INTERNATIONAL LIFESTYLE STUDIES



Vergelijkbare documenten
International lifestyle studies STAGEGIDS INTERNATIONAL LIFESTYLE STUDIES.

INTERNATIONAL LIFESTYLE STUDIES. Meewerkstage Jaar

Stagegids CE/CO IEMES

International Lifestyle Studies. Afstudeer stagegids Jaar

Stagewijzer. Stagiairs

Stagegids CE/CO IEMES

Stagegids DPS. Versie 1, januari 2014.

Faculteit der Geesteswetenschappen. Stagereglement masteropleidingen

Goed voorbeeld van een stageovereenkomst

Stagewijzer. Stagebegeleiders en leidinggevenden

Stagegids DBC. Versie 1.2, mei 2015.

INTERNATIONAL LIFESTYLE STUDIES. Studiegids LSW 1 DROMEN Jaar 1

Stagehandleiding. bedoeld voor studenten en docenten bachelor- en masteropleiding Rechtsgeleerdheid, Ondernemingsrecht en Fiscaal Recht

Instructiedocument studenten Stageregeling. Bedrijfskunde.

Stage 1. Klaar voor de start...

BPV GIDS ICT Opleidingen

Modulebeschrijving FINSLC0108

Stichtse Vrije School Voortgezet onderwijs Socrateslaan GL Zeist Telefoon: mail:

Instructiedocument studenten

Handleiding Stageminor LET 2019/2020

Modulebeschrijving FINSLC0106

TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE PRAKTIJKGIDS JAAR 3

Stageprotocol FLOT. Bacheloropleidingen. Fontys Lerarenopleiding. Versie: februari 10 1/7

Instructiedocument. Bedrijfskunde Informatiepunt Stages (BIS) Contact:

Competentie 1 Ondernemerschap Initiëren en/of creëren van producten en/of diensten, zelfstandig en ondernemend.

BPV Styling Design 3e jaars cohort

4 HAVO, 4 VWO EN 5 VWO

TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE PRAKTIJKGIDS JAAR 3

Ik heb een stageplaats gevonden wat nu? Zie volgende pagina van de handleiding.

[STUDIEHANDLEIDING SLB EN EXAMINERING BPV ] Studiehandleiding studieloopbaanbergeleiding en examinering.

Stagehandleiding. Faculteit der Sociale Wetenschappen

INTERNATIONAL LIFESTYLE STUDIES. Studiegids lifestyle week 1 Jaar 1

Maatschappelijke Stages

Stagehandleiding Master Letterkunde

Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten. Stage Formulieren. Stageafspraken en Stagecontract

Stichtse Vrije School Voortgezet onderwijs Socrateslaan GL Zeist Telefoon: mail:

BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3

BPV werkboek. Technicus elektrotechnische industriële installaties en systemen niveau 4 BBL Crebonummer: BPV-werkboek 25262/versie sept.

Stagecoördinator. Doel. Context

Leerarrangement Trendanalyse Health

Handboek maatschappelijke stage MAATSCHAPPELIJKE STAGES, BEST TE DOEN!

Stage handleiding ACW Erasmus School of History, Culture and Communication (ESHCC)

PRAKTIJK EN STAGE JAAR 2 EN 3

Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten. Beroepsvoorbereiding. Stage Formulieren. en Stagecontract.

MAATSCHAPPELIJKE STAGES, BEST TE DOEN!

BACHELOR RECHTSGELEERDHEID AFSTUDEERRICHTING JURIDISCHE BESTUURSKUNDE. Bestuurskundig onderzoeksproject

Protocol Werkplekleren Student ESoE. Minor Educatie & Communicatie Variant II

Praktijk oriëntatie. Maatschappelijke zorg. Niveau 3 + 4

Protocol Werkplekleren Student ESoE. Masteropleiding Science Education and Communication (SEC)

Inhoudsopgave. Stages. Het zoeken van een stageplaats Stappenplan

Stageovereenkomst. Faculteit Bètawetenschappen. Artikel 1

Handleiding Assessment Startbekwaamheid

Inleiding maatschappelijke stage

ASSESSMENTS VAN DE BACHELOR LGL en GPW

GEMEENTEBLAD. Nr Regeling stages gemeente Den Helder

Inleiding Het beroepsgericht examen Het uitvoeren van kwalificerende beroepsprestaties... 3

Opbouw sollicitatiegesprek

MAATSCHAPPELIJKE STAGE, WAT IS DAT?

STAGEVERSLAG VMBO LEERLING INSTRUCTIE

Protocol Beroepspraktijkvorming mbo 4 Fotovakschool Richtlijnen en procedures voor studenten, docenten en coördinatoren

MAATSCHAPPELIJKE STAGE, WAT IS DAT?

MODEL STAGEOVEREENKOMST

Stageovereenkomst. Ondergetekenden. Hogeschool Rotterdam, Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn. 1. Naam school en opleiding

Kinderopvang Heyendael

Opleiding Bestuurskunde - Universiteit Leiden. Informatiepakket stage-organisatie

Stagereglement Faculteit Rechtsgeleerdheid

VOORWOORD. Beste student,

BPV-praktijkboek. Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent

Jan des Bouvrie Academie, interior design & styling - hbo bachelor

Stage map. Keuzevak: Recreatieve Activiteiten Docent: Marc Hollander. Leerjaar: 3

Humanitas, Landelijk Bureau - P & O. Stagebeleid Humanitas 1

Internship & Communication Consultancy Masterprogramma Communicatie- en Informatiewetenschappen

Netwerk Open Hogeschool Informatica learning for professionals

Stagefolder Laurentius Praktijkschool

Maatschappelijke Stage Boekje voor leerlingen en organisaties

Maatschappelijke stage Farel College havo 4 / vwo /2015 1

Opleiding Verpleegkunde Leerondersteuning Stage (LOS)

Informatie voor aanbieders van werkplekken voor bachelor- en Associate degreestudenten

Maatschappelijke Stages Hoogezand-Sappemeer

KABK Beroepsvoorbereiding

Stappenplan om een stageplaats te vinden

Handleiding stage, September Handleiding stage

Maatschappelijke stage op het Trias 1. Verschil tussen maatschappelijke stage en beroepsoriënterende stage 2. Tips voor ouders 3

Samenspraak Examen Nederlands Spreken en Gesprekken voeren 3F

LIO en Stageregeling Aloysius Stichting

Regeling stages en werkervaringsplaatsen gemeente Brummen. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Brummen;

BPV Styling Design 1e jaars

STAGES A&O PSYCHOLOGIE

Maatschappelijke Stages

Taal, Media en Communicatie

STAGEHANDLEIDING Master Sociologie

KABK Beroepsvoorbereiding

Praktijkleerovereenkomst opleidingen in deeltijdse inrichtingsvorm die deelnemen aan de pilot flexibilisering

Aan het einde van je stageperiode is het de bedoeling dat je het onderstaande eindverslag invult.

BEN IK EIGENLIJK WEL ZZP ER? Verschil tussen Arbeidsovereenkomst en Opdrachtovereenkomst.

BPV handboek 2017 Informatie Beroepspraktijkvorming BPV HANDBOEK ALGEMEEN

Handboek maatschappelijke stage MAATSCHAPPELIJKE STAGES, BEST TE DOEN!

