Provincie Groningen Uitkomsten controle jaarrekening 2010. Verslag van bevindingen voor Provinciale Staten



Vergelijkbare documenten
Het Algemeen Bestuur van de Gemeentschappelijke Regeling Meerstad t.a.v. de heer J.J. Boersma Postbus AA SLOCHTEREN

Ë!l ERNST &YOUNG. Assurance-rapport en rapport van bevindingen bij de herziene SISAverantwoording 2009 regeling 99 van de gemeente Haarlem

Ernst & Voung Accountants LLP Tel: Leonard Springerlaan 17 Fax: (8 Groningen, Netherlands ey.

Building a better working world. Rapport. aan het Bestuur van Stichting Hoge Veluwe Fonds, Hoenderloo

Hierbij ontvangt u een gewaarmerkt exemplaar van de jaarstukken 2014, voorzien van onze onafhankelijke controleverklaring d.d. 11 mei 2015.

Hierbij doen wij u vijf exemplaren van ons rapport toekomen inzake de jaarrekening 2013 van Stichting Hoge Veluwe Fonds.

Controleprotocol Jaarrekening Gemeente De Bilt 2014

CONTROLEPROTOCOL VOOR DE ACCOUNTANTSCONTROLE OP DE JAARREKENING 2016 VAN DE GEMEENTE TEN BOER.

II =!l ERNST &YOUNG. Assurance-rapport en rapport van bevindingen bij de herziene SISAverantwoording 2009 regeling 21A van de gemeente Haarlem

,13 APR controleverklaring bij exploitatieoverzicht 2011 inzake Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) van de gemeente Bloemendaal

"Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Farid Chikar / juni 2017

Controleprotocol voor de accountantscontrole op de jaarrekening van de gemeente Mill en Sint Hubert

Provinciale Normenkader Rechtmatigheid 2015(aangepast)

IPA-ACON ASSURANCE B.V.

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant. Verklaring over de in de jaarstukken opgenomen jaarrekening 2016

Controleprotocol voor de jaarrekening Getrouwheid en rechtmatigheid. Gemeente IJsselstein

"Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

yip! Groningen, 14 april 2016 DVIN-A$LKGQ/jb Geachte leden van het algemeen bestuur,

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Ons oordeel Wij hebben de jaarrekening 2016 van de gemeente IJsselstein te IJsselstein gecontroleerd.

Ernst & Young Accountants LLP Tel: Cross Towers, Antonio Vivaldistraat 150 Fax: HP Amsterdam ey.

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders

Controleprotocol voor de accountantscontrole op de jaarstukken 2015 van de gemeente Purmerend

Datum: 4 juli 2014 Agendapunt: 4 Betreft: Jaarstukken 2013

CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT. A. Verklaring over de in de jaarstukken opgenomen jaarrekening 2016

Controleprotocol Gemeente Loon op Zand

Gemeente Lelystad Ingekomen 16 JUN Kopie aan:

Document:13IT Controleprotocol voor de accountantscontrole op de jaarrekening van het Waterschap Brabantse Delta

Building a better working world. Rapport. Aan het bestuur van Josephine Nefkens Stichting, s-gravenhage

Controleprotocol voor de accountantscontrole op de jaarrekening 2014 van de gemeente Bellingwedde

MPC PRIVATE EQUITYFONDS

Gemeente Doetinchem. Presentatie jaarrekeningcontrole juni 2017

Controleprotocol subsidie Vervoersautoriteit MRDH - Openbaar Vervoer, concessie Bus -

CONTROLEPROTOCOL voor de accountantscontrole op de jaarrekening 2013 van de gemeente Hengelo

Een exemplaar van de jaarstukken dient te worden ondertekend door het dagelijks bestuur en te worden aangeboden aan het algemeen bestuur.

Controleprotocol 2018 en 2019 voor de accountantscontrole op de jaarrekening van de gemeente Delfzijl

Gemeente Woerden Registratiedatum: Behandelend afdeling Afgehandeld door/op: Behandeld door Drs. A. van Doesburg RA

Controleprotocol jaarrekening 2016

Controleprotocol Het Waterschapshuis vanaf boekjaar 2013

CONTROLEPROTOCOL. voor de accountantscontrole op de jaarrekening 2010 van de gemeente Leeuwarderadeel

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Hierbij ontvangt u een gewaarmerkt exemplaar van de jaarrekening 2012, voorzien van onze controleverklaringen d.d. 19 maart 2013.

CONTROLEPROTOCOL VOOR DE ACCOUNTANTSCONTROLE OBJECT VAN CONTROLE: JAARREKENING 2014 EN 2015

Hierbij doen wij u onze accountantsverklaring d.d. 21 mei 2010 bij de jaarrekening 2009 van uw gemeenschappelijke regeling toekomen.

Object van controle is de jaarrekening Tevens geeft de accountant aan of het jaarverslag met de jaarrekening verenigbaar is.

Hierbij doen wij u onze controleverklaring d.d... mei 2012 bij de jaarrekening 2011 van uw gemeente toekomen.

Provincie Groningen Uitkomsten controle jaarrekening Verslag van bevindingen voor Provinciale Staten

Controleprotocol Werkorganisatie Duivenvoorde

Accountants BERK CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT. A. Verklaring over de in de jaarstukken opgenomen jaarrekening 2017

CONTROLEPROTOCOL. Voor de accountantscontrole op de jaarrekeningen

Behandeld door drs. M. Bruinsma RA

Omgevingsdienst Regio Nijmegen Uitkomsten controle en overige informatie 2014 Rapportage aan het Algemeen Bestuur

EY Building a better working world

Over onze overige bevindingen naar aanleiding van de controle van de jaarrekening brengen wij u separaat verslag uit.

Controleprotocol jaarrekening gemeente Heerenveen

Presentatie voor de gemeenteraad van Haarlem. Jaarverslag en jaarrekening 2013

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Hellendoom. Aan de raad. III II III IIII IIII III III II (code voor postverwerking)

Hierbij doen wij u onze accountantsverklaring d.d. 22 juni 2010 bij de jaarrekening 2009 van uw waterschap toekomen.

De 1 o ïtte. Aan de gemeenteraad van Gemeente Oude Ilsselstreek T.a.v. de heer 1. van Urk, raadsgriffier Postbus AA GENDRINGEN

Controleverklaring jaarrekening Geacht bestuur,

Controleprotocol provincie Utrecht

Controleprotocol voor de jaarrekening Getrouwheid en rechtmatigheid

Controleprotocol voor de accountantscontrole op de jaarstukken 2015 van de gemeente Velsen

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

INT / 2435 A.van Genderen. Jaarstukken ODRU 2016 en accountantsverklaring

Controle protocol Stichting De Friesland

Stichting Bewaarder BNP Paribas Beleggingsfondsen NL. te Amsterdam. Jaarrekening 2012

Bevestiging bij de jaarrekening 2014

Controleprotocol. Accountantscontrole Jaarrekening Gemeente Berkelland Bijlage 1. Versie juni 2014 Controleprotocol pagina 1 van 9

Mijndomein.nl Services BV

Bijlage(n) niet gescand. Origineel doorgezonden naar de afdeling. Gemeente Emmen. M û^ä^$a 11 MEI ^3 b -C(mc Ggf

6 juni 2014 drs. M.M.M. Vogelpoel. Hierbij ontvangt u onze controleverklaring d.d. 5 juni 2014 bij de jaarrekening 2013 van uw gemeente.

