Toelichting artikel 2.8 wijziging omvang aanstelling



Vergelijkbare documenten
A. De toelichting op artikel 6:4 wordt gewijzigd en komt te luiden:

B. De toelichting op artikel 6:4:1a wordt gewijzigd en komt te luiden:

Ledenbrief 15/052 CvA/LOGA 15/10, d.d. 23 juni 2015 inzake wijzigingen CAR-UWO i.v.m. wijzigingen Wet arbeid en zorg Eijsden-Margraten

Gemeente Amsterdam College van burgemeester en wethouders. Hamervoordracht voor de collegevergadering van

Wijzigingen in de CAR/UWO, Wet arbeid en zorg. Het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Samenwerking Kempengemeenten,

Bijlage 1 bij U Bijlage CAR teksten. A. De toelichting op artikel 6:4 wordt gewijzigd en komt te luiden: Buitengewoon verlof.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden

BIJLAGE 3. RELEVANTE WETTELIJKE BEPALINGEN Aan deze bijlage kunnen geen rechten worden ontleend. 3-A Burgerlijk Wetboek 7 Titel 10

Basisverlof (wettelijk verlof)

Verlof rond zwangerschap, adoptie, pleegzorg en geboorte

Tweede Kamer der Staten-Generaal

LOGA GPD

Bijlage 3 Verlofschema

Verlof uit de Wet Arbeid en Zorg. Toelichting op verschillende vormen van verlof

NOTA. nota voor burgemeester en wethouders. datum: 5 juni 2009 registratienummer: B/

CVDR. Nr. CVDR19688_5

Beh. Ambt.: Síreefdaí.: ons kenmerk. ECWGO/U Lbr: 15/052 CvA/LOGA 15/10

Overzicht verlofvormen WAZ CvA-notitie - juni 2009

ons kenmerk ECWGO/U Lbr: 15/052 CvA/LOGA 15/10

GEMEENTE LANC5ĒDIJK ING. 2 4 JUN Z01S. ons kenmerk ECWGO/U Lbr: 15/052 CvA/LOGA 15/10

OUDER SCH APSVERLOF Artikel 1. Begripsbepaling Artikel 2. Recht op ouderschapsverlof Artikel 3. Aanvraag van verlof

Regeling Werktijden en Verlof

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De volgende verlofvormen worden behandeld in deze notitie:

Overzicht vervallen of gewijzigde artikelen in de cao PO ??

Regeling Buitengewoon verlof 2007

Kraamverlof. Vakbondsverlof. Verlof voor jeugdjongerenwerk. Wanneer recht op het verlof Voorwaarden voor het verlof. Soorten bijzonder verlof

Hieronder worden eerst de bepalingen uit de Wet arbeid en zorg behandeld en daarna volgen de aanvullende bepalingen uit de CAO.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Bijlage bij B&W-flap d.d. 16 december 2014 BD versie 2 december Aanpassing in het kader van de CAO

Huidige tekst NRGA Nieuwe tekst NRGA Toelichting bij wijziging. Artikel 6.28 doorbetaling bij ouderschapsverlof

Vakantie, vakantietoelage en (zwangerschaps- en bevallings)verlof

Gemeente Amsterdam College van burgemeester en wethouders. Voordracht voor de collegevergadering van 15 september 2015

Alles op een rij over: Alle veranderingen voor je verlof in 2015

Mantelzorgvriendelijk U Centraal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Circulaire toepassing van de wet modernisering verlofregelingen bij de rijksoverheid

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2006/31

Hoofdstuk 6 Vakantie, vakantietoelage en (zwangerschaps- en bevallings)verlof

VISMA SOFTWARE WHITEPAPER. Calamiteiten- en zorgverlof

WERK EN ZORG COMBINEREN

Medewerkers, die volgens rooster in onregelmatige en/of consignatie dienst werken, komen in aanmerking voor 14,40 uur extra verlof per jaar.

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Artikel 5 Vakantieaanspraak bij (langdurige) ziekte

Aanvraagformulier ouderschapsverlof

CVDR. Nr. CVDR133971_1. Regeling ouderschapsverlof

Omvang van het verlof Iedere ouder heeft éénmaal recht op 26 weken ouderschapsverlof voor elk kind onder de 8 jaar.

Werkgeverszaken Verlof

Inkomen bij zwangerschap, pleegzorg Informatie voor werknemers en werkgevers VOOR RE-INTEGRATIE EN TIJDELIJK INKOMEN

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Het artikel dat hieronder is weergegeven bevat de tekst zoals die gold op 30 juni 2008.

provinciaal blad V A N D E P R O V I N C I E G R O N I N G E N

2. De brief aan de werkgeverscommissie van de Raad vast te stellen

6 VAKANTIE, VAKANTIETOELAGE EN (ZWANGERSCHAPS- EN BEVALLINGS)VERLOF/

Aanpassingen van de Nieuwe Rechtspositieregeling Gemeente Amsterdam in verband met de invoering van het Individueel Keuzebudget:

Inkomen bij zwangerschap, pleegzorg. Informatie voor werknemers en werkgevers VOOR RE-INTEGRATIE EN TIJDELIJK INKOMEN

Verlof. Informatie over verlofregelingen voor werknemers

Inkomen bij zwangerschap, adoptie en pleegzorg

Ziek tijdens verlof Verdere informatie Adoptieverlof en pleegzorgverlof

Algemeen. Deel 1: Vakantie

VISMA SOFTWARE WHITEPAPER

VOORSTEL OPSCHRIFT AANHEF MOTIVERING. Vergadering van 18 augustus Onderwerp: Wijziging arbeidsvoorwaarden - Besluitvormend

B&W. Agendapunt, dinsdag 10 februari wijziging ouderschapsverlof

ARBEIDSVOORWAARDENREGELING GEMEENTE GRONINGEN. Gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Gemeentewet, de Ambtenarenwet;

Ik krijg een kind. uwv.nl werk.nl. Uw inkomen bij zwangerschap, adoptie en pleegzorg. Meer informatie?

Het combineren van arbeid en zorg.

Bijlage B&W flap d.d. 15 september 2015, BD vierde technische wijziging Nieuwe Rechtspositieregeling Gemeente Amsterdam (NRGA)

Toelichting op de nieuwe afspraken over ouderschapsverlof in de CAO Jeugdzorg. Nieuwe versie, februari 2015

De artikelen die hieronder zijn weergegeven bevatten de tekst zoals die gold op 30 juni 2006.

BESLUITEN vast te stellen het wijzigingsbesluit CAR-UWO van de gemeente Wijchen

WET ARBEID EN ZORG. Het recht op verlof in verband met zwangerschap, bevalling, adoptie en pleegzorg

Wet van 16 november 2001 tot vaststelling van regels voor het tot stand brengen van een nieuw evenwicht tussen arbeid en zorg in de ruimste zin

Verordening van 6 november 2012 tot wijziging van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling

Modernisering regelingen voor verlof en arbeidstijden

II Het dienstverband

Toelichting op de nieuwe afspraken over ouderschapsverlof in de CAO Jeugdzorg

De artikelen die hieronder zijn weergegeven bevatten de tekst zoals die gold op 30 juni 2006.

