PreGo! Tips om fysieke belasting te verminderen Versie Zorg



Vergelijkbare documenten
FYSIEKE BELASTING OP JE WERK PRAAT ER EENS OVER!

Praktijkrichtlijnen voor fysieke belasting. RI&E Thuiszorg. RI&E Thuiszorg. HZ-Meter. TilThermometer. Ga door met. vraag 3. geleden. n.v.t.

Management Summary 5e Landelijke Monitoring Fysieke Belasting Kraamzorg onderzoek in opdracht van A+O VVT

Gezond Blijven Werken in de Zorg

groen geel rood De drie mobiliteitsklassen, aangegeven met drie kleuren onderverdeeld in drie klassen 8

Basisdeskundigheid fysieke belasting zorgverleners Paspoort-documentatie Document behorende bij het Paspoort Fysieke belasting Zorgverleners

Tilweg 5b. Een tillift thuis

ISO-TR Risicoanalyse in de zorg

Rrugboekje. Wat kun je zélf doen om rugklachten te voorkomen

Het BedBoekje Tips en trucs voor optimaal gebruik van het zorgbed

Aanpak fysieke belasting gehandicaptenzorg

Informatie, data en contactgegevens opleiding tot Ergocoach Zorg startdatum 24 januari 2017

Sectorfonds Zorg en welzijn.

ZORG VOOR THUISZORG. Werkpakket Aanpak fysieke belasting

in de ggz Fysieke belasting Praktijkrichtlijnen fysieke belasting voor de ggz

Omgaan met fysieke belasting in de zorgsector

Informatie, data en contactgegevens opleiding tot Ergocoach Zorg startdatum 24 januari 2017

Informatie, data en contactgegevens opleiding tot Ergocoach Zorg startdatum 10 januari 2019

Tips en trucs voor optimaal gebruik van het zorgbed

Opleiding tot Ergocoach Zorg

Volledige naam trainer

Een werkgever is ook verplicht zich aan allerlei wetten te houden. Een van die wetten is de Arbeidsomstandighedenwet, kortweg de Arbo-wet.

BOEKJE. Alles wat medewerkers van ondersteunende diensten in de VVT moeten weten om klachten aan rug, nek en schouders te voorkomen

Handreiking voor vaststellen van verantwoord 1-op-1 vrijwilligerswerk

RISICORADAR. Handleiding bij de RisicoRadar INDEX 4 AKTIEBLOK-VELLEN EN ANDERE DOCUMENTATIE 3 RISICORADAR. Wat is de RisicoRadar?

PreGo! Tips om fysieke belasting te verminderen Versie niet-cliëntgebonden taken

MEDEWERKERS VRAGENLIJST BRANCHE-RIE TECHNISCHE GROOTHANDEL

Ben je ervan bewust dat je lichaam uitstraalt wat je in woord zegt. Verwoord je advies volledig.

PreGo! Tips om fysieke belasting te verminderen Versie niet-cliëntgebonden taken

Zorg voor je carrière. Neem gerust contact op of maak een afspraak. Telefoon: (030) of

Communiceren is teamwork

Wat kan de orthopedagoog of psycholoog voor jou doen?

! Nico Knibbe, Hanneke Knibbe LOCOmotion!! verbeteren, veranderen. hoe doe ik dat?!!!!!

ZORG ZORG OP WAARDE GESCHAT GOEDE PRAKTIJK: DE JUISTE INZET VAN PERSONEEL EN HULPMIDDELEN

Paspoort Fysieke Belasting. voor zorgverleners die cliëntgebonden handelingen uitvoeren

WerkPlekCheck Zorg. Maak werk van je werkplek!

STRESS- & BURN-OUT PREVENTIE

SIGNAALLIJST. Signaallijst Versie juni Toolbox Autiproof Werkt

Mats Werkt! DÉ CURSUS VOOR HET BEGELEIDEN VAN MENSEN MET EEN ARBEIDSBEPERKING OP DE WERKVLOER.

Online Psychologische Hulp Overspanning & Burn-out

STRESS- & BURN-OUT PREVENTIE

Meer doen in minder tijd én met minder stress!

In gesprek over digitale zorg

Waj ng. Tips en informatie voor werkgevers, leidinggevenden en collega s

Welkom bij de Gezond & Zeker Innovatiedag 2018

Praktijkrichtlijnen fysieke belasting ambulancezorg

Vrijheidsbeperkende maatregelen. Vrijheidsbeperkende maatregelen terugdringen? in de langdurende zorg. Vilans helpt mee

Notitie. Preventiebeleid. Fysieke belasting

Vlaamse tilthermometer

Zingeving werkt! EEN RESULTAATGERICHTE AANPAK EENZAAMHEID

Workshop De preventiemedewerker neemt de leiding, 25 oktober 2012

7. Tillen en Dragen. Tillen en Dragen. Fysieke belasting. Het arbothemablad Tillen en Dragen is onderdeel van de Arbocatalogus Tuincentra.

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster

SPEELWIJZE VAARDIGHEDENSPEL

ASSERTIVITEIT. beter communiceren vanuit jezelf

Verbetercheck ongewenst gedrag VVT Workshop ongewenst gedrag

FWG in vogelvlucht

Meer succes met je website

Meer doen in minder tijd én met minder stress!

Welkom bij de Gezond & Zeker Innovatiedag 2018

Beroepscode doktersassistent. Nederlandse Vereniging van Doktersassistenten

Ik heb een gesprek met de arts of de arbeidsdeskundige

Wat is er aan de hand?

Inhoud. Functiewaardering in het kort. FWG en uw salaris

INTRODUCTIE TOOLBOX voor GEBRUIKERS. duurzame plaatsing van werknemers met autisme

Goed gebruik transferhulpmiddelen

Nico Knibbe Hanneke Knibbe.

Dienst PBW 1. Wat is ergonomie

Ergotherapie in het Ikazia Ziekenhuis en daarbuiten

GRAAG STELLEN WIJ ONS AAN U VOOR

SPEELWIJZE LEIDERSCHAPSSPEL

Handleiding Veiligheidsrondes

BELEID FYSIEKE BELASTING

De loopbaanchecklist

Promens Care. Triadekaart. Triade. ouders/ naastbetrokkene

Duwen en trekken (Met het gehele lichaam)

Ergotherapie. Beter voor elkaar

ONTWIKKEL JE ONDERNEMERSCHAP!

Hulpmiddelen, van toestel tot ruimte

\ Thuiszorg. Zorg en hulp bij u thuis. BrabantZorg, met aandacht

Help! Verzuim voorkomen

COMMUNICATIE training. effectief communiceren met iedereen

De Businesscase Light

Organisatie: Yvonne Roosen Uitvoering: Koekkoek en co vertegenwoordigd door:

Handleiding Veiligheidsrondes

Thuiszorg. Pieter van Foreest Zorg Thuis. Zo lang mogelijk Thuis...

vervolg plaatsen cv ketel/boiler/radiator

Adviezen bij KANS/rsi

De Budget Ster: omgaan met je schulden

Beleidsinstrumenten. fysieke belasting. Praktijkrichtlijnen. fysieke belasting. ambulancezorg

Stress op de werkvloer Wat zorgt voor stress en wat kunt u doen?

Veilige en verantwoorde medicatiezorg leveren?

Met het Gemeentelijke Incidenten en Registratiesysteem (GIR) inzicht in incidenten

Cliënten in Mobiliteitsklasse A zijn actief, het onderhouden van de mobiliteit is belangrijk voor zowel de client als de zorgverlener.

Ergotherapie. Ergotherapie Thuis. Als alledaagse activiteiten niet meer vanzelf gaan. Evean. Midden in het leven.

Gezond en veilig werken. Je hebt t zelf in de hand.

