Afval scheiden werkt! Haal eruit wat erin zit.



Vergelijkbare documenten
Afval scheiden werkt! Haal eruit wat erin zit.

Gescheiden inzameling plastic afval

Grafiek 15.1a Bekendheid met en bezoek aan kringloopwinkel Het Warenhuis, in procenten 47% 57% 0% 25% 50% 75% 100%

Stadsenquête Leiden 2004

Stadsenquête Leiden 2003

Stadsenquête Leiden 2001

Het profiel van West

Dienstverlening Amsterdam-Noord

Uitgevoerd door Dimensus Afvalinzameling Renswoude 2016

Amsterdammers. December 2009 Susanne van den Buuse

Hoofdstuk 23. Afval en milieu

1 Handhaving in Westerpark

Burgerpanel Capelle aan den IJssel

Boodschappenservice Binnenstad Amsterdam

Onderzoek huishoudelijk afval

NissewaardPanel over grondstoffenbeleid, november Figuur 1: Aandeel afval dat nu apart wordt gehouden van het restafval (Nmax=709)

Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29%

Campagne De Nieuwe Handhaver

Koopzondagen en winkelaanbod in Diemen

Hoofdstuk 14. Afval en milieu

Elektrische apparaten en frituurvet Scheiden van verschillende afvalstromen Onderzoek onder gemeentepanelleden Venlo 2011

Stadjers over afval Afval app en Diftar

Evaluatie Duurzaam Amsterdam 2010

Resultaten andere onderwerpen bewonerspanel Oud-West 2005

PILOT: KROONRING IN DE GOOI EN VECHTSTREEK. Een onderzoek naar de ervaring van bewoners

Gescheiden gft inzameling Nesselande

Hoofdstuk 17. Afval en milieu

Verkeerd neergezet afval

KTO Het Nieuwe Inzamelen Overvecht

Onderzoek Omgekeerd Inzamelen tweede fase

Omgekeerd Inzamelen. Datum: 11 augustus Versie 3.0. drs. S. Buitinga & de heer R. Sival, BSc. Mevr M. Stam

Nijmeegse burgers over de afvalinzameling. resultaten burgerpeiling 2003

Kansen voor gemeenten in communicatie, indien recyclen kan, wil men dit vaak ook wel doen.

Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg

In het kader van het actualiseren van het gemeentelijk afvalbeleid is een enquête gehouden onder de inwoners van gemeente Bunnik.

Enquête Afvalsortering

Digitaal Panel West. Meting 9: Buurtgericht Werken II en cultuuraanbod in West. In opdracht van: Stadsdeel West. Projectnummer: 13074

Pilot Mag het een tasje minder zijn? Consumentenonderzoek. Rapportage van de peiling onder inwoners van Deventer, Tilburg en Zoetermeer,

Afvalinzameling in Ten Boer

Digitaal Panel West 2012

Afvalscheiding in Sliedrecht

DOE MEE! Afval scheiden. Dat scheelt een hoop

Gemeente IJsselstein

Hoeveel potentie tot buurtparticipatie in Amsterdam?

Afvalenquête gemeente Elburg en gemeente Oldebroek Analyse van de gegevens

Hoofdstuk 23 Discriminatie

Communicatiemiddelen gemeente Amsterdam

Internetpanel Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Resultaten peiling 30: Communicatie nieuw Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

INFORMATIEVOORZIENING URENAFTREK DOOR ZELFSTANDIGEN VANUIT WW

KTO Het Nieuwe Inzamelen Hoograven en Deel Zuidwest

Reclame Reactie Onderzoek advertentie Albert Heijn van 6 april 2010

Project: 8216 In opdracht van Platform Amsterdam Samen

Duurzaamheid en afvalinzameling

Onderzoek behoefte gemeentelijke informatie

Onderzoek Afvalscheiding

Hoofdstuk 13. Afval en milieu

Het Enschedepanel over tariefdifferentiatie

Zondagsopenstelling in Oud-West

Rapportage Afval scheiden in Purmerend. Gemeente Purmerend SmartAgent, april 2015

Afvalinzameling in Groningen. Een stadspanel onderzoek

Alleen-Pinnen-Monitor

Hoofdstuk 14 Meeuwenoverlast

Wijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie

Gebruikers gemeentelijke media Onderzoek, Informatie en Statistiek

Toezichthouders in de wijk

Onderzoek Week van de Energierekening Gfk i.o. Milieu Centraal oktober 2012

Coolsingel AC Rotterdam T (010) welcome@0-to-9.nl gevestigd in:

Ondernemersdagvergunning

Hoofdstuk 24. Financiële dienstverlening

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2012 Wmo-hulpmiddelen onder de loep. Gemeente Ubbergen Juni 2013

AFVALSCHEIDING IN PURMEREND 2012

Afvalscheidingsgedrag Enschede September 2011

Hoofdstuk 31. Klimaatprogramma

Aa en Hunze panel. Resultaten peiling 1: afvalscheiding. 1. Inleiding. Peiling november - december 2013

BURGERPANEL EEMNES PEILING AFVALBELEID

Afvalscheiding nu en in de toekomst Onderzoek en Informatie, mei 2015

93% papier en karton 86% flessen /glas 85% gft (groente/fruit/tuinafval) klein chemisch afval / elektrische apparaten 68% 66% textiel / kleding 55%

Publieksonderzoek Top600 aanpak

Naamsbekendheid Ouder- en Kindteams. nulmeting. Onderzoek, Informatie en Statistiek

Coffeeshop in de buurt Ervaringen van direct omwonenden

Onderzoek Afval. Rapportage Onderzoek Afval. Utrecht, mei DUO Market Research Drs. Aart van Grootheest Dr. Eric Elphick

Inhoudsopgave. Situatie en centrale vraagstelling. Resultaten. Bijlagen Onderzoeksverantwoording

NOORDZEE EN ZEELEVEN. 2-meting Noordzee-campagne. Februari GfK 2015 Noordzee en zeeleven Stichting Greenpeace Februari 2015

WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID

Water uit de kraan laten doorlopen of niet? Onderzoek naar het effect van de zomercampagne waterkwaliteit

Straatintimidatie Amsterdam. Factsheet Onderzoek, Informatie en Statistiek

Amsterdam-Noord en de recessie

maandag Bellamybuurt Noord 32 11% Bellamybuurt Zuid 24 8% Borgerbuurt 29 10% Lootsbuurt 15 5% dinsdag Vondelparkbuurt Midden 12 4%