Wijzigingen in de CAR-UWO Gemeenschappelijke regeling Stroomopwaarts MVS. A Wijzigingen als gevolg van LOGA-ledenbrief ECWGO/U

Verlofsoorten NS Afwezigheid in verband met persoonlijke omstandigheden

Met ingang van 1 januari 2015 worden de artikelen 1:2a en 1:2b toegevoegd. Deze komen als volgt te luiden:

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

uw kenmerk ons kenmerk CvA/ Lbr.02/179 CvA/LOGA 02/30

Verlof. Informatie over verlofregelingen voor werknemers

Wet- en regelgeving. Wet Arbeid en Zorg. (Tekst geldend op: ) Pag. 1/31 Wet- en regelgeving

Bijlage bij onderhandelingsresultaat CAO-OI

De wetteksten huidig en nieuw Afdeling 3 Boek 7 Burgerlijk Wetboek: Vakantie en Verlof

1. Kortdurend verlof Wanneer een medewerker aanspraak kan maken op kortdurend verlof is terug te vinden in artikel 15.1 van de CAO-VO

Tweede Kamer der Staten-Generaal

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

Personeelsinformatie. Regeling rond zwangerschap, bevalling, adoptie en pleegzorg. Regeling rond zwangerschap, bevalling, adoptie en pleegzorg 1

Wet Flexibiliteit en Zekerheid

Technische wijzigingen Cao SW 2019

dat het in zijn vergadering van dinsdag 29 november 2016 definitief heeft vastgesteld:

Generatiepact Rijswijk

Aanvullende TiU-regeling Bijzonder Verlof

Actualiteiten arbeidsrecht. 14 november 2011 Stephanie Profijt Astrid Riemslag

gelet op de bereikte overeenstemming in de commissie voor Georganiseerd Overleg;

Huidige tekst NRGA Nieuwe tekst NRGA Toelichting bij wijziging. Artikel 1.1 begrippen

Voorwoord. Organisaties betrokken bij de Collectieve Arbeidsovereenkomst voor de Sport: De Werkgeversorganisatie in de Sport (WOS)

VISMA SOFTWARE WHITEPAPER

Transcriptie:

Bijlage bij B&W-flap d.d. 15 september 2015, BD2015-011096 Wijzigingen Nieuwe Rechtspositieregeling Gemeente Amsterdam (NRGA) i.v.m. Wijzigingen in de Wet arbeid en zorg en de Wet aanpassing arbeidsduur. Versie 25 augustus 2015 De tekst van en toelichting bij de hierna volgende bepalingen te vervangen door: Huidige tekst NRGA Nieuwe tekst NRGA Toelichting bij wijziging Toelichting artikel 2.8 wijziging omvang aanstelling Als gevolg van de Wet aanpassing arbeidsduur is het voor de ambtenaar mogelijk een verzoek in te dienen om meer of minder uren te werken binnen de huidige functie. In de wet zijn de voorwaarden voor een verzoek opgenomen: a. de ambtenaar moet minimaal één jaar in dienst zijn voorafgaand aan het beoogde tijdstip van ingang van de aanpassing van de arbeidsduur; b. het verzoek om aanpassing moet minimaal vier maanden vóór het beoogde tijdstip van ingang schriftelijk worden ingediend en vermeldt de gewenste omvang en spreiding over de week; c. de werkgever is verplicht overleg te plegen met de ambtenaar; d. de werkgever neemt een beslissing minimaal één maand voor het beoogde tijdstip van inwerkingtreding en deelt dit schriftelijk aan de ambtenaar mee. Wanneer de werkgever dit nalaat, wordt het verzoek door de ambtenaar als ingewilligd beschouwd en, e. de ambtenaar kan maximaal eens per twee jaar een verzoek indienen. De Wet aanpassing arbeidsduur geeft aan dat een verzoek alleen kan worden afgewezen indien zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen zich hiertegen verzetten. Afwijzing bij vermindering van uren is gerechtvaardigd als ernstige problemen ontstaan ten aanzien van de bedrijfsvoering, op het gebied van de veiligheid of van Toelichting artikel 2.8 wijziging omvang aanstelling Als gevolg van de Wet aanpassing arbeidsduur is het voor de ambtenaar mogelijk een verzoek in te dienen om meer of minder uren te werken binnen de huidige functie. In de wet zijn de voorwaarden voor een verzoek opgenomen: a. de ambtenaar moet minimaal één jaar in dienst zijn voorafgaand aan het beoogde tijdstip van ingang van de aanpassing van de arbeidsduur; b. het verzoek om aanpassing moet minimaal vier maanden vóór het beoogde tijdstip van ingang schriftelijk worden ingediend en vermeldt de gewenste omvang en spreiding over de week; c. de werkgever is verplicht overleg te plegen met de ambtenaar; d. de werkgever neemt een beslissing minimaal één maand voor het beoogde tijdstip van inwerkingtreding en deelt dit schriftelijk aan de ambtenaar mee. Wanneer de werkgever dit nalaat, wordt het verzoek door de ambtenaar als ingewilligd beschouwd en, e. de ambtenaar kan maximaal eens per jaar een verzoek indienen. De Wet aanpassing arbeidsduur geeft aan dat een verzoek alleen kan worden afgewezen indien zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen zich hiertegen verzetten. Afwijzing bij vermindering van uren is gerechtvaardigd als ernstige problemen ontstaan ten aanzien van de bedrijfsvoering, op het gebied van de veiligheid of van Op 17 december 2014 is de Wet Modernisering Regelingen voor verlof en arbeidstijden door de Tweede Kamer vastgesteld. Hierdoor is de Wet Aanpassing Arbeidsduur per 1 januari 2015 gewijzigd. Medewerkers mogen volgens de nieuwe wet elk jaar vragen om een andere arbeidsduur, bijvoorbeeld het aantal dagen dat per week wordt gewerkt. Tot nu toe kon dat maar 1 keer per 2 jaar. Ingangsdatum 1 januari 2015 Pagina 1 van 15

