Woonvoorkeuren en woningmarktgedrag van senioren in Oegstgeest Resultaten schriftelijke enquête onder 55-plussers in de gemeente Oegstgeest



Vergelijkbare documenten
Onderzoek wonen: Best. Rapport

Onderzoek Houten Jongeren en Wonen

Bewonerspanel Woonvormen

Rapportage enquête Langer zelfstandig wonen in de Profburgwijk

Woonwensen van 55-plussers in Pijnacker-Nootdorp; een samenvatting

BURGERPANEL CAPELLE OVER WONEN

Surinaams-Javaanse ouderen in Hoogezand-Sappemeer

absoluut % van totaal % van 55+ < % - Huishoudens

Verhuisplannen en woonvoorkeuren

Resultaten van een enquête onder de bewoners van Austerlitz - eind 2012

WOONWENSENONDERZOEK PARKSTAD LIMBURG

OVER SENIOREN IN OEGSTGEEST

JONGERENPEILING WONEN IN EDE

Onderzoek woonwensen senioren Wageningen

2015 Woonwensenonderzoek Reusel

Wonen Aar en Amstel. Inhoudsopgave. 1 Algemeen...1

Woningmarktonderzoek kleine kernen Gemeente Oirschot

Uitkomsten enquête woonwensen jongeren Midden-Delfland

Resultaten KLANTPEILING LANGER ZELFSTANDIG WONEN

Wonen en Verhuizen Een onderzoek van ANBO en Woonz

OUDEREN IN DE TOEKOMST

Omnibusenquête Deelrapport wonen

Woonwensenonderzoek t.b.v. Ziekenhuislocatie BK-Laan Schiedam

5 Ouderen in de regio Gelre-IJssel

Conclusies woningbehoefteonderzoek Reduzum

5 Starters op de markt voor koopwoningen

Wijkraadpleging 2017 Woonwensen voor nu en de toekomst

PEILING 65-PLUSSERS. Gemeente Enkhuizen januari

Rookmelders Omnibusonderzoek 2011

Postbus AA Bleskensgraaf T Aan de leden van de gemeenteraad. Datum:

Domein Wonen maart Woonmonitor Landelijk onderzoek naar wensen en behoeften van ouderen ten aanzien van wonen

25 juni 2015 Dorpsraad Waarland Bouwend Waarland Waarland Bouwt Zelf

Sociale contacten, vrijetijdsbesteding en praktische ondersteuning

Cliëntervaringen Wmo s-hertogengbosch. Nulmeting 2016

Enquête woongroep Surinaams-Javaanse ouderen

Domein Wonen maart Woonmonitor Landelijk onderzoek naar wensen en behoeften van ouderen ten aanzien van wonen

Woonbehoefte onderzoek Milheeze

Woningstichting De Gemeenschap

Parkstad Limburg start grootschalig woonwensenonderzoek.

Onderzoek woningzoekenden Texel. Samenvatting. Inleiding

WONINGBEHOEFTEONDERZOEK WIERINGEN

geen keuze 30% huur woning 21%

Veel woningen van chronisch zieken nog niet toekomstbestendig

Zuid aan Zet Gebiedsgericht werken in Colmschate-Zuid oktober 2012

Factsheet wonen Harderwijk

De ideale buurtsamenstelling. Samenvatting onderzoeksrapport mei 2016

COSBO WONEN WELZIJN & ZORG. Enquête door COSBO en betrokken organisaties in Soest SOESTERS WILLEN SAMEN OUDER WORDEN, MAAR.IN SOEST NATUURLIJK.

* 59% heeft een voorkeur voor een huurwoning; 50% gelijkvloers; 58% met 2 slaapkamers.

Waardering van leefbaarheid en woonomgeving

Onderzoek financiële goede voornemens

RESULTATEN WOONONDERZOEK PURMEREND UPDATE MAART 2015

Zoekt u een (ander) huis? Doe dan mee aan deze woonenquête 10 minuten van uw tijd voor een beter woningbeleid!

Verhuis- en woonwensen van vitale ouderen en scheefwoners Stadspeiling 2011

Scootmobielhouders in s-hertogenbosch

FACTSHEET OUDEREN EN WONEN PURMEREND APRIL 2015

Onderzoek kleine kernen

Check Je Kamer Rapportage 2014

Verhuis- en woonwensen van starters

WoON-themarapport: Ouderen en gezondheid. Nadet Somers en Dick van der Wouw augustus Inleiding

Klanttevredenheid WMO vervoer Haren 2013

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Rapport. Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren

Omnibusenquête Imago Palenstein

Leeronderzoek: Enquête Studentenhuisvesting Propedeuse 2015/2016

Woonwensen middeninkomensgroepen in werkgebied QuaWonen

Verhuizen en Anticiperen Een peiling van ANBO en Woonz

Bijlage D Aanvullende tabellen 2. Bijlage bij hoofdstuk 2 2. Bijlage bij hoofdstuk 3 4. Bijlage bij hoofdstuk 4 9. Bijlage bij hoofdstuk 5 18

BEHOEFTEPEILING JONGERENHUISVESTING

woonwensen van senioren in Scherpenzeel

WINTELRE ZORG WONEN WELZIJN

Zelfstandig Zorgwonen

HET BURGERPANEL OVER DE SOCIALE AGENDA

Samen naar de gewenste woningvoorraad in Odiliapeel

Zelfstandig wonen: de mening van senioren en mantelzorgers uit de stadsregio Rotterdam

Ouderen in Rivierenland

Betty Boerman en Inge Huiskers, Regio Gooi en Vechtstreek. Sjoerd Zeelenberg en Elien Smeulders, RIGO Research en Advies

O N D E R Z O E K L A N G E R Z E L F S T A N D I G B L I J V E N W O N E N

Figuur 11 Bekendheid van het energielabel (n=494) Let u bij het kopen van een woning op het energieverbruik van de woning?

71% van de respondenten is het helemaal eens met de stelling dat de huurprijs lager moet zijn 710 per maand.

* 44 mensen geven aan te willen verhuizen binnen 5 jaar en nog eens 27 tussen 5 en 10 jaar

Woningbehoefte onderzoek

ENQUETE SPOORBUURT. 1. Woonsituatie. Werkgroep Spoorbuurt Laagbouw Werkgroep Spoorbuurt Beneden-bovenwoningen Opmerkingen Werkgroepen

Woonvoorkeuren Woonwensen jongeren in verstedelijkte gebieden

Inspiratiebijeenkomst

Zorg verlenen en zorg ontvangen 2012

De resultaten van het panelonderzoek samengevat:

Hoofdstuk 13. Energie

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen

Highlights onderzoek Veiligheid

WONEN IN HET HARTJE VAN PUTTEN. 6 sociale huurwoningen aan de Klaas Frisohof

Jongerenpeiling Deelrapport wonen

Uitwerking enquête Woonbehoefte Wessem 2014.


Straatintimidatie Amsterdam. Factsheet Onderzoek, Informatie en Statistiek

Woningbehoefteonderzoek jongeren Hengelo en Borne

WOONTEVREDENHEID 2011

Uitkomsten enquête Nieuw-Weerdinge

Ringvaartflats. Tabel -

Zoals het klokje thuis tikt...

