SPREKEN EN GESPREKSVAARDIGHEID

Vergelijkbare documenten
bringen ausleihen bezahlen wären denken auschecken das Handtuch das Problem das Missverständnis das Zimmer die Rechnung die Bettwäsche

Ich möchte eine Fahrkarte nach Schwerin / bitte. Vormittags also.

haben / hatten / hätten können / konnten / könnten dürfen / durften / dürften werden / wurden / würden

De docent let tijdens je mondeling ook op de uitspraak. Daarom nog een keer de belangrijkste regels:

2 Kann ich dir helfen? 2 Ik voel me ziek. 3 Bist du hier im Urlaub? 3 Ja, je bent hier op vakantie.

Grüß Gott! Guten Morgen! Guten Tag! Guten Abend! Ich heiße Wie heißt du? Das ist Max. Das finde ich auch. Kommst du auch aus Duisburg.

Je werkt in een ijszaak op de boulevard van Scheveningen en een Duitse toerist spreekt je aan

TOETS A A1 vmbo-gt(h), DEEL 1, SCHRITT 1-8. Luister naar het luisterfragment Neu im Fußballverein. Beantwoord de vragen in het Nederlands.

Samenvatting Duits Grammatica

Module: Sprechen vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Kunde (vul de rol in het Duits in) 1 Guten Tag. 1 Groet terug.

2 Wie kann ich Ihnen helfen? 2 Je vraagt of zij/hij je kan doorverbinden met de heer Schröder?

Samenvatting Duits Grammatica Duits

Luister naar het gesprek tussen de verkoopmedewerker (Verkäufer) en de klant (Kundin). Je kunt de tekst meelezen.

Test KAPITEL. Ich habe Angst, den Zug wieder zu

Duits - Havo 3 - Hoofdstuk 5 samenvatting

die Meldung bestätigen nicht jetzt

lassen fahren finden

Top 100 Duitse woorden

Reizen De weg vinden. De weg vinden - Locatie. Ich habe mich verirrt. Niet weten waar je bent.

Reizen Accommodatie. Accommodatie - Vinden. Accommodatie - Boeking. Om de weg naar je accommodatie vragen

Reizen Accommodatie. Accommodatie - Vinden. Accommodatie - Boeking. Om de weg naar je accommodatie vragen

Dort finden Sie weitere Informationen. Am Ende des Korridors sind die Toiletten. Die Duschen befinden sich gegenüber.

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

Dort finden Sie weitere Informationen. Ich erkläre Ihnen / wo sich die Räume befinden. Am Ende des Korridors sind die Toiletten.

vor hinter neben links um die Ecke am Ende hier dort nicht weit zwischen geradeaus rechts Dann bis später. Nach dem Weg fragen. Ja / das stimmt.

Reisen Unterkunft. Unterkunft - Finden. Unterkunft - Buchen. Nach dem Weg zur Unterkunft fragen

Antwoorden Duits Hoofdstuk 1

Werkwoorden TB 49. wissen = weten müssen = moeten fahren = rijden. Voorbereiding PW hoofdstuk 4 Duits DUK7 - werkblad 3

5,5. Samenvatting door een scholier 543 woorden 19 juni keer beoordeeld. Prüfungsteil Schreiben. Schrijfvaardigheid formele brief

Snel uw zakelijk Duits verbeteren, zonder saaie grammaticaregels uit uw hoofd te leren

Op het potje Aufs Töpfchen

Samenvatting Duits Hoofdstuk 3 en 4 grammatica

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

bringen nehmen Hat es geschmeckt? fertig das Brötchen gibst du mir... das Messer die Gabel der Löffel der Teller die Tasse der Tisch

bringen nehmen Hat es geschmeckt? fertig das Brötchen gibst du mir... das Messer die Gabel der Löffel der Teller die Tasse der Tisch

Neue Kontakte Kapitel 3 3de klas Redemittel

Wir sind verwandt. Wir sind verwandt. Kann ich die Antworten haben. Kann ich die Antworten haben? die Cousine. die Nichte / die Cousine

Samenvatting door Rosa 795 woorden 15 december keer beoordeeld. Pagina 1 van 6

Naamvallen Tabel Begrijpen. Klas 3/4

Test KAPITEL. Für diese harte Arbeit ist er wohl nicht

Kapitel 8 Nervenkitzel

weiblich das Alter der Beruf

2 Was möchten Sie? 2 Je wilt een brood kopen. 3 Welches Brot hätten Sie gerne? 3 Vraag welke soorten er allemaal zijn.

TOETS A A1 VWO(H), DEEL 1, SCHRITT Luister naar Auf dem Münchner Viktualienmarkt. Kruis tijdens het luisteren het goede antwoord aan.

