Community diagnose JOGG Noordwest



Vergelijkbare documenten
Utrecht gezond!

Utrecht gezond!

Sociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014

Utrecht gezond!

Samenvatting Jong; dus gezond!?

Kinderen in Centrum gezond en wel?

Luister en hoor. Gezondheidswetenschappen. jrg. 89. nr. 3. p

WijkWijzer De tien Utrechtse wijken in cijfers.

Kinderen in Zuid gezond en wel?

Utrecht gezond!

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie

Themarapport. Voeding en bewegen

Kinderen in West gezond en wel?

Samenvatting Jeugdmonitor Utrecht

Utrecht gezond!

Zo is Assen gestart met GIDS

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Een stakeholder analyse of stakeholder assessment kan een onderdeel zijn van de community analyse, evenals de netwerk analyse.

WIJKPROFIEL WERKGEBIED ZUID, OOST, NOORDOOST, BINNENSTAD

Bouwstenen nota volksgezondheid Renate Martens en Ivanka van der Veeken. Gemeente Drimmelen GGD West-Brabant:

Samenvatting Losser. 2 van 5 Twentse Gezondheids Verkenning Losser. Versie 1, oktober 2013

Kinderen in Noord gezond en wel?

Conclusies: leefstijlscore

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : J A A R

De lokale verbinding JOGG en GIDS

Engelen. Wijk- en buurtmonitor 2018

FACTSHEET JOGG JULI 2012

Voorbeeldadvies Cijfers

Rosmalen zuid. Wijk- en buurtmonitor 2016

Evaluatie JOGG Roosendaal Basisschool de Vlindertuin. Resultaten evaluatie JOGG December 2017

IJsselland. Wijkgezondheidsprofiel Borgele en Platvoet Deventer

De jeugd heeft de toekomst,

Wijk- en buurtmonitor 2016 De Groote Wielen

WijkWijzer 2016 De 10 Utrechtse wijken en 5 krachtwijken in cijfers. Utrecht.nl/onderzoek

Rosmalen noord. Wijk- en buurtmonitor 2016

Thema s Omdat de resultaten en cijfers op wijkniveau erg uiteenlopen in onderwerp, is ervoor gekozen om deze onder te verdelen in 9 thema s:

IJsselland. Wijkgezondheidsprofiel Voorstad Deventer

Utrecht Gezond! Een succesvolle aanpak tussen gemeente en zorgverzekeraar

Kinderen in Zuidoost gezond en wel?

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Sociaal Rapport en de Jeugdmonitor Provincie Groningen

Resultaten vragenlijst ouders basisschool (4-12 jarigen) Nulmeting (T0) voorjaar 2017

Kernboodschappen Gezondheid Losser

WIK 2.0 Wijkgezondheidswerk In Kaart

In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie.

PROGRAMMABEGROTING

Kinderen in Oost gezond en wel?

Engelen. Wijk- en buurtmonitor 2016

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Wolbert (PvdA) over kinderen van allochtone afkomst die overgewicht hebben (2014Z07817).

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Conferentie Aanpak armoede en schulden in Leiden Relatie met gezondheid: wat staat ons te doen? Irene Lottman GGD HM, 18 september 2018

ambitieakkoord stichting jongeren op gezond gewicht

Thema s Omdat de resultaten en cijfers op wijkniveau erg uiteenlopen in onderwerp, is ervoor gekozen om deze onder te verdelen in 9 thema s:

GIDS-gemeenten die de JOGGaanpak & GIDS combineren

Hoe gaat het met de gezondheid van de Utrechtse Jeugd?

Sociaal Makelen voor Krachtige Wijken Samenvatting van de rapportage tussentijdse evaluatie sociaal makelaarschap augustus 2013 december 2014

Kernboodschappen Gezondheid Rijssen-Holten

VOEDING, BEWEGEN EN GEWICHT

Wijkcentrum De Weijenbelt. Schelto Bus (VVD)

Kinderen in Nieuw-West gezond en wel?

Ouderenmonitor Gezondheidsonderzoek 65-plussers regio Nijmegen. Gezondheidsonderzoek kinderen 0-12 jaar regio Nijmegen

Overgewicht (incl. obesitas)

Op de fiets naar school

Rapport Schouwen-Duiveland

JOGG HELLEVOETSLUIS

LOKAAL GEZONDHEIDSBELEID BERGEIJK 2017/2020

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2016

Rapport Oosterschelderegio

Beweegprogramma kinderen met overgewicht Carlijn Groenen

3. Minder tevreden over het wonen

Samenvatting WijkWijzer 2017

CheckTeen 2011: Eet- en beweeggedrag van leerlingen in het voortgezet onderwijs in Zwolle

IJsselland. Wijkgezondheidsprofiel Rivierenwijk en Bergweide Deventer

Lokale paragraaf gezondheidsnota

Stimuleren dat oudere migranten de weg naar voorzieningen voor zorg en welzijn, wonen en inkomen weten te vinden. Dat beoogt Stem van de oudere

BIJLAGE 3: De fysieke leefomgeving in de wijk Utrecht Noordwest

Wijk- en buurtmonitor 2018 Vinkel

Rapport Hulst Middelburg, december 2013

Gemeentelijke wijkgericht werken rapportage Gezondheidsbevordering Jeugd Leiden

Stadsdeel Scheveningen

Op weg naar de speerpuntennotitie lokaal gezondheidsbeleid Boxmeer : Speerpunten voor Boxmeer?? Esther Hendriks 24 september 2009

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

Meedoen en erbij horen

ADVIESNOTA. Hattem kiest met JOGG voor samenwerking aan een gezonde jeugd. Inleiding. Achtergrond Gezondheidsbevordering.

Factsheet Sportparticipatie in Utrecht

Samenvatting. Inleiding

Rapport Veere Middelburg, december 2013

Opvoeden in andere culturen

Opdracht Wijkanalyse/ Wijkdiagnose

Wijk- en buurtmonitor 2018 De Groote Wielen

Rapport Tholen Middelburg, december 2013

Raadsvergadering, 29 januari Voorstel aan de Raad

IN GESPREK MET OUDEREN UIT VERSCHILLENDE CULTUREN OVER EENZAAMHEID

Voel je thuis op straat!

Onderzoek Luister en Hoor

Scoren voor een gezonde jeugd!

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie.

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Transcriptie:

Geneeskundige en Gezondheidsdienst JOGG Noordwest JOGG Noordwest is een wijkaanpak voor de bevordering van een gezond gewicht bij kinderen van de Gemeente Utrecht, in samenwerking met Portes, Aveant, Agis Zorgverzekeringen, Albron, Albert Heijn en Douwe Egberts Nederland bv. Community diagnose JOGG Noordwest www.utrecht.nl/gezondgewicht Een inventarisatie van de wijk Noordwest 1

2 JOGG Noordwest

Geneeskundige en Gezondheidsdienst Colofon uitgave Unit Epidemiologie en Informatie GG&GD Gemeente Utrecht Postbus 2423 3500 GK Utrecht 030 286 3333 bestuursinformatie@utrecht.nl in opdracht van Afdeling Gezondheidsbevordering en Epidemiologie GG&GD Gemeente Utrecht internet www.onderzoek.utrecht.nl rapportage Jurriaan Oosterman, Yke Eykemans, Hanneke Schreurs, Monique Apperlo, Erik van Ameijden informatie Jurriaan Oosterman (030) 286 3275 foto omslag Bert Spiertz drukwerk bronvermelding Het overnemen van gegevens uit deze publicatie is toegestaan met de bronvermelding: Bestuursinformatie, gemeente Utrecht Mei 2011 3