Enquête Woningbehoefte Soerendonk

Transcriptie:

Woonvoorkeuren en woningmarktgedrag van senioren in Oegstgeest Resultaten schriftelijke enquête onder 55-plussers in de gemeente Oegstgeest april 2008 - J.W.K. Bams

Samenvatting Samenvatting De gemeente Oegstgeest wil weten wat de woonvoorkeuren zijn van 55-plussers in de gemeente en welke aspecten senioren belangrijk vinden bij zelfstandig wonen. Deze informatie heeft de gemeente nodig om te beoordelen hoeveel seniorenwoningen moeten worden gebouwd. Ook is deze informatie van belang voor de vormgeving van woonzorgcombinaties. Het Tympaan Instituut is door de gemeente gevraagd de benodigde informatie te verzamelen en te analyseren. Uit een schriftelijke enquête blijkt dat de meeste senioren in Oegstgeest willen blijven wonen. Het merendeel wil zo lang mogelijk in hun huidige woning blijven wonen en een zelfstandig huishouden voeren. Aanbevolen wordt daarom bij renovatie en woningaanpassingen te zorgen voor traploze en drempelloze woningen met brede deuren en een lift. Mantelzorgondersteuning en voorzieningen in de openbare ruimte kunnen ook meehelpen bij zo lang mogelijk zelfstandig wonen. Noodzakelijke voorzieningen zijn met name brievenbussen, voldoende parkeermogelijkheden, groen (park, bomen, water en struiken), goede trottoirs en een buurtsupermarkt. Ook een tuin, terras of balkon bij de woning is een noodzakelijk aspect voor senioren bij zelfstandig wonen. Verder wordt op basis van het onderzoek aanbevolen te zorgen voor goede medische, zorg- en welzijnsvoorzieningen in de buurt. Als een zelfstandig huishouden in de huidige woning niet meer mogelijk is, wil 4% naar een appartement of flat of die niet speciaal voor senioren is ontworpen en 40% naar een speciale seniorenwoning. Van de 75-plussers wil tweederde naar een speciale seniorenwoning. Het aandeel respondenten dat wil kopen en het aandeel respondenten dat wil huren is ongeveer gelijk. Voor bijna een kwart van de 75-plussers is een seniorenwoning met zorgvoorzieningen (aanleunwoning) de gewenste woonvorm.

Inhoud Inhoud blz Inleiding. Aanleiding.2 Vraagstelling.3 Werkwijze.4 Opbouw rapportage 2 2 Respons en achtergrondkenmerken 3 2. Respons 3 2.2 Achtergrondkenmerken respondenten 3 2.2. Huishoudenssamenstelling 3 2.2.2 Nettohuishoudinkomen 4 2.2.3 Gezondheid 5 2.2.4 Gebruik vervoermiddelen 6 3 Huidige woonsituatie en verhuisplannen 8 3. Huidige woonsituatie 8 3.. Soort woning 8 3..2 Eigendomsvorm 8 3..3 Zelfstandig wonen in huidige woning 9 3.2 Verhuisplannen 9 3.2. Termijn 9 3.2.2 Bestemming 0 3.2.3 Redenen 4 Woonwensen 3 4. Type woning 3 4.2 Eigendomsvoorkeur 4 4.3 Bandbreedten huur- en koopsommen 5 4.3. Huursom 5 4.3.2 Koopsom 6 4.4 Aantal kamers en woonoppervlakte 7 4.4. Kamers 7 4.4.2 Woonoppervlakte 7

Inhoud 5 Aspecten van zelfstandig wonen 8 5. Woning 8 5.. Levensloopbestendigheid 8 5..2 Veiligheid 8 5..3 Comfort 9 5.2 Woonomgeving 9 5.2. Voorzieningen in de openbare ruimte 9 5.2.2 Voorzieningen in de buurt 20 5.2.3 Vervoersvoorzieningen 2 5.3 Zorg- en welzijnsvoorzieningen 2 5.3. Medische voorzieningen 2 5.3.2 Zorgvoorzieningen 22 5.3.3 Welzijnsvoorzieningen 22 5.3.4 Diensten aan huis 23 6 Conclusies en aanbevelingen 24 6. Conclusies 24 6.. Achtergrond respondenten 24 6..2 Antwoorden op de onderzoeksvragen 25 6..3 Overige bijzonderheden 25 6.2 Aanbevelingen 26 2

Inleiding Inleiding. Aanleiding De gemeente Oegstgeest wil informatie over de woonvoorkeuren en het woningmarktgedrag van senioren over de periode 200-2030. Onder senioren wordt verstaan burgers van 55 jaar en ouder. Deze informatie heeft de gemeente nodig om ontwikkelingsplannen te beoordelen voor de realisatie van seniorenwoningen en de vorming van woonzorgcombinaties in Oegstgeest. Het Tympaan Instituut is door de gemeente gevraagd de benodigde gegevens via een enquête te verzamelen en deze te analyseren. De resultaten worden in dit rapport beschreven..2 Vraagstelling De onderzoeksvragen van de gemeente luiden: Hoe ziet de behoefte aan woningen met of zonder zorgvoorziening er uit, verdeeld over de leeftijdscategorieën 55-74 jaar en 75 jaar en ouder? 2 Hoe is de verdeling van type woning waaraan behoefte is? 3 Hoe is de eigendomsvoorkeur verdeeld bij verhuizing naar een andere woning? 4 Hoe zijn de bandbreedtes voor huur- of koopsommen in relatie tot leeftijd en besteedbaar inkomen verdeeld?.3 Werkwijze De onderzoeksvragen zijn door het Tympaan Instituut uitgewerkt in een schriftelijke vragenlijst. De vragenlijst is toegestuurd aan een steekproef van vijfhonderd inwoners in de doelgroep. De steekproef is door de gemeente getrokken uit de gemeentelijke basisadministratie. Op peildatum januari 2008 bestond de doelgroep uit 6.450 personen. Bij de trekking is gelet op een representatieve verdeling naar geslacht en leeftijd. Bewoners van verzorgingsen verpleeghuizen zijn niet in de steekproef opgenomen. De vragenlijsten zijn op 2 december 2007 door het Tympaan Instituut verstuurd in enveloppen van de gemeente. In de envelop was een brief van de gemeente, waarin het doel van het onderzoek werd toegelicht, en een antwoordenvelop van het Tympaan Instituut bijgesloten. De senioren uit de steekproef kregen tot uiterlijk 4 januari 2008 de tijd om de vragenlijst terug te sturen. Voor vragen over het invullen van de vragenlijst kon telefonisch of per e-mail contact worden opgenomen met het Tympaan Instituut. De teruggekomen vragenlijsten zijn door het Tympaan Instituut gescand en verwerkt in een SPSS-bestand. Met behulp van SPSS-software zijn de antwoorden geanalyseerd en vervolgens beschreven in deze rapportage. Beschreven verbanden zijn statistisch significant. Een verband is statistisch significant indien de kans kleiner dan 5% is dat de gevonden samenhang op toeval berust.

Inleiding.4 Opbouw rapportage Hoofdstuk 2 gaat in op de respons, achtergrondkenmerken van de respondenten en de representativiteit van de resultaten. In de hoofdstukken 3, 4 en 5 worden de resultaten van de enquête beschreven: hoofdstuk 3 gaat over de huidige woonsituatie en verhuisplannen van de respondenten, hoofdstuk 4 over woonwensen en hoofdstuk 5 over aspecten om zelfstandig te kunnen (blijven) wonen. Hoofdstuk 6 bevat conclusies en aanbevelingen. 2

2 Respons en achtergrondkenmerken 2 Respons en achtergrondkenmerken 2. Respons Van de 500 verstuurde vragenlijsten zijn er 273 teruggekomen, een respons van 55%. De respons onder de leeftijdsgroepen 55-59 jaar en 65-69 jaar was minder goed dan onder de leeftijdsgroepen 60-64 jaar, 70-74 jaar en 75 jaar en ouder (tabel ). Tabel Steekproef (n=500) en respons (N=273) naar leeftijdsgroep en geslacht, in percentages leeftijdscategorie man vrouw totaal steekproef % respons % steekproef % respons % steekproef % respons % 55-59 jaar 27 6 20 4 23 5 60-64 jaar 23 24 9 25 2 25 65-69 jaar 8 4 8 8 2 70-74 jaar 2 24 2 7 2 20 =75 jaar 2 22 3 33 26 28 totaal 00 00 00 00 00 00 Door afronding tellen de percentages niet altijd exact op tot 00. Om uitspraken over alle 55-plussers te kunnen doen, heeft bij de analyse een weging plaatsgevonden. Antwoorden van respondenten uit een oververtegenwoordigde leeftijdsgroep zijn minder zwaar meegeteld dan antwoorden van respondenten uit leeftijdsgroepen waarvan weinig vragenlijsten zijn teruggekomen. Door de weging zijn de resultaten representatief voor zelfstandig wonende 55-plussers naar leeftijd en geslacht. 2.2 Achtergrondkenmerken respondenten 2.2. Huishoudenssamenstelling In de leeftijdsgroep 55-74 jaar leeft een ruime meerderheid van de mannen en een meerderheid van de vrouwen samen met de partner. Ook mannelijke 75-plussers wonen in ruime meerderheid samen. Van de vrouwen in de leeftijdsgroep 75-plus is echter een meerderheid alleenstaand (tabel 2). 3

