er straks voor mij? Wie Portretten van verzorgenden Hans Hoogerheide & Ad de Jongh



Vergelijkbare documenten
Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school.

Zaken voor mannen. Verhalen van mannen met epilepsie

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

Openingsgebeden INHOUD

Inhoud. Aan jou de keuze 7. Niet alleen maar een boek 187. Auteurs 191. Dankwoord 197

Boek en workshop over het verlies van een broer of zus. Een broertje dood. Door Corine van Zuthem

Oplossingsgerichte vragen (Het Spel van Oplossingen IKB & TS)

Dit boek heeft het keurmerk Makkelijk Lezen gekregen. Wilt u meer weten over dit keurmerk kijk dan op de website:

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Eerste nummer. Op kamers Eerst durfde ik de woonkamer niet naar binnen. Eetfobie. Het was moeilijk om te zien dat mijn nichtje van 5 meer at dan ik.

KIEZEN VOOR WERK: HANDLEIDING

Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd

Soms is er thuis ruzie Dan is mama boos en roept soms omdat ik mijn speelgoed niet opruim Maar ik heb daar helemaal niet mee gespeeld Dat was Bram,

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou!

We hebben verleden week nog gewinkeld. Toen wisten we het nog niet. De kinderbijslag was binnen en ik mocht voor honderd euro kleren uitkiezen.

Presentatie Tranzo Zorgsalon 29 november 2012 Christine Kliphuis

Een Berbers dorp. Mijn zussen en ik mochten van mijn vader naar school. Meestal mochten alleen jongens naar school.

Probleem? Geen probleem. Met de vaardigheden die Humanitas je aanreikt, verander je je leven. Helemaal zelf. En het mooie is: iedereen kan het.


Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon

Werkboek Het is mijn leven

Verhaal: Jozef en Maria

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN

Iris marrink Klas 3A.

Jezus vertelt, dat God onze Vader is

U in het middelpunt Die migraine hè Levenservaring verzilveren

Wat je voelt is wat je denkt! De theorie van het rationeel denken

Voorwoord. Veel leesplezier! Liefs, Rhijja

Boekverslag Engels Stepmom door Maggie Rob

VIEREN DOOR/VOOR JONGEREN

IK OVERLEEFDE AUSCHWITZ

HANDIG ALS EEN HOND DREIGT

hoe we onszelf zien, hoe we dingen doen, hoe we tegen de toekomst aankijken. Mijn vader en moeder luisteren nooit naar wat ik te zeggen heb

De meeuwen van de Afsluitdijk

De PAAZ, wat is dat? Informatie voor kinderen van 8 tot 12 jaar

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

Relaties. HDYO heeft meer informatie beschikbaar over de Ziekte van Huntington voor jongeren, ouders en professionals op onze website:

Vraag aan de zee. Vraag aan de tijd. wk 3. wk 2

De mantelzorg DER LIEFDE

VRAGENLIJSTEN. Verlatingsangst - Pagina 57. Wantrouwen en Misbruik - Pagina 79

Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet.

Spreekbeurt Dag. Oglaya Doua

H E T V E R L O R E N G E L D

FOUT VRIENDJE? PAS OP! Hulp. Internet. Heb je vragen? Bel dan naar Meldpunt Jeugdprostitutie, tel.:

Beertje Bruin zegt dan: Ik heb van moeder Beer gehoord dat je erg verdrietig

9 Vader. Vaders kijken anders. Wat doe ik hier vandaag? P Ik leer mijn Vader beter kennen. P Ik weet dat Hij mij geadopteerd

Info. Aanraken, knuffelen en meer... Informatie voor cliënten. Expertisecentrum voor epilepsie en slaapgeneeskunde

Er zijn mensen nodig met nieuwe fantasie

Veel mooie herinneringen verzachten onze smart. Voorgoed uit ons midden, voor altijd in ons hart. Iedere moeder is uniek: Zij was dat heel speciaal

zondagmorgen 14 november 2010 Welkomkerk ds. W.H. Hendriks-Vogelaar

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

Niet eerlijk. Kyara Blaak

Zondag 6 maart 2016, uur Jeugddienst. Voorganger: ds. Bert de Wit

Die nacht draait Cees zich naar me toe. In het donker voel ik heel zachtjes zijn lippen op mijn wang.

rijm By fightgirl91 Submitted: October 17, 2005 Updated: October 17, 2005

De gelijkenis van de barmhartige Samaritaan.

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen, jongens en meisjes,

Zou het zo simpel zijn? Zonnehuizen investeren in zorggemeenschap.

ALLES DUBBEL. Survivalgids. voor startende tweelingmama s. Denise Hilhorst

narratieve zorg Elder empowering the elderly

Voorwoord. Daarna ging ik praten met Chitra, een Tamilvrouw uit Sri Lanka. Zij zette zich in voor de Tamilstrijd.

Haarlem, 11 oktober lieve moeder van me,

Lucy heeft een ballon

Een land waar. mensen goed geïnformeerd zijn over handicaps

Lia (21) is klaar met krassen en wil taboe doorbreken - Samenle...

Waar een wil is, is een Weg!

Bevriend met Bram of met een autist

Johannes 20, april Pasen 2014 Wehl. (ds. A. Oude Kotte-de Boon) Thema: 'Het verhaal van Maria van Magdala ' Gemeente,

Gefeliciteerd, je hebt ADHD!

