegeleider is nogal een sloddervos, nadat hij een beetje orde geschapen heeft op zijn bureau, vindt hij de GSM terug onder een stapeltje papieren www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd 30

5. Kindermishandeling? Een baby krijgt stuipen en wordt door zijn Afrikaanse moeder met jonge twijgen op de rug geklopt. De buurvrouw ziet het gebeuren en belt de politie. Het kindje wordt weggehaald wegens mishandeling en kan pas drie weken later terug naar huis. Beide vrouwen zijn even bezorgd om het kind. De moeder heeft in haar thuisland geleerd om jonge twijgen van een speciale plant te gebruiken bij stuipen. De buurvrouw ziet alleen een moeder die haar baby mishandelt en belt uit bezorgdheid naar de politie. Wanneer wordt een handeling mis-handeling? Het is niet altijd duidelijk waar de grens ligt van wat toelaatbaar is, behalve als het heel duidelijk gaat om een schending van de mensenrechten. Veroordeel daarom niet te snel, maar treed in dialoog zodat je de redenen van het gedrag kunt achterhalen. Vaardigheid 7 Je gaat zonder vooroordelen op zoek naar de positieve redenen van het gedrag van iemand. Om iemands gedrag te begrijpen, probeer je het te bekijken vanuit het perspectief van de andere. Je tracht de volledige context in beeld te krijgen. Wil je een stap verder gaan en constructief en oplossingsgericht werken, dan helpt het op zoek te gaan naar de positieve beweegredenen achter iemands gedrag. Wanneer je de positieve redenen begrijpt en erkent, kan je komen tot een gevoel van herkenning en gemeenschappelijkheid. Vanuit dat besef kan je constructief samenwerken. Soms bots je tegen grenzen. Positieve redenen van de ene persoon betekenen niet altijd een rechtvaardiging voor de andere. Soms benadrukken beweegredenen eerder de verschillen tussen mensen dan het gemeenschappelijke. Je weet bijvoorbeeld dat ouders hun kind af en toe thuis houden van school. Maar doen ze het omdat het kind moet zorgen voor de grootouders of omdat ze vinden dat de school kinderen opzet tegen hun ouders. Als leraar zal het bijzonder moeilijk zijn om in dit laatste geval een constructief gesprek aan te gaan met de ouders. www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd 31

Vaardigheid 7 Werkvorm: Het eiland Doelstellingen: Onbevangen en zonder vooroordelen leren kijken naar het gedrag van de andere en zoeken naar de positieve beweegredenen van dat gedrag. Bewust worden hoe mensen van verschillende culturen communiceren en op elkaar reageren. De culturele taboes en de grenzen van tolerantie bestuderen. Bewust worden van de mogelijkheden die ons geboden worden via interculturele samenwerking. Tijd: 120 min. Groepsgrootte: vanaf 10 deelnemers Wat heb je nodig: Een ruim lokaal Pen en papier. Kopieën van de rolfiches voor de stammen. Genoeg drank, bekers en koekjes voor iedereen. Een kaart met de plaatsaanduiding van de verstopte ballonnen. 5 ronde, rode ballonnen. 3 andere ballonnen van een verschillende vorm en kleur, bijvoorbeeld een ronde gele, een lange groene, een lange blauwe ballon. 2 gelijke ballonnen, maar verschillend van de andere verstopt op een geheime plek. Een touw om de ballonnen dicht te knopen. Plakband om de ballonnen aan de muur te kunnen vastplakken. Een gereedschapsdoos met spelden, scharen, rode lippenstift, rode clownneus, plakband. Extra voorbereiding Het is belangrijk op voorhand alle instructies door te lezen en alles goed op te stellen om dit spel te laten slagen. Deel de zaal in twee: de heuvels waar stam Y woont; de kust waar stam Z woont. Zoek een geschikt plekje om de twee gelijke ballonnen te verbergen, maar blaas ze niet op. Teken een kaart met de plaatsaanduiding van deze ballonnen zo dat deze op een vierde van de kaart kan worden afgelezen. Snijd de kaart in vier en steek twee onbelangrijke delen in een enveloppe. Vouw de andere twee delen op en steek deze in twee ballonnen voor stam Y. www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd 32

Blaas de 8 gekleurde ballonnen op en maak ze met touw vast zodat ze kunnen worden afgelaten zonder ze te beschadigen. Maak vier rode ballonnen vast aan de muur van de kust waar stam Z woont en de vier andere ballonnen aan de muur van de heuvels waar stam Y woont. Leg de enveloppe met de twee kaartdelen bij stam Z. Plaats de doos met gereedschap in het midden van de zaal. Vertel niet waarvoor het gereedschap kan worden gebruikt. Het is aan de deelnemers om te beslissen of ze het al dan niet zullen gebruiken, afhankelijk van de regels van hun cultuur. Voeg er andere zaken aan toe als je denkt dat ze nuttig kunnen zijn, bijvoorbeeld een vergrootglas als de kaart heel klein is, een zaklamp als de kaart op een donkere plaats verstopt is, een sleutel om een doos te openen als de kaart daarin zit. Verloop 1 Deel de groep in twee en lees het spelschema voor. Op een eiland leven twee aparte stammen. Stam Y leeft in het heuvelachtige binnenland en stam Z leeft aan de kust. Ze bestaan naast elkaar en hebben zelden contact met elkaar. De twee stammen hebben verschillende talen en culturen, alhoewel voor beide stammen ballonnen een speciale betekenis hebben. In stam Y hechten de mensen om godsdienstige redenen veel waarde aan de verscheidenheid van de ballonnen en proberen ze zo veel mogelijk verschillende soorten, vormen en kleuren te verzamelen. In stam Z gebruiken de mensen om medische redenen voornamelijk ronde, rode ballonnen. Onlangs is er bij mensen van stam Z een vreemde ziekte uitgebroken, waartegen er volgens de legende maar één therapie bestaat, namelijk een ballon met magische krachten die enkel gevonden kan worden op een onbekende plaats op het eiland. Gelukkig voor hen bestaat er een kaart die van generatie op generatie overgeleverd is en waarvan ze zeker zijn dat die hen naar de zeldzame ballon zal leiden. Jammer genoeg is de kaart heel wat jaren geleden verscheurd en stam Z heeft nog maar de helft van de kaart. De legende zegt dat stam Y de andere helft heeft. Het doel van het spel is voor stam Y om hun ballonnen te beschermen en voor stam Z om de magische ballon te vinden. Maar, net zoals in het echte leven, kunnen de deelnemers misschien onverwachte uitwegen vinden. 2 De twee stammen leren hun cultuur en creëren hun eigen taal. Stuur de twee groepen naar hun kant in de zaal. Deel per stam de kopieën met de rolfiches uit, en pen en papier om notities te maken. www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd 33