COMMUNICATIE technieken. voor leidinggevenden

Zwanger, bevallen en je baby. Cursusaanbod

Basisinspectiemodule

Werken met de tillift

Transcriptie:

PreGo! Tips om fysieke belasting te verminderen Versie Zorg

PreGo! Tips om fysieke belasting te verminderen Versie Zorg

Met bijdragen van: Colofon Amelieke Brinkhoff Aletta den Boer Alien van Beukering Annelies Eijkmans Annelies Ooms Arnold van Winden Astrid Marijs Adri van Beelen Bea van Rossem van Groenland Corina Haasnoot Ed Wiersum Ellen van de Berk Elly Waaijer Foppe Hooghiemstra Francine Pater Godelein Wegter Hanke Laurijsen Hanny Post Henk Sieben Inge Wegereef Jacqueline Kiêbert Jeannette Willemse José Pater Karin Overmeer Laura Kok Marieke Fennema Marij van de Wildenberg Marlies Verkade Mieke de Jonge Rita van Hoogstraten Rob Kaasschieter Sandra van der Meer Sarah Wainman Suzanne Rambags Thea van den Heuvel Wieke van Meurs Wil Schoenmaker Willem de Groote Uitgave Sectorfondsen Zorg en Welzijn, eerste herziene druk, februari 2003 Sectorfondsen Zorg en Welzijn is een samenwerkingsverband van werkgevers en werknemers in de zorgsector gericht op het verbeteren van de arbeidsmarkt. Auteurs Nico E. Knibbe, Hanneke J.J. Knibbe, LOCOmotion (www.locomotion.nu) Concept, redactie en productie HDtt Public Relations, Nijmegen Vormgeving en opmaak Nies en Partners bno, Nijmegen Druk Janssen Print Nijmegen Fotografie Hans Oostrum, Harrie Timmermans, Piet Pulles, Combi di Milliano, Ernst Jan Brouwer, Wim van IJzendoorn, Frank Muller, Emil Roes Illustraties Herman Coppus, Barth Harmsen Meer informatie Wil je meer informatie of reageren op een of meer tips uit deze catalogus? Stuur dan een e-mail naar het Arbokenniscentrum: info@arbozw.nl of bel (030) 273 97 39. Bestelwijze Deze publicatie is te bestellen bij het Arbokenniscentrum. Bestel de PreGo! via de website www.arbozw.nl, per fax (030) 273 97 77 of per e-mail: producten@arbozw.nl. Vermeld bij de bestelling het publicatienummer: 920.011.33. De catalogus kost 15, (excl. verzendkosten). Deze catalogus is met zorg samengesteld. De verantwoordelijkheid voor het correct opvolgen van de tips berust bij de gebruiker. De uitgever kan niet aansprakelijk gesteld worden voor gevolgen van niet-correct opvolgen van de tips.

Inhoud Inhoudsopgave tip Hoofdstuk 1 Beleid en instrumenten pag. 1 Let goed op het Tilprotocol 10 2 Verduidelijk handelingen met pictogrammen 11 3 Tilnaslagwerken 12 4 Gebruik het Rugboekje 13 5 Tilschijf 14 6 StatMan 15 7 WerkPlekCheck 16 8 Tilthermometer 17 9 BeleidsSpiegel 18 10 Praktijkrichtlijnen fysieke belasting 19 11 De tilspecialist: een belangrijke collega 20 12 Training in vaardigheden 21 13 Iedereen trainen in tilvaardigheid 23 14 Verplaatsing met Zorg 24 15 Tilcommissie 25 16 Stel een ergonomische waakhond aan 26 17 Tillift altijd op een vaste plek 27 18 Hoe voorkom ik inzakken? 28 19 Een tillift thuis 29 20 Ruimte voor gezond werk 30 21 Onderhoud 32 22 Hoe mobiel zijn cliënten? 33 23 Selectie van leveranciers 34 24 Rekening houden met ruimte 35 Hoofdstuk 2 Grote hulpmiddelen 25 Opstaan, staan en weer gaan zitten 38 26 Wat is de perfecte tillift? 39 27 Kies de juiste soort tillift 40 28 Liever elektrisch 41 29 Het juk van de tillift 42 30 Plafondsysteem kan uitkomst bieden 43 31 Hoeveel tilliften heb je nodig? 44 32 Verplaatsen van zeer zware cliënten 45 33 Automatisch manoeuvreren 46 34 Stoelen tillen 47 35 Zwemmen met gehandicapte kinderen 48 36 Het tillen van overledenen 50 37 Goede techniek voor loopbegeleiding 51 38 Niet over het paard tillen 52 39 Zorg voor een goede aankleedtafel 53 40 In bed tillen van kinderen 54 41 Geven van wisselligging 55 42 Criteria voor bedden 56 43 Gebruik een step 58 44 Verantwoord snoezelen 59 Hoofdstuk 3 Kleine hulpmiddelen 45 Hulpmiddelen die zelfredzaamheid stimuleren 62 46 Verbinden met behulp van een minikrukje 63 47 Thermostatische mengkraan 64 48 Doorstroombegrenzer 65 49 Stasteunen 66 50 Baby in emmer 67 51 Voeden van baby s 68 52 Condoomlaken 69 53 Gebruik de papegaai 70 54 Knijper of elastiek voor omhooghouden van kleding 71 55 Transfer in de auto met plastic zak 72 56 Aangepaste kleding 73 57 Badborstels en washandjes voor de schoonmaak 74 58 Glijden in bed 75 59 Steunkousen aantrekken 76 60 Steunkousen uittrekken 78 61 Pleister of plukpak vermindert fysieke belasting 79 62 Touwladder 80 63 Transfers van cliënten met een beenamputatie 81 64 Ga zitten op een goede stoel 82 65 Drempels nemen 83 3

Inhoudsopgave tip Hoofdstuk 4 Tilmethodieken pag. 66 Opstaan uit de stoel 86 67 Natillen 87 68 Haptonomisch verplaatsen 88 69 In bed verplaatsen 90 70 Manoeuvreren 91 71 Wondgaas op werkhoogte 92 72 Opstahoogte 93 73 Plaats één knie in bed bij verzorging 94 74 Hoe begeleid je een val? 95 75 Wat te doen na een val? 96 76 Makkelijker aan- en uitkleden 98 77 Voorsorteren 99 78 Tillen van objecten 100 79 Voorkom agressie van cliënten 101 80 Omgaan met agressie 102 81 Omgaan met spasmes 103 91 Blijven bewegen 116 92 Normen voor statische belasting 117 93 Let op mobiliteit van cliënten 118 94 Omgaan met tijdgebrek 119 95 Rug extra kwetsbaar tijdens zwangerschap 120 96 Normen voor manoeuvreren 121 97 Voorkom RSI 122 98 Houding en beweging volgens NDT 123 Index 124 Meer informatie 127 Overzicht publicaties en instrumenten fysieke belasting per branche 128 Hoofdstuk 5 Slimmer werken 82 Zorgverlenen met de handen op de rug 106 83 Normen voor tillen 108 84 Gooi het eens over een andere boeg 109 85 Goede conditie 110 86 Plaspauze voor je rug 111 87 Minder vallen, minder tillen 112 88 Laat de cliënt zoveel mogelijk zelf doen 113 89 Tillen bij nachtelijke verdroogrondes voorbij 114 90 Maak fysiek zwaar werk mogelijk voor oudere werknemers 115 4

Voorwoord Voorwoord Alsjeblieft! Voor je ligt de catalogus: PreGo! Tips om fysieke belasting te verminderen. Deze gids, ontwikkeld in opdracht van de Sectorfondsen Zorg en Welzijn, is een gevarieerde bundel best practices. Het zijn werkwijzen en ervaringen van de afgelopen jaren die bewezen hebben letterlijk verlichting te brengen. Je vindt in deze catalogus voorbeelden uit de hele zorg: de gehandicaptenzorg, de ziekenhuizen, de thuiszorg, de geestelijke gezondheidszorg, de verplegings- en verzorgingshuizen. Het idee is dat branches bij de bestrijding van fysieke overbelasting van elkaar kunnen leren. De catalogus is ook geschreven voor diverse doelgroepen. Zorgverleners die een oplossing zoeken voor de dagelijkse zware handelingen, maar ook arbocoördinatoren, P&O ers en managers die preventief beleid willen ontwikkelen of instrumenten willen implementeren. Iedereen kan iets van zijn of haar gading vinden. PreGo! is Italiaans voor alsjeblieft en verwijst naar Preventie en actie (Go!). Instellingen, overheid en sociale partners zijn er ook van overtuigd dat het ontwikkelen van preventief beleid voor fysieke belasting en het verspreiden van kennis hiervan essentieel is om de gezondheid van medewerkers op peil te houden. Het voorkomen van klachten aan het bewegingsapparaat is niet alleen beter, het is bittere noodzaak. De praktijk wijst uit dat zorgverleners met fysieke klachten vaak moeilijk volledig herstellen. Het wordt steeds lastiger om voldoende handen aan het bed te krijgen en bovendien wordt de zorglast steeds zwaarder. Daarom is aandacht voor het fysieke welzijn van elke medewerker in de zorg geen overbodige luxe. * Het is de bedoeling dat deze catalogus je helpt bij het vinden van creatieve oplossingen om fysieke belasting in jouw instelling te verminderen. * Voor mensen die werken bij een van de ondersteunende diensten in een zorginstelling verschijnt in de loop van 2003 een speciale PreGo! catalogus met tips afgestemd op hun werkzaamheden. 5

