Cultuurbegeleider. Post-HBO registeropleiding



Vergelijkbare documenten
PostHBO CultuurBegeleider

Algemene voorwaarden cultuurcoördinator

Veel gestelde vragen aanvragen Cultuureducatie met Kwaliteit

De post-hbo-opleiding Cultuurbegeleider

KWALITEITSCRITERIA FONDS CULTUUREDUCATIE ZWOLLE

MASTER PEDAGOGIEK MASTEROPLEIDING DEELTIJD

Fricolore Academy in samenwerking met Penta Nova. Middenmanagement (MMOT)

De curriculum van de masteropleiding PM MBO kan op verschillende niveau s bekeken worden:

WORKSHOP LEERLIJNEN. Dag van de Cultuureducatie: workshop leerlijnen

Teamtrainingen & ouderavond

Alvast hartelijk dank voor het invullen! De teams van Kunststation C, IVAK de Cultuurfabriek, Cultuur Educatie Stad en Museumhuis Groningen

Be the change that you want to see in the world

OPLEIDER IN DE SCHOOL, COACH en OPLEIDINGSCOÖRDINATOR Post-HBO opleidingen

Brabantse aanpak Cultuureducatie met Kwaliteit

1 en 2 oktober Bezoek aan Groningen

Teamtrainingen & ouderavond

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld

Integraal HR voor leidinggevenden

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Informatie werkplekleren

EtuConsult. cursus Cultuur en Creativiteit. Voor pedagogisch medewerkers

Opbrengstgericht Werken

Beweging die nu te zien is m.b.t. cultuureducatie binnen het primair onderwijs

(registeropleiding Post-HBO)

Master Innovation & Leadership in Education

Deskundigheid in Creatief Vermogen

Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel

Cultuureducatie in Amsterdam. Ada Nieuwendijk. SCHOLINGSAANBOD Onderwijs

Scholingsplan Samen in ontwikkeling

Onderwijs van de 21ste eeuw:

Achtergrondinformatie subsidieregeling Cultuureducatie met Kwaliteit 2019

Opleiding jonge kind specialist (Post HBO)

Cursus Coördinator Cultuureducatie Onderbouw V.O

Intern Begeleider in het Primair Onderwijs. Tweejarige post-hbo registeropleiding

Achtergrondinformatie subsidieregeling Cultuureducatie met Kwaliteit 2018

Bestuurlijk kader Cultuur en Onderwijs

Schoolleider Voortgezet Onderwijs Basisbekwaam

Kunstgebouw Beleidsplan

Intern Begeleider in het Primair Onderwijs. Tweejarige post-hbo registeropleiding

Over doorgaande leerlijnen en talentontwikkeling binnen kunst en cultuur Bureau BABEL, 's-hertogenbosch

Excellente leerkracht basisonderwijs OPTIMUS primair onderwijs 1

M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE

Rollen en taken in Opleidingsschool Boss po. Bijlage 11. Kenniscentrum Talentontwikkeling

Aanvraag Certificering post-hbo Registeropleiding Cultuurbegeleider LPNPO

Terugblik masterclasses HAN Pabo

CULTUUREDUCATIE BOVEN

Leergang Bewegingsonderwijs

Leren & Innoveren. Informatiedossier ten behoeve van en verzoek tot inschrijving voor de masteropleiding

Tabel Competenties docentopleiders/-trainers

Verslag Netwerkbijeenkomst Kunstvakdocenten

Willibrordus: cultuur in ons hart

Competenties directeur Nije Gaast

PRESENTEERT. onderwijsteam MIKspecials. onderwijsteam MIKxer. onderwijsteam deskundigheidsbevordering

Deskundigheid in Creatief Vermogen

Cultuureducatie, geen vak apart

Inhoud. Inleiding 9. 5 Planning Leerdoelen en persoonlijke doelen Het ontwerpen van het leerproces Planning in de tijd 89

Kleine Gartmanplantsoen RP Amsterdam T info@mocca-amsterdam.nl Stappenplan cultuureducatiebeleid

Plan onderzoek OS Boss po Bijlage 7. Kenniscentrum Talentontwikkeling

POST HBO OPLEIDING GEDRAGSSPECIALIST

Vragenlijst deelnemers Vlaams Lerend Netwerk STEM SO

HOGESCHOOL WINDESHEIM

Leraar basisonderwijs LB

Certificaten Daltononderwijs KPZ Wenke Daltonconsultants

spoorzoeken en wegwijzen

Gespreksdocument Inleiding Doel Werkwijze

Leergang Bewegingsonderwijs

Onderwijs van de 21ste eeuw:

Opleiding Instructeur in het onderwijs

Zelfbeoordelingsformulier

VERRIJK EN VERSTERK JEZELF ALS DOCENT!

De Gespecialiseerde Professional

Sportleider SeniorenSport (SSS)

Persoonlijk Leiderschap in het Onderwijs. "Van reactief naar creatief"

ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA

Kunstgebouw Beleidsplan

Cultuuronderwijs in school

De DOELSTELLING van de kunstbv-opdrachten & De BEOORDELING:

Middenmanagement VO-MBO-HBO

Gespreksdocument Handleiding Eindgesprek

Leergemeenschappen Cultuureducatie

Non satis scire WP 4 Pilot opzet peer feedback. Aanleiding

Erkenning: Stichting Post HBO. Omvang: 196 SBU, 7 EC

ICC-CURSUSSEN EN -MODULES

Werkplan vakverdieping kunstvakken

Examenprogramma CKV havo en vwo. nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling

thomas more hogeschool Leiderschapsacademie

Projectplan. Cultuur als middel om onderwijs en omgeving te verbinden Mw. N. Remerie, P. Holland, M. Jakubowski en dhr. C. van Herkhuizen(penvoerder)

Schoolbeleidsplan Cultuureducatie

Doorlopende leerlijnen (groep 1-8) voor kunst- en erfgoededucatie binnen de basisschool, inclusief teamcursus!

Medical Imaging/ Radiation Oncology Masteropleiding Haarlem

Fianne Konings en Marjo Berendsen over Culturele instellingen en een doorlopende leerlijn cultuuronderwijs door Jacolien de Nooij

Leergemeenschappen Cultuureducatie

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

Zeeuwse opleiding. Welkom op de voorlichtingsavond certificeringstraject

NIEUW LEADERSHIP IN EDUCATION MASTER

Leergang Bewegingsonderwijs

/VVE Opleidingen, trainingen en maatwerk voor docenten en leidinggevenden. Overzicht Nascholing Leren in verbinding

SIEN ACADEMIE DE ICC CURSUS

Willibrordus: cultuur in ons hart

Transcriptie:

Cultuurbegeleider Post-HBO registeropleiding Programmagids 2015-2016

Cultuurbegeleider Post-HBO registeropleiding 2015/2016 Inhoud pagina 1. Inleiding 2 1.1 Algemeen 2 1.2 Aanleiding en visie 2 1.3 Doelgroep 3 1.4 Opleidingskader/beroepsprofiel 3 1.5 Opleiding en loopbaanontwikkeling in het PO 4 2. Inhoud van de opleiding 5 2.1 De opleiding Cultuurbegeleider in grote lijnen 5 2.2 Doelen opleiding per onderdeel 6 2.3 Inhoud opleiding per onderdeel 7 2.4 Toetsing 8 2.5 Curriculum 10 2.6 Overzicht competenties en indicatoren 11 3. Algemene informatie 18 Algemene voorwaarden 19 Coverfoto: Ada Nieuwendijk 15-06-2015

