Jaarverslag 2011. Voorjaarsnota. Begroting. Bestuursrapportage no. 1. Bestuursrapportage no. 2. Jaarrekening en jaarverslag



Vergelijkbare documenten
Bestuursrapportage 2011 no. 2 (januari tot en met december 2011)

Bijgaand ontvangt u ter kennisneming het ontwerp van de door ons college uit te brengen bestuursrapportage 2011 no. 2 (dm.nr ).

Bijlage1 : vervallen prestatie-indicatoren uit Begroting 2014

Bestuursrapportage 2011 no. 1 (januari tot en met juni 2011)

Bestuursrapportage 2012 no. 2

AGENDAPUNT 4a. Onderwerp: Bestuursrapportage 2012 no. 1 Nummer: Voorstel

Algemeen Bestuur. De commissie heeft geadviseerd het voorstel door te geleiden voor besluitvorming in het Algemeen Bestuur

Voorstel: Bijgaand ontvangt u ter consultering het ontwerp van de door ons college uit te brengen bestuursrapportage 2012 no.2 (DM ).

Inhoud De Programmaverantwoording... 3 Paragrafen... 28

AGENDAPUNT 3.3 ONTWERP. Onderwerp: Ontwerp begroting 2015 Nummer: Voorstel

Overzicht vragen en antwoorden rekeningcommissie gehouden op 10 mei 2010.


Onderwerp: Bestuursrapportage 2010 no. 2 Nummer: Dit onderwerp wordt geagendeerd ter kennisneming ter consultering ter advisering

Rapportage 3 e kwartaal 2018 Waterschap Hunze en Aa s

Bestuursrapportage 2014 waterschap Vechtstromen Versie 24 november 2015

NOTA WEERSTANDSVERMOGEN RECREATIESCHAP VOORNE-PUTTEN-ROZENBURG

Rapportage 3 e kwartaal 2018 Waterschap Noorderzijlvest

AGENDAPUNT 10. Onderwerp: Bestuursrapportage 2013 no. 2 Nummer: Voorstel

Jaarrapportage 2018 Waterschap Hunze en Aa s

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

Bijlage bij raadsvoorstel nr Nota Risicomanagement & Weerstandsvermogen

VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

Rapportage 2 e kwartaal 2018 Waterschap Hunze en Aa s

Onderwerp: Bestuursrapportage 2014 nr. 1 Nummer: Dit onderwerp wordt geagendeerd ter kennisneming ter consultering ter advisering

Kwaliteit begrotingsprogramma's Gemeente Dordrecht Bijlage 2

DATUM BEHANDELING IN D&H 21 [Tiei 2013

11.2. Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Jaarrapportage 2018 Gemeente Groningen

Bestuursrapportage 2013 no. 1 (januari tot en met maart 2013)

TARIEVENNOTA november 2018

II. De Nota risicomanagement Delfland vast te stellen met onder meer de volgende bepalingen:

Bestuursrapportage 2014 no. 2 (januari tot en met juni 2014)

Rapportage 2 e kwartaal 2018 Waterschap Noorderzijlvest

Beleidsnotitie reserves en voorzieningen (inclusief risicomanagement / weerstandsvermogen)

Deze rapportage is opgedeeld in een rapportage over de opbrengsten van de voorgaande jaren en de opbrengst in het huidige belastingjaar.

Tariefbepaling waterschapsbelasting

Waterschap Vallei en Veluwe Meerjarenperspectief

Leggers actueel, betrouwbaar en compleet. Waterkeringen op orde Waterkeringen zijn getoetst Conform procesafspraken met PZH en inspectie V&W

4.2 Weerstandsvermogen

Exclusief kwijtschelding/ oninbaar. Watersysteem Zuiveren

AGENDAPUNT 4.5.A/ 5.5 B ONTWERP. Onderwerp: Wijziging belastingverordeningen voor 2015 Nummer: Voorstel

ALGEMENE VERGADERING. Relevante kaders Waterschapswet Waterschapsbesluit. Lelystad, 7 mei het college van Dijkgraaf en Heemraden,

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

2e wijziging programmabegroting

ALGEMENE VERGADERING. 29 september 2011 Planvorming Waterbeheer

Bijlage I: Kostentoerekening 2012

Financieel Jaarverslag 2014

Ontwerp begroting 2013

1 Begroting in één oogopslag... 3

Pagina 1. grondwater- Watersysteem- Zuiverings- Wegenbeheer? beheer beheer beheer ** Planvorming

Gelet op het bepaalde in artikel 10, vijfde lid, van de verordening beleids- en verantwoordingsfunctie Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden;

1. Voorstel aan commissie

FINANCIËLE VERORDENING RECREATIESCHAP DOBBEPLAS

AGENDAPUNT 3.6 ONTWERP. Onderwerp: Wijziging belastingverordeningen voor 2015 Nummer: Voorstel

Rapportage 3 e kwartaal 2018 Gemeente Groningen

Waterschap. Vallei en Veluwe. Meerjarenperspectief

Doel van de notitie: vaststelling van de Begroting 2013 en de tarieven voor de heffing van de waterschapsbelastingen

F. Buijserd Burgemeester

VOORSTEL AAN HET COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HEEMRADEN

Aan. V. Doorn. Portefeuillehouder

AGENDAPUNT 9 ONTWERP. Onderwerp: Krediet renovatie rwzi De Meern Nummer: Voorstel. Het college stelt u voor om

1 e kwartaalrapportage 2015 NZV

Nota Risicomanagement en weerstandsvermogen BghU 2018

Grip op Financiën. 13 januari 2015 Sector Control

FAZ: Ja Opdrachtgever: Klaas de Veen

Bestuursrapportage 2010 no. 2 (januari tot en met december 2010)

Nota reserves en voorzieningen

Aan Verenigde Vergadering JAARREKENING Gevraagd besluit Verenigde Vergadering

./. Hierbij doe ik u toekomen een concept-notitie aan de commissie Financiën inzake de eerste triaalrapportage per 30 april 2007.

Nota risicomanagement 2014

Nota reserves, weerstandsvermogen en solvabiliteit RAD Hoeksche Waard

Raadsvergadering van 1 november 2012 Agendanummer: 5

1 e HERZIENING BEGROTING Omgevingsdienst Brabant Noord

Commissie Bestuur, Middelen & Waterketen. 9 december Commissie Water & Wegen. Datum vergadering CHI. 16 december 2015

C2.ľ3b bö DIV.STAN Bv// FPc

Artikel 1. Definities

FAZ: Ja Opdrachtgever: Klaas de Veen

Notitie Weerstandsvermogen Veiligheidsregio Amsterdam Amstelland

(pagina 3) (pagina 6)

Notitie Rentebeleid 2007

algemeen bestuur (financiële producten) Beraadslagen en besluiten Nee

Gelet op het bepaalde in artikel 10, vijfde lid, van de verordening beleids- en verantwoordingsfunctie Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden;

Voorstel aan algemeen bestuur

Presentatie voor de gemeenteraad van Haarlem. Jaarverslag en jaarrekening 2013

A L G E M E E N B E S T U U R

Notitie financiële positie gemeente Pekela

ALGEMENE VERGADERING. Lelystad 21 april 2011, het college van Dijkgraaf en Heemraden, 26 mei 2011 SMO / Financiën. 21 april 2011 B.C.

Onderstaande tabel geeft het verloop weer van onze huidige langlopende geldleningen.