Schrijver: KAT Coverontwerp: MTH ISBN: <Katelyne>

Als je ergens heel erg bang voor bent, dan heb je angst. Je hebt bijvoorbeeld angst voor de tandarts.

Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk?

Uitvaart voorbede Voorbeeld 1.

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind

Deel het leven Johannes 4:1-30 & december 2014 Thema 4: Gebroken relaties

Jouw avontuur met de Bijbel

Werkelijk hemels: na ruim 20 jaar

Ik besloot te verder te gaan en de zeven stappen naar het geluk eerst helemaal af te maken. We hadden al:

Dé 14 fundamentele stappen naar geluk

Gedwongen opname met een IBS of RM *

Ontmoeting. gezondnu.nl

Familie aan tafel. Een werkvorm voor individuele coaching of intervisie.

Ervaringen van mensen met verstandelijke beperkingen of psychiatrische problemen met zelfstandig wonen en deelname aan de samenleving

TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven.

HET VERHAAL VAN KATRIN

CHATTEN. verborgen verdriet MARIAN HOEFNAGEL

Portret van H. Gerealiseerd door H. en Linde Stael In samenwerking met het SIHO

De tijd die ik nooit meer

De Geschiedenis van de Witte Slagerij

Heilig Jaar van Barmhartigheid

150 Tips om kinderen te laten zien dat je om ze geeft!

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

Jouw reis door de Bijbel. Uitgeverij Jes! Zoetermeer

Verslag van een ervaringsdeskundige. Nu GAP-deskundige.

ik? Houd je spreekbeurt over GGNet

Vragenlijst Depressie

In één klap. Auteur: Johanna van Caspel

Transcriptie:

zorgt Wie er straks voor mij? Portretten van verzorgenden Hans Hoogerheide & Ad de Jongh

Wie zorgt er straks voor mij?

2008 Kavanah, Dwingeloo Niets uit deze uitgave mag worden gefotokopieerd, noch in enige andere vorm of op enige andere wijze worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar worden gemaakt, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave voor persoonlijk gebruik is toegestaan op grond van de artikelen 16B en 17 uit de Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp). Voor het overnemen van korte gedeelte(n) uit deze uitgave in readers, bloemlezingen en andere compilatiewerken (art. 16, Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden. Voor een toelichting op de z.g. readerovereenkomst wende men zich tot de KVB (Koninklijke Vereniging van het Boekenvak), Postbus 15007, 1001 MA Amsterdam. Verantwoording De informatie in dit boek is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid geselecteerd. Bij het samenstellen van de portretten die dit boek bevat hebben de auteurs gewerkt met het materiaal dat hen via een groot aantal interviews is aangereikt. Om de privacy van de geïnterviewden te waarborgen, zijn de portretten zo geschreven dat ze niet te herleiden zijn naar bestaande personen. Iedere eventuele gelijkenis berust dus op toeval. De verhalen zijn portretten van denkbeeldige verzorgenden geworden. De inhoud van deze verhalen is gebaseerd op talloze levensverhalen van mensen uit de praktijk van de ouderenzorg. ISBN 978-905740-078-0 Uitgeverij Kavanah Eemster 2 7991 PP Dwingeloo info@kavanah.nl www.kavanah.nl

Wie zorgt er straks voor mij? Portretten van verzorgenden Hans Hoogerheide Directeur van Mozaïek Advies & Coaching BV te Capelle aan den IJssel. Sinds 1977 werkzaam in de ouderenzorg, was van 1977 tot 2006 Hoofd Personeel & Organisatie bij de Stichting KVV te Rotterdam. Ad de Jongh Adjunct-directeur Beleid & Onderwijs in Zadkine, Opleidingencentrum Gezondheidszorg, Laboratoriumtechniek en Optiek te Rotterdam. Sinds 1977 werkzaam in de verplegende en verzorgende opleidingen: van 1977-1997 als directeur van een opleidingsschool voor inservice onderwijs en vanaf 1997 bij Zadkine. Heeft verschillende publicaties op zijn naam staan (op het gebied van onderwijs in verplegende en verzorgende beroepen) en was/is ook actief als redacteur. Uitgeverij Kavanah Dwingeloo

Voorwoord Inleiding 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 Marloes Laura Inge Sandra Marieke Joop Martijn Petra Denise Lucia Clara Sahar Terugblik Nawoord 7 9 13 20 26 32 39 46 53 60 67 74 81 88 97 101 Inhoud