1 Inleiding Cultuurbegeleider Post-HBO registeropleiding - 2015/2016 1.1 Algemeen De post-hbo opleiding Cultuurbegeleider is een opleiding van twee jaar en sluit aan bij de bachelor lerarenopleiding Basisonderwijs. De basiscursus Interne Cultuur Coördinator (ICC) is toelatingseis. De opleiding is bedoeld voor leerkrachten in het primair en speciaal onderwijs die zich willen professionaliseren in het verhogen van de kwaliteit en de effectiviteit van het cultuuronderwijs beleid op school. De opleiding is bedoeld voor ICC-ers die zich willen ontwikkelen tot inhoudelijk deskundigen in het brede veld van cultuuronderwijs en zich daarbij richten op het begeleiden van collega s. De opleiding is gebaseerd op de door de Inholland Academy en Plein C, bureau voor Cultuureducatie Noord Holland, ontwikkelde opleiding Cultuurbegeleider. In Amsterdam is deze opleiding omgevormd naar de opleiding Cultuurbegeleider en wordt de nadruk gelegd op de specifieke situatie in het Amsterdams primair onderwijs. Het cultuuronderwijs in Amsterdam kent een gemeentelijk beleidskader, het cultureel aanbod in Amsterdam is groot en divers en de keuzemogelijkheden voor scholen zijn ruimer dan elders. Dat vergt een Amsterdamse invulling van de opleiding binnen de ruimte van de gecertificeerde kaders. Daarbij sluit de opleiding aan bij de situatie van het onderwijs in een grote stad met heterogeniteit langs diverse dimensies. Waarbij thema s als brede ontwikkelingsstimulering, talentontwikkeling, urban education, armoedebestrijding en burgerschap een belangrijke rol spelen. De nadruk ligt op de rol van de Cultuurbegeleider bij het plannen, organiseren, implementeren en verduurzamen van kwalitatief goed cultuuronderwijs. Ontwikkelaars van de opleiding zijn Liesbeth van der Weide en Djuna Denkers, trainers en adviseurs bij het Centrum voor Nascholing Amsterdam en Ben Hekkema en Martijn Pool, coördinatoren en trainers bij de MoccaAcademie. 1.2 Aanleiding en visie Startpunt voor de gedachtevorming over ontwikkeling van deze opleiding was het advies Leren, Creëren en Inspireren (juni 2012) van de Onderwijsraad en de Raad voor Cultuur. Minister Jet Bussemaker van OCW nam het advies van de raden over in haar beleidsbrief Cultuur beweegt. De betekenis van cultuur in een veranderende samenleving. Zij benadrukt het belang van deskundigheidsbevordering van leraren primair onderwijs op het gebied van cultuuronderwijs. Dit is ook een van de programmalijnen in de matchingsregeling Cultuureducatie met Kwaliteit die wordt uitgevoerd door het Fonds voor Cultuurparticipatie. De visie die aan de opleiding ten grondslag ligt is, dat goede cultuuronderwijs aansluit bij en werkt aan de ontwikkeling van de culturele competenties van kinderen. De opleiding stoelt op zes pijlers: 1. Wetenschappelijke onderbouwing van cultuuronderwijs 2. Het ontwikkelen van leerlijnen in kunstdisciplines 3. Creativiteitsontwikkeling binnen de kunstdisciplines 4. Persoonlijk leiderschap, implementeren, organiseren en coachen 5. Verandermanagement en duurzaamheid 6. Onderzoekvaardigheden Het uitgangspunt van de opleiding Cultuurbegeleider is dat de studenten aan het eind van de opleiding de verschillende competenties van Cultuurbegeleider hebben verworven en in praktijk hebben gebracht op een zodanige wijze dat zij die in verschillende schoolcontexten kunnen inzetten. Dit alles binnen de actuele, landelijke en gemeentelijke beleidscontext. De opleiding kent een integrale aanpak: een combinatie van ontwikkeling van de ambachtelijke aspecten van het vak Cultuurbegeleider met onderzoeksmatig denken en handelen. De student maakt een aantal stappen in het continuüm van startbekwaam, vakbekwaam en excellent: doorgroeien van alles zelf doen tot organiseren van de processen en ondersteunen van kwaliteitsprocessen. 2

1 Inleiding 1.3 Doelgroep De opleiding is bedoeld voor ICC-ers binnen het primair onderwijs. Deelnemers aan de opleiding hebben een ondernemende en onderzoekende houding en zijn inspirerend voor hun collega s. Ze hebben aantoonbare affiniteit met de cultuureducatie en schoolinnovatie en zijn in staat analytisch te denken en te handelen. Ze hebben de ambitie om bij te dragen aan de kwaliteit van het onderwijs, en doen dat met een onderzoekende blik: werkt het ook en hoe komt dat? Ze willen fungeren als coach en inspirerende voortrekker in hun schoolteam. Zij zijn bereid samen te werken en samenwerkend te leren met collega s binnen en buiten de eigen school. Behalve de deelnemers committeren de schooldirecties/ besturen zich ook aan de deelname van een student aan de opleiding, van de school wordt verwacht dat zij deelneemt (of gaat deelnemen) aan het Basispakket Kunst- en Cultuureducatie en aan het Leerlijnenlab. De student zal in de opleiding ook opdrachten krijgen die op de school uitgevoerd zullen worden. Op deze wijze zal het effect van de opleiding in het onderwijs optimaal kunnen worden. 1.4 Opleidingskader / beroepsprofiel Cultuuronderwijs heeft in het primair en voortgezet onderwijs een vaste plaats gekregen en is nog steeds in ontwikkeling. De school maakt kunst en cultuur toegankelijk voor leerlingen die dit van huis uit niet meekrijgen, en legt een fundament voor de culturele ontwikkeling van kinderen en de eigen talenten. Daarnaast heeft de school een cultureel vormende taak, die essentieel is om kinderen te leren functioneren in een complexe, pluriforme en snel veranderende maatschappij. Ten slotte kan cultuuronderwijs een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van leergebied overstijgende vaardigheden zoals analyseren, evalueren en creëren. Tevens kan cultuuronderwijs het onderwijs in de basisvaardigheden versterken en de opbrengsten bij de leerlingen verhogen. Inmiddels beschikken veel basisscholen in Amsterdam op dit moment over een Interne Cultuur Coördinator (ICC). In de meeste gevallen zijn zij degenen die het schoolbeleidsplan cultuuronderwijs hebben geschreven en altijd degenen die het interne en externe cultuuraanbod coördineren. Uit onderzoek en evaluatie blijkt dat de ICCers in hun werkpraktijk tegen veel knelpunten aanlopen waardoor cultuuronderwijs op school niet altijd goed tot zijn recht komt, zoals onzekerheid bij gebrek aan inhoudelijke deskundigheid (van zichzelf en collega s), draagvlak (bij collega s en directie), tijdgebrek, andere prioriteiten op school, etc. De Raad voor Cultuur en de Onderwijsraad P.O brachten in juni 2012 een rapport uit getiteld Leren, creëren en inspireren. Daarin adviseren zij te werken aan het terugbrengen van cultuuronderwijs naar het hart van de school: daar begint de kwaliteitsverbetering. Zij benadrukken dat scholen weer de regie moeten nemen in het onderwijzen van kunst en cultuur. Dit vereist verdere professionalisering van vakkennis, vaardigheden en attitude van de directie, de ICC-er en niet in laatste plaats de leerkrachten. Het huidige profiel van de ICC-er dient volgens minister Jet Bussemaker van OCW, in de cultuurvisie Cultuur Beweegt, aangevuld te worden met de benodigde vakinhoudelijke en didactische deskundigheid, om de visie van de school op cultuuronderwijs te vertalen naar het leerplan, doorlopende leerlijnen te ontwerpen en de opbrengsten van cultuuronderwijs te evalueren. Naar aanleiding van dit advies vinden tegelijkertijd twee ontwikkelingen plaats: de uitwerking van een nascholing Cultuurexpert voor kunstenaars (door een groep Pabo s i.s.m. LKCA) en de ontwikkeling van de onderhavige posthbo opleiding Cultuurbegeleider voor leerkrachten met een onderwijsbevoegdheid in het PO. Gezien de unieke situatie in het Amsterdamse primair onderwijs met het Basispakket Kunst- en Cultuureducatie en de uitgebreide ICC cursus die Mocca al jaren aanbiedt waardoor het startpunt voor studenten anders ligt, is gekozen om de inhoud van de opleiding Cultuurbegeleider aan te passen en om te vormen naar de opleiding Cultuurbegeleider. Om de termen ICC, vakspecialist, Cultuurexpert en Cultuurbegeleider/deskundige in relatie tot elkaar te verduidelijken wordt in de illustratie hieronder de samenhang geschetst tussen nu aanwezige (en in ontwikkeling zijnde) opleidingen op zowel Pabo s en de nascholingsafdeling daarvan als bij de steunfuncties cultuuronderwijs: 3

