Grontmij Nederland B.V. CO2-emissierapportage



Vergelijkbare documenten
Grontmij Nederland B.V. CO 2 -emissie-inventaris

CO 2 -emissierapportage Grontmij Nederland Holding B.V.

Periodieke rapportage 2014

Periodieke rapportage 2 e helft maart 2015 versie definitief

PERIODIEKE RAPPORTAGE 2015

Grontmij Nederland B.V. CO 2 -emissie-inventaris

Periodieke rapportage 1 e helft 2014

Periodieke rapportage 2016 H1

PERIODIEKE RAPPORTAGE 1E HELFT 2015

Periodieke rapportage 2015 H1 + H2

Carbon footprint BT Nederland NV 2014

CO2-Emissie-inventaris

Periodieke rapportage 2 e helft September 2016

Periodieke rapportage 2014

CO2-Emissie-inventaris

Periodieke rapportage 2 e helft 2016

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2014

Periodieke rapportage 1 e helft 2016

Periodieke rapportage e helft. N.C. Zwart Verhuur BV

CO2-Emissie-inventaris

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2013

Periodieke rapportage 2016 H2

CO 2 -emissierapportage Grontmij Nederland Holding B.V.

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2013

1 van 13. per label. Periode: 1 januari t/m 31 december 2012

Periodieke rapportage 2016 H1

Periodieke Rapportage 2 e helft 2016

Periodieke rapportage 2 de half jaar 2017

1 van 14. Periode: 1 januari t/m 31 december 2012

1 van 10. Periode: 1 januari t/m 30 juni 2014

PERIODIEKE RAPPORTAGE 1E HELFT 2016

VolkerRail Holding CO2 Voortgangsrapportage H1 2017

Periodieke rapportage 2016 H2

Periodieke rapportage 2017 H1

Periodieke rapportage 2016 September 2016

Periodieke rapportage 2015 H2. 20 januari 2016

Periodieke rapportage - H1 2012

Periodieke rapportage 2 de half jaar 2016 Juni 2017

CO 2 Prestatieladder Voortgangsrapportage 2013 (1 e halfjaar) Periode: 1 januari t/m 30 juni 2013

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2014

CO 2 -emissierapportage Grontmij Nederland Holding B.V.

Periodieke rapportage 2 de half jaar 2018

Periodieke rapportage 1 ste halfjaar 2018

25/09/2015. Lokhorst Bouw en Ontwikkeling B.V.

Emissie-inventaris 2018

1 van 13. Periode: 1 juli t/m 31 december 2013

Voortgangsrapport jan-okt 2015

Periodieke rapportage 1 ste half jaar 2017

Jade Beheer B.V. 4.A1 Ketenanalyse scope III

Lomans Beheer B.V. Footprint 2016 Lomans Beheer

VCMCM CO2 Voortgangsrapportage U

Periodieke rapportage 2017 H1. November 2017

Groene bedrijfsvoering

01/06/2015. Lokhorst Bouw en Ontwikkeling B.V.

Periodieke rapportage 2 e halfjaar Interne CO 2 -rapportage in het kader van de CO 2 -Prestatieladder

Doelstelling scope 2: IDDS wil in 2020 ten opzichte van %

CO 2 -prestatieladder Periodieke rapportage 2013

Lomans Beheer B.V t/m

02/06/2015. Lokhorst Bouw en Ontwikkeling B.V.

Scope 1, 2 & 3 01/10/2015. Klaver Bik(e)Motion b.v.

01/10/2015. Klaver Bik(e)Motion b.v.

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2017

Periodieke rapportage e helft. N.C. Zwart Verhuur BV

Voortgangsrapportage Carbon Footprint eerste half jaar 2012

Periodieke rapportage H1 2016

Periodieke CSR-milieu rapportage H1 2015

Periodieke rapportage 2016 H2. Juni 2017

Periodieke rapportage: Verachtert Nederland

3.C.1. Periodieke voortgangsrapportage 2013

CO 2 -emissierapportage Grontmij Nederland Holding B.V.

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2016

CO 2 Prestatieladder Voortgangsrapportage 2012 Periode: 1 januari t/m 31 december 2012

Periodieke rapportage: Periodiek verslag Periode: 1 januari t/m 31 december 2013

CO 2 Footprint e half jaar Goudappel Groep

Lomans Beheer B.V. Footprint 2017 Lomans Beheer

CO 2 -emissierapportage Grontmij Nederland Holding B.V.

Eurailscout Inspection & Analysis B.V. CO2 Voortgangsrapportage U

Periodieke rapportage eerste helft 2018

Periodieke rapportage 2016 H1

Sialtech CO2 Voortgangsrapportage U

Carbon Footprint Welling Bouw Vastgoed

Scope 1,2 & 3 13/09/2015. Klaver Bik(e)Motion b.v.

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2015

Periodieke rapportage 2015 H1. 30 september 2015

CO 2 Prestatieladder Voortgangsrapportage eerste helft Periode: 1 januari t/m 30 juni 2015

Review CO 2 reductiesysteem. Conform niveau 3 op de CO 2 -prestatieladder 2.1

Periodieke Voortgangsrapportage 2017

Halfjaarlijkse CO 2 rapportage 2015

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2016

CO 2 Prestatieladder Voortgangsrapportage 1 ste helft Periode: 1 januari t/m 30 juni 2013

Emissie-inventaris rapport Speer Infra B.V.

