Economische analyse internationale werknemers, studenten en zelfstandigen in Nederland



Vergelijkbare documenten
Economische analyse internationale werknemers, studenten en zelfstandigen in Nederland

Economische analyse internationale werknemers, studenten en zelfstandigen in Nederland. Regiorapport Zuid-Nederland

Economische analyse internationale werknemers, studenten en zelfstandigen in Nederland

Economische analyse internationale werknemers, studenten en zelfstandigen in Nederland

Economische analyse internationale werknemers, studenten en zelfstandigen in Nederland. Regiorapportage Gelderland/Food Valley

Economische analyse internationale werknemers, studenten en zelfstandigen in Nederland

Economische analyse internationale werknemers, studenten en zelfstandigen in Nederland

Internationals in de Leidse regio 2015

Feiten & Cijfers bij de 96 ste Vierdaagse

Woningen. Prijzen en transacties. Provincie / Steden. Marktgegevens en prognoses. Transactieprijzen koopwoningen in mediaan 2016

Studentenhuisvesting Feiten en trends 2010

Woningen Provincie/Gemeenten Marktgegevens en prognoses Prijzen en transacties. Prijs per m² GBO in mediaan 2017

Kengetallen Mobiliteitsbranche

Robots houden groei arbeidsmarkt (nog) niet tegen

Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming

Toiletreclame Regionale Tarieven Indoormedia

Wij ondersteunen, stimuleren en begeleiden het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid

Economische analyse van het aantal internationals in Zuid-Nederland

Woningbouw in VINEX-bouwgemeenten: aantallen en bouwkosten

Kengetallen Mobiliteitsbranche

Statistieken ste Vierdaagse

Den Haag: Internationale stad van vrede en recht

thema 1 Nederland en het water topografie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Meer doden onder fietsers, minder onder motorrijders. Meeste verkeersdoden onder twintigers

Statistieken ste Vierdaagse

Feiten en Cijfers 2017

Steeds minder startersleningen beschikbaar

Feiten & Cijfers bij de 99 ste Vierdaagse (op basis van totaal ingeschreven deelnemers, incl. militairen, stand 2 juli 2015)

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Ontwikkeling aantal leerlingen (index: 2009 = 100) (index: 2014 = 100)

KWARTAALMONITOR APRIL Omzetontwikkeling van freelancers en flexwerkers in Nederland

CBS-berichten: Arbeidsmigratie naar en uit Nederland

In gemeenten met minste huurwoningen worden de meeste huurwoningen geliberaliseerd

Provincie Friesland Postbus HM Leeuwarden

Opmerking bij alle grafieken die volgen. In de statistieken zijn alleen de gegevens opgenomen van iedereen die zich heeft aangemeld.

Factsheet Jongeren buiten beeld 2013

Vastgoedbericht juni 2010

Basiscijfers gemeenten. Arbeidsmarktregio Midden-Utrecht

Handelsstromen Rozenstruiken 2009 / 14. Zoetermeer, Maart 2009 Peter van der Salm Productschap Tuinbouw, Afdeling Markt en Innovatie

Monitor Nieuwe Woningen tot en met het derde kwartaal 2011

ADOPTIE Trends en analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 2009 tot en met 2013

Kenmerken van wanbetalers zorgverzekeringswet

Factsheet Loonwerk Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013

KENGETALLEN MOBILITEITSBRANCHE

REGIONALE VERSCHILLEN IN HET CARRIÈREVERLOOP VAN SCHOOLVERLATERS

Factsheet Open teelten Boomkwekerij Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-september

Week 10 6 maart 2012 C

The Fact Club jeugdwerkloosheid

HET APOLLO MODEL. Figuur 1: Ontwikkeling aantal studenten HBO en WO, Nederland,

HET APOLLO MODEL. Figuur 1: Ontwikkeling aantal studenten HBO en WO, Nederland,

TUSSENBERICHT SELECTIE VAN VOLTIJD MASTEROPLEIDINGEN IN HET WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS EN STUDENTENSTROMEN

ADOPTIE Trends en analyse

Factsheet Groothandel in Bloembollen Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt

Migratie en pendel Twente. Special bij de Twente Index 2015

Statistieken ste Vierdaagse

Leenonderzoek Verbouwingen De cijfers 2016 vs 2015

Diversiteit in de Provinciale Staten

Den Haag: Internationale Stad van Vrede en Recht

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aantal huwelijken, huwelijksontbindingen, partnerschappen en partnerschapsontbindingen per woonplaats in 2014

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

Rapportage (N)WW< 27 jaar. Augustus 2015

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-april

Aantal huwelijken, huwelijksontbindingen, partnerschappen en partnerschapsontbindingen per woonplaats in 2015

Totaal

Totaal

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-juli

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-augustus

Geachte Voorzitter, Voorzitter van de Tweede Kamer. der Staten Generaal Interne postcode 270 Postbus EA Den Haag Telefoon

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-juni

Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland 2011

Vastgoedbericht mei 2010

Langdurige werkloosheid in Nederland

Medewerkers in het mbo - CONCEPT

Transities tussen banen en sociale zekerheid naar regio,

Bijlage 1: Uitwerking per regio

Clear Channel Hillenaar Informatie media Studi s. Clear Channel Hillenaar Informatie media 2016

REGIONAAL TABELLENBOEK arbeidsmarkt primair onderwijs ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers

Rapportage Trends & Signalen uit het Internationale Vestigingsklimaat van de MRDH in 2015

Immigratie en emigratie van werknemers

Factsheet Groothandel in Bloembollen Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013

Diversiteit in Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en Eerste Kamer in 2011

pagina 1 18 aan Sectorcommissie Paddenstoelen onderwerp Factsheet Paddenstoelen 2010 Documentnummer N datum 21 februari 2012

Vastgoedbericht december 2010

Factsheet 24 november 2010 LO

Deelname van allochtonen aan de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) over 1e halfjaar 2001

Handels- en investeringscijfers Verenigd Koninkrijk-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Spanje-Nederland 1

Exportmonitor Het noordelijke bedrijfsleven wordt steeds internationaler

Kengetallen mobiliteitsbranche

Factsheet Open teelten Landbouw Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013

Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland

De nieuwe verscheidenheid Toenemende diversiteit naar herkomst in Nederland

Factsheet Varkensverbetering Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Factsheets Nederland. Kantoren- en bedrijfsruimtemarkt. medio

Graydon Kwartaalmonitor Q1 2018

Amsterdam, 14 januari 2019 P e r s b e r i c h t

StudentenBureau Stagemonitor

Stagnatie zet door op startersmarkt Randstad trekt extra startende ondernemers

Transcriptie:

Economische analyse internationale werknemers, studenten en zelfstandigen in Nederland Overallrapport Nederland inclusief verbijzondering 12 provincies OPGESTELD IN OPDRACHT VAN: Ministerie van Economische Zaken (EZ) en negen expat centers in Nederland OPGESTELD DOOR: Adres: Valkenburgerstraat 212 1011 ND Amsterdam Telefoon: 020 67 00 562 Fax: 020 47 01 180 E-mail: info@decisio.nl Website: www.decisio.nl

TITEL RAPPORT: Economische analyse internationale werknemers, studenten en zelfstandigen in Nederland Overallrapport Nederland inclusief verbijzondering 12 provincies STATUS RAPPORT: Eindrapport DATUM: 17 juni 2015 OPDRACHTGEVER(S): Ministerie van Economische Zaken, Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA) Gemeente Amsterdam, Amsterdam In Business (AIB) Expatcenter Food Valley Holland Expat Center South Stichting Rotterdam Partners Gemeente Den Haag, The Hague International Centre (THIC) Expat Center Leiden International Welcome Center North (IWCN) Expat Center Utrecht Expat Center Twente PROJECTTEAM DECISIO: Gerwin van der Meulen, projectleider onderzoek (g.vandermeulen@decisio.nl) Mathieu Wijnen, adviseur (m.wijnen@decisio.nl) Raisa Knibbe, adviseur (r.knibbe@decisio.nl) Marc Holleman, adviseur (m.holleman@decisio.nl) MET DANK AAN: Belastingdienst Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) Ministerie van Buitenlandse Zaken, Directie Kabinet en Protocol