Beheerbegroting. Versie: D&H 29 Oktober Inclusief verplichte bijlagen en overige uitvoeringsinformatie

ALGEMEEN BESTUUR. Argumenten 1.1 Prognose eindstand traject 1 (Oostersluis-Bronssluis) Eemskanaal ligt ,- onder uitvoeringskrediet

Avalex Verkorte jaarrekening 2011 Balans, Resultatenoverzicht en beknopte toelichting

HoogheemTaadschap van Delfland

Rapportage 2 e kwartaal 2016 Wetterskip Fryslân

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Nota reserves en voorzieningen

Begroting Intergemeentelijke Werkvoorziening Gennep, Mook en Middelaar (IWGM)

advies Jaarrekening 2013 Gemeenschappelijke Regeling Breed

documentnr.: INT/C/16/24902 zaaknr.: Z/C/16/27528 Raadsvoorstel

Transcriptie:

Jaarverslag Vast te stellen door het algemeen bestuur op 4 juli 2012 DOCS-#517015-v2-Jaarverslag_HDSR_.DOC Voorjaarsnota Begroting Bestuursrapportage no. 1 Bestuursrapportage no. 2 Jaarrekening en jaarverslag

Inhoud 1. De Programmaverantwoording... 3 1.1 Primaire en regionale waterkeringen... 4 1.2 Calamiteitenzorg... 5 1.3 Watersysteembeheer... 6 1.4 Nationaal Bestuursakkoord Water... 10 1.5 Kwaliteit van het oppervlaktewater... 12 1.6 Zuiveringsbeheer... 16 1.7 Lastendruk... 20 1.8 Tevredenheid belanghebbenden... 22 1.9 Maatschappelijk verantwoord ondernemen... 24 1.10 Niet afgeronde prestatie-indicatoren... 25 1.11 Financieel beeld... 26 2. Paragrafen... 29 2.1 Ontwikkelingen in het begrotingsjaar... 29 2.2 Incidentele kosten en overige opbrengsten... 29 2.3 Onttrekkingen aan overige bestemmingsreserves en voorzieningen... 29 2.4 Waterschapsbelastingen... 29 2.5 Weerstandsvermogen... 30 2.6 Financiering... 33 2.7 Verbonden partijen... 36 2.8 Bedrijfsvoering... 37 2.9 EMU-saldo... 45 2.10 Topinkomens... 46 Bijlage 1: Afkortingen en begrippen... 47 Bijlage 2: Niet afgeronde prestatie-indicatoren... 49 Bijlage 3: Moties Algemeen Bestuur... 52 2

1. De Programmaverantwoording Inleiding Conform het bepaalde in artikel 4.27 van het Waterschapsbesluit bestaat het jaarverslag uit: de programmaverantwoording; de paragrafen. Programmaverantwoording De programmaverantwoording bevat overeenkomstig het Waterschapsbesluit artikel 4.29 de verantwoording over de realisatie van het programmaplan uit de begroting en biedt per programma inzicht in: 1. de mate waarin de doelstellingen zijn gerealiseerd; 2. de wijze waarop getracht is de beoogde effecten te bereiken; 3. de gerealiseerde netto-kosten in relatie tot de daarvoor in de begroting opgenomen bedragen; 4. belangrijke afwijkingen tussen de realisatie in de jaarverslaggeving en de plannen in de begroting, waarbij een analyse plaatsvindt. De programmaverantwoording omvat daarnaast het totaal van kosten en opbrengsten van het waterschap. Ad. 1 en 2 de doelstellingen De geleverde prestaties beoordelen we aan de hand van de volgende criteria: Kwaliteit (K); Tijd (T); Geld (G). In onderscheiden we 17 doelstellingen en 73 PI. Van de 73 PI hebben er 33 een afwijkend kleuroordeel (Tabel 1). Deze zijn per programma toegelicht. Als kwaliteit en tijd in meer of mindere mate achterblijven bij de afspraken die gemaakt zijn, worden deze oranje of zelfs rood beoordeeld. Hierbij is het relevant welke toekomstige acties moeten worden ondernomen om de gestelde doelen alsnog te behalen. Het criterium geld wordt vaak groen beoordeeld, tenzij er een overschrijding van het krediet is, dan volgt het oordeel oranje of rood, afhankelijk van de mate en reden van overschrijding. Tabel 1 Kleuroordeel en definitie Definitie Kleuroordeel goed op schema +/+ voldoende, niet op schema maar niet kritisch +/- onvoldoende, niet op schema en kritisch -/- Ad. 3 en 4 financieel beeld Daarnaast geeft het jaarverslag inzicht in de gerealiseerde netto-kosten met een toelichting op belangrijke afwijkingen alsmede het totaal van kosten en opbrengsten van het waterschap. 3

Thema Veiligheid 1.1 Primaire en regionale waterkeringen Doelstelling 1 - Waterkeringen voldoen aan de normen Nr. Maatregel PI/afspraak Realisatie t/m 2010 Norm Realisatie Einddoelstelling K T G 01. Opstellen GOP primaire waterkeringen Bestuurlijk vastgesteld GOP - GOP vastgesteld Project is opgestart GOP gereed in +/+ -/- +/+ 02. Uitvoeren van toetsing van de regionale waterkeringen Toetsverslag vastgesteld door college mei 2012-80% gedetailleerde toetsing gereed 80% Toetsing gereed in 2012 03. Uitvoeren van het Groot Onderhoudsplan Regionale waterkeringen Aantal kilometers uitgevoerde kadeverbetering per jaar 129 km voorbereid en 128 km gereed 19 km voorbereid 12 km gereed 19 km voorbereid 5 km gereed 316 kilometer in 2020 volgens norm gereed +/+ +/- +/+ 04. Opstellen van een beleidsnota overige waterkeringen Bestuurlijk vastgestelde beleidsnota overige waterkeringen - Vastgestelde nota Plan van aanpak gereed + pilot opgestart Beleidsplan vastgesteld in +/+ -/- +/+ 05. Opstellen van legger voor alle waterkeringen Bestuurlijk vastgestelde legger - Legger overige waterkeringen vastgesteld Nee Vastgestelde legger in -/- -/- -/- 06. Evalueren en bijstellen beheer- en beleidsplan waterkeringen Bestuurlijk vastgesteld beleidsplan - Beleidsplan vastgesteld Concept 80% gereed Beleidsplan waterkeringen gereed in +/+ +/- +/+ Doelstelling 2 - Het beperken van de gevolgen van overstromingen Nr. Maatregel PI/afspraak Realisatie t/m 2010 Norm Realisatie Einddoelstelling K T G 07. Opstellen van een compartimenteringsplan voor de boezem HDSR Bestuurlijk vastgesteld compartimenteringsplan - Vastgesteld compartimenteringsplan Studie compartimentering is uitgevoerd Plan vastgesteld in +/+ -/- +/+ Doelstelling 3 - Waterkeringen worden niet door muskusratten verzwakt Nr. Maatregel PI/afspraak Realisatie t/m 2010 Norm Realisatie Einddoelstelling K T G 08. Bestrijden van muskusratten Aantal muskusratten vangsten per uur 0,31 vangsten per uur 0,23 vangsten per uur 0,17 vangsten per uur 0,17 vangsten per uur in 2013 4

Toelichting Prestatie-indicator nr. 1 Vanwege de extra inspanningen rondom het project Veiligheid Centraal Holland is het GOP primaire waterkeringen pas in de tweede helft van opgepakt. Het GOP primaire waterkeringen wordt in 2012 aan het AB voorgelegd (conform begroting 2012). Prestatie-indicator nr.3 Conform de verwachting van juli jl. is er in 5 km kade toegevoegd aan het aantal km regionale waterkering dat voldoet aan de toetsingscriteria. Ter compensatie van het lagere aantal km gereed, ten opzichte van oorspronkelijk gepland, is in 6 km meer in voorbereiding genomen. Hiervan is van 19 km de voorbereiding ook daadwerkelijk afgerond. Van de overige 6 km is de voorbereiding in vergevorderd stadium en zal deze in 2012 afgerond worden. Deze vertraging heeft geen nadelige consequenties voor het bereiken van de einddoelstelling van het GOP. Het aantal km is wel voor 2020 gereed en de vertraging heeft geen invloed op de overige planning. Prestatie-indicator nr.4 Vanwege de extra inspanningen rondom het project Veiligheid Centraal Holland is de beleidsnota overige waterkeringen in de tweede helft van opgepakt. Het plan van aanpak is ambtelijk gereed en er is een pilot opgestart rondom het Eiland van Schalkwijk. Verdere uitwerking en vaststelling vindt plaats in de 2 e helft van 2012 (conform begroting 2012). Prestatie-indicator nr.5 Het kunnen starten met het opstellen van de legger overige waterkeringen is afhankelijk van de criteria die vastgesteld worden in de beleidsnota overige waterkeringen (prestatie-indicator 4). De vertraging in het opstellen van de beleidsnota heeft hiermee direct ook het opstellen van de legger vertraagd. In wordt gestart met het opstellen van de legger overige keringen op basis van de concept criteria. Onder voorbehoud van de bestuurlijke vaststelling van de beleidsnota (2012) kan de legger overige waterkeringen eind 2012 bestuurlijk worden vastgesteld. Het betreft hier de legger voor de overige waterkeringen. Dit is slechts een beperkt aantal van het totaal, omdat het overgrote deel onder de primaire en regionale keringen valt. Voor zowel de primaire als de regionale keringen beschikken we over leggers. Prestatie-indicator nr.6 Het Conceptbeleidsplan is voor 80% gereed en zal (conform begroting 2012) in 2012 door het college worden vastgesteld. Prestatie-indicator nr. 7 De studie naar mogelijkheden voor compartimentering van de boezem is uitgevoerd. In het 1e kwartaal van 2012 wordt het resultaat in het college besproken met een plan van aanpak om te komen tot een compartimenteringsplan (conform begroting 2012). 1.2 Calamiteitenzorg Doelstelling 4 - Een doelmatig functionerend calamiteitenzorgsysteem Nr. Maatregel PI/afspraak Realisatie t/m 2010 Norm Realisatie Einddoelstelling K T G 09. Oefenen van de calamiteitenorganisatie Aantal oefeningen 2 oefeningen (1 met gemeenten en 1 intern) 5 oefeningen (2 met gemeenten en 3 intern) 5 oefeningen (2 met gemeenten en 3 intern) en 2 calamiteiten (hoog water en droogte) Doelmatig functionerend calamiteitenzorgsysteem 5