Onderzoek Inwonerspanel: Geinbeat (Cityplaza) Festival

Wijkschouw Voortman, Amelink en Ankrot

Rapportage Wmo onderzoek Communicatie

Alternatieve geneeswijzen

Jongeren en het huwelijk. Jongeren en het huwelijk

2014, peiling 4b november 2014

Culturele activiteiten in Noord

Stadspanel-onderzoek naar afval

Overlast van meeuwen in de buurt, 2007 t/m 2013*, in procenten van alle Leidenaren

Hoofdstuk 7. Elektronische dienstverlening en website

Samenvatting resultaten onderzoek Zoeklicht

Transcriptie:

Afval scheiden werkt! Haal eruit wat erin zit. Bereik en waarderingsonderzoek campagne Afval scheiden werkt, 2 e meting. Rapportage Projectnummer 12141 In opdracht van de Samenwerkende Reinigingsdiensten Gemeente Amsterdam Rogier van der Groep Ellen Lindeman Josca Boers Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus 658 1012 GL Amsterdam 1000 AR Amsterdam Telefoon 020 251 0442 Fax 020 251 0444 r.groep@os.amsterdam.nl www.os.amsterdam.nl Amsterdam, juni 2012

2

Inhoud Inleiding 5 1 Bereik en waardering campagnes 9 1.1 Bekendheid algemene campagne 9 1.2 Waardering algemene campagne 10 1.3 Bekendheid campagne elektrische apparaten en kapotte spaarlampen 12 2 Gedrag en kennis 15 2.1 Scheiden van afval 15 2.2 Aanbieden van grofvuil 18 2.3 Bekendheid regels aanbieden grofvuil 21 3 Leefbaarheid op straat 23 3.1 Ergernis over afval bij de container 23 3.2 Ergernis over afval op straat en zwerfvuil 24 3.3 Campagne om buurt schoon te houden 25 4 Profielschets nieuwe scheider 27 Bijlage toonmateriaal 29 3

4

Inleiding Achtergrond Sinds het najaar 2010 loopt de campagne Afval scheiden werkt. Reden hiervoor is dat Amsterdammers nog geen derde van al hun afval gescheiden aanbieden. Het doel van de campagne Afval scheiden werkt is dan ook om de kennis over het scheiden van afval te vergroten en burgers te motiveren meer afval te scheiden. 1 De campagne brengt op een ludieke manier het scheiden van afval onder de aandacht. Door de doelgroep even op het verkeerde been te zetten ( gaat dit over scheiden? ) en vervolgens duidelijk dat het gaat over het scheiden van afval krijgen ( Ik ga scheiden, van mijn TV, omdat ik op m uitgekeken ben. ) wordt de boodschap gecommuniceerd. De campagne Afval scheiden werkt is een geïntegreerde campagne waarin aandacht is voor de diverse afvalstromen. Naast de hoofdcampagne bestaat de campagne uit deelcampagnes. De meest recente daarvan is de deelcampagne Scheid je elektrische apparaten en spaarlampen. Ook in 2011 is de campagne onderzocht. Dit rapport betreft de tweede meting over de campagne. Een ander probleem in Amsterdam is het bijplaatsen van afval bij afvalcontainers. Daarom start in juni de nieuwe campagne samen houden we het schoon. Het huidige onderzoek dient als nulmeting voor deze campagne als het gaat om kennis en omgang met het aanbieden van grofvuil en ander afval op straat. Ook in 2009 werd door O+S hier al eens onderzoek gedaan. Doelgroep De doelgroep van het onderzoek bestaat uit alle Amsterdammers ouder dan 18 jaar die een eigen huishouding voeren. Doel van het onderzoek Het doel van het onderzoek is enerzijds achterhalen of Amsterdammers op de hoogte zijn van de campagne over het scheiden van afval en van de deelcampagne naar oude en kapotte elektrische apparaten en spaarlampen. Daarnaast wil SRGA weten wat het gedrag is van Amsterdamse huishoudens omtrent het scheiden van afval en of dit veranderd is ten opzichte van de vorige meting. Tot slot wil men weten of er behoefte is aan een nieuwe deelcampagne om de straten samen schoon te houden. Dit leidt tot de volgende vragen: In hoeverre kennen en waarderen Amsterdammers de algemene campagne Afval scheiden werkt? In hoeverre kennen Amsterdammer de deelcampagne Scheid je elektrische apparaten en spaarlampen? Hoe gaan Amsterdammers om met hun afvalstromen? (gedrag) Wat zijn de redenen om grofvuil en huisvuil goed dan wel fout aan te bieden? (motivatie) 1 Communicatiestrategie meerjarige campagne Afval scheiden 5

Zijn Amsterdammers op de hoogte hoe en waar ze afval moeten scheiden (kennis) Hoe en waar zoeken ze informatie over het aanbieden van verschillende soorten afval? Wat is de beleving, nut en noodzaak van een schone straat? Hoe waarderen Amsterdammers het initiatief voor de nieuwe campagne Samen houden we het schoon? Werkwijze De werkwijze is gelijk aan het onderzoek van vorig jaar zodat de resultaten vergelijkbaar zijn. Dit betekent dat bij de dataverzameling een combinatie van online en telefonisch onderzoek is ingezet. Hierdoor worden verschillende doelgroepen bereikt. Bij online onderzoek bereikt men vaker midden- en hoogopgeleiden in de leeftijdscategorie 25 tot 50 jaar en bij telefonisch onderzoek bereikt men sneller ouderen. Bewoners zijn in de eerste instantie benaderd met een brief waarin ze werden gevraagd om online aan het onderzoek mee te doen. Respondenten die de online vragenlijst niet hadden ingevuld werden na een week (mits het nummer bekend was) gebeld door een enquêteur van O+S met de vraag of de vragenlijst telefonisch afgenomen mocht worden. Op deze manier wordt uitgesloten dat mensen niet meedoen aan het onderzoek omdat ze een voorkeur hebben voor een telefonische afname. Omdat respondenten vragen moesten beantwoorden over beeldmateriaal is met de brief ook een gesloten envelop meegestuurd met daarin beeldmateriaal. In de brief is gevraagd of de bewoners de envelop nog niet willen open maken, maar pas wanneer dit verschijnt op het beeldscherm bij de online enquête of wanneer de enquêteur dit aangeeft tijdens het (eventuele) telefonische gesprek. Vragenlijst De basis van de vragenlijst wordt gevormd door de vragenlijst die vorig jaar gebruikt is in het onderzoek bij de eerste meting. Daarnaast is gekeken naar de vragenlijst van het onderzoek uit 2009 over de campagne bijplaatsing (uitgevoerd door O+S voor SRGA), waarmee de vraag beantwoord kan worden of men zich ergert aan fout geplaatst grofvuil, ander afval en zwerfvuil. In deze rapportage worden de resultaten daar waar mogelijk vergeleken met deze beide vorige onderzoeken. Respons Om uitspraken per stadsdeel te doen, is gestreefd naar een respons van 1.050 respondenten, ofwel 150 respondenten per stadsdeel. Hiervoor zijn in totaal 6.450 brieven verstuurd naar Amsterdamse huishoudens. Uiteindelijk hebben iets minder dan 100 respondenten per stadsdeel de vragenlijst ingevuld. Ongeveer 648 respondenten hebben de vragenlijst online ingevuld en 132 respondenten deden telefonisch mee. De respons komt hiermee op 12%. Het aantal respondenten is voldoende om representatieve uitspraken te doen over de groep als geheel en voor de zeven stadsdelen afzonderlijk. Gemiddeld deden de respondenten 20 minuten over het invullen van de enquête. 6