Faculteit der Rechtsgeleerdheid. Stagehandleiding voor studenten en docenten

Transcriptie:

Pagina 2 INTERNATIONAL LIFESTYLE STUDIES STAGEGIDS JAAR 4 AUGUSTUS 2013 APPEARANCE HEALTH FOOD LIVING LEISURE HUMAN MOVEMENT

Pagina Stagegids 3 INHOUDSOPGAVE Pagina 04 Pagina 05 Pagina 06 Pagina 07 Pagina 07 Pagina 08 Pagina 09 Pagina 10 Pagina 10 Pagina 13 Pagina 14 Pagina 15 Pagina 15 Pagina 16 Pagina 16 Pagina 17 Pagina 17 Pagina 18 Pagina 18 Pagina 18 Pagina 20 Pagina 20 Pagina 20 Pagina 22 Pagina 23 Pagina 24 Pagina 24 Pagina 24 Pagina 26 Pagina 27 Pagina 31 Pagina 36 Pagina 40 Pagina 45 1 Ter oriëntatie Inleiding Doel van de Afstudeerstage Stageplaatsen De periodes Stageduur Eisen die aan de afstudeerplaats gesteld worden Eisen die aan het afstudeeropdracht gesteld worden 2 De Afstudeerstage als leerproces Het leerproces Competenties 3 Het verslag Afstudeerstage Eisen die aan het verslag Afstudeerstage gesteld worden Vertrouwelijke verslagen 4 Praktische zaken Stageovereenkomst Stagevergoeding Verzekering Belasting Werktijden Ziekmelding 5 Voorafgaand aan de Afstudeerstage Toelating Stagevoorlichting Afstudeerstage zoeken Solliciteren Stageopdracht Voorbereidend gesprek met je stagedocent 6 Stagebegeleiding Stagebegeleiding vanuit school Inlevering verslag Afstudeerstage 7 Afronding van de stage Beoordeling van de Afstudeerstage Studiepunten Herkansingen 8 Adressen BIJLAGE 1 Procedure Afstudeerstage 2 Stageovereenkomst ILS 3 Evaluatie Afstudeerstage ILS 4 Beoordelingsformulier Afstudeerstage ILS 5 Competentieprofiel Bachelor Lifestyle

Pagina 4 1 TER ORIENTATIE INLEIDING Stages zijn een belangrijk onderdeel van elke HBO-opleiding. Het zijn de momenten in je studie dat je voor een langere periode werkzaam bent bij een organisatie in de Lifestyle-sector, waar je onder begeleiding werkzaamheden uitvoert. Tijdens de stage pas je kennis en vaardigheden toe die je op school geleerd hebt. Voor jou als student is een stage dan ook de proef op de som; dan blijkt of je het geleerde ook daadwerkelijk in de praktijk kunt brengen. In de vierjarige opleiding International Lifestyle Studies zijn twee stageperioden opgenomen. Beide stages duren rond de 18 weken, afhankelijk van het jaarrooster. De opleiding adviseert om één van de twee stages in het buitenland te doen, bij voorkeur de Afstudeerstage. Bij International Lifestyle Studies krijg je te maken met twee typen stages: Meewerkstage Tijdens een Meewerkstage werk je bij een organisatie/bedrijf in het domein Lifestyle. Je werkt er mee aan trendonderzoek en/of de ontwikkeling van een Lifestyle-concept. Gedurende deze periode is het de bedoeling dat je de kennis die je op de opleiding hebt geleerd onder begeleiding in de praktijk brengt. Zo krijg je meer werkervaring en is het een interessante toevoeging op je cv. De opgedane kennis kan je weer gebruiken voor de laatste fase van je studie. Afstudeerstage Je sluit je studie Lifestyle af met een Afstudeerstage. Gedurende deze periode is het de bedoeling dat je de kennis die je op de opleiding hebt geleerd deels zelfstandig in de praktijk brengt. Concreet houdt dat in dat je een (trend) onderzoek uitvoert voor het betreffende stagebedrijf en dat je op basis van dit trendonderzoek een nieuw Lifestyle-concept ontwikkelt. Deze opdracht (je Meesterproef) wordt na afloop van de Afstudeerstage beoordeeld. Tijdens het eindassessment is deze Meesterproef een verplicht onderdeel van je showdossier. De stages zijn belangrijke onderdelen van je curriculum en zijn gepland op die momenten waarop je de diverse fases van de opleiding afsluit. Je kunt dus niet zelf plannen wanneer de stages plaatsvinden. De eerste stage, je Meewerkstage, viel aan het begin van het derde studiejaar. Onderdeel van dat stageverslag was een beschrijving van de opdracht/taken ten behoeve van het trendrapport en/of Lifestyle-concept waaraan je tijdens je stage hebt meegewerkt. De tweede stage, je Afstudeerstage, valt aan het einde van je vierde studiejaar en is alleen toegankelijk voor studenten die alle EC van de fase Vakmanschap hebben behaald en die het specialisatie-programma in de richting van hun sectorkeuze hebben doorlopen en een minor hebben gevolgd. Deze Afstudeerstage sluit je af met een verslag Afstudeerstage inclusief je Meesterproef. Dat is een door jou (mede) uitgevoerd trendonderzoek en een op basis daarvan door jou ontwikkeld Lifestyle-concept in opdracht van de stageverlener.

Pagina 5 Veel organisaties en instellingen bieden stageplaatsen aan. De beroepspraktijk onderkent daarmee het belang van goed beroepsonderwijs en wil er via stages zelf een bijdrage aan leveren. Als opleiding hebben wij contact met ruim honderd stageverlenende bedrijven en organisaties. Deels zijn dat bedrijven en organisaties die al eerder stagiaires van onze opleiding hebben gehad. Die stellen geregeld vacatures op voor stagiairs. De stagecoördinator maakt potentiële stagiairs via n@tschool geregeld attent op deze vacatures. De stagecoördinator kan ook bemiddelen voor stageplaatsen bij andere organisaties waarmee de opleiding contacten onderhoudt. Daarnaast ben je als student ook in de gelegenheid om je eigen stageplaats te zoeken. Die stageplaats en de stageopdracht (de Meesterproef) moeten wel voldoen aan bepaalde eisen; die eisen vind je in deze stagegids. Ook hebben wij als opleiding afspraken gemaakt over de organisatie van de stages. In deze gids staan de voornaamste regels die daarbij worden gehanteerd. GEHANTEERDE TERMEN Stagecoördinator: via de stagecoordinator loopt de aanvraag voor de stageopdracht afstudeerfase. Deze kan je helpen aan potentiële stageplaatsen en verzorgt de communicatie over de stages met de stagedocenten, stagebeoordelaars en met het werkveld. Via de stagecoördinator loopt ook de communicatie over de vacatures voor stageplaatsen via n@tschool. Praktijkbureau: die zorgt voor de ondertekening van de stageovereenkomsten en voor de administratieve verwerking ervan. Stagiair: een student die op basis van een stageovereenkomst werkzaamheden verricht in opdracht voor de stageverlener en onder begeleiding van de praktijkbegeleider. Stageverlener: de organisatie waar de stagiair stage loopt Praktijkbegeleider: de persoon die op de stageplaats de dagelijkse begeleiding van de stagiair op zich neemt en die aan het aan het einde van de stage adviseert omtrent de beoordeling. Stagedocent: de docent die de stagiair voor en tijdens de Afstudeerstage vanuit ILS begeleidt. De stagedocent in afstudeerfase beoordeelt ook de stageopdracht voorafgaande aan de Afstudeerstage. Stagebeoordelaar: de docent die vanuit de opleiding de stage en het stageverslag formeel beoordeelt. Stageopdracht: je Meesterproef waarin je op basis van trendonderzoek en andere onderzoeken een nieuw Lifestyle-concept ontwikkeld inclusief het daarbij behorende realisatieplan plus aanbevelingen ten behoeve van de implementatie van het concept. DOEL VAN DE AFSTUDEERSTAGE De Afstudeerstage heeft als doel je een opdracht te laten uitvoeren bij een bedrijf/organisatie in de sector(en) van jouw keuze. Je werkt bij een bureau of op de afdeling van een bedrijf of organisatie die zich bezig houdt met één van de (kern) taken van een Lifestyle Professional. Als stagiair werk je aan een (toegepast) trendonderzoek en ontwikkel je op basis van dit trendonderzoek

