Tweede Kamer der Staten-Generaal



Vergelijkbare documenten
Tweede Kamer der Staten-Generaal

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Gezinnen. Overheid. Bedrijven. Buitenland

Staatsschuld definities en diverse issues Een presentatie voor DNA. Bureau voor de Staatsschuld, Paramaribo, 29 maart 2016

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

INLEIDING: Het BBP als welvaartsindicator van een land

Tweede Kamer der Staten-Generaal

VOORSTEL STRUCTURELE WIJZIGINGEN VAN DE BEGROTINGEN

... /... Samenvatting door de Voorzitter van de vverkzaamheden. van de Europese Raad Maastricht - 23/24 maart 1981

Perscommuniqué. Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de Belgische economie

Inleiding ADVIES. Nederlandse Mededingingsautoriteit

DE NATIONALE ASSEMBLEE

BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD. Suriname Debt Management Office. Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2012

Tweede Kamer der Staten-Generaal

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Tweede Kamer der Staten Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

NATIONALE REKENINGEN Derde kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012

BBP per hoofd in prijzen 2000, SRD jaartal

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1995 Nr. 100

Deel IV: Financieel kader en Investeringskader

A. Brief van de Gemeenschap

8.7 NUTSVOORZIENINGEN

RAAD VA DE EUROPESE U IE, Brussel, 8 juli 2011 (18.07) (OR. en) 12667/11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0111 (C S)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 14 juli

16 juli Onderzoek: Akkoord Griekenland

Versie Artikel 2 Verzoek om informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Inhoud Algemeen 2. Overige gegevens 11. Bijlage I: Toegekende donaties

Eerste Kamer der Staten-Generaal

De Raad van Ministers De Minister van Gezondheid, Milieu en Natuur Dhr. B. Whiteman Bellisimaweg 17 Curaçao. Aan dtkv. 1 Inleiding

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

INHOUD. Veertigste jaargang Deel II Juli-december De monetaire school versus de inkomens-bestedingsmethode, door Prof. R.T. Selden.

No.W /III 's-gravenhage, 7 december 2012

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Steunmaatregel SA (2012/N) - Nederland Aanpassing risicokapitaalregeling "Omnibus Decentraal - Module 9: risicokapitaal voor het MKB"

Module 8 havo 5. Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging

Economische effecten van een verlaging van de administratieve lasten

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Advies Renteloze lening Onderwijshuisvesting Openbaar Lichaam Bonaire

5,6. Praktische-opdracht door een scholier 2583 woorden 20 december keer beoordeeld

Beknopte algemene informatie over Suriname

JAARREKENING Stichting Urgente Noden Delft en omgeving T.a.v. het bestuur Phoenixstraat AL DELFT

Persbericht. Economie verder gekrompen. Centraal Bureau voor de Statistiek. Uitvoer blijft groeien. Minder investeringen

(Voor de EER relevante tekst)

Steunmaatregel nr. N 212/ Nederland Steunregeling Willekeurige afschrijving nieuwe gebouwen in aangewezen gebieden (1999) I.

Consumptieve bestedingen van de particulieren Consumptieve bestedingen van de overheid Bruto vaste kapitaalvorming

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Multiplicatoren: handleiding

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage

WERKGROEP REGLEMENT VAN ORDE VAN DE EURO-MEDITERRANE PARLEMENTAIRE VERGADERING

2015D22099 LIJST VAN VRAGEN

Vlaamse regering. Besluit van de Vlaamse regering betreffende de bevoegdheid, de samenstelling en de werking van de Vlaamse Havencommissie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Samenvatting Economie Hoofdstuk 6

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

NAM-multiplicatoren: handleiding

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Lever ook het kladpapier na afloop van het examen in bij de toezichthouder. Dit wordt vernietigd en niet meegenomen in de beoordeling.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER UUR

Integriteitscode van de Koninklijke Nederlandse Biljart Bond

DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK SURINAME

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Stichting Wijzijnéén voor anderen gevestigd te Utrecht

(pagina 3) (pagina 6)

REGELING KLACHTENCOMMISSIE ONGEWENST GEDRAG OMGEVINGSDIENST GRONINGEN

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Deze herziening heeft geleid tot de overschrijding van de binnenlandse schuld-bbp ratio s in het tweede halfjaar van 2010.