Inhoud Infographic overallrapport Nederland 4 1 Inleiding 5 1.1 Aanleiding... 5 1.2 Vraagstelling... 5 1.3 Geografische afbakening... 6 1.4 Leeswijzer... 7 2 Internationale werknemers 8 2.1 Aantal economisch-actieve internationale werknemers... 8 2.2 Kenniswerkers en arbeidsmigranten... 9 2.2.1 Kenniswerkers... 9 2.2.2 Arbeidsmigranten... 11 2.3 Instroom, uitstroom en duur economische activiteit... 13 2.3.1 Jaarlijkse instroom van internationale werknemers... 13 2.3.2 Jaarlijkse uitstroom van internationale werknemers... 14 2.3.3 Duur van economische activiteit van internationale werknemers... 15 2.4 Land van herkomst van internationale werknemers... 16 2.4.1 Land van herkomst... 16 2.4.2 Kenniswerkers... 17 2.4.3 Arbeidsmigranten... 17 2.5 Geslacht, leeftijd, woonsituatie, woning en verblijfsdoel... 21 2.5.1 Geslacht... 21 2.5.2 Leeftijd... 23 2.5.3 Burgerlijke staat... 24 2.5.4 Kinderen... 26 2.5.5 Woning: huur, koop en WOZ-waarde koopwoning... 29 2.6 Regionale spreiding internationale werknemers: werken... 33 2.7 Regionale spreiding internationale werknemers: wonen... 35 2.8 Woon-werkbalans en pendel van internationale werknemers... 38 2.9 Inkomen... 40 2.9.1 Kenniswerkers... 40 2.9.2 Arbeidsmigranten... 41 2.10 Sectoren... 42 2.10.1 Kenniswerkers... 43 2.10.2 Arbeidsmigranten... 45 3 Internationale studenten 47 3.1 Aantal internationale studenten... 47 3.2 Geslacht, leeftijd en nationaliteit... 48 1

3.2.1 Geslacht... 48 3.2.2 Leeftijd... 48 3.2.3 Nationaliteit... 49 3.3 Opleiding... 50 3.3.1 Opleidingsinstelling WO... 50 3.3.2 Opleidingsinstelling HBO... 51 3.3.3 Type onderwijs... 53 3.3.4 Actuele opleiding... 53 3.3.5 Fase van opleiding... 55 3.3.6 Duur van inschrijving per jaar... 56 3.4 Instroom, uitstroom en duur van opleiding... 56 3.4.1 Jaarlijkse instroom van internationale studenten... 56 3.4.2 Jaarlijkse uitstroom van internationale studenten... 58 3.4.3 Verblijfsduur van internationale studenten... 59 3.5 Regionale spreiding internationale studenten: wonen... 60 3.6 Regionale spreiding internationale studenten: vestiging opleiding... 61 4 Internationale zelfstandigen 62 4.1 Aantal internationale zelfstandigen... 62 4.1.1 Leeftijd... 63 4.1.2 Geslacht... 63 4.1.3 Nationaliteit... 64 4.1.4 Burgerlijke staat... 65 4.1.5 Woning: huur, koop en WOZ-waarde koopwoning... 65 4.2 Regionale spreiding internationale zelfstandigen: wonen... 67 4.3 Sectoren... 68 4.4 Omzet... 69 5 Overall analyse en conclusies 71 5.1 Internationale werknemers... 71 5.2 Internationale studenten... 72 5.3 Internationale zelfstandigen... 73 Bijlage 1: Verantwoording 74 B1.1 Aanpak van het onderzoek... 74 B1.2 Gehanteerde definities... 76 B1.3 Regio-indelingen... 78 Bijlage 2: Overzicht sectoren 79 Bijlage 3: Overzicht CROHO 81 Bijlage 4: Duiding ontwikkeling aantal kenniswerkers 82 2

Ten geleide Van oudsher is ons land intensief verbonden met het buitenland. Daar dragen handelsrelaties aan bij, maar ook onze brede talenkennis, open grenzen en de drang om voorbij die grenzen te kijken en kennis uit te wisselen. Daarom vraag ik graag uw aandacht voor het rapport dat voor u ligt. De komst van buitenlandse bedrijven naar Nederland is van groot belang voor de Nederlandse economie. Het zijn veelal grote en internationale werkgevers die voor 15 procent van de werkgelegenheid zorgen. Deze bedrijven en zij niet alleen kunnen hun werk onder meer goed doen doordat zij werknemers in dienst hebben van buitenlandse komaf. Zij brengen vaardigheden en kennis mee die we in Nederland onvoldoende voorhanden hebben. Dit rapport biedt unieke informatie over die doelgroep die op deze wijze nog niet eerder in kaart werd gebracht: internationale werknemers, studenten, werknemers van internationale organisaties en zelfstandigen. De Nederlandse overheid streeft naar een goed en gezond vestigingsklimaat voor bedrijven. Steeds meer dringt het besef door dat het belangrijk is dat ook de buitenlandse werknemers zich hier thuis voelen. Daarbij gaat het om tweerichtingsverkeer. Behalve dat zij hun onmisbare bijdrage leveren aan onze economie, kunnen zij na hun terugkeer de ambassadeurs zijn die Nederland met de bijbehorende kwaliteiten in het buitenland op de kaart zullen zetten. De Expat Centers vervullen een belangrijke rol in de ondersteuning van internationale werknemers bij hun verblijf in Nederland. Om de diensten die zij leveren beter af te kunnen stemmen op de doelgroep hebben zij, samen met de Netherlands Foreign Investment Agency in Den Haag, onderzoek laten verrichten naar internationale werknemers, studenten en zelfstandigen die in Nederland wonen, werken of studeren. Uniek is daarbij dat met toestemming van het ministerie van Financiën gebruik mocht worden gemaakt van data van de Belastingdienst. Dit verdiept het inzicht in deze doelgroep. Zo leren we uit deze rapportage bijvoorbeeld dat internationale werknemers jaarlijks zo n 14 miljard euro verdienen en dat internationale zelfstandigen samen goed zijn voor ruim 2,5 miljard euro aan omzet. Daarnaast weten we nu hoeveel buitenlandse werknemers van internationale organisaties er zijn; ten slotte brengt dit rapport de omvangrijke groep buitenlandse studenten in kaart. Van harte hoop ik dat dit rapport zal bijdragen aan een goed en meer volledig beeld van deze belangrijke doelgroep, maar ook aan de verdere verbetering van de dienstverlening van de Expat Centers. Jeroen Nijland Commissaris Netherlands Foreign Investment Agency 3

Infographic overallrapport Nederland 4

1 Inleiding 1.1 Aanleiding Human capital in de vorm van buitenlandse werknemers speelt een belangrijke rol in de internationale oriëntatie van ons land en de Nederlandse economie. De toenemende internationale mobiliteit van werknemers, studenten en zelfstandigen en deze populaties in ons land zijn van belang voor (het aantrekken van) buitenlandse bedrijven en een verdere internationalisering van de economie. Tegen deze achtergrond zijn er in Nederland diverse expat centers actief met als doel een snellere en betere dienstverlening tot stand te brengen voor bedrijven en werknemers uit het buitenland die zich in Nederland willen vestigen. Een expat center faciliteert onder meer een vlotte aanvraag van benodigde verblijfsdocumenten en de inschrijving in de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) in samenwerking met gemeenten en IND. Daarnaast bieden expat centers uiteenlopende informatie over huisvesting, financiën, belastingen, onderwijs en dergelijke. De expat centers in Nederland voorzien hiermee in een belangrijke behoefte bij bedrijven, (internationale) organisaties en instellingen (zoals universiteiten en ziekenhuizen). Om deze (intermediaire) rol te kunnen vervullen en om in de toekomst effectief (arbeidsmarkt)beleid te kunnen voeren is betere kennis van de internationale community noodzakelijk. De Nederlandse expat centers zijn, samen met het Ministerie van Economische Zaken/Netherlands Foreign Investment Agency (EZ/NFIA) en de Belastingdienst, verenigd in het landelijke expat desk overleg. Vanuit dit overleg is, door EZ/NFIA en in samenwerking met de regionale expat desks, het initiatief genomen tot het landelijke en regionale onderzoek naar internationale werknemers, studenten en zelfstandigen in Nederland. Dit onderzoek is uitgevoerd door Decisio Economisch onderzoek en advies te Amsterdam. 1.2 Vraagstelling Voor het landelijke en regionale onderzoek zijn de volgende onderzoeksvragen geformuleerd: 1. Hoeveel internationale werknemers, studenten en zelfstandigen zijn er in Nederland? Welke relevante subsegmenten kunnen we hierbinnen onderscheiden? 2. Wat zijn de meest relevante ontwikkelingen geweest gelet op de sociaal-demografische kenmerken van internationale werknemers, studenten en zelfstandigen (bijvoorbeeld wanneer het gaat nationaliteit, geslacht, leeftijd, woonsituatie, doel van verblijf)? 3. Wat zijn de meest relevante ontwikkelingen geweest gelet op de economische kenmerken van internationale werknemers, studenten en zelfstandigen (bijvoorbeeld wanneer het gaat inkomen, sector waarin werkzaam)? 4. Welke ontwikkeling(en) van regionale verdelingen van internationale werknemers, studenten en zelfstandigen zijn relevant? 5