Pagina 6 een nieuw Lifestyle-concept inclusief het daarbij behorende realisatieplan plus aanbevelingen ten behoeve van de implementatie van het concept. De basisvaardigheden die je op school hebt geleerd, moet je nu beheersen en deels zelfstandig kunnen toepassen tijdens je werkzaamheden. Het gaat er bij deze Afstudeerstage om dat je laat zien ook in de specifieke sectoren van je keuze te kunnen functioneren. ONDERWIJS Net zoals bij de Meewerkstage sta je dus met beide benen in de praktijk. Dat betekent dat je volledige werkweken maakt, vaak met lange werkdagen. De kennis en vaardigheden die je op school hebt geleerd, pas je nu toe tijdens de werkzaamheden die je op je stageplaats verricht. Toch ben je geen gewone arbeidskracht. De Afstudeerstage maakt deel uit van het onderwijs. Uiteraard lever je prestaties ten behoeve van de organisatie waarin je terechtkomt, en kan die organisatie je opdrachten geven en eisen aan je stellen. Tegelijkertijd echter weet de stageverlener dat je komt om te leren. Kortom: je laat zien wat je al kunt en leert er een boel bij. STAGEPLAATSEN Je sectorkeuze bepaalt bij wat voor soort stageplaatsen je de Afstudeerstage kunt gaan lopen. Heb je bijvoorbeeld voor de sector Appearance/Living gekozen, dan kom je terecht bij een bedrijf (of organisatie) dat de beide sectoren vertegenwoordigt (één sector mag uiteraard het hoofdaccent vormen). Bij de Afstudeerstage moet je aan je Meesterproef kunnen werken en is het van belang dat je de hele cyclus, van trends naar concepten, kunt doorlopen. Met andere woorden: dat je zowel de competenties die te maken hebben met de kerntaak Trendanalyse als met Concepting tijdens je Afstudeerstage verder kunt ontwikkelen. Daarnaast werk je tijdens deze stage ook aan de taken Realiseren en Adviseren, omdat je in het kader van je Meesterproef naast een door jou ontwikkeld concept ook een realisatieplan plus aanbevelingen ten behoeve van de implementatie van het concept moet opleveren. Zo kun je de daarbij behorende competenties tijdens deze stage ook verder ontwikkelen. Aan het eind van je Afstudeerstage maak je een stageverslag (inclusief Meesterproef) en presenteer je je concept aan je stagebegeleider en praktijkbegeleider. Zowel het verslag als de presentatie doe je in het Engels. Mocht het bedrijf dat vereisen, dan lever je het verslag ook in het Nederlands aan. Daarna word je door de stagebeoordelaar (die daarbij wordt geadviseerd door de input van de praktijkbegeleider) beoordeeld op je competentiebeheersing. Je Meesterproef is ook een verplicht onderdeel van je showdossier en vormt als zodanig ook een onderdeel van het daaropvolgende assessment.

Pagina 7 STAGE IN HET BUITENLAND Loop je je Afstudeerstage in het buitenland, dan zul je niet altijd in de gelegenheid zijn aan alle bovenstaande vereisten te voldoen. Raadpleeg daarom vooraf naast je SLB-er ook de opleidingscoördinator Internationaal en maak daarmee maatwerkafspraken. Maak een verslagje van die afspraken en laat dat ondertekenen door je SLB-er en de opleidingscoördinator Internationaal. Deze afspraken zijn bindend. Hulp bij het vinden van buitenlandse stageplaatsen en advies bij het afsluiten van verzekeringen, studiebeurzen e.d. krijg je bij de opleidingscoördinator Internationaal. DE PERIODES De Afstudeerstage (inclusief Meesterproef) heeft een studielast van 700 uur en staat voor 25 EC s. Deze studielast spreid je over zo n 16-18 weken afhankelijk van het Fontys jaarrooster. De stages zijn gepland op die momenten in het curriculum waarop je de diverse fases van de opleiding afsluit. Je kunt dus niet zelf plannen wanneer de stages plaatsvinden.de Afstudeerstage valt aan het einde van de vierde studiejaar en start vanaf februari. Als student krijg je stagebegeleiding van de opleiding (via de stagedocent) gedurende de weken die volgens de opleiding onder de stageperiode vallen. Je hebt geen aanspraak op begeleiding in weken die volgens de Fontys-jaaragenda onderwijsvrij zijn. Het verslag ter afronding van de Afstudeerstage lever je in bij de stagedocent en bij de stagebeoordelaar twee weken voorafgaand aan het einde van je stage. Na het eindgesprek lever je nog je verslag eindgesprek in bij stagebeoordelaar. Dit verslag is ondertekend door je stagedocent. Afwijkingen van bovenstaande normen zijn onderwerp van gesprek tussen de stagiair en de stagecoördinator. Wil een stagebedrijf bijvoorbeeld eerder starten met de stage of langer doorgaan, dan beslist de stagecoördinator of en hoe dat kan. STAGEDUUR Stages duren rond de 16-18 weken (afhankelijk van het Fontys jaarrooster), waarin je fulltime inzetbaar bent. Je hebt geen recht op vrije dagen die volgens de Fontys-jaaragenda onderwijsvrij zijn. In bijzondere omstandigheden kan hiervan worden afgeweken. Dit gebeurt dan in overleg tussen de stagecoördinator en de stageverlener. Een uitzondering vormen de Lifestyleweken; tijdens die week organiseert de opleiding terugkomactiviteiten. Je krijgt van je stageverlener ruimte en gelegenheid om daarbij aanwezig te zijn.

Pagina 8 STAGETERUGKOMACTIVITEITEN De opleiding organiseert terugkomactiviteiten tijdens de Lifestyleweken, die voor stagiairs dus tevens terugkomweken zijn. Tijdens die activiteiten wisselen studenten met elkaar en onder begeleiding van de stagedocenten ervaringen uit. Je leert te expliciteren wat je geleerd hebt en wat je nog meer zou willen leren tijdens de resterende stageweken. Loop je stage in het buitenland, dan heb je in die week uitgebreid per mail of skype contact met je stagedocent en met een aantal medestudenten. EISEN DIE AAN DE AFSTUDEERPLAATS GESTELD WORDEN Aan het stageverlenende bedrijf stelt de opleiding de volgende eisen: Het bedrijf staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel of is op an dere wijze een erkende, geregistreerde organisatie. Het bedrijf of de betreffende afdeling is gerelateerd aan tenminste één van de zes Lifestyle-sectoren die de opleiding onderscheidt; Health, Leisure, Appearance, Living, Food of Human Movement. Er werken één of meer mensen met ervaring in de (kern)taken trendonder zoek en concepting die de stagiair het vak kunnen leren. Er is een praktijkbegeleider aangewezen voor de begeleiding. Het bedrijf kan de stagiair op hbo-niveau begeleiding bieden (afhankelijk van vooropleiding / ervaring praktijkbegeleider, actueel kennisniveau, beschikbare tijd en aandacht). De stageverlener biedt de stagiair ruimte (in termen van tijd en faci liteit) om het proces van trends onderzoeken en/of conceptontwikkeling te doorgronden. De stagiair krijgt de kans om werkzaamheden te verrichten waarin hij kan aantonen zijn basiscompetenties te beheersen. Gedurende de stageperiode is er mogelijkheid de student in te zetten voor activiteiten die los staan van de Meesterproef. Stageverlener zet student maximaal 1 dag per week in voor activiteiten die los van deze Meesterproef staan. Het bedrijf biedt de stagiair een adequate werkplek op de eigen locatie. Het bedrijf biedt de stagiair voldoende contactmogelijkheden met diverse professionals binnen en buiten de organisatie. Er is een aanspreekpunt in geval van seksuele intimidatie. De stagiair krijgt een vergoeding. Deze eisen worden gecheckt bij indiening van de stageopdracht. De stagedocent controleert bij bezoek of de feitelijke situatie overeenkomt met de verstrekte informatie. BEGELEIDING Op de stageplek vormt één persoon, de praktijkbegeleider, het officiële aanspreekpunt voor de student. Bij de opleiding is het de stagedocent die op afstand contact onderhoudt met de stagiair en met de praktijkbegeleider. Regelmatig contact tussen stagiair en stagedocent is belangrijk. Aan de gevolgde werkwijze wordt verderop in deze gids nader aandacht besteed.