Thema Voldoende water 1.3 Watersysteembeheer Doelstelling 5 - Een waterregime dat aansluit op de functies van het gebied Nr. Maatregel PI/afspraak Realisatie t/m 2010 Norm Realisatie Einddoelstelling K T G 10. Opstellen beleidsnota beperken van de negatieve effecten van droogte Bestuurlijk vastgestelde beleidsnota - Studie naar effecten uitgevoerd Ja Beleidsnota gereed in 2012 11. Uitvoeren GOP Kunstwerken Aantal gerenoveerde kunstwerken per jaar 80 8 8 209 stuks kunstwerken in 2015 in goede staat 12. Opstellen communicatieplan "waterverdeling tijdens droogte" Bestuurlijk vastgesteld communicatieplan - Vastgesteld plan Ja Vastgesteld plan in 13. Inrichten grondwatermonitoringssysteem Een operationeel monitoringsysteem - 100% gereed 100% Het monitoringsysteem is gereed in 14. Renoveren cultuurhistorische oevers Aantal km hersteld - 3,5 kilometer gerealiseerd 0 km 3,5 kilometer Oever-project stad Utrecht is afgerond in +/+ -/- +/- 15. Uitvoeren van GOP en WGP oevers Aantal kilometer verbeterde harde oevers per jaar 29,5 km 4,6 km 0,5 km GOP Oevers 2003-2013, 37 km oever hersteld +/+ -/- +/+ 16. Uitvoeren van GOP en WGP oevers Aantal kilometer natuurvriendelijke oevers 9,5 km 10,9 km 8,4 km Duurzame en robuuste inrichting van oevers +/+ +/- +/+ 17. Uitvoeren baggerjaarplan Aantal kuubs (m3) per jaar 3.951.000 325.000 349.000 Baggerachterstand in 2016 weggewerkt (5,9 miljoen kuub) 18. Opstellen beleidsplan GGOR Bestuurlijk vastgesteld beleidsplan - Vastgestelde beleidsnota Ja Nota in vastgesteld 19. Actualiseren peilbesluiten. Cumulatief percentage gebied dat een actueel bestuurlijk vastgesteld peilbesluit heeft. 50% 66% 50% In 2015 zijn alle (79% van het gebied) peilbesluiten actueel (niet ouder dan 10 jaar) +/+ -/- +/+ 6

Toelichting Prestatie-indicator nr. 14 De complexiteit van de aanbesteding heeft voor de vertraging gezorgd in dit project. De uitvoering wordt geheel in 2012 ter hand genomen. Prestatie-indicator nr. 15 In deze 4,6 km zijn abusievelijk de 3,5 km van Stadsbuitengracht opgenomen. Van de geplande lengte van 1,1 km is 0,5 km gerealiseerd. De voorbereiding met aangelanden in het project Kromme Rijn, Schoudermantel heeft meer tijd gekost dan voorzien. Naar verwachting kan dit project in 2012 worden afgerond. Prestatie-indicator nr. 16 De norm van 10,9 km betreft deels projecten voor EVZ en KRW die ook horen bij de doelstelling aanleggen van natuurvriendelijke oevers in het programma waterkwaliteit. Vanuit het GOP oevers is in 8,4 km natuurvriendelijke oever aangelegd. De inrichting van de nieuwe maalvliet Gemaal Houtkade en uitvoering van het WGP Lanbroekerwetering hebben meer tijd gekost dan voorzien. Prestatie-indicator nr. 19 Het beoogde percentage met actuele peilbesluiten wordt niet gehaald om de volgende redenen. Voor peilbesluit Lopikerwaard waren peilafwegingen per bodemtype nodig op basis van de nieuwe beleidslijnen uit de beleidsnota Peilbeheer. Omdat dit in de streek gevoelig ligt is ook een intensiever gebiedsproces nodig. Hierdoor schuift de bestuurlijke vaststelling door naar 2012. Door inhuur van extra capaciteit wordt de voortgang ondersteund. 7

Doelstelling 5 - Een waterregime dat aansluit op de functies van het gebied Nr. Maatregel PI/afspraak Realisatie t/m 2010 Norm Realisatie Einddoelstelling K T G 20. Verbeteren sturing en monitoring oppervlakte watersysteem Vernieuwd CAW-systeem - Implementatie in organisatie Ja In 2013 is het CAW vernieuwd. +/+ +/+ +/- 21. Uitvoeren meetplan oppervlaktewatersysteem Uitgevoerde maatregelen meetplan - 50% maatregelen meetplan gerealiseerd 50% In 2013 is het meetplan uitgevoerd. 22. Op orde brengen van de waterhuishouding in de TOP verdroogde gebieden. Cumulatief aantal verdroogde gebieden waar waterhuishouding op orde is 4 4 4 6 Topgebieden zijn op orde in 2013 23. Opstellen watergebiedsplannen inclusief sub-top en overige gebieden Cumulatief aantal bestuurlijk vastgestelde watergebiedsplannen 6 6 6 In 2020 zijn alle 7 watergebiedsplannen uitgevoerd 24. Uitvoeren integrale watergebiedsplannen Cumulatief aantal uitgevoerde watergebiedsplannen 0 1 1 In 2020 zijn alle 7 watergebiedsplannen uitgevoerd Doelstelling 6 - Realiseren van een duurzaam, klimaatbestendig en veilig functionerend watersysteem Nr. Maatregel PI/afspraak Realisatie t/m 2010 Norm Realisatie Einddoelstelling K T G 25. Opstellen planadvies watersysteem Rijnenburg aan gemeente Utrecht Bestuurlijk vastgesteld planadvies. - Planadvies vastgesteld Nee Vastgesteld plan in +/+ +/- +/+ 26. Opstellen legger watersysteem Bestuurlijk vastgestelde legger Plan van Aanpak Uitvoeren plan van aanpak Ja In 2012 is legger vastgesteld 8

Toelichting Prestatie-indicator nr. 20 Bij de monitoring van de waterkwantiteit leidt de upgrade van het CAW-systeem tot meer aanpassingen op de bestaande systemen dan was voorzien. Bovendien hebben extra testen naar alle locaties tot hogere telefoonkosten geleid. Hierdoor is er een overschrijding van 0,1 miljoen euro. Prestatie-indicator nr. 25 In het overleg over de realisatie van Rijnenburg is door de gemeente Utrecht een tussenfase ingelast om de marktpartijen de mogelijkheid te geven met een alternatief plan te komen. Daardoor is de realisatie vertraagd ten opzichte van eerdere planningen. Inmiddels hebben de marktpartijen een eigen plan gepresenteerd, dat goed door de gemeente is ontvangen. Naar verwachting wordt het planproces binnenkort weer met alle overheidspartijen opgestart. Pas dan beschikken wij over de juiste informatie om het planadvies op te stellen en voor bestuurlijke besluitvorming voor te leggen. De bestuurlijke besluitvorming is naar verwachting in de eerste helft van 2012. 9