Behandeld door W.P. de Vries RA

Gordiaan Vastgoed BV. Jaarrekening 2009

Gemeenschappelijke Regeling Maasveren Limburg Noord. Accountantsverslag 2014 april 2015

Controleprotocol 2014 t/m 2018 Regio Gooi en Vechtstreek

2 Algemene uitgangspunten voor de controle (getrouwheid én rechtmatigheid)

- ANNUAL REPORT Stichting Bewaarbedrijf Guestos. te Amsterdam. Jaarrekening /05/07, 11:50

CONTROLEPROTOCOL 2015

Rapport van feitelijke bevindingen inzake fractievergoedingen 2012

Nr.: 06-50a Diemen, 15 september 2006 Onderwerp: Voorjaarsnota 2006 (aanvullend voorstel) Op 11 september behandeld geweest in de auditcommissie

: Controleprotocol voor de accountantscontrole inclusief normenkader

Controleprotocol accountantscontrole jaarrekening 2011 Waterschap Rivierenland

Triodos Custody bv JAARVERSLAG TlCustody

Controleprotocol voor de accountantscontrole op de jaarrekening 2009 van Waterschap Rivierenland

advies Jaarrekening 2013 Gemeenschappelijke Regeling Breed

Controleprotocol 2009 Waterschap Peel en Maasvallei

Programma van eisen voor de Europese aanbesteding van Accountancydiensten.

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2014


NOTA WEERSTANDSVERMOGEN RECREATIESCHAP VOORNE-PUTTEN-ROZENBURG

Gemeente Doetinchem. Clientserviceplan voor het boekjaar 2013

Building a better working world. Rapport. Aan het bestuur van Nefkens Stichting Ontwikkelingshulp, s-gravenhage

Controleprotocol DCMR Milieudienst Rijnmond 2014

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2013

Uei0iiie. Aan de leden van het algemeen bestuur van het Hoogheemraadschap van Delfiand Postbus DB DELFT

Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd en zijn uiteraard graag bereid een nadere toelichting aan u te verstrekken.

Transcriptie:

Provincie Groningen Uitkomsten controle jaarrekening 2010 Verslag van bevindingen voor Provinciale Staten

Ernst & Young Accountants LLP Leonard Springerlaan 17 9727 KB Groningen Postbus 997 9700 AZ Groningen Tel.: +31 (0) 88-407 1000 Fax: +31 (0) 88-407 2505 www.ey.nl VERTROUWELIJK Provinciale Staten van de provincie Groningen t.a.v. de griffier, de heer J. Berkhout Postbus 610 9700 AP GRONINGEN Groningen, 18 april 2011 67772/23486332/BWL/RTW/IHB Geachte leden van Provinciale Staten, Naar aanleiding van onze controle van de jaarrekening 2010 van de provincie Groningen, brengen wij u hiermee verslag uit omtrent onze bevindingen en aanbevelingen. De onderwerpen die in dit verslag aan de orde komen, hebben onderdeel uitgemaakt van onze overwegingen bij de bepaling van de aard, het tijdstip van uitvoering en de diepgang van de controlemaatregelen die zijn toegepast bij de uitvoering van de controle van de jaarrekening van de provincie Groningen. De in dit verslag opgenomen bevindingen doen geen afbreuk aan ons oordeel over de getrouwheid en rechtmatigheid van de jaarrekening 2010. Wij willen u als opdrachtgever met dit verslag zo goed mogelijk informeren. Wij beogen hiermee u met name in uw controlerende functie met raad en daad bij te staan. Dit verslag sluit aan op de afspraken die wij met u hebben gemaakt en die wij hebben vastgelegd in onze opdrachtbevestiging d.d. 22 oktober 2010. Het concept van dit rapport is d.d. 6 april 2011 besproken met en toegelicht aan de dames Faber en Huisman en de heren Broers en Meertens. Eventuele opmerkingen zijn verwerkt in dit verslag van bevindingen. Een afschrift van dit verslag is toegezonden aan het college van Gedeputeerde Staten. Wij stellen het op prijs bijgevoegd verslag nader aan u toe te lichten of eventuele vragen hierover van u te beantwoorden. Hoogachtend, Ernst & Young Accountants LLP drs. R.T.H. Wortelboer RA drs. B.W. Littel RA Ernst & Young Accountants LLP is een limited liability partnership opgericht naar het recht van Engeland en Wales en geregistreerd bij Companies House onder registratienummer OC335594. In relatie tot Ernst & Young Accountants LLP wordt de term partner gebruikt voor een (vertegenwoordiger van een) vennoot van Ernst & Young Accountants LLP. Ernst & Young Accountants LLP is statutair gevestigd te Lambeth Palace Road 1, London SE1 7EU, Verenigd Koninkrijk, heeft haar hoofdvestiging aan Boompjes 258, 3011 XZ Rotterdam, Nederland en is geregistreerd bij de Kamer van Koophandel Rotterdam onder nummer 24432944. Op onze werkzaamheden zijn algemene voorwaarden van toepassing, waarin een beperking van de aansprakelijkheid is opgenomen.

Inhoudsopgave 1 Inleiding 1 1.1 Algemeen 1 1.2 Controleverklaring bij de jaarrekening 2010 1 1.3 Controlebevindingen en aanbevelingen 1 1.4 Informatie uit hoofde van onze functie als controlerend accountant van de Staten 1 2 Onze controleaanpak 2 2.1 Reikwijdte van de opdracht 2 2.2 Controleaanpak 2 2.3 Single information en single audit 3 3 Uitkomsten van de controle 4 3.1 Controleverklaring 4 3.2 Van accountantsverklaring naar controleverklaring 4 3.3 Toelichting op de controleverklaring 4 3.4 Oordeel controleverklaring 5 3.4.1 Controleverklaring getrouwheid 5 3.4.2 Controleverklaring rechtmatigheid 5 4 Bevindingen en aanbevelingen naar aanleiding van de controle 6 4.1 Analyse resultaat 2010 en ontwikkeling financiële positie ultimo 2010 6 4.1.1 Analyse van het resultaat 2010 6 4.1.2 Financiële positie ultimo 2010 7 4.2 Kwaliteit totstandkoming jaarrekening 7 4.3 Bevindingen en aanbevelingen Getrouwheid en rechtmatigheid 8 4.3.1 Inleiding 8 4.3.2 Bevindingen naar aanleiding van eindejaarscontrole 2010 9 4.3.3 Bevindingen en aanbevelingen Getrouwheid 9 4.3.4 Bevindingen en aanbevelingen Rechtmatigheid algemeen 12 4.4 Bevindingen en aanbevelingen Sisa 14 4.4.1 Algemeen 14 4.4.2 Doeluitkering jeugdzorg 15 4.5 Bedrijfsvoering 15 4.5.1 Onze rol bij de beoordeling van de bedrijfsvoering 15 4.5.2 De bedrijfsvoering in relatie tot de controle van de jaarrekening 15 4.5.3 Risicomanagement 15 4.5.4 MIP 16 4.5.5 Samenstelling verstrekte geldleningen en beleggingen jaarrekening 17 4.5.6 Algemene uitkering 17

ii 4.6 Specifieke aandachtpunten 19 4.6.1 Onze visie op aanbevelingen werkgroep nieuwe programmabegroting? 19 4.6.2 Regiotram 21 4.6.3 Overheveling kredieten 21 5 Actuele ontwikkelingen 23 5.1 Horizontaal toezicht 23 5.2 Werkkostenregeling 23 6 Informatie uit hoofde van onze functie als controlerend accountant van de Staten 24 Bijlagen 1 Overzicht controleverschillen 2 Bevindingen jaarrekeningcontrole 3 Overzicht grote projecten 4 Actiepuntenlijst 5 Sisa 6 Controleverklaring