Inleiding Inleiding De kennis van fysieke belasting en het voorkomen van fysieke overbelasting is de afgelopen jaren aanzienlijk toegenomen. In de meeste zorginstellingen is deze kennis dan ook aanwezig, maar vaak zeer verspreid of slechts beperkt bij een aantal personen. Sommige instellingen zijn al ver, bij andere staat het beleid inzake fysieke belasting nog in de kinderschoenen. Daarom verschilt de informatie- en kennisbehoefte per instelling. In die wetenschap is de PreGo!-catalogus ontwikkeld: een gids die kennis en ervaring bundelt en voor brede groepen zorgverleners iets te bieden heeft. Hoe gebruik je de catalogus? Deze bundel best practices is in de eerste plaats bedoeld om te inspireren. Met de tips dagen we je uit je eigen creativiteit te gebruiken. Oplossingen voor fysieke overbelasting in de zorg zijn zelden standaard. Wat in de ene instelling werkt, werkt niet per definitie in de andere. De tips in deze catalogus kunnen voor jou een aanleiding zijn om de knelpunten binnen je organisatie aan te pakken. Je kunt de tips naar wens kopiëren als je bijvoorbeeld in jouw instelling een actueel probleem aan wilt pakken of in de schijnwerpers wilt zetten. Raadpleeg de BeleidsSpiegel (tip 9) als je het preventiebeleid in jouw instelling wilt beoordelen. Hoe vind je de weg in deze catalogus? De tips zijn onderverdeeld in verschillende categorieën: beleid en instrumenten, grote hulpmiddelen, kleine hulpmiddelen, tilmethodieken en slimmer werken. Wil je nog gerichter zoeken, dan kun je gebruikmaken van de index achter in de catalogus. Je vindt daar de thema s (bijvoorbeeld via trefwoorden) die aan de orde komen alfabetisch gerangschikt. De nummers achter de trefwoorden verwijzen naar de tipnummers. Sectorfondsen Zorg en Welzijn Deze gids, is ontwikkeld in opdracht van de Sectorfondsen Zorg en Welzijn. De Sectorfondsen Zorg en Welzijn voeren namens de sociale partners arbeidsmarktbeleid uit. Met deze catalogus wordt beoogd de fysieke belasting in de zorg te verminderen en zo uitval van medewerkers te voorkomen. Alle in deze gids genoemde producten van de Sectorfondsen kunnen besteld worden bij het Arbokenniscentrum voor Zorg en Welzijn, per fax (030) 273 97 77, e-mail producten@arbozw.nl of via www.arbozw.nl. 6

Inleiding Samenstellers Deze catalogus is totstandgekomen in samenwerking met een groot aantal deskundigen op het gebied van fysieke belasting in de zorg. Dat zijn zowel ervaringsdeskundigen, zorgverleners die het doen van (te) zwaar werk aan den lijve ervaren, als onderzoekers die zich gespecialiseerd hebben in het thema. Enkele tips in deze catalogus zijn het resultaat van een wedstrijd die de Sectorfondsen Zorg en Welzijn in 1999 organiseerde samen met het vakblad Verpleegkunde Nieuws (VpN) en LOCOmotion. Een deel van de tips is eerder gepubliceerd in VpN. Reacties, aanvullingen en goede ideeën zijn vervolgens weer verwerkt tot nieuwe tips. 7

Hoofdstuk 1 Beleid en instrumenten Een goed (til)beleid is onontbeerlijk bij het voorkomen van fysieke overbelasting. In dit hoofdstuk lees je meer over hoe je dit beleid vorm kunt geven én over de instrumenten die je kunnen ondersteunen bij het vaststellen en toetsen van dit beleid. Met de Tilthermometer (tip 8) bijvoorbeeld kun je erachter komen hoe effectief het huidige preventiebeleid is en op welke punten je moet bijsturen. Een instrument als het Rugboekje (tip 4) speelt een belangrijke rol bij de bewustwording van zorgverleners: wat zijn rugklachten eigenlijk en wat kan ik zélf doen om deze te voorkomen? In tip 15 wordt het belang van een speciale tilcommissie beschreven, die voorkomt dat het preventiebeleid ondergesneeuwd wordt.

Tilprotocol Beleid en instrumenten Tip 1 Let goed op het Tilprotocol Het Tilprotocol is een formulier waarop per cliënt is aangegeven hoe de transfer bij déze cliënt moet worden uitgevoerd. Het is een belangrijk hulpmiddel waar je niet aan voorbij moet gaan. Het helpt jou en je collega s om veiliger te werken en het komt óók de veiligheid van de cliënt ten goede. In het Tilprotocol worden (til)afspraken per individuele cliënt vastgelegd Het Tilprotocol wordt in sommige instellingen ook wel het Transfer- of Bewegingsprotocol genoemd. In het Tilprotocol worden per individuele cliënt (til)afspraken vastgelegd. Als dit niet gebeurt of als zorgverleners zich niet houden aan de afspraken die op het Tilprotocol staan, kunnen er onveilige situaties ontstaan, zowel voor de cliënt als voor jou. Makkelijk vindbaar Instellingen die een Tilprotocol ontwerpen, doen dit vaak op basis van protocollen die in andere instellingen al worden gebruikt. Om het enthousiasme voor het gebruiken van het Tilprotocol te stimuleren, is het zinvol om bijvoorbeeld de tilspecialisten (zie tip 11) hun eigen formulier te laten opstellen. Het Tilprotocol moet ook makkelijk vindbaar zijn, bijvoorbeeld aan de binnenkant van het nachtkastje van de cliënt of in het zorgplan. Werken met een Tilprotocol houdt in dat je: stil staat bij een tilprobleem (je moet immers iets invullen) bewust zoekt naar een oplossing (je moet immers iets invullen) duidelijk kunt zijn tegen de cliënt (die daardoor minder angstig is en beter kan meewerken) duidelijk kunt zijn tegen collega s (waaronder invallers) Voorbeelden en aanvullende informatie Voorbeelden van Tilprotocollen zijn te vinden in het Handboek Transfers (zie tip 3), de cd-rom Verplaatsing met Zorg (zie tip 14), het werkboek Welke Hulpmiddelen Helpen (Sectorfondsen Zorg en Welzijn) en De Zorg een Last? (Sectorfondsen Zorg en Welzijn). De publicatie Tillen in Balans (TVZ, nr. 9, 1994) gaat dieper in op hoe je het beste met een Tilprotocol kunt werken. Voor voorbeelden van protocollen en de meest actuele stand van zaken op dit gebied kun je contact opnemen met het Arbokenniscentrum, fax (030) 273 97 77, e-mail producten@arbozw.nl of www.arbozw.nl. 10

Pictogrammen Beleid instrumenten Tip 2 Verduidelijk handelingen met pictogrammen Hoe wordt de cliënt uit bed geholpen? Hoe gaat de transfer van rolstoel naar toilet? Steeds meer instellingen leggen de manieren van verplaatsen vast in een Til- of Transferprotocol (tip 1). Zo n protocol vind je dan weer terug in een zorgdossier. Het omschrijven van een tiltechniek is soms moeilijk en omslachtig. Door gebruik te maken van universele pictogrammen kun je in één oogopslag zien wat de bedoeling is. Inmiddels zijn er ongeveer 50 pictogrammen ontwikkeld, die elk één manuele transfertechniek of -hulpmiddel verbeelden. Deze pictogrammen worden in steeds meer boeken, artikelen en cd-roms gebruikt. Op die manier weet iedereen in de zorg exact welke transfer met welk pictogram wordt aangeduid. Je kunt de pictogrammen van de hulpmiddelen en transfers, die op jouw instelling van toepassing zijn, selecteren. Je kunt ze kopiëren, eventueel op kleine stickers afdrukken en dan op het protocol plakken. AWOB-ARJO Met pictogrammen kun je in één oogopslag zien wat de bedoeling is 11