Samenvatting In de Utrechtse wijk Noordwest heeft 28% van de 4- tot 15-jarigen overgewicht en obesitas (ernstig overgewicht). Dit percentage ligt aanzienlijk hoger dan het stadsgemiddelde van 17%. Om een gezond gewicht te bevorderen bij de jeugd is halverwege 2010 het project Jongeren Op Gezond Gewicht (JOGG) in de wijk Noordwest gestart. Het project wordt deels gebaseerd op het succesvolle programma Gezond Gewicht Overvecht, maar bevat ook vernieuwende elementen, zoals de samenwerking met private partners en het toepassen van sociale marketing. Het doel is gezond eten en bewegen aantrekkelijk te maken. Inzicht in de wijk en haar bewoners is van belang, om bij de behoeftes van de doelgroep aan te kunnen sluiten. Daarnaast biedt dit handvaten voor de opzet, uitvoering en evalueren van de activiteiten van JOGG Noordwest. Met een community diagnose is de wijk in kaart gebracht. Voortbouwend op dit onderzoek wordt er een verdiepend onderzoek gedaan naar de leefstijlgewoontes van de bewoners in Noordwest. De resultaten hiervan worden ook gebruikt voor JOGG. De community diagnose is gebaseerd op bestaande kwantitatieve databronnen, literatuur en interviews met intermediairs uit zowel de publieke als de private sector. De volgende onderwerpen komen aan bod: sociale marketing, de sociale en fysieke kenmerken van de wijk, de oorzaken van een ongezond leefstijl en overgewicht,, doelgroep en wijze van benadering, kansen voor JOGG en de.verwachtingen, taken en verantwoordelijkheden van de betrokken partijen. Sociale marketing als methodiek in Noordwest Binnen JOGG Noordwest is er naast (gezondheids)educatie (bijvoorbeeld ouderbijeenkomsten) en beleidsvorming (bijvoorbeeld het fruitbeleid) ook speciale aandacht voor sociale marketing. Dit onderwerp is nieuw binnen de gezondheidsbevordering en daarom is er in deze community diagnose aandacht aan besteed. Met sociale marketing wordt door het gebruik van een systematische analyse van de doelgroep, een gestructureerd planningsproces en het toepassen van marketingprincipes en technieken, positieve maatschappelijke of sociale veranderingen beoogd, in dit geval het terugdringen en voorkomen van overgewicht en het bevorderen van een gezonde leefstijl. Aansluiten bij de wensen, belangen en behoeften van de doelgroep met een heldere, positieve boodschap staat centraal. Deze boodschap kan impliciet zijn: een schooldag met (gezonde) bewegings- en voedingsactiviteiten. Of expliciet: een radioboodschap of poster met de boodschap 'eet iedere dag fruit. De traditionele gezondheidsbevordering is voor een belangrijk deel gericht op kennisoverdracht, om zo gedrag te beïnvloeden. De (voorlichtings)activiteiten zijn meestal gericht op wat goed en niet goed is, gezond of niet gezond. Doelgroepsegmentatie op basis van sociale en gedragskenmerken en omgevingskenmerken, neemt hier een belangrijke plaats in. Bij sociale marketing wordt er gewerkt vanuit de marketingmix, de vier P's: Product, Prijs, Plaats en Promotie. Het nieuwe gedrag wordt aantrekkelijk gemaakt vanuit het eigen (korte termijn) belang van de bewoners. Zo wordt bijvoorbeeld geprobeerd om waar mogelijk een oplossing te bieden voor een probleem van de doelgroep (bijvoorbeeld dat fruit en groenten duur zijn). Belangrijke emoties van ouders kunnen aanknopingspunten zijn, bijvoorbeeld een goede moeder zijn. Het is van belang om reke- 4 JOGG Noordwest

Geneeskundige en Gezondheidsdienst ning te houden met concurrerend gedrag, bijvoorbeeld de bus nemen, in plaats van de fiets, maar ook tijd voor jezelf hebben als je kind computerspelletjes doet. Sociale en fysieke kenmerken Noordwest In Noordwest wonen ruim 40.000 Utrechters en bestaat uit vier subwijken; Pijlsweerd, Ondiep, 2 e Daalsebuurt en Zuilen, met uiteenlopend van ± 5.000 tot 12.000 inwoners. Gemiddeld is een derde van de inwoners van allochtone afkomst. In Noordwest wonen relatief veel mensen met een lage sociaal economische status (SES): 40% van de wijkbewoners heeft een laag opleidingsniveau. De wijk wordt gekenmerkt als aandachtswijk. De subwijken Ondiep, 2 e Daalsebuurt, Zuilen-noord en -oost vallen onder het krachtwijkenbeleid. Iedere subwijk herbergt buurten met een eigen populatieopbouw, sfeer en type woningbouw. De levensinstelling van het merendeel van de inwoners in Noordwest wordt gekenmerkt als 'actieve individualist', 'gehaaste middenklasser' of 'buurtgeoriënteerde'. De wijk kent volksbuurten met families die daar al generaties lang wonen. Inwoners uit Noordwest zijn in het verleden relatief vaak benaderd door verschillende (overheids)organisaties, met name gericht op huisvesting en (her)opvoeding van gezinnen. Hierdoor staan sommige inwoners minder open voor benadering door (overheids)organisaties. Momenteel worden er grote herstructurerings- en nieuwbouwprojecten uitgevoerd. Inwoners van de wijk Noordwest geven relatief vaak aan ontevreden te zijn over hun leefomgeving en er bestaat behoefte aan meer groen en parken. Bewoners ervaren een lage buurtcohesie en het gevoel van onveiligheid is de afgelopen jaren toegenomen. Echter, in Ondiep, 2 e Daalsebuurt beoordelen relatief veel bewoners de subwijk juist als veilig en sociaal. Uit de interviews voor deze community diagnose bleek dat kinderen in deze buurten elkaar activeren om buiten te spelen. Gezondheid in Noordwest: overgewicht en leefstijl Een op de vijf inwoners van Noordwest rapporteert een matig tot slechte ervaren gezondheid. In subwijken en op buurtniveau komen specifieke (gezondheids)problemen relatief vaak voor, zoals chronische aandoeningen, eenzaamheid, overmatig alcoholgebruik, roken en relatief veel contact met de eerste- en tweedelijnszorg. Overgewicht Ruim vier van de tien (43%) volwassenen in Noordwest heeft overgewicht (inclusief obesitas). Bij 1 op de 8 (12%) is sprake van obesitas. Van de kinderen in Noordwest heeft 28% overgewicht (inclusief obesitas). Bij 9% van de kinderen is sprake van obesitas. Overgewicht komt sterk verhoogd (tot 30%) voor bij autochtone en allochtone kinderen uit gezinnen met een laqe of midden sociaal-economische status (SES). Met name veel Turkse kinderen (41%) hebben overgewicht. Leefstijl De belangrijkste oorzaken van overgewicht zijn ongunstige eet- en beweeggewoontes. Voor kinderen in Noordwest is er op het gebied van leefstijl nog veel winst te behalen: zoals dagelijks ontbijten, het beperken van het drinken van zoete (fris)dranken, dagelijks bewegen (binnen of buiten spelen), het lid zijn van een sportclub, en het beperken van televisie kijken. Dit geldt vooral voor kinderen uit gezinnen met een lage SES en Marokkaanse en Turkse kinderen. Ruim eenderde van deze kinderen ontbijt niet dagelijks en ruim de helft kijkt langer dan twee uur per dag televisie. Op het gebied van beweging zijn er relatief grote verschillen gevonden tussen allochtone jongens en meisjes; Marokkaanse jongens 5