CO-2 Rapportage Inhoudsopgave. Electrotechnische Industrie ETI bv Vierde Broekdijk JD Aalten Kamer van koophandel Arnhem

Periodieke rapportage eerste helft 2017

Opdrachtgever: Directie HKV lijn in water. 3.A.1 CO 2 -emissie inventaris eerste helft ten behoeve van de CO 2 -Prestatieladder

CO 2 Prestatieladder Voortgangsrapportage Periode: 1 januari t/m 31 december 2014

CO 2 -Prestatieladder

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2015

5.B.1_2 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2016 H1. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B.2

Periodieke rapportage H2 2016

Transcriptie:

Grontmij Nederland B.V. CO2-emissierapportage Jaarverslag 2012 Definitief Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 10 juli 2013

Samenvatting De totale emissies van Grontmij Nederland B.V. in 2012 bedroegen 10.020 ton CO 2 in 2012, en het aantal werknemers (fte) bedroeg 1934. Onderstaande figuur en tabel geven aan hoe dit verdeeld is over de verschillende emissiestromen. Verwarming Leaseauto's Elektriciteit Vliegreizen CO 2 2-emissie inventaris 2012 - per emissiestroom 1%2% 9% 15% 12% Priveauto zakelijk Priveauto woonwerk Collectief (OV) - zakelijk Collectief (OV) - woonwerk 1% 7% 53% Figuur 0-1 Grontmij Nederland B.V. relatieve omvang CO 2-emissies per emissiestroom in 2012 Het brandstofverbruik van het leasewagenpark zorgt voor ruim de helft van de CO 2 -uitstoot. Het totaal aan transport is verantwoordelijk voor 84% van alle emissies. Totale CO 2 emissies Grontmij Nederland B.V. in 2012. Scope Emissiestroom 1 Kantoren: Gas en stadswarmte 478.000 m 3 250 m 3 1 Mobiliteit: Leaseauto s 1.881.000 Liter 970 Liter 2 Kantoren: Elektriciteit 4.532.000 kwh 2.340 kwh 2* Mobiliteit: Zakelijke vluchten 1.028.000 km 530 km 2* Mobiliteit: Privéauto zakelijk 5.721.000 km 2.960 km 3 Mobiliteit: Privéauto woon-werk 7.276.000 km 3.760 km 3 Mobiliteit: Collectief (OV) zakelijk 1.364.000 km 710 km 3 Mobiliteit: Overig woon-werk 3.310.000 km 1.710 km Subtotaal Scope 1 Subtotaal Scope 2 Subtotaal Scope 3 Totaal Scope 1 t/m 3 Energieverbruik 2012 Verbruik Per fte Emissies 2012 * Deze categorieën zijn door ProRail toegevoegd aan Scope 2, maar behoren volgens ISO 14064-11 en het GHG-Protocol in Scope 3 Ton ton/fte 882 0,46 5.351 2,77 694 0,36 164 0,08 1.173 0,61 1.492 0,77 80 0,04 185 0,10 6.232 3,22 2.031 1,05 1.757 0,91 10.020 5,18 Pagina 3 van 15

Inhoudsopgave Naam Inleiding 7.3 ISO 14064-1 p Basisgegevens Periodieke rapportage 1 Beschrijving van de organisatie Basisjaar Rapportageperiode Verificatie a j c q 2.1 2.2 2.3 2.4 3. Directe en indirecte emissies Basisjaar & historische gegevens Directe en indirecte emissies Energieverbruik kantoren j,k e, i 3.1 3.2 3.3 4. Voortgang CO 2 -reductiedoelstellingen CO 2 reductiedoelstellingen Voortgang reductiedoelstellingen Toelichting op de resultaten 4.1 4.2 4.3 5. Actuele maatregelen en plan van aanpak Maatregelen in 2012 Aanvullende maatregelen Medewerker bijdrage Maatregelen in projecten 5.1 5.2 5.3 5.4 B I J L A G E N Afbakening Organisatorische grenzen Wijzigingen organisatie d Berekeningsmethodiek 1.1 1.2 Actuele berekeningsmethodiekiek & conversies Wijzigingen berekeningsmethodiek Uitsluitingen Opname van CO 2 Biomassa Onzekerheden Berekeningswijze organisatiegegevens Berekeningswijzen per CO 2 emissiestroom CO 2 -uitstoot in projecten Gerelateerd aan 7.3 uit ISO 14046-1 l,n m h g f o 1.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8-2.15 2.16 Pagina 4 van 15

1 Inleiding 1.1 Inleiding Grontmij Nederland B.V. verplicht zich tot continue verbetering van de energie-efficiëntivermindering van de bijbehorende CO 2 -emissies. Hierbij sluit Grontmij Nederland B.V. zich aan bij de Corporate Responsibility (CR) doelstellingen van Grontmij N.V. en Inzicht in het energieverbruik van het bedrijf is hierbij van groot belang. Met de deelname aan de CO 2 -prestatieladder geeft Grontmij op een concrete wijze vorm aan de ambities om de doel- stelling op het terrein van duurzaamheid te realiseren. Het opstellen van de periodieke rapportage is onderdeel van de stuurcyclus binnen het ener- giemanagementsysteem dat mede in het kader van de CO₂-prestatieladder is ingevoerd. Deze stuurcyclus staat beschreven in het kwaliteitsmanagementplan. Deze periodieke rapportage beschrijft alle zaken zoals beschreven in 7.3 uit de ISO 14064. Een koppelingstabel is opgenomen als onderdeel van de inleiding. Pagina 5 van 15