2 Respons en achtergrondkenmerken Tabel 2 Huishoudenssamenstelling naar geslacht en leeftijdsgroep, in percentages huishoudenssamenstelling 55-74 jaar % (n=92) man vrouw mannen en vrouwen 2 =75 jaar % (n=24) totaal % (n=6) 55-74 jaar % (n=02) =75 jaar % (n=47) totaal % (n=49) totaal % (n=270) alleenstaand 7 2 0 26 66 38 26 met partner 82 79 8 70 32 58 68 met partner en kinderen 0-8 5-4 5 met kinderen 2-2 - - - anders - - - - 2 < < totaal 00 00 00 00 00 00 00 Door afronding tellen de percentages niet altijd exact op tot 00. 2 Van vijf respondenten is het geslacht onbekend. In de analyse is bij uitsplitsing van de resultaten naar huishoudenssamenstelling alleen gekeken naar verschillen tussen alleenstaande respondenten en respondenten met partner. Senioren die aangaven met partner en kinderen te wonen, zijn samengenomen met senioren die invulden met alleen een partner samen te wonen. 2.2.2 Nettohuishoudinkomen De senioren is gevraagd hoe groot het nettohuishoudinkomen per maand bedraagt. Het grootste deel geeft aan netto 3.000,00 of meer per maand te kunnen besteden. Het nettohuishoudinkomen is niet gelijk verdeeld over de geslachten en verschillende leeftijdsgroepen. Mannen geven vaker dan vrouwen aan in de twee hoogste inkomensgroepen te zitten. Met name vrouwen in de leeftijdsgroep 75-plus geven opvallend weinig aan een nettohuishoudinkomen van 3.000,00 of meer te hebben (tabel 3). Tabel 3 Nettohuishoudinkomen naar geslacht en leeftijdsgroep, in percentages nettohuishoudinkomen in euro s 55-74 jaar % (n=90) man vrouw mannen en vrouwen 2 =75 jaar % (n=25) totaal % (n=5) 55-74 jaar % (n=95) =75 jaar % (n=38) totaal % (n=33) totaal % (n=252) <.000 2 4 3 6 8 5.000-.500 6 8 6 8 2 2 9.500-2.000 2 3 8 4 3 2.000-2.500 2 8 7 2 8 6 2.500-3.000 23 20 23 3 7 4 7 >3.000 46 48 46 43 3 35 40 totaal 00 00 00 00 00 00 00 Door afronding tellen de percentages niet altijd exact op tot 00. 2 Van vier respondenten is het geslacht onbekend. 4

2 Respons en achtergrondkenmerken De uitkomst dat vrouwen in de leeftijdsgroep 75-plus niet vaak een nettohuishoudinkomen van 3.000,00 of meer hebben, kan worden verklaard door het gegeven dat deze groep vaak geen eigen pensioen heeft opgebouwd. Bovendien is deze groep vaker alleenstaand. Alleenstaanden hebben vaker een laag nettohuishoudinkomen dan samenwonenden. Van de alleenstaanden heeft 2% een nettohuishoudinkomen van 3.000,00 of meer. Van de samenwonende senioren is dat 50% (tabel 4). Tabel 4 Nettohuishoudinkomen naar huishoudenssamenstelling en leeftijdsgroep, in percentages nettohuishoudinkomen in euro s 55-74 jaar % (n=30) alleenstaand met partner aleenstaand/ met partner =75 jaar % (n=32) totaal % (n=62) 55-74 jaar % (n=5) =75 jaar % (n=36) totaal % (n=87) totaal % (n=252) 2 <.000 27 3 20-3 < 5.000-.500 33 25 30 6 2 9.500-2.000 7 6 7 7 2 3 2.000-2.500 7 22 8 4 7 4 6 2.500-3.000-9 5 2 20 20 7 >3.000 7 6 2 53 39 50 40 totaal 00 00 00 00 00 00 00 Door afronding tellen de percentages niet altijd exact op tot 00. 2 Inclusief overige huishoudenssamenstellingen. Voor de verdere analyse zijn de nettohuishoudinkomens in drie ongeveer gelijke groepen verdeeld, namelijk in laag, midden en hoog. Laag is een nettohuishoudinkomen tot 2.000,00 per maand, midden is een nettohuishoudinkomen van 2.000,00 tot en met 3.000,00 en hoog is een nettohuishoudinkomen van 3000,00 of meer per maand. 2.2.3 Gezondheid Van de respondenten heeft iets meer dan eenderde problemen met de gezondheid. In de leeftijdsgroep 55-74 jaar hebben mannen en vrouwen ongeveer even vaak gezondheidsklachten. Onder 75-plussers is er echter een duidelijk verschil. Van de mannelijke 75-plussers heeft 70% een gezondheidsprobleem tegenover 59% van de vrouwelijke 75-plussers (tabel 5). Tabel 5 Wel of geen problemen met gezondheid naar geslacht en leeftijdsgroep, in percentages problemen met gezondheid 55-74 jaar % (n=9) man vrouw mannen en vrouwen =75 jaar % (n=23) totaal % (n=4) 55-74 jaar % (n=03) =75 jaar % (n=44) totaal % (n=47) totaal % (n=266) 2 wel 23 70 33 24 59 35 34 geen 77 30 67 76 4 65 66 totaal 00 00 00 00 00 00 00 Door afronding tellen de percentages niet altijd exact op tot 00. 2 Van vijf respondenten is het geslacht onbekend. 5

2 Respons en achtergrondkenmerken Spier-, gewrichts- en bewegingsklachten worden het meest genoemd, gevolgd door hart- en vaatziekten. Van de 75-plussers heeft bijna eenderde (32%) last van spieren, gewrichten of bij het bewegen (figuur ). Als naar geslacht wordt gekeken dan blijkt dat vrouwen (2%) vaker dan mannen (2%) spier-, gewrichts- en bewegingsklachten noemen. Bekend is dat vrouwen, vaker dan mannen, last hebben van reumatische aandoeningen. 2.2.4 Gebruik vervoermiddelen Het overgrote deel van de 55-plussers in Oegstgeest is mobiel. Slechts 2% zegt geen gebruik te maken van vervoermiddelen. Bij de 75-plussers ligt dat aandeel met 5% iets hoger. Het meest populaire vervoermiddel is de auto: 8% maakt daar gebruik van. Tweederde van de senioren heeft een (snor)fiets om zich te verplaatsen en de helft maakt gebruik van (aanvullend) openbaar vervoer (figuur 2). 6

2 Respons en achtergrondkenmerken Als het gebruik van vervoermiddelen wordt uitgesplitst naar geslacht, blijken er nauwelijks verschillen te zijn. Mannen (77%) gebruiken alleen vaker een (snor)fiets dan vrouwen (58%). 7

3 Huidige woonsituatie 3 Huidige woonsituatie en verhuisplannen 3. Huidige woonsituatie 3.. Soort woning Ruim tweederde (68%) van de senioren woont in een eengezinswoning en 20% in een flat of appartement (niet speciaal voor senioren). Een klein deel (6%) bewoont een seniorenwoning 2. Van de 75-plussers woont 4% in een seniorenwoning (figuur 3). 3..2 Eigendomsvorm Het grootste deel van de senioren bezit een koopwoning. Verder huurt 8% haar woning via een woningcorporatie en 3% via een particulier. Het grootste deel van de seniorenwoningen is eigendom van een woningcorporatie (tabel 6). 2 Senioren-/bejaardenwoning en serviceflat. 8