roostertechnische aard. Afwijzing bij uitbreiding van uren is mogelijk als ernstige problemen ontstaan van financiële of organisatorische aard, het niet voorhanden zijn van voldoende werk, of omdat de vastgestelde formatieruimte of personeelsbegroting ontoereikend is. Ook veelvuldig ziekteverzuim kan een grond voor afwijzing van urenuitbreiding zijn. Artikel 6.12 calamiteitenverlof De ambtenaar heeft recht op verlof met behoud van bezoldiging voor een korte, naar redelijkheid te berekenen tijd, wanneer hij zijn arbeid niet kan verrichten wegens: a. zeer bijzondere persoonlijke omstandigheden, waaronder in ieder geval wordt begrepen de bevalling van zijn partner; b. een door de wet of overheid, zonder geldelijke vergoeding, opgelegde verplichting, waarvan de vervulling niet in zijn vrije tijd kan plaatsvinden; c. de uitoefening van het actief kiesrecht; d. plotseling optredende ernstige ziekte of acuut levensgevaar van een ouder of kind, waardoor zijn aanwezigheid dringend noodzakelijk is. roostertechnische aard. Afwijzing bij uitbreiding van uren is mogelijk als ernstige problemen ontstaan van financiële of organisatorische aard, het niet voorhanden zijn van voldoende werk, of omdat de vastgestelde formatieruimte of personeelsbegroting ontoereikend is. Ook veelvuldig ziekteverzuim kan een grond voor afwijzing van urenuitbreiding zijn. Artikel 6.12 calamiteitenverlof 1.De ambtenaar heeft recht op verlof met behoud van bezoldiging voor een korte, naar redelijkheid te berekenen tijd, wanneer hij zijn arbeid niet kan verrichten wegens: a. onvoorziene omstandigheden die een onmiddellijke onderbreking van de arbeid vergen; b. een door de wet of overheid, zonder geldelijke vergoeding, opgelegde verplichting, waarvan de vervulling niet in zijn vrije tijd kan plaatsvinden; c. de uitoefening van het actief kiesrecht; d. zeer bijzondere persoonlijke omstandigheden. 2. Onder zeer bijzondere persoonlijke omstandigheden wordt in ieder geval begrepen: a. de bevalling van de echtgenote of de partner van de ambtenaar; b. het overlijden en de lijkbezorging van een van zijn huisgenoten of een van zijn bloed- en aanverwanten in de rechte lijn en in de tweede graad van de zijlijn; c. spoedeisend, onvoorzien of redelijkerwijze niet buiten werktijd om te plannen arts- of ziekenhuisbezoek door de medewerker of de noodzakelijke begeleiding daarbij van de personen met wie de medewerker een sociale relatie heeft. d. noodzakelijke verzorging op de eerste ziektedag van de personen met wie de medewerker een sociale relatie heeft. Wijzigingen als gevolg van de wijziging van de Wet arbeid en zorg ( Wazo), waardoor het calamiteitenverlof wordt verruimd. Ingangsdatum 1 januari 2015. Pagina 2 van 15

Toelichting artikel 6.12 De beschreven situaties in dit artikel vallen in ieder geval onder dit verlof, maar de opsomming is niet limitatief. Calamiteiten zijn plotselinge gebeurtenissen die noodzakelijk ingrijpen eisen. Dit kan bijvoorbeeld ook een plotselinge gebeurtenis in het huis van de ambtenaar zijn. Per geval zal bekeken moeten worden of sprake is van een situatie zoals bedoeld in dit artikel. Voor de bevalling zal in het algemeen één dag calamiteitenverlof worden toegekend. Voor andere situaties moet per geval bekeken worden wat een redelijke verlofduur is. Een voorbeeld van een wettelijke verplichting is het doen van aangifte van geboorte of overlijden. Voor verdere uitwerking van dit artikel is de Wet arbeid en zorg van toepassing. Toelichting artikel 6.13 De ambtenaar heeft recht op twee dagen betaald kraamverlof. Het recht op verlof bestaat gedurende vier weken en die gaan in op de eerste dag dat het kind feitelijk op hetzelfde adres woont als de moeder. De twee dagen hoeven niet aaneensluitend te worden opgenomen. Voor verdere uitwerking van dit artikel is de Wet arbeid en zorg van toepassing. Toelichting artikel 6.12 De tekst van dit artikel komt overeen met artikel 4:1 uit de Wet Arbeid en Zorg dat het calamiteitenverlof beschrijft. De beschreven situaties in dit artikel vallen in ieder geval onder dit verlof, maar de opsomming is niet limitatief. Calamiteiten zijn plotselinge gebeurtenissen die noodzakelijk ingrijpen eisen. Dit kan bijvoorbeeld ook een plotselinge gebeurtenis in het huis van de ambtenaar zijn. Per geval zal bekeken moeten worden of sprake is van een situatie zoals bedoeld in dit artikel. Voor de bevalling zal in het algemeen één dag calamiteitenverlof worden toegekend. Voor andere situaties moet per geval bekeken worden wat een redelijke verlofduur is. Een voorbeeld van een wettelijke verplichting is het doen van aangifte van geboorte of overlijden. Voor verdere uitwerking van dit artikel is de Wet arbeid en zorg van toepassing. Zo wordt daarin beschreven ten behoeve van welke personen de zorg van de medewerker zou kunnen strekken. Dit zijn dezelfde personen als ten behoeve van wie het kortdurend zorgverlof kan worden opgenomen. Zie artikel 6.15 eerste lid. Toelichting artikel 6.13 De ambtenaar heeft recht op twee dagen betaald kraamverlof. Het recht op verlof bestaat gedurende vier weken en die gaan in op de eerste dag dat het kind feitelijk op hetzelfde adres woont als de moeder. De twee dagen hoeven niet aaneensluitend te worden opgenomen. Voor verdere uitwerking van dit artikel is de Wet arbeid en zorg van toepassing. Hierin wordt ondermeer vermeld dat de medewerker een onvoorwaardelijk recht heeft om aansluitend aan het kraamverlof 3 dagen ouderschapsverlof op te nemen. Deze drie dagen Wijziging als gevolg van de toevoeging in de Wazo van het onvoorwaardelijk recht op ouderschapsverlof aansluitend aan het kraamverlof. Ingangsdatum 1 januari 2015 Pagina 3 van 15