Naslagwerken Beleid en instrumenten Tip 3 Tilnaslagwerken In een tilnaslagwerk kun je opzoeken hoe je bepaalde tiltechnieken, zoals die ook in het Tilprotocol genoemd worden, moet uitvoeren. Ook het juiste gebruik van tilliften komt daarin aan bod. Een belangrijk hulpmiddel dus om er zeker van te zijn dat je de til- en transferhandelingen juist verricht. De kern van het voorkomen van fysieke overbelasting is het maken van onderlinge afspraken over de manier waarop een cliënt wordt verplaatst. Deze afspraken worden vastgelegd in het zorgplan of op het Tilprotocol (zie tip 1). Om deze afspraken goed te kunnen volgen en uitvoeren, is het van belang om te beschikken over een tilnaslagwerk. In een tilnaslagwerk vind je uitgebreide informatie over til- en transfertechnieken Informatie over preventie en technieken Meestal wordt in het Tilprotocol wel duidelijk gemaakt, bijvoorbeeld aan de hand van een pictogram (zie tip 2), hoe een techniek werkt. Maar als je twijfelt of als er toch onduidelijkheden zijn, is het handig om de betreffende techniek op te kunnen zoeken in een tilnaslagwerk. Daarin is een groot aantal til- en transfertechnieken terug te vinden, die vaak ook met foto s, tekeningen en pictogrammen geïllustreerd zijn. Het gebruik van tilliften wordt meestal ook besproken. Sommige tilnaslagwerken geven daarnaast extra informatie over het opzetten van een preventiebeleid fysieke overbelasting. Belangrijk is dat in het naslagwerk rekening wordt gehouden met de grenzen voor fysieke belasting (zie tip 83, 92, 95 en 96). Meer informatie Op de cd-rom Verplaatsing met Zorg staat een tilnaslagwerk (zie tip 14), maar er zijn ook naslagwerken in boekvorm, zoals: Handboek Transfers, Corpus 2001, Amsterdam. Verplaatsingstechnieken, Paraad Uitgeverij, Hardenberg. 12

Rugboekje Tip 4 Beleid en instrumenten Gebruik het Rugboekje Het Rugboekje is een handzaam boekje in broekzakformaat, waarin duidelijk staat beschreven wat rugklachten precies zijn en wat zorgverleners zélf kunnen doen om klachten te voorkomen. Er is een grens aan wat je als zorgverlener mag tillen Ziekenverzorgenden die voor het eerst de werkvloer betreden, krijgen al snel last van hun rug, zo blijkt uit onderzoek. Tijdens het theoretische gedeelte van de opleiding tot ziekenverzorgende kampt achttien procent van de leerlingen met rugklachten. Zodra de leerlingen de praktijk ingaan, stijgt dit percentage naar 83. Het is zorgwekkend dat jonge mensen al zo vroeg in hun carrière rugklachten ontwikkelen. Praktische adviezen Het Rugboekje is ook gemaakt om (leerling-)zorgverleners te laten zien wat rugklachten zijn en wat zij zélf kunnen doen om klachten te voorkomen. Er is bijvoorbeeld een grens aan wat je als zorgverlener mag tillen. Cliënten moeten consequent gestimuleerd worden om mee te werken bij transfers. Als het desondanks toch te zwaar wordt, is een (til)hulpmiddel noodzakelijk. Ook aan andere belangrijke oorzaken van rugklachten, zoals statische belasting en stress, besteedt het Rugboekje aandacht. Het bevat adviezen om overbelasting van je rug op het werk én thuis te voorkomen en laat zien wat de voordelen zijn van actief sporten en het doen van (ontspannings)oefeningen. De afbeeldingen en illustraties in het Rugboekje zorgen er voor dat de boodschap duidelijk overkomt. Het Rugboekje is er nu ook voor zorgverleners in de gehandicaptenzorg en medewerkers in de ondersteunende diensten in de ggz, verpleeg- en verzorgingshuizen en gehandicaptenzorg. Rugboekjes voor patiëntgebonden en niet-patiëntgebonden functies in ziekenhuizen zijn in de maak en verschijnen in de loop van 2003. De verschillende Rugboekjes zijn te bestellen bij het Arbokenniscentrum, fax (030) 273 97 77, e-mail producten@arbozw.nl of www.arbozw.nl. 13

Tilschijf Beleid en instrumenten Tilschijf Tip 5 De Tilschijf helpt je om te bepalen wanneer je nog manueel kunt tillen en wanneer dat niet meer kan. Het is niet meer dan een kartonnen draaischijfje, waarop je het type transfer, het aantal tillers, het gewicht en de mate van medewerking van de cliënt aan kunt geven. Als je dat hebt gedaan, geeft de Tilschijf aan of de transfer veilig (groen), onveilig (oranje) of onacceptabel (rood) is. Daarmee geeft de Tilschijf een redelijk betrouwbare indruk van de werkelijke transferlast. De Tilschijf helpt je om te bepalen wanneer je nog manueel kunt tillen en wanneer dat niet meer kan Op basis van de uitkomst kun je besluiten de transfer alleen, samen of met een hulpmiddel uit te voeren. De Tilschijf geeft niet aan welk hulpmiddel je het beste kunt gebruiken. Het instrument geeft alleen aan dat de veilige grens is overschreden. Tilschijf als onderdeel van groter beleid De berekeningen die ten grondslag liggen aan de Tilschijf zijn gemaakt met behulp van de NIOSH-systematiek voor het manueel verplaatsen van lasten. Hoewel deze NIOSHnormen vrij algemeen aanvaard worden als een betrouwbare richtlijn zijn ze nogal streng. De Tilschijf geeft daarom vrij snel rood aan. Voorkomen moet worden dat er daardoor een lacherige of apathische houding ontstaat: alles is rood, dus ik kan beter naar huis gaan. Het gebruik van de Tilschijf is dan ook alleen zinvol in het kader van een til-, transfer- of preventiebeleid. Zorgverleners moeten immers wel de mogelijkheid krijgen om zich aan de grenzen te houden die de Tilschijf aangeeft, bijvoorbeeld door middel van training en de aanwezigheid van voldoende hulpmiddelen. Sommige instellingen kiezen er daarom voor om eerst zoveel mogelijk rode transfers te elimineren, om zich daarna te concentreren op het aanpakken van de oranje transfers. Hulpmiddel bij protocol, discussies en groepstrainingen De Tilschijf is goed te gebruiken als hulpmiddel bij het invullen van het Transferprotocol. De schijf kan ook dienen als ondersteuning bij discussies op een afdeling over de vraag of een bepaalde cliënt nu wel of niet te zwaar is om manueel te tillen. Ook kan de Tilschijf worden gebruikt bij groepstrainingen, waar zorgverleners aan de hand van casussen een transfer moeten beoordelen. 14

StatMan StatMan Tip 6 Beleid en instrumenten Werken in moeilijke houdingen komt in de zorg erg veel voor, bijvoorbeeld bij het geven van wondverzorging of het werken aan een lage medicijnkar. We noemen dat statische belasting. Met de StatMan kun je bepalen of werken in zo n houding wel of niet veilig is. De StatMan moet je vooral gebruiken als didactisch hulpmiddel Welke houding is nu nog gezond en welke is dat niet meer? En hoe lang mag je die houding dan volhouden? In tip 92 wordt uitgebreid ingegaan op de normen voor statische belasting. In deze tip staat de StatMan centraal: een hulpmiddel om te bepalen of de statische belasting gezondheidkundig wel of niet toelaatbaar is. Veilig of niet? De StatMan is een kartonnen poppetje in A4- of A5-formaat dat je in allerlei standen kunt zetten. Het poppetje heeft scharnieren in de knieën, heupen, schouders en ellebogen. Verder zitten er twee gaatjes in: één in het hoofd en één in de handen. Door de StatMan in verschillende standen te zetten, zie je een rode, oranje of groene kleur in de gaatjes verschijnen. De combinatie van de kleuren in de twee gaatjes bepaalt uiteindelijk of de houding veilig is of niet. Geen ingewikkelde bewegingen De StatMan kent ook zijn beperkingen. Het instrument kan bijvoorbeeld alleen symmetrische, staande houdingen in het platte vlak weergegeven. In de praktijk zien we veel ingewikkelder bewegingen. De uitslag van de StatMan zal daarom altijd een onderschatting van de risico s geven; in werkelijkheid zijn deze vaak groter. Didactisch hulpmiddel De StatMan is vooral een didactisch hulpmiddel. Het is nadrukkelijk géén meetinstrument. Daar zijn nauwkeuriger instrumenten voor nodig. Aan de hand van een casus (bijvoorbeeld op een dia) kun je met de StatMan de houding van de betreffende zorgverlener beoordelen. Ook voor transferspecialisten (zie tip 11) kan het een handig hulpmiddel zijn om het onderwerp statische belasting onder de aandacht te brengen. De Tilschijf (tip 5) en de StatMan zijn te bestellen bij het Arbokenniscentrum, fax (030) 273 97 77, e-mail producten@arbozw.nl of www.arbozw.nl. 15

