Meer welvaart en welzijn in Vlaanderen



Vergelijkbare documenten
Nieuw loopbaanakkoord zet de stap naar maatwerk

Hoe beïnvloedt het Europese beleid de uitvoering van het arbeidsmarktbeleid in Vlaanderen?

Sterk door overleg. Adviesfunctie

De arbeidsmarktsituatie in regio Waas & Dender: 1. beroepsbevolking: 74,0% (Vlaams gewest: 74,0%) activiteitsgraad: 70,7% (Vlaams gewest: 70,5%)

Brussel, 10 september _AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen. Advies. Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen

Federaal Plan Armoedebestrijding. Reactie van BAPN vzw. Belgisch Platform tegen Armoede en Sociale Uitsluiting EU /11/2012

Arbeid biedt een maatschappelijke meerwaarde ten opzichte van inactiviteit. 3

DIVERSITEITSPLANNEN IN HET ONDERWIJS

Brussel, 8 juli _SERV-advies projecten VSDO. Advies. Projecten Vlaamse strategie duurzame ontwikkeling

Een visie op Economie

Maatschappelijke uitdagingen voor brede scholen

Beleidsnota Sociale Economie 08/01/2015

Uw netwerk voor succesvol ondernemen in de Brusselse metropool. Metropolitan

Een sterke jeugdhulp, snel en dichtbij

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2014/3 naar aanleiding van het Vlaams Ouderenbeleidsplan

Gemeenschappelijke platformtekst Vlaamse regering en sociale partners Evenredige arbeidsdeelname en diversiteit

Organisatie van opvang en vrijetijdsbesteding van schoolkinderen [1]

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

DOELSTELLING VOOR ONDERZOEK EN ONTWIKKELING

Advies. Industrie 4.0. Brussel, 17 juni 2019

ADVIES Vlaams Jongerenpact

SALV Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij

Vlaams-Nederlandse Delta

Sport en tewerkstelling van jongeren. Marc Theeboom / Joris Philips

Meer welvaart en welzijn in Vlaanderen. Klemtonen van de SERV

Advies. betreffende de nieuwe anti-crisismaatregelen van de federale regering en minister van Werk

Brussel, 4 juli Advies interregionale mobiliteit. Advies. fysieke interregionale mobiliteit

ARMOEDE- BESTRIJDING EUROPESE VERKIEZINGEN. Memorandum Copyright : R. Reidler

Tewerkstellingssteun in het Brussels Gewest: 255 miljoen euro voor de Brusselaars

Interview met minister Joke Schauvliege

Actieplan 1 Informatie- en preventiebeleid naar de Zeelse bevolking toe op het vlak van o.m. (kinder)armoede, gezondheid, participatie

Ondersteuning door een projectontwikkelaar. Loopbaan- en diversiteitsplan: het traject. Loopbaan- en diversiteitsplannen (LDP)

Ontwerp van decreet betreffende de organisatie van hulp- en dienstverlening aan gedetineerden DE VLAAMSE REGERING,

Advies. Krijtlijnen voor de hervorming van het stelsel van de opleidingscheques

Bisconceptnota. Betreft: Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie voor de opvang- en vrije tijd van schoolkinderen

DE MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING & DE VLAAMSE MINISTER VAN ONDERWIJS & DE VLAAMSE MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE

Gemeenschappelijke verklaring. Van immobiliteit naar mobiliteit: nu handelen om het tij te keren!

Beleidsfocussen voor sectoraal beleid,

NOTA AAN VESOC. Recente cijfers tonen aan dat personen met een handicap in Vlaanderen oververtegenwoordigd zijn in de werkloosheidscijfers.