k ga naar school ch gehe zur Schule

bab.la Uitdrukkingen: Zakelijke correspondentie Bestelling Nederlands-Duits

Pascal Egbers gestorben am 12. Mai 2017

U hebt hier het activiteitenprogramma voor de periode van 20 juli t/m 2. augustus. Het zijn de activiteiten zoals deze georganiseerd worden door

Samenvatting Duits Hoofdstuk 2

Neue Kontakte 1-2 thv. Spreekkaarten

1-2 vwo Vertalingen Redemittel. D Redemittel

Samenvatting door een scholier 1996 woorden 19 juni keer beoordeeld. Persoonlijk voornaamwoord. 1e nv ich du er sie es wir ihr sie Sie

Kapitel 6 Urlaub zum Verlieben. Antwoorden. 1-2 vmbo-kgt Kapitel 6 Antwoorden

Zoals jullie afgelopen jaar geleerd hebben eisen voorzetsels een naamval.

Uiteenzetting Duits Duitse naamvallen

Willkommen und Abschied: 1J 2D 3E 4I 5C 6M 7R 8O 9Q 10B 11H 12K 13L 14A 15N 16P 17F 18G

BRIEVEN VAN EEN DUITSE MOEDER AAN HAAR ZOON

manege Nieuwvliet strandritten vakantiewoningen brasserie Strandritte Ferienwohnungen Brasserie

Hueber Verlag 2012, Wat leuk! A1, Kopiervorlage, ISBN

INFOrmatie informationen

Das erste niederländische Lesebuch für Anfänger

INHOUD Zo gebruikt u dit boek 4 Lees eerst dit! 5 Vorderingstabel 6 Week 1: dagplanning 7 Week 2: dagplanning 17 Week 3: dagplanning 25

Logboek bij de lessenserie over. Cengiz und Locke. van Zoran Drvenkar. Groep: Leden: Fragment:

3 Hier ist die Karte. Bitte schön. 3 Doe je bestelling.

Geachte gast, Lieber Gast,

Persoonlijke correspondentie Brief

Studie Tuningmarkt. Exklusive Marktstudie 2007

Idiom Vertaal de vetgedrukte woorden in het Nederlands. Idiom Vertaal de vetgedrukte woorden in het Nederlands. Test KAPITEL

Stammtisch an der Küste

Alltag: Lesen KGT 2. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Reizen De weg vinden De weg vinden - Locatie Nederlands Duits Ich habe mich verirrt. Können Sie mir zeigen, wo das auf der Karte ist?

drücken benötigen wissen

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

Persoonlijke correspondentie Brief

Inhalt. 1. Verkehr S Im Freizeitpark S Restaurant S Kleidunggeschäft S. 18

Kapitel 1 Sie wünschen?

Persoonlijke correspondentie Brief

5,9. Samenvatting door een scholier 1371 woorden 4 november keer beoordeeld. * Duits * Uitspraak

Reizen Uit Eten. Uit Eten - Bij de ingang. Uit Eten - Eten bestellen

Reizen Uit Eten. Uit Eten - Bij de ingang. Uit Eten - Eten bestellen

Aantekening hs1 Cijfers Das Notensystem en lager 6

Taaltips voor succesvol zakendoen in het Duits

Sprechmittel Endlich Ferien!

Was machst du am liebsten am Wochenende? Spielst du ein Instrument? Ich lese gern. Ich kann schnell neue Informationen verarbeiten.

Kapitel 3 Online. 6 der ICE-Zug 7 die Fahrkarte 8 das Gleis 9 der Bahnsteig 10 der Eisenbahnwagen

gezellig Het was een leuke dag en het was leuk om deze dag te doen want beter Toppie leuk man het was prima Echt leuk Dag kan niet meer stuk

Zakelijke correspondentie

Zakelijke correspondentie

Horeca Vak Opleidingen Eindopdracht. Time Management

Lost Cities Spielanleitung/Spielregeln. Brettspielnetz.de Team Copyright 2016 Brettspielnetz.de

Naam: Klas: Van je docent krijg je met je groepje een van de volgende wijken toegewezen: Ehrenfeld Marienburg Sülz Belgisches Viertel

der Schreibfehler Ich freue mich auf eine gute Zusammenarbeit. Haben Sie alle meine von letzter Woche vorliegen?