De economische groei bedraagt 0,5 % in het eerste kwartaal van 2017

Bruto binnenlands product

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 21 oktober 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

PUBLIC. Brusel,7december1999(11.01) (OR.f) RAADVAN DEEUROPESEUNIE 12985/99 LIMITE PV/CONS68 SAN180

Toezichtkader Raad van Toezicht SGR

8.3 BOSBOUWSECTOR EN HOUTVERWERKING

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 26 mei uur

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1963 Nr. 6

logoocw Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag 12 juli 2005 DK/B&B/05/26052 Filmstimuleringsbeleid

- De verwachting is dat de gemeenteraad een verordening zal vaststellen, waarin zij het op bijlage 1 aangegeven gebied als BI-zone aanwijst.

ONDERDEEL VAN DE BESLOTEN VENNOOTSCHAP MET BEPERKTE AANSPRAKELIJKHEID RAYMAKERSKAYSER B.V. GEVESTIGD TE WEESP

Vergelijking tussen sectoren (In (Aandeel procenten) arbeidsplaatsen in procenten)

Kerkrade. Nota van toelichting

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 213,

- De verwachting is dat de gemeenteraad een verordening zal vaststellen, waarin zij het op bijlage 1 aangegeven gebied als BI-zone aanwijst.

Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België

De economie van de luchtvaart; waarde voor Eindhoven? Presentatie BVM 2 25 augustus 2018, Knegsel Dr Walter J.J. Manshanden

Hoofdstuk 14 Conjunctuur

Transcriptie:

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1976-1977 13 893 De ontwikkelingssamenwerking Nederland-Suriname Nr.7 VRAGEN TER VOORBEREIDING VAN EEN OPENBARE COMMISSIEVERGA- DERING Vastgesteld 10 februari 1977. Op 7 maart 1977 zal de vaste Commissie voor Ontwikkelingssamenwerking' een openbare commissievergadering houden over de stukken met betrekking tot de ontwikkelingssamenwerking tussen Nederland en Suriname (Bijl. Hand. II 13 600, V, nr. 36 en 13 893). Ter voorbereiding van deze vergadering heeft de commissie een aantal vragen geformuleerd, die zij gaarne tijdig voor de datum waarop de vergadering zal plaatsvinden, door de Regering beantwoord zal zien. De verwijzing in sommige vragen naar een bladzijde heeft, tenzij uitdrukkelijk anders wordt vermeld, betrekking op stuk 13 893, nr. 4. 1. Waarom wordt onder de autonome gegevens die in belangrijke mate de sociaal-economische situatie in Suriname bepalen de economische betekenis van het kustwater en de zich daaronder bevindende bodem niet genoemd? 2. Op welk niveau bevonden zich jaarlijks het bruto binnenlands produkt (BBP) en het bruto nationaal produkt (BNP), nominaal en reëel, tegen factorkosten en martkprijzen, over de periode van 1965 tot heden? 3. Welke componenten van het BBP en het BNP hebben in de periode van 1965 tot heden bijgedragen tot veranderingen in het niveau van het BBP en het BNP? ' Samenstelling, Franssen (PvdA), Van der Mei (CHU), Hoekstra (CPN), Mommersteeg (KVP), Van der Spek (PSP), Van Mierlo (D'66), Voortman (PvdA), Ter Beek (PvdA), Waalkens (VVD), Van Dam (APP), Van Amelsvoort (KVP), ondervoorzitter, De Koster (VVD), Coppes (PPR), voorzitter, Kombrink (PvdA), Aarts (KVP), Van der Hek (PvdA), Verwoert (DS'70) en Beumer (ARP) 4. Hoe heeft de betalingsbalans zich in de genoemde periode jaarlijks ontwikkeld in verhouding tot het BNP? Tot welke bedragen vonden transfers uit hoofde van afschrijvingen plaats en naar welke bedrijven in welke landen gingen deze transfers? 5. Hoe hebben zich in de genoemde periode het bruto en het netto BNP per hoofd van de bevolking jaarlijks ontwikkeld? 6. Hoe heeft de binnenlandse geldhoeveelheid zich in de genoemde periode jaarlijks ontwikkeld in verhouding tot de ontwikkeling van de prijzen, de 2 vel Tweede Kamer, zitting 1976-1977, 13893, nr. 7 1