ACTUELE BELEIDSKADER VOOR SECTORCONVENANTS. Contactdag Levenslang Leren

Onderwijs en OCMW: pleidooi voor meer samenwerking! Lege brooddozen op school symposium 14 oktober 2014

VR DOC.0658/1

Staten-Generaal Opvang en Vrije tijd van schoolkinderen. Docentendag Pedagogie Jonge Kind 12 september 2014

Advies. JKP krijgt meer reliëf maar mag integraal karakter niet verliezen

Betreft: Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie voor de opvang- en vrije tijd van schoolkinderen

INVESTEREN IN TALENT. Isabel Van Wiele, Departement Werk en Sociale Economie Arbeidsmarktsymposium Kortrijk 3 november 2015

OCMW s en armoedebestrijding

M0 Strategische nota

Kinderarmoede in het Brussels Gewest

Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie opvang en vrijetijd van kinderen. Ronde van Vlaanderen 2016

Ex ante evaluatie van beleid en regelgeving: focus op impact assessments VEP studiedag 30 april 2010

Eén gezin één plan. Meer capaciteit en samenwerking in de rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp

Advies. Ervaringsfonds - aanvraagprocedures. Brussel, 6 juli 2015

Beleidsvisie Sociaal Werk

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.1207/1

WERK MAKEN VAN WERK IN DE ZORGSECTOR HASSELT EXPERTENSTUURGROEP SPEERPUNT ZORGECONOMIE

Audiovisuele Mediacademie

1. Hoeveel 55-plussers zijn bij VDAB ingeschreven als werkzoekend (nominaal + percentage beroepsbevolking + verloop over laatste tien jaar)?

Aanbeveling. van de werkgroep bouw van de sectoriële commissie hout en bouw Bedrijfsoverschrijdende projecten m.b.t. diversiteit

Voka: 17 op 20 voor regeerprogramma

West4Work 31 oktober 2017 BACK TO. 5 uitdagingen en 6 basisvoorstellen voor Een actueel arbeidsmarkt- en loopbaanbeleid in Vlaanderen

ESF Vlaanderen OP Sociale Economie Caroline Meyers. Opbouw OP

ESF Vlaanderen OP Sociale Economie Caroline Meyers.

Persoonlijke OntwikkelingsPlannen (POP): een instrument voor doorstroom PROVINCIALE NETWERKDAG 2 OKTOBER 2014

De Vlaamse regering heeft op 25 juni 2010 een besluit goedgekeurd betreffende de beleids- en beheerscyclus (BBC)van de provincies, de gemeenten en de

De beleidsnota Omgeving

Diversiteitsplannen. Een overzicht. Annemie Van Uytven projectontwikkelaar diversiteit RESOC Halle-Vilvoorde

Figure 1 logo vrouwenraad. De Vrouwenraad wil voor elk kind betaalbare, toegankelijke en kwaliteitsvolle kinderopvang

Memorandum Zuurstof voor samenwerking tussen onderwijs en bedrijven

Advies. Witboek Beleidsplan Ruimte Vlaanderen. Brussel, 15 februari 2017

Advies. Werkbaar werk voor personen met een arbeidshandicap. Brussel, 26 oktober 2015

Teamcoördinator ALERT-team

INTRODUCTIE. Lokale Diensteneconomie

Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012)

Het Europees Sociaal Fonds (ESF)

Vlaamse Regering keurt voorontwerp decreet Kinderopvang goed

1. Doelstellingen. In dat kader onderschreven zij volgende doelstelling :

Sectorconvenant tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners van de naam sector (PC sector)

Aan de slag met diversiteit

SOM-standpunt organisatie- en beheerstructuur Beleidsdomein Welzijn, Gezondheid & Gezin

Gewijzigde doelstellingen in de leidraad interne controle/ organisatiebeheersing VLAAMSE OVERHEID. (inwerkingtreding: 1 januari 2015)

Zelfevaluatie op te stellen door Innovatiecentra en. dit in het kader van de eindevaluatie van de Innovatiecentra

De Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2013/3 over de overdracht van de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden (THAB) naar Vlaanderen

Europese subsidies voor de Sociale Economie

Brussel, 22 oktober _Ontwerpadvies_decreet_ontwikkelingseducatie. Advies. over het ontwerpdecreet inzake ontwikkelingseducatie

Klantgericht Betrouwbaar Veilig Efficiënt Doeltreffend Integraal Wendbaar Open Digitaal Inclusief Duurzaam

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Onze vraag: Waarom deze vraag?

c) Hoe evalueert de minister deze taalopleidingen? Hoe loopt de geïntegreerde aanpak?