3 Huidige woonsituatie Tabel 6 Eigendomsvorm huidige woning, in percentages eigendomsvorm woning eengezinswoning % (n=80) flat/appartement (niet speciaal voor senioren) % (n=5) woning speciaal voor senioren % (n=6) anders % (n=6) totaal % (n=263) huur (woningcorporatie) 3 79-8 huur (particulier) 3 6 - - 3 koop 86 63 2 00 79 totaal 00 00 00 00 00 Door afronding tellen de percentages niet altijd exact op tot 00. Van de senioren met een laag nettohuishoudinkomen wonen evenveel in een huurhuis van een woningcorporatie als in een koophuis. Senioren met een hoog nettohuishoudinkomen wonen vrijwel allemaal in een koophuis (tabel 7). Tabel 7 Eigendomsvorm woning naar nettohuishoudinkomensgroep, in percentages eigendomsvorm woning laag % (n=65) midden % (n=8) hoog % (n=00) totaal % (n=246) huur (woningcorporatie) 48 4 8 huur (particulier) 5 5-3 koop 48 82 99 80 totaal 00 00 00 00 Door afronding tellen de percentages niet altijd exact op tot 00. 3..3 Zelfstandig wonen in huidige woning De meeste senioren willen in hun huidige woning blijven wonen en een zelfstandig huishouden voeren. Respondenten met gezondheidsproblemen willen vaker (27%) naar een andere woning dan degenen zonder gezondheidsproblemen (6%). 3.2 Verhuisplannen 3.2. Termijn Ongeveer de helft van de senioren denkt niet op termijn te verhuizen. Van degenen met verhuisplannen denkt maar een klein deel binnen twee jaar te verhuizen. Bijna een kwart van de senioren met verhuisplannen denkt wel aan verhuizen, maar kan geen termijn aangeven (tabel 8). 9

3 Huidige woonsituatie Tabel 8 Termijn verhuisplannen, in percentages (n=262) termijn % binnen 2 jaar 4 binnen 2 tot 5 jaar 5 binnen 5 tot 0 jaar 9 binnen 0 tot 5 jaar 0 binnen 5 jaar of later 3 wel verhuisplannen, maar weet niet op welke termijn 24 geen verhuisplannen 45 totaal 00 Senioren die op termijn denken te verhuizen, zijn relatief vaak bewoners van eengezinswoningen, particuliere huurders, eigenaren van koopwoningen, 55-74-jarigen, samenwonenden en respondenten in de midden en hoge nettohuishoudinkomensgroep. Respondenten met een woning speciaal voor senioren denken het minst vaak aan verhuizen (tabel 9). Tabel 9 Kenmerken van senioren met verhuisplannen, in percentages type huidige woning (n=259) % eengezinswoning 63 flat/appartement (niet speciaal voor senioren) 34 woning speciaal voor senioren 2 eigendomsvorm huidige woning (n=262) huur via woningcorporatie 38 huur via particulier 67 koop 58 leeftijdsgroep (n=262) 55-74 jaar 6 75 jaar en ouder 37 huishoudenssamenstelling (n=257) alleenstaand 4 met partner 59 inkomensgroep (n=242) laag 4 midden 55 hoog 64 3.2.2 Bestemming Aan degenen die op termijn denken te verhuizen is verder gevraagd of ze in de gemeente Oegstgeest willen blijven wonen. Een meerderheid van deze groep (59%) geeft aan binnen de gemeente te willen verhuizen. Bijna eenderde (32%) geeft aan niet per se in de gemeente Oegstgeest te willen blijven en 6% weet het nog niet. Maar een klein deel (3%) wil de gemeente verlaten. De groep 75-plussers wil vaker dan de groep 55-74-jarigen binnen de gemeente verhuizen (figuur 4). 0

3 Huidige woonsituatie 3.2.3 Redenen De respondenten die op termijn denken te verhuizen, is ook gevraagd naar de reden daarvoor. Bijna de helft noemt gezondheid als motief. Een te grote woning is de op een na meest genoemde reden. Verder wordt relatief vaak een te grote tuin en de wens meer voorzieningen in de buurt te hebben als reden gegeven (tabel 0). Tabel 0 Redenen voor verhuiswens, in percentages (n=50) redenen verhuiswens % wijziging huishoudenssamenstelling gezondheid 47 dichter bij familie/relaties 5 huidige woning te groot 3 huidige woning te klein 3 woonlasten in verhouding met woning 7 oude woning/onderhoudsstaat 9 te grote tuin bij huidige woning 7 bereikbaarheid huidige woning 5 kenmerken huidige woonbuurt meer voorzieningen in de buurt 2 meer contacten in de buurt 4

3 Huidige woonsituatie Van de 75-plussers noemt 69% gezondheid als reden voor verhuizing. Bij de 55-74-jarigen is dat aandeel 40%. Respondenten met een partner (39%) geven vaker dan alleenstaanden (2%) een te grote woning als motief voor verhuizen. Uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau 3 blijkt ook dat ouderen zolang als mogelijk in hun huidige woning en buurt willen blijven. Het is er bekend en vertrouwd en men zit niet op de rompslomp te wachten om een nieuw huis te zoeken en om het oude te verkopen. Ook als ouderen moeite hebben met een activiteit, kunnen ze deze vaak nog wel zelf verrichten. Slechts een beperkt aantal heeft hulp nodig. 3 Sociaal en Cultuur Planbureau. Rapportage Zorg en wonen voor 2

4 Woonwensen 4 Woonwensen 4. Type woning Aan alle senioren (ook aan degenen die aangaven geen verhuisplannen te hebben) is gevraagd in wat voor type woning ze zouden willen wonen als ze niet meer in hun huidige woning kunnen of willen wonen. Een flat of appartement (niet speciaal voor ouderen) is de meest gewenste woonvorm (4%). Een woning speciaal voor senioren (senioren-/bejaardenwoning, serviceflat, aanleunwoning bij een verzorgings- of verpleeghuis en woonzorgcomplex) wordt door 40% van de senioren genoemd. Onder de 75-plussers kiest tweederde voor een woning speciaal voor senioren. Een aanleunwoning, ook wel seniorenwoning met zorgvoorziening of beschutte woning genoemd, is een zelfstandige seniorenwoning waarbij gebruik wordt gemaakt van faciliteiten van een verzorgings- of verpleeghuis. Voor 6% van de 55-74-jarigen en bijna een kwart van de 75-plussers is dat de gewenste woning. Een klein deel van de 55-74-jarigen geeft aan naar een groepswoning te willen. Geen van de responderende 75-plussers noemt deze mogelijkheid (figuur 5). Respondenten met een gezondheidsprobleem kiezen vaker voor een woning voor senioren dan respondenten zonder een gezondheidsprobleem (tabel ). 3

4 Woonwensen Tabel Gewenste woning (als huidige woning niet meer geschikt is voor een zelfstandig huishouden) naar wel of geen gezondheidsprobleem, in percentages gewenste woning problemen met gezondheid % (n=84) geen problemen met gezondheid % (n=48) eengezinswoning 6 8 3 flat/appartement (niet speciaal voor senioren) 33 47 4 senioren-/bejaardenwoning 4 8 serviceflat 7 0 2 aanleunwoning bij een verzorgingsof verpleeghuis 6 8 2 woonzorgcomplex 8 3 5 groepswoning 2 2 2 anders 4 5 5 totaal 00 00 00 totaal % (n=232) Door afronding tellen de percentages niet altijd exact op tot 00. Alleenwonende respondenten kiezen vaker voor een woonvorm gericht op ouderen dan respondenten met een partner. Uitzondering is de serviceflat; deze woonvorm is populairder onder samenwonenden (tabel 2). Tabel 2 Gewenste woning (als huidige woning niet meer geschikt is voor een zelfstandig huishouden) naar huishoudenssamenstelling, in percentages gewenste woning alleenwonend % (n=55) met partner % (n=76) totaal % (n=23) eengezinswoning 5 3 flat/appartement (niet speciaal voor senioren) 24 47 4 senioren-/bejaardenwoning 22 7 serviceflat 3 2 aanleunwoning bij een verzorgingsof verpleeghuis 22 7 2 woonzorgcomplex 9 4 5 groepswoning - 3 2 anders 2 6 5 totaal 00 00 00 Door afronding tellen de percentages niet altijd exact op tot 00. 4.2 Eigendomsvoorkeur Als de senioren hun huidige woning zouden moeten verlaten, kiezen meer senioren voor een huurwoning (40%) dan voor een koopwoning (35%). Een kwart heeft geen voorkeur of weet het niet. Senioren die een eengezinswoning willen, kiezen in grote meerderheid voor een koopwoning. Ook van degenen die naar een flat of appartement (niet speciaal voor ouderen) willen, kiest bijna de helft voor een koopwoning. Van de respondenten die het liefst 4