WerkPlekCheck Beleid en instrumenten Tip 7 WerkPlekCheck Om een goed preventief beleid inzake fysieke overbelasting van de grond te krijgen (en ook actueel te houden) is het belangrijk dat de betrokkenen (de zorgverleners) actief met het onderwerp aan de slag gaan. Dat leidt tot bewustwording en enthousiasme om de problematiek echt op te lossen. De WerkPlekCheck is een instrument om een bewustwordingsproces bij zorgverleners op gang te brengen De WerkPlekCheck is een instrument waarmee de arbocoördinator, stafmedewerker, tilspecialist of (bedrijfs)fysio- of ergotherapeut het noodzakelijke bewustwordingsproces bij de zorgverleners op gang kan helpen. Het is een eenvoudige checklist die door zorgverleners zelf ingevuld kan worden. De onderwerpen die gecheckt worden gaan over alle mogelijk fysiek belastende arboonderwerpen, dus niet alleen tillen. Inhoud WerkPlekCheck De WerkPlekCheck bevat de volgende arbo-onderwerpen: tillen, statische belasting, duwen en trekken, het aan- en uittrekken van steunkousen, manoeuvreren, zitten, lopen, reiken, dragen, pauzeren, werktempo, psychische belasting, klimaat, licht, geluid en werksfeer. Knelpunten Je kunt de WerkPlekCheck bijvoorbeeld gebruiken als voorbereiding op een training. Zorgverleners gaan, voorafgaande aan de training, binnen de eigen afdeling onderzoeken waar de problemen liggen. Zo kan de training precies aansluiten bij de knelpunten die de zorgverleners zélf hebben gesignaleerd. Op deze manier worden bewustwording en commitment gestimuleerd. Het werken met de WerkPlekCheck past ook uitstekend in de visie van het Probleem Gestuurd Oplossen (PGO) (tip 18). Tijdens de training zullen discussies ontstaan over welke knelpunten prioriteit verdienen. Dan is het handig als je kunt aangeven wat gezondheidkundig wél en niet toelaatbaar is. In de handleiding bij de WerkPlekCheck vind je hiervoor de normen. De WerkPlekCheck is te bestellen bij het Arbokenniscentrum, fax (030) 273 97 77, e-mail producten@arbozw.nl of www.arbozw.nl. 16

Tilthermometer Beleid en instrumenten Tilthermometer Tip 8 Steeds meer instellingen werken aan het verminderen van verzuim in hun organisatie. Een belangrijke maatregel is het voeren van een preventief beleid tegen fysieke overbelasting. Dit is vaak een proces van jaren, waarbij de effecten niet altijd meetbaar zijn in teruglopende verzuimcijfers. Hoe weet je of het preventiebeleid succesvol is en waar je eventueel moet bijsturen? De Tilthermometer kan uitkomst bieden. Goed preventief beleid tegen fysieke overbelasting werpt meestal pas na enkele jaren zichtbare vruchten af De Tilthermometer is een meetinstrument dat vaststelt hoeveel en aan welk type fysieke belasting zorgverleners blootstaan. Op dit formulier vul je in: bij welk percentage van de cliënten er assistentie wordt verleend in welke mate die assistentie fysiek overbelastend is welk deel van die fysieke overbelasting is opgelost De fysieke belasting is in de Tilthermometer uitgesplitst naar de aanwezige bronnen van fysieke belasting in de verschillende zorgbranches. Door de opzet gaat dit instrument tevens na of volgens de praktijkrichtlijnen (tip 10) wordt gewerkt. Voor niet-zorggebonden handelingen (ondersteunende diensten) is een equivalent voor de Tilthermometer ontwikkeld: de RugRadar. Concrete handvatten De uitslag van de Tilthermometer kan bijvoorbeeld zijn dat in jouw instelling 45 procent van de te zware transfers binnen de grenzen van het bed is opgelost. Voor de verplaatsingen vanuit het bed naar elders is dat bijvoorbeeld 82 procent. Dit biedt concrete handvatten voor beleid: er is specifieke aandacht nodig voor de transfers binnen de grenzen van het bed. De Tilthermometer geeft je ook inzicht in veranderingen in de zorgzwaarte. Als de groep cliënten die assistentie nodig heeft naar verhouding sterk groeit binnen de instelling, terwijl geen extra hulpmiddelen zijn aangeschaft, dan zal de zorgzwaarte voor medewerkers stijgen. De Tilthermometer stelt deze stijging in zorgzwaarte vast. Er zijn inmiddels vier branchespecifieke Tilthermometers beschikbaar: voor de ggz, de verpleegen verzorgingshuizen, de gehandicaptenzorg en ziekenhuizen. De thuiszorg heeft vanaf voorjaar 2003 de beschikking over een Tilthermometer. De diverse Tilthermometers zijn te bestellen bij het Arbokenniscentrum, fax (030) 273 97 77, e-mail producten@arbozw.nl of www.arbozw.nl. Op www.arbozw.nl vind je ook speciale software om het invullen te vergemakkelijken en om grafische overzichten te maken. 17

BeleidsSpiegel Beleid en instrumenten Tip 9 De BeleidsSpiegel De BeleidsSpiegel is een instrument om het preventiebeleid fysieke overbelasting in een zorginstelling te beoordelen. Waar liggen de sterke en zwakke punten van het beleid? Fysiek zwaar werk hoeft niet tot problemen als (rug)klachten, ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid te leiden bij medewerkers in de zorg. Een goed preventiebeleid fysieke belasting helpt deze problemen te voorkomen. De BeleidsSpiegel is een checklist waarmee kan worden nagegaan of het beleid in een zorginstelling voldoende aandacht besteedt aan het voorkomen van fysieke overbelasting. De BeleidsSpiegel kan zelfstandig worden gebruikt of bijvoorbeeld worden ingezet naar aanleiding van de RI&E Zorg. Het voorkomen van fysieke overbelasting is een belangrijk beleidsspeerpunt Doelstellingen Met de BeleidsSpiegel wordt inzicht verkregen in: a) de noodzaak tot beleid Is het nodig om een specifiek preventiebeleid fysieke overbelasting in de instelling te voeren? Niet in alle instellingen, op alle afdelingen of bij alle disciplines zijn er immers problemen met de fysieke overbelasting. b) de kwaliteit van het huidige beleid Als het nodig is om beleid te voeren, is de vraag of de kwaliteit van het huidige beleid dan voldoende is. Op welke punten is verbetering nodig? c) richting voor vervolgbeleid Als eenmaal duidelijk is wat de verbeterpunten zijn, geeft de BeleidsSpiegel aan wat de vervolgstappen zijn om deze specifieke punten aan te pakken. Wie? De BeleidsSpiegel is een instrument dat gebruikt kan worden door een functionaris die zich op beleidsniveau bezighoudt met de preventie van fysieke overbelasting in een zorginstelling, zoals een arbocoördinator, (bedrijfs)fysio- of ergotherapeut, stafmedewerker, hoofd zorg of hoofd ondersteunende diensten. Hoe vul je de BeleidsSpiegel in? Het invullen van de BeleidsSpiegel is vrij eenvoudig. Je omcirkelt bij elk item het gekozen antwoord. Vervolgens bepaal je of je hierin aanleiding ziet voor verbetering: een zogenaamd verbeterpunt. Hiervoor vergelijk je jouw antwoorden met de gewenste situatie zoals die is terug te vinden in de Praktijkrichtlijnen (tip 10). Als je op een verbeterpunt stuit word je vaak verwezen naar een PreGo!-tip. Wanneer je de BeleidsSpiegel helemaal hebt ingevuld, kun je alle verbeterpunten op een rij zetten. Deze verbeterpunten kun je vervolgens aan de hand van een aantal aangegeven criteria prioriteren. Op basis daarvan kun je het beleidsplan op- of bijstellen. Voor de diverse branches zijn verschillende BeleidsSpiegels ontwikkeld. De BeleidsSpiegels zijn te bestellen bij het Arbokenniscentrum, fax (030) 273 97 77, e-mail producten@arbozw.nl of www.arbozw.nl. 18