1 Inleiding Cultuurbegeleider Post-HBO registeropleiding - 2015/2016 1.5 Opleiding en loopbaanontwikkeling in het primair onderwijs LC MASTER-opleidingen (zoals Leren en Innoveren, SEN, Master Kunsteducatie) VAKBEKWAAM (Register) LB Post-HBO Cultuurbegeleider, vakspecialist drama, vakspecialist muziek VAKBEKWAAM LA post initieel Nascholing via Hogescholen (Pabo s) Vakinhoudelijke cursussen Nascholing via provinciale of lokale steunfuncties cultuuronderwijs Voor leerkrachten: - Basiscursus ICC - Cultuurexpert - Workshops Voor ICC ers: - ICC-verdieping /ICC + - Workshops specifiek voor ICC STARTBEKWAAM Leraar Basisonderwijs initieel Minoren (Pabo) - Kunst - Muziek - (ICC*) - (Cultuurexpert, in ontwikkeling) *Niet alle Pabo s bieden ICC in hun curriculum aan. Fig: Schets loopbaanontwikkeling / professionalisering leerkrachten PO op het gebied van kunstzinnige orientatie / cultuuronderwijs. 4

2.1 De opleiding Cultuurbegeleider in grote lijnen Uitgangspunt van de post-hbo opleiding is een samenhangende ontwikkeling van aspecten inhoud, (eigen) houding en (sociale) verhouding van schoolontontwikkeling. Inhoudelijke inzichten worden steeds vertaald naar: wat betekent dat voor de teamontwikkeling en wat is jouw rol als Cultuurbegeleider in het veld van team, directeur, mt, Ib en bv taal- en reken coördinator. In de opleiding ontwikkelt de opleidingsgroep zich tot professionele leergroep. Dat wil zeggen dat expliciet aandacht wordt besteed aan het leren van en met elkaar in de opleidingsgroep, omdat deze vaardigheid tot de professionele identiteit van de Cultuurbegeleider gerekend wordt. De studenten organiseren onderling op welke wijze zij elkaar stimuleren in het verwerven van de competenties. Tevens blijkt uit de ervaring die zijn opgedaan bij andere opleidingen van het Nascholingscentrum dat een dergelijk professionele leergemeenschap tot ver na het beëindigen van de opleiding een belangrijke motor de professionele ontwikkeling van de student te zijn. De post-hbo opleiding start met een introductie in actuele ontwikkelingen en wetenschappelijk onderzoek op het gebied van cultuuronderwijs. In deze eerste module staat het kind centraal. Er wordt een analyse gemaakt van de verschillende invullingen die worden gegeven aan de begrippen cultuuronderwijs (kunst-, erfgoed-, mediaeducatie) en leerlijnen (en de daarvoor ontwikkelde raamleerplannen en leerplankaders). De ontwikkeling van creativiteit en reflectievaardigheden bij kinderen en criteria en instrumenten voor het volgen en meten van resultaten bij leerlingen staat verder centraal. In de tweede module wordt met de studenten onderzocht wat de context is van cultuuronderwijs binnen de school. Er wordt gekeken naar (de historie van) het Rijksbeleid en het beleid van de Gemeente Amsterdam op het gebied van cultuuronderwijs, en de daarmee samenhangende kerndoelen. De financieringsstructuur van cultuuronderwijs en de mogelijkheden van fondsenwerving worden behandeld. Tenslotte wordt gekeken naar de verschillende samenwerkingsmogelijkheden met ouders, culturele instellingen en kunstenaars, welzijn en gemeente. In deze module krijgen de studenten een beeld van de verschillende actoren en samenwerkingspartners buiten de school met wie zij als Cultuurbegeleider te maken hebben en welke communicatieve vaardigheden hierbij van belang zijn. De derde module gaat inhoudelijk over de verschillende kunstdisciplines. Alle domeinen van cultuuronderwijs komen achtereenvolgens aan bod: podiumkunsten (dans, muziek, drama), beeldend onderwijs (incl. media educatie), letteren, filosoferen met kinderen, erfgoededucatie. Gespecialiseerde gastdocenten laten de studenten de mogelijkheden van de verschillende disciplines zien, maar vooral ervaren, in relatie tot de culturele ontwikkeling van de kinderen. De studenten eindigen deze module met het beoordelen van de kwaliteit van cultuuronderwijs en het beoordelen van extern aanbod. De laatste twee modules gaan over de rol van de Cultuurbegeleider. In de vierde module ontdekken de studenten hun persoonlijk leiderschap en doen ze ervaring op met het implementeren, plannen en organiseren van cultuuronderwijs in leerlijnen. Tevens worden de rollen van organisator van leerprocessen en begeleider/coach van leerkrachten ontwikkeld in (begeleide) intervisie. Het accent ligt op de andragogische en organisatorische competenties: de begeleiding en enthousiasmering van de teamleden bij het organiseren en uitvoeren van het onderwijsaanbod: hoe adviseer en ondersteun je leerkrachten bij het geven van cultuuronderwijs op verschillende terreinen in de klas; wat is nodig om het leren van teamleden adequaat te begeleiden; op welke wijze stimuleer je leerkrachten om hun eigen cultuur-pedagogische competenties verder te ontwikkelen; hoe ondersteun je onderlinge communicatie tussen leerkrachten; welke rol heb je, als Cultuurbegeleider in de teamontwikkeling in relatie tot de rol van de directeur. Om duurzaam cultuuronderwijs op de basisscholen te krijgen eindigt de opleiding met kwaliteitsmanagement, het (bege)leiden van het proces van evalueren, beoordelen en gericht verbeteren van de opbrengsten van het cultuuronderwijs. 5