Pagina 9 EISEN DIE AAN HET AFSTUDEEROPDRACHT GESTELD WORDEN Aan de stageopdracht stelt de opleiding de volgende algemene eisen: Als stagiair werk je aan een (toegepast) trendonderzoek en ontwikkel je op basis van dit trendonderzoek een nieuw Lifestyle-concept inclusief het daarbij behorende realisatieplan plus aanbevelingen ten behoeve van de implementatie van het concept. De opdracht heeft voldoende complexiteit en omvang om als hbo-niveau gekenmerkt te worden. Als richtlijn hierbij dienen de generieke hbo-kwalificaties / Dublin-descriptoren (zie Bijlage 3). De opdracht biedt de stagiair de mogelijkheid te werken aan de opleid ingscompetenties (zie Bijlage 5). De opdracht biedt de stagiair de mogelijkheid te werken aan kenmerkende beroepsproducten en in kenmerkende beroepssituaties. De opdracht inclusief het samenstellen van stageverslag vindt plaats binnen de totale studielast van 700 SBU, De stageopdracht mag gecombineerd worden met andere stagewerkzaamheden, maar 80% van de tijd blijft beschikbaar voor de stageopdracht annex Meesterproef. Dat betekent dus dat de stagiair maximaal één dag in de week voor andere stagewerkzaamheden dan de Meesterproef ingezet kan worden.

Pagina 10 2 DE AFSTUDEERSTAGE ALS LEERPROCES HET LEERPROCES In de inleiding heb je kunnen lezen dat de stages vooral gezien moet worden als een leerproces. Je hebt al een deel van je opleiding achter de rug, maar je hebt nog een stuk te gaan voor je je echt een beginnend Lifestyle Professional kunt noemen. In werkelijkheid zul je vaak dezelfde werkzaamheden verrichten als de meer ervaren trendonderzoekers en conceptontwikkelaars, zodat je wel eens uit het oog kunt verliezen dat je er bent om te leren. Door goed te observeren hoe Lifestyle Professionals hun werk doen, door hen om raad te vragen als je niet goed weet hoe je iets moet aanpakken, en vooral door de soms talrijke, soms ingewikkelde opdrachten die in een stageperiode op je af komen, leer je snel bij. In je Afstudeerstage mag ervan worden uitgegaan dat je de basisvaardigheden beheerst die je op school hebt geleerd. En dat je op basis daarvan deels zelfstandig kunt opereren. In het onderwijs heb je veel dingen los van elkaar geleerd. Je hebt bijvoorbeeld de basale vaardigheden onder de knie om trends te kunnen onderzoeken. Ook beheers je diverse creatieve technieken met behulp waarvan je nieuwe ideeën voor diensten en producten kunt ontwikkelen. Bovendien heb je algemene kennis van alle zes de sectoren van de opleiding. Daarnaast heb je je algemene ontwikkeling vergroot, beeldend leren kijken, je communicatieve vaardigheden verbeterd en in teams leren werken. Soms zijn die dingen los van elkaar getoetst, al worden ze in beroepsproducten veelal geïntegreerd. Tijdens de stage gaat het er vooral om dat je je verworven kennis, je vaardigheden en je attitude in samenhang etaleert en doe je dat ook nog eens in de samenhang van de sectoren waarvoor jij gekozen hebt. Je laat dan zien dat je competent bent als Lifestyle Professional in minimaal twee van de zes sectoren: Health, Leisure, Appearance, Living, Food en Human Movement. Dat competent zijn toon je in je gedrag. Je gebruikt alles wat je geleerd hebt zonder de studieboeken erop na te slaan. Het zit allemaal in je en bij iedere nieuwe opdracht haal je datgene uit je kast wat voor die opdracht nodig is. Je wordt niet getoetst op een of meer specifieke leerdoelen, maar op je totale gedrag als Lifestyle Professional en je vermogen om goed onderzoek uit te voeren om tot een economisch en of maatschappelijk haalbaar Lifestyle-concept te komen dat bijdraagt aan kwaliteit van leven. COMPETENTIES In Bijlage 5 zie je wat de competenties en de bijbehorende prestatie-indicatoren van de Afstudeerstage is. In grote lijnen kun je zeggen dat je tijdens je stages wordt getoetst op de volgende competenties: 1. Signaleren > Je kunt (inter)nationale maatschappelijke trends opsporen die van betekenis kunnen zijn voor quality of life voor diverse mentaliteitsgroepen

Pagina 11 en voor diverse lifestyle-sectoren. > Je kunt de achterliggende actuele waarden opsporen voor diverse mentaliteitsgroepen en voor diverse lifestyle-sectoren. 2. Analyseren > Je kunt op gestructureerde wijze informatiebronnen raadplegen ten behoeve van trendanalytisch onderzoek. > Je kunt Lifestyle-concepten die zijn ontworpen voor meerdere mentaliteitsgroepen binnen combinaties van diverse lifestyle-sectoren analyser en op economische, maatschappelijke en technologische haalbaarheid. 3. Creëren/ontwerpen > Je kunt op basis van beschikbare informatie innovatieve concepten ont werpen voor diensten/producten voor diverse lifestyle-sectoren die bijdragen aan de quality of life van diverse mentaliteitsgroepen en die economisch en/of maatschappelijk haalbaar zijn. 4. Resultaatgericht handelen > Je kunt trendonderzoek plannen en organiseren. > Je kunt creatieve technieken toepassen tijdens het ontwikkelen van concepten. > Je kunt de economische en organisatorische aspecten van een Lifestyle-concept uitwerken. > Je kunt ten behoeve van de realisatie van Lifestyle-concepten draagvlak creëren bij betrokken partijen en relevante partners organiseren. > Je kunt een opdrachtgever adviseren bij de realisatie van een Lifestyle-concept. > Je kunt een organisatie ondersteunen bij het bewaken van de grondbegin selen van het Lifestyle-concept. 5. Innoveren > Je kunt op een creatieve manier bestaande onderzoeksmethodieken toepas sen en combineren ten behoeve van het analyseren van trends voor diverse mentaliteitsgroepen en voor diverse lifestyle-sectoren. > Je kunt op een creatieve manier bestaande ontwerpmethodieken toepassen en combineren ten behoeve van het ontwikkelen van concepten voor dien sten/producten voor diverse mentaliteitsgroepen en voor diverse life style-sectoren. 6. Communiceren > Je kunt mondeling en schriftelijk in het Nederlands en Engels informatie, ideeën, adviezen en oplossingen in relatie tot innovatieve concepten voor diensten/producten op het gebied van lifestyle effectief en op een creatieve manier uitwisselen met diverse mentaliteitsgroepen in verschillende contexten.