Visienota EDUCARE / Transities 0-6 jaar. Onderwijscentrum Brussel Entiteit Gezin

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Brussel, 15 december _Aanbeveling Brussels Airport. Aanbeveling. ontwerp actieplan omgevingslawaai voor de luchthaven Brussels Airport

Optimalisering verlof na geboorte kind

Kinderopvang = instrument in strijd tegen kinderarmoede

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 7 december

Transitie circulaire economie en stad in een ruimtelijke/stedenbouwkundige context

nr. 703 van MIRANDA VAN EETVELDE datum: 12 september 2016 aan PHILIPPE MUYTERS Activering 50-plussers - Stand van zaken

Transcriptie:

Meer welvaart en welzijn in Vlaanderen 12 prioriteiten van de SERV Brussel, 9 februari 2007 Vooraf De SERV is altijd voorstander geweest van een breed maatschappelijk gedragen lange termijnvisie op de sociaal-economische en maatschappelijke ontwikkelingen in Vlaanderen, als uitgangspunt voor een gecoördineerde en geïntegreerde beleidsaanpak. Het Pact van Vilvoorde is hiervan een uitstekend voorbeeld. De uitvoering van het Pact van Vilvoorde blijft voor de SERV zeer primordiaal. Aangezien de tijdshorizon van het Pact van Vilvoorde in het verschiet ligt, vraagt de SERV dat de Vlaamse Regering tijdig en met alle relevante actoren het proces start om een lange termijnvisie te ontwikkelen voor de periode tot 2020. De sociaal-economische impuls die de Vlaamse regering met Vlaanderen in Actie beoogt, kan mits dergelijke breed maatschappelijk gedragen lange termijnvisie, verruimd en versterkt worden. Het leerproces dat gepaard ging met de opstelling en herijking van het huidige Pact van Vilvoorde moet het uitgangspunt vormen om een project Vlaanderen 2020 op de rails te zetten. Aandachtspunten hierbij zijn een betere inschakeling van de beleidsvoorbereidende capaciteiten van de administratie, een efficiënte operationele planning en coherentie in de horizontale beleidscoördinatie. Om de opvolging en bijsturing van de uitvoering te verzekeren is verfijnde monitoring en permanente evaluatie van cruciaal belang. De SERV is er tevens van overtuigd dat in het uitzetten van de bakens in een toekomstproject ook het Vlaams Parlement een volwaardige rol te vervullen heeft. 1

12 prioriteiten Mede op basis van het Sociaal-Economisch Rapport Vlaanderen 2007 heeft de SERV klemtonen gelegd voor meer welvaart en welzijn in Vlaanderen. De klemtonen geven het voor de Vlaamse sociale partners noodzakelijke reliëf weer in het project Vlaanderen in actie van de Vlaamse Regering. Op basis van zijn aandachtspunten formuleert de SERV hierna 12 prioritaire beleidsacties. De SERV vraagt de Vlaamse Regering bij voorrang werk te maken van zijn prioriteiten. Dit betekent geenszins dat de SERV-partners langs de zijlijn gaan staan. Integendeel, de SERV dringt er zeer sterk op aan bij de uitwerking van onderstaande punten volwaardig betrokken te worden binnen het VESOC. De 12 prioritaire beleidsacties van de SERV zijn te groeperen binnen drie facetten: Meer en beter opgeleide werknemers aan de slag; Ondernemerschap en innovatie - motor van onze welvaart; Een leefbare omgeving. 1. Meer en beter opgeleide werknemers aan de slag Wat de arbeidsmarkt betreft, moet Vlaanderen zich wapenen voor de socio-demografische evoluties. Meer en beter opgeleide mensen aan de slag krijgen is hier de uitdaging. Dit kan volgens de SERV enkel gerealiseerd worden door enerzijds de werkzaamheidsgraad te verhogen van specifieke groepen en door anderzijds de werkbaarheid te vergroten. Bovendien kent Vlaanderen ondanks de huidige lage werkzaamheidsgraad en de relatieve hoge werkloosheid, nog steeds een groot aantal knelpuntvacatures. Deze paradox is één van de pijnpunten van de Vlaamse arbeidsmarkt en betekent een rem op de economische ontwikkeling. Voor de SERV zijn volgende drie beleidsinitiatieven prioritair: 1. In de aanpak van de lage werkzaamheidsgraad is het streven naar beter opgeleide werknemers en werkzoekenden een belangrijk speerpunt. Zowel werkgevers als werkenden en werkzoekenden hebben baat bij een doeltreffend competentiebeleid. Dit als facilitator voor het realiseren van de ondernemingsdoelstellingen en als instrument om de kansen van de huidige en toekomstige werkenden en werkzoekenden op de arbeidsmarkt te verhogen. 2