geef mijeen mens die mijziet, die met me spreekt, die mijniet overlaat aan mijn lot. (maria de groot) Dit boek laat je kennismaken met mensen die zorg aan ouderen geven op de manier die Maria de Groot voor ogen staat. De mensen die in dit boek centraal staan, doen dat met oprechte betrokkenheid, door aandachtig aanwezig te zijn en vanuit hun hart te luisteren. Het zijn mensen aan wie je met een gerust hart de zorg voor je vader en moeder of je opa en oma durft toe te vertrouwen. Als je ziet hoe weinig moeite het kostte om hen te vinden, dan mag je veronderstellen dat er heel veel van zulke mensen in de ouderenzorg rondlopen. Hoe kan het dan dat in de samenleving zo n armzalig beeld van de ouderenzorg bestaat? Voor een deel heeft dat te maken met het feit dat we in een maatschappij leven die moeilijk kan verdragen dat er ergens iets misgaat. Elke fout, elke tekortkoming die wordt opgemerkt, wordt in het licht gezet en uitvergroot. Het zijn deze incidenten die in hoge mate het beeld van de ouderenzorg bij het grote publiek bepalen. Niet iedereen heeft voldoende zicht op wat er in de ouderenzorg gebeurt om daar een afgewogen eigen oordeel tegenover te zetten. Wie dat wel kunnen, zijn de mensen die in de afgelopen jaren direct of indirect te maken hebben gehad met zorg voor ouderen. Als deze mensen in overgrote meerderheid laaiend enthousiast zouden zijn over de geleverde zorg, dan zou je het sombere beeld kunnen toeschrijven aan onbekendheid en het uitvergroten van incidenten. De werkelijkheid is een andere. We weten maar al te goed dat ook de gebruikers van zorg niet massaal staan te juichen. Dan wil je toch weten hoe dat komt? Wij in ieder geval wel. Al was het alleen al voor alle verzorgenden die dagelijks met hart en ziel hun werk doen. De ouderenzorg ligt ons na aan het hart. Al meer dan 30 jaar is het ons werkterrein. We hebben er naar de toekomst toe ook een persoonlijk belang bij. Het zou zo maar kunnen dat we over 15 of 20 jaar zelf cliënt zijn. De tussenliggende tijd willen we voor een deel gebruiken om meer inzicht te krijgen in wat er nu Voorwoord 7

Voorwoord echt aan de hand is. En op basis daarvan impulsen in de goede richting te geven. Daartoe zijn we een project gestart met de uitdagende titel Wie zorgt er straks voor mij? Dit portrettenboek is het eerste tastbare resultaat van ons werk. Het bevat 12 verhalen over verlangen en vertedering, kracht en kwetsbaarheid: openhartig verteld door vrouwen en mannen, van alle leeftijden, afkomstig uit diverse culturen en werkzaam in verpleeghuizen, zorgcentra en de thuiszorg. Met hun verhalen laten ze de lezer door hun ogen naar hun leven en werk kijken. Ze maken duidelijk waarom ze dit werk gekozen hebben, hoe ze het beleven en wat het voor hen betekent. Een extra reden om bij hen te beginnen, is het dreigende personeelstekort. We hopen dat de stem van verzorgenden meer gaat doorklinken in het publieke debat. Hun verhalen zijn de moeite waard. Ze maken ons duidelijk waar het in de zorg om zou moeten gaan. Om menswaardigheid en lotsverbondenheid, om het besef dat ieder mens kwetsbaar is, om toewijding en barmhartigheid, om ontmoetingen tussen mensen. Opdat verzorgenden en de mensen die aan hun zorgen zijn toevertrouwd dagelijks zinvolle bladzijden kunnen toevoegen aan het boek van hun leven. De verhalen in dit boek kunnen je helpen om een eigen mening te vormen over de zorg voor ouderen. We hebben gekozen voor verzorgenden, omdat zij het hart vormen van de ouderenzorg. Wij wensen je veel leesplezier! Hans Hoogerheide Ad de Jongh 8

in d e z e inleiding geven w e a n t w o o r d o p d e v o l g e n d e v r a g e n: v o o r w i e is h e t b o e k bestemd, waarom hebben we het geschreven, en waar gaan de portretten over? Voor wie? We hebben een boek samengesteld dat naar onze overtuiging voor veel mensen de moeite van het lezen waard is: - Voor verzorgenden: Als het goed is, zijn de portretten voor hen een feest van herkenning. Zij kunnen de verhalen zien als een aanmoediging om verder te gaan op de ingeslagen weg. - Voor hun managers: Als een unieke kans om los van de hectiek van alle dag met een andere bril op naar de zorg voor ouderen te kijken. Wellicht smaakt het naar meer. - Voor opleiders: Om zich (opnieuw) bewust te worden van het belang van persoonlijke ontwikkeling voor mensen die een vak uitoefenen waarin hun persoonlijkheid het Wie een ander helpt, bouwt aan zichzelf. Z.K.H. Prins Claus belangrijkste instrument is. Je kunt niet vroeg genoeg beginnen dit instrument te stemmen. - Voor beleidsmakers: Om door de ogen van verzorgenden te zien hoe beleid in de praktijk uitwerkt. Wellicht stemt het tot nadenken. - Voor toekomstige beroepsbeoefenaren en mensen die om hen heen staan, zoals ouders en decanen: Als handreiking om een realistisch idee te krijgen van het beroep en om kleur toe te voegen aan het beroepsbeeld. In welk beroep krijg je zoveel mogelijkheden om jezelf te leren kennen en als mens te groeien? De ouderenzorg als leerschool voor het leven. Waarom? Omdat we willen achterhalen hoe het komt dat in de samenleving zo n somber beeld van de ouderenzorg bestaat. Al was het alleen al voor alle verzorgenden die dagelijks met hart en ziel hun werk doen. We hebben goede redenen om onze zoektocht bij hen te beginnen. In de eerste Inleiding 9