Tabel 1 Respons per stadsdeel, 2012 (aantallen) Centrum 132 West 91 Nieuw-West 95 Zuid 111 Oost 104 Noord 83 Zuidoost 79 onbekend 85 totaal 780 7

8

1 Bereik en waardering campagnes De campagne Afval scheiden werkt loopt sinds het najaar 2010. In dit hoofdstuk wordt nagegaan in hoeverre de campagne inmiddels bekend is onder de Amsterdammers en in hoeverre ze de campagne waarderen. De resultaten van deze meting worden vergeleken met de resultaten van de meting in 2011. Naast de algemene campagne is ook gevraagd naar de bekendheid van de deelcampagne over het scheiden van elektrische apparaten en kapotte spaarlampen. 1.1 Bekendheid algemene campagne Bekendheid motto van de campagne gestegen Ruim een kwart van de respondenten (26%, 2011: 23%) geeft aan recentelijk iets gezien of gehoord te hebben van een campagne van de gemeente Amsterdam die gaat over het scheiden van afval. Na het specifiek noemen van de campagneslogan Afval scheiden werkt! Haal eruit wat erin zit, geven vier van de tien (42%, 2011: 34%) aan de campagne (enigszins) te herkennen. Daarnaast meent 11% (2011: 8%) veel over de campagne gehoord en gezien te hebben. In totaal geeft dus ruim de helft (53%, 2011: 42%) van de geïnterviewde Amsterdammers aan op de hoogte te zijn van de campagne over het scheiden van afval. De bekendheid van de campagne is hiermee in vergelijking met de vorige meting toegenomen (zie tabel 1.1). Tabel 1.1 Bekendheid campagne voor en na het noemen van motto, 2011 en 2012 (n= 970 en n=780, procenten) 2011 2012 Aandeel dat recent iets gehoord of gezien heeft over campagne over scheiden afval 23 26 Afval scheiden werkt! Haal eruit wat erin zit komt me (enigszins) bekend voor 34 42 Afval scheiden werkt Haal eruit wat erin zit heb ik veel van gezien/over gehoord/gelezen 8 11 Bewoners van stadsdelen Zuid en Oost zijn het vaakst op de hoogte van de campagne, bewoners van Centrum en Zuidoost het minst vaak. Campagne het meest bekend via affiches Aan de respondenten die de campagne kennen, is gevraagd waar ze iets van de campagne hebben gezien, gelezen of gehoord. De affiches worden daarbij het vaakst genoemd, door ruim een derde van diegenen die de campagne kennen. Vorig jaar stonden deze nog op een derde plaats (zie tabel 1.2). Folders en filmpjes/spotjes op AT5 worden daarna het vaakst genoemd. Ook artikelen in de krant en advertenties worden vaak genoemd. 9

Tabel 1.2 Genoemde bronnen van de campagne, 2011 en 2012 (n=404 en n=416, meerdere antwoorden mogelijk, procenten) 2011 2012 affiche 23 35 folder\(scheidings)boekje in de brievenbus 31 29 filmpje\spotje op AT5 31 26 artikel in de krant 23 20 advertentie 15 18 op de vuilniswagens - 5 filmpje\spotje op internet 6 3 abri/tramhokje - 1 anders, namelijk 7 2 weet ik niet, geen antwoord 12 12 Bekendheid algemene campagne is 70% Aan de respondenten zijn afbeeldingen getoond uit de campagne en is gevraagd of men deze beelden herkent (zie bijlage). Meer dan de helft (56%) herkent een of meer van de vijf getoonde afbeeldingen (in 2011 was dit 53%, zes andere afbeeldingen). Het beeld voor de campagne voor grofvuil, de dames op de bakfiets, is het meest bekend (38% herkent dit). Het campagnebeeld voor glas en papier wordt met 15% het minst herkend. Tabel 1.3 Herkenbaarheid afbeeldingen 2012 (percentage dat het beeld herkent) 2012 grofvuil (dames op bakfiets) 38 elektrische apparaten (met een jongen) 21 spaarlampen (met een stelletje) 20 KCA (dame met verfblik) 18 glas en papier (stel) 15 geen van allen 42 weet ik niet 2 Ouderen herkennen de beelden minder vaak dan jongeren. Zo herkent maar 27% van de 65-plussers de afbeelding met de bakfiets en 11% die met het verfblik. In totaal herkent 70% van de respondenten of het motto van de campagne Afval scheiden werkt of één van de vijf campagnebeelden (in 2011 was dit nog 63%): 39% herkent zowel het motto als een van de campagnebeelden 14% herkent alleen het motto 17% herkent alleen een van de campagnebeelden 30% herken noch het motto noch een van de campagnebeelden. 1.2 Waardering algemene campagne Tweederde positief over aantrekkelijkheid van de campagne Aan de Amsterdammers die bekend zijn met de campagne, is gevraagd wat ze ervan vinden. Tweederde van hen vindt de campagne aantrekkelijk (67%) en duidelijk (66%). Een iets kleiner deel is positief over het informatief zijn van de campagne (61%) en over de opvallendheid van de campagne (58%). Slechts vier procent is negatief over de aantrekkelijkheid van de campagne en 10% is negatief over de andere aspecten van de 10

campagne. De overige respondenten zijn neutraal. 65-plussers vinden de campagne vaker informatief en duidelijker dan de overige respondenten. Figuur 1.4 Oordeel campagne afval scheiden, 2012 (n=435, procenten) opvallend informatief zeer positief positief neutraal duidelijk negatief zeer negatief aantrekkelijk % weet ik niet, geen antwoord 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 Waardering onveranderd: helft voelt zich aangesproken door het motto van campagne Ruim de helft van de ondervraagde Amsterdammers (53%, 2011: 55%) voelt zich aangesproken door het motto van de campagne Afval scheiden werkt! Haal eruit wat erin zit. Een derde (36%, 201:1 34%) is neutraal en een klein deel voelt zich niet aangesproken (8%) of weet het niet (2%). Deze resultaten komen overeen met die in 2011. De waardering voor de campagne ligt duidelijk hoger bij mensen die afval scheiden belangrijk vinden. Ook Amsterdammers die al veel afval scheiden zijn positiever over de campagne. Tabel 1.5 Oordeel motto Campagne Afval Scheiden Werkt! 2011 en 2012 (n=970 en n=780, procenten) 2011 2012 spreekt mij zeer zeker aan 14 10 spreekt mij zeker aan 41 43 neutraal 34 36 spreekt mij zeker niet aan 6 6 spreekt zeer zeker niet aan 3 2 weet ik niet, geen antwoord 2 2 totaal 100 100 11