2 Basisgegevens 2.1 Beschrijving van de organisatie Grontmij, opgericht in 1915, is een toonaangevend duurzaam ontwerp-, advies- en managementbureau dat actief is in de markten water, energie, infrastructuur en duurzame planning en ontwerp. De missie van Grontmij is om het leidende Europese duurzame ontwerp-, advies- en managementbureau te zijn voor de stedelijke en de natuurlijke omgeving. Wij zijn één van de grootste advies- en ingenieursbureaus in voornamelijk Noordwest-Europa en bieden werk aan circa 8.000 professionals. Grontmij levert adviezen en ingenieursdiensten met betrekking tot de stedelijke en natuurlijke leefomgeving, mobiliteit, schoon water en enerinventarisatie heeft uitgevoerd is 2009. Dit is het basisjaar, waarmee de voortgang wordt vergeleken. Sinds 2010 gie. 2.2 Basisjaar Het eerste jaar waarop Grontmij Nederland B.V. een volledige emissie-inventarisatie wordt de CO 2 -emissie-inventaris inventaris halfjaarlijks opgesteld. Ten gevolge van wijzigingen van coneen herberekening van het basisjaar plaatsgevonden voor de uitstoot door elektriciteit, stadsverwarming en vliegreizen. versiefactoren heeft eerder (in 2011) 2.3 Rapportageperiode Deze periodieke rapportage beschrijft de CO 2 -emissies over het geheel kalenderjaar 2012. 2.4 Verificatie Conform het Handboek CO 2 -Prestatieladder laten wij onze CO 2 -footprint minimaal eenmaal per drie jaar verifiëren door een daartoe bevoegde instantie. De meest recente verificatie vond plaats in 2011 en had betrekking op de emissies in het jaar 2010. Pagina 6 van 15

3 Directe en indirecte emissies 3.1 Basisjaar en historische gegevens De CO 2 -footprint van het (eerder herberekende) basisjaar ziet er op basis van de meest actuele conversiefactoren als volgt uit: Figuur 3-1 Grontmij Nederland B.V. CO 2-emissies per emissiestroom in 2009 Tabel 3-1 (Herberekende) emissies basisjaar Scope Emissiestroom Uitstoot (ton CO₂) 1 Verwarming 1 Lease- & Bedrijfsauto's Subtotaal Scope 1 2 Elektra - Grijs 2 Vliegreizen 2 Privéauto - Zakelijk Subtotaal Scope 2 3 OV - woon/werk 3 OV - zakelijk 3 Privéauto - woon/werk Subtotaal Scope 3 Totale Uitstoot 1.212 5.131 6.344 2.673 137 1.674 4.485 212 98 992 1.318 12.146 Per fte (2401,5) 0,50 2,14 2,64 1,11 0,06 0,70 1,87 0,09 0,04 0,42 0,55 5,06 Opgemerkt moet worden dat scope 3 in 2009 nog niet werd bepaald. Ten bate van de vergelijking is daarom in bovenstaand overzicht gebruik gemaakt van de cijfers van 2010, die op basis van het aantal fte s zijn geëxtrapoleerd naar 2009. Pagina 7 van 15

Directe en indirecte emissies 3.2 Directe en indirecte emissies 2012 De CO 2 -uitstoot per emissiestroom en per scope zowel absoluut als per fte wordt weerge- geven in onderstaande grafiek en tabel. Een overzicht van de hierop gebaseerde CO 2 -uitstoot van onze met (CO 2 -gunningsvoordeel verkregen) projecten, wordt gegeven in bijlage 3. Figuur 3-2 Grontmij Nederland B.V. CO 2-emissies per emissiestroom 2012 Tabel 3-2 Emissies 2012 Scope Emissiestroom Uitstoot (ton CO₂) Per fte (1934) 1 Verwarming 1 Lease- & Bedrijfsauto's 882 5.351 0,46 2,77 Subtotaal Scope 1 6.232 2 Elektra - Grijs 2 Elektra - Groen 2 Vliegreizen 2 Privéauto - Zakelijk 647 47 164 1.173 0,33 0,02 0,08 0,61 Subtotaal Scope 2 2.031 3 OV - woon/werk 3 OV - zakelijk 3 Privéauto - woon/werk 1.492 80 185 0,77 0,04 0,10 Subtotaal Scope 3 Totale Uitstoot 1.757 10.020 3,22 1,05 0,91 5,18 3.3 Energieverbruik kantoren Onderstaande grafieken geven voor de verschillende kantoren het energieverbruik per fte weer. Waar een locatie bestaat uit meerdere panden (Alkmaar, Assen, De Bilt, Haren en Houten) zijn de gegevens samengevoegd en weergegeven als één waarde. Locaties die inmiddels niet meer gebruikt worden door Grontmij (Roermond, Roosendaal, Wadopgenomen. Verder heeft het pand in Zwolle stadsverwarming en is daarom niet opgenomen in de grafiek dinxveen, Spijkenisse) en enkele kleine locaties zijn niet in de grafieken van het gasverbruik. Pagina 8 van 15

Directe en indirecte emissies Elektriciteitsverbruik (kwh/fte) in 2012 3.800 3.600 3.400 3.200 3.000 2.800 2.600 2.400 2.200 2.000 1.800 1.600 1.400 1.200 1.000 800 600 400 200 - Figuur 3-3 Elektriciteitsverbruik (kwh/fte) in 2012 Gasverbruik (m3/fte) in 2012 600 500 400 300 200 100 - Figuur 3-4 3 Gasverbruik (m /fte) in 2012 GM Pagina 9 van 15