worden later verrekend met het ( betaalde) ouderschapsverlof. Toelichting artikel 6.14 De ambtenaar heeft recht op vier weken aaneengesloten betaald verlof bij de adoptie van een kind of het opnemen van een pleegkind. Het recht bestaat gedurende 18 weken en vangt aan twee weken voor de eerste dag dat de feitelijke opneming ter adoptie of pleegzorg begint. Dit moet blijken uit de officiële documenten rondom de adoptie of de pleegzorg. Als er meerdere kinderen tegelijk worden geadopteerd, bestaat één keer recht op adoptieverlof. Het voornemen tot het opnemen van het verlof wordt uiterlijk drie weken voor de dag van ingang van het verlof gemeld. Er wordt voor de periode van het verlof via de werkgever een uitkering aangevraagd bij UWV. De uitkering wordt gestort op rekening van de werkgever. De ambtenaar dient daarom mee te werken aan de aanvraag van de uitkering bij UWV en de betaling daarvan aan de werkgever. Voor verdere uitwerking van dit artikel is de Wet arbeid en zorg van toepassing Artikel 6.15 kortdurend zorgverlof 1. De ambtenaar heeft recht op verlof met behoud van 70% van zijn bezoldiging voor de noodzakelijke verzorging in verband met ziekte van: a. zijn partner; b. een inwonend kind; c.een bloedverwant in de eerste graad, niet zijnde een kind Toelichting artikel 6.14 De ambtenaar heeft recht op vier weken betaald verlof bij de adoptie van een kind of het opnemen van een pleegkind. Het recht bestaat gedurende 26 weken en vangt aan vier weken voor de eerste dag dat de feitelijke opneming ter adoptie of pleegzorg begint. Het verlof kan gespreid worden opgenomen. De datum van opname moet blijken uit de officiële documenten rondom de adoptie of de pleegzorg. Als er meerdere kinderen tegelijk worden geadopteerd, bestaat één keer recht op adoptieverlof. Het voornemen tot het opnemen van het verlof wordt uiterlijk drie weken voor de dag van ingang van het verlof gemeld. Er wordt voor de periode van het verlof via de werkgever een uitkering aangevraagd bij UWV. De uitkering wordt gestort op rekening van de werkgever. De ambtenaar dient daarom mee te werken aan de aanvraag van de uitkering bij UWV en de betaling daarvan aan de werkgever. Voor verdere uitwerking van dit artikel is de Wet arbeid en zorg van toepassing Artikel 6.15 kortdurend zorgverlof 1. De ambtenaar heeft recht op verlof met behoud van 70% van zijn bezoldiging voor de noodzakelijke verzorging in verband met ziekte van: a. zijn partner; b. een kind; c. een bloedverwant in de eerste of tweede graad, niet zijnde een kind; d. degene die, zonder dat er sprake is van een arbeidsrelatie, deel uitmaakt van de huishouding van de ambtenaar; of e. degene met wie de ambtenaar anderszins een sociale relatie heeft, voor zover de te verlenen Wijzigingen als gevolg van wijziging van de Wazo. Ingangsdatum 1 januari 2015 De aanpassingen vloeien voort uit de verruiming van de groep personen ten behoeve van wie kortdurend zorgverlof kan worden opgenomen in de Wazo. Ingangsdatum 1 juli 2015. Pagina 4 van 15

2. Het verlof bedraagt in elke periode van 12 achtereenvolgende maanden maximaal twee maal de arbeidsduur per week. Toelichting artikel 6.15 Tijdens het kortdurend zorgverlof wordt de bezoldiging voor 70% betaald. In overleg, en slechts met instemming van beide partijen, kan de in te houden bezoldiging ook met het vakantieverlof verrekend worden. De berekeningsgrondslagen voor pensioen, vakantieuitkering en dergelijke blijven op 100% bezoldiging staan. Dit betekent dat er geen wijziging in premies en andere inhoudingen is. Op grond van het tweede lid kan per jaar maximaal twee maal de arbeidsduur per week aan zorgverlof worden opgenomen. Dit betekent dat de ambtenaar met een volledige aanstelling maximaal 72 (2 x 36 uur) uur zorgverlof binnen 12 maanden kan opnemen. verzorging rechtstreeks voortvloeit uit die relatie en redelijkerwijs door de ambtenaar moet worden verleend. 2. Het verlof bedraagt in elke periode van 12 achtereenvolgende maanden maximaal twee maal de arbeidsduur per week. Toelichting artikel 6.15 Tijdens het kortdurend zorgverlof wordt de bezoldiging voor 70% betaald. In overleg, en slechts met instemming van beide partijen, kan de in te houden bezoldiging ook met het vakantieverlof verrekend worden. De berekeningsgrondslagen voor pensioen, vakantieuitkering en dergelijke blijven op 100% bezoldiging staan. Dit betekent dat er geen wijziging in premies en andere inhoudingen is. De kring personen ten behoeve van wie het kortdurend zorgverlof kan worden opgenomen, wordt genoemd onder a t/m e van het eerste lid. Op grond van het tweede lid kan per jaar maximaal twee maal de arbeidsduur per week aan zorgverlof worden opgenomen. Dit betekent dat de ambtenaar met een volledige aanstelling maximaal 72 (2 x 36 uur) uur zorgverlof binnen 12 maanden kan opnemen Artikel 6.16 langdurend zorgverlof 1. De ambtenaar heeft recht op langdurend zorgverlof met behoud van 50% van zijn bezoldiging voor de verzorging in verband met een levensbedreigende ziekte van: Voor het kind of stiefkind van de ambtenaar of de partner is het thuis- of uitwonend zijn niet relevant. Alleen voor een pleegkind geldt voor het recht op langdurend zorgverlof dat uit de gemeentelijke basisadministratie moet blijken dat het kind op hetzelfde adres woont als de ambtenaar en door hem in zijn gezin duurzaam wordt verzorgd en opgevoed. Artikel 6.16 langdurend zorgverlof 1. De ambtenaar heeft recht op langdurend zorgverlof met behoud van 50% van zijn bezoldiging voor de noodzakelijke verzorging in verband met een ziekte of hulpbehoevendheid van de personen genoemd onder Deze Toelichting stond al in de toelichting bij artikel 6.16 maar geldt ook voor dit artikel. Sinds 1 juli 2015 is in de Wazo de kring personen ten behoeve van wie het langdurend zorgverlof kan worden opgenomen uitgebreid. Ingangsdatum 1 juli 2015. Pagina 5 van 15

a. zijn partner; b. een kind, stiefkind of inwonend pleegkind; c. een bloedverwant in de eerste graad, niet zijnde een kind. 2. Het langdurend zorgverlof bedraagt in elke periode van 12 achtereenvolgende maanden maximaal zes maal de arbeidsduur per week. 3. Tijdens het langdurend zorgverlof wordt de opbouw van de vakantie-uitkering berekend op basis van 50% van de bezoldiging. 4. Tijdens het langdurend zorgverlof wordt de vakantieopbouw verminderd evenredig met de omvang van het langdurend zorgverlof. 5. Als de ambtenaar tijdens het langdurend zorgverlof door arbeidsongeschiktheid niet in staat is zijn functie te vervullen, wordt het langdurend zorgverlof niet opgeschort. 6. De ambtenaar die gebruik maakt van langdurend zorgverlof en langer dan zeven kalenderdagen door arbeidsongeschiktheid niet in staat is zijn functie te vervullen heeft met ingang van de achtste kalenderdag recht op: a. volledige bezoldiging; b. volledige vakantieopbouw, en c. opbouw van vakantie-uitkering op basis van de volledige bezoldiging. Toelichting artikel 6.16 In het eerste lid is geregeld dat de ambtenaar recht heeft op doorbetaling van 50% van zijn bezoldiging over de uren dat hij langdurend zorgverlof geniet. Het inkomen gedurende het langdurend zorgverlof kan worden aangevuld met het opgebouwde spaartegoed uit de levensloopregeling. De voorwaarden hiervoor zijn opgenomen in paragraaf 8. Er is recht op langdurend zorgverlof ingeval de naaste voor wie gezorgd moet worden levensbedreigend ziek is. Onder levensbedreigend wordt verstaan dat het leven van de 6.15 eerste lid. 2. Het langdurend zorgverlof bedraagt in elke periode van 12 achtereenvolgende maanden maximaal zes maal de arbeidsduur per week. 3. Tijdens het langdurend zorgverlof wordt de opbouw van de vakantie-uitkering berekend op basis van 50% van de bezoldiging. 4. Tijdens het langdurend zorgverlof wordt de vakantieopbouw verminderd evenredig met de omvang van het langdurend zorgverlof. 5. Als de ambtenaar tijdens het langdurend zorgverlof door arbeidsongeschiktheid niet in staat is zijn functie te vervullen, wordt het langdurend zorgverlof niet opgeschort. 6. De ambtenaar die gebruik maakt van langdurend zorgverlof en langer dan zeven kalenderdagen door arbeidsongeschiktheid niet in staat is zijn functie te vervullen heeft met ingang van de achtste kalenderdag recht op: a. volledige bezoldiging; b. volledige vakantieopbouw, en c. opbouw van vakantie-uitkering op basis van de volledige bezoldiging. Toelichting artikel 6.16 In het eerste lid is geregeld dat de ambtenaar recht heeft op doorbetaling van 50% van zijn bezoldiging over de uren dat hij langdurend zorgverlof geniet. Het inkomen gedurende het langdurend zorgverlof kan worden aangevuld met het opgebouwde spaartegoed uit de levensloopregeling. De voorwaarden hiervoor zijn opgenomen in paragraaf 8. Er is recht op langdurend zorgverlof ingeval de naaste voor wie gezorgd moet worden ziek of hulpbehoevend is. De Wet Arbeid en Zorg (Wazo) geeft aan dat de De correcte afkorting is Wazo (niet Waz). Pagina 6 van 15