Het landelijke en regionale onderzoek is uitgevoerd voor de periode 2009 tot en met 2013 (5 onderzoeksjaren). In de bijlage van dit rapport is een verantwoording opgenomen van de aanpak van het onderzoek en de gehanteerde definities. 1.3 Geografische afbakening Voor dit voorliggende rapport geldt de volgende, geografische afbakening: Nederland totaal, met daarbij uitsplitsingen voor de 12 provincies. Naast dit onderzoek voor Nederland totaal (inclusief de uitsplitsingen naar de 12 provincies) heeft Decisio onderzoek verricht naar en regiorapporten opgesteld voor (met daarbij de verschillende geografische uitsplitsingen): Regio Amsterdam: de provincies Noord-Holland en Flevoland, de gemeente Amsterdam en de Metropoolregio Amsterdam (bestaande uit 36 gemeenten). Regio Rotterdam: de provincie Zuid-Holland en het werkgebied van Stichting Rotterdam Partners (bestaande uit een selectie van postcodegebieden in de Rotterdamse regio). Regio Zuid-Nederland: de provincies Noord-Brabant en Limburg en de gemeenten Eindhoven, Breda, Veldhoven, Tilburg en Maastricht. Regio Den Haag: provincie Zuid-Holland, de regio Haaglanden (bestaande uit 9 gemeenten), de regio 070 (bestaande uit 4 gemeenten) en de regio 015 (bestaande uit 1 gemeente: Delft). Regio Food Valley: de provincie Gelderland, de gemeenten Arnhem, Nijmegen, Ede en Wageningen en de regio Food Valley (bestaande uit 8 gemeenten). Regio Leiden: de Leidse regio (bestaande uit 6 gemeenten). Regio Noord-Nederland: de provincies Fryslân, Groningen en Drenthe en de gemeenten Groningen, Assen, Eemsmond, Emmen, Heerenveen, Leeuwarden, Smallingerland, Hoogezand- Sappemeer en Ten Boer. Regio Twente (alleen als tabellenboek): de provincie Overijssel en de gemeenten Hengelo, Enschede, Almelo, Borne, Oldenzaal, Hof van Twente, Deventer en Zwolle. Regio Utrecht (alleen als tabellenboek): de provincie Utrecht en de gemeenten Utrecht, Nieuwegein, Amersfoort, Stichtse Vecht en De Bilt. 6

1.4 Leeswijzer In dit rapport stellen we voor Nederland totaal (met daarbij uitsplitsingen naar de 12 provincies) achtereenvolgens aan de orde: Hoofdstuk 2: in dit hoofdstuk gaan we nader in op de internationale werknemers en hun belangrijkste sociaal-demografische en economische kenmerken. Verder schetsen we in dit hoofdstuk het beeld van het aantal geprivilegieerden. Hoofdstuk 3: in dit hoofdstuk schetsen we het beeld van de ontwikkeling van het aantal internationale studenten. Daarbij komt onder meer aan bod: het aantal internationale studenten, hun opleiding, jaarlijkse in- en uitstroom en de regionale spreiding. Hoofdstuk 4: In dit hoofdstuk gaan we nader in op de internationale zelfstandigen. Daarbij stellen we onder meer het volgende aan de orde: aantal internationale zelfstandigen, regionale spreiding, sectoren en omzet. Hoofdstuk 5: in dit hoofdstuk presenteren we onze overall analyse en conclusies van het onderzoek. In de bijlagen bij dit rapport is een verantwoording opgenomen van de aanpak van het onderzoek en de gehanteerde definities. 7

2 Internationale werknemers In dit hoofdstuk gaan we nader in op de internationale werknemers en hun belangrijkste sociaaldemografische en economische kenmerken. Verder schetsen we in dit hoofdstuk het beeld van het aantal geprivilegieerden. Definities: in dit hoofdstuk worden meerdere definities gehanteerd. Deze definities zijn: Economisch-actieve, internationale werknemer: een economisch-actieve, internationale werknemer is een persoon in loondienst bij een in Nederland gevestigde organisatie waarvoor loonheffing is betaald aan de Belastingdienst. Daarnaast geldt dat deze persoon alleen een buitenlandse nationaliteit heeft; oftewel deze persoon heeft niet de Nederlandse nationaliteit. Kenniswerker: een kenniswerker is een economisch-actieve, internationale werknemer. Daarnaast is voor kenniswerkers een minimale looneis gesteld (fiscaal loon: loon voor belastingen) voor twee leeftijdsgroepen en een minimaal aantal SV-dagen (Sociale Verzekeringen). De minimale looneisen per jaar per leeftijdsgroep zijn: Leeftijd 2009 2010 2011 2012 2013 < 30 jaar 25.198 25.761 25.985 26.605 27.109 30 jaar 34.361 35.128 35.433 35.867 36.407 Arbeidsmigrant: een arbeidsmigrant is een economisch-actieve, internationale werknemer. Indien een economisch-actieve, internationale werknemer geen kenniswerker is (zie voorgaande definitie) dan is deze persoon gerekend tot de groep arbeidsmigranten. Een nadere toelichting op de aanpak van het onderzoek, methode, databronnen etc. is opgenomen in de bijlagen van dit rapport. 2.1 Aantal economisch-actieve internationale werknemers Aantal internationale werknemers met 56% gegroeid In 2013 telde Nederland bijna 472.000 internationale werknemers. Het aantal internationale werknemers is tussen 2009 en 2013 met ruim 56% gegroeid; in totaal kwamen er bijna 170.000 internationale werknemers bij. Grootste groei populatie tussen 2010 en 2011; vanaf 2012 stabieler Met name in 2011 en 2012 was de populatie internationale werknemers een stuk groter dan het jaar ervoor. Na 2011 stabiliseert de groei. De gemiddelde jaarlijkse groei van deze groep ligt het hoogst in Limburg (22%) en Drenthe (15%) en het laagst in de provincie Utrecht (5%). 8

Tabel 2.1 Aantal economisch-actieve internationale werknemers (per 31/12) naar werkregio, 2009-2013 2009 2010 2011 2012 2013 Groningen 3.376 3.942 (+17%) 4.860 (+23%) 5.226 (+8%) 5.303 (+1%) Friesland 2.247 2.407 (+7%) 3.312 (+38%) 3.682 (+11%) 3.827 (+4%) Drenthe 2.169 2.286 (+5%) 3.146 (+38%) 3.678 (+17%) 3.990 (+8%) Overijssel 8.988 9.484 (+6%) 11.414 (+20%) 12.969 (+14%) 12.707 (-2%) Flevoland 6.241 6.323 (+1%) 8.468 (+34%) 9.388 (+11%) 9.257 (-1%) Gelderland 23.556 25.378 (+8%) 36.425 (+44%) 39.792 (+9%) 40.982 (+3%) Utrecht 21.300 21.776 (+2%) 25.253 (+16%) 27.270 (+8%) 25.648 (-6%) Noord-Holland 86.848 92.113 (+6%) 106.138 (+15%) 116.212 (+9%) 113.555 (-2%) Zuid-Holland 78.619 83.384 (+6%) 102.144 (+22%) 117.634 (+15%) 121.303 (+3%) Zeeland 4.980 5.139 (+3%) 7.528 (+46%) 8.093 (+8%) 8.267 (+2%) Noord-Brabant 41.796 44.305 (+6%) 59.850 (+35%) 69.697 (+16%) 71.440 (+3%) Limburg 16.742 17.708 (+6%) 27.082 (+53%) 33.171 (+22%) 37.366 (+13%) Overig 1 5.436 5.549 (+2%) 12.122 (+118%) 16.429 (+36%) 18.348 (+12%) Nederland 302.298 319.794 (+6%) 407.742 (+28%) 463.241 (+14%) 471.993 (+2%) 2.2 Kenniswerkers en arbeidsmigranten Per regio hebben Gelderland (17%) en Limburg (18%) in 2013 de meest bescheiden aandelen kenniswerkers in de totale groep internationale werknemers. Utrecht (29%) en Noord-Holland (30%) hebben relatief het hoogste aandeel kenniswerkers. 2.2.1 Kenniswerkers Aantal kenniswerkers licht gegroeid In 2013 was bijna 19% van de internationale werknemers een kenniswerker; de rest behoort tot de arbeidsmigranten. Vijf jaar eerder behoorde 25% van de internationale werknemers tot de groep kenniswerkers. Het aantal kenniswerkers is tussen 2009 en 2013 met 13% gegroeid. Internationale kenniswerker werkt vooral in Randstad Bijna 35% van de kenniswerkers is werkzaam in Noord-Holland, 26% heeft een baan in Zuid-Holland. Noord-Brabant komt met 13% (11.300 internationale kenniswerkers) op een derde plek. Ruim 68% van de internationale kenniswerkers werkt in de Randstad; Noord-Brabant en Limburg zijn samen goed voor ruim 17% van de populatie. 1 Internationale werknemers in de groep Overig zijn economisch-actief in Nederland. De vestigingslocatie van de werkgever is echter niet bekend. 9