4 Voortgang reductiedoelstellingen 4.1 CO 2 reductiedoelstellingen Grontmij heeft CO 2 -reductiedoelstellingen geformuleerd voor 2015. Deze doelstellingen zijn geformuleerd per fte en ten opzichte van basisjaar 2009. Voor de doelstellingen voor tussenlig- gende jaren wordt uitgegaan van lineaire voortgang. De doelstellingen voor 2015 en de daaruit volgende doelen voor 2012 bedragen: Tabel 4-1 Scope Scope 1 Scope 2 Scope 3 Emissiedoelstellingen per 2015 en daaruit afgeleid voor 2012 Emissiestromen Doelstelling 2015 Leaseauto s, Gas, Warmte, 15 % Elektra, Vliegreizen, Prive-auto zakelijk 40 % OV en Woonwerk-kilometers 0 % Doelstelling 2012 7,5 % 20 % 0 % De eerder gecommuniceerde doelstelling om in 2013 geheel CO 2 neutraal te zijn, is op grond van de huidige marktomstandigheden niet haalbaar gebleken voor ons. De ambitie om op ter- mijn alsnog CO 2 -neutraal te worden, blijft echter bestaan. Dit in lijn met het beleid en de ambities van Grontmij N.V. 4.2 Voortgang emissiereductie Onderstaande grafiek geeft een overzicht van de uitstoot per fte, sinds het basisjaar. Voor de scope 3-emissies in 2009 is uitgegaan van de extrapolatie van de cijfers van 2010, omdat onze scope-3 emissies in 2009 nog niet in kaart zijn gebracht. Figuur 4-1 CO 2 uitstoot per fte vanaf 2009. Deze informatie nogmaals weergegeven, maar daarbij samengevoegd per scope en aangevuld met een balk die de doelstelling weergeeft, is te vinden in de volgende grafiek: Pagina 10 van 15

Voortgang reductiedoelstellingen Figuur 4-2 CO 2 uitstoot per fte vanaf 2009. Over 2012 laten de cijfers een toename van de CO 2 uitstoot per fte zien voor vrijwel elke emisgeeft de relatieve omvang van elke emissiestroom weer, en de voortgang ten opzichte van basisjaar 2009, zowel in absoute zin als per siestroom. Tabel 4-2 fte. Tabel 4-2 Voortgang CO 2-Emissies 2012 t.o.v. 2009 Emissiestroom Relatieve omvang Verwarming Leaseauto's (zk + ww) Elektriciteit Vliegreizen Privéauto zakelijk Privéauto woonwerk Collectief (OV) - zakelijk Collectief (OV) - woonwerk Subtotaal Scope 1 Subtotaal Scope 2 Subtotaal Scope 3 TOTAAL Voortgang absoluut 9% -36% 53% +2% 7% -30% 1,6% +142% 12% -29% 15% +50% 0,8% -17% 2% -11% 62% -5,8% 20% -25% 18% +35% 100% -6% Voortgang/fte -10% +29% -68% +49% -13% +84% +1% +8% +22% -44% +66% +2,4% Tussen 2009 en 2012 is het aantal fte sneller gedaald (met 19,5%) dan de uitstoot (-6 %). De uitstoot per fte is daardoor licht toegenomen. Hierbij moet een aantal zaken opgemerkt worden: Meer gebruik van het OV wordt beschouwd als een wenselijke maatregel om (de groei van) het aantal autokilometers te beperken. De relatieve omvang van de uitstoot van vliegkilometers en het OV is op de gehele uitstoot beperkt. De sterke daling van het aantal fte zorgt vooral bij verwarming en elektra dat de voortgang veel beperkter is dan deze geweest zou zijn bij een gelijkblijvend aantal werknemers. Grootste punt van zorg is de sterke stijging van de uitstoot door (lease)autokilometers autokilometers en de woon-werkkilometers werkkilometers met privéauto s, mede veroorzaakt door de vermindering van het aan- tal kantoren. Pagina 11 van 15

Voortgang reductiedoelstellingen 4.3 Toelichting op de resultaten Verschillende zaken hebben bijgedragen aan dit resultaat. De verwachte sterke afname van de uitstoot van ons energieverbruik op kantoor, ging ge- paard met een afname van zo n 19% van ons personeelsbestand. Het verbruik was dus la- ger, maar wordt vervolgens ook gedeeld door een kleiner aantal fte. Zonder deze vermindezou deze reductie van deze emissiestromen groter zijn geweest. ring van ons aantal fte De reductie van het aantal fte is vooral personeel geweest dat relatief weinig zakelijke kilo- meters maakt. Deze mensen hebben vaak geen leaseauto. Het totale aantal kentekens is minder snel afgenomen dan het aantal werknemers. Het percentage werknemers met een leaseauto is in deze periode daardoor toegenomen. De doelstellingen zijn vastgesteld op het moment dat inzicht in de eigen CO 2 -uitstoot nog nieuw was binnen de organisatie. Dat geldt ook voor de uitstoot van het basisjaar. De nauwkeurigheid en volledigheid van het inzicht, zijn sindsdien sterk verbeterd en daar waar moge- lijk met terugwerkende kracht gecorrigeerd. Daar waar omissies in data uit de toenmalige decentrale organisatie onvoldoende kwantificeerbaar waren, hebben wij hiervoor niet gecorkilometers (en een afname van het aantal zakelijke kilometers). Met de sluiting van meer kantoren zal dit effect rigeerd. De sluiting van kantoren leidt tot een toename van het aantal woon-werkkilometers de eerstvolgende e jaren onvermijdelijk verder toenemen. Op langere termijn verwachten we dat dit effect weer verdwijnt als gevolg van wijzigingen in personeelsbestand en de woonbracht een centralisatie van diensten met zich mee. Ook de verdeling van expertises en werkzaamheden heeft een minder regionaal, meer nationaal karakter gekregen. Hierdoor is het aantal kilometers dat gemaakt wordt in projecten, toegenomen. Ook hebben meer werknemers een functie die wordt uitgeoefend op verschillende locaties. Op basis van de beschikbare gegevens valt invloed van dit effect op dit moment plaatsen van onze medewerkers. De reorganisatie green by design echter niet nader te kwantificeren. De maximumsnelheid op veel (snel)wegen is verhoogd. Het brandstofverbruik per kilometer (dus ook CO 2 -uitstoot) neemt snel toe bij snelheden boven de 100 kilometer/uur. Op basis van de verbruiksgegevens zoals deze gemeten worden, valt deze invloed echter niet exact te kwantificeren. Wel blijkt dat het brandstofverbruik van onze leaseauto s per kilometer is gestegen, terwijl in dezelfde periode het normverbruik van dezelfde auto s juist is gedaald. Doordat de uitstoot van onze privéauto s niet op basis van brandstoffacturen maar o.b.v. kilometerdeclaraties wordt berekend, heeft de verhoging van de maximumsnelheid geen effect hierop (al treedt een hoger brandstofverbruik in werkelijkheid uiteraard ook bij deze au- to s op). Pagina 12 van 15