naaste op korte termijn ernstig in gevaar is. De Wet Arbeid en Zorg (Waz) geeft aan dat de ambtenaar recht heeft op langdurend zorgverlof voor de verzorging van zijn naasten. Hieronder worden schoonouders niet begrepen. Voor het kind of stiefkind van de ambtenaar of de partner is het thuis- of uitwonend zijn niet relevant. Alleen voor een pleegkind geldt voor het recht op langdurend zorgverlof dat uit de gemeentelijke basisadministratie moet blijken dat het kind op hetzelfde adres woont als de ambtenaar en door hem in zijn gezin duurzaam wordt verzorgd en opgevoed. ambtenaar recht heeft op langdurend zorgverlof voor de verzorging van zijn naasten. Deze worden genoemd in artikel 6.15 eerste lid. Voor het kind of stiefkind van de ambtenaar of de partner is het thuis- of uitwonend zijn niet relevant. Alleen voor een pleegkind geldt voor het recht op langdurend zorgverlof dat uit de gemeentelijke basisadministratie moet blijken dat het kind op hetzelfde adres woont als de ambtenaar en door hem in zijn gezin duurzaam wordt verzorgd en opgevoed. Artikel 6.26 ouderschapsverlof 1. De ambtenaar heeft recht op ouderschapsverlof met behoud van een deel van de bezoldiging voor elk kind waarvoor hij duurzaam de verzorging en opvoeding op zich heeft genomen, en hij: a. minimaal een jaar in dienst is, en b. als ouder in familierechtelijke betrekking staat tot het kind of, volgens verklaringen uit het bevolkingsregister, op hetzelfde adres woont als het kind. 2. Het is niet toegestaan dat de ambtenaar tijdens de uren waarvoor het ouderschapsverlof wordt genoten betaalde arbeid verricht. 3. De ambtenaar heeft geen recht op verlof na de datum waarop het kind de leeftijd van acht jaar heeft bereikt. Artikel 6.26 ouderschapsverlof 1. De ambtenaar heeft recht op ouderschapsverlof met behoud van een deel van de bezoldiging voor elk kind waarvoor hij duurzaam de verzorging en opvoeding op zich heeft genomen en hij als ouder in familierechtelijke betrekking staat tot het kind of, volgens verklaringen uit het bevolkingsregister, op hetzelfde adres woont als het kind. 2. Het is niet toegestaan dat de ambtenaar tijdens de uren waarvoor het ouderschapsverlof wordt genoten betaalde arbeid verricht. 3. De ambtenaar heeft geen recht op verlof na de datum waarop het kind de leeftijd van acht jaar heeft bereikt. De eis dat de ambtenaar minimaal een jaar in dienst moet zijn om gebruik te kunnen maken van het ouderschapsverlof komt te vervallen door de wijziging van de Wazo op dit punt. De komma achter genomen vervalt. Ingangsdatum 1 januari 2015 Pagina 7 van 15

Artikel 6.27 aanvraag en opnemen ouderschapsverlof 1. De ambtenaar dient de aanvraag tot ouderschapsverlof minimaal drie maanden vóór de door hem gewenste ingangsdatum in. 2. Het totaal aantal uur ouderschapsverlof waar een ambtenaar maximaal recht op heeft bedraagt 26 maal de arbeidsduur per week. 3. De ambtenaar die voor een kind al gebruik heeft gemaakt van ouderschapsverlof, heeft niet nogmaals voor datzelfde kind recht op ouderschapsverlof Toelichting artikel 6.27 Dit artikel schrijft voor dat de ambtenaar de wens tot het opnemen van het verlof tijdig aan de werkgever kenbaar moet maken: minimaal drie maanden vóór de geplande ingangsdatum. Als een ambtenaar ervoor kiest om het verlof op te knippen in verschillende perioden dan zal hij ook telkens drie maanden van te voren moeten melden dat hij weer een deel van zijn verlof wenst op te nemen. Uiteraard kunnen deze perioden ook vooraf vastgelegd worden; aan de driemaandentermijn is dan bij de eerste verlofaanvraag al voldaan. De meldingsprocedure is er met het oog op de arbeidsorganisatie. De gemeente heeft op deze wijze de gelegenheid tijdig de nodige voorzieningen te treffen in verband met de tijdelijke (gedeeltelijke) afwezigheid van de ambtenaar. In onderling overleg en na instemming van de leidinggevende kan van deze meldingstermijn worden afgeweken. Artikel 6.27 aanvraag en opnemen ouderschapsverlof 1. De ambtenaar dient de aanvraag tot ouderschapsverlof minimaal drie maanden vóór de door hem gewenste ingangsdatum in. 2. Het totaal aantal uur ouderschapsverlof waar een ambtenaar maximaal recht op heeft bedraagt 26 maal de arbeidsduur per week. 3. De ambtenaar kan op grond van onvoorziene omstandigheden een verzoek indienen om toegekend ouderschapsverlof niet op te nemen. Tenzij een zwaarwegend dienstbelang zich daartegen verzet, stemt de werkgever hiermee in. Instemming heeft tot gevolg dat het resterende ouderschapsverlof wordt opgeschort. 4. De ambtenaar die voor een kind al gebruik heeft gemaakt van ouderschapsverlof bij een vorige werkgever, heeft voor datzelfde kind recht op het eventueel nog resterende ouderschapsverlof. Toelichting artikel 6.27 Dit artikel schrijft voor dat de ambtenaar de wens tot het opnemen van het verlof tijdig aan de werkgever kenbaar moet maken: minimaal drie maanden vóór de geplande ingangsdatum. Als een ambtenaar ervoor kiest om het verlof op te knippen in verschillende perioden dan zal hij ook telkens drie maanden van te voren moeten melden dat hij weer een deel van zijn verlof wenst op te nemen. Uiteraard kunnen deze perioden ook vooraf vastgelegd worden; aan de driemaandentermijn is dan bij de eerste verlofaanvraag al voldaan. De meldingsprocedure is er met het oog op de arbeidsorganisatie. De gemeente heeft op deze wijze de gelegenheid tijdig de nodige voorzieningen te treffen in verband met de tijdelijke (gedeeltelijke) afwezigheid van de ambtenaar. In onderling overleg en na instemming van de leidinggevende kan van deze meldingstermijn worden afgeweken. Met ingang van 1 juli 2015 is in de Wazo de mogelijkheid gecreëerd dat de medewerker bij 0nvoorziene omstandigheden een verzoek kan indienen om het ouderschapsverlof stop te zetten. Wijziging als gevolg van een wijziging in de Wazo. en omnummering van lid 3 naar lid 4. Ingangsdatum 1 juli 2015 Een deel van de toelichting bij artikel 6.27 NRGA wijzigt. Pagina 8 van 15