Cultuurbegeleider Post-HBO registeropleiding - 2015/2016 Tijdens de studie ontwikkelt de student onderzoeksvaardigheden en past ze toe in een praktijkgericht onderzoek. In de Meesterproef laat de student zien als professional een onderzoek te kunnen verrichten in de eigen beroepspraktijk, gericht op kwaliteitsverbetering, innovatie of duurzaamheid van het (cultuur)onderwijs in de school. Door kennis op te doen over actueel wetenschappelijk onderzoek op het snijvlak van onderwijs en cultuuronderwijs, en door praktische en reflectieve opdrachten, verwerft de studente nieuwe inzichten, en wordt hij gestimuleerd deze aan zijn eigen schoolpraktijk te koppelen c.q. te operationaliseren. De student kan op grond van de nieuw verworven inzichten een het cultuurbeleid op de school aanscherpen en de plek van cultuuronderwijs in het curriculum verder bestendigen. Daarna heeft de student vaardigheden ontwikkeld op het gebied van draagvlakontwikkeling en verandermanagement en is in staat om de behoefte aan coaching in de school te onderzoeken en vervolgens ook te begeleiden. 2.2 Doelen opleiding per onderdeel Overzicht modules: Module 1 Inhoud en samenhang cultuuronderwijs Module 2 Beleid, omgeving en randvoorwaarden Module 3 Inhoudelijke kennis van kunst-, erfgoed-, en media educatie: expertmeetings Module 4 De Cultuurbegeleider Module 5 Verandering en duurzaamheid Meesterproef Module 1: Cultuuronderwijs en het kind De student kan in eigen woorden verschillende theorieën op het gebied van cultuuronderwijs weergeven. De student heeft kennis van de cognitieve processen die bevorderd worden door cultuuronderwijs zoals bijvoorbeeld beschreven in het theoretisch kader van Cultuur in de Spiegel en kan vanuit een dergelijk kader een diagnose maken van de situatie van de school. De student kent verschillende opvattingen over het belang van creativiteit en reflectievaardigheden en kan werkvormen toepassen om deze vaardigheden bij kinderen in de klas te bevorderen. De student kent verschillende opvattingen over stadia in culturele ontwikkeling van leerlingen met betrekking tot verschillende onderdelen van cultuuronderwijs. De student kent begrippen op het gebied van leerlijnen, waaronder de definitie van leerlijnen en de TULE uitwerking van de kerndoelen van de SLO. De student kan argumenten geven voor het inzetten van cultuuronderwijs als doel en als middel. De student weet verbindingen te leggen tussen cultuuronderwijs en andere vakken. De student kent verschillende manieren voor het beoordelen en volgen en beoordelen van de ontwikkeling van culturele competenties van leerlingen. Module 2: De context van cultuuronderwijs De student heeft kennis van (de historie) van het Rijksbeleid en het gemeentebeleid van Amsterdam op het gebied van cultuuronderwijs. De studente kan heldere en meetbare doelen formuleren voor cultuuronderwijs op school, gekoppeld aan de visie. De student heeft inzicht in het netwerk van samenwerkingspartners (inclusief ouders) en culturele instellingen in de regio en is in staat om goed af te stemmen met externe partners. De student heeft inzicht in de financieringsstructuur en verantwoording van cultuuronderwijs op zijn school en weet welke aandachtspunten gelden in geval van crowdfunding, sponsoring, fondsenwerving. De student kan zich hierbij verplaatsen in de rol van de geldgever. Module 3: De disciplines De student weet welke bijdrage dans, muziek, literatuur, drama, beeldend, media-educatie, erfgoededucatie in de ontwikkeling van het kind kunnen leveren. De student kan verbinding leggen tussen deze disciplines onderling en overige vakken. De student heeft inzicht in methodes, bestaande en mogelijke leerlijnen m.b.t. verschillende onderdelen van cultuuronderwijs. De student kent het model van de kwaliteitsdriehoek, kan kwaliteitsaspecten van cultuuronderwijs benoemen en deze toepassen bij de beoordeling van (educatief) cultuuraanbod. Module 4: De Cultuurbegeleider De student kan aangeven wat hij stapsgewijs moet doen voor implementatie, plannen en organiseren van cultuuronderwijs. De student kan zichzelf en zijn eigen rol in dit proces kritisch beschouwen. Student kan de doelen van cultuuronderwijs vertalen naar doelen voor het leren van het schoolteam. De 6

student kan het leren van het schoolteam organiseren met hulp van de uitgangspunten van een professionele leergemeenschap. De student kent diverse methodes voor coaching en begeleiding van collega s en heeft hiermee ervaring opgedaan in zijn school. De student kan behoeftes aan begeleiding herkennen en collega s hierop bevragen. De student heeft kennis over persoonlijk leiderschap en inzicht in zijn eigen leiderschapsstijl. Module 5: Verandering en duurzaamheid De student weet op welke wijze hij, in samenwerking met directie en schoolbestuur, een bijdrage kan leveren aan het professionaliseringsproces van leerkrachten en bereiken van veranderingen in de school. De student kent instrumenten voor het realiseren van cultuuronderwijs in zijn school en kan deze toepassen in de eigen schoolcontext. De student kan verschillende coachings- en begeleidingsvaardigheden toepassen. De student kan de opbrengsten van cultuuronderwijs op verschillende manieren beoordelen (proces, product, creativiteit, etc.) De student kan reflecteren over zijn verschillende rollen als Cultuurbegeleider en ontwikkelt zijn handelen naar aanleiding van de reflectie. De student kan instrumenten (zoals de leercirkel opbrengst en handelingsgericht werken) toepassen om de duurzaamheid van cultuuronderwijs te bevorderen. Meesterproef De student heeft kennis van onderzoektypen en methodieken en toont vaardigheden om zelf praktijkgericht onderzoek naar implementatie en verbetering van het cultuuronderwijs te kunnen verrichten. De student kan een relevant verband leggen tussen praktijksituaties en theorieën. De student is in staat het in het onderzoek de vertaling te maken naar de onderwijskundige betekenis voor de eigen school en de veranderingsprocessen te organiseren die tot het realiseren van de onderwijskundige betekenis leiden. 2.3 Inhoud opleiding per onderdeel (5 modules en meesterproef) Module 1: Cultuuronderwijs en het kind Bijeenkomst 1: Cultuuronderwijs: begrippen en theorieën. Bijeenkomst 2: Leerlijnen: culturele ontwikkeling van leerlingen, ontwikkelfases en culturele competenties. Bijeenkomst 3: Ontwikkeling van creativiteit en reflectievaardigheden bij kinderen. Bijeenkomst 4: Kwaliteit van cultuuronderwijs: criteria en instrumenten voor het volgen en meten van resultaten van leerlingen. Module 2: De context van cultuuronderwijs Bijeenkomst 5: Rijksbeleid en gemeentebeleid. Bijeenkomst 6: Financieringsstructuur van cultuuronderwijs en fondsenwerving. Bijeenkomst 7: Samenwerking omgeving: ouders, cultuuraanbieders, welzijn, gemeente Module 3: De disciplines Bijeenkomst 8: Podiumkunsten (dans, muziek, drama) Bijeenkomst 9: Beeldend onderwijs (incl. media educatie) Bijeenkomst 10: Letteren, filosoferen met kinderen, erfgoed. Bijeenkomst 11: Kwaliteit van cultuuronderwijs: kwaliteitsdriehoek; beoordelen van extern aanbod. Module 4: De Cultuurbegeleider Bijeenkomst 12: Persoonlijk leiderschap, leiderschapsstijlen. Bijeenkomst 13: Implementeren, plannen en organiseren van cultuuronderwijs. Bijeenkomst 14: Rol en invloed op begeleiding en coaching van collega s in het geven van cultuuronderwijs. Module 5: Verandering en duurzaamheid Bijeenkomst 15: Verandermanagement en draagvlakontwikkeling (strategie, gesprekstechniek, communicatie) Bijeenkomst 16: Kwaliteitsmanagement: beoordelen opbrengsten van cultuuronderwijsbeleid. Bijeenkomst 17: Leidinggeven naar duurzaam cultuuronderwijs en voorbereiding meesterproef. Er wordt nog gewerkt aan een gemodulariseerd aanbod waarbij modules apart kunnen worden gevolgd en gecertificeerd. Daarbij krijgt de student geen diploma voor de gehele opleiding en wordt geen Cultuurbegeleider, deze mogelijkheid van het volgen van aparte modules zal pas in de tweede lichting van de opleiding aangeboden worden. 7