Naast of men zich aangesproken voelt door het motto is ook gevraagd of men zich aangesproken voelt om door de campagne het afval goed te scheiden. Vier van de tien voelen zich aangesproken (40%) om het afval goed te scheiden en een iets groter deel (44%) niet. Zeventien procent weet het niet. Autochtonen geven vaker aan dat ze zich aangesproken voelen om hun gedrag te veranderen. Dat komt doordat allochtonen vaker aangeven het niet te weten. Amsterdammers die zich aangesproken voelen door de campagne noemen (spontaan) als redenen: het is belangrijk voor het milieu, bewustwording, het werkt als bevestiging/herinnering, de humor trekt de aandacht en spreekt aan. De meest genoemde reden om zich niet aangesproken te voelen is dat men zijn afval al scheidt (14% van alle respondenten). Daarnaast wordt men niet aangesproken doordat de campagne onduidelijk is, niet aanspreekt, te weinig informatie geeft over hoe het afval gescheiden moet worden of te lollig wordt gevonden. 1.3 Bekendheid campagne elektrische apparaten en kapotte spaarlampen De campagne rondom elektrische apparaten en kapotte spaarlampen is bij vier van de tien ondervraagden bekend (39%). Een klein deel hiervan heeft er veel over gehoord (8%). Hiermee is de bekendheid lager dan de algemene campagne die bij ruim de helft van de respondenten bekend is, maar duidelijk hoger dan de bekendheid van de deelcampagne grofvuil in 2011 (bekendheid van 13%, antwoordcategorie ja/nee). Ouderen en laagopgeleiden zijn het meest bekend met de campagne. Zo kent 20% van de jongvolwassenen (tot 35 jaar) de campagne tegenover 56% onder de 65-plussers. Van de laagopgeleiden kent 61% de campagne tegenover 31% van de hoogopgeleiden. Bewoners van de stadsdelen Noord en Nieuw-West zijn vaker op de hoogte dan gemiddeld, bewoners van Centrum en West zijn minder vaak op de hoogte. Tabel 1.6 Bekendheid campagne voor apart houden kleine elektrische apparaten en kapotte spaarlampen, 2012 ( n=780, procenten) 2012 komt me (enigszins) bekend voor 31 heb ik veel van gezien/over gehoord/gelezen 8 onderdeel komt me niet bekend voor 57 weet ik niet 4 In tabel 1.3 was te zien dat 21% de campagnebeelden herkent van de jongen met het muziekapparaat (elektrische apparaten) en 20% het stel met de spaarlamp (spaarlampen). Drie op de tien respondenten (30%) herkennen een van deze twee campagnebeelden. In totaal heeft 52% van de respondenten van de deelcampagne gehoord of een van de bijbehorende campagnebeelden gezien (in 2011 was dit 55%): 17% heeft van de deelcampagne gehoord en herkent een van de campagnebeelden 12

22% heeft alleen van de deelcampagne gehoord 13% herkent alleen een van de campagnebeelden 38% heeft nog van de deelcampagne gehoord noch een van de campagnebeelden gezien Respondenten die de campagne kennen, is gevraagd waar ze iets van de campagne hebben gezien, gelezen of gehoord. De spotjes op AT5 worden het vaakst genoemd, gevolgd door huis-aan-huiskranten, affiches en folders. Dit verschilt van de resultaten van algemene campagne (zie tabel 1.7 en 1.2.). Tabel 1.7 Genoemde bronnen van dit onderdeel van de campagne, 2012 (n=305, meerdere antwoorden mogelijk, procenten) 2012 filmpje\spotje op AT5 30 artikel in huis-aan-huiskrant 24 affiche/mupi 16 folder\(scheidings)boekje in de brievenbus 15 artikel in de krant 12 advertentie 10 filmpje\spotje op internet 2 anders, namelijk 7 weet ik niet meer 22 Een op de vijf ondervraagden vindt dat de campagne iets nieuws vertelt over het scheiden van elektrische apparaten en kapotte spaarlampen. Tweederde deel vindt van niet (67%) en de rest (12%) weet het niet. Op de vraag of de campagne nog nieuwe inzichten verschaft, geven sommigen aan dat men niet wist dat er kwik in spaarlampen zat en dat je die überhaupt kon inleveren. Ook is gevraagd of men op de hoogte is van dat men kapotte spaarlampen en oude elektrische apparaten kan inleveren bij de winkel. Men is hier vaker van op de hoogte voor wat betreft elektrische apparaten dan wat betreft kapotte spaarlampen. Bijna tweederde (64%) weet dat je elektrische apparaten kunt inleveren bij de winkel, vier van de tien (41%) weten dat je kapotte spaarlampen kunt inleveren bij de winkel. Ook hier zien we dat lager opgeleiden en ouderen beter op de hoogte zijn dan hoogopgeleiden en jongvolwassenen. Bewoners van stadsdeel West en Zuid weten minder vaak dan gemiddeld dat spaarlampen in winkels ingeleverd kunnen worden en bewoners van Zuidoost weten dit juist vaker. Bewoners van West weten ook minder vaak dat elektrische apparaten in de winkel ingeleverd kunnen worden en bewoners in Noord weten dat juist wel vaak. 13

Figuur 1.8 Wist u...?, 2012 (n=780, procenten) dat kapotte spaarlampen ingeleverd kunnen worden bij de winkel bij aankoop van een nieuwe? dat oude elektrische apparaten ingeleverd kunnen worden bij een winkel bij een nieuwe aankoop? ja nee geen antwoord % 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 14