Inleiding 10 plaats omdat zij het hart vormen van de zorg voor ouderen en de spil zijn van het zorgproces. In de tweede plaats omdat arbeidsmarktonderzoeken laten zien dat in de komende jaren, zeker in de Randstad, een fors tekort aan verzorgenden zal ontstaan. Een tekort dat de zorg voor ouderen in het hart kan treffen. Nu zijn problemen met de personeelsvoorziening in de ouderenzorg van alle tijden. Zodra het in ons land economisch beter gaat, wordt het moeilijker om aan personeel te komen. Tot nu toe volgde er steeds na een paar jaar een omslag. Maar deze keer niet. Aan de basis van het dreigende personeelstekort ligt nu namelijk niet zozeer een opbloeiende economie, maar vooral een driedubbele vergrijzing. Het aantal ouderen neemt toe, mensen worden steeds ouder en het aantal jongeren neemt af. De ontwikkelingen die daarmee gepaard gaan, zijn ingrijpend van aard en de gevolgen zullen langdurig voelbaar zijn. Door het vergrijzen van de bevolking stijgt de behoefte aan zorg. Om die stijging op te vangen heeft de ouderenzorg heel veel nieuwe verzorgenden nodig. Terwijl het personeel in de zorg zelf vergrijst, waardoor oudere verzorgenden de komende jaren het beroep zullen verlaten. Nu is de ouderenzorg wel gewend om problemen met de personeelsvoorziening het hoofd te bieden. Het recept is vertrouwd: meer nieuwe mensen opleiden, deeltijders langer laten werken, herintreders activeren, zittend personeel doorscholen, taken anders verdelen, etc. De vervangingsvraag zal deze keer echter veel groter zijn dan in het verleden. Onderzoeken maken duidelijk dat in de toekomst ongeveer twee keer zoveel schoolverlaters dan nu het geval is voor een baan in de ouderenzorg zou moeten kiezen, wil je althans volledig in de vraag kunnen voorzien. Gaat dat ook gebeuren? Tenzij we schoolverlaters duidelijk kunnen maken dat ze de kaarten van hun leven in vol vertrouwen kunnen zetten op het zorgen voor ouderen, stevenen we af op een tekort aan verzorgenden. Dat is zeer de vraag. De ouderenzorg draagt geen positief imago met zich mee. Waarom zouden schoolverlaters in zulke grote aantallen voor de ouderenzorg kiezen? Jongeren hebben, zeker in tijden van economische groei, een ruime keuze op de arbeidsmarkt. Tenzij we hen duidelijk kunnen maken dat ze de kaarten van hun leven in vol vertrouwen kunnen zetten op het zorgen

voor ouderen, stevenen we af op een tekort aan verzorgenden. Waarover? Aan de basis van dit boek staan verhalen van verzorgenden en verzorgenden in opleiding, die we via een groot aantal interviews hebben opgetekend. Mensen die binnen mild worden, beseffen wie ze zelf zijn. Je oordeelt niet meer over anderen, je bent niet langer hard. Je wilt niet overal gelden ten koste van je medemensen. Je luistert omdat elke andere een voortdurend wonder is. Karel Staes We zijn met hen in contact gekomen via ons eigen netwerk en via een oproep die we verspreid hebben. De gesprekken zijn gehouden op verschillende locaties: thuis, op kantoor, in het café. De meest memorabele plek was een volkstuin, overkoepeld door een pergola met wijnranken en druiventrossen, met een cappuccino op tafel. Dan wil een gesprek wel op gang komen. We troffen enthousiaste mensen die met hart en ziel hun vak uitoefenen. We hebben hen bevraagd op hun jeugdervaringen en de doorwerking daarvan in hun verdere leven. Op hun schoolloopbaan en beroepskeuze. Op hun persoonlijke beleving van het zorgen voor anderen. En op de plaats en betekenis van het werk in hun persoonlijk leven. We hebben hen ook uitgedaagd om vanuit andere perspectieven te kijken. Door vragen te stellen als Wanneer je morgen directeur bent van de instelling waar je nu werkt, wat zou je dan onmiddellijk veranderen? Elk interview hebben we afgesloten met de vraag wat ze zouden doen als ze de hoofdprijs in een loterij zouden winnen. De antwoorden op die vraag maken iets duidelijk over de mensen die we ontmoet hebben. Bij het samenstellen van de portretten hebben we gewerkt met het materiaal dat ons in de interviews is aangereikt. We hebben ons alleen enige vrijheid toegestaan op het punt van de persoonlijke levensgeschiedenis. Om de privacy van iedereen te waarborgen, zijn de portretten zo geschreven dat ze niet te herleiden zijn naar bestaande personen. Inleiding 11

twintig j a a r geleden g i n g ma r l o e s (37) z o n d e r d i p l o m a v a n d e m a v o a f. nu is z e teamleider in een verpleeghuis. ze is getrouwd en heeft twee kinderen, een dochter (5) en een zoon (3). Als kind wilde ik stewardess worden: reizen, wat van de wereld zien. Weg uit die verstikkende omgeving waarin ik opgroeide. Mijn ouders leidden ieder hun eigen leven. Mijn vader was alleen in het weekend thuis. Als hij thuis was, lag er een schaduw over Als ik buiten speelde, vergat ik soms de tijd. Ik zie het nog voor me. Zat iedereen al lang aan tafel, kwam ik huppelend de kamer binnen. het gezin. Een beklemmende sfeer. Als kind voel je dat, althans ik wel. Ik weet nog precies hoe mijn ouders dan naar elkaar keken. Stille verwijten, ontevreden blikken. Soms dacht ik: Maakten ze maar eens een keer flink ruzie. Alles beter dan die onderhuidse spanning. Ik werd er gestoord van. Volgens mij hebben ze nooit echt van elkaar gehouden. Later heb ik wel eens aan 1 mijn moeder gevraagd: Waarom ben je eigenlijk met hem getrouwd? Ze kon er geen antwoord op geven. Dat zegt genoeg. We woonden in een rijtjeshuis aan de rand van de stad. Een huis met een douche. Dat was nog bijzonder in die tijd. Sommige kinderen gingen wekelijks in bad in een teil. Een straat verderop begonnen de weilanden. Brede sloten met wuivende rietkragen en kristalhelder water. Vanuit het raam van mijn slaapkamer kon ik de koeien zien lopen. In een van de boerderijen woonde een meisje uit mijn klas, Marieke. Als er lammetjes geboren waren, vroeg ze: Kom je na schooltijd kijken? Ik ging maar wat graag. Thuis hadden we trouwens ook dieren, in de achtertuin: een kippenren en een hok met konijnen. Uren was ik er zoet mee. Klaver snijden voor de konijnen, kippen voeren, eieren rapen. Ik heb er zo van genoten. Ben nog steeds gek op dieren. Marloes 13