bewegen meer en meer Turkse en Marokkaanse jongens zijn lid van een sportclub dan Turkse en Marokkaanse meisjes. Achtergronden / oorzaken ongezonde leefstijl efstijl Intermediairs en inwoners uit de wijk hebben in gesprekken verschillende oorzaken voor een ongezonde leefstijl en overgewicht aangegeven. De belangrijkste zijn ongezond eetgedrag is een gewoonte geworden, ongezonde verleidingen thuis (taart, snoep, koekjes, chips), bij vrienden, of in de buurt (snackbar, ijskraam) en kiezen voor gemak (bijvoorbeeld, kant en klare maaltijden). Ook vinden sommige ouders het moeilijk om bij hun kinderen regels te stellen over eetgedrag. Ten slotte volgt er nog een oorzaak. Niet iedereen is in staat de kennis over een gezonde leefstijl te vertalen naar concrete acties in de eigen situatie. Sommige inwoners van Noordwest hebben naast overgewicht andere problemen die zij als acuter ervaren dan overgewicht: (chronische) gezondheidsproblemen, financiële problemen, de zorgen over de sloop van woningen, spanning en stress, en de wens tot verbetering van de eigen leefomgeving. Deze opeenstapeling van problemen maakt het voor mensen vaak moeilijk om aan een gezonde leefstijl te werken. Doelgroep en wijze van benadering Intermediairs zijn het er over eens dat 0- tot 12-jarigen de primaire doelgroep van JOGG Noordwest vormen. Jonge kinderen zijn nog 'kneedbaar' en er kan het beste zo vroeg mogelijk begonnen worden met het aanleren van (gezonde) gewoontes. Systeemgericht denken (het betrekken van het hele gezin, inclusief bijvoorbeeld grootouders) is nodig. De (groot)ouders van het kind bepalen immers mede de beweeg- en eetgewoontes van het kind. Jongeren uit het voortgezet onderwijs vormen een lastig te bereiken doelgroep en vragen om een eigen benaderingswijze. Intermediairs geven aan dat er in een aantal buurten in Zuilen-noord en -oost en Ondiep 2 e Daalsebuurt, vrij gesloten gemeenschappen van allochtone en autochtone bewoners bestaan. Deze groepen vragen volgens de intermediairs om een open dialoog, zonder overspoeld te worden met informatie en ongevraagde adviezen. Het is verder de uitdaging om activiteiten te vinden die niet als betuttelend worden ervaren en die het gewenste resultaat opleveren met name voor de autochtone doelgroep. Intermediairs geven aan dat de verschillende doelgroepen binnen JOGG Noordwest ieder een eigen benadering nodig hebben: Voor ouders is participatie (meedoen, meedenken en meebeslissen) in activiteiten belangrijk, om ze het gevoel te geven dat ze grip hebben op hun eigen leefstijl en ze bewust te maken van hun rol in het aanleren van een gezonde leefstijl bij hun kind. Om dit te bereiken is het verwijzen van ouders naar activiteiten door sleutelfiguren of rolmodellen en opvoedingsondersteuning nodig. Voor kinderen (4- tot 12-jarigen) geldt vooral een positieve boodschap en leuke activiteiten. Kinderen leren op deze manier gezond gedrag aan als iets vanzelfsprekends en niet als iets geforceerds. Aandachtspunten hierin zijn: het aanleren van sociale vaardigheden met betrekking tot voeding, bewegen en gezondheid in het algemeen. Bij jongeren uit het voortgezet onderwijs speelt de vertrouwensrelatie met de begeleider van een activiteit een belangrijke rol. Jongerenwerkers kunnen door middel van 'peer-educatie' als rolmodel voor jongeren dienen en ze motiveren en enthousiasmeren om na te denken over overgewicht en hun leefstijl en hiernaar te handelen. 6 JOGG Noordwest

Geneeskundige en Gezondheidsdienst Passend aanbod In Noordwest gebeurt al veel op het gebied van voeding en beweging. Intermediairs adviseren daarom gebruik te maken van reeds aanwezige netwerken, bestaande activiteiten beter met elkaar te verbinden, te monitoren, en indien nodig het activiteitenaanbod aan te vullen met nieuwe activiteiten. Sleutelwoorden hierin zijn: helder en eenduidig naar buiten treden en een passend aanbod aan activiteiten creëren, waarbij steeds weer dezelfde boodschap uitgedragen wordt. Verwachtingen, taken en verantwoordelijkheden publieke en private partijen Bij JOGG Noordwest zijn publieke partijen (bijvoorbeeld welzijnsorganisatie Portes, voetbalvereniging DHSC, fietsersbond etc) en private partijen (bijvoorbeeld Albert Heijn, Albron catering, Douwe Egberts bv etc). aangesloten. De private partijen bieden bijvoorbeeld financiële/materiële ondersteuning en/of advisering over marketing. Daarnaast zijn er ook private partijen die evenals publieke partijen - participeren bij de opzet en uitvoering van activiteiten. Voor sommige private partijen is nog minder duidelijk wat er in de wijk Noordwest allemaal speelt en is de samenwerking met publieke partijen op het gebied van overgewicht, voeding en beweging nog betrekkelijk nieuw. De publieke en private partijen verwachten dat de GG&GD de regie neemt over het project. De GG&GD heeft als doel om met de verschillende partijen samen te investeren in JOGG en een co-creatieve vorm van samenwerking te zoeken. De private partijen lijken zich vooral te richten op de landelijke activiteiten omtrent overgewicht. Het is belangrijk ervoor te waken dat er door verschillende verwachtingen geen misverstanden ontstaan. Conclusie In JOGG Noordwest wordt een gecombineerde aanpak gebruikt: interventies met toepassingen uit de sociale marketing, maar ook (gezondheids)educatie en beleidsvorming. Overgewicht en ongunstige leefstijlfactoren vormen in de wijk Noordwest een aanzienlijk probleem. Voor JOGG Noordwest is het van belang aandacht te hebben voor de opeenstapeling van problemen die de bewoners als acuter ervaren dan overgewicht en een ongezonde leefstijl, zoals onvrede over de leefomgeving, financiële problemen, en het ervaren van spanning en stress. De grote heterogeniteit van de verschillende buurten en groepen bewoners vraagt om een doelgroepspecifieke benadering, op basis van hun wensen en behoeftes, en hun culturele, sociale en demografische kenmerken. Er bestaat consensus dat de activiteiten van JOGG een positieve, heldere boodschap moeten hebben, die regelmatig wordt herhaald. Deze boodschap moet voor een belangrijk deel impliciet worden overgebracht: via activiteiten, sleutelfiguren en rolmodellen, door het goede voorbeeld te geven en zo het gezonde gedrag gewoon te maken. Communicatie zou vooral via reeds bestaande en al veelgebruikte kanalen moeten plaatsvinden en daarnaast via alternatieve kanalen zoals via de private partners. Een belangrijke valkuil voor JOGG is dat mensen niet openstaan voor een boodschap over een gezonde leefstijl, doordat zij het gevoel krijgen 'betutteld' te worden. Sociale marketing biedt hiervoor een aanvullende en veelbelovende manier van denken en werken in de gezondheidsbevordering. In Noordwest bestaat al een groot aantal activiteiten op het gebied van voeding en beweging. Er is dan ook weinig behoefte aan nieuw aanbod. Wel kan (de uitvoering van) het bestaande aanbod mogelijk 7