Het aanpakken van de ongekwalificeerde uitstroom uit het onderwijs neemt in deze een belangrijke plaats in. Ondanks de vele geleverde inspanningen vermindert de ongekwalificeerde uitstroom nauwelijks. De Vlaamse arbeidsmarkt staat voor een proces van ontgroening en kan het zich dus niet veroorloven jaarlijks een potentieel verloren te laten gaan. Bovendien zijn we dat verplicht ten opzichte van onze jongeren. Vlaanderen moet blijven inzetten op een verlaging van de ongekwalificeerde uitstroom. Voor werkzoekenden moet de trajectbegeleiding binnen de VDAB erop gericht zijn de competenties van de persoon verder te ontwikkelen. Zo kan een traject resulteren in een duurzame job. Verder is voor zowel werknemers, werkzoekenden als voor het onderwijs werkplekleren een belangrijke vorm van competentieontwikkeling. Het is een laagdrempelige werkvorm en bovendien ook voor eerder kleine ondernemingen interessant. Het verdient dus meer ondersteuning. Dit alles zal, samen met andere aspecten zoals onder meer het verder ontwikkelen van een cultuur van levenslang en levensbreed leren, onderdeel uitmaken van de Competentieagenda 2010. Die wordt momenteel door de Vlaamse sociale partners en Vlaamse Regering uitgewerkt. 2. Om meer mensen aan de slag te krijgen moet voor de sociale partners optimaal gebruik worden gemaakt van het aanwezige arbeidspotentieel. Een actieplan werkloosheidsvallen is hierbij een eerste element. Een actieplan werkloosheidsvallen werd aangekondigd in het Samen voor meer banenplan. Tot op heden is dit nog niet gerealiseerd. Aangezien dergelijk plan een belangrijke schakel vormt in het streven naar het verhogen van de werkzaamheidsgraad, vraagt de SERV er snel werk van te maken. Het actieplan dient een ruime scoop te hebben en in te gaan op meerdere thema s zoals daar zijn: de spanning tussen loon en uitkering, de mobiliteit van werkzoekenden, de kinderopvang, het selectie- en aanwervingsbeleid, Het bevorderen van transities van werk naar werk is een andere te bewandelen weg. Dit houdt onder meer de arbeidsmobiliteit tussen sectoren en tussen bedrijven in. Transities van werk naar werk zijn echter ook zeer betekenisvol bij herstructureringen. Via geslaagde transities van werk naar werk worden periodes van werkloosheid vermeden. Hierbij dient bijzondere aandacht te gaan naar ervaren werknemers. Voor die werknemers is het bij een herstructurering vaak moeilijk de aansluiting met de arbeidsmarkt te behouden. Bij de transities van werk naar werk is outplacement een belangrijk element. Het instrument moet nog meer worden aangewend. Verder leren recente ervaringen dat de 3