2010 Uitkomsten controle

1 Inleiding 1.1 Algemeen In dit hoofdstuk geven wij kort onze belangrijkste conclusies naar aanleiding van de door ons uitgevoerde controle van de jaarrekening 2010 weer. De controle van de jaarrekening 2010 valt globaal uiteen in een tweetal perioden: een tussentijdse (hierna: interim-controle) en een eindejaarscontrole. Onze interim-controle richt zich op de administratieve processen die ten grondslag liggen aan de belangrijkste posten van de jaarrekening. De eindejaarscontrole richt zich met name op de posten van de jaarrekening. Daarnaast hebben wij het rechtmatigheidsbeheer binnen uw provincie beoordeeld. Doel hiervan is om inzicht te krijgen in de kwaliteit van de administratieve organisatie en het daarvan deel uitmakende systeem van interne controle ten behoeve van de in het kader van de controle van de jaarrekening relevante posten. Alleen indien en voor zover relevant voor de controle van de jaarrekening, komen wij terug op onze bevindingen naar aanleiding van de interim-controle. 1.2 Controleverklaring bij de jaarrekening 2010 Bij de jaarrekening 2010 zullen wij, naar verwachting, een controleverklaring verstrekken met daarin een goedkeurend oordeel over zowel getrouwheid als rechtmatigheid. De goedkeurende strekking van de controleverklaring voor zowel het getrouwheids- als het rechtmatigheidsoordeel betekent dat de jaarrekening met een redelijke mate van zekerheid geen fouten of onzekerheden bevat die in totaliteit de voor de jaarrekeningcontrole gehanteerde goedkeuringstolerantie overschrijden. 1.3 Controlebevindingen en aanbevelingen Het nettoresultaat na overboeking van kredieten bedraagt 4,2 miljoen. De financiële positie is ten opzichte van 2009 licht verbeterd. De kwaliteit van de verslaggeving was wederom van een goed niveau. De kwaliteit van de oplevering van de Sisa-dossiers is verbeterd ten opzichte van 2009. Voor overige bevindingen en aanbevelingen verwijzen wij naar hoofdstuk 4 van deze brief. 1.4 Informatie uit hoofde van onze functie als controlerend accountant van de Staten Hoofdstuk 6 behandelt de informatie uit hoofde van onze functie als controlerend accountant van de Staten. Daarnaast hebben de Staten ons aandachtpunten meegegeven. In hoofdstuk 4.6 zullen wij nader ingaan op de uitkomsten van ons onderzoek naar deze aandachtgebieden.

2 2 Onze controleaanpak 2.1 Reikwijdte van de opdracht Conform de aan ons verleende opdracht hebben wij de jaarrekening van de provincie Groningen gecontroleerd. De jaarrekening is onder verantwoordelijkheid van het college van Gedeputeerde Staten opgesteld. Het is onze verantwoordelijkheid een oordeel te geven over de jaarrekening, als bedoeld in artikel 217, tweede lid, van de Provinciewet. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder het Besluit accountantscontrole provincies en gemeenten (BAPG) en het door de staten vastgestelde controleprotocol. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. 2.2 Controleaanpak Onze controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico s van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van zowel de baten en lasten als de activa en passiva, alsmede het voor de naleving van de wet- en regelgeving relevante internebeheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn, maar die niet tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het internebeheersingssysteem van de provincie. Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving, van de redelijkheid van schattingen die het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen heeft gemaakt en een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. U heeft ons voor het boekjaar 2010 opgedragen om bij onze oordeelsvorming uit te gaan van de hierna vermelde goedkeuringstolerantie: Goedkeuringstolerantie Bedrag Goedkeurend Beperking Fouten in de jaarrekening (% lasten) Onzekerheden in de controle (% lasten) Oordeelonthouding Afkeurend 3.537.000 1% > 1% < 3% 3% 10.611.000 3% > 3% < 10% 10% Het normenkader en de goedkeuringstolerantie zijn op 15 december 2010 vastgesteld door Provinciale Staten als onderdeel van het controleprotocol. De rapporteringtolerantie bedraagt 10% van de goedkeuringstolerantie.

3 Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. 2.3 Single information en single audit Uw provincie is op grond van wettelijk voorschrift verplicht de verantwoordingsinformatie voor de met name benoemde specifieke uitkeringen hieromtrent op te nemen in een bijlage bij de jaarrekening op basis van een door het ministerie van BZK voorgeschreven model. Bij de controle van deze bijlage betrekken wij de door het ministerie van BZK hiervoor gegeven aanwijzingen (Circulaire Single information single audit 2010, waarin onder andere opgenomen de Nota verwachtingen accountantscontrole 2010). De hierbij geconstateerde fouten en onzekerheden dienen op grond van het BAPG in het verslag van bevindingen te worden opgenomen indien de navolgende rapporteringstolerantie per specifieke uitkering wordt overschreden: 10.000 indien de omvangbasis kleiner dan of gelijk aan 100.000 is; 10% indien de omvangbasis groter dan 100.000 en kleiner dan of gelijk aan 1.000.000 is; 100.000 indien de omvangbasis groter dan 1.000.000 is.

4 3 Uitkomsten van de controle In dit hoofdstuk behandelen wij de uitkomsten van onze werkzaamheden naar aanleiding van de controle van de jaarrekening van de provincie Groningen. 3.1 Controleverklaring Wij zullen het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen machtigen onze controleverklaring bij de jaarrekening 2010 van uw provincie op te nemen. Hierbij zijn wij ervan uitgegaan dat de Staten de nu overlegde jaarrekening ongewijzigd vaststellen. Indien er nog wijzigingen worden aangebracht in de definitieve vorm van de jaarrekening dienen wij deze te beoordelen alvorens onze controleverklaring hierin mag worden opgenomen. De tekst van de controleverklaring hebben wij in bijlage 5 opgenomen. Uit hoofde van onze controletaak hebben wij alleen de financiële gegevens in de jaarrekening gecontroleerd. De in de jaarrekening opgenomen kengetallen en toelichtingen daarop hebben wij niet gecontroleerd. Dit is ook als zodanig aangegeven in de opdrachtparagraaf van onze controleverklaring. Op grond van de wettelijke verplichting ingevolge artikel 21,7 lid 3, onder d, Provinciewet hebben wij vastgesteld dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening. 3.2 Van accountantsverklaring naar controleverklaring Per 15 december 2010 zijn de standaardteksten voor accountantsverklaringen aangepast. De meest in het oog springende aanpassing is de wijziging van de accountantsverklaring in controleverklaring. Daarmee wordt een duidelijker relatie gelegd met de opdracht van de accountant. Een controleopdracht leidt tot een controleverklaring, een beoordelingsopdracht tot een beoordelingsverklaring en een samenstellingsopdracht tot een samenstellingsverklaring. De term accountantsverklaring is hierbij een containerbegrip geworden, namelijk een verklaring afgegeven door een accountant. De oude betekenis van de accountantsverklaring vervalt. Daarmee moet een einde komen aan de spraakverwarring rond verklaringen van accountants. Hoewel de wet vraagt om een accountantsverklaring, doet de wijziging van de term accountantsverklaring in controleverklaring niets af aan de essentie van de opdracht die de accountant uitvoert en de mate van zekerheid die hij als uitkomst van die werkzaamheden verstrekt. Achtergrond van deze veranderingen is de aanpassing van de in Nederland geldende Nadere Voorschriften Controle- en overige standaarden, welke zijn gebaseerd op de International Standards on Auditing (ISA s). In 2009 zijn de ISA s als gevolg van het Clarity-project grondig herzien en diende als gevolg hiervan ook de tekst van de Nederlandse accountantsverklaring te worden aangepast. 3.3 Toelichting op de controleverklaring Op grond van het BAPG dienen de Staten de goedkeuringstolerantie vast te stellen die de accountant bij zijn jaarrekeningcontrole dient te hanteren. De bij onze controle toegepaste goedkeuringstolerantie hebben wij in de paragraaf werkzaamheden van de controleverklaring vermeld. Deze bedraagt voor tekortkomingen 1% en voor onzekerheden 3% van de totale lasten en is vastgelegd in uw controleprotocol, zoals vastgesteld op 15 december 2010.