1.4 Nationaal Bestuursakkoord Water Doelstelling 7 - De regionale watersystemen zijn in 2015/2027 conform NBW-actueel op orde Nr. Maatregel PI/afspraak Realisatie t/m 2010 Norm Realisatie Einddoelstelling K T G 27. Opstellen beleidsnotitie stedelijk waterbeheer Bestuurlijk vastgestelde beleidsnotitie - Vaststellen van beleidsnotitie Nee Vaststellen van beleidsnotitie in +/+ -/- +/+ 28. Uitvoeren tweede toetsing wateropgave Bestuurlijk vastgesteld toetsingsresultaat - Resultaat toetsing Nee In 2012 toetsingsresultaat bestuurlijk vastgesteld. +/+ -/- +/+ 29. Uitvoeren van NBW maatregelen Cumulatief aantal WGP waarin NBWmaatregelen uitgevoerd zijn - 1 1 In 2015 zijn de NBW maatregelen uitgevoerd in WGP s 10

Toelichting Prestatie-indicator nr. 27 Het opstellen van de beleidsnotitie stedelijk waterbeheer is in 2010 gestart. Vanwege de complexiteit van het onderwerp is besteed aan een goede bestuurlijke beeldvorming voorafgaand aan de besluitvorming. Naar verwachting zal de notitie in 2012 worden vastgesteld. Prestatie-indicator nr. 28 De toetsing is in begonnen. Het verwerken van een grote hoeveelheid verbeterde data in het beheerregister vergde enkele maanden extra tijd. De resultaten worden in het najaar van 2012 vastgesteld. 11

Thema Schoon water 1.5 Kwaliteit van het oppervlaktewater Doelstelling 8 - Verbetering van de kwaliteit van het oppervlaktewater Nr. Maatregel PI/afspraak Realisatie t/m 2010 Norm Realisatie Einddoelstelling K T G 30. Uitvoeren synergieproject Grecht Uitvoering synergieproject Voorbereiding Uitvoering Ja Waterberging en natuurontwikkeling gereed in 2015 31. Uitvoeren synergieproject Kromme Rijn Uitvoering synergieproject Voorbereiding en start uitvoering Uitvoering Ja Synergieproject gereed in 2015. 32. Deelname in synergieproject Schoon water van de gemeente Utrecht voor waterlichaam Maartensdijk en Vecht Uitgevoerd synergieproject - Voorbereiding Ja Synergieproject gereed in 2015 33. Uitvoeren synergieproject herinrichting Haarrijn- Ouwenaar Uitgevoerd synergieproject Haalbaarheidsstudie Start uitvoering Ja Aanleg NVO in boezem, verplaatsen gemaal Haarrijn en herinrichten voormalige boezem gereed in 2015 34. Opstellen Emissiebeheerplan Opgesteld emissiebeheerplan - Opstellen plan Nee Vastgesteld emissiebeheerplan in 2012 +/+ +/- +/+ 35. Aanleggen natuurvriendelijke oevers Cumulatief aantal aangelegde kilometers oever 77 km 91,7 km 85,5 km 144 km gerealiseerd in 2018 conform Europese en landelijke normen +/+ +/- +/+ 36. Vispasseerbaar maken van kunstwerken Aantal gerealiseerde vispassages per jaar 2 10 10 58 vispasseerbare kunstwerken gemaakt in 2027 (waarvan 30 voor 2015) 37. Uitvoeren van KRWonderzoeksprogramma Aantal onderzoeken gereed per jaar - 4 1 In 2015 zijn alle 16 onderzoeken gereed +/+ +/- +/+ 38. Opstellen notitie behoud waterparels Opgestelde notitie - Voorbereiding Nee Inzicht in mogelijkheden voor behoud waterparels +/+ +/- +/+ 12

Toelichting Prestatie-indicator nr. 34 Het plan van aanpak voor het Emissiebeleidsplan is eind door het college vastgesteld. Door de keuze voor een interactieve aanpak met doelgroepen heeft het planvormingstraject vertraging opgelopen. Eind 2012 wordt het Emissiebeleidsplan bestuurlijk vastgesteld. Prestatie-indicator nr. 35 Deze PI betreft de natuurvriendelijke oevers in het kader van de KRW-doelstellingen. In hebben we 8,4 km natuurvriendelijke oevers gerealiseerd. Op de cumulatieve norm lopen we 6,2 km achter. Het blijkt niet gemakkelijk om geschikte en beschikbare locaties voor natuurvriendelijke oevers te vinden. Met inzet van de beheerder grondzaken hopen we dit te bespoedigen. Prestatie-indicator nr. 37 In is 1 onderzoek in plaats van 4 onderzoeken afgerond. Het betreft 12 onderzoeksthema's met wel 130 onderzoeken in plaats van 16 onderzoeken. Deze indicator is dan ook aangepast in de begroting 2012. De eindnorm wordt in 2013 al gehaald in verband met de tweede fase van de KRW. Prestatie-indicator nr. 38 Eind is gestart met onderzoek naar de doelstellingen en bijbehorende concrete maatregelen van de vier waterparels. Aan de hand van de onderzoeksresultaten die in 2012 beschikbaar komen, verkrijgen wij inzicht in de maatregelen die mee kunnen liften met EHS/verdroging(sgelden) en in welke mate de herijking van de EHS gevolgen heeft voor de waterparels. 13

Doelstelling 8 - Verbetering van de kwaliteit van het oppervlaktewater Nr. Maatregel PI/afspraak Realisatie t/m 2010 Norm Realisatie Einddoelstelling K T G 39. In kaart brengen van de verspreiding van beschermde dieren en planten Verspreidingskaart gereed - Kaart gereed Ja In kaart gereed. 40. Opstellen visstandbeheerplannen Aantal bestuurlijk vastgestelde visstandbeheerplannen - 4 1 In zijn alle 4 visstandbeheerplannen bestuurlijk vastgesteld +/+ -/- +/+ 41. Goedkeuren visplannen derden Aantal goedgekeurde visplannen 1 3 0 In zijn alle 4 visplannen goedgekeurd +/+ +/- +/+ 14

Toelichting Prestatie-indicator nr. 40 In het voorjaar van 2012 ronden we het eerste visstandbeheerplan af en leggen we dit aan het college voor. Het ministerie EL&I gaat in overleg met UvW landelijke toetsingscriteria opstellen. Wij wachten af of de drie andere visstandbeheerplannen nog wel nodig zijn. Prestatie-indicator nr. 41 Gewijzigde indicator Sportvisserij Nederland gaat samen met de visserijsector visplannen opstellen voor alle waterlichamen. Dit zijn er 30, die in concept gereed zijn. De indicator in de begroting 2012 is hierop aangepast en in % weergegeven 15

1.6 Zuiveringsbeheer Doelstelling 9 - Verbetering van de kwaliteit van het oppervlaktewater Nr. Maatregel PI/afspraak Realisatie t/m 2010 Norm Realisatie Einddoelstelling K T G 42. Uitvoeren van optimalisatiestudies en/of studies naar rioolvreemd water Cumulatief aantal afgeronde studies 11 15 13 17 studies in 2012 +/+ +/- +/+ 43. Sluiten van afvalwaterakkoorden met gemeenten Cumulatief aantal bestuurlijk vastgestelde afvalwaterakkoorden 2 13 7 17 afvalwaterakkoorden in 2013 +/+ +/- +/+ 44. Toetsen gemeentelijke rioleringsplannen Cumulatief aantal getoetste gemeentelijke rioleringsplannen 4 12 10 20 getoetste rioleringsplannen in 2015 +/+ +/- +/+ 45. Handhaving en naleefgedrag op orde brengen Beëindigen geconstateerde illegale lozingen 100% 100% 100% Alle geconstateerde illegale lozingen worden beëindigd 46. Handhaving en naleefgedrag op orde brengen Naleefgedrag bedrijven Waterwet (vergunning en Barim) 73% 90% 82% Naleefgedrag gerealiseerd +/+ +/- +/+ 47. Handhaving en naleefgedrag op orde brengen Naleefgedrag agrarische bedrijven 76% 90% 91% Naleefgedrag gerealiseerd 48. Handhaving en naleefgedrag op orde brengen Naleefgedrag RWZI's 90% 90% 100% Naleefgedrag gerealiseerd 49. Handhaving en naleefgedrag op orde brengen Naleefgedrag grondwateronttrekkingen en lozingen 0% 60% 77% Naleefgedrag gerealiseerd. 16