Marloes 14 Ik speelde veel buiten met mijn zussen. Dan was knikkeren ons favoriete spel en dan weer touwtje springen of verstoppertje. Stoepranden deden we ook: met een bal proberen de stoep aan de overzijde van de straat te raken. Dat kon toen nog. Er waren wel auto s, maar lang niet zoveel als nu. Als ik buiten speelde, vergat ik soms de tijd. Ik zie het nog voor me. Zat iedereen al lang aan tafel, kwam ik huppelend de kamer binnen. Mijn moeder begreep het gelukkig. Zo kon ik eventjes de problemen van thuis vergeten. Ik denk wel eens terug aan die tijd. Als ik nog een dag kind zou kunnen zijn, ging ik lekker buiten spelen. Even onbezorgd kind zijn, een heerlijk gevoel. Ondanks alles was ik een spontaan kind. Altijd volop vriendjes en vriendinnetjes. Op school ging het prima. Achten en negens op mijn rapport. Ik kon goed leren. Leuker nog dan school vond ik de schoolvakanties. Daar keek ik echt naar uit. In mijn herinnering was het altijd mooi weer. Of dat ook werkelijk zo was? Zal vast niet. Elke zomer gingen we een paar weken naar een camping op de Veluwe. Altijd naar dezelfde. Ik herinner me nog het natuurbad, omringd door hoge dennenbomen. Niet verwarmd natuurlijk. Na een paar dagen zonneschijn begon het water pas een beetje lekker te worden. Maar daar kon je als kind natuurlijk niet op wachten. Al was het water steenkoud, ik ging er in. Ik heb hele goede herinneringen aan mijn oma van moeders kant in Drenthe. Een paar keer per jaar gingen we naar haar toe. Dat was een hele onderneming. Ik weet nog hoe ik daar als kind van genoot. Eerst een lange treinreis. En dan nog een stuk met de bus. Midden in het dorp stapten we uit. Oma woonde in een Hans-en-Grietje huisje met rood-witte luiken voor de ramen. Midden in de kamer stond de tafel met vier stoelen er omheen. Op tafel een smyrna-kleed met een fruitschaal in het midden. Het meest is me de pot met snoep bijgebleven. Van die heerlijke ouderwetse snoepjes: kaneelkussentjes, boterwafeltjes. Als kind vond ik dat het einde. En ze smaakten zo heerlijk. Op een gegeven moment is oma gaan dementeren. Toen is ze bij ons in huis komen wonen. Dat vond ik een leuke tijd. Tegen mijn moeder was ze soms onaardig, maar voor mij was het een schat. In haar kamer was het knus

en gezellig. Ze had alle tijd voor mij. Dag kind, ben je er weer, zei ze dan. Ik gun ieder kind zo n oma. Toen de verzorging te zwaar werd, is ze naar een verpleeghuis gegaan. Ik weet nog dat ik huilde. Ik heb haar echt gemist. Mijn eerste dag in het verpleeghuis kan ik me nog goed herinneren. Ik kwam een man tegen met twee geamputeerde benen. Gedeeltelijk verlamd, moeilijk te verstaan. Dat één mens ongeveer alles tegelijk kon hebben, daar was ik totaal niet op voorbereid. Ik was 12 jaar toen mijn vader er met een ander vandoor ging. Die vrouw had hij leren kennen toen hij in Frankrijk was met de vrachtauto. Hij is daar ook gaan wonen. Mijn moeder was er kapot van. Ik ook. We voelden ons in de steek gelaten. De eerste maanden had ik nog wel contact met hem. Maar dat werd steeds minder. Ik heb daar veel verdriet van gehad. Het spontane is er in die tijd bij mij afgegaan. Mijn moeder daarentegen bloeide na een poosje helemaal op. De sfeer in huis verbeterde. Ze kreeg een baan in een winkel. Ze begon uit te gaan. Toen heb ik haar pas echt leren kennen. Als ik terugkijk, dan is het vertrek van mijn vader voor haar een zegen geweest. Ze is nog steeds een voorbeeld voor me. Na de lagere school ben ik naar de 2-jarige brugklas Havo/Vwo gegaan. Dat is niet bepaald een succes geworden. De school was veel te groot voor mij. Ik voelde me totaal verloren. Dat was ook de tijd waarin ik me begon af te zetten tegen mijn moeder. Mijn hele kamer volhangen met posters van Doe Maar, vastgezet op het behang met zoveel mogelijk punaises. Veel uitgaan ook. En dan uiteraard te laat thuiskomen. Ik ben zelfs een keer demonstratief weggelopen naar mijn vriendje omdat ik mijn zin niet kreeg. Als ik daaraan terugdenk, dan schaam ik me eigenlijk wel. Ze heeft het in die periode niet gemakkelijk met me gehad. Aan het eind van die twee jaar zag mijn rapport er niet uit. Ik ben toen teruggestapt naar de Mavo. Maar ook daar deed ik mijn best niet. Vriendjes, uitgaan, alles liever dan leren. Na een paar jaar ben ik er zonder diploma van afgegaan. Tegenwoordig zouden ze me een drop-out noemen. Ik had zelf geen idee hoe het verder Marloes 15