verbeterd worden, waarbij afstemming van het aanbod en de continuïteit ervan belangrijke randvoorwaarden vormen. De publieke en private partijen hebben verschillende verwachtingen en een aantal private partijen heeft nog geen ervaring met een werkwijze als bij JOGG Noordwest. Het is daarom belangrijk voor de organisatie van JOGG Noordwest om in het oog te houden dat de verwachtingen omtrent deze samenwerking uiteen kunnen lopen. Intensivering van de netwerkvorming op dit terrein is nodig voor het bewerkstelligen van concrete samenwerking. Aanbevelingen Neem als GG&GD duidelijk de leiding en voer regie over het project; zorg dat de rollen helder zijn; Neem kinderen van 0 tot 12 jaar en hun (groot)ouders als einddoelgroep en daarnaast eventueel ook jongeren. Zet intermediairs, peer-educatie, rolmodellen en sleutelfiguren in om deze doelgroepen te bereiken; Zet extra in op kinderen/jongeren in de wijk met een Turkse achtergrond. Richt de beweegactiviteiten in Pijlsweerd-noord, Zuilen-noord en -oost ook op allochtone meisjes/vrouwen. Werk zo veel mogelijk vraaggericht (neem wensen en behoeften van de doelgroep als uitgangspunt) en betrek publieke en private partijen vanaf het begin bij de opzet en uitvoering. Stem activiteiten zoveel mogelijk af op de aanwezige wijkcultuur. Op subwijkniveau en op buurtniveau is er veel culturele diversiteit, specifieke gewoontes en gedragsnormen en bestaat er eventuele weerstand ten aanzien van activiteiten van buitenaf. Ook herbergt iedere subwijk/buurt zijn eigen groenvoorzieningen, speeltuinen, fietspaden, winkels, sportverenigingen. In Noordwest is er relatief veel onvrede over de leefomgeving, is er behoefte aan sociaal culturele activiteiten en aan informatie over het verminderen van spanning en stress. Combineer daarom activiteiten die gericht zijn op (gezonde) voeding en beweging zoveel mogelijk met deze onderwerpen. Overgewicht en een ongezonde leefstijl zijn bij relatief veel mensen met een lage SES in de wijk Noordwest geen prioriteit. Besteed daarom ook aandacht aan andere vormen van gezondheidsproblematiek (o.a. stapelingsproblemen) als je op overgewicht en leefstijl inzet. Breng de vier P s uit de sociale marketing voor iedere activiteit goed in kaart. Vooral de Prijs is belangrijk: laagdrempelige activiteiten en voor- nadelen op de korte en lange termijn; Maak gebruik van een gecombineerde aanpak: activiteiten waarbij principes uit sociale marketing worden ingezet, educatie/voorlichtingsactiviteiten en beleidsvorming bij partners cq aanpassing van de omgeving (bijvoorbeeld met het fruitbeleid). Zorg voor een helder, positief geluid en houd de boodschap simpel (één logo en één slogan); Besteed aandacht aan het aanbod van opvoedingsondersteuning voor ouders en het veranderen van ongezonde eet- en beweeggewoonten; Sluit met activiteiten zoveel mogelijk aan bij bestaande netwerken en activiteiten. Zorg voor duurzaamheid van de activiteiten (structuur en continuïteit) en monitor de activiteiten. Zet vanaf het begin extra in op het stimuleren van concrete samenwerking tussen de publieke en private partijen. Intensiveer de netwerkvorming en vergroot de betrokkenheid en participatie van de private partijen door op zoek te gaan naar concrete win-win activiteiten, zodat verschillende verwachtingen en belangen van publieke en private partijen overbrugd kunnen worden. Tenslotte: zorg vooral dat het beleid niet betuttelend overkomt. Geen wijzende vinger hanteren. 8 JOGG Noordwest

Geneeskundige en Gezondheidsdienst Inhoudsopgave Samenvatting 4 Inhoudsopgave 9 Inleiding 11 1 Methodologie 13 2 De wijk Noordwest 15 2.1 Omgevingskenmerken 17 2.2 Gezondheid en Sociale kenmerken 19 2.3 Overgewicht en leefstijl 22 2.4 Overgewicht en leefstijlfactoren volgens intermediairs en bewoners 24 3 Sociale marketing 27 3.1 Definitie 27 3.2 De ontwikkelingsfase 30 4 Doelgroep en communicatie 31 4.1 Intermediairs over de doelgroep 31 4.2 Bereik en vindplaatsen 32 4.3 Communicatie 33 5 Huidige activiteiten, mogelijke interventies, taken en verantwoordelijkheden37 5.1 Bestaande activiteiten in Noordwest 37 5.2 Mogelijke interventies en activiteiten JOGG 37 5.3 Valkuilen voor JOGG 40 5.4 Taken en verantwoordelijkheden per partij 42 6 Conclusie en aanbevelingen 45 Bijlagen 49 9

10 JOGG Noordwest

Geneeskundige en Gezondheidsdienst Inleiding Noordwest is een achterstandswijk waar relatief veel mensen met een lage sociaal economische status (SES) wonen. Overgewicht komt er bij de jeugd vaker voor dan gemiddeld in Utrecht. Uit het Jeugd Informatie Systeem (JIS) van de Jeugdgezondheidszorg (schooljaren 2007-2008 tot en met 2009-2010) blijkt dat van de 4 tot en met 15 jarigen in Noordwest 28% overgewicht heeft (inclusief obesitas) tegenover 17% in heel Utrecht. In de zomer (2010) is de wijkaanpak JOGG in Noordwest van start gegaan. JOGG staat voor Jongeren Op Gezond Gewicht en bestaat uit een samenwerkingsverband tussen de GG&GD en verschillende partners *. Het hoofddoel van het project is het terugdringen en voorkomen van overgewicht en het bevorderen van een gezonde leefstijl bij de inwoners van Noordwest. Doelstellingen zijn onder andere: meer intersectorale samenwerking rond de thema s voeding en bewegen, het creëren van draagvlak in de wijk voor JOGG en bewustwording en gedragsverandering bij kinderen en ouders ten aanzien van gezonde voeding en bewegen. Het project JOGG sluit aan bij de GG&GD-aanpak in de wijk Overvecht, het community-project Gezond Gewicht Overvecht (GO), waar het percentage overgewicht in 5 jaar is gedaald van 27% naar 20%. Maar er zijn ook vernieuwende elementen, zoals de samenwerking met private partners en het toepassen van sociale marketing om positieve maatschappelijke of sociale veranderingen te bewerkstelligen. De subwijken in Noordwest verschillen van elkaar in populatieopbouw. In Pijlsweerd en Zuilen-noord en -oost wonen relatief veel allochtonen, terwijl Ondiep bekend staat als een traditionele volksbuurt met veel geboren en getogen Utrechters. Onder andere deze verschillen vragen om verschillende benaderingswijzen voor interventies. JOGG biedt deze mogelijkheid door vraaggericht te werken: de behoefte van de doelgroep als startpunt te nemen voor het ontwikkelen van een product (interventie). JOGG Noordwest wordt begeleid met onderzoek om resultaten in kaart te brengen en om de kwaliteit van het project te verbeteren. Dit onderzoek start met een community diagnose. Om bij de behoeftes van de doelgroep aan te kunnen sluiten én om JOGG te kunnen evalueren, is inzicht in de wijk en haar bewoners van belang. Wat is de uitgangssituatie? Hierbij kan gedacht worden aan inzicht in de fysieke omgeving, de populatieopbouw, het voorkomen van overgewicht en een ongezonde leefstijl en de houding van inwoners ten aanzien van deze onderwerpen? Ook is het belangrijk om goed op de hoogte te zijn van de bestaande activiteiten op het gebied van (over)gewicht en gezonde (op)voeding en beweging in de wijk, zodat JOGG hierop kan aansluiten. Welke kansen en belemmeringen liggen er voor JOGG Noordwest? Met de resultaten uit dit onderzoek wordt geprobeerd deze vragen te beantwoorden. Voortbouwend op dit onderzoek wordt er een verdiepend onderzoek gedaan naar de leefstijlgewoontes van de bewoners in Noordwest. De resultaten hiervan worden ook gebruikt voor JOGG. * De expertise die de GG&GD Utrecht in Overvecht en in haar stedelijke programma heeft opgedaan, wordt aangevuld met nieuwe inzichten die uit Frankrijk zijn overgewaaid (de Epode-aanpak, die in Nederland is vertaald in de JOGG-aanpak), waarin naast de samenwerking met publieke partijen (zorg, welzijn, onderwijs) ook de samenwerking met het bedrijfsleven (menskracht, budget en (marketing-) expertise) deel uitmaken. 11