Toelichting Prestatie-indicator nr. 42 HDSR heeft 17 rwzi s. Momenteel zijn er voor 13 rwzi s OAS-en uitgevoerd. In 2012 starten we nog een OAS voor de zuiveringskring Zeist op. Het totaal komt daarmee uiteindelijk op 14. De overige 3 rwzi s zijn recent gerenoveerd (De Bilt en Montfoort) of nog maar half belast (Leidsche Rijn). Voor deze rwzi s starten we binnen afzienbare tijd geen OAS-studie op. Einddoelstelling moet dus zijn 14 studies in 2012. Prestatie-indicator nr. 43 HDSR heeft door fusies momenteel 16 gemeenten die afvoeren naar een rwzi van HDSR. In het verleden waren dit 17 gemeenten. Met deze gemeenten wordt een afvalwaterakkoord (AWA) gesloten. Momenteel zijn er met 7 gemeenten AWA's gesloten. Eind zou met nog eens 3 gemeenten een AWA gesloten worden, maar door vertraging bij het opstellen van gemeentelijke rioleringsplannen is dit vertraagd naar begin 2012. De einddoelstelling komt niet in gevaar. Einddoelstelling moet zijn 16 afvalwaterakkoorden in 2013. Prestatie-indicator nr. 44 HDSR heeft door fusies momenteel 19 gemeenten in het gebied. In het verleden waren dit 20 gemeenten. Van deze 19 toetsen we voor 16 gemeenten het rioleringsplan op indirecte en directe lozingen. Voor de overige 3 gemeenten toetsen we specifiek op directe lozingen. Deze gemeenten voeren het afvalwater af naar rwzi s van andere waterschappen. Gemiddeld hebben deze plannen een doorlooptijd van 5 jaar. Dit betekent dat er per jaar ca. 4 GRP s getoetst worden. In zijn 6 GRP's getoetst. Realisatie in 2010 was 4, norm voor moet 8 zijn. Eind zijn er 10 getoetst. De einddoelstelling moet zijn 19 getoetste rioleringsplannen in 2015. Prestatie-indicator nr. 46 Het nalevingspercentage is lager als gevolg van risico-gestuurd toezicht. 17

Doelstelling 10 - Zuiveren van alle aanbod van afvalwater tegen wettelijk en in specifieke gevallen strengere gebiedsgerichte normen Nr. Maatregel PI/afspraak Realisatie t/m 2010 Norm Realisatie Einddoelstelling K T G 50. Besluit nemen over het verplaatsen van de RWZI Utrecht Bestuurlijk vastgesteld besluit Variantenstudie Vastgesteld besluit Ja Vastgesteld besluit in 2015 51. Ontwikkelen en uitvoeren slibstrategie Uitgewerkte slibstrategie - Uitwerking slibstrategie Nee In november 2012 slibstrategie gereed +/+ +/- +/+ 52. Optimalisatie proces Verwijderingspercentage van fosfaat 85% 83% 86% Voldoen aan minimale WVO eis 75% 53. Optimalisatie proces Verwijderingspercentage van stikstof 84% 83% 87% Voldoen aan minimale WVO eis 75% Doelstelling 11 - Energie-efficiëntie verbeteren bij zuiveringstechnische werken Nr. Maatregel PI/afspraak Realisatie t/m 2010 Norm Realisatie Einddoelstelling K T G 54. Energieefficiëntie-verbetering Cumulatief procentuele energie efficientie verbetering 6% 5% 10% Energieefficiëntieverbetering in 2020 is 30% ten opzichte van 2005 55. Terugdringen aardgas verbruik RWZI Utrecht en Nieuwegein Cumulatief aantal terug gedrongen m3 aardgas 386.519 386.519 435.154 Teruggedrongen verbruik van 500.000 m3 in 2020 56. Verhogen percentage biogasbenutting t.o.v. biogas productie RWZI Utrecht en Nieuwegein. Percentage biogasverbruik 85% 93% 85% 98% benutting biogasproductie in 2015 -/- -/- -/- 57. Realisatie Energiefabriek op de rwzi Nieuwegein Energieleverende rwzi - Voorbereiding Ja Gereed in 2013 18

Toelichting Prestatie-indicator nr. 50 De einddoelstelling is niet juist en moet zijn vastgesteld besluit in. Prestatie-indicator nr. 51 De slibstrategie is afhankelijk van de toekomst van de rwzi Utrecht. Nu het besluit genomen is de rwzi te vernieuwen wordt de slibstrategie opgesteld. De einddoelstelling is nog haalbaar. Prestatie-indicator nr. 56 Bij de omschrijving van de maatregel staat dat het gaat om de rwzi Utrecht en Nieuwegein. Het gaat hier ook om de rwzi De Meern. Deze gasmotor en 1 van de gasmotoren op de rwzi Utrecht hebben door een revisie ongeveer een maand stil gestaan. Dit heeft een negatief effect op de biogasbenutting. Om het percentage biogasbenutting te verbeteren hebben we op de rwzi Utrecht een extra gasmotor geplaatst. Dit heeft er toe geleid dat het percentage is gestegen van 79% over het eerste halfjaar tot 92% over het tweede half jaar. Over heel komt dit neer op 85%. Verder gaan we in 2012 de verwerkingscapaciteit op de rwzi Nieuwegein verhogen (Energiefabriek fase 1). Door beide maatregelen wordt de biogasbenutting in 2012 verhoogd. 19

Thema Bestuur, middelen & maatschappij 1.7 Lastendruk Doelstelling 12 - Betere dienstverlening door een evenwichtige belastingheffing tegen zo laag mogelijke kosten Nr. Maatregel PI/afspraak Realisatie t/m 2010 Norm Realisatie Einddoelstelling K T G 58. Herijking kostentoedeling Kostentoedelingsverordening eens in de vijf jaar herzien - Bestuursbesluit in Ja Nieuwe kostentoedeling met ingang van 2012 59. Samenwerking belastingheffing Samenwerking gerealiseerd Nee - Oprichting regionaal belastingskantoor Belastingkantoor van start in 2012 +/- -/- +/+ 60. Reacties op tijd afhandelen Percentage afgehandelde reacties binnen wettelijke termijn 88% 100% 100% 100% 20

Toelichting Prestatie-indicator nr. 59 Het haalbaarheidsonderzoek heeft uitgewezen dat het UHB scenario niet de voorkeur geniet. Een samenwerking tussen Gemeente Utrecht, De Bilt en HDSR levert vergelijkbare efficiency voordelen op. In 2012 wordt een bedrijfs- en implementatie plan opgesteld voor de inrichting van een nieuwe gezamenlijke uitvoeringsorganisatie. 21

1.8 Tevredenheid belanghebbenden Doelstelling 13 - Het waterschap staat midden in de samenleving Nr. Maatregel PI/afspraak Realisatie t/m 2010 Norm Realisatie Einddoelstelling K T G 61. Betere dienstverlening Elektronische nieuwsbrief - 6 x per jaar 18 6 x per jaar 62. Betrokkenheid bij de samenleving Advertorials - 4 4 4 63. Betrokkenheid bij de samenleving Aantal bezoekers open dagen Onbekend 2.000 1860 2.000 +/+ +/- +/+ 64. Informeren en draagvlak 65. Informeren en draagvlak Persberichten 53 55 84 55 Perscontacten 45 45 103 45 66. Informeren en draagvlak 67. Betrokkenheid bij de samenleving Nieuwsbrieven op de website Aantal excursies - 10 18 10 45 115 33 165 +/+ -/- +/+ Doelstelling 14 - Integreren van het vaarwegbeheer in het waterbeheer Nr. Maatregel PI/afspraak Realisatie t/m 2010 Norm Realisatie Einddoelstelling K T G 68. Vaststellen beleid vaarwegbeheer Bestuurlijk vastgesteld beleid Voorbereid Vastgesteld beleid Nee Bestuurlijk vastgesteld beleid in +/+ -/- +/+ Doelstelling 15 - Verleende vergunningen binnen proceduretijd Nr. Maatregel PI/afspraak Realisatie t/m 2010 Norm Realisatie Einddoelstelling K T G 69. Verlenen van vergunningen binnen proceduretijd Percentage binnen de proceduretijd verleende vergunningen in kalenderjaar 70% 90% 84% In 2012 binnen proceduretijd 95% vergunningverlening +/+ +/- +/+ 22