samenwerking tussen de gewesten belangrijk kan zijn bij herstructureringen. De afgesloten samenwerkingsakkoorden dienen dan ook maximaal te worden uitgevoerd. De SERV vraagt aandacht voor de meest kwetsbaren op de arbeidsmarkt. Ook voor hen is een bemiddeling op maat noodzakelijk. Dit betekent inzicht en inzet voor de veelzijdige problematiek die deze personen treft. De diverse werkvormen binnen de sociale economie kunnen zorgen voor tewerkstelling op maat en waar mogelijk doorstroom naar de reguliere arbeidsmarkt. Ook het verhogen van de werkbaarheid dient een onderdeel te zijn van het beleid van de Vlaamse Regering. Hierbij moet onder meer aandacht gaan naar de combinatie arbeid en gezin, de leermogelijkheden, de autonomie op de werkplek, innovatieve arbeidsorganisatie. Het optimaal benutten van het arbeidspotentieel betekent voor de SERV ook expliciet meer personen uit de kansengroepen aan de slag. Het bevorderen van de diversiteit is meer dan noodzakelijk. De SERV onderschrijft de recente beleidsinitiatieven op dit vlak. De Vlaamse sociale partners wensen eveneens hun rol en engagementen te bevestigen. Dit neemt niet weg dat de moeilijke arbeidsmarktparticipatie van allochtonen en personen met een handicap dringend bijkomende stappen vereist. Eén van die stappen betreft de diversiteitsplannen. De diversiteitsplannen vormen, samen met de projecten van de eigen organisaties en de sociale partners, één van de speerpunten van het Vlaamse beleid inzake evenredige arbeidsdeelname en diversiteit. De SERV vraagt dat de Vlaamse Regering haar beleid op dit vlak evalueert en dan intensifieert, de werking van de diversiteitsplannen waar nodig bijstuurt en er zo voor zorgt dat het aantal substantieel kan toenemen. Verder moet de diversiteitstoets worden ontwikkeld tot een echt beleidsinstrument. In de beleidsnota 2004-2009 gaf de Vlaamse Minister van Werk aan te vertrekken van de inclusieve aanpak. De diversiteitstoets past in dergelijke aanpak maar wordt momenteel nog maar sporadisch gebruikt. De SERV vraagt de diversiteitstoets snel uit te bouwen tot een performant beleidsinstrument. 3. Het is van wezenlijk belang dat de werkgelegenheid aangroeit, ook in de privésector. Loonkostsubsidies zijn een belangrijk instrument in deze. Alhoewel de loonkost hoofdzakelijk een federale bevoegdheid is, heeft Vlaanderen ook hier enkele sleutels in handen. De SERV dringt erop aan dat de Vlaamse Regering - op basis van een evaluatie van de huidige Vlaamse loonkostsubsidies - nagaat hoe de eigen bevoegdheden zo optimaal mogelijk kunnen worden ingezet om bijkomende werkgelegenheid te creëren. 4

2. Ondernemerschap en innovatie als motor voor welvaart Wil Vlaanderen een topregio blijven en ook in de toekomst zijn welvaart verzekeren, dan moet het evolueren naar een ondernemende en innovatieve samenleving. Alle geledingen van de samenleving moeten hierbij hun verantwoordelijkheid opnemen: de burgers, de ondernemingen, het middenveld, de overheid. Om het ondernemerschap in Vlaanderen een boost te geven is het volgens de SERV noodzakelijk dat de Vlaamse overheid een versterkt flankerend beleid ontwikkelt en op gecoördineerde wijze inspeelt op alle dimensies van ondernemerschap, in alle sectoren - ook in de social profitsector. Voor de SERV zijn volgende vijf beleidsinitiatieven prioritair: 4. De Vlaamse overheid moet ervoor zorgen dat Vlaanderen een aantrekkelijke investeringsregio is om te ondernemen. Een efficiënt vergunningenbeleid en de instelling van een uniek aanspreekpunt en centraal doorverwijsloket met aandacht voor kwaliteitsvolle eerstelijnszorg moeten de administratieve doorlooptijden voor de onderneming reduceren. Tevens is er nood aan een economisch ruimtelijk beleid dat op continue wijze zowel voldoende als kwaliteitsvolle bedrijventerreinen voorziet als hefboom voor de ontwikkeling van economische activiteiten en het aantrekken van investeringen. Daarnaast is het noodzakelijk dat Vlaanderen zijn sterke troeven op het vlak van logistiek en infrastructuur verder kan ontwikkelen. Het speerpuntenprogramma inzake missing links moet toelaten de bereikbaarheid van de economische knooppunten te verzekeren en te vergroten. De SERV dringt erop aan dat de aan de missing links gekoppelde infrastructuurprojecten voor de verschillende modi gerealiseerd worden tegen 2015. Dit vereist de ontwikkeling van een geformaliseerd, planmatig en gestructureerd infrastructuurbeleid. Momenteel is van dergelijke aanpak nauwelijks sprake. Verder moeten de nabijheid van Brussel als Europees beslissingscentrum en het in Vlaanderen aanwezige onderwijs-, kennis- en onderzoekspotentieel ten volle uitgespeeld worden om van Vlaanderen een aantrekkelijke investeringsregio te maken. Ook is het vanuit concurrentie-oogpunt van belang dat de elektriciteitsprijzen in Vlaanderen minstens vergelijkbaar zijn met deze in de buurlanden. 5. Ondernemerschap is niet alleen een kwestie van een zaak te starten, even belangrijk is de continuïteit van de onderneming. Om tijdig continuïteitsproblemen bij ondernemingen te detecteren en te voorkomen is er nood aan een efficiënt preventief bedrijfsbeleid. 5