Cultuurbegeleider Post-HBO registeropleiding - 2015/2016 Meesterproef Onderzoekvaardigheden, -typen, -methodieken. Begeleiding door assessor in de opzet en uitvoering van het onderzoek van de student. Na het succesvol afronden van de opleiding Cultuurbegeleider zullen er in overleg met experts, intervisiemomenten en masterclasses worden georganiseerd en aangeboden voor de alumni. 2.4 Toetsing De cursist sluit de opleiding met goed gevolg af als hij na elke module het toetsingsproduct van de module inlevert en/of uitvoert en als deze moduletoets door de docent beoordeeld wordt met minimaal een voldoende. Daarnaast moet de Meesterproef met tenminste een voldoende zijn beoordeeld. De moduletoetsen kennen allen een theoretische en een praktische component. In onderstaand schema wordt aangegeven wat de toetsvormen zijn. In de toets wordt gereflecteerd op de inhoud van de net afgeronde module als geheel en de betekenis hiervan voor de eigen schoolsituatie. Bijvoorbeeld: na module 1 wordt de cursist gevraagd te kijken naar de actualiteit van het bestaande cultuurbeleidsplan van zijn school. Wat mist hij/zij in de visie en in de uitvoeringspraktijk, als hij/zij reflecteert op het geleerde in module 1 (opvattingen over cultuuronderwijs, creativiteitsontwikkeling, kwaliteit) en wat zou de cursist hierin willen veranderen? Portfolio opdrachten Module 1: Cultuuronderwijs en het kind 1. Paper (individueel) Het Kind, de school en cultuuronderwijs. In deze paper beschrijft en analyseert de cursist de leerling populatie van de eigen school en beredeneert van daaruit welke keuzes er worden gemaakt voor cultuuronderwijs, nu en in de toekomst. Daarbij worden de onderwijsvisie, de onderwijsmethode en de sociaal - economische en culturele context van leerlingen en school nadrukkelijk betrokken. Module 2: De context van cultuuronderwijs 2. Paper (groep 3 5) Een gezamenlijk paper dat handelt over de politiek, beleidsen financiële context(en) waarin het cultuuronderwijs van de betrokken scholen plaatsvindt. Beleid en rol van rijks- en lokale overheid en te verwachten ontwikkelingen op beleidsniveau. Algemene financiële regelingen en overige financieringsmogelijkheden (fondsenwerving) worden in kaart gebracht en de cursisten trekken uit het geheel conclusies voor het keuzes in het beleid tav cultuuronderwijs van de eigen scholen. Daarvan is een financiële (risico) analyse nadrukkelijk een onderdeel. Ook wordt gekeken naar mogelijke samenwerkingspartners voor het cultuuronderwijs. Module Inhoud Essay/ onderzoek Praktijkopdracht verslag Presentatie,/ kennisoverdracht aan medecursisten Criterium gericht interview 1 Cultuuronderwijs en het kind 2 De context van het cultuuronderwijs 3 Inhoudelijke kennis van de disciplines kunst-, erfgoed en media-educatie van praktijkopdracht 4 De Cultuurbegeleider 5 Verandering en duurzaamheid meest.proef eindgesprek 8

Module 3: De disciplines 3. Verslagen + een analyse (2-tallen) Cursisten bezoeken tijdens de cursus een, voor het cultuuronderwijs van de school relevante voorstelling en tentoonstelling en schrijven daarvan verslagen waarin de relevantie, de bruikbaarheid en de kwaliteit (i.h.k.v. cultuuronderwijs) onderwerp zijn. Daarnaast analyseren ze een cultuuronderwijs methode- of product en schrijven daarvan een analyse die eveneens de relevantie, bruikbaarheid (voor de eigen school) en de kwaliteit behandelt. Module 4: De Cultuurbegeleider 4. Motivatie (individueel) De cursist schrijft een motivatie voor de meesterproef waarin; een onderzoeksvraag (op basis van een verlegenheidssituatie tav het cultuuronderwijs in de school) de onderzoeksopzet een leer- en begeleidingsvraag zijn geformuleerd. Module 5: Verandering en duurzaamheid 5. Meesterproef (individueel) De meesterproef is een door de cursist opgezet en uitgevoerd onderzoek dat leidt tot een analyse en/ of advies voor de eigen school of het werkveld. Met de Meesterproef toont de student aan dat hij op onderzoeksmatige wijze in staat is een professionele bijdrage te leveren de schoolontwikkeling. De student laat zien dat hij in staat is tot een systematische wijze van verzamelen, analyseren en interpreteren van een verlegenheidssituatie op het gebied van cultuuronderwijs uitmondend in een verbeteraanpak waarvan een eerste fase wordt geïmplementeerd tijdens de loop van de opleiding. Doel is inzicht te krijgen in het huidige handelen met als doel deze verworven inzichten via verbeteracties in te zetten in het gewenste nieuwe handelen. Daarbij moet een nauw relatie gelegd worden tussen de ontwikkeling van de deelnemer zelf als individu, van zijn teamleden, van de beroepsgroep in het algemeen en de ontwikkeling van de school als lerende praktijkgemeenschap. Het onderwerp en de uitvoering van de Meesterproef wordt afgestemd met een contactpersoon op school, bij voorkeur iemand uit de directie. Het resultaat van het praktijkonderzoek wordt gepresenteerd aan het team van de eigen school (inclusief de contactpersoon) en de medestudenten. Doel van de Meesterproef is het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs op de eigen school in het algemeen en het eigen professioneel denken en handelen van leerkrachten daar binnen. De Meesterproef bestaat uit de volgende fasen: 1. Opstellen onderzoeksplan door student m.b.v. format Meesterproef 2. Goedkeuring onderzoeksplan door opleidingsdocenten 3. Koppeling aan inhoudelijk begeleider 4. Akkoordverklaring van inhoudelijk begeleider 5. Inleveren van eindversie onderzoek bij opleidingsdocenten 6. Schriftelijke beoordeling aan de hand van beoordelingsformulier Meesterproef met rubrics, door twee onafhankelijke assessoren, waarvan 1 assessor afkomstig is uit het werkveld. De eerste aangewezen assessor (de interne assessor) is hoofdexaminator en daarmee verantwoordelijk voor de cijferbepaling. De student onderzoekt voor de Meesterproef een verlegenheidssituatie in de school en formuleert een daar aan gerelateerde onderzoeksvraag. De criteria voor beoordeling liggen vast. Beoordeling Omschrijving van criteria G Relevante literatuur is uitgebreid en kritisch bestudeerd. Er is sprake van een gedegen uitwerking van theoretische kwesties. Argumenten zijn duidelijk en samenhangend. En er is sprake van enige alternatieve perspectieven. Er zijn verbindingen tussen theorie en praktijk gelegd en conclusies en interpretaties worden besproken, waaruit kritisch zelfbewustzijn blijkt. RV Relevante literatuur is gericht bestudeerd en uitwerkingen van hoofdzaken zijn terug te vinden in het verslag. Argumentatie is evenwichtig, er is sprake van enige alternatieve perspectieven en er is een aanzet gegeven tot een persoonlijke visie en ontwikkeling van ideeën. Er zijn verbindingen tussen theorie en praktijk gelegd en conclusies en interpretaties worden besproken. 9