Toelichting Prestatie-indicator nr. 63 en 67 Als gevolg van een verbouwing is rwzi Nieuwegein tot en met september niet beschikbaar geweest voor open dagen en het geven van excursies. In is het team excursieleiders versterkt. Daarnaast heeft een intern opleidingstraject geleid tot een kwaliteitsverbetering. Dit stelt ons in staat om in 2012 een inhaalslag te maken. Prestatie-indicator nr. 68 De bestuurlijke vaststelling wordt naar 2012 verschoven in afwachting van besluitvorming van IPO, UvW en Provinciale besluitvorming omtrent toewijzing vaarwegbeheer en nautische bevoegdheid. Prestatie-indicator nr. 69 De norm van 90% wordt niet gehaald. Oorzaken hiervoor zijn, de stijging van het aantal aanvragen, de inhaalslag op de oude werkvoorraad en het minder snel niet ontvankelijk verklaren van aanvragen in de eerste helft van (75%). Met de procesprestaties in de 2e helft van is de uiteindelijke prestatie over het hele jaar uitgekomen op 84%. Dit heeft in geen enkel opzicht geleid tot claims van belanghebbenden. 23

1.9 Maatschappelijk verantwoord ondernemen Doelstelling 16 - Duurzaamheidcriteria wordt toegepast bij het inkopen en aanbesteden Nr. Maatregel PI/afspraak Realisatie t/m 2010 Norm Realisatie Einddoelstelling K T G 70. Het toepassen van de duurzaam inkoop criteria van AgentschapNL Percentage duurzaam inkopen volgens criteria van AgentschapNL - 100% 99% Wij kopen 100% duurzaam in volgens de criteria van AgentschapNL in 2015 71. Uitwerken van een energievisie Bestuurlijk vastgestelde visie - Vastgestelde visie Nee Vastgestelde visie in +/- -/- +/- Doelstelling 17 - Recreatie, cultuurhistorie en landschap Nr. Maatregel PI/afspraak Realisatie t/m 2010 Norm Realisatie Einddoelstelling K T G 72. Opstellen beheerplan cultuurhistorische objecten Bestuurlijk vastgesteld beheerplan - Vastgesteld beheerplan Nee Plan vastgesteld in +/+ +/- +/+ 73. Opstellen beleidsvisie recreatief medegebruik Bestuurlijk vastgestelde beleidsvisie - Voorbereiding Nee Vastgestelde beleidsvisie 2013 24

Toelichting Prestatie-indicator nr. 71 De energievisie is eind opgestart. De vertraging wordt niet meer ingehaald. Deze visie wordt in september 2012 aan het AB aangeboden. Prestatie-indicator nr. 72 De actualisatie van de nota Omgaan met cultuurwaarden (AB 27 september 2006) is ambtelijk in voorbereiding. In 2012 wordt dit aan het AB aangeboden met daarbij de eventuele aanpassingen voor het huidige beheer. Prestatie-indicator nr. 73 Ondanks het niet afronden van de voorbereiding in zal de beleidsvisie nog steeds in 2013 worden vastgesteld. 1.10 Niet afgeronde prestatieindicatoren Bij bestuursrapportage no.1 is gebleken dat de meeste prestatie-indicatoren over 2009 en 2010 zijn behaald. De prestatie-indicatoren die niet zijn behaald zijn opgenomen in de begroting 2012. Bij de begroting 2012 zijn voor het gewenste inzicht, waar mogelijk, de prestatieindicatoren cumulatief gemaakt. In bijlage 2 treft u een overzicht van de niet afgeronde prestatie-indicatoren over. Bij de bestuursrapportage 2012 no.1 wordt hierover gerapporteerd. 25

1.11 Financieel beeld Tabel 2 Gerealiseerde netto-kosten in relatie tot de begroting Begroting Begroting Rekening Verschil Begr-Rek Na 1e wijziging Primaire en regionale waterkeringen 13.786 13.669 13.006 663 Calamiteitenzorg 439 434 197 237 Watersysteembeheer 26.220 26.056 25.464 592 Nationaal Bestuursakkoord Water 4.063 3.428 4.327-899 Kwaliteit van het oppervlaktewater (EKW) 6.997 6.833 5.699 1.134 Zuiveringsbeheer 44.954 43.929 46.128-2.199 Lastendruk 5.018 4.962 4.126 836 Saldo programma's 101.476 99.310 98.948 362 Bedragen zijn in duizenden euro s Toelichting Voor wat betreft de netto-kosten is een regelmatig patroon zichtbaar, waarvoor de verklaring per programma hetzelfde is. Hieronder treft u een algemene verklaring per kostensoortgroep aan. Personeelskosten Het nadelig resultaat op de personeelskosten wordt in belangrijke mate verklaard door een rekenfout in de personeelsbegroting. Deze rekenfout is in de begroting 2012 hersteld. Daarnaast is er een nadelig resultaat gerealiseerd op de inhuur. Deze overschrijding van het inhuurbudget kent twee oorzaken: de inhuur voor vervanging voor ziekte en zwangerschap was hoger dan begroot en er is ingehuurd om ontstane vacatureruimte tijdelijk in te vullen. Deze vacatureruimte is niet begroot en zou normaliter grotendeels gedekt worden door een onderschrijding op de reguliere personeelskosten. Dat was door de genoemde rekenfout nu niet het geval. Inmiddels zijn de openstaande vacatures vervuld en zijn maatregelen genomen om de post inhuur binnen de begroting te houden. Afschrijvingskosten Het voordeel op de afschrijvingskosten wordt verklaard door een langere looptijd van projecten. Hierdoor start het moment van afschrijven later. Verder ontstaat een inkoopvoordeel op de aanbestedingen. Het voordeel wordt enigszins te niet gedaan door een inhaalafschrijvingen op rwzi Wijk bij duurstede. Rentekosten Vanwege goed treasurybeleid, een optimale mix van lang- en kort vreemd vermogen, was het eind 2010 niet nodig een lening van 25 miljoen euro aan te trekken. In de begroting is hier wel mee gerekend. Uiteindelijk is in december een lening aangetrokken van 15 miljoen euro. Hierdoor is er een voordeel op de rentekosten. Naast deze algemene toelichting treft u hier de belangrijkste onderdelen op de overige kosten en opbrengsten per programma aan. De bedragen zijn in miljoenen euro s, V = voordeel, N = nadeel. 26

Primaire en regionale waterkeringen V/N Slimmere en geautomatiseerde veiligheidstoetsing regionale waterkeringen 0,2 V Legger voor overige waterkeringen niet vastgesteld in 0,2 V Door gunstige koppeling met de toetsing (werk met werk) en door met eigen personeel 0,1 V te werken ontstaat een voordeel op de activiteiten ten behoeve van het be- heerregister waterkeringen Inwerkingtreding spoedwet per 1 juli (i.p.v. 1 januari) leidt tot extra facturering aan 0,9 V de provincie van de kosten van muskusrattenbeheer over het eerste halfjaar, wel dient te worden aangetekend dat in het Bestuursakkoord Water in dit verband 1 januari wordt genoemd. Het college gaat echter uit van 1 juli, zijnde de datum waarop de muskusrattenbeheersing een wettelijke waterschapstaak is geworden. Overige indirecte opbrengsten 0,2 N Calamiteitenzorg V/N De ondersteuning op het gebied van calamiteitenzorg en de samenwerking in het 0,2 V Platform Crisisbeheersing Midden Nederland is door de eigen organisatie uitgevoerd, terwijl er uitgaan was van het inschakelen van externe deskundigkundigheid. Niet geraamde opbrengsten Platform Crisisbeheersing Midden Nederland 0,1 V Watersysteembeheer V/N Monitoring slibaanwas wordt in 2012 aanbesteed 0,2 V Lagere onderhoudskosten kunstwerken actieve waterbeheersing 0,3 V Hogere onderhoudskosten door derden van kunstwerken passieve waterbeheersing 0,1 N Bij de monitoring van de waterkwantiteit leidt de upgrade van het CAW-systeem 0,1 N (Centrale Automatisering Watermanagement) tot meer aanpassingen op de bestaande systemen dan was voorzien. Bovendien hebben extra testen naar alle lokaties tot hogere telefoonkosten geleid. In het hoofdstuk investering komt de overschrijding van het krediet ter hoogte van 0,1 miljoen euro aan de orde. Tot en met worden de kosten van bestuur en organisatie doorbelast naar de programma s. De doorbelasting vindt plaats aan de hand van een dynamische verdeelsleutel die gebaseerd is op de urenverantwoording. Deze doorbelasting valt voor het programma Watersysteembeheer nadelig uit. In 2012 zijn de kosten van bestuur en organisatie in een apart programma zichtbaar gemaakt. 0,8 N Nationaal Bestuursakkoord Water Niet geraamde kosten voor de zoetwaterproblematiek West- en Midden Nederland (Deltaprogramma) en een niet geraamde bijdrage aan derden in het kader van het watergebiedsplan Langbroekerwetering Lagere bijdragen dan geraamd aan plannen van derden (Rijk, Provicie, gemeenten en overige) en thema- en gebiedsgerichte plannen Tot en met worden de kosten van bestuur en organisatie doorbelast naar de programma s. De doorbelasting vindt plaats aan de hand van een dynamische verdeelsleutel die gebaseerd is op de urenverantwoording. Deze doorbelasting valt voor dit Watersysteembeheer nadelig uit. In 2012 zijn de kosten van bestuur en organisatie in een apart programma zichtbaar gemaakt. V/N 0,1 N 0,2 V 0,6 N 27