Doelstelling community diagnose Het geven van een kwantitatieve en kwalitatieve beschrijving van de wijk Noordwest bij aanvang van JOGG Noordwest. Deze beschrijving is in het bijzonder gericht op overgewicht en leefstijl van kinderen, factoren die dit zowel positief als negatief kunnen beïnvloeden en een analyse van (on)mogelijkheden voor JOGG. Omdat er in JOGG Noordwest veel aandacht is voor de samenwerking met private partners en het gebruik van principes uit de sociale marketing, zijn ook deze specifiek onderwerpen meegenomen in de vraagstellingen. Onderzoeksvragen over Noordwest in het algemeen - Wat zijn de fysieke en sociale kenmerken van de wijk? - Van welke infrastructuur (fysiek en sociaal) maken kinderen in Noordwest gebruik? Onderzoeksvragen over leefstijl en overgewicht - Wat zijn de voedings- en beweeggewoontes van kinderen en ouders in Noordwest? (Wat eten ze en waarom en hoe bewegen ze en hoe beleven ze dit?). - Welke (gezondheids)problemen spelen er in wijk, anders dan ongunstige leefstijlfactoren en overgewicht? - Hoe beleven ouders, kinderen en intermediairs uit de publieke en private sector overgewicht als gezondheidsprobleem? - Wat zijn de wensen en behoeften bij de inwoners en intermediairs in de wijk, die voor JOGG Noordwest van belang kunnen zijn? - Waar liggen de kansen en belemmeringen voor JOGG Noordwest? Onderzoeksvragen over sociale marketing: - Wat is er bekend over sociale marketing en als toepassing in de gezondheidsbevordering? - Wat weten intermediairs uit de publieke en private sector over sociale marketing en hoe kijken zij aan tegen het gebruik hiervan ten behoeve van gezondheidsbevordering en gedragsverandering? Leeswijzer Hoofdstuk 1 gaat over de methodologie van deze community diagnose. Hoofdstuk 2 gaat in op de geschiedenis van de verschillende (gezondheids)interventies in de wijk, de fysieke en sociale kenmerken van de wijk en de problematiek rond overgewicht en belangrijkste leefstijlfactoren. Hoofdstuk 3 gaat over de principes van sociale marketing en de toepassing er van in de praktijk. Voortbouwend hierop worden in hoofdstuk 4 de verschillende communicatiestrategieën geschetst en hun toepassing op de doelgroep(en) van het project JOGG Noordwest. In hoofdstuk 5 worden de bestaande bewegings- en voedingsactiviteiten in Noordwest beschreven, (on)mogelijkheden voor interventies en de taken die de publieke en private partijen uit het samenwerkingsverband van JOGG hierin hebben. Tot slot worden in hoofdstuk 6 de conclusie en aanbevelingen gegeven. 12 JOGG Noordwest

Geneeskundige en Gezondheidsdienst 1 Methodologie Met deze community diagnose is geprobeerd de wijk Noordwest in kaart te brengen. Dit is gedaan met behulp van kwantitatief en kwalitatief onderzoek. Kwantitatief onderzoeksdeel Voor het kwantitatieve onderzoeksdeel is van de volgende databestanden gebruik gemaakt: - Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) - Gezondheidspeiling (2008); - Jeugdmonitor (2007-2008 en 2009-2010); - JGZ-registratie (JIS-bestanden) 2007-2008 tot en met 2009-2010. Door gebruik te maken van deze bronnen konden de onderzoeksvragen over Noordwest in het algemeen en over overgewicht en leefstijl grotendeels beantwoord worden. Kwalitatief onderzoeksdeel De kwanitatieve onderzoeksgegevens zijn aangevuld met kwalitatief onderzoeksmateriaal verkregen uit diverse bronnen: - Voor het kwalitatieve onderzoeksdeel zijn intermediairs (n=14) uit de publieke en private sector geïnterviewd (zie tabel 1). In deze interviews stonden de belangrijkste oorzaken voor overgewicht centraal en (on)mogelijkheden voor interventies, principes uit de sociale marketing en communicatiestrategieën. Uit tabel 1 valt op te maken dat er meer publieke dan private partijen zijn geïnterviewd. Een aantal private partijen vonden het moeilijk om aan te geven op welke manier zij konden bijdragen aan JOGG in de vorm van een interview. De redenen die hiervoor werden genoemd worden in hoofdstuk vijf behandeld. De publieke partijen DMO-sport en zorgorganisatie Aveant zijn niet meegenomen in de interviews. Deze partijen hebben in Gezond Gewicht Overvecht een aanzienlijke rol gespeeld bij de opzet en uitvoer van activiteiten en zijn destijds al meerdere malen benaderd voor het uitwisselen van hun ervaring en expertise. - Door de welzijnsorganisatie Portes zijn verder interviews met bewoners van de Fruitbuurt in de subwijk Ondiep aangeleverd. In deze interviews stond de tevredenheid van de inwoners over hun huis en buurt centraal. De onderzoekers zijn ook met enkele activiteiten van Portes in verschillende subwijken/buurten meegeweest, om een indruk te krijgen van de bewoners en hun ideeën en behoeften. - Voorafgaand aan de start van JOGG is er een projectdag met alle betrokken publieke en private partijen geweest (de intermediairs). Op deze dag zijn alle Do s en Dont s besproken bij de opzet en uitvoering van een project als JOGG (zie bijlage). De belangrijkste punten gaan over de organisatie van JOGG, de samenwerking tussen intermediairs, de doelgroep(en) en de inzet van communicatiemiddelen. De punten zijn verder verwerkt in het rapport. - Tenslotte zijn verschillende informatiebronnen over de wijk Noordwest in de vorm van websites, documenten en literatuur geraadpleegd. Een aantal van deze informatiebronnen zijn aangeleverd door publieke en private partijen uit Noordwest. Verder is gekeken naar de Volksgezondheidsmonitor Utrecht 2010. Ook is er literatuur geraadpleegd over sociale marketing. 13

Tabel 1: Respons intermediairs Publieke partners GG&GD Jeugdarts Wijkpedagoog Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO) Assistent Wijkmanager Pijlsweerd/Ondiep Assistent Wijkmanager Zuilen Onderwijs Coördinator Brede School Zuilen-oost en Ondiep Sport Verenigingsmanager voetbalvereniging DHSC Private partners Albron Catering Projectcoördinator marketing Albert Heijn Landelijke projectcoördinator marketing 1e lijnszorg Projectmanager geïntegreerde Eerste Lijn Agis Abi Bakr Essadik-moskee Zuilen Voorzitter Portes Welzijnsorganisatie Jongerenwerker Sociaal makelaarcoördinator project Meedoen op straat Beweegmakelaar Jeugd opbouwwerk Fietsersbond Projectleider 'Wijken voor de Fiets' 14 JOGG Noordwest

Geneeskundige en Gezondheidsdienst 2 De wijk Noordwest In het wijkgezondheidsprofiel Utrecht Noordwest (2010) staat veel informatie over de omgevingskenmerken, sociale kenmerken en de gezondheidssituatie van de inwoners van Noordwest. Daarom wordt in dit hoofdstuk vooral gebruik gemaakt van aanvullende informatie, gebaseerd op (populatie)gegevens uit de gemeentelijke basisadministratie (GBA) en uit het JIS-bestand van de JGZ over 4-15 jarigen (schooljaren 07/08 tot en met 09/10), literatuuronderzoek en resultaten uit de interviews met de intermediairs. In Iedere paragraaf wordt eerst een beknopte samenvatting van het wijkgezondheidsprofiel (2010) gegeven. In Noordwest wonen ruim 40.000 Utrechters. De wijk bestaat uit vier subwijken; Pijlsweerd, Ondiep, 2 e Daalsebuurt, Zuilen-west en Zuilen-noord en -oost, uiteenlopend van ± 5.000 tot 12.000 inwoners. Een derde van de inwoners is van allochtone afkomst. Noordwest telt relatief veel mensen met een lage sociaal economische status (40% heeft een laag opleidingsniveau) en wordt gekenmerkt als aandachtswijk. De subwijken Ondiep en Zuilen-noord en -oost horen bij het krachtwijkenbeleid. Noordwest is een oude Utrechtse woonwijk met een verleden van interventies en met volksbuurten waar relatief veel families al generaties lang wonen. Veel van deze interventies hebben een grote impact gehad op hoe sommige inwoners tegen bemoeienis van de buitenwereld aankijken. Het is daarom voor JOGG Noordwest de moeite waard om een stukje van deze geschiedenis te begrijpen. Bij de opzet en uitvoering van activiteiten kan dan beter rekening gehouden worden met een eventuele weerstand bij de inwoners. Bron: www.utrecht.nl 15