5 Actuele maatregelen en Plan van aanpak 5.1 Maatregelen in 2012 Verschillende maatregelen gericht op CO 2 -reductie en verduurzaming zijn de loop van 2012 uitgevoerd of opgestart. Een samenvatting van de belangrijkste punten: Videoconferencing & Lync. Halverwege 2012 is Grontmij voor vaste telefonie volledig overgeschakeld op bellen via internet. De mogelijkheden tot vergaderen op afstand zijn daarbij sterk verbeterd en vereenvoudigd door de keuze voor de bijbehorende programmatuur. Videoconferencing, meekijken, en meewerken op het beeldscherm van de gesprekspartner op afstand zijn als gebruiksvriendelijke standaardfuncties in deze software geïntegreerd. Overleg op afstand en daarmee het vermijden van mobiliteit raakt hierdoor steeds meer ingeburgerd. Nieuwe kantoren. In samenwerking erking met de directie is in het kader van het huisvestingsplan een voorstel opgesteld met concrete energie- en huisvestingscriteria voor nieuwe Grontmij kantoren. Er zijn afspraken gemaakt over minimale duurzaamheidscriteria voor nieuwe kantoorpanden. Leaseautouitstoot. In mei 2012 is een nieuwe Mobiliteitsregeling Nederland gepubliceerd. Hierin zijn de energielabels als aanschafcriterium voor nieuwe leaseauto s vervangen door een (functieafhankelijke en) met de tijd dalende absolute CO 2 -limiet (in gram CO 2 /km). Deze maatregelen passen wij ook bij de aanschaf van (niet persoonsgebonden) bedrijfsauto s zoveel mogelijk toe. Zo zijn in 2012 ruim 40 energiezuinige Volkswagen UP s aangeschaft als vervanging voor onzuiniger bedrijfsauto s. Inkoop Energie. Er is een nieuw contract gesloten voor levering van groene stroom en ecoe leverancier (Eneco). Energie uit (Scandinavische) waterkrachtcentrales is hierbij vervangen door windenergie uit Nederland. Hiermee levert Grontmij een grotere bij- gas bij een andere drage aan het verhogen het aandeel duurzame energie in de Nederlandse energieproductie. 5.2 Aanvullende maatregelen Ondanks eerdere inspanningen en maatregelen blijkt de behaalde reductie van onze CO 2 - uitstoot per fte, onvoldoende te zijn. Om onze CO-reductiedoelen te halen werken wij daarom aan aanvullende maatregelen. Naast de eerder genoemde en al langer lopende acties zijn daarom voor 2013 onder meer de volgende aanvullende maatregelen opgestart of gepland: Het Nieuwe Werken. Steeds meer kantoren richten wij in op Het Nieuwe Werken (HNW). Als kennisorganisatie richten wij ons daarbij niet zozeer op meer thuiswerken, maar wel op de mogelijkheid voor medewerkers om tijd- en plaatsonafhankelijk te kunnen werken. Continue verbetering van efficiënt gebruik van onze systemen, zoals het gebruik van Lync ter reductie van het aantal kilometers, blijft een speerpunt. e-driver. Ongeveer 35% van onze medewerkers heeft een leaseauto. Deze leaseauto s zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor meer dan 50% van onze totale CO 2 -uitstoot. Aan deze medewerkers bieden wij daarom sinds begin 2013 e-driver aan, een online trainings- en informatieplatform voor veiliger en duurzamer verkeersdeelname. Cleaner Car Contracts. Voorjaar 2013 heeft Grontmij het initiatief Cleaner Car Concepts ondertekend en zich daarmee aangesloten bij de oproep van een consortium van bedrijven en NGO s gericht aan de autoindustrie. In deze verklaring roepen de ondertekenaars de autoindustrie om meer vaart te maken met het op de markt brengen van energiezuinige auto s. ISO 14001 Milieuregister. Mede in het kader van ISO 14001 (Milieumanagement) houden wij een register van interne milieuaspecten bij. Hierin worden de voor Grontmij van belang zijnde milieuaspecten geïdentificeerd en geprioriteerd. Vanaf de 2 e helft van 2013 willen wij ons milieuaspectenregister veel sterker inzetten bij de prioritering van onze CO 2 - Pagina 13 van 15