De SERV heeft het voortouw genomen in het uittekenen van een vernieuwd preventief bedrijfsbeleid in Vlaanderen. De SERV vraagt aan de Vlaamse Regering het nodige te doen om zijn voorstel op het terrein te concretiseren. Sleutelwoorden van het door de SERV voorgestelde preventiesysteem zijn in ieder geval laagdrempeligheid en confidentialiteit. 6. Ondernemerschap heeft voor de SERV niet alleen een zuiver economische dimensie. Maatschappelijk verantwoord ondernemen, waarbij ondernemingen in overleg met hun stakeholders sociale en ecologische overwegingen integreren in hun bedrijfsvoering, ligt de SERV nauw aan het hart. Sensibilisering en informatieverlening moeten geïntensiveerd worden enerzijds om het maatschappelijk draagvlak te vergroten, anderzijds om de ondernemingen ervan bewust te maken dat maatschappelijk verantwoord ondernemen een meerwaarde kan betekenen voor een succesvolle ontplooiing van de bedrijfsactiviteiten. Uiteraard is maatschappelijk verantwoord ondernemen maar zinvol, indien dit concept binnen een internationale context wordt geoperationaliseerd en toegepast. Het bewustwordingsproces inzake ethisch en duurzaam ondernemen is echter geen zaak van de onderneming alleen: alle stakeholders: de overheid, sociale partners en het brede middenveld hebben hierin een verantwoordelijkheid. Om het maatschappelijk draagvlak van ethisch en duurzaam ondernemen te vergroten, zal de SERV in het najaar en binnen het project Vlaanderen in Actie, een conferentie over het thema organiseren. 7. De regering heeft van het afsluiten van een fiscaal pact met de lokale overheden een belangrijk item gemaakt in haar Vlaams regeerakkoord en daarvoor in haar meerjarenbegroting middelen voorzien ( 50 mln in 2008 en 100 mln in 2009). De SERV dringt er bij de Vlaamse Regering op aan dat in de loop van 2007 dit pact effectief wordt afgerond en dat de beschikbare middelen in de loop van de legislatuur ook worden besteed. De aandacht dient, zowel op het vlak van de maatregelen als van de middelen, in eerste instantie uit te gaan naar de verlaging van de lokale bedrijfsbelastingen. Het stimuleren van investeringen en werkgelegenheid moet daarbij voorop staan. Tevens moet de uitwerking van de maatregelen en de besteding van de beschikbare middelen dienen om de versnippering van de lokale belastingen aan te pakken via een grotere stroomlijning wat leidt tot een vermindering van de administratieve en financiële lasten. De uitwerking van het fiscaal pact moet passen in een globale aanpak van de financiering van de lokale overheden. De afwenteling van de effecten van de maatregelen op het vlak van de lokale bedrijfsbelastingen naar belastingen op gezinnen moet worden vermeden. 8. Ondernemerschap is onlosmakelijk verbonden met innovatie. Bij voorrang moet Vlaanderen het aanwezige kennispotentieel meer en beter valoriseren, zowel 6