2 Gedrag en kennis In dit hoofdstuk wordt nagegaan hoe Amsterdammers aankijken tegen afval scheiden, wat ze ervan weten en of ze ook daadwerkelijk verschillende soorten afval scheiden. In de eerste paragraaf wordt gekeken naar het scheiden van papier/karton, glas en KCA en in de daarop volgende paragrafen naar het aanbieden van grofvuil. 2.1 Scheiden van afval Acht van de tien Amsterdammers vinden het belangrijk om afval te scheiden Drie van de tien respondenten vinden het zeer belangrijk om hun afval gescheiden in te leveren (29%, 2011: 27%) en nog eens vijf van de tien (52%, 2011: 52%) vinden dit belangrijk. Deze resultaten zijn gelijk aan de resultaten uit 2011. Slechts 4% vindt het scheiden van afval (zeer) onbelangrijk (2011: 7%). Bewoners van stadsdeel Zuidoost vinden afval scheiden het minst vaak (zeer) belangrijk (68%). Tabel 2.1 Mate van belang om afval te scheiden en apart in te leveren, 2011 en 2012 (n=970, n=780, procenten) 2011 2012 zeer belangrijk 27 29 belangrijk 52 52 neutraal 13 14 onbelangrijk 5 3 zeer onbelangrijk 2 1 weet ik niet, geen antwoord 1 1 totaal 100 100 Milieu en recycling zijn redenen om afval te scheiden Er is ook gevraagd naar de motivatie om afval te scheiden. De meeste respondenten geven aan dat dat vanwege het milieu is (59%, 2011: 52%), gevolgd door recycling/hergebruik (43%, 2011: 41%). Een klein deel (7%, 201:1 18%) noemt het duurzaamheidsaspect en de makkelijker/efficiënte verwerking (12%). Diegenen die het scheiden van afval niet belangrijk vinden (4%) zijn in twee groepen te verdelen. Het gaat om mensen die niet in het nut of de werking geloven (bijvoorbeeld Omdat ik er niet van overtuigd ben dat het afval ook daadwerkelijk gescheiden wordt verwekt., het is een druppel op de gloeiende plaat, scheiden bij vuilverbrander is veel efficiënter ) en er zijn mensen die het om praktische redenen niet scheiden (bijv. Ik heb er geen ruimte voor in huis ). 15

Afvalwijzer en website stadsdeel belangrijke informatiebronnen Een derde van de ondervraagde Amsterdammers (34%, 2011: 29%) is de afgelopen twee jaar wel eens op zoek geweest naar informatie over het apart houden en het gescheiden inleveren van afval. Aan deze mensen is gevraagd welke bronnen ze daarvoor hebben gebruikt. De helft (47%, 2011: 49%) gebruikt daarvoor de afvalwijzer van het staddeel. Eveneens de helft (46%, 2011: 37%) raadpleegt de website van het stadsdeel, dit is meer dan een jaar geleden. Twee van de tien gebruiken de stadsdeelgids (18%, 2011: 20%) om informatie te zoeken over het scheiden van afval. De website (www.afval.amsterdam) wordt door bijna een vijfde genoemd (16%, 2011: 20%). De gebruikte bronnen verschillen per stadsdeel (zie tabellenbijlage). In Nieuw-West gebruikt men bijvoorbeeld vaker de afvalwijzer van het stadsdeel en minder vaak de website dan in andere stadsdelen en in Zuid wordt de website van het stadsdeel het vaakst gebruikt. Aan de respondenten die geen informatie hebben opgezocht over afval scheiden, is gevraagd welke bronnen ze zouden raadplegen als ze informatie daarover willen. De website van het stadsdeel wordt het vaakst genoemd (44%, 2011: 35%) gevolgd door de afvalwijzer van het stadsdeel (34%, 2011: 31%). Meeste Amsterdammers scheiden glas, papier en chemisch afval Amsterdammers doen al veel aan het scheiden van afval en de percentages zijn ten opzichte van 2011 niet significant veranderd (zie figuur 2.2). Ruim acht van de tien respondenten scheiden altijd glas (85%, 2011: 85%), bijna acht van de tien scheiden altijd papier en karton (76%, 2011: 77%) en bijna acht van de tien scheiden altijd chemisch afval (77%, 75% in 2011). Jongvolwassenen (21 tot en met 34 jaar) scheiden minder vaak dit soort afval dan ouderen. Nog geen drie van de tien Amsterdammers (27%, 2011: 28%) scheiden (altijd of soms) plastic- en kunstofafval, waarvan 15% altijd (2011: 14%). Dat er nog niet in heel Amsterdam de mogelijkheid is om dit te doen, zien we terug in de verschillen tussen stadsdelen; in Oost en Centrum wordt het vaakst plastic gescheiden. Uit een onderzoek naar de resultaten van pilots over plastic scheiden in delen van Oost, Centrum, Nieuw- West en West blijkt dat de meerderheid van de bewoners daar hun plastic afval gescheiden inleveren. Bijna tweederde (62%) van de bewoners in de pilotgebieden levert plastic afval in. In stadsdeel Nieuw-West ligt dit aandeel veel lager; 29% van de bewoners in de pilotgebieden scheidt het plastic afval. In stadsdeel Centrum scheiden de bewoners het vaakst het plastic afval (70% van de bewoners in de pilotgebieden). 2 Acht van de tien ondervraagden (84%) houden kleine elektrische apparaten en dergelijke apart: 63% altijd en 21% soms. Zeven van de tien (69%) houden kapotte spaarlampen apart: 46% altijd en 23% soms. Drie van de tien scheiden dit afval niet. Het scheiden van dit type afval is vrijwel niet veranderd ten opzichte van 2011. Kijken we naar verschillen tussen de stadsdelen dan valt op dat bewoners van Zuidoost vaak niet hun elektrische apparaten en dergelijke apart houden (27% scheidt dit afval niet tegenover 16% gemiddeld). 2 O+S. 1-meting Gescheiden inzameling plastic afval. Amsterdam, mei 2011. 16

Figuur 2.2 Scheidingsgedrag, 2011 en 2012 (n=970 en n=780, procenten) plastic en kunststof 2011 2012 (klein) chemisch afval 2011 2012 glas 2011 altijd soms ik scheid dit afval niet 2012 papier en karton 2011 2012 % 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 Figuur 2.3 Scheidingsgedrag kleine elektrische apparaten en elektronische apparaten en kapotte spaarlampen, 2011 en 2012 (n=970 en n=780, procenten) kapotte spaarlampen 2011 2012 elektrische apparaten 2011 altijd soms ik scheid dit afval niet geen antwoord 2012 % 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 Elektrische apparaten worden het vaakst naar een Afvalpunt gebracht (door 53% van diegenen die het scheiden), daarna bij de winkelier (31%) en de chemokar (22%). 17