Pagina 12 7. Professioneel handelen > Je kunt reflecteren op je eigen positie, je creatief proces, je handelen en je kwaliteiten. > Je kunt werken aan de eigen ontwikkeling. Het gaat hier om de algemene competenties van de startbekwame Lifestyle Professional. Tijdens de leerarrangementen heb je ook al gericht aan deze competenties gewerkt en ben je erop beoordeeld. Tijdens de beide stages doe je dit opnieuw en word je ook weer op deze competenties beoordeeld na afloop van de stages. Het verschil in beoordeling van de beide stages ligt vooral in het niveau dat we van je verwachten. Tijdens de Meewerkstage liet je zien dat je het basisniveau beheerst en dat je de kennis en vaardigheden onder begeleiding in de praktijk kunt brengen. Tijdens de Afstudeerstage moet je het basisniveau beheersen, de sectorspecifieke kennis en vaardigheden moet je nu deels zelfstandig in de praktijk gaan toepassen. In het opleidingscompetentieprofiel (zie Bijlage 5) zijn de prestatieindicatoren op drie niveaus van competentiebeheersing uitgewerkt. De niveau-indicatoren hebben betrekking op: > Het aantal mentaliteitsgroepen en de combinatie van mentaliteitsgroepen > Het aantal sectoren en de combinatie van sectoren > De mate van zelfstandigheid van professioneel handelen Bij de Afstudeerstage gaat het om niveau 3, het niveau van de startbekwame student. Omdat je nog steeds bezig bent je competenties verder te ontwikkelen, hoef je ook tijdens een Afstudeerstage nog niet alles zelfstandig te kunnen. De praktijkbegeleider geeft aanwijzingen en tips, waar je dan mee aan de slag gaat. Geleidelijk aan heb je dat steeds minder nodig, word je competenter. Iedere geslaagde stage vertoont een groeiproces op het punt van de competenties. Bij de beoordeling aan het eind speelt de mate van vertoonde vooruitgang dan ook een belangrijke rol. Veel van de opdrachten in de projecten zijn erop gericht geweest om je goed voorbereid op stage te kunnen laten gaan. Als deze kwalificaties van toepassing zijn op je persoon, is het niet moeilijk om de competenties te etaleren en de leerdoelen van de stage te realiseren. De stagebeoordelaar beoordeelt je aan het einde van de stage op je competentiebeheersing. Daartoe gebruikt hij een beoordelingsformulier (zie Bijlage 4) waarop de bovengenoemde competenties gescoord worden en waar daar aanleiding toe is van commentaar voorzien. Zijn belangrijkste informant is de praktijkbegeleider, die na afloop van de stage eveneens het evaluatieformulier invult op basis van de competenties met nog extra aanvullingen. Bovendien geeft die feedback tijdens een afrondend gesprek, waarbij jij als stagiair, de praktijkbegeleider en de stagedocent aanwezig zijn. De feedback van je praktijkbegeleider en van je stagedocent verwerk je in een verslag van je eindgesprek, dat je stagedocent moet ondertekenen. Uiteindelijk stelt de stagebeoordelaar het cijfer vast. Een voldoende afgeronde stage levert je 25 studiepunten op.

Pagina 13 3 HET STAGEVERSLAG Eisen die aan de stageverslagen gesteld worden. Aan de stageverslagen stelt de opleiding de volgende algemene eisen: Elk verslag vermeldt op de titelpagina volledige gegevens van stagebedrijf en student inclusief studentnummer en de correcte toetscode van de stage. Deel 1: De Meesterproef. Het rapport van het trendonderzoek dat je (mede) hebt uitgevoerd en een beschrijving en uitwerking van het op basis van trendonderzoek en andere onderzoeken door jou ontwikkelde Lifestyle-concept, inclusief realisatieplan en aanbevelingen ten behoeve van de implementatie van het concept. Als bijlage in de Meesterproef neem je je onderzoeksplan op Deel 2: Een compacte beschrijving van het eigen functioneren van de stagiair in de stageverlenende organisatie/afdeling (o.a. wat deed je daar precies, begeleid of zelfstandig? Tot welke producten/resultaten heeft dat geleid? Wat waren de hoogte- en dieptepunten in de Afstudeerstage en wat was daar de oorzaak van? Hoe beoordeel je je werkzaamheden en hoe is jouw werk door de stageverlener beoordeeld? Was het een goede stageplaats? Hoe was de stagebegeleiding ter plekke en vanuit je stagedocent van school?). Het verslag (deel 2) bevat een hoofdstuk reflectie waarin de stagiair het eigen leerproces evalueert (in elk geval: de vergelijking van je doelstelling in je stageplan vooraf en de resultaten achteraf en een kritische zelfreflectie op je beroepshouding en je persoonlijke ontwikkeling gerelateerd aan de generieke hbo-kwalificaties. En o.a. een evaluatie van wat je op het gebied van vaardigheden mbt trendanalyse en/of conceptontwikkeling hebt geleerd? En wat heb je over het vak van Lifestyle Professional geleerd en over de specifieke vaardigheden die behoren bij de Lifestyle-sector(en) waarin je hebt gewerkt?). NB Deel 1 en deel 2 van het stageverslag lever je apart aan tbv plaatsing op n@ tschool ter informatie voor eventuele stagiaires na jou. Na je eindgesprek stuur je de door de praktijkbegeleider ingevulde evaluatieformulier naar de Stagebeoordelaar. Dit doe je via N@tschool Na je eindgesprek stuur je het door de stagedocent ondertekende verslag van het eindgesprek naar je stagebeoordelaar (via N@tschool). Het verslag ter afronding van de Afstudeerstage lever je in bij de stagedocent en bij de stagebeoordelaar twee weken voorafgaande aan je stage. Na het eindgesprek lever je nog je verslag eindgesprek in bij stagebeoordelaar. Dit verslag is ondertekend door je stagedocent. De Meesterproef moet in het Engels worden aangeleverd en als de stageverlener dat vereist, ook in het Nederlands. Het verslag wordt los van inhoud ook beoordeeld op feitelijkheid, volledigheid, diepgang en eigen visie. En het moet in orde zijn wat betreft taal en stijl.

Pagina 14 VERTROUWELIJKE VERSLAGEN De stagecoördinator kan vooraf vaststellen dat het verslag dat de stagiair gaat samenstellen een vertrouwelijk karakter heeft (n.a.v. verzoek in de stageopdracht). In dat geval vermeldt het verslag de aanduiding VERTROUWELIJK in hoofdletters op de omslag en op elke pagina als koptekst of voettekst. Vertrouwelijke verslagen worden niet opgenomen in het digitale archief van de opleiding. Na het behalen van het assessment verwijdert de student het verslag uit het showdossier op n@tschool.

Pagina 15 4 PRAKTISCHE ZAKEN STAGEOVEREENKOMST De afspraken die je maakt met de stageverlener leg je vast in een stageovereenkomst. De stageovereenkomst kan gezien worden als een arbeidsovereenkomst tussen het stagebedrijf en jou, waarin de volgende zaken doorgaans vermeld worden: > Werkzaamheden > Gezagsverhouding > Stagevergoeding > Opzegtermijn > Werktijden > Geheimhouding > Ontbindende voorwaarden > Uitbetaling Stel samen met het stagebedrijf de overeenkomst op (zie Bijlage 2). Laat de overeenkomst ondertekenen door het stagebedrijf en stuur het vervolgens naar het Praktijkbureau ter ondertekening namens de opleiding. Als het akkoord is, ontvang je de overeenkomst binnen twintig werkdagen ondertekend terug. Onvolledige overeenkomsten worden niet in behandeling genomen. STAGEVERGOEDING Het is gebruikelijk dat stageverleners stagiairs een vergoeding betalen, gemiddeld zo n 500 euro per maand bij een volledige werkweek. De hoogte van de stagevergoeding wordt bepaald door verschillende factoren zoals studieniveau, studierichting, stageduur, soort stage, inhoud van de stage en relevante werkervaring. Maar er zijn ook ideële en/of gesubsidieerde organisaties, die geen of nauwelijks stagevergoedingen kunnen betalen. Minimaal zullen alle in werktijd gemaakte kosten moeten worden vergoed. Bewaar alle bonnetjes dus goed! Als je geen (behoorlijke) stagevergoeding ontvangt en ook niet over een OV-jaarkaart kunt beschikken, dan is een reiskostenvergoeding billijk. De stagevergoeding is doorgaans mede gebaseerd op het feit dat veel studenten tijdelijk een tweede kamer moeten huren. Vakantiegeld Een stagiair heeft gedurende de stage geen recht op vakantie of vakantiegeld. Meestal is er wel recht op compensatie van het aantal uren dat boven het vastgestelde maximum is gewerkt. Bijverdiengrens In 2013 mag je als student naast de studiefinanciering 13.530,90 bruto verdienen zonder dat dit gevolgen heeft voor je studiefinanciering. Deze bijverdiengrens geldt voor iedereen die recht heeft op studiefinanciering. Als je meer bijverdient moet je de studiefinanciering stopzetten en de OV-kaart inleveren. Voor meer informatie kijk op www.ib-groep.nl. Hoeveel mag je bijverdienen? http://www.ibgroep.nl/particulieren/studiefinanciering/sfho/bijverdienen.asp#hoeveel_mag_je_bijverdienen