Zorgtaal Tip 10 Beleid en instrumenten Normen in zorgtaal : Praktijkrichtlijnen fysieke belasting Hoe zwaar mag je tillen? De kilogramnormen voor tillen en statische belasting staan beschreven in tip 83 en tip 91. De Tilschijf (zie tip 5) en de StatMan (zie tip 6) vertalen deze normen naar de praktijk, maar geven nog niet aan wat je in welke situatie moet doen om een veilige transfer te maken. Als je dat wilt weten, kom je terecht bij de praktijkrichtlijnen fysieke belasting. Daarin zijn de kilogramnormen vertaald naar zogenaamde functionele normen, ofwel normen beschreven in zorgtaal. De praktijkrichtlijnen geven functionele normen aan De praktijkrichtlijnen fysieke belasting zijn er zowel voor medewerkers in verplegende en verzorgende beroepen als voor medewerkers in de niet-verzorgende beroepen. Praktijkrichtlijnen zijn aanwezig Onder de naam van: Te vinden in: in de volgende branches: Verpleeg- en verzorgingshuizen Praktijkrichtlijnen Werkpakket Fysieke belasting Geestelijke Gezondheidszorg Praktijkrichtlijnen Werkpakket Fysieke belasting Gehandicaptenzorg Praktijkrichtlijnen Pakketje gezond Thuiszorg Groene praktijkregels Stilstaan bij bewegen Ziekenhuizen Praktijkrichtlijnen Beter! De praktijkrichtlijnen zijn herkenbaar voor de medewerkers, omdat de richtlijnen zijn gespecificeerd naar de dagelijkse werkzaamheden van medewerkers uit de verschillende zorgbranches. De praktijkrichtlijnen kunnen ook aangeven welke eisen er gesteld worden aan bijvoorbeeld de ruimtelijke omgeving, training en periodiek preventief onderhoud van hulpmiddelen. Meer informatie hierover kun je opvragen bij het Arbokenniscentrum. Meer informatie In de verschillende Rugboekjes is meer informatie te vinden over de praktijkrichtlijnen. Voor medewerkers in de gehandicaptenzorg is bovendien Praktijkrichtlijnen in beeld beschikbaar op video, cd-rom en via internet. Voor de thuiszorg is een video over het gebruik van tilliften beschikbaar (tip 19) en zijn speciale spellen over de groene praktijkregels ontwikkeld. Voor de verpleeg- en verzorgingshuizen is de Preventiewijzer samengesteld: een handige (kleuren)waaier waarop alle praktijkrichtlijnen eenvoudig te vinden zijn en die je makkelijk kunt meenemen. Alle bovenstaande producten zijn te bestellen bij het Arbokenniscentrum, fax (030) 273 97 77, e-mail producten@arbozw.nl of www.arbozw.nl. 19

Tilspecialist Beleid en instrumenten Tip 11 De tilspecialist: een belangrijke collega Knelpunten bij fysieke belasting vragen continu de aandacht. Daarom is het goed wanneer er iemand belast is met het til- of preventiebeleid op de afdeling: de tilspecialist. Wat doet de tilspecialist? De tilspecialisten bewaken het til- of preventiebeleid op de afdeling. Ze signaleren knelpunten, lossen deze zo mogelijk op of geven ze door aan de til- of transfercommissie. In veel instellingen nemen ze ook een deel van het inwerken van nieuwe leerlingen of collega s voor hun rekening. Verder geven ze klinische lessen en training. Uiteraard over tillen, mobiliteit, statische belasting, manoeuvreren et cetera. De tilspecialist kan niet zonder goed beleid Wie is de tilspecialist? De tilspecialist wordt ook wel tilcoördinator, transferspecialist, ergocoach of mobiliteitspecialist genoemd. Hij of zij kan een leidinggevende zijn, maar ook een uitvoerende collega. De eerste heeft vaak wat meer gezag, de tweede kent het reilen en zeilen op de afdeling goed en kan daardoor specifieker adviseren. De drempel om een directe collega aan te spreken is soms ook lager. Sommige instellingen werken met een koppel; de voordelen van beide functies worden zo benut en de continuïteit is gewaarborgd. Voorwaarde: goed beleid Een voorwaarde voor het adequaat functioneren van de tilspecialist is een goed beleid. Wanneer de specialist bijvoorbeeld geregeld tegen slecht onderhouden rolstoelen en tilliften aanloopt, moet daar wel iets aan gedaan kunnen worden (zie tip 21). Daarnaast moet de tilspecialist praktisch en theoretisch goed op de hoogte zijn. Het volgen van trainingen (bijvoorbeeld in transfertechnieken) is zinvol. Ook moet de tilspecialist structureel tijd krijgen om het werk goed te kunnen doen. We gaan uit van minimaal één dagdeel per week in teams die fysiek (zwaar) belast worden. 20

Vaardigheden Beleid en instrumenten Tip 12 Training in vaardigheden De aanwezigheid van (til)hulpmiddelen alleen is niet genoeg om gezond te kunnen werken. Het is belangrijk dat zorgverleners en tilspecialisten ook trainingen volgen om hun vaardigheden te vergroten. Het gaat dan om trainingen in het gebruik van hulpmiddelen, manuele transfertechnieken en in technieken waarbij het stimuleren van de eigen activiteit van de cliënt centraal staat. Elke zorgverlener moet minimaal twee dagdelen per jaar training volgen Hulpmiddelen Zorgverleners moeten over voldoende vaardigheden beschikken om (til)hulpmiddelen optimaal te kunnen gebruiken. Naarmate hun vaardigheden beter zijn, krijgen ze meer vertrouwen in zichzelf en de hulpmiddelen. Daardoor ontstaat gewoontevorming en zullen ze meer en beter van hulpmiddelen gebruik maken. Til- en transfertechnieken Behalve training in het gebruik van hulpmiddelen is ook training in (manuele) til- of transfertechnieken onmisbaar om veilig en gezond te kunnen werken. Het is immers niet altijd nodig om hulpmiddelen te gebruiken, soms kan met een goede techniek veel bereikt worden. Ook in situaties waarin het gebruik van hulpmiddelen niet mogelijk is of in situaties waarin de cliënt zelf veel kan of zelfs móet doen (bijvoorbeeld een cliënt die revalideert na een CVA) is de beheersing van deze technieken belangrijk. Lees verder op de volgende pagina > 21

Vaardigheden Beleid en instrumenten Vervolg tip 12 Stimuleren van cliënten Daarnaast zijn er trainingen in technieken en vaardigheden die nodig zijn om cliënten te stimuleren zoveel mogelijk zelf te doen (nodig bijvoorbeeld de cliënt met stem en houding uit om zelf actief te worden en ga niet direct tillen). We noemen dit ook wel het zorgverlenen met de handen op de rug of mobiliteitsbeleid. Om de basisvaardigheden te beheersen moet elke zorgverlener minimaal twee dagdelen per jaar training volgen: een dagdeel manuele transfertechnieken en een dagdeel omgang met hulpmiddelen. Kies de juiste training Om de meest geschikte training uit te kiezen, zijn de volgende vragen van belang: is de trainer in detail op de hoogte van de problematiek in de instelling en is de training op basis hiervan aangepast? worden er duidelijke criteria of grenzen voor fysieke belasting gecommuniceerd en is dat terug te vinden in de aangeboden technieken en hulpmiddelen? is er aandacht voor het (oefenen met) activeren van cliënten? Eventueel volgens de principes van de haptonomie? is er aandacht voor (het oefenen met) hulpmiddelen? is er aandacht voor (het oefenen van) manuele transfers? is er aandacht voor fysieke belasting tijdens verzorging van bedlegerige bewoners? Eventueel volgens de PDL-principes (Passiviteiten van het Dagelijks Leven)? is er in de training aandacht voor fysieke belasting buiten het werk om (huishouding, verzorging kleine kinderen, sport et cetera)? is de training opgebouwd volgens de principes van het Probleem Gestuurd Oplossen (zie tip 18)? is er gelegenheid realistische praktijksituaties in te brengen? lijkt de oefensituatie zo veel als mogelijk op de realiteit? 22