Spaarlampen worden ook het vaakst naar een Afvalpunt gebracht (37% van de scheiders) en ook daarna bij de winkelier (26%) en bij de chemokar (23%). Zeventien procent van de mensen die spaarlampen apart houden geeft aan niet te weten waar de spaarlampen in te leveren. Bij de elektrische apparaten is dat 7%. In vergelijking met de vorige meting wordt er vaker bij de winkelier ingeleverd. De chemokar wordt vaker genoemd als inleverpunt voor apparaten en het Afvalpunt wordt voor beide type afval iets vaker genoemd. Respondenten konden ook aangeven dat ze op andere manieren deze afvalvormen scheiden. Vaak genoemd is bij het grofvuil of zomaar op straat want het wordt toch zo opgehaald. Tabel 2.4 Waar scheidt u elektrische apparaten? 2011 en 2012 (meerdere antwoorden mogelijk, procenten onder scheiders) 2011 2012 winkelier 23 31 chemokar 15 22 Afvalpunt 49 53 weet ik niet 12 7 Tabel 2.5 Waar scheidt u de spaarlampen? 2011 en 2012 (meerdere antwoorden mogelijk, procenten onder scheiders) 2011 2012 winkelier 13 26 chemokar 23 23 Afvalpunt 35 37 overig/glasbak 5 11 weet ik niet 19 17 totaal 100 100 Acht van de tien mensen die het afgelopen jaar nieuwe elektrische apparaten hebben gekocht of de afgelopen twee jaar nieuwe spaarlampen, hebben de oude nooit ingeleverd bij de winkel. Meestal kwam dit voort uit onwetendheid. Deze resultaten komen vrijwel overeen met de resultaten uit in 2011. 2.2 Aanbieden van grofvuil Amsterdammers vinden goed aanbieden grofvuil vaker zeer belangrijk Negen van de tien respondenten (93%, 2011: 89%) vinden het (zeer) belangrijk om grofvuil goed aan te bieden. Het aandeel dat dit zeer belangrijk vindt is toegenomen ten opzichte van vorig jaar: van 38% naar 48%. Bijna niemand vindt het onbelangrijk. Amsterdammers vinden het belangrijk om grofvuil goed aan te bieden om zwerfvuil te voorkomen en te zorgen voor een netter straatbeeld (59%). Ook beter voor het milieu (7%), hergebruik/recycling (7%), komt zo op de juist plek terecht (9%) en het is anders asociaal (9%) worden als reden genoemd. Vier respondenten (minder dan 1%) vinden het niet belangrijk om grofvuil goed aan te bieden. Zij geven aan dat het toch wel wordt weggehaald door andere mensen die het mee naar huis nemen of zij vinden dat het gewoon opgehaald moet worden. 18

Tabel 2.6 Mate van belang om grofvuil goed aan te bieden, 2011 en 2012 (n=970 en n=780, procenten) 2011 2012 zeer belangrijk 38 48 belangrijk 51 45 niet belangrijk, maar ook niet onbelangrijk 9 5 onbelangrijk 1 0 zeer onbelangrijk 0 0 weet ik niet 1 1 totaal 100 100 Grofvuil vaker naar Afvalpunt of naar kringloopwinkel gebracht, maar één op de tien biedt grofvuil verkeerd aan Bijna negen van de tien ondervraagde Amsterdammers (86%, 2011: 82%) hebben de afgelopen drie jaar grofvuil gehad. Meestal ging het daarbij om meerdere keren (51%, 35% een enkele keer). Aan deze Amsterdammers is gevraagd wat ze met hun grofvuil gedaan hebben. Grofvuil kan namelijk op verschillende manieren aangeboden worden. Het stadsdeel en de reinigingsdiensten hebben het liefst dat mensen hun grofvuil zelf naar een Afvalpunt brengen, maar het is ook mogelijk om grofvuil aan straat aan te bieden op een door het stadsdeel bepaalde dag. Ten slotte is het in sommige stadsdelen (zoals Centrum) ook mogelijk om contact op te nemen met de reiniging om een afspraak te maken. De meeste respondenten (62%, 2011: 59%) geven aan dat zij hun grofvuil hebben aangeboden op straat op een vaste ophaaldag en nog eens een kwart (24%, 2011: 23%) geeft aan de reiniging gebeld te hebben. Wat opvalt ten opzichte van vorig jaar is dat veel meer mensen hun grofvuil naar een Afvalpunt hebben gebracht (van 26% naar 42%) en veel vaker naar een kringloopwinkel (van 2% naar 18%). In totaal bied 12% het grofvuil verkeerd aan. Zij zetten het grofvuil gewoon op straat (2%) of op een vaste ophaaldag bij een ondergrondse container (10%). Tabel 2.7 Afhandeling grofvuil 2011 en 2012 (n=793 en n=669, procenten, meerdere antwoorden mogelijk) 2011 2012 op vaste ophaaldag voor grofvuil aan de straat gezet 59 62 naar een Afvalpunt gebracht 26 42 gebeld\afspraak gemaakt met reiniging\ stadsdeel 23 24 naar kringloopwinkel gebracht 2 18 op vaste ophaaldag bij ondergrondse vuilcontainer gezet - 10 bij de winkeliers\ bezorgdienst weer ingeleverd 1 4 zomaar op straat gezet - 2 anders, namelijk 1 3 weet ik niet, geen antwoord 1 0 Kennis over afhandeling grofvuil Aan de Amsterdammers die geen grofvuil hadden, is gevraagd of ze weten waar zij met hun grofvuil naartoe kunnen. Zes van de tien noemen daarbij de vaste ophaaldagen en een bijna even groot deel noemt het Afvalpunt (zie tabel 2.8). Het bellen voor een 19