Pagina 16 VERZEKERING Studenten die in Nederland stage lopen zijn over het algemeen verzekerd voor alle sociale verzekeringswetten. Stagiairs die als werknemer zijn ingeschreven, zijn bijvoorbeeld ook verzekerd voor de Wet op de Arbeidsongeschiktheid (WAO). Zij vallen echter niet onder de Werkloosheidswet (WW). De belangrijkste voorwaarde hiervoor is dat je een geldelijke beloning ontvangt. Onder een dergelijke beloning wordt niet verstaan een vergoeding van de reiskosten. Er moet dus echt sprake zijn van loon. Om die reden is het van belang dat voor aanvang van je stage een overeenkomst wordt opgemaakt, waarin o.m. de geldelijke beloning (= bruto stagevergoeding) is opgenomen. Vanaf januari 2006 is iedereen in Nederland, met enkele uitzonderingen, verplicht zich te verzekeren. Wanneer je als student studiefinanciering ontvangt, mag je niet langer met je ouders meeverzekerd zijn, ook niet voor zorg- of WA-verzekering. Verzekeringen hebben daarom speciale studentverzekeringen die goedkoper zijn dan normale verzekeringen. Als stagiair moet je voor aanvang van je stage zelf een Aansprakelijkheidsverzekering voor Particulieren hebben afgesloten. De Aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven van Fontys Hogescholen geeft een secundaire dekking en kan in sommige gevallen als vangnet gelden als de verzekering van zowel de stageverlener als van de stagiair geen dekking biedt. Stageverzekering buitenland Tijdens een buitenlandse stage (inclusief België!) heb je meestal een aanvullende verzekering nodig. Het beste kun je eerst kijken welke onkosten in het buitenland je eigen verzekering dekt. Aanvullende (stage)verzekeringen worden door verschillende maatschappijen aangeboden en de tarieven en voorwaarden kunnen onderling erg verschillen. Wat een stageverzekering in ieder geval moet dekken zijn de kosten voor een medische behandeling in het stageland en de eventuele kosten voor terugkeer naar Nederland, bij voorbeeld als je ernstig ziek wordt. Dat heeft te maken met de vaak gebrekkige medische voorzieningen in het buitenland. BELASTING Iedereen die een stagevergoeding ontvangt moet loonbelasting betalen. Het stagebedrijf houdt deze belasting in op het brutoloon. Deze loonbelasting gaat naar de Belastingdienst toe. De loonbelasting is een voorheffing op de inkomstenbelasting. Wat er daarna overblijft, is het nettoloon. Die loonheffing kun je laten verrekenen via het formulier Opgaaf gegevens voor de ingehouden loonheffingen, van de Belastingdienst. Je hoeft dan minder loonheffing te betalen en je nettosalaris is dus hoger. Voor scholieren en studenten bestaat er een speciale voordelige regeling voor de inhouding van loonbelasting; de Scholieren- en Studentenregeling. Dit kies je dan ipv de loonheffingskorting. Ontvang je studiefinanciering of kinderbijslag, dan kan deze regeling zeer interessant voor je zijn.

Pagina 17 Belastingteruggave Als een student loon ontvangt, moet de werkgever loonbelasting inhouden. Eventueel kan je als student te veel betaalde belasting via het P formulier (sinds 1 januari 2011 de opvolger van het TJ-biljet) terugvragen. Je kunt het formulier downloaden via de website van de Belastingdienst. WERKTIJDEN Stages duren ongeveer 18 weken, waarin je fulltime inzetbaar bent. De werktijden worden in overleg met de praktijkbegeleider bepaald. Je hebt geen recht op vrije dagen die volgens de Fontys-jaaragenda onderwijsvrij zijn. En in principe kan je als stagiair geen vrije dagen opnemen. In bijzondere omstandigheden kan hiervan worden afgeweken. Dit gebeurt dan in overleg tussen de stagecoördinator en de stageverlener. Een uitzondering vormen de Lifestyleweken; tijdens die week organiseert de opleiding terugkomactiviteiten voor stagiairs. Je krijgt van je stageverlener ruimte en gelegenheid om daarbij te zijn. Niet gewerkte dagen hoeven niet doorbetaald te worden. ZIEKMELDING Informeer bij je stagebedrijf hoe het in zijn werk gaat, als je ziek wordt. Bij wie moet je je ziek melden? Geef ook alle belangrijke dingen door aan je collega s, mochten er afspraken gemaakt zijn of moet er iets doorgegeven worden aan klanten.

Pagina 18 5 VOORAFGAAND AAN DE STAGE TOELATING Om tot de Afstudeerstage te worden toegelaten moet je in het bezit zijn van het propedeusediploma en moet je alle EC van de fase Vakmanschap hebben behaald. Bovendien moet je het specialisatie-programma in de richting van je keuze hebben doorlopen en een minor hebben gevolgd. Neem ruim voorafgaand aan de startdatum contact op met je SLB-er en check met hem/haar of je aan de toelatingsvoorwaarden voor de betreffende stage voldoet of nog kunt voldoen. Is dat niet het geval, dan wordt de stage niet op het geplande tijdstip uitgevoerd en bespreek je met je SLB-er een eventuele routewijziging. STAGEVOORLICHTING Het is verstandig om ruim van tevoren te gaan zoeken naar een stageplaats en om je tijdig op je Afstudeerstage te oriënteren. Woon de stagevoorlichting van de stagecoördinator bij voor handige adviezen. Je ontvangt daarvoor een uitnodiging. Kijk geregeld op n@tschool voor vacatures voor stageplaatsen. Raadpleeg de stagecoördinator als je gebruik wilt maken van het stage-netwerk van de opleiding. Raadpleeg de coördinator Internationaal als je in het buitenland stage wilt gaan lopen. Stagevoorbereiding Je hebt al een keer eerder het traject doorlopen van een stage en weet hoe je jezelf goed kan voorbereiden. De specialisatiefase is ook ter voorbereiding van de inhoudelijke eisen aan de stage bedoeld. Wacht niet te lang met het zoeken van een stageplaats en neem bij problemen contact op met je SLB er of de stage coördinator. AFSTUDEERSTAGE ZOEKEN Vindplaatsen Begin op tijd met het zoeken van de perfecte Afstudeerstage. Het beste is om ruim van tevoren een Afstudeerstage te zoeken. Het is niet overdreven om al in oktober of zelfs eerder te beginnen met het zoeken naar een stageplaats als je stage in februari begint. Loop dus niet je droomstage mis, omdat je te laat bent begonnen met het zoeken. Er zijn verschillende manieren om naar een geschikte stage te zoeken. Natuurlijk kun je aan vrienden en familie vragen of ze iemand bij een bedrijf kennen die een stagiair nodig heeft. Maar meestal zul je toch zelf op zoek moeten gaan. Je Meester is een goed startpunt; wellicht is er bij zijn/ haar organisatie een stageplaats of kent je Meester mogelijkheden daarvoor in zijn/haar netwerk. Een optie is om binnen de eigen opleiding te informeren. Als opleiding hebben wij contact met ruim honderd stageverlenende bedrijven en organisaties. Die stellen geregeld vacatures voor stagiairs. Interessant zijn de bedrijven die al eerder met stagiaires van ILS hebben gewerkt. Die stellen meestal jaarlijks stageplaatsen ter beschikking. Check op n@tschool welke bedrijven dat zijn. Je kunt bij de stagecoördinator terecht voor relevante stageplaatsen. Die houdt je ook op de hoogte via vacatures op n@tschool.