Tabel 2.2 Aantal economisch-actieve internationale kenniswerkers (per 31/12) naar werkregio, 2009-2013 2009 2010 2011 2012 2013 Groningen 963 1.016 (+6%) 1.509 (+49%) 1.621 (+7%) 1.166 (-28%) Friesland 457 562 (+23%) 640 (+14%) 711 (+11%) 591 (-17%) Drenthe 501 524 (+5%) 605 (+15%) 617 (+2%) 488 (-21%) Overijssel 1.932 2.363 (+22%) 2.500 (+6%) 2.598 (+4%) 1.967 (-24%) Flevoland 1.517 1.351 (-11%) 1.502 (+11%) 1.606 (+7%) 1.188 (-26%) Gelderland 4.860 5.147 (+6%) 5.891 (+14%) 6.126 (+4%) 4.589 (-25%) Utrecht 6.185 6.565 (+6%) 7.952 (+21%) 8.373 (+5%) 6.390 (-24%) Noord-Holland 24.210 29.886 (+23%) 33.574 (+12%) 36.072 (+7%) 30.780 (-15%) Zuid-Holland 21.075 23.142 (+10%) 25.931 (+12%) 27.204 (+5%) 22.963 (-16%) Zeeland 1.186 1.123 (-5%) 1.364 (+21%) 1.483 (+9%) 1.179 (-20%) Noord-Brabant 10.126 11.625 (+15%) 13.260 (+14%) 14.083 (+6%) 11.305 (-20%) Limburg 3.710 3.932 (+6%) 4.714 (+20%) 5.050 (+7%) 3.935 (-22%) Overig 2 1.284 1.056 (-18%) 1.456 (+38%) 1.702 (+17%) 1.659 (-3%) Nederland 78.006 88.292 (+13%) 100.898 (+14%) 107.246 (+6%) 88.200 (-18%) Het aantal kenniswerkers in Nederland vertoont tussen 2012 en 2013 een afname. Een aantal variabelen verklaart deze ontwikkeling. Een verdere uitwerking is opgenomen als bijlage 4 in dit rapport. 2 Internationale kenniswerkers in de groep Overig zijn economisch-actief in Nederland. De vestigingslocatie van de werkgever is echter niet bekend. 10

Promovendi Een promovendus (PhD-er) is een persoon die door een geaccrediteerde onderwijsinstelling formeel erkend is als een persoon die uitzicht heeft op een promotie tot een academische graad van doctor. In Nederland zijn ook vele internationale promovendi actief; vaak zijn zij als werknemer met een arbeidsovereenkomst in dienst van een hoger onderwijsinstelling in Nederland of bijvoorbeeld binnen het bedrijfsleven. Als zodanig is deze groep internationale werknemers in het onderzoek geïdentificeerd op basis van de fiscale loongegevensdata van de Belastingdienst. Er zijn echter ook internationale promovendi in Nederland actief die niet in dienst zijn als werknemer van een hoger onderwijsinstelling of van een andere instelling in Nederland (dit zijn de zogenaamde contractpromovendi of buitenpromovendi ). Financiering verloopt veelal vanuit het land van herkomst; bijvoorbeeld middels een beurs (van bijvoorbeeld de EU of een buitenlandse universiteit). Daarnaast zijn er internationale promovendi zonder arbeidsovereenkomst of zonder internationale beurs. Zij komen derhalve allen niet voor bij de fiscale loongegevens van de Belastingdienst. Om inzicht te krijgen in de omvang van de groep internationale promovendi zonder arbeidsovereenkomst is een beknopte inventarisatie uitgevoerd op basis van publiek beschikbare gegevens. Hieruit ontstaat het beeld dat er geen volledig, betrouwbaar overzicht bestaat van de groep internationale promovendi zonder arbeidsoverkomst. Het strekt tot aanbeveling om dit via aanvullend onderzoek in kaart te brengen. De volgende gegevens zijn wel bekend: Het aantal onbezoldigde PhD-ers met een niet-nederlandse nationaliteit bij Maastricht University bedraagt op 31 december 2013 in totaal: 52 (bron: Maastricht University). Het aantal not on payroll PhD-ers met een niet Nederlandse nationaliteit bij TU Eindhoven was op 31 december 2013 in totaal: 253 (bron: TU Eindhoven). Van dit aantal is niet bekend of zij wellicht elders een arbeidsovereenkomst hebben. Het aantal bursalen op 31 december 2013 in de provincie Gelderland was in totaal 824; verdeeld over Radboud Universiteit (220), KNAW-NIOO (27), Radboud UMC (250) en Wageningen UR (327). Het aantal bursalen op 22 mei 2015 bij de Rijksuniversiteit Groningen was in totaal 462. Het betreft hier echter alleen de PhD-ers/bursalen non-eu (bron: Rijksuniversiteit Groningen). Voor de overige regio s/universiteiten kon geen overzicht van PhD-ers/bursalen achterhaald worden. 2.2.2 Arbeidsmigranten Aantal arbeidsmigranten met 71% gegroeid De groep internationale arbeidsmigranten is in omvang sterk gegroeid; er kwamen 160.000 arbeidsmigranten bij, met de grootste groei tussen 2010 en 2011 (+75.000 internationale arbeidsmigranten). De groei van 2009 tot 2013 was het sterkst in Limburg (157%) en Groningen (110%) en het meest bescheiden in Utrecht (27%) en Noord-Holland (32%). Bijna kwart arbeidsmigranten werkt in Zuid-Nederland De top 3-werkregio s ziet er anders uit dan voor de kenniswerkers; de meeste arbeidsmigranten werken in Zuid-Holland, samen met Noord-Holland en Noord-Brabant goed voor 63% van het aantal werkende arbeidsmigranten. Noord-Brabant en Limburg zijn samen goed voor ruim 24% van de po- 11

pulatie. De banen van internationale arbeidsmigranten concentreren zich minder in de Randstad en zijn meer gespreid over de andere provincies. Tabel 2.3 Aantal economisch-actieve internationale arbeidsmigranten (per 31/12) naar werkregio, 2009-2013 2009 2010 2011 2012 2013 Groningen 2.413 2.926 (+21%) 3.351 (+15%) 3.605 (+8%) 4.137 (+15%) Friesland 1.790 1.845 (+3%) 2.672 (+45%) 2.971 (+11%) 3.236 (+9%) Drenthe 1.668 1.762 (+6%) 2.541 (+44%) 3.061 (+20%) 3.502 (+14%) Overijssel 7.056 7.121 (+1%) 8.914 (+25%) 10.371 (+16%) 10.740 (+4%) Flevoland 4.724 4.972 (+5%) 6.966 (+40%) 7.782 (+12%) 8.069 (+4%) Gelderland 18.696 20.231 (+8%) 30.534 (+51%) 33.666 (+10%) 36.393 (+8%) Utrecht 15.115 15.211 (+1%) 17.301 (+14%) 18.897 (+9%) 19.258 (+2%) Noord-Holland 62.638 62.227 (-1%) 72.564 (+17%) 80.140 (+10%) 82.775 (+3%) Zuid-Holland 57.544 60.242 (+5%) 76.213 (+27%) 90.430 (+19%) 98.340 (+9%) Zeeland 3.794 4.016 (+6%) 6.164 (+53%) 6.610 (+7%) 7.088 (+7%) Noord-Brabant 31.670 32.680 (+3%) 46.590 (+43%) 55.614 (+19%) 60.135 (+8%) Limburg 13.032 13.776 (+6%) 22.368 (+62%) 28.121 (+26%) 33.431 (+19%) Overig 3 4.152 4.493 (+8%) 10.666 (+137%) 14.727 (+38%) 16.689 (+13%) Nederland 224.292 231.502 (+3%) 306.844 (+33%) 355.995 (+16%) 383.793 (+8%) 3 Internationale arbeidsmigranten in de groep Overig zijn economisch-actief in Nederland. De vestigingslocatie van de werkgever is echter niet bekend. 12

2.3 Instroom, uitstroom en duur economische activiteit 2.3.1 Jaarlijkse instroom van internationale werknemers Definities: in deze paragraaf worden meerdere definities gehanteerd. Deze definities zijn: Instroom: met instroom wordt bedoeld dat een internationale werknemer economisch-actief wordt/is. Oftewel, er vindt afdracht van loonheffing aan de Belastingdienst plaats. Instroom betekent derhalve niet altijd dat een internationale werknemer instroomt in Nederland; het kan namelijk ook zijn dat de internationale werknemer al in Nederland gevestigd is maar van economisch-inactief economisch-actief wordt. Uitstroom: met uitstroom wordt bedoeld dat een internationale werknemers economisch-inactief wordt/is (zie ook voorgaande definitie van instroom ). Duur economische activiteit: de periode waarin daadwerkelijk loonheffing wordt betaald door de economisch-actieve, internationale werknemer. Een nadere toelichting op de aanpak van het onderzoek, methode, databronnen etc. is opgenomen in de bijlagen van dit rapport. Bijna twee derde instroom 2010-2013 naar Noord en Zuid-Holland Van 2010 tot en met 2013 stroomden in totaal 439.000 internationale werknemers in waarvan het grootste deel in de provincie Zuid-Holland (32%) en Noord-Holland (31%). De jaarlijkse instroom is relatief het sterkst gegroeid in Limburg; in 2013 was de instroom 2,5 keer zo groot als in 2010. Tabel 2.4 Jaarlijkse instroom economisch-actieve internationale werknemers naar werkregio, 2010-2013 2010 2011 2012 2013 Groningen 1.428 1.920 1.791 1.881 Friesland 775 1.502 1.397 1.539 Drenthe 816 1.564 1.716 1.811 Overijssel 2.894 4.465 4.715 4.329 Flevoland 2.640 4.623 4.433 4.132 Gelderland 9.127 18.817 17.471 17.703 Utrecht 6.434 9.245 9.104 8.430 Noord-Holland 25.982 36.289 37.066 35.626 Zuid-Holland 22.602 37.332 41.549 41.070 Zeeland 1.245 3.387 2.852 2.958 Noord-Brabant 12.748 26.211 27.710 27.266 Limburg 4.989 13.411 15.058 17.101 Nederland 61.327 125.381 127.082 125.517 13