4 Woonwensen naar een woning speciaal voor senioren willen verhuizen, kiezen de meesten voor huren (tabel 3). Tabel 3 Gewenste eigendomsvoorkeur nieuwe woning (als huidige woning niet meer geschikt is voor een zelfstandig huishouden), in percentages eigendomsvoorkeur nieuwe woning eengezinswoning % (n=30) flat/appartement (niet speciaal voor senioren) % (n=93) woning speciaal voor senioren 2 % (n=87) totaal % (n=224) huurwoning 7 33 56 40 koopwoning 70 43 4 35 weet niet/geen voorkeur 3 24 30 25 totaal 00 00 00 00 Door afronding tellen de percentages niet altijd exact op tot 00. 2 Senioren-/bejaardenwoning, serviceflat, aanleunwoning bij een verzorgings- of verpleeghuis en woonzorgcomplex. 4.3 Bandbreedten huur- en koopsommen 4.3. Huursom Aangegeven kon worden hoeveel de huur maximaal mag bedragen. De uitkomsten geven een gevarieerd beeld. Van de senioren die aangaven te willen huren, wil bijna een kwart maximaal 400,00 per maand aan huur betalen. Verder worden relatief vaker de bedragen 500,00, 600,00 en.000,00 per maand genoemd. Het aandeel dat.500,00 0f meer dan.500,00 kan betalen, is klein (tabel 4). Tabel 4 Maximale huurprijs voor een nieuwe woning, in percentages (n=89) maximale huurprijs nieuwe woning in euro s % 300 6 400 24 500 7 600 6 700 8 800 7 900 4.000 3.500 3 >.500 2 totaal 00 Om te achterhalen of er verband is tussen maximale huurprijs en leeftijd zijn de huursommen verkleind tot vijf categorieën. Het blijkt dat 75-plussers vaker hogere huursommen willen betalen dan 55-74-jarigen (tabel 5). 5

4 Woonwensen Tabel 5 Maximale huursom gewenste woning als huidige woning niet meer geschikt is voor een zelfstandig huishouden, in percentages maximale huursom gewenste woning in euro s 55-74 jaar % (n=60) 75-plus % (n=29) totaal % (n=89) 400 35 2 27 600 36 24 36 800 2 24 5.000 7 7 7 >.000-4 5 totaal 00 00 00 Door afronding tellen de percentages niet altijd exact op tot 00. Ruim de helft wil maximaal 600,00 huur betalen. 4.3.2 Koopsom Voor de groep die aangaf een nieuwe woning te willen kopen, is gekeken naar de maximale koopsom die men bereid is te betalen voor een nieuwe woning. Bijna de helft wil maximaal 350.000,00 betalen voor een nieuwe woning. Een op de vijf senioren kan 750.000,00 of meer betalen. Tabel 6 Maximale koopsom voor een nieuwe woning, in percentages (n=73) maximale koopsom nieuwe woning in euro s % 50.000 2 200.000 250.000 2 300.000 6 350.000 4 400.000 3 450.000 0 500.000 4 750.000 2 >750.000 6 totaal 00 Voor het achterhalen van een verband tussen maximale koopprijs en leeftijd zijn ook de koopsommen tot vijf categorieën teruggebracht. Een significant verschil tussen 55-74-jarigen en 75-plussers kan niet worden aangetoond. De verschillen tussen de verschillende typen woningen en maximale koopprijs zijn eveneens niet significant. Van de groep respondenten, die een speciale seniorenwoning willen kopen, is 30% bereid maximaal 500.000,00 en 0% meer dan 500.000,00 te betalen voor een nieuwe woning. 6

4 Woonwensen 4.4 Aantal kamers en woonoppervlakte 4.4. Kamers Senioren met een voorkeur voor huren willen in ruime meerderheid drie kamers (woonkamer en twee slaapkamers) als ze een nieuwe woning moeten betrekken. Degenen die een woning willen kopen, willen meestal drie kamers of vier kamers (tabel 7). Tabel 7 Ideale aantal kamers gewenste woning, in percentages aantal kamers eengezinswoning huur % (n=6) koop % (n=20) flat/appartement (niet speciaal voor senioren) huur % (n=30) koop % (n=39) woning speciaal voor senioren 2 huur % (n=48) koop % (n=) huur % (n=90) totaal koop % (n=77) 2 - - - - 9 9 0 3 83 35 73 54 75 46 77 44 4 7 35 23 4 6 27 2 38 >4-30 3 5-8 7 totaal 00 00 00 00 00 00 00 00 Door afronding tellen de percentages niet altijd exact op tot 00. 2 Senioren-/bejaardenwoning, serviceflat, aanleunwoning bij een verzorgings- of verpleeghuis en woonzorgcomplex. 4.4.2 Woonoppervlakte Van de senioren die een nieuwe woning willen huren, wil ruim de helft een woonoppervlakte van 80 tot 20 m². Van degenen met een voorkeur voor een koopwoning willen de meesten een woonoppervlakte van 80 tot 20 m² of van 20 tot 200 m² (tabel 8). Tabel 8 Ideale woonoppervlakte gewenste woning, in percentages oppervlakte eengezinswoning flat/appartement (niet in m 2 speciaal voor senioren) huur % (n=6) koop % (n=2) huur % (n=30) koop % (n=37) woning speciaal voor senioren 2 huur % (n=44) koop % (n=2) huur % (n=86) totaal koop % (n=77) <80 - - 3 - - - 80-20 67 33 60 49 50 42 55 43 20-200 33 38 27 46 32 50 3 43 >200-29 - 5 7 8 4 4 totaal 00 00 00 00 00 00 00 00 Door afronding tellen de percentages niet altijd exact op tot 00. 2 Senioren-/bejaardenwoning, serviceflat, aanleunwoning bij een verzorgings- of verpleeghuis en woonzorgcomplex. 7

5 Aspecten van zelfstandig wonen 5 Aspecten van zelfstandig wonen 5. Woning 5.. Levensloopbestendigheid De senioren vinden vooral dat alles in de woning gelijkvloers moet zijn (dus geen trap) en dat het woongebouw toegankelijk (bijvoorbeeld geen drempels, brede deuren en lift) moet zijn om zelfstandig te kunnen (blijven) wonen. Deze aspecten worden door respectievelijk 46% en 43% van de senioren als noodzakelijk gezien. Bijna tweederde wenst mogelijkheden om de woning aan te passen, maar ziet dat niet als noodzakelijk (tabel 9). Tabel 9 Aspecten van levensloopbestendigheid van de woning, in percentages aspecten van levensloopbestendigheid van de woning noodzakelijk % gewenst % niet nodig % alles gelijkvloers (geen trap in de woning) (n=255) 46 45 9 woning op de begane grond (n=236) 2 36 52 toegankelijkheid van de woning (geen drempels, brede deuren) (n=243) toegankelijkheid van het woongebouw (geen drempels, brede deuren, lift) (n=245) aansluiting voor technologische hulpmiddelen (bijvoorbeeld domotica) (n=28) aanwezigheid van woningaanpassingen (verhoogd toilet, traplift et cetera) (n=237) 27 50 23 43 44 3 7 5 3 8 44 39 mogelijkheden om de woning aan te passen (n=244) 2 64 6 Door afronding tellen de percentages niet altijd exact op tot 00. Hoe hoger het inkomen hoe vaker mensen mogelijkheden om de woning aan te kunnen passen belangrijk vinden. Van de senioren met een hoog nettohuishoudinkomen vindt 94% dit een noodzakelijk of gewenst aspect tegenover 69% van de senioren met een laag nettohuishoudinkomen. Ook voor de toegankelijkheid van de woning is er een verschil naar inkomensgroep. Van de senioren in de hoogste inkomensgroep vindt 85% dit aspect noodzakelijk of gewenst tegenover 65% van de senioren in de laagste inkomensgroep. 5..2 Veiligheid Inbraakpreventieve maatregelen (op bijvoorbeeld deuren en ramen) blijken voor de meeste senioren noodzakelijk dan wel gewenst om zelfstandig te kunnen (blijven) wonen. De aanwezigheid van een huismeester of klusdiensten is voor bijna de helft van de senioren gewenst; eenderde vindt het niet nodig (tabel 20). 8