Marloes 16 moest. Gelukkig heeft mijn oudere zus zich toen over me ontfermd. Die was inmiddels het huis uit en werkte in de thuiszorg als gezinsverzorgende. Ik ben bij haar gaan wonen. Zo ben ik de zorg in gerold. Eerst de 1-jarige schakelcursus gedaan, daarna 7 maanden vooropleiding en vervolgens aan de slag als verzorgende in opleiding. Ineens haalde ik weer goede cijfers, net als vroeger. Ik had nu een doel om naar toe te werken. Dat was kennelijk wat ik nodig had. Mijn eerste dag in het verpleeghuis kan ik me nog goed herinneren. Ik kwam een man tegen met twee geamputeerde benen. Gedeeltelijk verlamd, moeilijk te verstaan. Ik had in die 7 maanden heel wat geleerd over ziektebeelden. Maar dat één mens ongeveer alles tegelijk kon hebben, daar was ik totaal niet op voorbereid. Ik vond het schokkend om te zien, zo zielig. In de pauze heb ik jankend mijn zus gebeld. Ik was totaal van slag. Dat heeft een paar dagen geduurd en daarna ging het met de dag beter. Ik had mijn vuurdoop gehad. Van huis uit was ik niet gewend om over dingen te praten. Thuis werd alles onder het vloerkleed geschoven. Ik praatte in het begin bijvoorbeeld met geen woord over wat mensen mankeerden. Ik deed net of ik hun handicaps niet zag. Daarmee nam ik ze niet serieus. Mensen zullen dat ongetwijfeld gevoeld hebben. Maar ze zeiden er niets over. Ik was trouwens de enige niet. Misschien had dat er iets mee te maken. Had ik toen maar geweten dat ik er gewoon met hen over kon praten. Eigenlijk raar dat niemand om mij heen daarbij stilstond. Als het nu bij een van mijn leerlingen zou gebeuren, zou ik dat gelijk in de gaten hebben. Ik heb iets met mensen. Gezond nieuwsgierig, zullen we het zo noemen? Wie iemand is, wat hij of zij heeft meegemaakt, wat hem bezighoudt. Tegenwoordig vraag ik er gewoon naar. Cliënten hoeven het natuurlijk niet te vertellen als ze niet willen. Maar ik vind het fijn om er met hen over te praten. En het doet hen ook goed, merk ik. Door me in te leven in de mensen die ik verzorg, kan ik dichter bij ze komen. En zo kan ik beter voor ze zorgen. Als een demente bewoner bijvoorbeeld onrustig is, is medicatie beslist niet het eerste waar ik aan denk. Voelt ze zich alleen? Zitten haar schoenen misschien niet lekker? Zit haar BH te strak? Het kost wat meer tijd als je het

op die manier benadert, maar dat moet dan maar. Wat niet wil zeggen dat het makkelijk is. Toen ik begon, stonden we met 6 of 7 medewerkers op een afdeling van 30 bewoners, van wie er een paar in een rolstoel zaten. Nu moeten we hetzelfde werk doen met 4 of 5 medewerkers, terwijl de meesten in een rolstoel zitten. Dat betekent hard doorwerken zonder dat de aandacht er onder mag lijden. Een van de spanningsvelden waar je in de zorg mee te Afscheid nemen vond ik in het begin heel moeilijk. Ik heb voor mijn gevoel geen goed afscheid genomen van mijn moeder. Dat heeft me lang parten gespeeld. maken hebt. Ik word er wel eens moe van, van dat voortdurende geschipper. Voor je het weet, schiet de aandacht er bij in en ren je de bewoners voorbij. Ik kom straks nog even langs, roep ik enthousiast. Op weg naar huis realiseer ik me dan dat ik helemaal niet meer bij die bewoner geweest ben. Af en toe werk ik gewoon een kwartiertje of een half uurtje door in mijn eigen tijd. Liever dan dat ik met een rotgevoel op de fiets zit. Mensen zeggen wel eens: Je kan toch ook met bewoners praten terwijl je ze aan het wassen bent. Maar een bewoner moet zich daar wel prettig bij voelen. Praat jij zo gemakkelijk als je in je blootje ligt? Familie merkt meestal niet zoveel van die spanning en die drukte. Als zij op bezoek komen, is alles meestal al aan kant. Tot hun vader of moeder slecht ligt en ze komen waken. Dan ervaren ze het aan den lijve. Ik heb een ander beeld van de zorg gekregen, zeggen ze dan tegen me. En meer waardering voor de mensen die de zorg uitvoeren, denk ik dan. Je hoort regelmatig zeggen dat het vak van verzorgende geen loopbaanperspectief biedt. In mijn geval is dat zeker niet het geval. Een paar jaar na mijn diplomering ben ik een vervolgopleiding gaan doen. Toen ik die klaar had, ben ik teamleider geworden. Ik zie me nog staan met mijn 26 jaar. Zo en zo wil ik het graag hebben, zei ik tegen mijn collega s. Eigenlijk was ik nog een snotneus. Maar ze accepteerden het wel. Verzorgenden accepteren veel, soms wel eens teveel. Als teamleider heb ik veel meer contact met Marloes 17