Instroom 2013 voornamelijk uit Polen Bijna de helft van de totale instroom in 2013 heeft als herkomstland Polen. Naast EU-landen vallen ook India (werkregio Utrecht) en Turkije op als herkomstlanden voor de instroom in 2013. Tabel 2.5 Top 5 herkomstlanden instroom economisch-actieve internationale werknemers naar werkregio, 2013 Positie 1 Positie 2 Positie 3 Positie 4 Positie 5 Groningen Polen (28%) Duitsland (13%) Hongarije (6%) China (4%) Italië (4%) Friesland Polen (53%) Duitsland (8%) Hongarije (3%) Hongarije (3%) Griekenland (3%) Drenthe Polen (63%) Duitsland (6%) Letland (4%) VK(2%) Italië (2%) Overijssel Polen (37%) Duitsland (10%) Turkije (6%) Hongarije (5%) Letland (3%) Flevoland Polen (56%) Duitsland (6%) Turkije (3%) Portugal (3%) Marokko (3%) Gelderland Polen (60%) Duitsland (5%) Hongarije (5%) Slowakije (4%) Turkije (3%) Utrecht Polen (35%) India (6%) Duitsland (5%) Turkije (4%) VK(4%) Noord-Holland Polen (30%) VK(6%) Duitsland (5%) Spanje (5%) Italië (4%) Zuid-Holland Polen (47%) Turkije (4%) Duitsland (4%) Hongarije (4%) Griekenland (3%) Zeeland Polen (45%) Portugal (14%) België (13%) Hongarije (4%) Duitsland (3%) Noord-Brabant Polen (61%) Hongarije (4%) Duitsland (3%) België (3%) Turkije (3%) Limburg Polen (68%) Duitsland (7%) Slowakije (4%) België (3%) Hongarije (2%) Nederland Polen (49%) Duitsland (5%) Turkije (4%) Hongarije (3%) VK(3%) * Het gaat in deze tabel om een top 5. De rijen tellen hierdoor niet op tot 100%. 2.3.2 Jaarlijkse uitstroom van internationale werknemers Grootste uitstroom tussen 2012 en 2013 Tussen 2010 en 2013 stroomden 283.000 internationale werknemers uit, waarvan bijna de helft in 2013. Tabel 2.6 Jaarlijkse uitstroom economisch-actieve internationale werknemers naar werkregio, 2010-2013 2010 2011 2012 2013 Groningen 862 1.002 1.425 1.804 Friesland 615 597 1.027 1.394 Drenthe 699 704 1.184 1.499 Overijssel 2.398 2.535 3.160 4.591 Flevoland 2.558 2.478 3.513 4.263 Gelderland 7.305 7.770 14.104 16.513 Utrecht 5.958 5.768 7.087 10.052 Noord-Holland 20.717 22.264 26.992 38.283 Zeeland 1.086 998 2.287 2.784 14

2010 2011 2012 2013 Noord-Brabant 10.239 10.666 17.863 25.523 Limburg 4.023 4.037 8.969 12.906 Nederland 43.944 44.006 75.890 118.684 Ook uitstroom bestaat met name uit Polen Net als de instromende internationale werknemers die in 2013 instromen bestaat ook de uitstroom vooral uit werkenden van Poolse komaf. Naast EU-landen worden ook internationale werknemers uit Turkije, China en Marokko economisch inactief in Nederland. Tabel 2.7 Top 5 herkomstlanden uitstroom economisch-actieve internationale werknemers naar werkregio, 2013 Positie 1 Positie 2 Positie 3 Positie 4 Positie 5 Groningen Polen (20%) Duitsland (16%) Italië (10%) Turkije (5%) VK(4%) Friesland Polen (49%) Duitsland (10%) China (4%) VK(3%) Spanje (3%) Drenthe Polen (52%) Duitsland (8%) VK(4%) Letland (3%) Spanje (3%) Overijssel Polen (29%) Duitsland (13%) Turkije (10%) Hongarije (5%) Slowakije (4%) Flevoland Polen (41%) Duitsland (9%) Marokko (5%) Turkije (5%) VK(3%) Gelderland Polen (52%) Duitsland (8%) Hongarije (6%) Turkije (4%) Slowakije (4%) Utrecht Polen (28%) Turkije (8%) Duitsland (7%) Marokko (5%) VK(5%) Noord-Holland Polen (26%) VK(8%) Duitsland (8%) Turkije (6%) Spanje (4%) Zuid-Holland Polen (38%) Turkije (6%) Duitsland (6%) VK(5%) Hongarije (4%) Zeeland Polen (49%) België (13%) Portugal (9%) Duitsland (4%) Hongarije (2%) Noord-Brabant Polen (50%) Duitsland (6%) Turkije (5%) België (4%) Hongarije (3%) Limburg Polen (56%) Duitsland (12%) Slowakije (4%) België (4%) Hongarije (2%) Nederland Polen (39%) Duitsland (7%) Turkije (6%) VK(5%) Hongarije (3%) * Het gaat in deze tabel om een top 5. De rijen tellen hierdoor niet op tot 100%. 2.3.3 Duur van economische activiteit van internationale werknemers Op basis van de in- en uitstroom tussen 2010 en 2013 kunnen we nagaan hoe lang de economischactieve internationale werknemer in Nederland blijft wonen en/of werken 4. Steeds groter deel stroomt na eerste jaar uit; contractduur neemt af Het algemene beeld is dat een steeds groter aandeel na het eerste jaar uitstroomt. Hierin zit echter wel een vertekening de internationale werknemers met startjaar 2009 zijn niet per se pas dat jaar ingestroomd. Een aanzienlijk deel van deze groep was al langer economisch actief in Nederland. 4 Indien een internationale werknemer economisch inactief wordt maar in Nederland woonachtig blijft geldt deze ook als uitstroom. 15

Dit verklaart de relatief hoge uitstroom in de daarop volgende jaren, waarin een relatief groter deel van de recent ingestroomde internationale werknemers na korte duur weer uitstroomt. Tabel 2.8 Duur economische activiteit internationale werknemers (per jaar) naar startjaar, 2009-2013 Startjaar 1 jaar 2 jaar 3 jaar 4 jaar 2009 75% 60% 50% 38% 2010 75% 60% 46% - 2011 71% 50% - - 2012 65% - - - De gemiddelde contractduur is in de periode 2009-2013 afgenomen. De internationale werknemer in Nederland had in 2009 een contract van gemiddeld 9,7 maanden, in 2013 nog 7,8 maanden. 2.4 Land van herkomst van internationale werknemers 2.4.1 Land van herkomst Internationale werknemers met name uit EU-landen (52%) en Turkije (6%) In 2013 zijn 472.000 internationale werknemers economisch actief in Nederland. Ruim een derde deel van deze groep heeft de Poolse nationaliteit. De top-5 nationaliteiten in Nederland heeft betrekking op 58% van de totale populatie internationale werknemers in 2013. Tabel 2.9 Top 5 herkomstlanden economisch-actieve internationale werknemers naar werkregio, 2013 Positie 1 Positie 2 Positie 3 Positie 4 Positie 5 Groningen Polen (22%) Duitsland (16%) China (5%) Italië (5%) Hongarije (5%) Friesland Polen (36%) Duitsland (13%) China (6%) VK (5%) Hongarije (3%) Drenthe Polen (48%) Duitsland (10%) VK (4%) China (4%) Italië (3%) Overijssel Polen (28%) Duitsland (14%) Turkije (9%) Hongarije (4%) China (4%) Flevoland Polen (45%) Duitsland (7%) Turkije (5%) Portugal (4%) Marokko (3%) Gelderland Polen (48%) Duitsland (9%) Turkije (5%) Hongarije (4%) VK (3%) Utrecht Polen (25%) Duitsland (8%) Turkije (7%) VK (6%) India (5%) Noord-Holland Polen (22%) VK (8%) Duitsland (7%) Turkije (5%) Italië (5%) Zuid-Holland Polen (38%) Turkije (7%) Duitsland (5%) VK (5%) Portugal (3%) Zeeland Polen (34%) België (22%) Portugal (11%) Duitsland (5%) VK (3%) Noord-Brabant Polen (49%) Duitsland (6%) Turkije (5%) België (5%) VK (3%) Limburg Polen (54%) Duitsland (12%) België (5%) Slowakije (4%) VK (2%) Nederland Polen (37%) Duitsland (7%) Turkije (6%) VK (5%) België (3%) * Het gaat in deze tabel om een top 5. De rijen tellen hierdoor niet op tot 100%. 16