Cultuurbegeleider Post-HBO registeropleiding - 2015/2016 V Relevante literatuur is bestudeerd, hoofdzaken zijn uitgewerkt. Het basisonderwerp wordt adequaat behandeld, is op de juiste manier benaderd en gepresenteerd, maar is tamelijk beschrijvend en onvoldoende beargumenteerd. De argumenten worden matig beschreven en er is beperkt sprake van begrip van alternatieve perspectieven. Verhoudingen tussen theorie en praktijk worden voldoende adequaat uitgewerkt en conclusies en interpretaties zijn redelijk maar matig verantwoord. O Deze eindopdracht voldoet niet aan de eisen voor een V beoordeling. Er is weinig of geen bewijs van het bestuderen van relevante literatuur. Argumenten zijn slecht onderbouwd, verwarrend met inadequaat ondersteunend bewijs. Er is weinig of geen analyse en oordelen zijn meestal subjectief. Dit zijn de criteria van de gecertificeerde opleiding, de criteria worden nog verder uitgewerkt voor de verschillende onderzoeksfases opdat ze ook werkelijk als feedback-i en beoordelingsinstrument voor de verschillende fases kunnen functioneren. 2.5 Curriculum Opbouw en structuur De opleiding duurt anderhalf jaar, is modulair opgebouwd en bestaat uit 5 modules en een Meesterproef. In de opleiding zijn er 17 bijeenkomsten. Deze duren 4 uur. In het laatste jaar zijn er een aantal bijeenkomsten over onderzoeksmethoden en vaardigheden. Daarnaast zijn er een aantal gezamenlijke bijeenkomsten voor de coaching / begeleiding / intervisie tijdens de periode van het praktijkonderzoek. Dit half jaar wordt afgesloten met de eindpresentatie van de Meesterproef voor de certificering. Het aantal contacturen inclusief begeleiding bij de Meesterproef bedraagt 100 uur. Voorbereiding en huiswerk van de bijeenkomsten, bezoeken aan/interviews met instellingen kost 120 uur. Toets/portfolio opdrachten kosten 60 uur. De studielast voor de Meesterproef 80 uur. De totale studiebelasting is 360 uur. De opleiding kent een opbouw die het volgen van losse modules beperkt mogelijk maakt. Een aantal bijeenkomsten worden los aangeboden door de MoccaAcademie in de vorm van expertmeetings. Als alle modules van de opleiding en de Meesterproef voldoende zijn afgerond ontvangt de student het post-hbo certificaat Cultuurbegeleider. Daarnaast ontvangt de student een getuigschrift van CPION. Alle deelnemers die een Registeropleiding hebben gevolgd en een getuigschrift hebben behaald, worden opgenomen in het Abituriënten-Register dat CPION in opdracht van beroepsverenigingen bijhoudt. Literatuur In de literatuurlijst die studenten wordt gevraagd te bestuderen, wordt onderscheid gemaakt tussen verplichte en aanbevolen literatuur. De volgende titels dienen als basis: Haanstra, F, 2001 De Hollandse schoolkunst, mogelijkheden en beperkingen van authentieke kunsteducatie, Utrecht: Cultuurnetwerk Nederland van Heusden, B. 2010, Cultuur in de Spiegel, naar een doorlopende leerlijn cultuuronderwijs. Groningen: Rijksuniversiteit Groningen. C-Zicht; zicht op culturele competenties, Cultuurmij Oost (voormalig Edu-Art), 2009 Jacobse, A. 2008. TULE-kunstzinnige oriëntatie: inhouden en activiteiten bij de kerndoelen van 2006. Enschede: SLO Leerplankader kunstzinnige oriëntatie, SLO 2014, kunstzinnigeorientatie.slo.nl Raamleerplannen Mocca Doorlopende leerlijn kunst- en cultuureducatie voor het primair onderwijs, Lindenberg huis voor de kunsten, Uitgave 2011 SKVR Leerlijnen Cultuureducatie, SKVR 2013, diverse auteurs Kerndoelen basisonderwijs, Publicatie van het ministerie van Onderwijs, cultuur en wetenschap, 2006 Leraar24, Dossier: 21st century skills, 5 januari 2012 Bill Lucas, Guy Claxton and Ellen Spencer, Progression in student creativity in school: first steps towards new forms of formative assessment, 2013 Onderwijsraad & Raad voor Cultuur, Cultuureducatie: leren, creëren, inspireren!, 2012 Ministerie van OCW, Meer dan kwaliteit: een nieuwe visie op cultuurbeleid, 2011 10

Gemeente Amsterdam, Voor de stad en de kunst, 2011 Gemeente Amsterdam, Convenant Basispakket Kunsten Cultuureducatie, 2013, Mocca, Factsheet Basispakket Kunst- en Cultuureducatie, 2013 D66 Amsterdam, Verkiezingsprogramma 2014-2018. Ruimte voor Amsterdammers, 2014 Fondsenwerving voor cultuuronderwijs in het Amsterdamse onderwijs. Een toolkit., Mocca 2013 Marlies Tal en Josefiene Poll, Zicht op samenwerking en cultuureducatie, december 2009 De planken op: theater maken in het basisonderwijs, Holger de Nooij, Wolters-Noordhoff 2007 Drama is de kunst, Handboek voor dramadocenten, Lidwine Janssens, IT&FB 1998 Dans! praktische handboek voor het basisonderwijs, Diverse auteurs, Uitgeverij Coutinho 2014 Leerplan Beeldende Kunst en vormgeving, Vonkc Vereniging onderwijs, kunst en cultuur, 2012, diverse denktankers Laat Maar Zien, didactiek voor beeldend onderwijs, 4e druk, juni 2013. Jos van Onna en Anky Jacobse Artikelen over lerende organisaties en professionele leergemeenschappen. O.a. Marzano, Wat werkt in school, Heacox, Differentiatie in de klas, Ontwikkeling jonge kind, Artikelen over Taal en reken onderwijs in relatie met cultuuronderwijs De doelstellingen van de opleiding zijn het (door) ontwikkelen van: interpersoonlijke competenties; pedagogische competenties; vakinhoudelijke en didactische competenties; organisatorische competenties; competenties op het gebied van samenwerken met collega s competenties op het gebied van samenwerken met de omgeving; competenties op het gebied van reflectie en ontwikkeling. Deze competenties zijn gebaseerd op de landelijk vastgestelde SBL competenties voor leraren. In onderstaand schema staat een overzicht van de competenties, waarin is te zien hoe de competenties worden gedekt in de opleiding. Dit biedt tevens een verantwoording dat alle belangrijke aspecten aan de orde komen. * Deze zijn nu alleen nog in concept beschikbaar, de definitieve versie zal in de literatuurlijst worden opgenomen. Globale inhoud van concepten worden in context besproken. 2.6 Overzicht competenties en indicatoren Het doel van de opleiding is het verwerven van competenties om als leerkracht en Cultuurbegeleider invulling te geven aan cultuuronderwijs op school en collega s te kunnen begeleiden dit ook beter te doen. 11