5 Aspecten van zelfstandig wonen Tabel 20 Aspecten van veiligheid van de woning, in percentages aspecten van veiligheid van de woning noodzakelijk % gewenst % niet nodig % aanwezigheid van huismeester/klusdiensten (n=249) 5 49 37 inbraakpreventieve maatregelen (bijvoorbeeld deuren en ramen) (n=257) 53 44 3 Door afronding tellen de percentages niet altijd exact op tot 00. 5..3 Comfort De mogelijkheid om buiten te zitten (op balkon, terras of in de tuin) is voor bijna driekwart van de senioren een noodzakelijk aspect van een woning. Voor een kwart is dat een wenselijk aspect. Ook een moderne badkamer en/of keuken zijn voor meer dan de helft van de senioren noodzakelijk. Tweederde van de senioren wenst een onderhoudsvrije woning (tabel 2). Tabel 2 Aspecten van comfort van de woning, in percentages aspecten van comfort van de woning noodzakelijk % gewenst % niet nodig % onderhoudsvrije woning (n=255) 27 66 7 mogelijkheid om buiten te zitten (balkon, terras, tuin) (n=262) 74 26 < moderne badkamer en/of keuken (n=258) 56 40 4 grote woonkeuken (n=248) 7 4 42 mogelijkheid voor eigen hobbyruimte (n=252) 23 5 26 eigen parkeerruimte (n=257) 44 39 8 Door afronding tellen de percentages niet altijd exact op tot 00. Van de senioren in de leeftijdsgroep 55-74 jaar vindt 79% een hobbykamer noodzakelijk of wenselijk tegenover 56% van de 75-plussers. De 55-74-jarigen vinden ook vaker (87%) een eigen parkeerruimte noodzakelijk dan 75-plussers (69%). Senioren in de hoogste inkomensgroep wensen vaker een moderne badkamer en/of keuken, grote woonkeuken, een mogelijkheid voor eigen hobbyruimte en een eigen parkeerruimte dan senioren in de lage en midden inkomensgroepen. 5.2 Woonomgeving 5.2. Voorzieningen in de openbare ruimte De senioren in Oegstgeest vinden met name goede verlichting in de openbare ruimte noodzakelijk om zelfstandig te kunnen (blijven) wonen. Ook brievenbussen, voldoende parkeermogelijkheden, groen (park, bomen, water en struiken) en voldoende brede en goed onderhouden trottoirs worden door meer dan de helft van de senioren als noodzakelijk gezien. De meesten vinden bankjes in de openbare ruimte wel wenselijk, maar niet noodzakelijk (tabel 22). 9

5 Aspecten van zelfstandig wonen Tabel 22 Behoefte aan voorzieningen in de openbare ruimte om zelfstandig te kunnen (blijven) wonen, in percentages voorzieningen noodzakelijk % gewenst % niet nodig % brievenbus (n=26) 54 4 5 bankjes (n=252) 6 58 26 voldoende parkeermogelijkheden (n=256) 55 37 8 goede verlichting (n=263) 7 29 - groen (park, bomen, water, struiken) (n=26) 5 47 2 voldoende brede en goed onderhouden trottoirs (n=263) 56 43 Door afronding tellen de percentages niet altijd exact op tot 00. Senioren in de leeftijdsgroep 55-74 jaar vinden vaker (96%) voldoende parkeermogelijkheden noodzakelijk of wenselijk dan senioren in de groep 75-plussers (82%). Hoe hoger het nettohuishoudinkomen hoe vaker bankjes en voldoende parkeermogelijkheden worden genoemd als noodzakelijke of wenselijke voorzieningen in de openbare ruimte. 5.2.2 Voorzieningen in de buurt Een supermarkt is de meest genoemde algemene voorziening in de buurt die als noodzakelijk wordt gezien om zelfstandig te kunnen (blijven) wonen. Ook een postkantoor of een bank wordt door meer dan de helft van de senioren als een noodzakelijkheid gezien. Meer dan de helft vindt buurtpreventie/toezicht, een drogisterij en een bibliotheekservice gewenst (tabel 23). Tabel 23 Behoefte aan overige algemene voorzieningen in de buurt om zelfstandig te kunnen (blijven) wonen, in percentages overige voorzieningen noodzakelijk % gewenst % niet nodig % postkantoor/bank (n=266) 53 39 8 politiebureau/politiepost (n=254) 5 45 4 buurtpreventie/toezicht (n=248) 4 62 24 aparte groenteboer, bakker, slagerij (n=249) 4 43 43 drogisterij (n=253) 2 55 24 supermarkt (n=262) 62 34 4 horecagelegenheid (n=250) 7 39 55 algemene sportfaciliteiten (n=250) 6 32 62 bibliotheekservice (n=256) 7 55 29 kerk/gebedsruimte/moskee (n=25) 4 28 68 wekelijkse markt (n=258) 2 47 4 Door afronding tellen de percentages niet altijd exact op tot 00. Algemene sportfaciliteiten worden door een ruime meerderheid niet nodig gevonden. Tussen 55-74-jarigen en 75-plussers is hierin een groot verschil. Van de 55-74-jarigen vindt 46% dit aspect noodzakelijk of gewenst tegenover 4% van de 75-plussers. Van de 75-plussers ziet % een kerk/gebedsruimte/moskee als een noodzakelijke voorziening om zelfstandig te kunnen (blijven) wonen tegenover 2% van de 55-74-jarigen. 20

5 Aspecten van zelfstandig wonen Senioren met een laag of hoog nettohuishoudinkomen vinden vaker een horecagelegenheid noodzakelijk of gewenst dan senioren met een midden nettohuishoudinkomen. 5.2.3 Vervoersvoorzieningen De aanwezigheid van een bushalte op loopafstand wordt door ruim de helft van de senioren noodzakelijk gevonden om zelfstandig te kunnen (blijven) wonen. Een directe busverbinding naar het ziekenhuis en mogelijkheden van aanvullend openbaar vervoer worden ook door meer dan de helft gewenst. De aanwezigheid van een taxistandplaats is voor ruim de helft niet nodig (tabel 24). Tabel 24 Behoefte aan vervoersvoorzieningen in de buurt om zelfstandig te kunnen (blijven) wonen, in percentages vervoersvoorziening noodzakelijk % gewenst % niet nodig % aanwezigheid bushalte op loopafstand (n=264) 62 32 6 aanwezigheid taxistandplaats (n=249) 0 33 57 aanvullend openbaar vervoer (bijvoorbeeld regiotaxi) (n=260) 8 58 24 directe busverbinding naar ziekenhuis (n=260) 25 56 9 Door afronding tellen de percentages niet altijd exact op tot 00. Respondenten van 75 jaar en ouder vinden goede openbaarvervoersvoorzieningen vaker noodzakelijk en gewenst dan 55-74-jarigen. Dit geldt met name voor aanvullend openbaar vervoer en een directe busverbinding naar het ziekenhuis. Senioren met een midden nettohuishoudinkomen vinden vaker een bushalte op loopafstand noodzakelijk of gewenst dan senioren met een laag of hoog nettohuishoudinkomen. De aanwezigheid van een taxistandplaats vindt de midden nettohuishoudinkomensgroep juist minder vaak noodzakelijk of gewenst. 5.3 Zorg- en welzijnsvoorzieningen 5.3. Medische voorzieningen Ruim driekwart van de senioren vindt een huisarts noodzakelijk om zelfstandig te kunnen (blijven) wonen in de buurt. Ook een apotheek wordt door meer dan helft noodzakelijk geacht. Een fysiotherapeut en een apotheek voor avond- en weekenddienst is voor meer dan helft van de senioren wenselijk (tabel 25). 2