Trainen Tip 13 Beleid en instrumenten Iederéén trainen in tilvaardigheid Heb je eenmaal een goed til- of transferbeleid ontwikkeld, dan is het zaak om het beleid regelmatig te evalueren en te monitoren. Zo kom je erachter waar de knelpunten zitten. Eén van die knelpunten kan het trainen van medewerkers in tilvaardigheid zijn. Hoe weet je bijvoorbeeld zeker dat álle medewerkers getraind worden? Het was moeilijk om de training in tilvaardigheden op peil te houden In een zorgorganisatie liep het til- of transferbeleid best goed, maar uit de evaluatie van het beleid bleek dat het moeilijk was om de training in (til)vaardigheden op peil te houden. Het was niet altijd duidelijk welke medewerkers nu wel of niet getraind waren. Om te voorkomen dat medewerkers de boot zouden missen, kwam de organisatie met een speciaal formulier, waarop iedereen die in aanmerking komt voor training staat vermeld. De teamleiders houden bij welke medewerkers een uitnodiging krijgen voor een training. Wie niet komt opdagen, wordt gevraagd naar de reden, waarna in overleg wordt geprobeerd een oplossing te vinden. Teamleiders erbij betrekken Deze zorginstelling biedt medewerkers nu de mogelijkheid om de training op een andere afdeling te volgen. Ook worden de teamleiders beter betrokken bij het tilof transferbeleid. Ten slotte is de opleiding nauw betrokken bij het til- of transferbeleid. Zo kunnen nieuwe medewerkers direct goed in het beleid worden ingevoerd. 23

Verplaatsing Beleid en instrumenten Tip 14 Verplaatsing met Zorg De cd-rom Verplaatsing met Zorg is een goed hulpmiddel voor zorgverleners die meer willen weten over fysieke belasting in de zorg. Het is een interactief computer-leerprogramma, dat onder meer transfers met en zonder hulpmiddelen, statische belasting, manoeuvreren en het aan- en uittrekken van steunkousen belicht. De cd-rom stelt vragen aan de hand van een casus (die met een plaatje of een filmpje uiteen wordt gezet), waarop je een antwoord moet geven. Vervolgens geeft de computer weer feedback. Je leert dus vragenderwijs. Haptonomische principes De cd-rom is gebaseerd op gezondheidkundige normen en haptonomische principes. Vanuit deze visie passeren afhankelijk van hoe je door het programma klikt vier praktijksituaties uit verschillende zorgsectoren de revue. Ook bevat de cd-rom een catalogus met filmpjes en plaatjes van transfertechnieken. Hij is zo opgebouwd dat iedereen ermee kan werken; computerkennis is niet vereist. Op dit moment wordt de cd-rom veel gebruikt op zorgopleidingen. Ook steeds meer zorgorganisaties gebruiken hem als onderdeel van groepstraining (met een projector), de training voor transferspecialisten of standaard bij het inwerken van nieuwe medewerkers. Voor- en nadelen cd-rom Uit een evaluatieonderzoek van ZorgOnderzoek Nederland (ZON) komen de volgende voor- en nadelen van het werken met de cd-rom Verplaatsing met Zorg naar voren. Aan het onderzoek deden ongeveer 250 zorgverleners mee, werkzaam bij elf verschillende zorginstellingen. Voordelen Nadelen Je ziet bewegende beelden (zeker bij Eisen die aan de hardware en gebruiker worden gesteld (videotransfers van groot belang). en geluidskaart, basisvaardigheden). Je krijgt direct feedback (zonder dat je Je kunt de vaardigheden wel bekijken maar niet oefenen. bang hoeft te zijn het fout te doen). Je kunt de computer geen aanvullende vragen stellen Je kunt werken met de cd-rom wanneer (waarom is dit fout?). het jou uitkomt (eventueel thuis). Je gebruikt de cd-rom meestal in je eentje (je kunt niet Het is leuk. overleggen bij onduidelijkheden). Specifiek voor de gehandicaptenzorg is de cd-rom Praktijkrichtlijnen in beweging ontwikkeld. Hier zijn alle praktijkrichtlijnen in woord en beeld te vinden zijn. Deze informatie is ook via internet te raadplegen (www.arbozw.nl). De cd-roms Verplaatsing met Zorg en Praktijkrichtlijnen in beweging zijn te bestellen bij het Arbokenniscentrum, fax (030) 273 97 77, e-mail producten@arbozw.nl of www.arbozw.nl. 24

TilcommissieBeleid Tip 15 en instrumenten Tilcommissie Steeds meer zorginstellingen hebben een werkgroep die zich specifiek bezighoudt met de preventie van fysieke overbelasting bij zorgverleners. Tilcommissie is de meest gebruikte naam hiervoor. De taken van een tilcommissie variëren per instelling. Bijvoorbeeld het formuleren van beleid, het aansturen van de eventuele tilspecialisten (tip 11) en het evalueren en bijsturen van het beleid. Er zijn verschillende redenen om te kiezen voor een tilcommissie. Allereerst is het opzetten van het preventiebeleid fysieke overbelasting een complexe materie die ingrijpt op alle facetten van de organisatie. Een speciale groep van deskundigen en beslissers maakt slagvaardig optreden mogelijk, zorgt voor een breed draagvlak en voor structurele aandacht (borging). Daarmee kan voorkomen worden dat het beleid op termijn inzakt. Ideale samenstelling Soms worden de taken van de tilcommissie door één persoon uitgevoerd. Deze moet over veel kennis van zaken beschikken, zeer gedreven zijn en een goed netwerk in alle lagen van de organsatie hebben. Een nadeel van deze constructie is dat bij het verdwijnen van deze persoon ook het beleid, de kennis en de ervaring verloren gaan. De ideale samenstelling hangt af van de grootte van de organisatie en het takenpakket van de tilcommissie (is er bijvoorbeeld ook een arbocommissie?). Het is zinvol er een MT-lid bij te betrekken (voor korte lijnen met financiën en beleidszaken). Daarnaast kan een arbocoördinator of paramedicus voor de inhoudelijke ondersteuning zorgen. De voeling met de afdelingen kan onderhouden worden via een tilspecialist. Ook is het raadzaam de OR erbij te betrekken. Daarnaast hebben in veel tilcommissies vertegenwoordigers van personeelszaken, opleidingen, het middenkader en de arbodienst. Een goede mix in functies voorkomt eenzijdige aandacht voor bijvoorbeeld tiltechnisch inhoudelijke zaken of te weinig aansluiting bij de dagelijkse praktijk. Een breed samengestelde tilcommissie maakt slagvaardig optreden mogelijk 25

Waakhond Beleid en instrumenten Tip 16 Stel een ergonomische waakhond aan Staat mijn beeldscherm wel goed? Ik heb aan het eind van de dag last van mijn nek; ligt dat misschien aan de hoogte van mijn werkblad? Voor medewerkers is het niet altijd even makkelijk om antwoord te krijgen op dit soort ergonomische vraagstukken. De stap naar de arbodienst is voor velen nét te groot. Het aanstellen van een ergonomische waakhond biedt uitkomst. De stap naar de arbodienst is voor veel medewerkers nét te groot Als zorgverleners met uiteenlopende ergonomische vragen over hun werk rondlopen, stappen zij niet zo makkelijk naar de arbodienst. De drempel om naar een bekend persoon binnen de instelling toe te stappen, is vele malen lager. Taken Een mogelijke oplossing voor dit probleem is om iemand binnen de instelling de taak te geven van ergonomische waakhond. De voornaamste functie van deze persoon is niet blaffen of bijten, maar waken. Hij zorgt dat er bij de aanschaf van meubelen en instrumenten ook naar de ergonomische eigenschappen wordt gekeken. Ook bekijkt hij of nieuwe regels door de ergonomische beugel kunnen. Lopen collega s rond met een vraag op ergonomisch gebied, zoals of die printer niet op een erg onhandige plaats staat, dan geeft hij een adequaat antwoord. Wat weer van invloed is op een gezonde en prettige werkomgeving. 26