economisch als maatschappelijk. Voor de SERV is innovatiebeleid immers geen doel op zich, maar een middel en instrument om tegemoet te komen aan allerlei maatschappelijke uitdagingen die zich op een breed spectrum van domeinen (economisch, sociaal, ecologisch, ) stellen. Wat is in deze valoriseringscontext cruciaal voor de SERV? Vlaanderen moet minimaal de Barcelona norm halen qua uitgaven voor O&O. Er moet een betere afstemming en samenwerking komen tussen de wetenschappelijktechnologische actoren en de bedrijfswereld. Netwerking op meerdere niveaus is cruciaal voor het wegwerken van de Vlaamse innovatieparadox en belangrijk voor de kennisdiffusie. Daarom moeten de overheid en de Euro-informatiecentra ervoor zorgen dat de bedrijven, in het bijzonder de KMO s, voldoende bekend zijn met de kennis- en onderzoeksinfrastructuur in Vlaanderen en Europa. Breed maatschappelijk gedragen verkenningsstudies kunnen een bijdrage leveren aan de oplossing van de valorisatieproblematiek omdat zij de strategische sectoren in Vlaanderen bloot leggen die aansluiten bij het wetenschappelijk-economisch potentieel van Vlaanderen en de internationale tendensen. De afbakening van de strategische clusters moet Vlaanderen toelaten hierin te excelleren en wereldwijd op kwaliteitsvlak de concurrentie aan te gaan. De SERV kan hiering een belangrijke rol opnemen. De samenwerking tussen de uitvoeringsagentschappen en beleidsinstrumenten gericht op enerzijds de stimulering van internationalisering (VLAIO, FIT en het Fonds Internationaal Ondernemen) en anderzijds innovatie (het IWT, het Innovatienetwerk Vlaanderen), moet worden geïntensifieerd. Niet-technologische innovaties moeten ook kunnen worden gevaloriseerd. Ook kennis over nieuwe distributieconcepten, inzichten in gebruikersbehoeften, inzicht in de ergonomische en arbeidsorganisatorische aspecten verbonden met de introductie van nieuwe producten en processen, marketinginzichten, goede vormgeving en design dragen bij tot valorisatie van innovatie. Voor de ondersteuning van de verruiming van het steunbaar innovatietraject werd door de Vlaamse Regering een beleidskader uitgetekend. De SERV dringt erop aan dat dit verruimend steunkader op termijn wordt geoperationaliseerd en pleit ervoor dat naast een marktgedreven focus ook de nodige aandacht wordt geschonken aan dienstenactiviteiten, aan social profitsectoren en aan arbeidsorganisatorische innovatie. 3. Een leefbare omgeving De prioriteiten van de SERV in de aanpak van de leefbaarheid in Vlaanderen liggen bij meer energie-efficiëntie, betere mobiliteit en het aanpakken van uitsluiting. 9. Om meerdere redenen dient de Vlaamse overheid de meer efficiënte aanwending van energie en het inzetten van hernieuwbare energiebronnen te ondersteunen. Om de energie-efficiëntie te verbeteren zijn bijkomende maatregelen nodig in de sectoren gebouwen en mobiliteit. De klimaatconferentie heeft terzake een groot aantal 7