Cultuurbegeleider Post-HBO registeropleiding - 2015/2016 1. Interpersoonlijk competent Gedragsindicatoren Module 1 Module 2 Module 3 Module 4 Module 5 1.1 Kan inspelen op en heeft een actueel beeld/kennis van alle leeftijdsgroepen in het primair onderwijs. 1.2 Hij/zij heeft die kennis opgedaan door zich theoretisch te verdiepen in de verschillen tussen leeftijdsgroepen en hun specifieke kenmerken, en heeft ook praktijkervaring in het werken met diverse leeftijdsgroepen 1.3 Op een ander niveau is de Cultuurbegeleider in staat om collega s te begeleiden bij de vormgeving van het (cultuur)onderwijs, waaronder feedback te geven aan collega s in het kader van de processen die hij/zij begeleidt. 1.5. Benadert teamleden met respect voor hun achtergrond; heeft oog voor hun individuele behoeften 1.6 Stimuleert uitwisseling van informatie door het initiëren van samenwerking tussen teamleden 2. Pedagogisch competent Gedragsindicatoren Module 1 Module 2 Module 3 Module 4 Module 5 2.1 Voldoet in sterke mate aan de pedagogische competenties die van een leerkracht primair onderwijs worden gevraagd en is daarnaast breed inzetbaar in minimaal twee bouwen (voorschool, onder-, midden-en bovenbouw). 2.2 Is in staat om cultuuronderwijs in een pedagogisch perspectief te benoemen als een van de domeinen die een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van van 2 tot 12. 2.3 Kan inspelen op en heeft een actueel beeld/kennis van alle leeftijdsgroepen in het primair onderwijs en de voorschool. 2.4. Initieert en ziet toe op de uitvoering van kwaliteitverbetertrajecten op schoolniveau 12

3. Vakinhoudelijk en didactisch competent Naast de algemene competenties die op dit gebied worden gevraagd van een leerkracht basisonderwijs heeft de Cultuurbegeleider specifieke competenties op dit gebied: Gedragsindicatoren Module 1 Module 2 Module 3 Module 4 Module 5 3.1 Heeft zich op diverse manieren geschoold in relevante cursussen, waaronder ICC (dit is toelatingsvoorwaarde) 3.2 Kan vanuit de beroepspraktijk nieuwe ontwikkelingen en literatuur kritisch volgen en beoordelen in hoeverre deze relevant zijn voor de eigen school 3.3 Hij/zij heeft zicht op de didactische lijnen en doorlopende leerlijn van de school; 3.4 Hij/zij heeft kennis van het schoolconcept en kan dit uitdragen aan derden; 3.5 Levert een bijdrage aan de ontwikkeling van het curriculum van de school door middel van cultuuronderwijs; 3.6 Kan een bijdrage leveren aan de implementatie van substantiële vernieuwingen en aanpassingen van het leerprogramma van de school vanuit zijn culturele achtergrond; 3.7 Kan een doorgaande leerlijn op het gebied van cultuuronderwijs benoemen en uitleggen aan collega s; 3.8 Kan relevante inhoudelijke verbindingen leggen tussen cultuuronderwijs en andere onderwijsvakken; 3.9 Heeft een breed overzicht van het culturele domein, mede vanuit eigen cultuurdragerschap. 3.10 Doet onderzoek naar de kwaliteit van het cultuuronderwijsaanbod van de school en ontwikkelt op basis hiervan beleid ter verbetering; is sparringpartner voor de directeur 3.11 Treedt in dialoog met de teamleden en directeur over mogelijkheden om nieuwe ontwikkelingen te integreren in het cultuuronderwijs van de school en draagt ideeën aan 13

Cultuurbegeleider Post-HBO registeropleiding - 2015/2016 4.Organisatorisch competent Gedragsindicatoren Module 1 Module 2 Module 3 Module 4 Module 5 4.1 Naast de competenties die van iedere leerkracht mogen worden verwacht, is de Cultuurbegeleider in staat om op organisatorisch vlak duidelijke lijnen uit te zetten die invulling geven aan innovatieprocessen op school, met name als het gaat om cultuuronderwijs in relatie tot uitvoering van het gehele 5.2 De Cultuurbegeleider is in staat om zijn collega s te begeleiden in de uitvoering en ontwikkeling van het onderwijsprogramma in het algemeen en de implementatie van cultuuronderwijs in het bijzonder. 5.3 Hij/zij kan verbinden en neemt initiatieven die structureel bijdragen aan de ontwikkeling van de samenwerking binnen het team; 5.4 Hij/zij geeft sturing aan de implementatie van cultuuronderwijs in het curriculum van de school; 5.5 Hij/zij begeleidt collega s bij het realiseren van gezamenlijk ontwikkelde onderwijsprocessen. 5. Competent in het samenwerken met collega s Gedragsindicatoren Module 1 Module 2 Module 3 Module 4 Module 5 5.1 De Cultuurbegeleider is in staat op een vruchtbare manier te communiceren en samen te werken met collega s, waaronder directie en vakspecialisten. 5.2 De Cultuurbegeleider is in staat om zijn collega s te begeleiden in de uitvoering en ontwikkeling van het onderwijsprogramma in het algemeen en de implementatie van cultuuronderwijs in het bijzonder. 14

5.3 Hij/zij kan verbinden en neemt initiatieven die structureel bijdragen aan de ontwikkeling van de samenwerking binnen het team; 5.4 Hij/zij geeft sturing aan de implementatie van cultuuronderwijs in het curriculum van de school; 5.5 Hij/zij begeleidt collega s bij het realiseren van gezamenlijk ontwikkelde onderwijsprocessen. 6. Competent in het samenwerken met de omgeving Gedragsindicatoren Module 1 Module 2 Module 3 Module 4 Module 5 6.1 De Cultuurbegeleider participeert actief in een breder netwerk van ICC- ers, vakspecialisten, Cultuurbegeleiders en medewerkers van culturele instellingen die werkzaam zijn voor het onderwijs. 6.2 De Cultuurbegeleider draagt in dat netwerk structureel bij aan het reflecteren op en de doorontwikkeling van cultuuronderwijs en is bovendien in staat om dit netwerk mee verder te ontwikkelen. 6.3 De Cultuurbegeleider in staat om dit netwerk te bevragen op aanbod dat vorm geeft aan cultuuronderwijs. 1.5. Benadert teamleden met respect voor hun achtergrond; heeft oog voor hun individuele behoeften 1.6 Stimuleert uitwisseling van informatie door het initiëren van samenwerking tussen teamleden 15

Cultuurbegeleider Post-HBO registeropleiding - 2015/2016 7. Competent in refelectie een ontwikkeling Naast de competenties die van een leerkracht primair onderwijs op dit gebied verwacht mogen worden Gedragsindicatoren Module 1 Module 2 Module 3 Module 4 Module 5 7.1 Is de Cultuurbegeleider in staat om een onderbouwde diagnose uit te voeren van de stand van zaken van de ontwikkeling van cultuuronderwijs op zijn school. 7.2 Is in staat om vanuit kennis van wetenschappelijk onderzoek en actuele ontwikkelingen op het gebied van cultuuronderwijs te reflecteren op het cultuurbeleid en dit af te zetten tegen het algemene onderwijsbeleid op zijn school. 7.3 Is in staat om dat beleid aan de hand van een cyclisch proces bij te stellen en voorstellen voor innovatie, aanpassing en vernieuwing te doen aan directie en collega s. 7.4 Tevens is de Cultuurbegeleider in staat tot het doen van praktijkgericht onderzoek, waarmee o.a. opbrengsten en resultaten in beeld kunnen worden gebracht en op grond waarvan onderwijskundige vertaalslagen kunnen worden gemaakt. 7.5 Evalueert het eigen handelen en onderneemt waar nodig actie 7.6 Neemt actief deel aan intervisiebijeenkomsten om het eigen professioneel handelen te verbeteren 7.7 Zoekt actief naar mogelijkheden om lacunes in kennis en/of vaardigheden op te vullen; werkt zichtbaar aan de eigen ontwikkeling 7.8 Stimuleert teamleden tot het vragen van feedback en suggesties voor verbetering 7.9 Legt klassenbezoeken af en geeft de leerkracht na afloop feedback 16