Immigratie Documenten

Geachte campinggasten van Recreatiecentrum Slootermeer en Recreatiecentrum Scholtenhof,

Woordenlijst Nederlands Duits

VORMGEVER RPC / SIGNSPECIALIST

Transcriptie:

PTA SPREKEN EN GESPREKSVAARDIGHEID Algemene informatie Taal Duits Duur 10 minuten Weging 20 % (4 x) Herkansbaar Ja Hulpmiddelen Geen Datum Vrijdag 2 februari (indeling volgt nog) Opbouw Het mondeling bestaat uit drie onderdelen. Deze onderdelen worden hieronder uitgelegd. 1. Onderdeel 1: ( 2 min.) In dit onderdeel stel je jezelf in een dialoog voor aan de hand van 4 willekeurige kaartjes. Deze kaartjes krijg je pas op het mondeling te zien en kun je dus nog niet weten. Je krijg op je mondeling bijvoorbeeld de onderstaande 4 kaartjes: Alter Familie Hobbies Haustiere Je moet nu iets gaan vertellen over je leeftijd, je hobby s, je familie en je huisdieren. Dit doe je in een dialoog. Dit betekent dat je in gesprek gaat met de docent. Een gesprek kan er als volgt uit zien. Stan: Mevr. Vrolijk: Stan: Hallo! Mein Name ist Stan und ich bin 15 Jahre alt. Wie heißt du und wie alt bist du? Hallo Stan! Mein Name ist Lilian und ich bin 27 Jahre alt. Super. Ich habe leider keine Haustiere. Hast du Haustiere? Je weet niet welke kaartjes je krijgt, maar alle kaartjes gaan over jezelf voorstellen. Bedenk dus eenvoudige zinnetjes waarin je jezelf voorstelt. Deze zinnetjes kunnen dus gaan over je leeftijd, hobby s, huisdieren, familie, woonplaats, school, etc.

2. Onderdeel 2: (4 min.) In dit onderdeel ga je in gesprek met de docent aan de hand van twee onderwerpen. Deze onderwerpen krijg je pas op het mondeling te horen. Je krijgt op je mondeling bijvoorbeeld de onderstaande gespreksonderwerpen: Du bist in einer Snackbar und bestellst: - Bratwurst - Pommes mit Mayo - Hamburger - 1 Cola - 2 Bier Du machst Urlaub in Nettetal und willst nach Düsseldorf fahren. Du fragst im Hotel wie du am besten nach Düsseldorf fahren kannst. Je weet niet welk onderwerp je in je mondeling krijgt, maar kunt dit wel goed voorbereiden. In je mondeling kun je namelijk 6 verschillende onderwerpen krijgen: - iets bestellen - informatie vragen over vervoer - inchecken bij een hotel - hotel reserveren - klacht indienen - bij de dokter Bij ieder onderwerp hoort een gesprekje. Deze gesprekjes kun je van tevoren doornemen en eventueel leren. Deze gesprekjes staan op de volgende twee bladzijdes.

Thema 1: Iets bestellen (rol B) In een snackbar A: Der Nächste, bitte. B: Eine Bratwurst, eine Portion Pommes und einen Hamburger, bitte. A: Tut mir leid, die Hamburger sind alle. Aber der Döner ist super! B: Ok, dann eine Bratwurst, eine Portion Pommes und einen Döner. A: Ketchup oder Senf? B: Senf, bitte. Und die Pommes mit Mayo. A: Das macht dann 8, 45. Darf s noch was zu trinken sein? B: Ja, eine Cola, ein stilles Wasser und ein Bier. A: Bist du schon 18? B: Nein, aber das Bier ist für meinen Vater hier. A: Na, gut. Alles zusammen 13,95. Guten Appetit! B: Danke. Bij de bakker A: Bitteschön? B: Zehn Brötchen bitte. A: Vollkorn oder normale? B: Vollkorn bitte. A: 10 Vollkornbrötchen. Was darf es noch sein? B: Ich möchte fünf Scheiben Salami, vier Scheiben Schinken und sechs Scheiben Käse. A: Noch etwas bitte? B: Haben Sie Äpfel? A: Ja, die Äpfel sind von unserem Hof. Wir haben auch sehr gute Birnen. B: Dann nehme ich ein Pfund Äpfel und ein Pfund Birnen. Das ist dann alles. A: Das macht 12 Euro 65. B: Bitte. Auf Wiedersehen! A: Schönen Tag! Thema 2: Informatie vragen over vervoer (rol A) A: Guten Tag, darf ich Sie was fragen. B: Natürlich. Was willst du wissen? A: Wie kommen wir am besten nach Düsseldorf?. B: Mit dem Auto oder mit den öffentlichen Verkehrsmitteln? A: Mit den öffentlichen Verkehrsmitteln. B: Am besten fahrt ihr mit dem Fahrrad ins Dorf. Dort nehmt ihr den Bus nach Viersen. Von dort fahrt ihr mit dem Zug weiter nach Düsseldorf.. A: Wo können wir Fahrkarten kaufen? B: Die Busfahrscheine gibt s bei mir. A: Zwei Busfahrscheine, bitte. B: Nur hin oder gleich hin und zurück? A: Hin und zurück. B: Das ist dann vier mal 2 Euro 70, 10 Euro 80 bitte. A: Danke. Tschüs. Thema 3: inchecken bij een hotel (rol B) A: Guten Tag, wie kann ich Ihnen helfen? B: Guten Tag, wir haben ein Zimmer gebucht. A: Auf welchen Namen? B: (Meier). A: Ja, hier. Für zwei Nächte? B: Nein, für eine Nacht. A: Ach ja, eine Nacht, aber zwei Zimmer? B: Stimmt.