Kwaliteit van oppervlaktewater V/N Monitoring waterkwaliteit, afrekening frictiekosten Aquon 0,1 N Rioleringsplannen, Stimulering derden aanpak diffuse emissies en stimuleringsregeling 0,3 V afkoppelen Utrechtse Heuvelrug Tot en met worden de kosten van bestuur en organisatie doorbelast naar de programma s. De doorbelasting vindt plaats aan de hand van een dynamische verdeelsleutel die gebaseerd is op de urenverantwoording. Het programma Kwaliteit van het oppervlaktewater krijgt een lagere doorbelasting dan geraamd. In 2012 zijn de kosten van bestuur en organisatie in een apart programma zichtbaar gemaakt. 1,1 V Zuiveringsbeheer V/N Naheffing WVO effluent voorgaande jaren 0,5 N Hogere energiekosten door een lagere eigen productie van elektriciteit 0,4 N Hogere kosten grondstof slibontwatering 0,4 N Grensoverschrijdend afvalwater 0,4 N Schadeloosstelling Rijkswaterstaat voor de verplaatsing van het baggerdepot in verband met verbreding A2 Nieuwegein-Zuid 0,5 V Lastendruk De kosten die in rekening gebracht mogen worden voor een aanmaning zijn gestegen van 6 naar 7 euro en die voor een dwangbevel van 34 naar 38 euro. Dit heeft tot hogere opbrengsten geleid. In is er een kortere doorlooptijd van klantreacties gerealiseerd, wat een versnelling van invorderingsacties tot gevolg heeft. Eind staan hierdoor minder posten open dan in voorgaande jaren. 0,5 V Tabel 3 Totaal kosten en overige opbrengsten Begroting Begroting Realisatie Resultaat Na 1e wijziging Kosten 109.715 108.309 109.599-1.290 Overige opbrengsten 8.239 8.999 10.651 1.652 Saldo kosten en overige opbrengsten 101.476 99.310 98.948 362 Bedragen zijn in duizenden euro s 28

2. Paragrafen Algemeen De paragrafen zijn opgenomen overeenkomstig artikel 4.30 van het Waterschapsbesluit. 2.1 Ontwikkelingen in het begrotingsjaar Het resultaat is 0,8 miljoen euro voordelig. Het resultaat ontstaat uit een voordelig saldo op de kosten en overige opbrengsten van 0,4 miljoen euro. Daarnaast zijn er hogere belastingopbrengsten van 0,6 miljoen euro. Tenslotte is de begrote onttrekking uit de reserve van 0,2 miljoen euro niet nodig, waardoor een rekenkundig nadeel ontstaat. 2.4 Waterschapsbelastingen De eerste begrotingswijziging heeft het saldo van de kosten en overige opbrengsten verlaagd met 2,2 miljoen euro. Zonder interventie (begrotingswijziging) zou het resultaat 2,2 miljoen euro hoger uitgevallen zijn. Hieruit blijkt dat het instrument van de begrotingswijziging effectief is. 2.2 Incidentele kosten en overige opbrengsten Hiervoor wordt verwezen naar de toelichting bij Tabel 2 in paragraaf 1.11. 2.3 Onttrekkingen aan overige bestemmingsreserves en voorzieningen In hebben geen onttrekkingen aan overige bestemmingsreserves en voorzieningen plaatsgevonden. Tabel 4 Netto bijdrage per belastingcategorie Begroting Realisatie Waarvan Waarvan Waarvan Resultaat oude jaren mutaties Na 1e wijziging Netto bijdrage per belastingcategorie Watersysteemheffing ingezetenen 18.841 18.855 18.738 56 60 14 V Watersysteemheffing overig ongebouwd 3.579 3.576 3.513 85-21 3 N Watersysteemheffing natuur 43 2 29-28 0 41 N Watersysteemheffing gebouwd 25.910 26.645 25.965 543 137 735 V Zuiveringsheffing woningen en bedrijven 50.728 50.667 50.507 379-219 61 N Totaal netto bijdrage 99.101 99.745 98.752 1.035-43 644 V Bedragen zijn in duizenden euro's Toelichting In Tabel 4 is de realisatie van in de gearceerde kolommen uitgesplitst naar: bruto omslag en mutatie voorziening ; bruto omslag oude jaren; mutaties voorziening oude jaren; De totale belastingopbrengsten zijn 0,6 miljoen euro hoger dan geraamd. Dat wordt enerzijds veroorzaakt door een nadeel van 0,3 miljoen euro door lagere belastingopbrengsten in het belastingjaar. Anderzijds ontstaat een voordeel van 1,0 miljoen euro door belastingopbrengsten uit oude jaren en mutaties in de voorziening dubieuze debiteuren. De cijfers in deze bestuursrapportage laten op onderdelen een ander beeld zien dan waar bij de bestuursrapportage no.1 van werd uitgegaan. Het toen verwachte nadeel op de watersysteemheffing gebouwd van 0,7 miljoen euro blijkt zich niet te hebben voorgedaan. Het verwachte voordeel op de zuiveringsheffing, voornamelijk oude jaren van 0,7 miljoen euro, is deels gerealiseerd en bedraagt uiteindelijk 0,4 miljoen euro. Voor wat betreft de zuiveringsheffing was geen rekening gehouden met een bijstelling van de voorziening van 0,2 miljoen euro. 29

Oude jaren en mutaties voorziening De opbrengsten uit oude jaren en de mutaties voorziening dubieuze debiteuren zijn goed voor een bedrag van 1,0 miljoen euro. Met name de opbrengst watersysteemheffing gebouwd is hoger dan begroot. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door het naleveren door gemeenten van WOZwaarden oude jaren. Om meer grip te krijgen op de raming en prognose van de belastingopbrengsten van de watersysteemheffing gebouwd en ongebouwd, is begin 2012 een deskundig extern bureau gestart met een onderzoek bij de vijf grootste gemeenten en de Belastingsamenwerking voor Gemeenten en Waterschappen (BsGW). Belastingjaar Watersysteemheffing ingezetenen en zuiveringsheffing woningen Op beide heffingen is er 0,2 miljoen euro (7,9%) meer recht op kwijtschelding toegewezen aan huishoudens woonachtig in een huurwoning dan geraamd. Wij gaan er van uit dat dit een eenmalig effect is. Gezinnen woonachtig in een koophuis zijn in nauwelijks in aanmerking gekomen voor kwijtschelding. Watersysteemheffing gebouwd Ondanks dat de gemiddelde WOZ-waarde lager is dan begroot, is er sprake van een bescheiden meeropbrengst doordat er minder WOZ-waarden verminderingen zijn verwerkt. De kwaliteit van het WOZ-bestand van gemeenten is toegenomen. Watersysteemheffing natuur Het aantal hectares natuur als heffingsmaatstaf is structureel te hoog ingeschat. Hierdoor zijn de opbrengsten van het belastingjaar lager dan begroot en zijn de opbrengsten oude jaren gecorrigeerd. 2.5 Weerstandsvermogen Er zijn verschillende risico s bij de uitvoering van onze taken. Risicomanagement gaat niet om de beheersing van alle risico s, maar om het vroegtijdig signaleren van en bewust omgaan met risico s. Op basis van wettelijke voorschriften is gekozen voor een gestructureerde aanpak van risicomanagement, waardoor er meer sturing gegeven kan worden aan de maatregelen om risico s te beheersen. Bovendien stelt het ons in staat het weerstandvermogen beter te beoordelen. Alle in deze paragraaf vermelde gegevens zijn integraal overgenomen uit het Rapport risicoanalyse Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. Een expliciet aandachtspunt is de relatie tussen risico s en doelbereiking. We kijken daarom niet alleen naar financiële consequenties van risico s, maar ook naar consequenties voor veiligheid, watersystemen en waterkwaliteit. In de paragraaf over weerstandsvermogen rapporteren wij: de belangrijkste financiële risico s; de middelen waarover wij beschikken om financiële consequenties van risico s op te vangen; de verhouding tussen bovenstaande twee elementen. Het weerstandsvermogen geeft een indicatie hoe solide onze begroting is. Voldoende weerstandvermogen voorkomt dat elke financiële tegenvaller dwingt tot bezuinigingen of het verhogen van tarieven of belastingen. Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen beschikbare weerstandscapaciteit en benodigde weerstandscapaciteit. 30