2.4.2 Kenniswerkers Kenniswerkers overwegend uit buurlanden, Polen en Verenigd Koninkrijk De subgroep kenniswerkers bestaat overwegend uit personen met een Europese nationaliteit en zijn met name afkomstig uit landen grenzend aan Nederland. In de top 5 per provincie komen twee niet- EU-land voor, namelijk India (Utrecht) en Turkije (Zuid-Holland en Noord-Brabant). Tabel 2.10 Top 5 herkomstlanden economisch-actieve internationale kenniswerkers naar werkregio, 2013 Positie 1 Positie 2 Positie 3 Positie 4 Positie 5 Groningen Duitsland (26%) Italië (7%) VK (7%) Polen (6%) België (5%) Friesland Duitsland (28%) VK (11%) Polen (9%) België (7%) Frankrijk (5%) Drenthe Duitsland (21%) VK (14%) België (7%) Polen (6%) Frankrijk (5%) Overijssel Duitsland (24%) VK (8%) Polen (8%) België (7%) Italië (6%) Flevoland Polen (20%) Duitsland (12%) VK (8%) België (6%) Spanje (4%) Gelderland Duitsland (20%) Polen (13%) VK (10%) België (7%) Frankrijk (5%) Utrecht Duitsland (14%) VK (11%) India (9%) België (7%) Polen (6%) Noord-Holland VK (15%) Duitsland (10%) Frankrijk (6%) Italië (6%) Polen (5%) Zuid-Holland VK (13%) Duitsland (11%) Polen (8%) Turkije (6%) België (6%) Zeeland België (43%) Polen (11%) Duitsland (9%) Portugal (7%) VK (6%) Noord-Brabant Polen (13%) België (13%) Duitsland (11%) VK (8%) Turkije (5%) Limburg Duitsland (25%) België (17%) Polen (11%) VK (8%) Italië (4%) Nederland Duitsland (12%) VK (12%) Polen (8%) België (7%) Frankrijk (5%) * Het gaat in deze tabel om een top 5. De rijen tellen hierdoor niet op tot 100%. Kijkend naar het aandeel kenniswerkers in een populatie met dezelfde nationaliteit ontstaat een ander beeld dan in bovenstaande tabel. De belangrijkste herkomstlanden met een groot aandeel kenniswerkers 5 binnen de eigen populatie zijn: 1. Taiwan (55%; 305 kenniswerkers) 2. Zuid-Korea (54%; 369 kenniswerkers) 3. Zuid-Afrika (51%; 577 kenniswerkers) 4. Ierland (50%; 1.456 kenniswerkers) 5. Australië (48%; 732 kenniswerkers) 2.4.3 Arbeidsmigranten Arbeidsmigranten met name in Polen De subgroep arbeidsmigranten in 2013 is met name afkomstig uit Polen (42%) en Duitsland (6%). Zestig procent van de populatie economisch-actieve internationale arbeidsmigranten is afkomstig uit de top-5 herkomstlanden. 5 Hierbij is de ondergrens gehanteerd van minimaal 200 kenniswerkers met eenzelfde nationaliteit. 17

Tabel 2.11 Top 5 herkomstlanden economisch-actieve internationale arbeidsmigranten naar werkregio, 2013 Positie 1 Positie 2 Positie 3 Positie 4 Positie 5 Groningen Polen (27%) Duitsland (13%) China (6%) Hongarije (5%) Italië (5%) Friesland Polen (42%) Duitsland (10%) China (6%) Hongarije (4%) VK (3%) Drenthe Polen (54%) Duitsland (9%) China (4%) Letland (3%) VK (3%) Overijssel Polen (31%) Duitsland (13%) Turkije (10%) Hongarije (5%) China (4%) Flevoland Polen (49%) Duitsland (6%) Turkije (5%) Portugal (4%) Marokko (4%) Gelderland Polen (53%) Duitsland (7%) Turkije (5%) Hongarije (5%) Slowakije (3%) Utrecht Polen (31%) Turkije (8%) Marokko (6%) Duitsland (6%) VK (4%) Noord-Holland Polen (28%) Turkije (6%) Duitsland (6%) VK (5%) Spanje (4%) Zuid-Holland Polen (45%) Turkije (7%) Duitsland (4%) Hongarije (3%) Portugal (3%) Zeeland Polen (37%) België (19%) Portugal (12%) Duitsland (5%) Hongarije (3%) Noord-Brabant Polen (56%) Turkije (5%) Duitsland (5%) België (4%) Hongarije (3%) Limburg Polen (59%) Duitsland (11%) België (4%) Slowakije (4%) Hongarije (2%) Nederland Polen (42%) Duitsland (6%) Turkije (6%) Hongarije (3%) VK (3%) * Het gaat in deze tabel om een top 5. De rijen tellen hierdoor niet op tot 100%. Kijkend naar het aandeel arbeidsmigranten in een populatie met dezelfde nationaliteit ontstaat een ander beeld dan in bovenstaande tabel. De belangrijkste herkomstlanden met een groot aandeel arbeidsmigranten 6 binnen de eigen populatie zijn: 1. Dominicaanse Republiek (97%; 353 arbeidsmigranten) 2. Afghanistan (97%; 405 arbeidsmigranten) 3. Ghana (97%; 2.408 arbeidsmigranten) 4. Thailand (96%; 2.236 arbeidsmigranten) 5. Angola (96%; 255 arbeidsmigranten) 6 Hierbij is de ondergrens gehanteerd van minimaal 200 arbeidsmigranten met eenzelfde nationaliteit. 18

Aantal economisch-actieve internationale geprivilegieerden in Nederland 2013 +57% t.o.v. 2009 Geprivilegieerden zijn economisch-actieve, internationale personen (15 t/m 66 jaar) die werkzaam zijn bij een ambassade, consulaat of een van de internationale organisaties 7 in Nederland. Geprivilegieerden zijn niet opgenomen in de FLG-data van de Belastingdienst. Gegevens zijn ontleend aan de Probas-registratie (Ministerie BuZa). In 2013 waren 5.270 economisch-actieve internationale geprivilegieerden woonachtig in Nederland. Ten opzichte van 2009 is dit 57% meer. Het grootste deel van deze groep (95%; 5.022) woont in de provincie Zuid-Holland met een concentratie van ruim 4.000 internationale geprivilegieerden in de regio 070. In de drie noordelijke provincies zijn geen geprivilegieerden woonachtig; dit geldt ook voor Flevoland en Zeeland. Tabel 2.12 Aantal economisch-actieve geprivilegieerden (per 31/12) naar woonregio, 2009-2013 2009 2010 2011 2012 2013 Groningen - - - - - Friesland - - - - - Drenthe - - - - - Overijssel 13 13 13 18 18 Flevoland - - - - - Gelderland 10 10 10 10 10 Utrecht 7 7 7 7 8 Noord-Holland 81 84 107 102 155 Zuid-Holland 3.576 4.096 4.961 4.936 5.022 Zeeland - - - - - Noord-Brabant 33 18 20 35 37 Limburg 8 12 22 18 20 Nederland 3.728 4.240 (+14%) 5.140 (+21%) 5.126 (+0%) 5.270 (+3%) Bron: gegevens Ministerie van Buitenlandse Zaken. Bewerking en analyse: Decisio. Landelijke top 5-herkomsten uitsluitend EU-nationaliteiten Van alle internationale geprivilegieerden in Nederland is 40% afkomstig uit een top 5-herkomstland; het gaat uitsluitend om EU-landen. Provinciaal gezien zijn er verschillen; omdat de overgrote meerderheid van de internationale geprivilegieerden in Zuid-Holland woont is deze top 5 en de landelijke top 5 nagenoeg identiek. 7 http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/ambassades-consulaten-en-overigevertegenwoordigingen/internationale-organisaties 19