A: Zimmer 37 und 38 im zweiten Stock. Der Fahrstuhl ist hier um die Ecke. B: Danke. Wie spät gibt s Frühstück? A: Von 8 bis 10 im Speisesaal neben der Rezeption oder bei schönem Wetter auf der Terrasse. B: Danke. Thema 4: hotel reserveren (rol b) A: Hier Hotel Wiesengrün, Salbert am Apparat. Was kann ich für Sie tun? B: Haben Sie vom 12. bis 15. August noch Zimmer frei? A: Ja, es gibt noch freie Zimmer. B: Haben Sie auch ein Doppelzimmer und ein Einzelzimmer? A: Nein, wir haben aber ein Dreibettzimmer. B: Das geht auch. Was kostet das Zimmer/es? A: Das kostet 85 pro Nacht. B: Ist das mit Frühstück? A: Ja, das ist inklusive Frühstück und Kurtaxe. Das Zimmer hat auch einen Balkon, einen Fernseher und natürlich ein eigenes Badezimmer. B: Danke. Dann möchte ich das Zimmer buchen. A: Sehr gerne. Wie ist Ihr Name? B: (Voskamp. V-o-s-k-a-m-p) Thema 5: klacht indienen (rol a) A: Entschuldigung, wir haben ein Problem. B: Oh, wie kann ich Ihnen helfen? A: Unser Zimmer ist auf der Straßenseite. Das ist sehr laut. Haben Sie ein anderes Zimmer? B: Ja, wir haben noch ein Zimmer auf der Gartenseite frei. Das kostet aber 15 pro Nacht mehr. Möchten Sie lieber das? A: Das muss ich erst mit meinen Eltern besprechen. B: Gut. A: Es gibt auch keinen Föhn im Zimmer. B: Das stimmt. Sie können sich einen Föhn hier an der Rezeption ausleihen. A: Muss ich den/das reservieren? B: Ja, das ist besser. A: Ich möchte einen Föhn für morgen früh reservieren. Ich bin gleich zurück. B: Gut, bis gleich. Thema 6: bij de dokter (rol b) A: Was fehlt dir? B: Ich habe mir in den Finger geschnitten. Es hört nicht auf zu bluten. A: Zeig mal. Wie ist das denn passiert? B: Ich wollte einen Apfel mit meinem Taschenmesser durchschneiden. A: Das ist ein ziemlich tiefer Schnitt, das muss genäht werden. B: Tut das nicht weh? A: Nein, es sind nur ein paar Stiche. Und du kriegst natürlich eine Betäubung. Wann hattest du deine letzte Tetanus-Impfung? B: Das weiß ich nicht. A: Dann kriegst du sicherheitshalber auch noch eine Tetanusspritze. A: Und, hat es weh getan? B: Nein, ich habe nichts gemerkt. A: Gut, komm morgen noch mal vorbei. Dann schaue ich mir die Wunde noch mal an und mache den Verband neu. B: Danke. Bis morgen.

3. Onderdeel 3: (4 min.) In dit onderdeel vertel je iets over je leven aan de hand van een willekeurig kaartje. Dit kaartje met het onderwerp krijg je pas op het mondeling te zien en kun je dus nog niet weten. Je krijg op je mondeling bijvoorbeeld het onderstaande kaartje. Je moet vertellen wat je met je geld doet. Je vertelt daarbij iets over kleding kopen, boodschappen doen, op vakantie gaan en sparen. Dit onderdeel kun je niet voorbereiden. Als het in je mondeling niet lukt, dan stelt de docent je gerichte vragen waar je in het Duits moet antwoorden.