Noordwest, een stukje geschiedenis De wijk Noordwest kent een geschiedenis van interventies. Al vlak na de eerste wereldoorlog werden initiatieven genomen tot het onder toezicht huisvesten en heropvoeden van gezinnen in woonscholen. De betreffende gezinnen zijn in de loop der jaren bekend geweest onder diverse benamingen en ook de interventieperspectieven omtrent huishoudens met meervoudige problemen varieerden sterk gedurende de periode vanaf ±1915 (Van Wel, 1999). Omdat tijdens de Eerste Wereldoorlog de arbeiderswoningbouw sterk daalde, begon de Gemeente Utrecht zelf met het bouwen van honderden woningen in het noorden van de stad. In de wijk die nu Ondiep heet werd de groeiende stroom arbeiders gehuisvest die door de industrialisering naar het stedelijke gebied trok. Als eigenaar van deze huizen kwam de gemeente in aanraking met gezinnen die door hun manier van wonen en leven niet geschikt werden bevonden voor het wonen in een gemeentelijke arbeiderswoning. Zij werden gereclasseerd in aparte, nieuwe wooneenheden. Deze complexen werden beheerd door de Stichting Volkswoningen. De wethouder voor volkshuisvesting en de directeuren van zowel de Gemeentelijke Geneeskundige Dienst als de Bouw- en Woningdienst hadden echter ook inspraak. In 1923 werd het wijkje Ondiep XII nu de Framboosstraat gebouwd, dat onder terughoudend toezicht kwam van een gemeentelijke woninginspectrice en later van de Stichting Volkswoningen. In 1924 liet de gemeente zeventig kleine woningen bouwen rondom een plein, waar tevens enkele 'woonleermiddelen' aanwezig waren. Het Houtplein had een badhuis, een clubgebouw en een opzichterwoning, waarin zich in de loop der jaren diverse opzichterechtparen vestigden, met ieder een eigen visie en aanpak. Het Anthonieplein, eveneens met badhuis en opzichterwoning, werd in 1948 aangelegd. Middels diverse dwang- en verleidingstactieken en met medewerking van hulpverleners uit verschillende werkvelden werd getracht de bewoners van de woonscholen klaar te stomen voor een 'gewoon' leven, zonder toezicht. Dit lukte slechts bij een klein deel van de gezinnen en de positieve veranderingen waren lang niet altijd bewijsbaar toe te schrijven aan het verblijf in de woonschool. Gedurende de jaren zeventig ontstond kritiek op het onder toezicht wonen van grote groepen gezinnen. Het beleid werd als bevoogdend en stigmatiserend bestempeld. In 1975 verdween de Stichting Volkswoningen en de woonscholen werden gesloopt (Van Wel, 1990). In de diverse buurten van het huidige Noordwest wonen nog altijd mensen die hun jeugd (deels) in een van de complexen van de stichting hebben doorgebracht. Het is niet verwonderlijk dat deze geschiedenis ten grondslag ligt aan een belangrijk deel van het wantrouwen dat volgens veel intermediairs uit de wijk vaak gekoesterd wordt ten opzichte van hulpverlening, interventies en organisaties. Dit is bij het ontwikkelen van interventies, en dus ook voor JOGG, iets om rekening mee te houden. 16 JOGG Noordwest

Geneeskundige en Gezondheidsdienst 2.1 Omgevingskenmerken In de subwijken Ondiep, 2 e Daalsebuurt en Zuilen-noord en -oost zijn volwassenen, kinderen en jongeren vaker ontevreden over hun leefomgeving dan gemiddeld in Utrecht (Wijkgezondheidsprofiel, 2010). Deze twee subwijken springen er ook uit wat betreft het aantal inwoners dat een lage buurtcohesie ervaart. In Noordwest hebben de meeste inwoners behoefte aan informatie over het verbeteren van de woonomstandigheden. In de gehele wijk Noordwest geldt de laatste jaren verder een forse toename van het gevoel van onveiligheid in de eigen buurt (Bestuursinformatie, gemeente Utrecht, 2010). De gemeente Utrecht en Utrechtse woningbouwcorporaties werken in herstructurering- en nieuwbouwprojecten sinds enkele jaren met woonbelevingsgroepen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in wat verschillende groepen belangrijk vinden als het gaat om woonomgeving en beleving. Dit onderscheid kan niet afgeleid worden uit demografische of sociaal-economische kenmerken, maar heeft te maken met levensinstelling. Er zijn zeven profielen opgesteld die op basis van omgevingsfactoren weergeven aan welke eisen het woonmilieu moet voldoen en waar op ingespeeld kan worden. De verschillende doelgroepen van een gebied en de diverse behoeften die per doelgroep bestaan worden, kortom, uiteengezet. De profielen worden beschreven in het document Profielen van Woonbelevingsgroepen (Stuw & Gemeente Utrecht, 2009). Zie bijlage voor een korte beschrijving van de profielen. Het merendeel van de bewoners van Noordwest hoort volgens de indeling bij de woonbelevingsgroepen actieve individualisten, gehaaste middenklassers en buurtgeoriënteerden. Actieve individualisten zijn over het algemeen jonge mensen zonder kinderen, die op zoek zijn naar spanning, een internationale oriëntatie hebben en modern en trendgevoelig zijn. Zij wonen graag in de stad en stellen prijs op de nabijheid van voorzieningen en bereikbaarheid. Gehaaste middenklassers zijn gericht op luxe en gemak en stellen prijs op veiligheid en privacy. Ze bevinden zich in alle leeftijdscategorieën en wonen graag in nieuwbouwwijken met speelgelegenheid voor kinderen. De buurtgeoriënteerden, tenslotte, laten alles het liefst bij het oude. Ze zijn vooral gericht op vrienden en familie en staan weinig open voor andere leefwijzen. Ze wonen graag dicht bij hun naasten in 'gewone' stadshuizen. In deze groep heerst over het algemeen weerstand tegen verandering. De overige woonbelevingsgroepen zijn de tolerante socializers, de gesettelde idealisten, de huiselijken en de gemeenschapsgezinden. Deze groepen komen in verhouding minder voor in de wijk Noordwest, maar zouden er uitgaande van de combinatie woonomgeving en woonbelevingsprofiel wel passen (Stuw & Gemeente Utrecht, 2009). De nu volgende wijkbeschrijvingen zijn gebaseerd op de eigenschappen die de attractiviteit van de subwijken voor de diverse bewonersgroepen bepalen. Dit betekent echter niet dat deze groepen ook daadwerkelijk aanwezig zijn (Werkgroep stedelijke woonmilieukaart, 2007). 17