Actuele maatregelen en Plan van aanpak reductiemaatregelen. Dit om tot een verbeterde rangorde van meest kansrijke en effectieve maatregelen te komen. Energielabels kantoren. Er is een inventarisatie gestart in welke mate de Grontmij kantoren voldoen aan energie labels (EPA, GPR, BREEAM, LEED, etc.) en waar wenselijk is begon- nen met het verkrijgen van een (BREEAM) label (Rotterdam, Zwolle, Groningen), om te beginnen het BREEAM-In-Use label voor ons nieuwe kantoor in Rotterdam. Energiegebruik kantoren. Aan energiebesparende maatregelen in onze kantoren willen wij dit jaar meer prioriteit geven. De naleving van de wettelijke verplichting om alle energiebe- sparende maatregelen te nemen die binnen 5 jaar terugverdiend zijn (Activiteitenbesluit arti- kel 2.15), willen wij nog verder verbeteren. Ook op andere punten blijven wij werken aan energiebesparing en CO 2 -reductie. Focus voor aanvullende maatregelen zal blijven liggen op het reduceren van de uitstoot door onze leaseautokilometers en op de herziening van onze huisvesting omdat dit laatste op vrijwel elk van de besproken emissiefactoren van invloed is. 5.3 Medewerkersbijdrage In 2012 is ons nieuwe Grontmij Integrity Management System (GIMS) gecommuniceerd. Dit systeem bestaat uit het Grontmij Ondernemingsbeleid & Beginselen en de Gedragscode. Ons ondernemingsbeleid vormt het strategische kader voor het gedrag waar we voor staan in onze bedrijfsvoering. Onze gedragscode de bepaalt de norm voor het gedrag dat wij van onze werknemers verlangen, zowel buiten als binnen het bedrijf. De onderwerpen Milieu en maatschappij zijn een belangrijk onderdeel van de ondernemingsbeginselen. Concreet verwachten wij van onze medewerkers een actieve houding in het reduceren van on- ze kilometeraantallen, brandstofverbruik, en energieverbruik op kantoor. Op ons intranet hebben wij een pagina ingericht met tips en aandachtspunten die hierbij als lei- draad kunnen dienen. Voor het reduceren van onze CO 2 -uitstoot hebben wij ons de afgelopen jaren voornamelijk gericht op technische maatregelen. Deze aandacht voor technische maatregelen willen wij voortzetten. Los van investeringen in technische maatregelen, worden reductiemogelijkheden voor onze CO 2 -uitstoot voor een zeer belangrijk deel bepaald door het gedrag van onze medewerkers. Wij zijn daarom van plan om de komende tijd sterker in te zetten op bewustwording en gedragsvervan uit. andering. Het aanbieden van e-driver aan onze leaserijders maakt hier deel 5.4 Maatregelen in projecten Gezien de aard van onze werkzaamheden, bestaat onze eigen CO 2 -emissie ie binnen onze pro- jecten uit de CO 2 -emissiestromen zoals besproken in dit document. Ditzelfde geldt daardoor voor de maatregelen die hierop van toepassing zijn. Vaak echter bestaat onze grootste invloed op de CO 2 -uitstoot van projecten niet uit onze eigen CO 2 -uitstoot maar uit de uitstoot veroorzaakt door het aanleggen en uitvoeren van de door ons gemaakte ontwerpen. Daarom arom proberen wij ook de CO 2 -uitstoot van onze projecten te beperken. Een overzicht van inspanningen die wij in of vanaf 2012 hebben geleverd: Suspindle. Om de belangrijkste aspecten in het kader van duurzaamheid en CO 2 -reductie te borgen in een project is binnen Grontmij de Suspindle ontwikkeld en gecommuniceerd. Met de Suspindle in de vorm van een handzame waaier - bieden we de adviseur / projectleider de mogelijkheid om duurzaamheid mee te nemen in elk denkbaar project. Naast de Suspindle kunnen onze onze projectleiders en adviseurs ook gebruik maken van andere duurzaamheidstools zoals Breeam, DuboCalc of een andere (eigen) methode. Digitale Suspindle. Na onderzoek in gebleken dat de Suspindle onvoldoende gebruikt werd en is een verbetertraject gestart waarbij een digitale suspindle is gemaakt en voor de borging van duurzaamheidsrisico s in de projecten het duurzaamheidsaspect beter is geborgd in de startprocedure van onze projecten. Branchegerichte Toelichting CO 2 -prestatieladder. In 2013 wil Grontmij zich certificeren voor de Branchegerichte toelichting van de CO 2 -prestatieladder. Daartoe zijn wij begin 2013 gestart met het in kaart brengen van de belangrijkste emissiestromen waarop wij invloed Pagina 14 van 15

Actuele maatregelen en Plan van aanpak hebben in onze projecten. Het doel is om daarbij te komen tot een aantal effectieve generie- ke maatregelen die wij kunnen toepassen in een groot aantal projecten. Interne trainingen over duurzaamheid in projecten. Om onze medewerkers goed in staat te stellen om duurzaamheid als belangrijk onderdeel mee te nemen in hun ontwerpen en projecten, worden diverse interne trainingen voor onze medewerkers georganiseerd. Voorbeelden hiervan zijn trainingen over het gebruik van de Suspindle voor projecten in het al- gemeen, trainingen in het gebruik van DuboCalc voor de Grond-, Weg- en Waterbouw. Binnen onze afdeling Bouw & Vastgoed is daarnaast een uitgebreide training geïntroduceerd over duurzaamheid in het algemeen en BREEAM in het bijzonder. Pagina 15 van 15

Bijlagen

Bijlagen 1 Organisatie en Afbakening 1.1 Organisatorische grenzen Meegenomen zijn alle juridische entiteiten en daarbij behorende gebouwen en emissies vallende onder Grontmij Nederland Holding B.V. Deze entiteiten worden meegenomen op basis van de Operational Control approach zoals geformuleerd in het GHG Protocol. Dit betekent dat alle entiteiten waar Grontmij Nederland Holding B.V. voor 50% of meer eigenaar van is, worden meegenomen in de emissie-inventaris. inventaris. Daarnaast zijn er op basis van een AC-analyse nog enkele entiteiten toegevoegd. Bedrijfsonderdelen Binnen deze Organizational Boundary zijn de volgende bedrijfsonderdelen meegenomen. Een uitgebreidere toelichting op de totstandkoming en opbouw van deze Organizational Boundary, is te vinden in document Organizational Boundary Grontmij Nederland B.V. (herziening maart 2012). Tabel B1-1 Bedrijfsnaam Organizational Boundary Grontmij Nederland Grontmij Nederland B.V. Grontmij Maunsell-Holding B.V. Grontmij BBR VOF Ingenieursbureau Vathorst VOF Parkmanagement Kampen B.V. Schoon Schip VOF Grontmij Inc.(toegevoegd gedurende 1 e helft van 2012) Grontmij Capital Consultants B.V. Stichting Pensioenfonds Grontmij (toegevoegd o.b.v. AC analyse) Grontmij Assutex CV (toegevoegd o.b.v. AC analyse) Alle binnen de Organizational Boundary vallende bedrijfsonderdelen worden hierna in dit document aangeduid als Grontmij. Waar informatie betrekking heeft op een andere samenstelling van bedrijfsonderdelen (bijvoorbeeld Grontmij N.V.), wordt dit aangegeven. Aantal werknemers Het gemiddelde aantal fte s binnen de boundary over in 2012 bedroeg 1934 (gebaseerd op het gemiddelde van 1 januari, 30 juni en 31 december). Kantorenbestand Voor het opstellen van een kantorenoverzicht, zijn twee sets brondata gecombineerd: het overzicht van alle werknemers en hun standplaatsen (aantal fte s per locatie), zoals aangeleverd door de afdeling HR; de RI&E lijst van alle locaties zoals opgesteld door HR. Op deze wijze wordt geborgd dat het locatieoverzicht volledig is. Tabel 3-2 geeft de kantoren weer die (deels) zijn opgenomen in de boundary.