Marloes 18 familie gekregen. Ik stond soms verbaasd over wat ze me vertelden. Tegen een dochter die voortdurend klaagde over de zorg zei ik dat ik best begreep dat ze niet altijd zin had om op bezoek te komen. Uw moeder is niet altijd even aardig, toch? Toen kreeg ik me toch een verhaal te horen over de ellendige jeugd die ze achter de rug had. Ze zei: Ik voel me verplicht om op bezoek te komen. Soms kan ik dat niet opbrengen. Dan sla ik een dag over. Waar ze zich vervolgens weer schuldig over voelde. Klagen over de kwaliteit van de zorg hielp een beetje tegen dat schuldgevoel. Weet je, vanaf die dag heb ik geen klacht meer van haar gehoord! Voor ik de zorg inging, had ik geen grote dromen of idealen. Althans, ik was me daar niet van bewust. Nu ik zoveel jaren verder ben, wordt me duidelijk dat ik vanaf het begin de behoefte heb gehad om iets voor mensen te betekenen. Om hun lijden te verzachten, hun leven draaglijker te maken. Verzorgende is een mooi beroep. Ik vind het leuk om voor mensen te zorgen. Natuurlijk moet ik hard werken. Maar ik krijg er ook veel voor terug. Liefde van bewoners, een knuffel, een aai over mijn bol, een schouderklopje. Ik groei van het vertrouwen dat mensen me geven. Waar vind je een beroep waarin je zo dicht bij mensen mag komen? De gebeurtenissen uit mijn jeugd hebben veel invloed gehad op mijn relaties. Die duurden bij mij nooit lang. Zodra het serieus begon te worden, haakte ik af. Afscheid nemen vond ik in het begin heel moeilijk. Ik heb voor mijn gevoel geen goed afscheid genomen van mijn moeder. Dat heeft me lang parten gespeeld. Als bewoners overlijden, besteed ik daar veel aandacht aan. Ik sta stil bij de familie, die een dierbaar iemand moet missen. En het mooie is, in de loop der tijd heb ik ook vrede gekregen met het overlijden van mijn moeder. Dat geeft het beroep je dus ook: levenswijsheid. Ik ben in de loop der jaren veel opener geworden. En mijn spontaniteit heb ik weer terug. De gebeurtenissen uit mijn jeugd hebben veel invloed gehad op mijn relaties. Die duurden bij mij nooit lang. Zodra het serieus begon te

worden, haakte ik af. Ik durfde me niet over te geven. Het vertrek van mijn vader heeft me meer pijn gedaan dan ik besefte. Die pijn wilde ik niet opnieuw beleven. Ik leefde als het ware met de handrem aangetrokken. Toen ik dat eenmaal door had, heb ik hulp bij een therapeut gezocht. Zij heeft me geholpen om het los te laten. Nu heb ik een vaste relatie met een fantastische man en twee prachtige kinderen. Ik voel me een tevreden mens. Maar ik moet er niet aan denken om een van hen te verliezen. De angst laat me nooit helemaal los. Mocht ik ooit de jackpot in de staatsloterij winnen, dan ga ik met mijn gezin een jaar reizen. De hele wereld rond. Wat ik als klein kind eigenlijk al zo graag wilde. Om dan na een jaar weer lekker aan de slag te gaan als teamleider. Het verpleeghuis is mijn tweede thuis geworden. Marloes 19

Laura 20 2tien j a a r geleden v e r l o o r la u r a (21) h a a r v a d e r. het v o e l t n o g v e r s, a l s o f h e t g i s t e r e n is gebeurd. ze m a a k t e h a a r s c h o o l n i e t a f. ma a r z e k n o k t e z i c h t e r u g. Als ik er aan terugdenk, voel ik de tranen weer in mijn ogen springen. Gek hè, na zoveel jaar. Ik was die ochtend gewoon naar school gegaan. Net als elke dag. Mijn vader was al een tijdje ziek. Hij had kanker. Ik wist dat het slecht met hem ging. Maar hoewel hij een stuk ouder was dan mijn moeder, kon ik me niet voorstellen dat hij dood zou gaan. Tijdens de les werd de juf weggeroepen omdat er telefoon was. Ik had het niet eens in de gaten. Toen ze terug in de klas kwam, liep ze gelijk naar mij toe. Nog had ik niets door. Pas toen ze zei dat ik direct naar huis moest, viel het kwartje. Ik stond stijf van schrik. Ze heeft me met de auto naar huis gebracht. Toen ik thuis kwam, was mijn vader net overleden. Ik weet nog dat ik in snikken uitbarstte. Ik vond het vreselijk dat ik geen afscheid van hem had kunnen nemen. Dat zit me nog steeds dwars. De basisschool heb ik op een normale manier afgemaakt. Leren was voor mij geen probleem. Ik haalde goede cijfers. De school stond in de wijk waar ik woonde. Op loopafstand van ons huis. Ik kan me herinneren dat ik tussen de middag naar huis ging om te eten. Andere kinderen uit mijn klas moesten overblijven, omdat hun moeder werkte. Ik woonde in een arbeidersbuurt in een middelgrote stad. Heel gezellig, heel sociaal ook. De mensen hadden belangstelling voor elkaar en leefden met elkaar mee. Onze buurman was buschauffeur. Dat was een leuk gezin met kinderen van mijn leeftijd. Als ik nog een dag kind zou kunnen zijn, ging ik daar spelen. Ik weet nog goed hoe we voor en na schooltijd met elkaar in de weer waren. Een fijne tijd. Het werd allemaal anders nadat mijn vader overleed. Ik kreeg van de basisschool een Mavo/Havo