5 Aspecten van zelfstandig wonen Tabel 25 Behoefte aan medische voorzieningen in de buurt om zelfstandig te kunnen (blijven) wonen, in percentages medische voorziening noodzakelijk % gewenst % niet nodig % huisarts (n=268) 76 2 3 prikpost (n=250) 27 47 26 fysiotherapeut (n=250) 24 55 2 apotheek (n=268) 56 40 4 apotheek voor avond- en weekenddienst (n=258) 22 58 20 Door afronding tellen de percentages niet altijd exact op tot 00. 5.3.2 Zorgvoorzieningen Ruim de helft van de senioren vindt een hulpmiddelenuitleen een gewenste zorgvoorziening om zelfstandig te kunnen (blijven) wonen. Voor bijna de helft is een instelling voor verzorging en verpleging (thuiszorg) en dagopvang in een zorginstelling gewenst (tabel 26). Tabel 26 Behoefte aan zorgvoorzieningen in de buurt om zelfstandig te kunnen (blijven) wonen, in percentages zorgvoorziening noodzakelijk % gewenst % niet nodig % instelling voor verzorging en verpleging (thuiszorg) (n=265) 35 48 7 hulpmiddelenuitleen (n=254) 7 55 29 maatschappelijk werk (n=250) 6 38 56 dagopvang in zorginstelling (n=252) 9 48 43 Door afronding tellen de percentages niet altijd exact op tot 00. Respondenten van 75 jaar en ouder vinden vaker een instelling voor verzorging en verpleging (thuiszorg) noodzakelijk of gewenst dan 55-74-jarigen. Ook dagopvang in een zorginstelling wordt door 75-plussers vaker noodzakelijk bevonden of gewenst dan door jongere senioren. De groep met een laag nettohuishoudinkomen vindt relatief vaak (3%) een voorziening van het maatschappelijk werk noodzakelijk om in de buurt zelfstandig te kunnen (blijven) wonen. In de midden en hoge inkomensgroep ligt dat aandeel op respectievelijk 6 en 0%. 5.3.3 Welzijnsvoorzieningen Ruim de helft van de senioren vindt een servicepunt van de gemeente een gewenste welzijnsvoorzieningen in de buurt om zelfstandig te kunnen (blijven) wonen. Bijna de helft vindt bewegings- of sportactiviteiten voor senioren, cursussen voor senioren en een ontmoetingsruimte (wijkgebouw) eveneens gewenst (tabel 27). 22

5 Aspecten van zelfstandig wonen Tabel 27 Behoefte aan welzijnsvoorzieningen in de buurt om zelfstandig te kunnen (blijven) wonen, in percentages welzijnsvoorziening noodzakelijk % gewenst % niet nodig % servicepunt van gemeente (n=254) 5 53 32 ontmoetingsruimte (wijkgebouw) (n=248) 43 46 informatie- of steunpunt van welzijnsinstelling (n=25) 9 45 45 ouderenadviseur (n=250) 9 34 58 recreatieve activiteiten voor senioren (n=253) 5 46 40 bewegings- of sportactiviteiten voor senioren (n=252) 4 50 36 cursussen voor senioren (n=254) 0 48 42 gebruik maaltijden (open eettafel) in welzijnsinstelling/ zorgcentrum (n=25) 9 49 42 Door afronding tellen de percentages niet altijd exact op tot 00. Van de respondenten van 75 jaar en ouder vindt bijna driekwart een informatie- of steunpunt van een welzijnsinstelling noodzakelijk of gewenst; van de respondenten van 55-74 jaar is dit bijna de helft. Senioren in de laagste inkomensgroep vinden vaker een informatie- of steunpunt van een welzijnsinstelling noodzakelijk of gewenst (68%) dan senioren in de midden inkomensgroep (52%) en hoge inkomensgroep (45%). Ook een ouderenadviseur wordt door de laagste inkomensgroep vaker noodzakelijk of wenselijk bevonden (56%) dan door de midden (37%) en hoge inkomensgroep (34%). 5.3.4 Diensten aan huis Voor bijna de helft van de senioren is alarmering aan huis een noodzakelijke dienst om zelfstandig te kunnen (blijven) wonen. Andere diensten aan huis, zoals spreek- en luisterverbinding, maaltijdvoorziening aan huis, klussendienst en boodschappendienst, worden door de meeste senioren gewenst (tabel 28). Tabel 28 Behoefte aan diensten aan huis om zelfstandig te kunnen (blijven) wonen, in percentages dienst noodzakelijk % gewenst % niet nodig % alarmering (n=259) 48 39 4 spreek- en luisterverbinding (n=25) 28 40 32 maaltijdvoorziening aan huis (n=252) 6 52 32 was- en linnenservice (n=250) 0 43 47 klussendienst (n= 256) 3 53 34 boodschappendienst (n=253) 50 39 Door afronding tellen de percentages niet altijd exact op tot 00. Ruim de helft (5%) van de senioren in de laagste inkomensgroep vindt een maaltijdvoorziening aan huis noodzakelijk of gewenst. In de midden en hoge inkomensgroep is dat ongeveer een kwart van de senioren. 23

6 Conclusies en aanbevelingen 6 Conclusies en aanbevelingen 6. Conclusies De conclusies zijn in drie delen opgesplitst. Eerst komt de achtergrond van de respondenten aan bod, vervolgens wordt antwoord gegeven op de onderzoeksvragen van de gemeente en tot slot worden enkele andere opvallendheden opgesomd. 6.. Achtergrond respondenten Kenmerken De resultaten van het onderzoek zijn representatief voor zelfstandig wonende 55-plussers naar leeftijd en geslacht. Niet bekend is of de respondenten ook op andere eigenschappen de populatie vertegenwoordigen. De respondenten hebben (na weging op geslacht en leeftijd) de volgende kenmerken: 72% van de senioren is tussen de 55 en 74 jaar en 28% is 75 jaar of ouder. 26% van de senioren is alleenstaand, 68% woont met partner en 5% woont met partner en kinderen. Van de vrouwen in de leeftijdsgroep 75-plus is een meerderheid (75%) alleenstaand. Het netto-inkomen van het (gezamenlijke) huishouden per maand is voor 27% minder dan 2.000, 00 voor 33% tussen de 2.000,00 en 3.000,00 en voor 40% meer dan 3.000,00. 34% heeft problemen met de gezondheid. In de leeftijdsgroep 55-74 jaar hebben mannen en vrouwen ongeveer even vaak gezondheidsklachten. In de leeftijdsgroep 75-plus hebben mannen vaker een gezondheidsprobleem dan vrouwen. De meest gerapporteerde gezondheidsproblemen betreffen spier-, gewrichts- en bewegingsklachten. 80% van de senioren gebruikt regelmatig een auto, 66% gebruikt een (snor)fiets en de helft gebruikt regelmatig (aanvullend) openbaar vervoer. Huidige woonsituatie en verhuisplannen Tweederde van de zelfstandig wonende senioren heeft een eengezinswoning en 20% een flat of appartement (niet speciaal voor senioren). Een klein deel (6%) woont in een senioren- of bejaardenwoning. Ook van de 75-plussers woont een minderheid (4%) in een senioren- of bejaardenwoning. Het merendeel van de huizen zijn koopwoningen. Dat geldt ook voor woningen speciaal voor senioren. Van de senioren denkt 45% niet aan verhuizen. Van de 55% die op termijn wel denkt te verhuizen, wil het grootste deel in Oegstgeest blijven wonen. Bewoners van eengezinswoningen, particuliere huurders, eigenaren van koopwoningen, 55-74-jarigen, samenwonenden en de midden en hoge inkomensgroepen denken vaker dan gemiddeld aan verhuizen. Respondenten met een woning speciaal voor senioren denken het minst vaak op termijn te gaan verhuizen. De belangrijkste redenen voor verhuizing zijn achtereenvolgens gezondheid, te grote woning, te grote tuin en gebrek aan voorzieningen in de buurt. 24