Pijlsweerd Pijlsweerd is te scheiden in twee delen: het zuidelijke deel van de subwijk kent veel koophuizen en het noordelijke deel veel sociale huurwoningen. Dit is bepalend voor de kenmerken van de bewoners van de wijkdelen en voor de sfeer die in de buurten hangt. De bewoners van Pijlsweerd hebben relatief veel gebruikersgroen, namelijk 3m² per inwoner en voor de kinderen is er voldoende ruimte om te spelen (Document Wijkspeelruimte, 2010). In Pijlsweerd hebben bewoners, sterker dan in de stad als geheel, last van vervuiling van de openbare ruimte (36% tegen 23,4% in Utrecht) en van criminaliteit en drugs (33% tegen 19% in Utrecht) (Wijkenmonitor, 2009). Pijlsweerd-zuid is aantrekkelijk voor actieve individualisten en tolerante socializers door de nabijheid van het stadscentrum, de levendige sfeer en het gemak waar mee contacten in de buurt gelegd kunnen worden. De aanwezigheid van winkels in de buurt, de kindvriendelijkheid, de levendigheid en de sociale controle maken Pijlsweerd-noord tevens aantrekkelijk voor buurtgeoriënteerden, huiselijken en tolerante socializers (Werkgroep stedelijke woonmilieukaart, 2007). Ondiep, 2 e Daalsebuurt De subwijk Ondiep, 2 e Daalsebuurt heeft veel volksbuurten met veel sociale woningbouw die bestaat uit oude, kleine eengezinswoningen, boven- en benedenwoningen en enkele reeds gerealiseerde nieuwbouwprojecten. De subwijk bevindt zich midden in een herstructureringsproces, waardoor delen van straten braak liggen. In Ondiep beschikken bewoners over het minste gebruiksgroen van de wijk Noordwest: 0,3m² per bewoner. Ook de speelruimte voor kinderen is aan de magere kant. In de subwijk vinden momenteel herstructureringswerkzaamheden plaats. (Document Wijkspeelruimte, 2010). In Ondiep, 2 e Daalsebuurt bestaat overlast van scooterrijdende jongeren, hondenpoep en zwerfvuil (Portes, 2010). De subwijk kent de laagste waardering voor het onderhoud en het schoon zijn van de openbare ruimte en er bestaat relatief veel algemene overlast (26,3%) en overlast van criminaliteit en drugs (23%) (Wijkenmonitor, 2009). In Ondiep, 2 e Daalsebuurt zorgen de levendigheid, de sobere en functionele woningen en de sociale oplettendheid voor een prettige woonomgeving voor buurtgeoriënteerden. De nabijheid van het centrum maakt de subwijk ook aantrekkelijk voor tolerante socializers (Werkgroep stedelijke woonmilieukaart, 2007). Zuilen-west In het westelijke deel van Zuilen staan veel ééngezinswoningen en boven- en benedenwoningen. De bewoners beschikken over 3m² gebruikersgroen per persoon. Dat is bovengemiddeld voor Noordwest. Voor de hele subwijk Zuilen geldt dat er veel te weinig speelplaatsen voor kinderen zijn (Document Wijkspeelruimte, 2010). Bewoners van Zuilen-west hebben relatief veel te maken met jeugdoverlast (24%) en overlast in het algemeen (30%), vergeleken met de hele stad Utrecht (20%, respectievelijk 17%) (Wijkenmonitor, 2009). In Zuilen-west wonen veel buurtgeoriënteerden vanwege de levendigheid, de sociale oplettendheid, de kindvriendelijkheid en de nabijheid van winkels. De privacy en veiligheid maken de subwijk tevens aantrekkelijk als woongebied voor huiselijken en de ligging dichtbij het centrum en het gemak waarmee contact gelegd kan worden met medebewoners maken het aantrekkelijk voor tolerante socializers (Werkgroep stedelijke woonmilieukaart, 2007). Zuilen-noord en -oost In Zuilen-noord en -oost staan relatief veel flats. Het gebruikersgroen ligt met 2m² per bewoner op het gemiddelde van de wijk Noordwest (Document Wijkspeelruimte, 2010). Vergeleken met Utrecht als geheel hebben de bewoners van de subwijk relatief veel last van vervuiling van de openbare ruimte (26%, 18 JOGG Noordwest

Geneeskundige en Gezondheidsdienst tegen 23% in Utrecht), overlast van criminaliteit en drugs (34% tegen 19% in Utrecht) en jeugdoverlast (32% tegen 20% in Utrecht) (Wijkenmonitor, 2009). In Zuilen-noord zorgen de sociale oplettendheid en de nabijheid van winkels dat de wijk een hoog percentage buurtgeoriënteerden herbergt. De subwijk is ook aantrekkelijk voor tolerante socializers, vanwege de ligging aan de rand van de stad tussen een stedelijke en een groene omgeving. Gehaaste middenklassers trekken naar de wijk door de nieuwbouw, de kindvriendelijkheid, de privacy en de winkels in de buurt (Werkgroep stedelijke woonmilieukaart, 2007). 2.2 Gezondheid en Sociale kenmerken In deze paragraaf worden de sociale kenmerken van de subwijken en hun buurten in Noordwest beschreven. Hiervoor zijn verschillende databronnen gebruikt; GBA, het wijkgezondheidsprofiel (2010), de Volksgezondheidsmonitor Utrecht 2010 en het JIS-bestand over 4-15 jarigen (schooljaren 2007-08 tot en met 2009-10). Eerst wordt er de gezondheidsproblematiek in de wijk Noordwest kort besproken. Gezondheid in Noordwest In Noordwest heeft bijna 1 op de 5 inwoner een matig tot slecht ervaren gezondheid. (Wijkgezondheidsprofiel 2010). In subwijken en op buurtniveau spelen specifieke (gezondheids)problemen, als het voorkomen van chronische aandoeningen, eenzaamheid, overmatig alcoholgebruik, roken en relatief veel contact met eerste- en tweedelijnszorg. In de krachtwijken komt het vaker voor dat inwoners te maken hebben met stapeling van problemen op diverse leefgebieden (fysiek, mentaal, zorg, financiën, leefstijl etc.). Dit geldt onder andere voor de subwijken Ondiep, 2 e Daalsebuurt en Zuilen-noord en - oost. Deze problemen kunnen zich opstapelen en een negatieve invloed hebben op iemands gezondheid (Bouwman, et al., 2010). In deze subwijken wonen verhoudingsgewijs meer gezinnen die moeite hebben met rondkomen en een inkomen beneden modaal hebben (Wijkgezondheidsprofiel 2010). In vergelijking met Utrecht gemiddeld (44%), is er bij meer inwoners sprake van een verhoogd risico op stemmingsproblemen (Ondiep 50% en Zuilen-noord en -oost 49%). Ook is er een relatief groot aantal mensen met het gevoel onvoldoende regie over hun eigen leven te hebben: 12% in Ondiep, 15% in Pijlsweerd en 16% in Zuilen-noord en -oost, tegenover 11% in Utrecht. De subwijken Ondiep en Zuilennoord en -oost springen er eveneens uit wanneer het gaat om het aantal volwassenen dat een matige tot sterke eenzaamheid ervaart (Wijkgezondheidsprofiel, 2010). Stapelingsproblemen Uit de Volksgezondheidsmonitor Utrecht 2010 blijkt dat er een duidelijk verband bestaat tussen het aantal problemen op leefgebieden en een matig/slecht ervaren gezondheid. Dit geldt voor de leefgebieden gezondheid (fysiek en mentaal), zorg, leefstijl (overgewicht, voeding en beweging) en leefomgeving. Roken, obesitas, eenzaamheid en het hebben van een bijstandsuitkering, zijn belangrijke indicatoren voor de stapeling van problematiek bij bepaalde gezondheidsproblemen (Bouwman, et al., 2010). Daarnaast bestaat er een duidelijke relatie tussen leeftijd (vooral ouderen), het hebben van een niet-westerse herkomst, sociale uitsluiting en autochtonen met een lage SES, met het aantal ongunstige scores op de diverse leefgebieden (Bergen van, et al., 2010). Mensen met sociale uitsluiting hebben vaak schulden, weinig sociale contacten, ervaren problemen met toegang tot instanties en wonen in een minder goede en veilige omgeving. De twee punten, herkomst en het hebben van een lage SES, gelden ook voor kinderen/jongeren. Leerlingen die ten tijde van het onderzoek te maken hadden met 19