Tabel 2.13 Top 5 herkomstlanden economisch-actieve geprivilegieerden naar woonregio, 2013 Positie 1 Positie 2 Positie 3 Positie 4 Positie 5 Overijssel Turkije (100%) - - - - Gelderland - - - - - Utrecht - - - - - Noord-Holland Italië (22%) België (16%) Duitsland (14%) Marokko (10%) Frankrijk (8%) Zuid-Holland Frankrijk (13%) Duitsland (9%) VK (8%) Italië (7%) Spanje (5%) Noord-Brabant Marokko (50%) België (30%) - - - Limburg Roemenië (35%) VS (25%) - - - Nederland Frankrijk (12%) Duitsland (8%) VK (8%) Italië (7%) Spanje (5%) * Het gaat in deze tabel om een top 5. De rijen tellen hierdoor niet op tot 100%. Bron: gegevens Ministerie van Buitenlandse Zaken. Bewerking en analyse: Decisio. Groep internationale geprivilegieerden exact verdeeld over beide geslachten; gemiddelde leeftijd gedaald In tegenstelling tot de populatie economisch-actieve internationale werknemers in Nederland is het aantal internationale geprivilegieerden evenwichtig verdeeld over beide geslachten. De gemiddelde leeftijd van de internationale geprivilegieerden in Nederland is in 2013 ruim 42 jaar. In 2009 was de gemiddelde leeftijd nog 43 jaar. Tabel 2.14 Geslacht economisch-actieve geprivilegieerden naar woonregio, 2013 Mannen Vrouwen Totaal Overijssel 9 9 18 Gelderland - - 10 Utrecht - - 8 Noord-Holland 88 67 155 Zuid-Holland 2.527 2.495 5.022 Noord-Brabant 7 30 37 Limburg 11 9 20 Nederland 2.646 2.624 5.270 Bron: gegevens Ministerie van Buitenlandse Zaken. Bewerking en analyse: Decisio. 20

Grootste deel internationale (59%) geprivilegieerden is gehuwd In 2013 was het grootste deel (59%) van de internationale geprivilegieerden in Nederland gehuwd; 40% is ongehuwd. Tabel 2.15 Burgerlijke staat economisch-actieve geprivilegieerden naar woonregio, 2013 Gehuwd Samenwonend Ongehuwd Niet gehuwd/samenwonend Overijssel 10-8 - Gelderland - - 7 - Utrecht - - - - Noord-Holland 79 9 55 12 Zuid-Holland 2.856 53 1.892 221 Noord-Brabant 14-23 - Limburg 8-10 - Nederland 2.973 62 1.999 236 Bron: gegevens Ministerie van Buitenlandse Zaken. Bewerking en analyse: Decisio. 2.5 Geslacht, leeftijd, woonsituatie, woning en verblijfsdoel 2.5.1 Geslacht Mannen oververtegenwoordigd in populatie internationale werknemers De populatie economisch-actieve internationale werknemers in Nederland kent een oververtegenwoordiging van mannen. Zij vormen met 260.000 personen in 2013 een meerderheid van 57%. De man/vrouw-verhouding is tussen 2009 en 2013 nagenoeg onveranderd gebleven. Tabel 2.16 Geslacht economisch-actieve internationale werknemers naar werkregio, 2013 Mannen Vrouwen Totaal Groningen 3.056 (58%) 2.247 (42%) 5.303 Friesland 2.198 (57%) 1.629 (43%) 3.827 Drenthe 2.221 (56%) 1.769 (44%) 3.990 Overijssel 7.406 (58%) 5.301 (42%) 12.707 Flevoland 5.154 (56%) 4.103 (44%) 9.256 Gelderland 24.802 (61%) 16.180 (39%) 40.972 Utrecht 14.549 (57%) 11.099 (43%) 25.647 Noord-Holland 64.329 (57%) 49.226 (43%) 113.554 Zuid-Holland 69.389 (57%) 51.914 (43%) 121.301 Zeeland 4.461 (54%) 3.806 (46%) 8.267 Noord-Brabant 41.856 (59%) 29.584 (41%) 71.432 Limburg 20.745 (56%) 16.621 (44%) 37.366 Nederland 260.166 (57%) 193.479 (43%) 453.622 21

Groter aandeel mannen in kenniswerkers In vergelijking met de man/vrouw-verhouding in de populatie internationale arbeidsmigranten kent de groep kenniswerkers een grotere oververtegenwoordiging van mannen, namelijk 63% versus 56%. Op provinciaal niveau zijn de verschillen beperkt; het aandeel mannen in de populatie kenniswerkers varieert van 57% (Groningen) tot 68% (Noord-Brabant). Tabel 2.17 Geslacht economisch-actieve internationale kenniswerkers naar werkregio, 2013 Mannen Vrouwen Totaal Groningen 663 (57%) 503 (43%) 1.166 Friesland 359 (61%) 232 (39%) 591 Drenthe 327 (67%) 161 (33%) 488 Overijssel 1.289 (66%) 678 (34%) 1.967 Flevoland 752 (63%) 436 (37%) 1.188 Gelderland 2.845 (62%) 1.744 (38%) 4.589 Utrecht 3.980 (62%) 2.410 (38%) 6.390 Noord-Holland 18.696 (61%) 12.084 (39%) 30.780 Zuid-Holland 14.628 (64%) 8.335 (36%) 22.963 Zeeland 757 (64%) 422 (36%) 1.179 Noord-Brabant 7.719 (68%) 3.586 (32%) 11.305 Limburg 2.514 (64%) 1.421 (36%) 3.935 Nederland 54.529 (63%) 32.012 (37%) 86.541 Tabel 2.18 Geslacht economisch-actieve internationale arbeidsmigranten naar werkregio, 2013 Mannen Vrouwen Totaal Groningen 2.393 (58%) 1.744 (42%) 4.137 Friesland 1.839 (57%) 1.397 (43%) 3.236 Drenthe 1.894 (54%) 1.608 (46%) 3.502 Overijssel 6.117 (57%) 4.623 (43%) 10.740 Flevoland 4.402 (55%) 3.667 (45%) 8.069 Gelderland 21.957 (60%) 14.436 (40%) 36.393 Utrecht 10.569 (55%) 8.689 (45%) 19.258 Noord-Holland 45.633 (55%) 37.142 (45%) 82.775 Zuid-Holland 54.761 (56%) 43.579 (44%) 98.340 Zeeland 3.704 (52%) 3.384 (48%) 7.088 Noord-Brabant 34.137 (57%) 25.998 (43%) 60.135 Limburg 18.231 (55%) 15.200 (45%) 33.431 Nederland 205.637 (56%) 161.467 (44%) 367.104 22

2.5.2 Leeftijd Bijna 60% internationale werknemers jonger dan 35 jaar In 2013 is 58% van de populatie economisch-actieve internationale werknemers in Nederland jonger dan 35 jaar; van het totaal is 21% tussen de 25 en 35 jaar oud. Een kleine 23.000 internationale werknemers (5%) zijn tussen de 55 en 67 jaar oud. Een uitschieter is zichtbaar in de provincie Drenthe; hier is 35% van de internationale werknemers tussen de 15 en 25 jaar oud. Tabel 2.19 Leeftijd economisch-actieve internationale werknemers naar werkregio, 2013 15 tot 25 jaar 25 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 67 jaar Groningen 931 (18%) 2.046 (39%) 1.266 (24%) 768 (14%) 292 (6%) Friesland 726 (19%) 1.398 (37%) 886 (23%) 595 (16%) 222 (6%) Drenthe 1.377 (35%) 1.155 (29%) 761 (19%) 499 (13%) 198 (5%) Overijssel 2.008 (16%) 4.474 (35%) 3.237 (25%) 2.160 (17%) 828 (7%) Flevoland 2.460 (27%) 3.311 (36%) 1.927 (21%) 1.185 (13%) 374 (4%) Gelderland 11.092 (27%) 13.842 (34%) 8.724 (21%) 5.439 (13%) 1.885 (5%) Utrecht 3.776 (15%) 9.888 (39%) 6.709 (26%) 3.770 (15%) 1.505 (6%) Noord-Holland 18.720 (16%) 45.419 (40%) 28.863 (25%) 14.941 (13%) 5.612 (5%) Zuid-Holland 24.124 (20%) 45.532 (38%) 29.082 (24%) 16.437 (14%) 6.128 (5%) Zeeland 1.579 (19%) 2.398 (29%) 2.003 (24%) 1.572 (19%) 715 (9%) Noord-Brabant 16.312 (23%) 26.017 (36%) 16.272 (23%) 9.576 (13%) 3.263 (5%) Limburg 11.004 (29%) 12.319 (33%) 7.127 (19%) 5.083 (14%) 1.833 (5%) Nederland 94.109 (21%) 167.799 (37%) 106.857 (24%) 62.025 (14%) 22.855 (5%) Kenniswerkers in Nederland gemiddeld ouder dan internationale arbeidsmigranten Van de internationale kenniswerkers in Nederland is slechts 3% (ruim 2.500) jonger dan 25 jaar. Het grootste deel van de groep is tussen de 25 en 35 jaar oud; dit geldt voor iedere provincie. De internationale arbeidsmigrant is gemiddeld jonger; 25% van de populatie internationale arbeidsmigranten in Nederland is jonger dan 25 jaar. 23