5 3.4 Oordeel controleverklaring 3.4.1 Controleverklaring getrouwheid Bij de jaarrekening van de provincie Groningen zullen wij, naar verwachting, een goedkeurende controleverklaring afgeven met betrekking tot de getrouwheid. Tijdens onze controle hebben wij een aantal fouten en onzekerheden geconstateerd. Deze fouten en onzekerheden kunnen zowel individueel als gezamenlijk als niet materieel voor de jaarrekening als geheel worden aangemerkt. De controleverschillen zijn opgenomen in de bijlagen 1 en 2 bij deze brief en vormen een integraal onderdeel van onze oordeelsvorming. Gedeputeerde Staten hebben ons schriftelijk medegedeeld in te stemmen met de door ons geconstateerde controleverschillen en onze mening rondom het materieel belang ervan te delen. Aanpassing van de jaarrekening naar aanleiding van de door ons in bijlage 1 opgenomen controleverschillen wordt daarmee ook door Gedeputeerde Staten niet noodzakelijk geacht. 3.4.2 Controleverklaring rechtmatigheid Bij de jaarrekening van de provincie Groningen zullen wij een goedkeurende controleverklaring afgeven met betrekking tot de rechtmatigheid. Tijdens onze controle hebben wij een aantal onrechtmatigheden en onzekerheden geconstateerd. Deze kunnen zowel individueel als gezamenlijk als niet materieel voor de jaarrekening als geheel worden aangemerkt. De bevindingen hieromtrent worden toegelicht in bijlage 2 en in bijlage 1 is het totaaloverzicht opgenomen.

6 4 Bevindingen en aanbevelingen naar aanleiding van de controle 4.1 Analyse resultaat 2010 en ontwikkeling financiële positie ultimo 2010 4.1.1 Analyse van het resultaat 2010 Het rekeningresultaat van de provincie Groningen van 12.100.000 kan als volgt nader worden geanalyseerd: Begroting na Rekening Rekening (in miljoenen euro s) wijziging 2010 2009 Baten 369,7 368,5 847,6 Lasten 379,3 353,7 379,6 Saldo na resultaatbepaling (9,6) 14,8 468,0 Mutaties reserves 9,6 (2,7) (461,1) Rekeningresultaat 0,0 12,1 6,9 Hierbij valt het op dat een verschil van circa 25 miljoen zit tussen de begrote lasten (na wijziging) en de rekening 2010. Het grootste deel van dit verschil wordt veroorzaakt doordat uitgaven PLG tijdsevenredig over de gehele looptijd (zeven jaar) zijn begroot en dat de werkelijkheid hiervan afwijkt. De niet-aangewende middelen worden verdeeld over de resterende looptijd. De belangrijkste verklaringen van het resultaat zijn als volgt: (in duizenden euro s) Resultaat volgens de rekening 2010 12.055 Af: overboekingen van kredieten 2010 naar 2011 7.878 Nettoresultaat 2010 4.177 Waarvan: Onderschrijding budgetten programmakosten 2.274 Voordeel apparaatskosten toegerekend aan programma s 2.191 Saldo van baten en lasten voorgaande jaren 590 Vrijval krediet voorfinanciering grote projecten 273 Vrijval onvoorzien en stelposten 234 Hogere opbrengst opcenten motorrijtuigenbelasting 62 Hogere uitkering provinciefonds 24 Nadelig resultaat kapitaallasten, rente en dividenden (429) Btw-compensatiefonds (1.042) 4.177

7 Voor een verdere inhoudelijke analyse van het resultaat verwijzen wij naar hoofdstuk 2 van de Programmarekening 2010. 4.1.2 Financiële positie ultimo 2010 Op basis van de jaarrekeningen 2010 en 2009 is de financiële positie van de provincie Groningen als volgt samengesteld: Rekening Rekening (in duizenden euro s) 2010 2009 Algemene reserve 58.771 269.435 Bestemmingsreserves 746.669 526.367 Rekeningresultaat 12.055 6.862 Totaal eigen vermogen 817.495 802.664 Solvabiliteit in procenten balanstotaal (eigen vermogen/totaal vermogen) 64 65 Na de voorgestelde verwerking van het resultaat zal de stand van het eigen vermogen ultimo 2010 817 miljoen bedragen. Zoals uit bovenstaande opstelling blijkt, is de reservepositie van de provincie Groningen ten opzichte van 2009 licht verbeterd. Het verloop van de Algemene reserve is als volgt: (in duizenden euro s) Boekwaarde 1 januari 2010 269.435 Bij: resultaatsbestemming 2009 6.862 Af: dotatie aan reserve compensatie dividend Essent (161.700) dotatie aan reserve ESFI (53.000) overige geautoriseerde mutaties, per saldo (2.826) Boekwaarde 31 december 2010 58.771 4.2 Kwaliteit totstandkoming jaarrekening Intern heeft de provincie Groningen een gedetailleerde planning en rekeningrichtlijnen opgesteld. Het doel hiervan is onder meer binnen de gestelde tijdslijn de noodzakelijke informatie op een kwalitatief toereikende wijze ter beschikking te hebben voor het opstellen van de jaarrekening, zodat deze aan de gestelde eisen voldoet. Het jaarrekeningtraject is (nagenoeg) conform planning verlopen. Voor komend jaar raden wij u aan te onderzoeken in hoeverre u de programmarekening (iets) eerder beschikbaar kunt hebben teneinde de internecontrolemogelijkheden hierop te verruimen.

8 Daarnaast hebben wij, in overleg met uw organisatie, een lijst met op te leveren stukken opgesteld. De daadwerkelijke oplevering is gedurende de controle met u besproken, rekening houdend met de afspraken terzake. De algemene kwaliteit van de oplevering is ten opzichte van voorgaand jaar verbeterd, met name de specificaties inzake de deelwaarnemingen van de overige vorderingen en overige schulden en met betrekking tot personeelskosten. Bij Single information en single audit (Sisa) wordt een aantal specifieke uitkeringen gelijktijdig met de jaarrekening verantwoord. In 2010 worden totaal tien specifieke uitkeringen verantwoord. Dit zijn zeven minder dan in 2009. Wij zijn wij van mening dat het proces van totstandkoming van de jaarrekening door uw provincie adequaat beheerst wordt, rekening houdend met de omstandigheden en de mogelijkheden die de tijdsplanning geeft. Wij zijn van mening dat de samenwerking met de afdeling F&C wederom harmonieus is verlopen. 4.3 Bevindingen en aanbevelingen Getrouwheid en rechtmatigheid 4.3.1 Inleiding Net zoals in onze brief over de jaarrekeningcontrole 2009 zijn in bijlage 2 bij dit verslag in tabelvorm de bevindingen naar aanleiding van de controle van de verschillende posten van de jaarrekening van de provincie Groningen opgenomen. Per post van de jaarrekening is concreet het volgende weergegeven: de omschrijving van de post van de jaarrekening; de omschrijving van de waarderingsgrondslag; een analyse van de stijging of daling in de post, alsmede een verklaring van de verschillen; indien van toepassing een beschrijving van onze bevindingen naar aanleiding van onze controlewerkzaamheden; op welke categorie de bevinding betrekking heeft: rechtmatigheid, getrouwheid; of sprake is van een fout of onzekerheid; een overzicht van aanbevelingen. Wij hebben voor dit format gekozen zodat uit onze rapportage op gestructureerde en uniforme wijze blijkt wat voor soort bevinding het betreft, wat het belang is en welke consequenties deze bevinding heeft. Daarnaast ontstaat hopen wij een korte samenvatting van de opbouw en samenstelling van de individuele balansposten. Dit heeft tot doel de communicatie en followup van onze bevindingen en aanbevelingen verder te verbeteren.