Pagina 19 Ook via het Internet is het stageaanbod groot. Tevens zijn er volop stagebemiddelingsbureaus en websites waar je je (vaak gratis) kunt inschrijven en op zoek kunt gaan naar een stage. Oriëntatie Voordat je bedrijven daadwerkelijk gaat benaderen, moet je je eerst afvragen wat je precies wilt bereiken. Waar wil je stage lopen? Wat wil je leren en naar wat voor soort opdracht ben je op zoek? Ga actief op zoek naar informatie over organisatie, functie en de selectiecriteria A. De organisatie > Wat is de missie en visie van het bedrijf? > Wat zijn de doelstellingen van het bedrijf? > Welke producten en diensten levert het bedrijf? > Hoe groot is de organisatie? Hoeveel mensen werken er? Hoeveel vestigingen heeft het bedrijf? > Hoe groot is de afdeling waarop je komt te werken? > Hoe ziet de organisatiestructuur eruit? Hoe zijn de rollen binnen de organi satie verdeeld? > Hoe ziet de bedrijfscultuur eruit? Is er sprake van een formele of informele bedrijfscultuur? B. De functie > Welke werkzaamheden moet je gaan uitvoeren? > Ligt er een concrete vraag ten aanzien van het ontwikkelen van een Lifestyle-concept op basis van trends > Welke verantwoordelijkheden krijg je? > Werk je individueel of in teamverband? > Op welke plaats kom je te werken? > Zijn eventuele promotie en doorgroeimogelijkheden mogelijk? C. De eisen en wensen van het stagebedrijf (selectiecriteria) - Van welk opleidingsniveau zoekt het bedrijf een stagiair? - Moet de stagiair ervaring hebben of niet? - Welke leeftijd moet de stagiair hebben? - Moet de stagiair een rijbewijs hebben? Voor bovenstaande informatie kan je gebruik maken van de volgende informatiebronnen: > Via school (docenten, Praktijkbureau ACI, stagecoördinator en medestudenten) > Websites van bedrijven > Brochures en folders > Tijdschriften, kranten en vakbladen > Vrienden en kennissen > Stagebemiddelingsbureaus

Pagina 20 SOLLICITEREN Sollicitatiebrief Bij het solliciteren is het van belang dat je jezelf kunt verkopen. Hierbij gaat het vooral om je ervaringen en je capaciteiten. Die moeten terugkomen in de sollicitatiebrief en in je c.v. Om te worden uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek moet de brief zich positief onderscheiden van de rest. Door een goede brief weet het bedrijf: > wie jij bent (zelfkennis, houding, karaktereigenschappen, persoonlijkheidskenmerken). > wat jij wilt leren (kennis). > wat jij kunt (vaardigheden, capaciteiten, competenties). > wat jij eerder hebt gedaan (opleiding, werkervaring). > wat jij wilt doen tijdens je stage (eigen wensen en eisen van de opleiding in verband met de gerichte selectie van vacatures). > jouw motivatie Sollicitatiegesprek In je brief heb je al aangekondigd dat je zelf contact opneemt voor een sollicitatiegesprek. In dit gesprek moeten een aantal zaken aan de orde komen b.v. je persoonsgegevens, je motivatie voor de stageplaats, de stage-opdracht waaraan je kunt gaan werken, de werktijden, de stagevergoeding, wie je praktijkbegeleider wordt en waar je je bij aanvang van de stage moet melden, wanneer en hoe laat. Natuurlijk maak jij ook jouw wensen ten aanzien van de stage kenbaar. Een stageverlener kan een aspirant-stagiair weigeren. De weigering moet dan beargumenteerd en bij voorkeur schriftelijk aan de student én aan de opleiding (als het een opleidingscontact is) worden meegedeeld. STAGEOPDRACHT Als je bent aangenomen bij je stageplaats, formuleer je de stageopdracht en eventuele werkzaamheden die je verder nog gaat uitvoeren. Die bespreek je eerst met je toegewezen stagedocent, die je opdracht eerst voorlopig moet goedkeuren. Pas daarna stuur je de opdracht per mail naar de stagecoördinator (ACI-stage- ILS@fontys.nl). Binnen tien werkdagen ontvang je per email officieel bericht dat je opdracht akkoord is. STAGEOVEREENKOMST Stel met je stagebedrijf een overeenkomst op en laat die overeenkomst ondertekenen door de stageverlener. Vervolgens biedt je de overeenkomst ter ondertekening vanuit de opleiding aan bij het Praktijkbureau. Stagevoorbereidend gesprek met je stagedocent Een paar weken voor aanvang van je stage, maak je een afspraak voor een stagevoorbereidend gesprek met je stagedocent. Bij de Afstudeerstage lever je 2 weken voorafgaande aan je stage je onderzoeksplan aan. Hiervoor ontvang je een go en no-go. Bij een onderzoeksplan dat onvoldoende is kan je stagevoortgang geweigerd worden. Ook maak je afspraken over hoe jullie contact gaan onderhouden tijdens de stage en hoe de begeleiding vorm krijgt.

Pagina 21 Afspraken maken Afspraken over de begeleiding behelzen in elk geval afspraken over > je stage-opdracht en plan van aanpak > stagebezoeken gebruikelijk: stagebezoek binnen 3 weken na aanvang van de stage en een eindgesprek twee weken voor het einde van de stage (zonodig meer en/of anders) > tussentijds contact (gebruikelijk: maandelijks contact via telefoon of email, een telefonisch gesprek halverwege de stage aan de hand van het tussentijds stageoverleg met je praktijkbegeleider en aan het eind om een afspraak te maken voor het eindgesprek; zonodig meer en/of anders) > stageterugkomactiviteiten (tijdens de Lifestyleweken) > contact stagedocent praktijkbegeleider (gebruikelijk: stagebezoek binnen 3 weken na aanvang van de stage, een telefonisch gesprek halver wege de stage, eindgesprek twee weken voor het einde van de stage; en verder wanneer de omstandigheden dat vereisen) > eindgesprek (gebruikelijk: met praktijkbegeleider, stagedocent en stagiair, twee weken voor het einde van de stage, aan de hand van de presentatie van de student, de evaluatie door de praktijkbegeleider en zijn/haar oordeel over de realisering van de stage-opdracht) > afronding van de stage (gebruikelijk: d.m.v. inlevering stageverslag, verslag eindgesprek, eindbeoordeling door de stagebeoordelaar via beoor delingsformulier) > het stageverslag > hoe om te gaan met calamiteiten > wederzijdse bereikbaarheid