Tabel 2.20 Leeftijd economisch-actieve internationale kenniswerkers naar werkregio, 2013 15 tot 25 jaar 25 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 67 jaar Groningen 30 (3%) 510 (44%) 301 (26%) 237 (20%) 88 (8%) Friesland 26 (4%) 195 (33%) 165 (28%) 156 (26%) 49 (8%) Drenthe 13 (3%) 216 (44%) 126 (26%) 93 (19%) 40 (8%) Overijssel 66 (3%) 778 (40%) 506 (26%) 435 (22%) 182 (9%) Flevoland 61 (5%) 541 (46%) 293 (25%) 204 (17%) 89 (7%) Gelderland 214 (5%) 1.859 (41%) 1.239 (27%) 896 (20%) 381 (8%) Utrecht 120 (2%) 2.651 (41%) 2.000 (31%) 1.178 (18%) 441 (7%) Noord-Holland 774 (3%) 12.971 (42%) 10.245 (33%) 4.945 (16%) 1.845 (6%) Zuid-Holland 607 (3%) 8.718 (38%) 7.208 (31%) 4.445 (19%) 1.985 (9%) Zeeland 62 (5%) 379 (32%) 299 (25%) 285 (24%) 154 (13%) Noord-Brabant 396 (4%) 4.626 (41%) 3.462 (31%) 2.033 (18%) 788 (7%) Limburg 195 (5%) 1.621 (41%) 1.042 (26%) 791 (20%) 286 (7%) Nederland 2.564 (3%) 35.065 (41%) 26.886 (31%) 15.698 (18%) 6.328 (7%) Tabel 2.21 Leeftijd economisch-actieve internationale arbeidsmigranten naar werkregio, 2013 15 tot 25 jaar 25 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 67 jaar Groningen 901 (22%) 1.536 (37%) 965 (23%) 531 (13%) 204 (5%) Friesland 700 (22%) 1.203 (37%) 721 (22%) 439 (14%) 173 (5%) Drenthe 1.364 (39%) 939 (27%) 635 (18%) 406 (12%) 158 (5%) Overijssel 1.942 (18%) 3.696 (34%) 2.731 (25%) 1.725 (16%) 646 (6%) Flevoland 2.399 (30%) 2.770 (34%) 1.634 (20%) 981 (12%) 285 (4%) Gelderland 10.878 (30%) 11.983 (33%) 7.485 (21%) 4.543 (12%) 1.504 (4%) Utrecht 3.656 (19%) 7.237 (38%) 4.709 (24%) 2.592 (13%) 1.064 (6%) Noord-Holland 17.946 (22%) 32.448 (39%) 18.618 (22%) 9.996 (12%) 3.767 (5%) Zuid-Holland 23.517 (24%) 36.814 (37%) 21.874 (22%) 11.992 (12%) 4.143 (4%) Zeeland 1.517 (21%) 2.019 (28%) 1.704 (24%) 1.287 (18%) 561 (8%) Noord-Brabant 15.916 (26%) 21.391 (36%) 12.810 (21%) 7.543 (13%) 2.475 (4%) Limburg 10.809 (32%) 10.698 (32%) 6.085 (18%) 4.292 (13%) 1.547 (5%) Nederland 91.545 (25%) 132.734 (36%) 79.971 (22%) 46.327 (13%) 16.527 (5%) 2.5.3 Burgerlijke staat Minderheid van internationale werknemers is gehuwd In 2013 was relatief gezien het grootste deel van de internationale werknemers in de provincie Utrecht gehuwd, namelijk 35%. Onderaan de bandbreedte staat de populatie in Limburg; hiervan is nog geen 20% gehuwd. 24

Tabel 2.22 Burgerlijke staat economisch-actieve internationale werknemers naar werkregio, 2013 Gehuwd Samenwonend Niet gehuwd/samenwonend Groningen 1.530 (29%) 60 (1%) 3.713 (70%) Friesland 1.122 (29%) 62 (2%) 2.643 (69%) Drenthe 931 (23%) 48 (1%) 3.011 (75%) Overijssel 4.354 (34%) 156 (1%) 8.197 (65%) Flevoland 2.363 (26%) 112 (1%) 6.782 (73%) Gelderland 9.684 (24%) 472 (1%) 30.826 (75%) Utrecht 8.905 (35%) 416 (2%) 16.327 (64%) Noord-Holland 33.594 (30%) 1.622 (1%) 78.339 (69%) Zuid-Holland 34.480 (28%) 1.445 (1%) 85.378 (70%) Zeeland 2.172 (26%) 149 (2%) 5.946 (72%) Noord-Brabant 18.370 (26%) 716 (1%) 52.354 (73%) Limburg 6.658 (18%) 252 (1%) 30.456 (82%) Nederland 124.163 (27%) 5.510 (1%) 323.972 (71%) Ruim twee op vijf kenniswerkers in Nederland gehuwd Van de kenniswerkers in Nederland is in 2013 43% gehuwd. Dit aandeel verschilt nauwelijks per provincie de bandbreedte is 37% (Limburg) en 48% (Drenthe). Het aandeel gehuwden in de groep internationale arbeidsmigranten is een stuk lager, namelijk 24%. Tabel 2.23 Burgerlijke staat economisch-actieve internationale kenniswerkers naar werkregio, 2013 Gehuwd Samenwonend Niet gehuwd/samenwonend Groningen 457 (39%) 17 (1%) 692 (59%) Friesland 268 (45%) 14 (2%) 309 (52%) Drenthe 235 (48%) 6 (1%) 247 (51%) Overijssel 873 (44%) 23 (1%) 1.071 (54%) Flevoland 476 (40%) 21 (2%) 691 (58%) Gelderland 1.970 (43%) 87 (2%) 2.532 (55%) Utrecht 2.926 (46%) 136 (2%) 3.328 (52%) Noord-Holland 12.185 (40%) 561 (2%) 18.034 (59%) Zuid-Holland 10.496 (46%) 396 (2%) 12.071 (53%) Zeeland 513 (44%) 35 (3%) 631 (54%) Noord-Brabant 4.955 (44%) 199 (2%) 6.151 (54%) Limburg 1.440 (37%) 48 (1%) 2.447 (62%) Nederland 36.794 (43%) 1.543 (2%) 48.204 (56%) 25

Tabel 2.24 Burgerlijke staat economisch-actieve internationale arbeidsmigranten naar werkregio, 2013 Gehuwd Samenwonend Niet gehuwd/samenwonend Groningen 1.073 (26%) 43 (1%) 3.021 (73%) Friesland 854 (26%) 48 (1%) 2.334 (72%) Drenthe 696 (20%) 42 (1%) 2.764 (79%) Overijssel 3.481 (32%) 133 (1%) 7.126 (66%) Flevoland 1.887 (23%) 91 (1%) 6.091 (75%) Gelderland 7.714 (21%) 385 (1%) 28.294 (78%) Utrecht 5.979 (31%) 280 (1%) 12.999 (67%) Noord-Holland 21.409 (26%) 1.061 (1%) 60.305 (73%) Zuid-Holland 23.984 (24%) 1.049 (1%) 73.307 (75%) Zeeland 1.659 (23%) 114 (2%) 5.315 (75%) Noord-Brabant 13.415 (22%) 517 (1%) 46.203 (77%) Limburg 5.218 (16%) 204 (1%) 28.009 (84%) Nederland 87.369 (24%) 3.967 (1%) 275.768 (75%) 2.5.4 Kinderen In 2013 hebben 58.000 internationale werknemers één kind Een op tien internationale werknemers heeft twee kinderen; veruit de meeste internationale werknemers hebben geen kinderen. Op provinciaal niveau voert Limburg met 80% de lijst aan; Overijssel heeft het kleinste aandeel in deze categorie (62%). Tabel 2.25 Aantal kinderen economisch-actieve internationale werknemers naar werkregio, 2013 Een kind Twee kinderen Drie of meer kinderen Geen kind Groningen 688 (13%) 687 (13%) 244 (5%) 3.684 (69%) Friesland 553 (14%) 500 (13%) 216 (6%) 2.558 (67%) Drenthe 386 (10%) 448 (11%) 188 (5%) 2.968 (74%) Overijssel 1.795 (14%) 2.031 (16%) 976 (8%) 7.905 (62%) Flevoland 1.187 (13%) 995 (11%) 445 (5%) 6.630 (72%) Gelderland 4.624 (11%) 4.144 (10%) 1.945 (5%) 30.269 (74%) Utrecht 3.713 (14%) 3.690 (14%) 1.839 (7%) 16.406 (64%) Noord-Holland 15.333 (14%) 13.168 (12%) 5.068 (4%) 79.986 (70%) Zuid-Holland 16.672 (14%) 14.381 (12%) 6.420 (5%) 83.830 (69%) Zeeland 1.045 (13%) 1.095 (13%) 380 (5%) 5.747 (70%) Noord-Brabant 8.599 (12%) 7.778 (11%) 3.447 (5%) 51.616 (72%) Limburg 3.331 (9%) 2.944 (8%) 1.131 (3%) 29.960 (80%) Nederland 57.926 (13%) 51.861 (11%) 22.299 (5%) 321.559 (71%) 26