9 4.3.2 Bevindingen naar aanleiding van eindejaarscontrole 2010 Het aantal bevindingen naar aanleiding van de uitgevoerde controle laat zich als volgt weergeven: 2010 2009 Totale bevindingen naar aanleiding van de eindejaarscontrole 2010 8 (conform actiepuntenlijst 2010) 5 Bevindingen interim-controle 2009 4 (conform actiepuntenlijst 2010) 3 Oude jaren (waarvan 1 op status afgerond) 2 (conform actiepuntenlijst 2010) 6 Totaal aantal bevindingen 14 14 De bevindingen naar aanleiding van de eindejaarscontrole zijn opgenomen in bijlage 2. De bevindingen van de eindejaarscontrole bestaan zowel uit bevindingen uit rechtmatigheid als uit de bevindingen met betrekking tot de getrouwheid. Van de 14 punten van 2009 zijn 3 afgerond, 3 punten zijn hernieuwd (in iets gewijzigde vorm) opgenomen, 1 staat open en 7 zijn doorlopende acties (en om deze reden niet meer meegenomen in de actiepuntenlijst). Ten opzichte van 2009 is er één actiepunt extra opgenomen. Qua aard en inhoud zijn onze bevindingen overigens beperkt. 4.3.3 Bevindingen en aanbevelingen Getrouwheid 4.3.3.1 Materiële Vaste Activa Bij de controle van de Materiële Vaste Activa hebben wij een aantal bevindingen: Zodra activa volledig zijn afgeschreven worden deze activa het jaar daarop volgend niet meer opgenomen in de activastaat. Hierdoor gaat het inzicht verloren in de aanwezige (maar volledig afgeschreven) activa. Volgens BBV dienen activa niet meer opgenomen te worden bij verkoop of buitengebruikstelling. Indien bij het desinvesteren van een activum een boekresultaat wordt behaald, wordt dit boekresultaat niet verantwoord in de programmarekening, maar wordt dit bedrag opgenomen in de activastaat. Dit is niet conform de richtlijnen van de BBV. De exacte impact voor 2010 is onduidelijk (aangemerkt als p.m.) omdat oorspronkelijke kostprijzen vaak niet te bepalen zijn per activum. Jaarlijks wordt een deel van de apparaatskosten van de afdelingen Wegenbouw en Waterbouw geactiveerd. Hiervoor wordt een verdeelsleutel op basis van tijdsbesteding gehanteerd. Daarnaast worden bij een aantal specifieke projecten VAT-kosten geactiveerd (veelal om vervolgens een deel hiervan te kunnen declareren). Dit betekent dat een deel van de apparaatskosten dubbel geactiveerd worden. De impact van bovenstaande punten is niet inzichtelijk, maar wij verwachten dat dit beperkt/niet materieel is omdat een zogenoemd ideaalcomplex is ontstaan, waarbij de extra afschrijvingslasten als gevolg van het boekresultaat in voorgaande jaren ongeveer gelijk zijn aan het niet-verantwoorde boekresultaat van transacties in 2010. Resumerend raden wij u aan om de impact van bovenstaande punten in 2011 nader te onderzoeken en waar mogelijk uw werkwijze aan te passen.

10 4.3.3.2 Financiële Vaste Activa In het boekjaar 2009 heeft de provincie Groningen de aandelen Essent N.V. verkocht, wat heeft geleid tot een boekwinst van 513,1 miljoen (zie voor meer informatie ons verslag van bevindingen 2009). Bij de verkoop hebben de verkopende aandeelhouders een aantal garanties gegeven aan RWE. Deze garanties zijn grotendeels overgedragen aan Verkoop Vennootschap B.V., waarvan de provincie Groningen medeaandeelhouder is. Tegelijkertijd is een gedeelte van de verkoopopbrengst ter verzekering van de genoemde schadeclaims door de verkopende aandeelhouders voor een bepaalde tijd op een aparte bankrekening (Escrow) aangehouden. In afwachting van de uiteindelijke afwikkeling van de afgegeven garanties, wordt door het bestuur van Verkoop Vennootschap B.V. geadviseerd om de nog te ontvangen gelden uit hoofde van de toekomstige vrijval van de bijbehorende Escrow niet te activeren. De provincie Groningen heeft deze deelneming gewaardeerd tegen een nagenoeg nihil bedrag en geeft daarmee gevolg aan bovenstaand advies. 4.3.3.3 Blauwestad Begin november 2009 is de samenwerking tussen de provincie Groningen en Koop Holding Europe B.V. met betrekking tot Blauwestad beëindigd. Hierdoor heeft de provincie Groningen het volledige projectrisico overgenomen, dat vervolgens geleid heeft tot het actualiseren van de grondexploitatie (GREX 2010). De uitkomst hiervan was een afwaardering van 28,8 miljoen in het boekjaar 2009. De GREX 2010 Blauwestad loopt nog tot 2051 en sluit met een saldo van nihil. Het verloop van de GREX 2010 is in 2010 als volgt: (in miljoenen euro s) Boekwaarde 1 januari 2010 87,6 Bij: reguliere investeringen 2010 4,8 rente 2,9 Af: verkochte kavels en bijdragen (2,5) Boekwaarde 31 december 2010 92,8 Reguliere investeringen Het bedrag aan reguliere investeringen bestaat onder andere uit een kosten waterproblematiek NoordOosthoek, kosten fiscaliteit en kosten voor de projectorganisatie van 1,1 miljoen. Rente Het rentepercentage staat in principe vast voor de gehele looptijd van de grondexploitatie (tot 2051). Eens per vijf jaar zullen echter wel alle parameters, inclusief rente, kritisch worden beoordeeld en indien nodig worden bijgesteld. Verkochte kavels en bijdragen Gedurende 2010 zijn er zes kavels verkocht (vier getransporteerd). De overige bijdragen bestaat met name uit de eindafrekening van de Kompassubsidie ( 1,4 miljoen).

11 In opdracht van Provinciale Staten heeft AT Osborne een second opinion op de GREX 2010 uitgevoerd. De uitkomsten van haar onderzoek zijn aan de Staten gepresenteerd en gaven geen aanleiding om de GREX 2010 te herzien. In het kader van de jaarrekeningcontrole hebben wij de GREX 2010 in detail gecontroleerd en hebben wij een zogenoemde impairmenttest uitgevoerd. Bij een impairmenttest onderzoeken wij het realiteitsgehalte van de door u gekozen uitgangspunten, gegeven de huidige marktomstandigheden en de thans bestaande toekomstverwachtingen. Onze conclusie daarbij is dat wij kunnen instemmen met de GREX 2010 en daarmee tevens met de huidige boekwaarde van het project op de balans. Bij een grondexploitatie zijn de uitgangspunten (zoals verwachte kavelverkopen, rekenrente en inflatie) in grote zin bepalend voor de resultaten van het project. Door de lange looptijd van de GREX leidt een beperkte aanpassing van de parameters veelal tot een significante wijziging van het verwachte eindsaldo van de grondexploitatie in 2051. Wij raden u aan om periodiek de (uitgangspunten van de) GREX 2010 te blijven toetsen. 4.3.3.4 Voorziening frictiekosten In 2009 is een voorziening frictiekosten gevormd. Ultimo 2010 is het grootste deel van deze voorziening nog in stand en in 2010 hebben een beperkt aantal mutaties plaatsgevonden. De onttrekkingen aan deze voorziening zullen grotendeels plaatsvinden in de jaren 2011/2015. Om deze reden heeft u ultimo 2010 geen herberekening van de voorziening uitgevoerd. Wij kunnen hiermee instemmen. Wij raden u wel aan om ultimo 2011 een actualisatie van de berekening te maken om vast te stellen of de stand van de voorziening op 31 december 2011 toereikend is. 4.3.3.5 Voorziening nazorg In 2010 is de contante waarde voor de voorziening nazorg stortplaatsen geactualiseerd. Hiervoor wordt rekenmodel Rinas 3.0 gebruikt, waarbij verwachte kosten en opbrengsten contant worden gemaakt. De uitkomst hiervan is dat een voorziening noodzakelijk is van 22,9 miljoen. De werkelijke voorziening is circa 1,7 miljoen hoger. Eén van de redenen hiervoor is dat het model uitgaat van een rente van 5%. Dit percentage is de laatste jaren niet gehaald, waardoor de vermogensopbouw minder is dan het model voorspelt. Daarnaast is de voorziening oorspronkelijk gevormd door heffingen van afvalverwerkers. Indien uiteindelijk blijkt dat overtollige middelen aanwezig zijn, betekent dit dat de middelen terug betaald dienen te worden aan diegene die oorspronkelijk de dotaties hebben gedaan. Om bovenstaande redenen kunnen wij instemmen met de hoogte van de voorziening.