3 Algemene informatie Studiebelasting De opleiding duurt anderhalf jaar en bestaat uit 5 modules en een Meesterproef. De totale studiebelasting is 360 uur. Data De opleiding start bij voldoende aanmeldingen begin november 2015 en beslaat 17 bijeenkomsten van 4 uur, verspreid over anderhalf jaar. Locatie De opleiding vindt plaats in Amsterdam of Utrecht. De definitieve gegevens van de locatie staan in de uitnodigingbrief die de deelnemers voor aanvang van de opleiding toegestuurd krijgen. Kosten Het cursusgeld bedraagt voor 2015-2016 2.975,- Het verdient aanbeveling bij uw eigen organisatie naar tegemoetkoming in de studiekosten te informeren. De opleiding komt in aanmerking voor de Amsterdamse Lerarenbeurs en de subsidieregeling Cultuureducatie met Kwaliteit. Studiekosten zijn bovendien aftrekbaar van de Belastingdienst, zie voor meer informatie de website van de Belastingdienst. Aanmelding en toelatingsprocedure Aanmelding geschiedt uiterlijk voor 24 juni 2015 via een digitaal aanmeldingsformulier op de website www.centrumvoornascholing.nl. In mei en juni worden toelatingsgesprekken gevoerd. Daarin wordt gecheckt of de deelnemer aan de toelatingsvoorwaarden voldoet. Voor de zomervakantie ontvangt u bericht van plaatsing. Uw plaatsing is definitief zodra u een plaatsingsbrief heeft ontvangen. Indien er begin september nog plaatsen vrij zijn, kunt u zich daarvoor nog inschrijven. Zie ook de algemene cursusvoorwaarden achter in deze gids met betrekking tot inschrijving, betaling en annuleringsvoorwaarden. Kwaliteitszorg De kwaliteit van de opleiding wordt op verschillende manieren bevorderd. De opleiding wordt na afloop geëvalueerd met de deelnemers d.m.v. een enquête. De opleiding is een door CPION erkende post-hbo registeropleiding. Jaarlijks beoordeelt de Stichting Post-HBO of de opleiding aan de Post-HBO criteria voldoet. De opleiding is erkend door Registerleraar.nl. Het Centrum voor Nascholing heeft als opleidingsinstituut een CEDEO erkenning voor klanttevredenheid. Examencommissie Toetsing, beoordeling en certificering/diplomering vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de examencommissie van het Centrum voor Nascholing. Contact: Renec Hamminga, secretaris E examencommissie@cna.uva.nl Bezwaar en beroep Indien een deelnemer het niet eens is met inhoudelijke of procedurele aspecten van de beoordeling van zijn werk door een docent van de opleiding kan hij schriftelijk bezwaar maken bij de examencommissie. De examencommissie behandelt het bezwaar binnen 21 dagen. Indien de deelnemer van mening is dat het bezwaar door de examencommissie op onbevredigende wijze is afgehandeld, dan kan hij in beroep gaan bij het College van Beroep van de Hogeschool van Amsterdam. De daarmee samenhangende procedure staat beschreven op de website van de Hogeschool van Amsterdam: www.hva.nl/studeren/juridisch/ studentenstatuut/ Deelnemers kunnen bij het College van Beroep niet 17

3. Algemene informatie Cultuurbegeleider Post-HBO registeropleiding - 2015/2016 in beroep gaan tegen (negatieve) besluiten omtrent toelating tot de opleiding. Op het moment van de intakeprocedure heeft CNA namelijk nog geen contractrelatie met de deelnemer. Meer informatie en contact Inhoudelijk: Liesbeth van der Weide, Centrum voor Nascholing E lvanderweide@cna.uva.nl Ben Hekkema, MoccaAcademie E bhekkema@mocca-amsterdam.nl Secretariaat: Debby Jenner T 020 525 1490 E djenner@cna.uva.nl Centrum voor Nascholing Postbus 2009 1000 CA Amsterdam www.centrumvoornascholing.nl 18

Algemene voorwaarden Open inschrijving 1. Inschrijving Inschrijving geschiedt via een digitaal aanmeldingsformulier op de website www.centrumvoornascholing.nl. Plaatsing geschiedt op volgorde van binnenkomst. Pas na schriftelijke bevestiging van het secretariaat is uw inschrijving definitief. Maatwerk Voorwaarden van toepassing op maatwerk zijn op aanvraag verkrijgbaar bij het secretariaat van CNA en worden standaard meegeleverd met de offerte. 2. Betaling In principe ontvangt u (of uw werkgever) vóór aanvang van de opleiding of cursus een nota. De kosten dienen te worden voldaan binnen de gestelde betalingstermijn van 30 dagen. De kosten zijn vrij van btw aangezien het om scholingsactiviteiten gaat. 3. Annulering door het Centrum voor Nascholing Bij onvoldoende inschrijvingen of overmacht behoudt het Centrum voor Nascholing zich het recht voor de opleiding of cursus te annuleren. De eventueel betaalde kosten worden volledig gerestitueerd. 4. Annulering door de deelnemer Mocht u door omstandigheden verhinderd zijn deel te nemen aan de opleiding of cursus waarvoor u zich heeft ingeschreven, dan dient u dit schriftelijk kenbaar te maken. Bij annulering langer dan twee maanden voor aanvang van de opleiding of cursus wordt 60,50 administratiekosten in rekening gebracht. Bij annulering korter dan twee maanden, maar langer dan één (1) maand voor aanvang van de opleiding of cursus wordt 50% van de kosten in rekening gebracht. Bij annulering korter dan één maand voor aanvang van de opleiding of cursus worden de volledige kosten van de opleiding of cursus in rekening gebracht. 5. Gedeeltelijke deelname of tussentijdse beëindiging Bij gedeeltelijke deelname of tussentijdse beëindiging door de deelnemer vindt geen restitutie van de cursus- of opleidingskosten plaats. Voortijdig stoppen met de opleiding of cursus dient schriftelijk te worden gemeld aan het secretariaat. 19

Centrum voor Nascholing Postbus 2009 1000 CA Amsterdam Tel. 020 525 12 41 nascholing@cna.uva.nl www.centrumvoornascholing.nl Verder met onderwijs Met dit motto biedt het Centrum voor Nascholing (CNA) een kleurrijk palet aan professionaliseringsmogelijkheden in alle sectoren van het onderwijs. U kunt bij ons terecht voor master- en post-hbo opleidingen, trainingen en maatwerk voor docenten, leidinggevenden en onderwijsondersteunend personeel. Onze expertisegebieden zijn didactiek, begeleidingskunde en leiderschap. Door de nauwe samenwerking met de Universiteit van Amsterdam en de Hogeschool van Amsterdam is CNA een hoogwaardig kenniscentrum voor professionalisering in het onderwijs.