discontovoet en de koers van de Surinaamse gulden? Hoe groot is de savings-gap? 7. Welke bijdrage levert elk van de economische sectoren aan het BNP en de betalingsbalans? Hoe groot is de trade-gap? 8. Hoe groot was de schuldenlast van Suriname op 26 november 1975 en hoe heeft deze zich nadien ontwikkeld? 9. Waarin komt de achteruitgang van de kleine landbouw tot uiting, vooral in vermindering van de productie of veeleer in bedrijfsbeëindiging? 10. Is de bosbouw nu en in de toekomst rendabel, wanneer rekening wordt gehouden met de noodzakelijke bosverjonging? Bestaat er inzicht in de financiële en technische mogelijkheden tot bosverjonging? 11. Welke ondernemingen hebben de bedrijfstak mijnbouw en bauxietverwerking in handen? 12. Welke bestemming hebben de bedragen afkomstig uit de bauxietheffingen sinds 1974 gekregen en welke zullen zij in de toekomst krijgen? 13. Ligt het in het voornemen een nader onderzoek in te stellen naarde knelpunten die de groei van de bedrijfstak industrie belemmeren? 14. Hoe groot was het landsdienarenleger aan het einde van 1975 en aan het einde van 1976? 15. Welke taken vervult het landsdienarenleger en zijn alle landsdienaren in volledige dienst? 16. Is thans een overzicht te geven van de werkloosheid onderverdeeld naar mannen en vrouwen, leeftijdscategorieën, geschoold-geoefend-ongeschoold en naar district? 17. Hoeveel werkgelegenheid, uitgedrukt in manjaren, hebben de in uitvoering genomen projecten geschapen? 18. Wat wordt thans reëel gedaan aan de bevordering van door buitenlanders te ontwikkelen kleine industrie? (Te denken valt aan het voeren van een redelijke fiscale politiek en het voeren van een redelijk beleid ten aanzien van winstovermaking, herinvesteringen en overdracht van knowhow)? 19. In welke concrete beleidsvoornemens wordt de mobilisatie- en participatie-gedachte, ontwikkeld in het «Programma voor de sociaal-economische ontwikkeling van Suriname», tot uiting gebracht? 20. Hoe groot dient in het algemeen het aandeel van de overheid te zijn in joint-ventures, waarvan op blz. 17 wordt gezegd dat zij meestal de geschikte samenwerkingsvorm zijn tussen overheid en buitenlandse investeerders? 21. Op welke wijze hangen de groeipool-theorie en de blijkbaar daarvan afgeleide beleids-alternatieven A en B samen met de situatieschets van de Surinaamse economie gegeven in het Jaarplan 1977? 22. Hoe groot zijn de trade-gap en de savings-gap in de beleidsalternatieven A en B? 23. Welk volume is er aan externe financiering nodig om het ontwikkelingsplan financieel uitvoerbaar te maken en tegen welke voorwaarden dienen de financiën te worden verstrekt? Tweede Kamer, zitting 1976-1977, 13893, nr. 7 2