12 4.3.3.6 Voorziening WAO Sinds 1 januari 2005 is de provincie Groningen eigen risicodrager voor de WAO. Om onverwachte tegenvallers te kunnen opvangen is een reserve (later aangepast naar voorziening) gevormd die op 31 december 2010 een bedrag weergeeft van 1,7 miljoen. In 2010 is de voorziening niet gemuteerd omdat er geen onverwachte tegenvallers zijn geweest en de kosten (circa 65.000) ruimschoots gedekt kunnen worden door het beschikbare budget ( 540.000). Hiermee ontstaat de vraag of deze voorziening nog immer gewaardeerd moet worden op 1,7 miljoen. Wij hebben begrepen dat u verwacht deze middelen in de toekomst nodig te hebben omdat: het aanwezige budget gereduceerd wordt tot 100.000; de inschatting aanwezig is dat de instroom van WAO ers toeneemt als gevolg van oplopende leeftijd van medewerkers, langer doorwerken en toenemende werkdruk als gevolg van bezuinigingen. Wij kunnen instemmen met de door u aangegeven inschattingen. Wel raden wij u aan om in 2011 de voorziening getalsmatig nader te onderbouwen, waarbij de door u aangegeven aannames verwerkt zijn. 4.3.3.7 Meerstad De provincie Groningen heeft zich garant gesteld voor het afdekken van het restrisico in project Meerstad tot een maximum van 10% van 60 miljoen. Een bedrag van in totaal 1 miljoen is daarvan beschikbaar gesteld in de risicosfeer ter financiering van de stichting Zeggenschap en stichting Kapitaal, zodat het niet-ingezette deel van de garantie thans 5 miljoen bedraagt. De zorgelijke ontwikkelingen op de woningmarkt hebben impact op de realisatie van project Meerstad. Of en in hoeverre de provincie gehouden zal worden aan de door haar afgegeven garantie is afhankelijk van (negatieve) aanpassing van de grondexploitatie, op basis van een nog te verrichten herijking daarvan. Thans is de grondexploitatie Meerstad nog sluitend en valt geen betrouwbare schatting te maken van een eventueel risico Meerstad voor de provincie Groningen. Een voorziening terzake is dan ook niet in de jaarrekening 2010 opgenomen. Wij adviseren overigens wel de situatie rondom Meerstad met klem te blijven volgen, niet alleen geredeneerd vanuit de eventuele gevolgen voor de provinciale financiën, maar zeker ook vanuit de rol die de provincie heeft in het kader van het toezicht op gemeenten. Ten behoeve van de garantie Meerstad is overigens 3 miljoen gereserveerd in het weerstandsvermogen en tevens zijn de risico's benoemd in de risicoparagraaf. 4.3.4 Bevindingen en aanbevelingen Rechtmatigheid algemeen 4.3.4.1 Rechtmatigheidsproces De opzet van de rechtmatigheidtoets is in 2010 gewijzigd. Daar waar voorheen de toets vanuit de regelgeving was opgezet, is vanaf 2010 ervoor gekozen om vanuit processen te opereren. Daarnaast is tevens Sisa-controle, voor zover mogelijk, geïntegreerd. Dit heeft geleid tot efficiëncyvoordeel, zowel voor F&C als voor de beleidsmedewerkers. Wij willen u complimenteren voor de wijze waarop u deze opzetwijziging (nagenoeg geruisloos) heeft doorgevoerd.

13 Voor 2011 raden wij u aan een controleplan op te stellen. In dit plan kunt u aangeven: hoe u de rechtmatigheidscontrole 2011 gaat insteken; wat uw specifieke aandachtsgebieden zijn; wat de planning is (een deel van uw werkzaamheden kunt u bijvoorbeeld plannen in de luwe zomerperiode); hoe de steekproeven worden getrokken. Het opzetten van uw controleplan helpt u bij het verder professionaliseren van uw internecontrolewerkzaamheden. 4.3.4.2 De begrotingsrechtmatigheid De overschrijdingen inzake de begrote baten en lasten op programmaniveau zijn toereikend toegelicht in de jaarrekening. 4.3.4.3 Het Misbruik-en-Oneigenlijk-gebruikcriterium (M&O) In 2005 is door de provincie Groningen een voordracht opgesteld inzake de vaststelling van het beleid op het gebied van M(isbruik)-en-O(neigenlijk)-gebruik, inclusief de werkwijze ten aanzien van inschatting risico's en het treffen van beheersmaatregelen, alsmede de rapportagemethodiek. De controllers toetsen vervolgens de implementatie van bovenstaande maatregelen in de processen en de werking van deze maatregelen. Wij onderschrijven deze aanpak. 4.3.4.4 Bevindingen In bijlage 2 zijn onze bevindingen, ook die in het kader van rechtmatigheid, per jaarrekeningpost uiteengezet. Daarnaast hebben wij enkele formele onrechtmatigheden geconstateerd: de aanvraag/vaststellingsdocumenten van een aantal (verstrekte) subsidies zijn te laat ingediend; de formele goedkeuring om (deels) af te wijken van het interne aanbestedingsbeleid is niet vastgelegd; de publicatie van gegunde opdrachten (aanbestedingsbeleid) is te laat gebeurd. 4.3.4.5 Niet-financiële beheershandelingen Handelingen en beslissingen van niet-financiële aard vallen buiten de scope van de rechtmatigheidscontrole door de accountant. De accountant toetst deze handelingen en beslissingen niet inhoudelijk door gegevensgericht onderzoek. Volstaan wordt in dit kader met het beoordelen van het interne systeem van risicoafwegingen. Binnen dit systeem moeten voorwaarden zijn geschapen om risico s goed te kunnen beoordelen en in de tijd te kunnen volgen. Wij hebben ons een beeld gevormd over de wijze van totstandkoming van de inventarisatie van de risico s en de getrouwe weergave van de hieruit mogelijk voortvloeiende financiële gevolgen in de paragraaf weerstandsvermogen van het jaarverslag. Daarnaast hebben wij gericht geïnformeerd naar de lopende procedures waarbij de provincie betrokken is, teneinde indicaties te verkrijgen over de eventuele risico s op dit vlak. Op grond hiervan beschikken wij niet over aanwijzingen die een nader onderzoek naar de (financiële) gevolgen noodzakelijk maken.

14 4.4 Bevindingen en aanbevelingen Sisa Wij hebben de in de Sisa-bijlage van de jaarrekening genoemde specifieke uitkeringen gecontroleerd met inachtneming van de Nota verwachtingen accountantscontrole 2010. Voor de hierbij eventueel geconstateerde bevindingen gelden op grond van artikel 5, lid 4, van het BAPG zwaardere rapporteringstoleranties dan de rapporteringstolerantie, die wij met uw Staten zijn overeengekomen voor de controle van de jaarrekening. Op grond van ons onderzoek en rekening houdend met de voorgeschreven kleinere rapporteringstolerantie per specifieke uitkering hebben wij bij de navolgende specifieke uitkeringen de in onderstaande tabel vermelde fouten en/of onzekerheden geconstateerd: Nummer specifieke uitkering conform Sisa-bijlage C7 Specifieke uitkering of overig Fout of onzekerheid Financiële omvang in euro s Toelichting fout/ onzekerheid Investering stedelijke vernieuwing Geen 0 n.v.t. (ISV) E5 Verzameluitkering VROM Geen 0 n.v.t. E9 Externe Veiligheid Geen 0 n.v.t. E27 Brede doeluitkering verkeer en Geen 0 n.v.t. vervoer E28 Regionale mobiliteitsfondsen (Regio Geen 0 n.v.t. Groningen Assen 2030) E28 Regionale mobiliteitsfondsen Geen 0 n.v.t (Zuiderzeelijn/RSP) E30 Quick Wins Binnenhavens Geen 0 n.v.t E34 Bijdrage Hoofdvaarwegen Groningen Geen 0 n.v.t. en Fryslân F15 Leren voor duurzame ontwikkeling Geen 0 n.v.t. (LvDO) H8 Doeluitkering jeugdzorg Bevinding p.m. zie 4.4.2 Bovenstaande bevindingen zullen wij overnemen op het door het ministerie van BZK verplicht voorgeschreven format Sisa verantwoordingsinformatie specifieke uitkeringen. Dit format dient door uw provincie samen met een aantal andere verplicht voorgeschreven verantwoordingsstukken voor 15 juli a.s. elektronisch bij het CBS te worden aangeleverd. 4.4.1 Algemeen Vanaf 2010 is het verantwoordingsstelsel van een aantal regelingen (BDU Verkeer en Vervoer, ISV) gewijzigd van het kasstelsel naar het stelsel van baten & lasten. Ter voorkoming van dubbel verantwoorde bestedingen is een extra indicator opgenomen in de verantwoordingsinformatie. De effecten van deze stelselwijziging is per regeling onderzocht en de indicatoren zijn overeenkomstig de door het ministerie uitgebrachte vraag- en antwoordenbrief, in de Sisa-bijlage ingevuld.