afspraak met reiniging of stadsdeel wordt door bijna de helft genoemd en daarmee vaker dan vorig jaar (48% tegenover 37% in 2011). De kringloopwinkel wordt door drie van de tien respondenten genoemd. Tabel 2.8 Kennis over afhandeling grofvuil 2011 en 2012 (procenten, meerdere antwoorden mogelijk) 2011 (n=177)* 2012 (n=111) op vaste ophaaldag voor grofvuil aan de straat zetten 51 58 naar een Afvalpunt brengen 55 55 bellen voor een afspraak met reiniging\ stadsdeel 37 48 naar kringloopwinkel brengen 29 30 bij de winkeliers\ bezorgdienst weer inleveren 7 7 anders, namelijk 5 1 weet ik niet, geen antwoord 8 3 * In de vorige rapportage over 2011 is deze tabel weergegeven voor alle respondenten (n=970), dus inclusief zij die wel grofvuil hadden. Nu is het, om een goede vergelijking met 2012 mogelijk te maken, alleen weergegeven voor hen die geen grofvuil hadden. Grote bekendheid Afvalpunten Negen van de tien ondervraagden geven aan wel eens van Afvalpunten gehoord te hebben (91%). Dit komt overeen met vorig jaar toen 89% aangaf een of meerdere Afvalpunten te kennen. De Afvalpunten blijken dit jaar veel vaker genoemd te worden als plek waar men het grofvuil in de afgelopen drie jaar heen heeft gebracht (zie tabel 2.7). Wanneer er specifiek naar wordt gevraagd geeft zestig procent aan wel eens grofvuil of andere spullen naar een van de zes Amsterdamse Afvalpunten te hebben gebracht. In stadsdeel West ligt dit aandeel aanzienlijk lager (41%) en in Noord juist hoger (73%). Beloning stimuleert brenggedrag Vervolgens is ook gevraagd of Amsterdammers voor geld bereid zijn het grofvuil naar de Afvalpunten te brengen. Bijna de helft (46%) geeft aan hier eventueel toe bereid te zijn. Ruim een kwart (27%) is daar zeker toe bereid en een iets kleiner deel (19%) zegt dat het afhangt van de beloning. Bijna drie van de tien zeggen het op straat te blijven zetten op de vast ophaaldag (28%) en een bijna even groot deel (27%) geeft aan het niet te weten. Amsterdammers die hun afval nu ook al naar een Afvalpunt brengen zijn logischerwijs enthousiaster over de beloning (40% geeft aan daar zeker toe bereid te zijn), dan mensen die hun afval nu op een vaste ophaaldag aan straat zetten (27%), bij een vuilcontainer plaatsen (26%) of het grofvuil zomaar op straat zetten (12%). Tabel 2.9 Stel dat u voor het zelf brengen van uw grofvuil naar de Afvalpunten geld op uw rekening gestort zou krijgen als beloning? Zou dat voor u een belangrijke reden zijn om uw grofvuil te gaan brengen i.p.v. het op straat te zetten op de vaste ophaaldag?(naar huidige afhandeling) 2012 (n=780, procenten) afvalpunt vaste ophaaldag vaste ophaaldag zomaar op straat totaal op straat bij container ja zeker 40 27 26 12 27 weet ik niet 35 23 28 19 27 hangt af van de hoogte van de beloning 14 20 28 44 19 blijf het op straat zetten 11 30 18 25 28 totaal 100 100 100 100 100 20

Bijna 1 op 5 switcht naar Afvalpunt door geldelijke beloning Van de groep respondenten die het grofvuil op dit moment nog niet naar het Afvalpunt brengt, zegt 18% zeker te switchen bij een geldelijke beloning en alsnog naar een Afvalpunt te gaan. 22% laat dit afhangen van de hoogte van de beloning en 40% blijft het op straat zetten. De rest weet het niet. 2.3 Bekendheid regels aanbieden grofvuil Amsterdammers goed op de hoogte van de regels Aan de Amsterdammers is gevraagd of ze op de hoogte zijn van de regels met betrekking tot het aanbieden van grofvuil in Amsterdam. Evenals in 2011 weten acht van de tien respondenten (81%) dat je geen afval bij de ondergrondse container mag plaatsen. In Noord is men hier nog beter van op de hoogte (90%) en in West juist minder (70%). Jongvolwassenen (21-34 jaar) zijn iets minder vaak op de hoogte van deze regel (74%) dan ouderen. Driekwart (75%, 2011: 76%) weet dat je een boete kan krijgen bij het plaatsen van grofvuil of afval naast de container. Ook hiervan zijn de bewoners van Noord het beste op de hoogte (89%) en de bewoners van West (59%) en Oost (66%) zijn duidelijk minder vaak op de hoogte. De meeste respondenten (90%, 2011 eveneens 90%) weten dat je een boete kan krijgen bij het niet goed aanbieden van grofvuil op de juiste dag en tijd. Figuur 2.10 Kennis afhandeling grofvuil en ander afval, 2011 en 2012 (n=970, n=780, procenten) Wist u dat u een flinke boete kunt krijgen als u het grofvuil op de verkeerde dag en tijd op straat zet? 2011 2012 Wist u dat u een flinke boete kunt krijgen als u toch grofvuil of ander afval bij een ondergrondse container zet? 2011 2012 Wist u dat grofvuil nooit bij een ondergrondse container gezet moet worden? 2011 ja, dat weet ik geen antwoord nee, dat weet ik niet 2012 % 0 20 40 60 80 100 21

22

3 Leefbaarheid op straat In dit hoofdstuk wordt beschreven in hoeverre Amsterdammers zich ergeren aan afval op straat en bij de container. Ook wordt gevraagd naar het initiatief van de nieuwe campagne om samen de buurt schoon te houden en de medewerking die respondenten hieraan zouden willen verlenen. 3.1 Ergernis over afval bij de container Amsterdammers vinden dat er vaker vuil naast de container staat Aan de respondenten die een vuilcontainer in de buurt hebben (62%) is gevraagd of er wel eens huisvuil, grofvuil of ander afval bij de container staat. Vrijwel iedereen geeft aan dat dit wel eens (soms of vaak) het geval is (94%). Men geeft veel vaker dan in 2009 aan dat er vaak sprake is van afval bij de containers: 56% tegenover 39% in 2011. Tabel 3.1 Staat er bij u wel eens huisvuil, grofvuil of ander afval bij de container? 2009 en 2012 (n=319 en n=522, procenten) 2009 2012 ja vaak 39 56 soms 39 38 nee 21 4 weet niet, geen antwoord 1 2 totaal 100 100 Meer ergernis bij bewoners over vuil bij de container De mensen die van mening zijn dat er wel eens afval bij de container ligt, is gevraagd in hoeverre zij zich daaraan ergeren. De ergernis hierover is groot: bijna acht van de tien ergeren zich hier (erg) aan. Een op de tien ergert zich niet hieraan (10%), in 2009 gold dat nog voor ruim twee van de tien (22%). Ouderen ergeren zich vaker aan naast de container geplaatst afval dan jongeren. 23

Figuur 3.2 Mate van ergernis over het zetten van afval bij de container, 2009 en 2012 (n=248 en n=491, procenten) 2009 het ergert me heel erg het ergert me neutraal het ergert me niet 2012 het ergert me helemaal niet % 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 3.2 Ergernis over afval op straat en zwerfvuil Amsterdammers vinden dat er vaker vuil op straat ligt Acht van de tien respondenten (82%) vinden dat er wel eens huisvuil, grofvuil of ander afval zomaar op straat staat. Men constateert dit veel vaker dan in 2009 toen 67% vond dar er wel eens huisvuil, grofvuil of ander afval zomaar op straat staat. Men geeft vooral meer aan dat het vaak voorkomt (van 27% naar 37%). Tabel 3.3 Staat er bij u in de straat wel eens huisvuil, grofvuil of ander afval zomaar op straat? 2009 en 2012 (n=319 en n=780, procenten) 2009 2012 ja vaak 27 37 soms 40 45 nee 32 18 weet niet, geen antwoord 1 1 totaal 100 100 Meer ergernis bij bewoners over vuil op straat Ook de ergernis over vuil op straat is toegenomen. Ruim negen van de tien respondenten (92%) die vinden dat er wel eens vuil op straat staat ergeren zich daaraan. Zij ergeren zich vooral vaker in sterke mate hieraan (49% tegenover 36% in 2009). 24