Als de ambtenaar het ouderschapsverlof wil koppelen aan het einde van het bevallingsverlof, dan mag de precieze ingangsdatum in het midden gelaten worden, totdat duidelijkheid bestaat over het moment dat het bevallingsverlof eindigt. Melding gebeurt altijd via het aanvraagformulier. De Wet Arbeid en zorg geeft in artikel 6.2 aan hoe het verlof wordt opgenomen: verlof per week, gedurende een aaneengesloten periode van maximaal 12 maanden. aantal uren verlof per week is maximaal de helft van de normale arbeidsduur. De medewerker kan verzoeken om verlof voor een langere periode of om meer uren verlof per week. Hij kan ook vragen om het verlof te spreiden over maximaal zes periode van ieder minimaal één maand. Deze verzoeken kunnen worden afgewezen als een zwaarwegend dienstbelang zich tegen toekenning verzet. Als de ambtenaar het ouderschapsverlof wil koppelen aan het einde van het bevallingsverlof, dan mag de precieze ingangsdatum in het midden gelaten worden, totdat duidelijkheid bestaat over het moment dat het bevallingsverlof eindigt. Melding gebeurt altijd via het aanvraagformulier. De Wet Arbeid en zorg geeft in artikel 6.2 aan hoe het verlof wordt opgenomen: verlof per week, gedurende een aaneengesloten periode van maximaal 12 maanden. aantal uren verlof per week is maximaal de helft van de normale arbeidsduur. De medewerker kan verzoeken om verlof voor een langere periode of om meer uren verlof per week. Hij kan ook vragen om het verlof te spreiden over maximaal zes periode van ieder minimaal één maand. Deze verzoeken kunnen worden afgewezen als een zwaarwegend dienstbelang zich tegen toekenning verzet. Derde lid. Het derde lid geeft aan dat een ambtenaar op grond van onvoorziene omstandigheden ( bijvoorbeeld bij arbeidsongeschiktheid) kan verzoeken het aangevraagde ouderschapsverlof niet op te nemen danwel niet voort te zetten ( artikel 6:6 Wazo). De werkgever kan een dergelijk verzoek afwijzen als een zwaarwegend dienstbelang zich hiertegen verzet. Als een dergelijk verzoek wordt gehonoreerd heeft dit tot gevolg dat het niet genoten ouderschapsverlof op een later moment kan worden opgenomen, zolang aan de voorwaarden daarvan wordt voldaan. Aan een dergelijk verzoek hoeft de werkgever niet eerder gevolg te geven dan vier weken na het verzoek. Het derde lid geeft aan dat de ambtenaar verlof kan aanvragen als hij niet eerder voor dit kind bij een andere werkgever ouderschapsverlof heeft genoten. Voor verdere Het vierde lid geeft aan dat de ambtenaar verlof kan aanvragen als hij bij een andere werkgever nog niet het gehele ouderschapsverlof voor dit kind heeft benut. Voor verdere uitwerking van dit artikel is de Wet arbeid en Pagina 9 van 15

uitwerking van dit artikel is de Wet arbeid en zorg van toepassing. Vaderschapsverlof Door gebruik te maken van de mogelijkheid om het ouderschapsverlof te knippen kan voorzien worden in de behoefte van veel vaders om rondom de geboorte van hun kind korte of langere tijd verlof op te nemen. De ingangsdatum van het verlof kan gekoppeld worden aan de datum van de bevalling. zorg van toepassing. Vaderschapsverlof Door gebruik te maken van de mogelijkheid om het ouderschapsverlof te knippen kan voorzien worden in de behoefte van veel vaders om rondom de geboorte van hun kind korte of langere tijd verlof op te nemen. De ingangsdatum van het verlof kan gekoppeld worden aan de datum van de bevalling. Artikel 6.29 overige aanspraken bij ouderschapsverlof 1. Tijdens het ouderschapsverlof vindt geen opbouw van spaaruren plaats. 2. Tijdens het ouderschapsverlof wordt het recht op vakantie gebaseerd op de tijd waarin de ambtenaar daadwerkelijk zijn functie vervult. 3. Bij arbeidsongeschiktheid ontstaan voor of tijdens het ouderschapsverlof wordt het verlof niet opgeschort. Toelichting artikel 6.29 Derde lid Dit artikellid bepaalt dat bij arbeidsongeschiktheid geen opschorting van het ouderschapsverlof plaatsvindt. Hierbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen gehele of gedeeltelijke ziekte. Ook wordt geen onderscheid gemaakt tussen betaald en onbetaald ouderschapsverlof. Als de ambtenaar zwangerschaps-, bevallingsverlof of adoptieverlof op wil nemen en de periode van dit verlof valt samen met het ouderschapsverlof, dan kan het ouderschapsverlof wel worden opgeschort. De ambtenaar moet hiervoor een verzoek indienen. Dit verzoek kan alleen afgewezen worden als een zwaarwegend bedrijfsof dienstbelang zich hiertegen verzet (artikel 6:6 Waz). De ambtenaar mag dan het onderbroken ouderschapsverlof Artikel 6.29 overige aanspraken bij ouderschapsverlof 1. Tijdens het ouderschapsverlof vindt geen opbouw van spaaruren plaats. 2. Tijdens het ouderschapsverlof wordt het recht op vakantie gebaseerd op de tijd waarin de ambtenaar daadwerkelijk zijn functie vervult. Toelichting artikel 6.29 In navolging van de CAR-UWO is het derde lid komen te vervallen en als voorbeeld in de toelichting bij artikel 6.27 genoemd. Ingangsdatum 1 juli 2015 De toelichting bij artikel 3 komt te vervallen. Pagina 10 van 15