een stapeling van problemen, hadden een minder goed ervaren gezondheid en slechtere leefgewoonten (Toet, et al., 2010). Sociale kenmerken Pijlsweerd In de subwijk Pijlsweerd wonen in de buurt Pijlsweerd-zuid meer autochtonen (70%). In Pijlsweerdnoord wonen verhoudingsgewijs meer allochtonen (42%). Een opbouwwerker van Portes uit de wijk stelt dat de allochtone groepen zich over het algemeen clusteren in bepaalde straten en dat daar regelmatig over wordt geklaagd door de autochtonen. Bovendien komen onderling contact, communicatie en begrip tussen de allochtone en autochtone groepen volgens hem niet vaak voor. In Pijlsweerd wonen relatief veel (59%) hoger opgeleide mensen. Pijlsweerd-zuid telt meer kinderen uit gezinnen met een hoge SES (51%). Hier staan vooral veel koopwoningen. In Pijlsweerd-noord komt 56% van de kinderen uit gezinnen met een lage SES. Dit deel van Pijlsweerd ligt tegen Ondiep aan en er staan veelal sociale huurwoningen. Er hangt een andere sfeer dan in Zuid, maar Pijlsweerd-noord is geen krachtwijk. Wel is in Noord vaker sprake van overlast en criminaliteit dan in Zuid, stelt de opbouwwerker. In de subwijk Pijlsweerd is de afgelopen jaren veel verbeterd, zegt de professional uit de wijk. De jaren '90 vormden een periode van veel onrust, overlast en criminaliteit. Vooral rondom de Balkstraat en de Boorstraat was veel politie-inzet en jongerenwerk nodig. De geschiedenis van de woonscholen kan hierbij een rol spelen. Veel gezinnen die in die tijd als problematisch werden gekenmerkt zijn na de opheffing van de Stichting Volkswoningen - eind jaren zeventig - in de wijk blijven wonen. Na het bezoek van Willem-Alexander en Máxima in 2001 is er echter veel veranderd. Het imago en de sfeer van de wijk verbeterden en de naoorlogse huurwoningen zijn koophuizen geworden. Dit trok nieuwe inwoners aan. Tegelijkertijd hadden de andere bewoners niet het gevoel dat de wijk 'hun' wijk niet meer was. Hoewel er nog steeds veel multiprobleemgezinnen wonen, wordt het positieve gevoel in de wijk steeds stabieler. De wijk is nu vrij goed georganiseerd en men weet de hulpverleners en opbouwwerkers te vinden. Wat betreft het onderwijs is Pijlsweerd-noord vooral gericht op Ondiep en Zuid op de Vogelenbuurt en omgeving. In de wijk zelf is slechts één basisschool (De Pijlstaart). Wel zijn er twee speeltuinen. Veel mensen in de wijk ervaren het autoverkeer als een groot probleem. De Weerdsingel en de Amsterdamsestraatweg zorgen samen voor een enorme luchtverontreiniging, aldus de opbouwwerker. Ondiep, 2 e Daalsebuurt In de subwijk Ondiep, 2 e Daalsebuurt is ruim tweederde van de inwoners autochtoon. De grootste allochtone groepen (ongeveer 30%) vormen de Turkse of Marokkaanse inwoners. In de subwijk is duidelijk sprake van een tweedeling in de SES van de inwoners. De meeste mensen hebben een lage SES (37%) of een hoge SES (44%). Dit kan op buurtniveau verklaard worden. In de buurten Nijenoord, Hoogstraat en Ondiep wonen meer kinderen uit gezinnen met een lage SES, ongeveer driekwart. In de 2 e Daalsebuurt, Egelantierstraat en Mariëndaalstraat wonen in verhouding meer ouders en kinderen met een midden SES en een hoge SES. Ook intermediairs in de wijk geven aan dat de bewoners van de subwijk Ondiep, 2 e Daalsebuurt geen homogene groep vormen. Over het algemeen wordt dit deel van Noordwest gekarakteriseerd als een volkswijk met een grote sociale controle. Er bestaan echter diverse subbuurten, waarmee men zich in bepaalde gevallen bijvoorbeeld in de Fruitbuurt - sterk identificeert. 20 JOGG Noordwest

Geneeskundige en Gezondheidsdienst Bij de GG&GD Utrecht is bekend dat er onder de bewoners van de subwijk Ondiep, 2 e Daalsebuurt meer weerstand bestaat ten aanzien van gezondheidsbevordering. Ook heeft de subwijk naar verhouding veel huishoudens met problemen achter de voordeur : geldzorgen, verslaving, verwaarlozing en mishandeling, opvoedingproblemen en gezondheidsproblemen (zie ook gezondheid ). Wat de bewoners van Ondiep, 2 e Daalsebuurt momenteel sterk bezighoudt is het al dan niet op korte termijn gesloopt worden van hun huizen en de onzekerheid en onderhoudsdilemma's die dit met zich meebrengt. Veel mensen klagen over vocht en muizen en weten niet of ze nog in hun woning moeten investeren. De overlast van jongeren is de afgelopen jaren echter afgenomen en men voelt zich in 2008 veiliger in de eigen buurt dan in 2006 (Wijkenmonitor, 2009). De sociaal makelaar van de wijk vertelt dat in Ondiep, 2 e Daalsebuurt van oudsher een grote sociale cohesie heerst. Enkele vervelende gebeurtenissen omtrent criminaliteit en de herstructurering van de subwijk doen volgens bewoners echter afbreuk aan de saamhorigheid. Het aantal gezamenlijke activiteiten en het onderlinge contact zijn teruggelopen en er zijn veel nieuwe mensen komen wonen. Toch kenmerken de inwoners de subwijk ook als veilig en sociaal. Men helpt elkaar, er is goed onderling contact en het is gezellig (Interviews bewoners Fruitbuurt door Portes, 2010). Wat betreft participatie komt naar voren dat vanuit de wijk zelf niet veel initiatief komt tot het organiseren van activiteiten of acties. Mensen zijn vaak wel bereid mee te doen of te helpen, als iemand anders ze mobiliseert. Veel bewoners geven echter ook aan dat ze denken dat met eventuele acties niets bereikt wordt, omdat een groot aantal mensen niet geïnteresseerd of betrokken is. De geringe bewonersparticipatie komt ook naar voren uit de opkomst bij een ouder-kindmiddag die door Portes georganiseerd werd op het Klokkenveld. Er waren ongeveer 70 kinderen aanwezig en verspreid over de middag zijn tussen de 10 en 20 ouders gesignaleerd. Volgens medewerkers van Portes nemen kinderen elkaar vaak mee naar activiteiten en komt het regelmatig voor dat volwassen bewoners geen gebruik maken van de activiteiten die voor hen georganiseerd worden. Sporten die volgens de medewerkers vooral populair zijn bij de jongens, zijn voetbal en thaiboksen, en bij de meisjes dansen. Zuilen-west Zuilen is een voormalig dorp en dat is nog altijd te merken, vertelt de assistent wijkmanager. De straten zijn breed opgezet, kennen overwegend laagbouw en er is veel groen. Ook nemen vooral de autochtone bewoners er veel deel aan het verenigingsleven. Dit deel van Zuilen kent relatief weinig problemen en valt niet onder het krachtwijkenbeleid. In de subwijk Zuilen-west wonen in vergelijking met de andere subwijken veel autochtonen (76%) en kinderen uit gezinnen met een midden en hoge SES. Deze subwijk is qua bevolkingssamenstelling het meest vergelijkbaar met de buurt Pijlsweerd-zuid. Zuilen-noord en -oost In Zuilen-noord en -oost wonen verhoudingsgewijs meer allochtone gezinnen (42%), vooral Marokkaans, en gezinnen met een lage SES. De buurten zijn hier vergelijkbaar met Pijlsweerd-noord. Het noordoostelijke deel van Zuilen is krachtwijk en krijgt daarom speciale aandacht. Hoewel het dorpse karakter van de subwijk ook in Noordoost naar voren komt, bestaan er serieuze sociale en veiligheidsproblemen, stelt de assistent wijkmanager. Er is weinig communicatie en cohesie tussen de allochtone en de autochtone groepen en er bestaan hardnekkige stereotypen, die het onderling contact sterk in de weg zitten. Rondom de pleinen (Zwanenvechtplein, Queekhovenplein) zijn bo- 21