Figuur 3.4 Mate van ergernis over zomaar op straat zetten van afval, 2009 en 2012 (n=112 en n=634, procenten) 2009 het ergert me heel erg het ergert me neutraal het ergert me niet 2012 het ergert me helemaal niet % 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 Dit jaar is ook specifiek gevraagd naar ergernis aan zwerfvuil bij take-aways, snackbars en dergelijke. Bijna iedereen ergert zich daar wel eens aan (88%): 53% vaak, 35% soms. Evenals in 2009 is aan de Amsterdammers gevraagd wie ze het meest verantwoordelijk achten voor een schone stad. De meeste respondenten geven aan dat inwoners zelf de meeste verantwoordelijkheid hiervoor hebben. Daarna wordt de gemeente genoemd, daarna het bedrijfsleven en tot slot de bezoekers aan Amsterdam. Deze resultaten komen overeen met die van 2009. 3.3 Campagne om buurt schoon te houden Bijna iedereen positief over nieuwe campagne Binnenkort gaat een campagne van start om bewoners te stimuleren om samen de buurt schoon te houden. Aan de respondenten is gevraagd wat ze van dit initiatief vinden. Acht van de tien vinden dat een (zeer) goed initiatief, 15% is neutraal of heeft geen mening en een enkeling is er negatief over (1%). Ruim een kwart geeft aan bereid te zijn mee te doen aan de actie (27%) en ruim de helft zegt dat dat ervan afhangt (52%). Een relatief klein deel, 17%, zegt niet mee te willen doen. Bewoners van Noord zeggen vaker hiertoe niet bereid te zijn (27%), evenals bewoners van Nieuw-West (23%, zie figuur 3.5). Laagopgeleiden, ouderen (65+) en mensen met een laag inkomen geven minder vaak aan dat zij bereid zijn mee te doen dan gemiddeld. 25

Figuur 3.5 Bent u bereid mee te doen aan deze actie?, naar stadsdeel, 2012 (procenten) totaal Zuidoost Noord Oost Zuid Nieuw-West ja hangt er van af nee weet ik niet West Centrum % 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 Diegenen die aangaven (eventueel) mee te willen doen is vervolgens gevraagd naar wat ze dan zelf zouden kunnen doen. Het vaakst genoemd worden het zelf netjes met vuil omgaan, je aan de regels houden en meehelpen de buurt schoon te houden, door bijvoorbeeld de eigen stoep te vegen of zwerfvuil op te ruimen. Ook nog genoemd werden: mensen aanspreken op gedrag en voorlichting geven. Aan de respondenten is een aantal activiteiten voorgelegd en gevraagd welke bij de respondent zouden passen. Vrijwel ieder van hen (99%) geeft aan dat het zelf zo goed mogelijk omgaan met het aanbieden van het eigen grofvuil en ander afval het best bij hem/haar zou passen. Daarna wordt de reiniging bellen (50%) of het aanspreken van anderen het vaakst genoemd (44%). Een actieposter voor het raam hangen wordt door een kwart als passend bij zichzelf gezien. Het aanspreken van iemand die zijn grofvuil bij de container zet, wordt door bewoners van Zuidoost minder vaak genoemd dan gemiddeld (31%). Bewoners van stadsdeel Zuid zijn relatief vaak bereid een actieposter voor deze campagne op te hangen (39%). 26

4 Profielschets nieuwe scheider Net als verleden jaar vragen wij ons in dit hoofdstuk af of Amsterdammers aan het profiel van de nieuwe scheider voldoen. De nieuwe scheider vindt scheiden belangrijk en scheidt vrijwel alle afval. De groepen zijn als volgt gedefinieerd: Groep 1; vindt scheiden belangrijk en doet het altijd goed (ook grofvuil). Deze groep wordt de Nieuwe Scheider genoemd Groep 2; vindt scheiden belangrijk, is ook bereid te scheiden, maar doet het soms wel en soms nog niet altijd goed. Deze groep wordt de High Potentials genoemd Groep 3; belang neutraal, scheidt soms wel en soms niet Groep 4; vindt scheiden onbelangrijk en doet het vaak nog niet goed De groep overig is een restcategorie en bestaat uit kleinere groepen respondenten met specifieke scheidingspatronen en gedachten over scheiden. Het betreft hier bijvoorbeeld Amsterdammers die aangeven geen mening te hebben over scheiden en ook niet weten of ze bepaalde afvalproducten scheiden. Aandeel nieuwe scheiders licht gestegen Verleden jaar was één op de vijf Amsterdammers (22%) is een nieuwe scheider. Dit jaar is dat 25%. Het aandeel high potentials is ook licht gestegen, van 44% tot 47%. Net als verleden jaar is het aandeel high potentials onder jongeren relatief groot. In Centrum, Noord en Oost is het aandeel nieuwe scheiders het hoogst. 27

Figuur 4.1a Scheidingsprofielen naar groepen Amsterdammers,2012 (percentage) 21 t/m 34 jaar 35 t/m 49 jaar 50 t/m 64 jaar 65 jaar en ouder vindt scheiden belangrijk en scheidt alles lage opleiding midden hoge opleiding 1350 euro per maand of minder 1351 euro en 1750 euro per maand 1750 euro en 3050 euro per maand vindt scheiden belangrijk, scheidt veel, maar nog niet alles vindt scheiden soms wel en soms niet belangrijk en scheidt nog niet alles vindt scheiden onbelangrijk en scheidt nog niet alles overig meer dan 3050 euro per maand netto totaal 2012 totaal 2011 0 20 40 60 80 100 Figuur 4.1b Scheidingsprofielen naar stadsdeel, 2012 (percentage) Centrum West vindt scheiden belangrijk en scheidt alles Nieuw-West Zuid Oost vindt scheiden belangrijk, scheidt veel, maar nog niet alles vindt scheiden soms wel en soms niet belangrijk en scheidt nog niet alles vindt scheiden onbelangrijk en scheidt nog niet alles Noord overig Zuidoost 0 20 40 60 80 100 28

Bijlage toonmateriaal 29