op een latere datum opnemen. Hij blijft dus recht houden op (het resterende) ouderschapsverlof. Als de ambtenaar het ouderschapsverlof om een andere reden dan zwangerschap, bevalling of adoptie stopzet of onderbreekt, vervalt het recht op de rest van het verlof Artikel 6.33 zwangerschaps- en bevallingsverlof 1. De ambtenaar heeft in verband met haar bevalling recht op zwangerschaps- en bevallingsverlof met behoud van bezoldiging. 2. Het recht op zwangerschapsverlof bestaat vanaf zes weken voor de dag na de vermoedelijke datum van bevalling tot en met de dag van de bevalling. De ambtenaar overlegt hiertoe een schriftelijke verklaring van een arts of verloskundige. Het zwangerschapsverlof gaat in uiterlijk vier weken voor de dag na de vermoedelijke datum van bevalling. 3. Het bevallingsverlof gaat in op de dag na de bevalling en bedraagt tien aaneengesloten weken vermeerderd met het aantal dagen dat het zwangerschapsverlof tot en met de vermoedelijke datum van bevalling, dan wel, indien eerder gelegen, tot en met de werkelijke datum van bevalling, minder dan zes weken heeft bedragen. Artikel 6.33 zwangerschaps- en bevallingsverlof 1. De ambtenaar heeft in verband met haar bevalling recht op zwangerschaps- en bevallingsverlof met behoud van bezoldiging. 2. Het recht op zwangerschapsverlof bestaat vanaf zes weken voor de dag na de vermoedelijke datum van bevalling tot en met de dag van de bevalling, of vanaf 10 weken voor die dag bij een zwangerschap van een meerling. De ambtenaar overlegt hiertoe een schriftelijke verklaring van een arts of verloskundige. Het zwangerschapsverlof gaat in uiterlijk vier weken voor de dag na de vermoedelijke datum van bevalling of uiterlijk acht weken voor die dag bij een zwangerschap van een meerling. 3. Het bevallingsverlof gaat in op de dag na de bevalling en bedraagt tien aaneengesloten weken vermeerderd met het aantal dagen dat het zwangerschapsverlof tot en met de vermoedelijke datum van bevalling, dan wel, indien eerder gelegen, tot en met de werkelijke datum van bevalling, minder dan zes weken heeft bedragen. 4. Als een kind tijdens het bevallingsverlof vanwege zijn medische toestand in een ziekenhuis is opgenomen, wordt het bevallingsverlof verlengd met het aantal opnamedagen, te rekenen vanaf de achtste dag van opname tot en met de laatste dag van het bevallingsverlof tot een maximum van tien weken. Deze verlenging van het bevallingsverlof is uitsluitend van toepassing voor zover de ziekenhuisopname langer duurt dan het aantal dagen waarmee het In de Wazo wordt het zwangerschapsverlof voor een meerling uitgebreid per 1 januari 2016. Lid 2: Ingangsdatum 1 januari 2016 De uiterlijke ingangsdatum van het zwangerschapsverlof wordt in de Waz0 voor een meerling met vier weken vervroegd. Toevoeging als gevolg van de wijziging in de Wazo. Lid 4: Ingangsdatum 1 januari 2015 Pagina 11 van 15

4. Voor de toepassing van het derde lid worden dagen waarover de ambtenaar op grond van artikel 29a, tweede lid, Ziektewet ziekengeld heeft ontvangen in de periode dat zij recht heeft op zwangerschapsverlof, maar dat verlof nog niet is ingegaan, aangemerkt als dagen waarover zij zwangerschapsverlof heeft opgenomen Toelichting artikel 6.33 bevallingsverlof als gevolg van de werkelijke datum van bevalling op grond van het derde lid wordt verlengd. 5. Voor de toepassing van het derde lid worden dagen waarover de ambtenaar op grond van artikel 29a, tweede lid, Ziektewet ziekengeld heeft ontvangen in de periode dat zij recht heeft op zwangerschapsverlof, maar dat verlof nog niet is ingegaan, aangemerkt als dagen waarover zij zwangerschapsverlof heeft opgenomen. 6. In afwijking van het derde lid kan de ambtenaar de werkgever verzoeken het bevallingsverlof op te delen na zes weken waarop het recht op dat verlof is ingegaan. De ambtenaar kan dit deel van het verlof opnemen gedurende het tijdvak van 30 weken, te rekenen vanaf de dag nadat het bevallingsverlof is opgedeeld. Dit verzoek wordt gedaan uiterlijk drie weken nadat het verlof is ingegaan. Toelichting artikel 6.33 Omnummering van 4 naar 5. Toevoeging als gevolg van de wijziging in de Wazo Lid 6: Ingangsdatum 1 januari 2015 Zwangerschap wordt niet als arbeidsongeschiktheid beschouwd. Een periode van zwangerschaps- en bevallingsverlof en eventuele door de zwangerschap veroorzaakte arbeidsongeschiktheid voorafgaand aan de bevalling telt niet mee voor de ontslagtermijn van 24 maanden wegens arbeidsongeschiktheid. De periode van zwangerschapsverlof telt niet mee voor de termijn van 6 maanden arbeidsongeschiktheid waarna de vakantieopbouw stopt. Zie ook artikel 6.3. De ambtenaar heeft recht op zwangerschaps- en bevallingsverlof van totaal minimaal 16 weken. Het zwangerschapsverlof is het verlof tot en met de dag van de feitelijke bevalling. Het bevallingsverlof gaat in op de dag na de bevalling. Het zwangerschapsverlof duurt minimaal vier weken en maximaal zes weken tot aan de datum van de bevalling. Zwangerschap wordt niet als arbeidsongeschiktheid beschouwd. Een periode van zwangerschaps- en bevallingsverlof en eventuele door de zwangerschap veroorzaakte arbeidsongeschiktheid voorafgaand aan de bevalling telt niet mee voor de ontslagtermijn van 24 maanden wegens arbeidsongeschiktheid. De periode van zwangerschapsverlof telt niet mee voor de termijn van 6 maanden arbeidsongeschiktheid waarna de vakantieopbouw stopt. Zie ook artikel 6.3. De ambtenaar heeft recht op zwangerschaps- en bevallingsverlof van totaal minimaal 16 weken. Het zwangerschapsverlof is het verlof tot en met de dag van de feitelijke bevalling. Het bevallingsverlof gaat in op de dag na de bevalling. Het zwangerschapsverlof duurt minimaal vier weken en maximaal zes weken tot aan de datum van de bevalling. Bij zwangerschap van een meerling duurt het Ingangsdatum 1 januari 2016 Pagina 12 van 15