Bijlagen (Vervolg 1) De meeste kantoren zijn uitgerust met energy-profilers, waarmee het energieverbruik per kwar- tier wordt opgemeten. Dit betreft de linker rij in tabel 3-2 en zijn voornamelijk grotere kantoren (meer dan 20 fte). De kolom overige kantoren toont de veelal kleinere - panden (minder dan 20 fte). Hier was geen energy-profiler geïnstalleerd. Het energieverbruik is hier gebaseerd op facturen. Indien deze niet beschikbaar waren is het verbruik gebaseerd op een gemiddelde per m 2 van de overige kantoren. Tot slot was er een variabel aantal kleine projectlocaties waar slechts enkele werknemers gestationeerd waren. Deze locaties zijn meegenomen als een categorie projectlocaties, waarvoor op basis van het gemiddelde van andere locaties een inschatting gemaakt is van het gebruik. Tabel B1-2 Kantoren en locaties volgens Organizational Boundary Grontmij Plaats Adres Overige kantoren Alkmaar 1 Robijnstraat 11 Amsterdam Science Park 406 Amersfoort Computerweg 11-13 Assen - 2 Ketellapperstraat Arnhem Velperweg Assen - 3 Mastmakerstraat 5 Assen 1 Stationsplein 10 Drachten De Hemmen 101 Colijnsplaat Visserijweg 14 Eersel Meerheide 100 De Bilt De Holle Bilt 22 Emmen Willem Schoutenlaan Eindhoven Zernikestraat 17 Houten - 2 De Molen 36-40 Gorinchem Stationsweg 45 Houten 3 Standerdmolen 14a Haren Nieuwe Stationsweg 4 Lelystad Gondel 36-11 Haren Nieuwe Stationsweg 3-15 Spijkenisse Curieweg Houten - 1 De Molen 48 Lieren Kanaal Zuid 290 Projectlocaties: Middelburg Segeersingel 6 Almelo Roermond Bredeweg Fochteloo Roosendaal Bovendonk 29 Koudum Waddinxveen Coenecoop 55 Winsum Zwolle Noordzeelaan 50 Zeist 1.2 Wijziging Organisatie Wijzigingen Organisatorische grenzen Gedurende de eerste helft van 2012 is de juridische entiteit Grontmij Inc. toegevoegd aan Grontmij Nederland B.V. Deze entiteit is enkel juridisch van aard. Werknemers (en dus de bijbehorende CO 2 -uitstoot) maken gewoon deel uit van Grontmij Nederland B.V. Grontmij Vastgoedmanagement (wegens afwijkend werkveld eerder niet opgenomen in boundajanuari 2012 verhangen naar Grontmij Assetmanagement Holding B.V., en blijft der- ry) is per 1 halve in 2012 buiten de boundary vallen. Wijzigingen Kantorenbestand Een aantal panden waren gedurende (een deel van) 2012 niet in gebruik. Het energieverbruik wordt echter meegeteld zolang het pand in beheer of gehuurd wordt. Onderstaande tabel geeft per pand aan over welk gedeelte van het jaar het energieverbruik wordt meegerekend. Tabel B1-3 Kantoren en locaties volgens Organizational Boundary Grontmij Plaats Adres In gebruik In beheer 2012 footprint Alkmaar Robijnstraat 74 t/m 15-2-2012 t/m 15-2-2012 t/m 15-2-2012 Emmen Willem Schoutenst. t/m 26-9-2012 t/m 26-9-2012 t/m 26-9-2012 Houten de Molen 36-40 t/m 1-10-2012 t/m 1-1-2013 heel 2012 Lelystad Gondel 36-11 t/m 1-7-2011 t/m 26-3-2013 heel 2012 Roermond Bredeweg t/m 19-3-2012 t/m Heden heel 2012 Eersel Meerheide 100 vanaf 1-5-2012 vanaf 1-5-2012 vanaf 1-5-2012