rijpe maatregelen opgeleverd waarover een brede consensus bestaat en waarvan wij vragen dat ze op vrij korte termijn worden uitgevoerd. Ook de verbetering van de energie-efficiëntie in de industrie moet blijvend op de agenda staan. De SERV vraagt dat het masterplan van de Vlaamse Regering inzake hernieuwbare energie wordt uitgevoerd. Er moet ook meer aandacht gaan naar de voorbereiding van het klimaatbeleid na 2012. Meer visievorming, meer degelijke toekomstverkenningen, scenario-analyses en initiatieven inzake draagvlakontwikkeling zijn nodig. Het transitiebeleid naar duurzame energiesystemen moet op die manier spoedig vorm krijgen. 10. Vlaanderen leefbaar houden kan niet los gezien worden van de mobiliteitsproblematiek. De alsmaar toenemende verkeersdruk op onze wegen heeft verregaande gevolgen ondermeer op het vlak van bereikbaarheid, leefbaarheid, gezondheid en veiligheid. In dit kader vraagt de SERV bijzondere aandacht voor het woon-werkverkeer. De SERV doet een oproep aan de Vlaamse Regering om het Pendelplan uit te voeren. De beleidsintentie om een verschuiving van 10 % van het woon-werkverkeer van de weg naar de alternatieve modi te kanaliseren tegen 2015 is essentieel. Een efficiënte werking van het Pendelfonds en van de provinciale mobiliteitspunten dient hier een instrument voor te vormen. Waar verschillende infrastructuurwerken samenkomen (bijv. Masterplan Antwerpen en START-programma Brussel) moeten via deze instrumenten extra inspanningen worden geleverd om ook tijdens de werken de bereikbaarheid te garanderen. 11. De SERV wil duidelijk zijn bezorgdheid uiten over het blijven bestaan van alle vormen van uitsluiting. De SERV wil dit bij prioriteit toespitsen zowel op het specifieke vlak van de toegankelijkheid tot zorg- en hulpverlening, als op het meer algemene vlak van armoedebestrijding. De SERV vraagt dat de Vlaamse overheid blijvend voorziet in een hulp- en zorgaanbod dat toereikend en algemeen toegankelijk is. Een toereikend aanbod veronderstelt minimaal dat de Vlaamse overheid de vastgelegde programmering realiseert en tegelijk ruimte laat voor diversificatie van het aanbod om in te spelen op zich wijzigende maatschappelijke behoeften. De SERV vraagt hiervan werk te maken. Naast de ontoereikendheid van het aanbod kan de toegankelijkheid tot hulp en zorg evenzeer gehinderd worden door financiële drempels. De Vlaamse welzijnssector wordt in hoofdorde gefinancierd door de overheid, aanvullend met cliëntbijdragen. De SERV vraagt de Vlaamse overheid na te gaan of en zo ja in welke mate cliënten afzien van gebruik van hulp- en zorgverlening als gevolg van te hoge financiële drempels. De SERV vraagt de openheid te voorzien om zo nodig de cliëntbijdragen te hermoduleren, na 8

overleg met betrokken actoren. Bij een modulering dient erover gewaakt dat geen afhankelijkheidsvallen worden geopend. 12. Een leefbare omgeving vergt een ontwikkelde sociale cohesie. Dit betekent een samenleving waarbij de leden betrokken zijn en waarbij segregatie en uitsluiting in al hun vormen wordt teruggedrongen. Ook in Vlaanderen komt uitsluiting nog steeds voor in meerdere dimensies met verschillende gradaties. Achterstellingen binnen meerdere levenssferen versterken elkaar en cumuleren in vormen van armoede. Het ontwikkelen van een gedreven beleid gericht op het voorkomen en remediëren van armoede vormt een prioritaire uitdaging. De SERV vraagt bij prioriteit aandacht voor een preventief armoedebeleid waarbij een essentiële piste erin bestaat aangepaste trajectvormen van onderwijs naar inschakeling in de arbeidswereld te ontwikkelen. Inschakeling in het arbeidscircuit brengt structuur in het dagelijks leven en vormt de basis voor andere vormen van maatschappelijke participatie. Het is voor velen ook de belangrijkste bron van inkomen en sociale zekerheid. Een goede begeleiding en aansturing van de doelgroep vanuit het onderwijs verhoogt kansen op een kwaliteitsvolle job wat op zijn beurt ertoe kan bijdragen dat op termijn generatie armoede wordt teruggedrongen. Initiatieven uit de sociale economie kunnen een mogelijke opstap bieden. De activering van mensen in armoede moet blijvend worden ondersteund vanuit zorg en welzijn met een steeds aanwezig vangnet indien de stap naar de arbeidsmarkt geen succes blijkt. 9