zwangerschapsverlof minimaal acht weken en maximaal 10 weken tot aan de datum van bevalling. Het bevallingsverlof duurt minimaal tien weken en maximaal zoveel langer als het zwangerschapsverlof minder dan zes weken heeft geduurd. Als de bevalling eerder of later plaatsvindt dan was verwacht, kan dit invloed hebben op de totale duur van het verlof. De ambtenaar moet tijdig aangeven vanaf wanneer zij met zwangerschapsverlof gaat. Bij de aanvraag voor zwangerschaps- en bevallingsverlof moet de ambtenaar met een verklaring van een arts of verloskundige aangeven, wanneer zij verwacht te bevallen. Als de ambtenaar eerder bevalt dan de verwachte bevallingsdatum wordt het resterende zwangerschapsverlof bij het bevallingsverlof opgeteld. De totale duur van het zwangerschaps- en bevallingsverlof blijft gelijk. Voorbeeld 1 De ambtenaar is uitgerekend op 29 september. Om te bepalen wanneer het zwangerschapsverlof uiterlijk ingaat wordt vanaf de dag na de vermoedelijke bevallingsdatum, dus 30 september, vier weken teruggerekend. Het zwangerschapsverlof gaat in op 2 september. Voorbeeld 2 De ambtenaar heeft uitgaande van de vermoedelijke datum van bevalling gekozen voor zes weken zwangerschapsverlof en tien weken bevallingsverlof. De bevalling vindt echter na vijf weken zwangerschapsverlof Het bevallingsverlof duurt minimaal tien weken en maximaal zoveel langer als het zwangerschapsverlof minder dan zes weken heeft geduurd. Als de bevalling eerder of later plaatsvindt dan was verwacht, kan dit invloed hebben op de totale duur van het verlof. De ambtenaar moet tijdig aangeven vanaf wanneer zij met zwangerschapsverlof gaat. Bij de aanvraag voor zwangerschaps- en bevallingsverlof moet de ambtenaar met een verklaring vaneen arts of verloskundige aangeven, wanneer zij verwacht te bevallen. Als de ambtenaar eerder bevalt dan de verwachte bevallingsdatum wordt het resterende zwangerschapsverlof bij het bevallingsverlof opgeteld. De totale duur van het zwangerschaps-en bevallingsverlof blijft gelijk. In het vierde lid wordt aangegeven dat in geval van ziekenhuis opname van het kind het bevallingsverlof met de duur van de ziekenhuisopname wordt verlengd tot een maximum van tien weken. De bedoeling is dat de moeder altijd de gelegenheid heeft om na de ziekenhuisopname nog 10 weken het kind thuis te verzorgen. Voorbeeld 1 De ambtenaar is uitgerekend op 29 september. Om te bepalen wanneer het zwangerschapsverlof uiterlijk ingaat wordt vanaf de dag na de vermoedelijke bevallingsdatum, dus 30 september, vier weken teruggerekend. Het zwangerschapsverlof gaat in op 2 september. Voorbeeld 2 De ambtenaar heeft uitgaande van de vermoedelijke datum van bevalling gekozen voor zes weken zwangerschapsverlof en tien weken bevallingsverlof. De bevalling vindt echter na vijf weken zwangerschapsverlof Ingangsdatum 1 januari 2015 Pagina 13 van 15

plaats. De resterende week wordt bij het bevallingsverlof opgeteld, zodat dit verlof 11 weken duurt. Als de ambtenaar later bevalt dan de verwachte bevallingsdatum, heeft dit geen invloed op de gekozen duur van het bevallingsverlof. Dit blijft tien weken. De totale duur van het zwangerschaps- en bevallingsverlof wordt langer. Voorbeeld 3 De ambtenaar heeft gekozen voor vijf weken zwangerschapsverlof en 11 weken bevallingsverlof. De bevalling vindt echter pas na zes weken plaats. Zij behoudt het recht op 11 weken bevallingsverlof. De totale duur van het zwangerschaps- en bevallingsverlof wordt dan 17 weken. Voorbeeld 4 Als de ambtenaar volledig ziek is binnen zes weken voorafgaand aan de verwachte bevallingsdatum, maar het zwangerschapsverlof is nog niet ingegaan, worden deze ziektedagen in mindering gebracht op de totale duur van het zwangerschapsverlof. Op het moment dat ze in week 5 beter is, gaat zij gewoon weer aan het werk. Deze werkdagen tellen dan niet mee in het zwangerschapsverlof. plaats. De resterende week wordt bij het bevallingsverlof opgeteld, zodat dit verlof 11 weken duurt. Als de ambtenaar later bevalt dan de verwachte bevallingsdatum, heeft dit geen invloed op de gekozen duur van het bevallingsverlof. Dit blijft tien weken. De totale duur van het zwangerschaps- en bevallingsverlof wordt langer. Voorbeeld 3 De ambtenaar heeft gekozen voor vijf weken zwangerschapsverlof en 11 weken bevallingsverlof. De bevalling vindt echter pas na zes weken plaats. Zij behoudt het recht op 11 weken bevallingsverlof. De totale duur van het zwangerschaps- en bevallingsverlof wordt dan 17 weken. Voorbeeld 4 De ambtenaar is zwanger van een meerling. Zij heeft gekozen voor de minimumduur van het zwangerschapsverlof van acht weken en 12 weken bevallingsverlof. De bevalling vindt echter pas na negen weken plaats. Zij behoudt het recht op 12 weken bevallingsverlof. De totale duur van het zwangerschaps- en bevallingsverlof wordt dan 21 weken. Voorbeeld 5 Als de ambtenaar volledig ziek is binnen zes weken voorafgaand aan de verwachte bevallingsdatum, maar het zwangerschapsverlof is nog niet ingegaan, worden deze ziektedagen in mindering gebracht op de totale duur van het zwangerschapsverlof. Op het moment dat ze in week 5 beter is, gaat zij gewoon weer aan het werk. Deze werkdagen tellen dan niet mee in het zwangerschapsverlof. Er wordt een extra voorbeeld toegevoegd voor de zwangerschap van een meerling. Ingangsdatum 1 januari 2016 Omnummering van 4 naar 5. Pagina 14 van 15

Voorbeeld 5 De ambtenaar heeft gekozen voor vier weken zwangerschapsverlof en 12 weken bevallingsverlof. Vijf weken voor de verwachte bevallingsdatum wordt zij ziek. Zij bevalt wel op de verwachte bevallingsdatum. In dat geval wordt een week in mindering gebracht op de totale duur van het verlof. Het bevallingsverlof duurt dan nog 11 weken. Voorbeeld 6 De ambtenaar heeft gekozen voor vier weken zwangerschapsverlof en 12 weken bevallingsverlof. Vijf weken voor de verwachte bevallingsdatum wordt zij ziek. Zij bevalt wel op de verwachte bevallingsdatum. In dat geval wordt een week in mindering gebracht op de totale duur van het verlof. Het bevallingsverlof duurt dan nog 11 weken. Omnummering van 5 naar 6. Pagina 15 van 15