15 4.4.2 Doeluitkering jeugdzorg De provincie Groningen heeft de indicator Het aantal aanmeldingen en afmeldingen 2010 aan het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO) ingevuld aan de hand van door Stichting Bureau Jeugdzorg verstrekte gegevens. Deze gegevens zijn op 2009 gebaseerd en de accountant van Stichting Bureau Jeugdzorg heeft een assurance-rapport afgegeven waarbij is aangegeven dat gezien de aard van de LBIO-meldingen geen voldoende en geschikte assurance-informatie verkregen kon worden omtrent de juistheid en volledigheid van de LBIOmeldingen. 4.5 Bedrijfsvoering 4.5.1 Onze rol bij de beoordeling van de bedrijfsvoering Bij onze controle maken wij zoveel mogelijk gebruik van internebeheersingsmaatregelen in een organisatie, zoals de planning & controlcyclus, interne controle, risicomanagement etc. Deze internebeheersingsmaatregelen, ook wel de bedrijfsvoering, zijn bepalend voor de beheersing en sturing van een organisatie. Wij beoordelen deze internebeheersingsmaatregelen in de eerste plaats ten behoeve van de controle van jaarrekening van de provincie Groningen. Daarnaast besteden wij, vanuit onze natuurlijke adviesfunctie, in gesprekken, managementletters en rapportages veel aandacht aan de verdere ontwikkeling van de bedrijfsvoering en bestuurlijke informatievoorziening. 4.5.2 De bedrijfsvoering in relatie tot de controle van de jaarrekening De interne beheersing van de provincie Groningen is naar onze mening adequaat ingericht. Op basis van deze interne organisatie kunnen wij tot een goedkeurende verklaring komen bij de jaarrekening. De administratieve organisatie van de significante processen is beschreven en de interne controle en rechtmatigheidscontrole worden over het algemeen steeds beter uitgevoerd. Dit wordt onder andere verklaard doordat de internecontroleervaring van de medewerkers toeneemt. 4.5.3 Risicomanagement In 2010 is het risicomanagement bij de provincie Groningen verder ontwikkeld. Hiermee is een verdere stap gemaakt naar het realiseren van een provinciebreed uitgerold proces van risicomanagement. Voorbeelden van deze ontwikkelingen zijn: Sinds 2009 wordt periodiek in het kader van de planning & controlcyclus een risicoinventarisatie uitgevoerd door middel van een vast format. In dit format wordt gevraagd naar een inschatting van de kans van optreden en naar de financiële omvang van de risico s. Tevens worden naast de risico s ook de internebeheersingsmaatregelen opgenomen in dit format. Waar dit voorheen met name voor de bestuursdocumenten begroting, IB, VJN en jaarrekening gold is dit nu ook verder uitgebreid naar de concernrapportages. Dit heeft er uiteindelijk toe geleid dat de kwaliteit en navolgbaarheid van de planning & controlcyclus verder is verbeterd. Alle acties vanuit de concernrapportages worden sinds 2010 voorzien van een deadline, waardoor de provincie Groningen beter in staat is om opvolging van deze acties te monitoren.

16 Naar aanleiding van het onderzoek naar het minimaal benodigd weerstandsvermogen is besloten om de paragraaf weerstandsvermogen verder aan te scherpen door de kans en omvang van de risico s zoveel mogelijk te kwantificeren, onder meer met het houden van interviews. Ook is er een onderverdeling van de risico s gemaakt naar drie categorieën, (kort, middel en lang). Door het hanteren van deze systematiek wordt het inzicht vergroot in het minimaal benodigd weerstandsvermogen en kan beter dan voorheen een relatie worden gelegd met de beschikbare (incidentele) weerstandscapaciteit en wordt ingespeeld op veranderingen binnen het risicoprofiel van de provincie Groningen. In tegenstelling tot voorgaande jaren zal voortaan één keer per jaar een interne toets door de provincie Groningen worden verricht op de risico s in relatie tot de benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit. Onderzoek naar het weerstandsvermogen werd voorheen eens per vier jaar verricht door de huisaccountant. Bij de opstelling van de interne begroting 2013 (voorjaar 2012) zal deze interne toets voor het eerst verricht worden. In de jaarrekening 2010 is een risicomatrix/risicokaart opgenomen waarbij het doel is om in één oogopslag inzichtelijk te maken bij welke projecten de grootste risico s worden gelopen en waar de meeste aandacht is vereist. De evaluatie van de Rapport Professionalisering Subsidierelaties (RPS) is afgerond waardoor de balans tussen enerzijds de financiële en politieke risico's en anderzijds de beheerskosten voor het toepassen en naleven van het RPS is verbeterd. Controllers nemen meer dan voorheen proactief deel aan omvangrijke projecten zoals o.a. Meerstad, Regiotram en RSP. Voor deze projecten wordt indien nodig ook een beroep gedaan op externe deskundigen inzake risicomanagement Wij zijn van mening dat de aandacht voor risicomanagement de afgelopen jaren verder is toegenomen. Waar voorheen het signaleren van risico s met name een incidenteel en reactief proces was, zien wij nu dat de provincie Groningen een beleid geformuleerd heeft om zelfstandig de risico s te beheersen. Wij juichen deze ontwikkeling toe. 4.5.4 MIP De rapporteringstool MIP (Management Informatie Portal) is sinds 2007 door u in gebruik genomen. De aandacht voor MIP is de afgelopen jaren sterk toegenomen en MIP vormt dan ook een belangrijk onderdeel bij de opstelling van de periodieke rapportages en de bewaking van budgetten door verschillende budgetbewakers. MIP is een webbased rapportagetool die gegevens uit de database van CODA en PIMS genereert. Primaire gebruikers waren in het verleden met name afdelingshoofden. Inmiddels is de rapportage uitgerold binnen de hele organisatie en is het ook mogelijk om per afdeling deelautorisaties door te voeren. Hierbij hebben wij kunnen vaststellen dat er een rechtenstructuur aanwezig is die er op toeziet dat duidelijk is wie bevoegd is om welke informatie in te zien. Het gebruik van MIP kan in onze ogen alleen een succes zijn als de betrouwbaarheid verzekerd is. Om de betrouwbaarheid te verzekeren dienen maatregelen getroffen te worden. Een belangrijke maatregel is het periodiek toetsen van de aansluiting tussen MIP en CODA. Wij hebben begrepen dat deze aansluiting niet altijd periodiek wordt gelegd, echter wel op de belangrijke momenten. Wij raden u aan er op toe te zien dat deze aansluiting minimaal eens per twee maanden wordt gemaakt. U heeft aangegeven dat dit vanaf 2011 het geval is.