Pagina 22 6 STAGEBEGELEIDING STAGEBEGELEIDING VANUIT SCHOOL Tijdens de Afstudeerstage krijg je een vakdocent als stagedocent toegewezen. De stagedocent is de contactpersoon met school gedurende de stage. Hij/zij begeleidt de stagiair tijdens de voorbereiding op de stage, o.a. bij het stage/ onderzoeksplan en stageopdracht, bespreekt met de student de voortgang tijdens de stage. De stagedocent onderhoudt maandelijks telefonisch of email-contact met de stagiair en bezoekt hem minimaal twee keer op het stageadres; de eerste keer binnen 3 weken na aanvang van de stage en nog een keer aan het eind van de stage. Bovendien spreek je je stagedocent bij de terugkomactiviteiten tijdens de Lifestyleweken. Als zich tijdens de stage problemen voordoen, mag je verwachten dat de stagedocent ook tussentijds op bezoek komt. Zowel de student, de praktijkbegeleider als de stagedocent kan het initiatief nemen tot contact. De student doet dat als zijn ervaringen op de stageplek daar aanleiding toe geven. De praktijkbegeleider als hij/zij twijfelt over de goede afloop van de stage. De stagedocent als hij/zij naar zijn/haar gevoel te weinig zicht heeft op de voortgang. De stagebegeleiding vanuit school is begeleiding op afstand; de docenten hebben slechts beperkt tijd voor de stagebegeleiding beschikbaar. Het initiatief tot dit contact ligt bij jou, bij de stagiair. EERSTE GESPREK Het is de bedoeling dat je stagedocent in de eerste drie weken van je stage het stagebedrijf bezoekt en een bespreking heeft met jou en je praktijkbegeleider. Naast kennismaking gaat het in dit gesprek over je stageopdracht en je onderzoeksplan om die opdracht te kunnen realiseren. Stagedocenten zijn altijd bevoegd de stage te beëindigen indien zij situaties aantreffen die niet voldoen aan de opleidingseisen. Bij de Afstudeerstage ligt voorafgaande aan de start een onderzoeksplan voor om de opdracht voor de Meesterproef te kunnen uitvoeren. Tijdens de eerste weken op je stage verfijn je dit plan en lever je het onderzoeksplan uiterlijk week 3 in bij je stagedocent. Het onderzoeksplan komt als bijlage in je Meesterproef. TUSSENBALANS / FEEDBACK Na ongeveer tien weken stage maak je met je praktijkbegeleider een afspraak voor een tussentijds gesprek. Dan bespreek je de gang van zaken aan de hand van je onderzoeksplan. Vraag je praktijkbegeleider om tijdens dat gesprek duidelijk aan te geven op welke punten hij/zij jou nog niet sterk vindt en maak afspraken over activiteiten die je kan / moet ontplooien om op die punten vooruitgang te boeken. Je maakt een verslag van dit tussentijds stagegesprek en je mailt dat aan je stagedocent. Daarna heb je met je stagedocent een telefonisch gesprek over dat verslag.

Pagina 23 EINDGESPREK Twee weken voor de afloop van de stage bezoekt de stagedocent het stageadres om het resultaat te bespreken. Tijdens dit gesprek zijn zowel jij, de stagiair, als de praktijkbegeleider aanwezig. Eerst verzorg jij je presentatie in het Engels over je Meesterproef. Vervolgens stelt de praktijkbegeleider vast of jij als stagiair de stagewerkzaamheden naar behoren hebt uitgevoerd. De praktijkbegeleider heeft daartoe vooraf het evaluatieformulier (Bijlage 3) ingevuld. Jij schrijft een verslag van het eindgesprek en stuurt dat ter ondertekening naar je stagedocent. INLEVERING STAGEVERSLAGEN Het verslag ter afronding van de Afstudeerstage lever je twee weken voor het einde van je stage in bij de stagedocent en stagebeoordelaar. Na het eindgesprek, twee weken voor afronding van de stage maak je een verslag van het gesprek en laat dit ondertekenen door je stagedocent. Dit stuur je vervolgens naar de stagebeoordelaar. Het verslag moet in het Engels worden aangeleverd en als de stageverlener dat vereist, ook in het Nederlands. Inleveren gaat digitaal via n@tschool (en Ephorus) voor de stagedocent en voor de stagebeoordelaar. Zie N@tschool voor de wijze van inleveren. Zowel je stagedocent als je praktijkbegeleider krijgen ook een versie van je verslag in hard copy.

Pagina 24 7 AFRONDING VAN DE STAGE BEOORDELING VAN DE STAGE De stagebeoordelaar stelt het eindcijfer voor de Afstudeerstage vast. Hij/zij beoordeelt de Afstudeerstage op basis van het eindgesprekken opgemaakte verslag, rekening houdende met: > de door de stagiair geleverde (en door de stagedocent ondertekende) ver slag van het eindgesprek > de evaluatie van de praktijkbegeleider > het stageverslag inclusief Meesterproef van de student > zijn/haar eigen oordeel over de mate waarin de stagiair zijn competenties heeft ontwikkeld De student krijgt een beoordelingsformulier van de stagebeoordelaar (zie Bijlage 3 en 4) en een cijfer. Het cijfer voor de stage wordt door het bedrijfsbureau ingevoerd in Progress. Indien de student bezwaar aantekent tegen de door de stagebeoordelaar gegeven beoordeling, kan de student de zaak voorleggen aan de Examencommissie. STUDIEPUNTEN De studiebelasting van de beide stages bedraagt 700 SBU en dat komt overeen met 25 EC. Voor de Afstudeerstage geldt dat de opleiding 25 EC daarvan toekent aan de stage. Hiervan is 5 EC toegekend aan onderzoeksplan en 20 EC aan de uitwerking van het stageverslag inclusief Meesterproef. De opleiding kent 5 EC toe op het eindassessment van de bachelor als bewijs van o.a. de tijdens de stage opgedane competentieverwerving in de vorm van de Meesterproef. HERKANSINGEN De afronding van een stage is een tentamen in de zin van de wet. Hier geldt net als bij alle tentamens: een kans en één herkansing per studiejaar. Bij het niet of onvolledig inleveren van het stageverslag op de voorgeschreven datum wordt het cijfer 1 toegekend. Haalt de student een onvoldoende bij de eerste kans, dan is er één herkansingsmogelijkheid in hetzelfde studiejaar. Raadpleeg de jaaragenda Lifestyle op n@tschool voor data herkansingen en voor de inleverdata. Behaalt een student bij de herkansing alsnog een onvoldoende, dan wordt de casus voorgelegd aan de examencommissie. De examencommissie kan twee besluiten nemen. A. Blijkbaar geeft de gevolgde stage ook na herkansing onvoldoende input voor het samenstellen van een adequaat stageverslag. De student loopt opnieuw stage en krijgt daarvoor een (eventueel nieuwe) begeleider toegewezen. B. Blijkend uit o.a. het verslag van het eindgesprek, het evaluatieformulier en de bevindingen van de stagedocent schort het niet aan de kwaliteit van de gevolgde stage, maar aan het vermogen van de student een adequaat verslag samen te stellen. De student loopt geen nieuwe stage, krijgt wel een (eventueel nieuwe) begeleider toegewezen voor het herschrijven van het verslag. De examencommissie stelt de inleverdatum vast.

Pagina 25 BIJLAGE 1 ADRESSEN 2013-2014 Beleid van de examencommissie van Fontys ACI is dat de voorkeur uitgaat naar optie A., tenzij er dwingende redenen zijn voor B. te kiezen. N.B. Komen in het eindgesprek stagedocent en praktijkbegeleider tot de conclusie dat de stagewerkzaamheden niet naar behoren zijn uitgevoerd, dan levert de student alsnog een verslag in op de voorgeschreven inleverdatum. De stagebeoordelaar stelt op basis van alle informatie (presentatie, stageverslag, evaluatieformulier, gespreksverslag) een eindcijfer vast. Indien dat onvoldoende is, heeft de student een gesprek met zijn stagedocent om samen te bepalen wat de vervolgstap is: verslag verbeteren of afzien van herkansing en een andere stage beginnen.

Pagina 26 ADRESSEN 2013-2014 Fontys Academy for Creative Industries Prof. Goossenslaan 1-04 Postbus 90909 5000 GL Tilburg 08850-77655 Praktijkbureau acistage-projecten@fontys.nl overige bereikbaarheidsgegevens via www.fontys.nl Stagecoördinator Natascha van den Meijdenberg bereikbaarheidsgegevens via www.fontys.nl Coördinator Internationaal Margot Sprenkels bereikbaarheidsgegevens via www.fontys.nl Jouw stagedocent bereikbaarheidsgegevens via www.fontys.nl