6 Conclusies en aanbevelingen 6..2 Antwoorden op de onderzoeksvragen Hoe ziet de behoefte aan woningen met of zonder zorgvoorziening er uit, verdeeld over de leeftijdscategorieën 55-74 jaar en 75 jaar en ouder? Voor 6% van de 55-74-jarigen en bijna een kwart van de 75-plussers is een seniorenwoning met zorgvoorzieningen (aanleunwoning) de gewenste woonvorm. Hoe is de verdeling van type woning waaraan behoefte is? Het grootste deel van de senioren uit Oegstgeest is honkvast. 80% wil zo lang mogelijk in de huidige woning een zelfstandig huishouden voeren. Als een zelfstandig huishouden in de huidige woning niet meer mogelijk is, wil 4% naar een appartement of flat die niet speciaal voor senioren is ontworpen en 40% naar een speciale seniorenwoning. Als de huidige woning niet meer geschikt is voor een zelfstandig huishouden dan wil 29% van de 55-74-jarigen naar een speciale seniorenwoning en 66% van de 75-plussers. Senioren met een gezondheidsprobleem willen vaker dan gemiddeld naar een seniorenwoning. Ook alleenstaanden kiezen vaker dan gemiddeld voor een seniorenwoning. Senioren met een voorkeur voor huren, willen in ruime meerderheid (77%) drie kamers (woonkamer en twee slaapkamers) als ze een nieuwe woning moeten betrekken. Meer dan de helft (55%) van de huurders wil een woonoppervlakte van 80 tot 20 m². Senioren met een voorkeur voor kopen willen ongeveer even vaak drie kamers (44%) als vier kamers (38%). Kopers willen even vaak (43%) een woonoppervlakte van 80 tot 20 m² als een woonoppervlakte van 20 tot 200 m². Hoe is de eigendomsvoorkeur verdeeld bij verhuizing naar een andere woning? Als de senioren hun huidige woning zouden moeten verlaten, kiest een iets groter deel voor een huurwoning (40%) dan voor een koopwoning (35%). Van de respondenten met een voorkeur voor een seniorenwoning kiest 56% voor huren, 4% voor kopen en 30% heeft (nog) geen voorkeur voor huren of kopen. Hoe zijn de bandbreedten voor huur- of koopsommen in relatie tot leeftijd en besteedbaar inkomen verdeeld? Van de senioren die een nieuwe woning willen huren, wil bijna een kwart maximaal 400,00 per maand aan huur betalen. Verder worden relatief vaker de bedragen 500,00, 600,00 en.000,00 per maand genoemd (respectievelijk door 7, 6 en 3%). 75-plussers zijn vaker bereid een hogere huur te betalen dan 55-74-jarigen. Van de groep respondenten die een woning speciaal voor senioren willen huren, is 9% bereid om maximaal?.000,00 en 5% bereid om?.000,00 of meer per maand aan huur te betalen. Van de senioren die een woning speciaal voor senioren willen kopen, wil 55% tussen de 250.000,00 en 400.000,00 uitgeven. 6% is bereid om meer dan 750.000,00 voor een nieuwe woning te betalen. Van de groep respondenten, die een speciale seniorenwoning willen kopen, is 30% bereid om maximaal 500.000,00 en is 0% bereid om meer dan 500.000,00 te betalen voor een nieuwe woning. 6..3 Overige bijzonderheden Wat zijn noodzakelijke aspecten van een woning bij zelfstandig blijven wonen? Voor het voeren van een zelfstandig huishouden is het met name belangrijk dat alle vertrekken in de woning gelijkvloers zijn, dus geen trappen in de woning. 25

6 Conclusies en aanbevelingen Ook de toegankelijkheid van het woongebouw en de woning is een belangrijk aspect bij zelfstandig (blijven) wonen. Woningen en het gebouw waarin de woning is gelegen, hebben bij voorkeur dus geen drempels, maar wel brede deuren en een lift. Mogelijkheden om de woning aan te passen is ook een belangrijk aspect. Ten aanzien van veiligheid van de woning worden inbraakpreventieve maatregelen op deuren en ramen vaker als noodzakelijk gezien dan de aanwezigheid van een huismeester of diensten op het gebied van veiligheid. Een meerderheid vindt het laatste aspect wel gewenst. Een balkon, tuin of terras is voor vrijwel alle senioren noodzakelijk dan wel gewenst. Ook een moderne badkamer en/of keuken zijn belangrijke aspecten van comfort bij zelfstandig blijven wonen. Respondenten lijken op het gebied van comfort realistisch. Zo wenst de helft wel een mogelijkheid voor een hobbyruimte, maar vindt een veel kleiner deel het een echt noodzakelijk aspect bij zelfstandig (blijven) wonen. Wat zijn noodzakelijke voorzieningen en diensten bij zelfstandig (blijven) wonen? Goede verlichting in de openbare ruimte is noodzakelijk bij zelfstandig wonen. Ook brievenbussen, voldoende parkeermogelijkheden, groen (park, bomen, water en struiken) en voldoende brede en goed onderhouden trottoirs worden door meer dan de helft van de senioren als noodzakelijk gezien. Een supermarkt is voor een meerderheid noodzakelijk bij zelfstandig wonen. Verder vindt meer dan de helft een postkantoor en/of bank noodzakelijk. Buurtpreventie of toezicht, een drogisterij en een bibliotheekservice worden vaker gewenst. De aanwezigheid van een bushalte op loopafstand is voor een meerderheid noodzakelijk bij zelfstandig wonen. Een directe busverbinding naar het ziekenhuis en mogelijkheden van aanvullend openbaar vervoer is voor de meesten een wens. Ruim driekwart van de senioren vindt een huisarts noodzakelijk bij zelfstandig wonen. Ook een apotheek is voor meer dan helft een noodzakelijke voorziening. Een fysiotherapeut en een apotheek voor avond- en weekenddienst is voor meer dan helft niet noodzakelijk, maar wel wenselijk. Voor ongeveer de helft van de senioren zijn een hulpmiddelenuitleen, instelling voor verzorging en verpleging (thuiszorg) en een dagopvang in een zorginstelling gewenste zorgvoorzieningen bij zelfstandig wonen. Voor ongeveer de helft van de senioren zijn een servicepunt van de gemeente, bewegings- of sportactiviteiten voor senioren, cursussen voor senioren en een ontmoetingsruimte (wijkgebouw) gewenste zorgvoorzieningen bij zelfstandig wonen. Voor bijna de helft van de senioren is alarmering aan huis een noodzakelijke dienst bij zelfstandig wonen. Andere diensten aan huis, zoals spreek- en luisterverbinding, maaltijdvoorziening aan huis, klussendienst en boodschappendienst, worden door de meeste senioren gewenst. 6.2 Aanbevelingen Op basis van de onderzoeksresultaten worden de volgende aanbevelingen gedaan: Zorg (samen met woningcorporaties) bij renovatie of woningaanpassing voor levensloopbestendige aanpassingen, omdat de meeste senioren in de eigen woning willen blijven wonen. Aspecten van een woning die het voeren van een zelfstandig huishouden bevorderen zijn vooral de afwezigheid van trappen, de aanwezigheid van woningaanpassin- 26

6 Conclusies en aanbevelingen gen en de toegankelijkheid (geen drempels, brede deuren en lift) van het woongebouw en de woning. Ondersteun burgers die bereid zijn mantelzorg (buren- en familiehulp) te verlenen aan senioren. Zorg voor een mix van huurwoningen en koopwoningen in verschillende prijsklassen. Zorg ervoor dat nieuwe huurwoningen in meerderheid uit drie kamers bestaan (inclusief woonkamer) en een woonoppervlakte van 80 tot 20 m² hebben. Zorg bij de realisatie van nieuwe koopwoningen voor een mix van woningen met drie en vier kamers. Koopwoningen moeten even vaak een woonoppervlakte van 80 tot 20 m² als een woonoppervlakte van 20 tot 200 m² hebben. Zorg bij de realisatie van nieuwe woningen voor een mogelijkheid om buiten te zitten; dit is een belangrijk aspect voor senioren bij zelfstandig wonen. Zorg voor goede voorzieningen in de openbare ruimte. Vooral goede verlichting draagt bij aan zelfstandig (blijven) wonen. Ook brievenbussen, voldoende parkeermogelijkheden, groen (park, bomen, water en struiken), voldoende brede en goed onderhouden trottoirs en een supermarkt zijn noodzakelijke voorzieningen. Zorg voor bushalten op loopafstand en voor mogelijkheden van aanvullend openbaar vervoer. Zorg voor medische, zorg- en welzijnsvoorzieningen in de buurt: huisarts, apotheek, huisartsen- of zorgpost voor avond- en weekenddiensten en alarmering in huis. 27