Bijlagen (Vervolg 2) 2 Berekeningsmethoden 2.1 Actuele berekeningsmethodiek en conversiefactoren Omdat deze Periodieke rapportage onderdeel is van een CO 2 -prestatieladdercertificaat wordt de methodiek aangehouden zoals voorgeschreven in het Handboek 2.1, geldig m.i.v. 18 juli 2012, zoals uitgegeven door de SKAO. Deze methode schrijft voor om business air travel en personal cars for business travel tot Scope 2 te rekenen. De gebruikte conversiefactoren zijn afkomstig uit het SKAO Handboek 2.1 bijlage C Conversiefactoren, geldig m.i.v. 18 juli 2012. Een nadere toelichting op de werkwijze voor de verschillende geïnventariseerde emissiestromen wordt gegeven vanaf paragraaf 2.8 2.2 Wijzigingen berekeningsmethodiek Wijzigingen in de berekeningsmethode ten opzichte van voorgaande emissierapportage worden in deze paragraaf nader toegelicht. 2.2.1 Boundarytoerekening kantoren Op een aantal locaties van Grontmij zitten ook werknemers die buiten de Organizational Boundary vallen. Om het juiste energieverbruik aan de boundary te kunnen toerekenen werd de ver- houding tussen het aantal fte s binnen en buiten de boundary in voorgaande rapportages individueel per kantoor bepaald. Vanaf deze rapportage wordt gewerkt met één gemeenschappelijk boundarypercentage voor alle panden. Deze methode is niet alleen efficiënter, maar sluit vooral ook beter aan bij de actuele ontwikkelingen in de organisatie zoals de toename van plaatsonafhankelijk werken (Het Nieuwe Werken). Cijfers uit eerdere rapportages hierop corrigeren wordt als niet zinvol beschouwd. Dit omdat het verschil tussen beide methoden minimaal is (kleiner dan circa 1% (+ èn -) van totale energieverbruik van de kantoren). Deze wijziging heeft enkel betrekking op locaties die geheel of gedeeltelijk binnen de boundary vallen. Panden die eerder volledig buiten de boundary vielen, doen dat nog steeds. 2.3 Uitsluitingen Koelmiddelen zijn niet opgenomen in de CO 2 -footprint van Grontmij, omdat deze emissiestroom minimaal is ten opzichte van de andere emissiestromen. 2.4 Opname van CO 2 Opname van CO 2 vindt niet in voldoende mate plaats om op te nemen in deze rapportage. 2.5 Biomassa Voor het energieverbruik van Grontmij wordt geen gebruik gemaakt van biomassa. 2.6 Onzekerheden Onzekerheden in de berekende cijfers zijn beperkt. Er wordt gewerkt op basis van gemeten of gedeclareerde cijfers. Deze zijn nauwkeurig. Er zijn enkele oorzaken waaruit beperkte onzeker- heden kunnen voortkomen. Dit zijn: foutieve of onvolledige declaraties geleidelijke veranderingen in het aandeel van bepaalde emissiecomponenten ten opzichte het totaal, zoals verkregen uit de enquête in het kader van de ketenanalyse (2010). Om dit

Bijlagen (Vervolg 3) te ondervangen is begin 2013 een nieuwe enquête gehouden, waarvan de resultaten in de- ze rapportage zijn verwerkt. De procentuele toerekening op basis van de enquêteresultaten is niet in altijd identiek aan via andere bronnen verkregen getallen. Een voorbeeld hiervan zijn de treinkilometers voor woon-werkverkeer. werkverkeer. Het aantal kilometers op basis van procentuele toerekening op basis van de enquêteresultaten, is niet identiek aan het aantal kilometers op basis van de naar kilometers omgerekende kosten. In de rapportage is daarom uitgegaan van de cijfers die op basis van aanvullende informatie het meest betrouwbaar worden geacht. 2.7 Berekeningswijze organisatiegegevens Aantal werknemers Het gemiddelde aantal fte s binnen de boundary is gebaseerd op het gemiddelde van 1 januari, 30 juni en 31 december. Kantorenbestand Voor het opstellen van een kantorenoverzicht, zijn twee sets brondata gecombineerd: Het overzicht van alle werknemers en hun standplaatsen (aantal fte s per locatie), zoals aangeleverd door de afdeling HR. De RI&E lijst van alle locaties zoals opgesteld door HR. Op deze wijze wordt geborgd dat het locatieoverzicht volledig is. 2.8 Scope 1 Gas en andere ingekochte warmte/koude Het gasverbruik wordt weergegeven in verbruikte m 3 gas. De ingekochte warmte/koude betreft de stadsverwarming op het kantoor in Zwolle. Het gasverbruik en andere ingekochte warmte zijn bepaald aan de hand van de energy profi- lers. Hiermee zijn gedetailleerde verbruiksgegevens verkregen over precies de benodigde periode. Voor de kleinere kantoren zonder energy profiler is uitgegaan van facturen en opgaven of doorgegeven meterstanden van energieleveranciers of van de verhuurder. Voor een beperkt aantal van de kleinste locaties bleek onvoldoende informatie van de energieleverancier of verhuurder beschikbaar. Dit omdat onder andere het energieverbruik was opgenomen in servicekosten of algemene kosten van het huurcontract. Voor deze locaties is het verbruik op andere wijze bepaald. Voor het bepalen van het gasverbruik is de volgende rangorde van informatiebronnen in acht genomen. Het percentage van het verbruik dat volgens de betreffende methode bepaald is, wordt erachter vermeld: 1. Meetwaarden van de energy profilers [94%] 2. Facturen van het energiebedrijf of netbeheerder [0%] 3. Opgaven van de verhuurder/eigenaar van het pand. [0%] 4. Extrapolatie van wel beschikbare facturen, met indien mogelijk een check met [0%] meetgegevens van de energy profilers 5. Opgaven uit voorgaande jaren [3%] 6. Gemiddeld verbruik per m 2 van de andere locaties. [2%] 7. Gemiddeld verbruik per fte van de andere locaties [0,5%] 2.9 Scope 1 Leaseauto zakelijk & woonwerk De meeste zakelijke kilometers worden gereden met leaseauto s. De berekening is gebaseerd op tankoverzichten van onze leasemaatschappijen. Dit geldt ook voor pool- en bedrijfsauto s in eigendom van Grontmij, die eveneens gebruikmaken van tankpassen sen van de leasemaatschappijen. Grontmij staat voor haar leaseauto s een privégebruik toe van 12.000 km per jaar. Deze kilometers worden evenals in voorgaande jaren gewoon meegenomen in de scope1 emissies.