24. Hoe verhoudt zich de externe financiering van het ontwikkelingsplan ten opzichte van de door Nederland te verlenen hulp? 25. Welke internationale financiële instellingen en welke landen hebben zich bereid getoond om als donor c.q. crediteur ten aanzien van Suriname op te treden? 26. Heeft Suriname inmiddels reeds verdragen met een ontwikkelingskarakter gesloten met andere landen, zo ja, met welke landen en van welke aard zijn deze verdragen? 27. Welke mogelijkheden worden voor de toekomst aanwezig geacht voor mede-financiering van ontwikkelingsprojecten uit eigen Surinaamse besparingen, uit bij internationale organisaties aan te gane leningen en uit leningen aan te gaan met particulieren buiten Suriname? 28. Kan ten einde een betere vergelijking van de beleidsalternatieven A en B mogelijk te maken worden aangegeven hoe de werkgelegenheidssituatie zich op langere termijn, dat wil zeggen na 1985 resp. 1990, zal ontwikkelen? 29. Is er, nu de CONS in het verslag van de vierde vergadering heeft meegedeeld dat de groei van het aantal arbeidsplaatsen in de landbouw volgens de thans voorliggende plannen 65% lager is dan in het Meerjarenplan is voorzien, enige zekerheid te geven dat vergelijkbare verschillen zich niet ook in andere sectoren zullen voordoen? 30. Hebben andere instellingen dan die in stuk 13 893, nr. 4, zijn genoemd de Surinaamse ontwikkelingsmogelijkheden geanalyseerd en, zo ja, in welke opzichten hebben dergelijke analyses tot andere conclusies geleid? 31. Welk commentaar heeft de Minister op de voor de Surinaamse economie en ontwikkeling zeer negatief uitgevallen studie «Government Finances in Surinam», welke diende ter voorbereiding van de VIII Regional Conference on Monetary Studies van december 1976? 32. Ontvangt de CONS adviezen uit het bedrijfsleven en beschikt zij over vaste adviseurs uit het bedrijfsleven? 33. Is de aanwezigheid van vertegenwoordigers van het bedrijfsleven in de nieuwte vormen beleidsadviserende werkgroepen van de CONS in overeenstemming met de belangen die het bedrijfsleven naar verwachting bij de uitvoering van de projecten zal hebben? 34. Bestaan er institutionele contacten tussen het Surinaamse en het Nederlandse bedrijfsleven en, zo ja, op welke wijze zijn deze tot stand gebracht? 35. Zijn de vragen en opmerkingen in de CONS met betrekking tot het Jaarplan 1977, waarover op blz. 26 wordt gesproken, alleen van Nederlandse zijde naar voren gebracht of ook van Surinaamse? 36. Op welke wijze wordt het mogelijk gemaakt de projecten kwantitatief te toetsen aan de sociaal economische doelstellingen van de Jaarplannen en de meerjarige vooruitzichten? 37. Welke van de in 1976 goedgekeurde projecten zijn thans nog niet in uitvoering genomen, en welke motivering ligt daaraan ten grondslag? 38. Welke projecten zijn door de CONS afgewezen? Tweede Kamer, zitting 1976-1977, 13893, nr. 7 3