Risico s Financieel Materieel Juridisch Etc. Weerstandscapaciteit Algemene reserve Watersysteem ingezetenen Watersysteem overig ongebouwd Watersysteem natuur Watersysteem gebouwd Zuiveringsheffing woningen/bedrijven Weerstandsvermogen Beschikbare weerstandscapaciteit De beschikbare weerstandscapaciteit is het totaal van onze buffers. Dit zijn onze algemene reserves en onze capaciteit om belastingverhogingen toe te passen. De algemene reserves zijn buffers, die we aanleggen om algemene tegenvallers op te kunnen vangen. De algemene reserves bedragen per 31 december 2010 circa 33 miljoen. Het rekeningresultaat van is hierin nog niet verwerkt (ca. 0,6 miljoen euro). De reserves moeten grote schommelingen in tarieven voorkomen en risico s opvangen, zonder dat we tarieven hoeven te verhogen. In onderstaande tabel is de samenstelling van de beschikbare weerstandscapaciteit opgenomen, uitgesplitst naar de verschillende belastingcategorieën. Tabel 5 samenstelling van de beschikbare weerstandscapaciteit (exclusief rekening ) Belastingcategorie Bedrag WSH ingezetenen 7.153 WSH gebouwd 15.111 WSH ongebouwd 3.402 WSH natuur 35 WSH totaal 25.701 Zuiveringsheffing 7.677 Totaal 33.377 Bedragen zijn in duizenden euro's Benodigde weerstandscapaciteit De benodigde weerstandscapaciteit is het bedrag dat nodig is om alle risico s financieel af te dekken. Het gaat dan om de risico s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen. De actualisatie van het risicoprofiel is uitgevoerd in juni en is tot stand gekomen met behulp het softwareprogramma NA- RIS (NAR Risicomanagement Informatie Systeem) waarmee risico's systematisch in kaart kunnen worden gebracht en beoordeeld Tijdens deze actualisatie is expliciet breder gekeken dan alleen financiële risico s. Zo is onder meer expliciet aandacht besteed aan onderstaande soorten risico s: Juridische Bedrijfsproces Personeel Materieel Milieu Uit de analyse van het risicoprofiel volgt dat 90% (Norm Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement) zeker is dat alle risico's 31

kunnen worden afgedekt met een bedrag van 13 miljoen (berekening NARIS ). In onderstaande tabel is de verdeling van dit bedrag over watersysteembeheer en zuiveringsbeheer weergegeven. De risico s die algemeen zijn en opgenomen onder bedrijfsvoering zijn op basis van de kosten per categorie verdeeld over beide categorieën. Tabel 6 kostenverdeling categorie bedrijfsvoering Categorie % totaal Verdeling bedrijfsvoering Bedrag totaal Bedrijfsvoering 8,58% Watersysteembeheer 67,60% 60% 9,5 Zuiveringsbeheer 23,82% 40% 3,5 Totaal 100,00% 13,0 Bedragen zijn in miljoenen euro's Toelichting Vordering muskusrattenbeheer De provincie heeft haar bijdrage voor het muskusrattenbeheer voor de eerste helft van tot op heden niet voldaan. Oevererosie langs de Lek In de wet is de verantwoordelijkheid voor herstelmaatregelen niet goed vastgelegd. Wij zijn met Rijkswaterstaat in gesprek over de verantwoordelijkheid over en financiering van deze maatregelen. Inmiddels zijn herstelmaatregelen getroffen door ons waterschap bij Nieuwegein (langs de lekdijk, kosten ca. 0,3 miljoen euro) en is een tweede locatie bij Nieuwegein in voorbereiding (verwachte kosten 0,8 miljoen euro in 2013). In de periode daarna zijn herstelmaatregelen nodig op andere locaties tussen Nieuwegein en Schoonhoven. Zowel de vordering in het kader van de bijdrage voor het muskusratttenbeheer als de kosten van de oevererosie hebben een beperkte invloed op de ratio weerstandsvermogen. Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, dient de relatie te worden gelegd tussen de financieel gekwantificeerde risico's en de daarbij gewenste weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit. De benodigde weerstandscapaciteit kan worden afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt het weerstandsvermogen. De relatie tussen beide componenten wordt in onderstaande figuur weergegeven. Beschikbare weerstandscapaciteit Ratio weerstandsvermogen = Benodigde weerstandcapaciteit = 33,4 miljoen 13,0 miljoen = 2,57 Onderstaande normtabel is ontwikkeld door het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement in samenwerking met de Universiteit Twente. Het geeft een waardering van de berekende ratio weerstandsvermogen. 32

Tabel 7 - waarderingen Waarderingscijfer Ratio Betekenis A >2.0 Uitstekend B 1,4-2,0 Ruim voldoende C 1,0-1,4 Voldoende D 0,8-1,0 Matig E 0,6-0,8 Onvoldoende F <0,6 Ruim onvoldoende De ratio weerstandsvermogen van onze organisatie valt in klasse A. Dit duidt op een ruim voldoende weerstandsvermogen. Dit is ook nodig vanwege diverse ontwikkelingen zoals het Bestuursakkoord Water en de rwzi Utrecht. Deze onzekerheid kan leiden tot meer onttrekkingen uit de reserves. Daarnaast nemen met het decentraliseren van taken de onzekerheden toe en de beleidsvrijheid van de waterschappen op een aantal terreinen af doordat het Rijk de normen vaststelt. In de vastgestelde Beleidsnota Weerstandsvermogen, risicomanagement, reserves en voorzieningen -2014 is de voorgestelde totale bandbreedte op 10% - 20% gezet. Op basis van deze risico-inventarisatie kan gesteld worden dat op dit moment geen aanleiding bestaat dit uitgangspunt te wijzigen. 2.6 Financiering Algemeen Vanuit de Rijksoverheid zijn regels opgelegd op het gebied van het financieringsbeleid en rentemanagement voor lagere overheden. Deze regels zijn vervat in de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido) en de regeling uitzettingen en derivaten overheden (ruddo). De Wet Fido verplicht de waterschappen tot het hebben van een treasurystatuut en het opnemen van een treasuryparagraaf in de begroting en jaarverslag. De wijze waarop binnen De Stichtse Rijnlanden de financieringsactiviteiten dienen plaats te vinden, is vastgelegd in het treasurystatuut van oktober 2008. Het statuut beoogt hiermee het financieringsbeleid transparant te maken, waarbij de risico's zo goed mogelijk worden beheerst binnen de vastgestelde kaders. Liquiditeitsprognose Met behulp van de liquiditeitsprognose, die ongeveer twee maal per jaar herijkt wordt, is bekeken of er in de loop van het jaar sprake zal zijn van een financieringsbehoefte. Afhankelijk van de situatie op de kapitaalmarkt en met in achtneming van de renterisiconorm en de kasgeldlimiet wordt de hoogte en de looptijd van een lening bepaald. Ontwikkelingen en rentevisie De basis van de rentevisie vormt de visie van enkele financiële instellingen, zoals onze waterschapsbank. In de begroting is op basis van genoemde visie uitgegaan van een kapitaalmarktrente (rente met een lange looptijd > 20 jaar) van 4,25 % voor nieuw aan te trekken langlopende leningen. De ontwikkelingen op de kapitaalmarkt maakte het voor de banken wederom lastig om een goede renteverwachting af te geven. De wereldwijde crisis heeft het renteniveau onvoorspelbaar gemaakt. Vanwege een gebrek aan vertrouwen tussen de financiële instellingen, worden vanaf 2009 forse risico opslagen op de basisrente gehanteerd. Vooral leningen met een looptijd > 10 jaar kregen te maken met forse risico opslagen van de banken, terwijl het basisrentetarief (inkoopprijs van de banken) laag is. Medio december bedroeg de rente op de kapitaalmarkt voor De Stichtse Rijnlanden met een looptijd van 10 jaar ongeveer 3,68%. 33