Vaste plek Tip 17 Beleid en instrumenten Tillift altijd op een vaste plek Als je de belasting van je rug binnen de gezonde grenzen wilt brengen, kan het noodzakelijk zijn een tillift te gebruiken. De tillift moet dan wel zonder veel moeite en tijdverlies te gebruiken zijn. Niets is vervelender dan naar een tillift te moeten zoeken. Dat kost veel tijd en ergernis. De volgende keer gaat even een tilletje dan wel zo snel. Om het gebruik van de tillift te stimuleren, is het onder andere belangrijk dat tilliften altijd op dezelfde plaats staan. Je hoeft dan niet meer te zoeken. Dit vereist enige discipline. Je moet het apparaat altijd terugzetten op de afgesproken plek. Het is belangrijk dat je niet hoeft te zoeken naar de tillift In de Verenigde Staten en Canada hebben ze het probleem opgelost door tijdelijke parkeerplaatsen voor tilliften te creëren. Met speciale plastic bordjes op de muur zijn deze plaatsen aangegeven. Ze herinneren zorgverleners eraan dat ze de tilliften hier terug moeten zetten. Het tijdelijke wordt benadrukt, omdat de lift zo veel mogelijk in gebruik moet zijn en dus maar kort de parkeerplaats nodig heeft. 27

Preventiebeleid Beleid en instrumenten Tip 18 Preventiebeleid: hoe voorkom ik inzakken? Wanneer het preventiebeleid een tijdje draait, kan het moeilijk zijn om het enthousiasme erin te houden. Met mooie nieuwe tilhulpmiddelen of de training nog vers in het geheugen lukt het aanvankelijk nog wel. Maar later gaat het weleens bergafwaarts. Impulsen als een extra training of een voorlichtingscampagne met posters, betekenen vaak slechts tijdelijke oplevingen. Hoe hou je de motivatie op peil? Om een goed preventie-, til- of transferbeleid van de grond te krijgen en ook onder de aandacht te blijven houden, is het belangrijk dat de zorgverleners zélf actief met het onderwerp aan de slag gaan. Dat leidt tot bewustwording en enthousiasme om de problematiek ook op de langere termijn op te lossen. Vaak zien we dat bijvoorbeeld de arbocoördinator, een fysio- of ergotherapeut de kar trekt. Dat gaat meestal een hele tijd goed, maar als het enthousiasme bij deze persoon vermindert, zakt het programma in. Er is onvoldoende draagvlak bij de zorgverleners. Zorg dat zorgverleners zich zélf verantwoordelijk voelen voor de oplossingen Probleem Gestuurd Oplossen Om voldoende draagvlak te creëren, is het nodig dat de zorgverleners er zélf van overtuigd zijn dat er een probleem is. Dit kun je bijvoorbeeld doen door foto s te maken van zorgverleners aan het werk in fysiek belastende houdingen. Ze kunnen zichzelf vervolgens beoordelen (bijvoorbeeld met de Tilschijf (tip 5) of de StatMan (tip 6)) en aan de hand daarvan zelf oplossingen verzinnen, invoeren en evalueren. Dat alles onder begeleiding van bijvoorbeeld de arbocoördinator, fysio- of ergotherapeut. Dit kan ook met de WerkPlekCheck (tip 7) of de RugRadar. Deze benadering, waarbij de deskundige zich minder opstelt als oplosser van de problemen en meer als procesbegeleider, noemen we het Probleem Gestuurd Oplossen (PGO). Zo blijven de knelpunten een probleem van de zorgverleners zélf, voelen zij zich ook verantwoordelijk voor de oplossingen én voorkom je dat het beleid inzakt. Meer weten? Knibbe N.E. Knibbe J.J. De ergonoom doet een stapje zijwaarts. Probleem Gestuurd Oplossen van ergonomische problemen. Nederlands Tijdschrift voor Ergonomie 24 (4), 111-115, 1999. 28

Tillift thuis Tip 19 Beleid en instrumenten Een tillift thuis Een tillift in huis, wat komt hierbij kijken? De video Een tillift thuis brengt ervaringen van drie gebruikers van tilliften op indringende wijze in beeld. De drie cliënten vertellen over hun weerstand tegen de tillift en de manier waarop dat langzaam is veranderd in acceptatie. Duidelijk komt naar voren dat de tillift enerzijds het symbool is van achteruitgang. Het is wéér een stap terug. Anderzijds kan de cliënt door de tillift bijvoorbeeld thuis blijven wonen en is de tillift daarmee een positief symbool geworden. Door op deze manier het acceptatieproces neer te zetten, is de video niet alleen waardevol voor cliënten als voorbereiding op het gaan gebruiken van een tillift. Ook voor zorgverleners en studenten is de video confronterend en bruikbaar. Hiermee kan de cliënt beter worden begeleid bij de acceptatie van een hulpmiddel als de tillift. Waardevol Hoewel de video met name gaat over het hebben van een tillift in huis, blijken er veel herkenningspunten in te zitten voor bijvoorbeeld bewoners van verpleeg- en verzorgingshuizen, familie of cliëntenraden. Ook voor uit het ziekenhuis ontslagen patiënten die thuis een tillift nodig hebben, kan de video waardevol zijn. Bij de video hoort een boekje met informatie over de diverse soorten tilliften en een draaiboekje voor een workshop in het kader van een opleiding of nascholing. De video en de brochure Een tillift thuis zijn te bestellen bij het Arbokenniscentrum, fax (030) 273 97 77, e-mail producten@arbozw.nl of www.arbozw.nl. De video Een tillift thuis is waardevol voor cliënten, zorgverleners en studenten 29

Ruimte voor Beleid en instrumenten Tip 20 Ruimte voor gezond werk Om gezond en veilig te kunnen werken, heb je letterlijk ruimte nodig. Zonder je in allerlei bochten te hoeven wringen, moet je overal goed bij kunnen komen. Om die noodzakelijke werkruimte te creëren, moet je goed kijken naar de inrichting en de maten van de ruimte waarin je werkt. Afspraken over de inrichting behoren een vast onderdeel te zijn van het preventiebeleid Inrichting De werkruimte die je tot je beschikking hebt, is voor een deel afhankelijk van de inrichting. Dit geldt niet alleen voor de kamers van de cliënten, maar ook voor andere ruimtes zoals de recreatiezaal, de ontvangstruimtes en niet te vergeten de gangen. Je kunt als vuistregel nemen dat manoeuvreren met rollend materiaal (bedden, karren, rolstoelen, tilliften et cetera) mogelijk moet zijn zónder eerst andere materialen te moeten verplaatsen. Maak daarom afspraken, bijvoorbeeld over dat je de rolstoelen die niet gebruikt worden aan één zijde van de gang plaatst. Afspraken over de inrichting van kamers, appartementen en overige ruimtes behoren een vast onderdeel te zijn van het preventiebeleid lichamelijke overbelasting. Maten De werkruimte wordt ook bepaald door de maten van de ruimtes waarin je werkt, zoals de breedte van de gang en van de deuropening (zie grafiek). Bij renovatie en nieuwbouw, maar ook bij kleine verbouwingen, is het daarom belangrijk om vooraf goed na te denken over de juiste maten. Welke hulpmiddelen (bedden, tilliften, etenskarren, douchewagens et cetera) gaan er in de geplande ruimte gebruikt worden? Wat zijn de plannen op de korte én de lange termijn? In het werkboek Ruimte voor gezond werk in de ouderenzorg (Sectorfondsen Zorg en Welzijn) lees je hier meer over en vind je ook overzichtelijke plattegronden van woon- en werkruimten. Ook in de werkpakketten over fysieke belasting die voor de diverse branches in de zorg zijn ontwikkeld, vind je een hoofdstuk over dit onderwerp. Ruimte voor gezond werk in de ouderenzorg is te bestellen bij het Arbokenniscentrum, fax (030) 273 97 77, e-mail producten@arbozw.nl of www.arbozw.nl. 30