17 4.5.5 Samenstelling verstrekte geldleningen en beleggingen jaarrekening De samenstelling van de verstrekte geldleningen ultimo 2010 is als volgt: Rating Moody s (in duizenden euro s) 2010 2009 31-3-11 Land NWB 25.000 160.000 AAA Nederland Ministerie van Financiën (Nederlandse Staat) 70.000 155.000 AAA Nederland ING Bank 116.000 120.600 AA3 Nederland ABN AMRO 87.916 95.000 AA3 Nederland Rabobank 35.000 62.500 AAA Nederland Fortis Bank 50.000 nvt Nederland BNG 25.000 35.000 AAA Nederland Landsbanki Islands 10.642 nvt IJsland Friesland Bank 5.000 nvt Nederland BNP Paribas 25.000 AA2 Frankrijk SEB Gothenborg 20.000 A1 Zweden Totaal kort 403.916 693.742 De samenstelling van de beleggingen is als volgt: ABN AMRO 45.000 53.214 AA3 Nederland Rabobank 130.575 50.000 AAA Nederland ING Bank 40.000 40.000 AA3 Nederland UBS Warburg - 19.598 AA3 Engeland/ Duitsland/ Nederland BNG 100.000 - AAA Nederland NWB 35.000 - AAA Nederland BNP Paribas 64.724 8.037 AA2 Frankrijk Credit Agricole 30.000 - AA1 Frankrijk APG 7.578 - nvt Landsbanki Islands 5.246 - nvt IJsland Royal Bank of Scotland N.V. 8.425 - Nederland Totaal lang 466.548 170.849 Uw aandeel in de uitzetting Landsbanki Islands heeft u vanaf 2010 gerubriceerd onder beleggingen. 4.5.6 Algemene uitkering Wereldwijd zijn sinds 2008 de economische vooruitzichten in een hoog tempo verslechterd. Ook de sterke economie van Nederland is niet ontkomen aan een neerwaartse bijstelling van de groeicijfers. Deze slechte economische vooruitzichten hebben ook consequenties voor de provinciale huishouding.

18 De economische crisis heeft in een relatief kort tijdbestek het tekort op de rijksbegroting drastisch verhoogd. Door het kabinet Balkenende zijn er in het voorjaar van 2009 in combinatie met een aantal maatregelen ter stimulering van de economie in 2009 en 2010 ingaande 2011 aanvullende bezuinigingen op de rijksbegroting afgesproken. Onderdeel van deze aanvullende rijksbezuinigingen is een verlaging van de uitkeringen uit het Provinciefonds met 300 miljoen, ingaande 2011. Het aandeel van de provincie Groningen daarin kan worden geraamd op circa 16,1 miljoen. Deze rijksbezuinigingen in combinatie met verminderde inkomsten uit de opcentenheffing MRB is voor uw provincie aanleiding een bezuinigingsprogramma op te stellen dat als onderdeel van de Voorjaarsnota 2010 op 30 juni 2010 door Provinciale Staten is vastgesteld. Voor het jaar 2011 wordt een bezuiniging gepland van circa 7 miljoen, oplopend tot circa 34 miljoen in 2015. Met het aantreden van het nieuwe kabinet in het najaar van 2010 is er meer duidelijkheid gekomen over de budgetruimte van gemeenten en provincies in de komende jaren. In de Miljoenennota 2011 wordt voor 2011 een tekort op de rijksbegroting voorzien van circa 24,3 miljard. Als gevolg van het tekort op de rijksbegroting en het achterblijvend economisch herstel, heeft het kabinet Rutte zich gericht op het verlagen van dit tekort door bezuinigingen. De voorgenomen bezuinigingen bedragen 18 miljard, waarbij er door het kabinet van wordt uitgegaan dat dit een effect heeft van 1,76 miljard op het Gemeente- en Provinciefonds. Rekeninghoudend met de middelen die al in de rijksbegroting 2011 zijn gereserveerd voor de accresontwikkeling van Gemeente- en Provinciefonds ( 2,41 miljard) resulteert er per saldo een cumulatief accres voor het Gemeente- en Provinciefonds van circa + 0,65 miljard in 2015. Het aandeel van het Provinciefonds daarin kan worden geraamd op + 49 miljoen. Uw provincie heeft op basis hiervan uitgaande van een eigen behoedzaam scenario rekening gehouden met een verhoging van de uitkering uit het Provinciefonds oplopend tot circa 0,28 miljoen per jaar vanaf 2015. Door deze ontwikkeling is de financiële positie van de provincie Groningen niet wezenlijk veranderd ten opzichte van het beeld dat in de Voorjaarsnota 2010 is gepresenteerd. Naast de doorwerking van de nieuwe rijksbezuinigingen op de accressen van het Provinciefonds zullen de provincies ook rekening moeten houden met onder meer de mogelijke negatieve gevolgen van rijksbezuinigingen op specifieke uitkeringen bij overdracht van taken naar de provincies en een mogelijke korting op het Provinciefonds in verband met de overdracht van de Jeugdzorg naar de gemeenten. Getracht wordt daarover in een bestuursakkoord en deelakkoorden met het Rijk nadere afspraken te maken. Wat de gevolgen van deze afspraken zullen zijn zal in de loop van 2011 duidelijk worden. De verwachting is dat de reeds gerealiseerde en nog komende rijksbezuinigingen een enorme impact zullen gaan hebben op de financiële positie en organisatie van de decentrale overheden. De bezuinigingen lijken over het algemeen niet meer te realiseren met de 'kaasschaafmethode'; er zijn vaak ingrijpende strategische (beleids)keuzes noodzakelijk. Omdat de bezuinigingen een belangrijk effect kunnen hebben op de interne organisatie en bedrijfsvoering, zullen wij deze in de komende periode blijven volgen. Zoals hierboven aangegeven heeft dit bezuinigingstraject uw volle aandacht.

19 4.6 Specifieke aandachtpunten Tijdens de vergadering van uw commissie B&F heeft u ons specifiek een aantal aandachtpunten meegegeven voor onze controle. In dit hoofdstuk koppelen wij u onze bevindingen terug. 4.6.1 Onze visie op aanbevelingen werkgroep nieuwe programmabegroting? In januari 2011 heeft de werkgroep programmabegroting, die is samengesteld uit statenleden en mensen uit de ambtelijke organisatie, per brief een zevental aanbevelingen gedaan aan de Statencommissie Bestuur en Financiën. In de vergadering van 19 januari 2011 heeft het college van gedeputeerde staten aangegeven de aanbevelingen te onderschrijven. Tevens heeft het college per brief in februari gereageerd op de aanbevelingen en tevens het traject van opvolging aangegeven. De planning is dat in de voorjaarsnota 2011 en de programmabegroting 2012 de aanbevelingen zullen worden opgevolgd. U heeft ons gevraagd om de aanbevelingen van de werkgroep programmabegroting in onze controleaanpak te betrekken. In onderstaand schema vindt u onze reactie per aanbeveling: 1 Zorg ervoor dat nog scherper en helderder wordt geformuleerd en dat verschillen tussen programma s zoveel mogelijk worden opgeheven. 2 Zorg dat nieuwe beleidsplannen worden ingericht in overeenstemming met het nieuwe stramien van de Programmabegroting. 3 Zorg dat het aantal tussentijdse rapportages wordt teruggedrongen en dat verantwoording zoveel mogelijk plaatsvindt via de reguliere verantwoordingsstukken. 4 Vraag het college van GS een overzicht te verstrekken van de rapportages die Provinciale Staten ontvangen. Vraag het college van GS hierbij aan te geven hoe dit anders ingericht kan worden in het licht van bovengenoemde opmerking dat verantwoording zoveel mogelijk via de reguliere verantwoordingsstukken zou moeten plaatsvinden. Wij onderstrepen de aanbeveling. Het scherper en helderder formuleren vergroot de mogelijkheid om op hoofdlijnen te kunnen sturen. Als de verschillen tussen programma s worden verkleind, vergroot dit de vergelijkbaarheid en de informatiewaarde. Ook hiervoor geldt dat hoe meer in lijn met het stramien gerapporteerd kan worden, hoe meer de informatiewaarde vergroot wordt, al moet het hanteren van het stramien geen doel op zich worden. Naar onze mening verhoogt dit de efficiëntie van uw toezichthoudende taak doordat de rapporteringvorm bekend is en doordat het aantal tussentijdse rapportages verminderd wordt. Naar onze mening verhoogt dit de efficiëntie van uw toezichthoudende taak doordat de rapporteringvorm bekend is en doordat het aantal tussentijdse rapportages verminderd wordt.