39. Kan de minister een opsomming geven van de voorwaarden, die hij blijkens zijn mededeling op blz. 29 in de toekomst aan de goedkeuring van projecten zal verbinden? 40. Welke argumenten en overwegingen hebben ten grondslag gelegen aan de verdeelsleutel 50% voor produktieve investeringen, 25% voor infrastructurele investeringen, en 25% voor sociaaleducatieve investeringen? 41. Leidt de bestemming van gelden voor infrastructurele projecten, welke tot nu toe heeft plaatsgevonden, in de toekomst automatisch tot nieuwe committeringen in de infrastructurele sfeer en, zo ja, in welke mate? 42. In welke fase bevindt zich de opstelling van een integraal agrarisch ontwikkelingsplan? 43. Zijn er aanvragen ingediend, eventueel in het kader van de medefinanciering, voor projecten ten behoeve van kleine landbouwers en, zo ja, welke? 44. Zijn de aan de CONS voorgelegde projecten op het terrein van de landbouw en de kleine industrie uitsluitend op de produktie gericht of zijn ze tevens gericht op afzet, bewaring en bewerking? 45. Welke vooruitzichten bestaan er voor de omvang van de produktieomstandigheden? 46. Welke reële mogelijkheden worden aanwezig geacht voor het alsnog vergroten van de invoerquota in de EEG van in Suriname geproduceerde suiker? 47. Wordt bij het opzetten van plannen voor woningbouw en scholenbouw voldoende rekening gehouden met de spreiding over het gehele land, zodat niet opnieuw een trek naar Paramaribo en directe omgeving gaat ontstaan? 48. Welke particuliere medefinancieringsorganisaties hebben in 1976 een rol gespeeld in de ontwikkeling van Suriname en welke projecten werden door elk van hen in uitvoering genomen c.q. gerealiseerd? 49. Zijn er inmiddels projecten aangemeld in het kader van het medefinancieringsprogramma? 50. Waarom zijn in de tabel op blz. 27 met betrekking tot de goedgekeurde MOP-projecten onder het kopje «Gevraagd van tweede halfjaar» de laatste drie bedragen voorzien van een negatief teken? 51. Hoe is de ontwikkeling van West-Suriname te rijmen met de groeipooltheorie, die er toch meer naar zou tenderen om het vooral agrarisch georiënteerde Nickerie verder tot ontwikkeling te brengen? 52. Wat zijn de kosten van: a. de aanleg van de Apoera-spoorlijn, inclusief aanschaf rollend materieel; b. de voorbereiding en ontsluiting van het Bakhuys-gebergte ter voorbereiding van eventuele bauxietwinning; c. de aanleg van overslag- en havenfaciliteiten, inclusief het verbeteren van de bevaarbaarheid van de Corantijn; d. de aanleg van het Kabalebo-project? Hoe wordt de financiering van al deze werken geregeld? Tweede Kamer, zitting 1976-1977, 13 893, nr. 7 4

53. Is de ontwikkeling van de West-Suriname-opzet rendabel als volstaan wordt met het winnen en uitvoeren in ruwe vorm van de bauxiet? 54. Welke industrieën worden er in Apoera, behalve eventueel een aluinaardefabriek, gevestigd? Welke afspraken zijn al hard op dit punt, en hoe wordt de financiering geregeld? 55. Wat zijn de oorzaken van de moeilijkheid om personeel aan te trekken bij de aanleg van de Apoera-spoorlijn? Zullen deze ook een rol spelen bij de verdere ontwikkeling van West-Suriname? 56. Is het nodig om het Stondansi- en het Kabalebo-project gescheiden uit te voeren? Kan de watervoorziening voor de landbouw niet gecombineerd worden met de aanleg van stuwmeren voor elektriciteitsvoorziening? 57. Welke bankcombinatie heeft inmiddels belangstelling getoond voor het Kabalebo-project? 58. Door wie zijn de 15 000 irrigabele hectaren grond in het Stondansiproject verdeeld onder de grotere landeigenaren, en op welke voorwaarden? 59. Bestaan er garanties, dat het Commewijne-project wel ten voordele zal komen van de kleine landbouwers? 60. Wanneer wordt de invoering van de Algemene Ziektekostenverzekering verwacht? 61. Is het waar, dat de kwaliteit van de Surinaamse citrusproducten tot de beste ter wereld moet worden gerekend en is uitbreiding van de produktie eventueel met overheidssteun, mogelijk? 62. Op welke termijn zal het ambtelijk en/of ministerieel overleg over een remigratieregeling afgerond kunnen worden? 63. Hoe wordt in het licht van de omstandigheid, dat er zich in Nederland Surinamers bevinden die naar Suriname willen terugkeren, de werving beoordeeld van werkkrachten ten behoeve van Surinaamse ondernemingen in Braziliëen in Guyana? De voorzitter van de commissie, Coppes De griffier van de commissie, Witteveen Tweede Kamer, zitting 1976-1977,13893, nr. 7 5