advies mee. De keuze viel uiteindelijk op het Vmbo. Dat leek een veilige keuze, gelet op de situatie. In het begin ging het nog redelijk. Maar na een tijdje kwam de klad er in. Ik kreeg een vriendin die school helemaal niet zag zitten en ik liet me door haar meetrekken. Achter de PC zitten, een beetje rondhangen, naar de stad toe, winkelen. Veel kijken en weinig kopen natuurlijk, want geld had ik niet. We deden van alles, behalve naar school gaan. Mijn moeder wist van niets. Met draaien en liegen wist ik het goed te verbergen. Toen de school eindelijk bij haar aan de bel trok, was het kwaad al geschied. Ik ben er afgegaan zonder diploma. Daar wil ik liever niet teveel meer aan terugdenken. Mijn moeder heeft heel wat meegemaakt in haar Ik heb een nieuwe kans gekregen. En die heb ik met beide handen aangegrepen. Het is pittig, leren en tegelijk werken in de praktijk, maar ik ga er helemaal voor. leven. Jong getrouwd, snel in verwachting geraakt van mij, na een paar jaar alweer gescheiden. Ze heeft geen contact meer met die man. En ik ook niet. Toen ik een jaar of vier was, is mijn moeder opnieuw getrouwd met de man die ik altijd als mijn vader beschouwd heb. Toen ze zijn dood net een beetje verwerkt had, begon ik te puberen. Later heb ik pas begrepen hoeveel verdriet ik haar in die periode gedaan heb met mijn gedrag. Daar heb ik oprecht spijt van en dat weet ze ook. Hoewel we het financieel niet breed hadden, heeft mijn moeder altijd de eindjes aan elkaar weten te knopen en goed voor mij en mijn zusje gezorgd. We hebben nu een hechte band. Als ik haar als moeder had mogen uitkiezen, had ik het zeker gedaan. Mijn zusje is ook heel belangrijk voor me. We zijn echte zussen. Water en vuur als we samen zijn. En zodra ze weg is, mis ik haar verschrikkelijk. Ik heb nog vage herinneringen aan de tijd dat ze geboren werd. Dat we haar gingen ophalen in het ziekenhuis en dat ik haar vast mocht houden. Ze zit nu op de middelbare school. Daar doet ze het goed ondanks het feit dat ze enigszins dyslectisch is. Ze is een echte doorzetter. Samen hebben we ook een hechte Laura 21

Laura 22 band met onze oma, die we bijna elke dag zien. Ze woont bij ons in de buurt. Na het overlijden van mijn vader heeft mijn moeder een hele moeilijke periode gehad. Ze was zo verdrietig. Als ze het dan even niet trok, konden we altijd bij oma terecht. Zo is ze voor ons een tweede moeder geworden. Ik ben dol op muziek. Toen ik een jaar of 14 was, ging ik al naar de discotheek. Eigenlijk mocht ik er nog niet in, maar ik liep gewoon met oudere vrienden en vriendinnen mee. Zo lukte het me om binnen te komen. De muziek uit die tijd vind ik nog steeds goed. Maar ik houd ook van Nederlandstalig, omdat mijn moeder daar gek op is. En van The Beatles en Phil Collins, muziek die me aan mijn vader doet denken. Vroeger heb ik veel gelezen: Roald Dahl, Carry Slee en zo. De laatste tijd komt dat er niet meer zoveel meer van. Ik kijk ook graag naar spannende films. En ik ben dol op zwemmen. Jammer dat ik zo weinig vrienden heb die daar ook van houden. Nadat ik van school af ging, heb ik een tijdje in een winkel gewerkt. In een zaak waar heel veel oudere mensen kwamen. Met hen had ik een heel goed contact. Dat bracht me op het idee om de opleiding verzorgende te gaan doen. Als kind had ik een droom: ik wilde kinderverpleegkundige worden. Zonder schooldiploma kon ik dat voorlopig wel vergeten. Maar misschien kan ik na het behalen van het diploma verzorgende verder leren om alsnog mijn droom waar te maken. Ik was even bang dat zelfs verzorgende te hoog gegrepen was. Maar ik heb de sprong gewaagd. Laat ik nu na een instaptoets aangenomen worden. Hartstikke blij natuurlijk. En mijn moeder ook, dat begrijp je. De resultaten van de toets waren prima. Dat gaf me de bevestiging die ik nodig had. Uit mijn tijd op de basisschool wist ik wel dat ik een goed stel hersens heb. Maar op den duur ga je overal aan twijfelen. Ik heb een nieuwe kans gekregen. En die heb ik met beide handen aangegrepen. De eerste keer dat ik iemand dood zag, vond ik dat heel moeilijk. Alle herinneringen aan het overlijden van mijn vader kwamen boven. Het is pittig, leren en tegelijk werken in de praktijk, maar ik ga er helemaal voor. In het besef