Raming van het bijstandsvolume in MEV 2008 en Actualisatie Economische Verkenning 2008-2011



Vergelijkbare documenten
CPB Memorandum. Raming van het bijstandsvolume in de MEV 2007

CPB Memorandum. Raming van het bijstandsvolume in CEP 2007

Sector : 2 Afdeling/Project : Sociale zekerheid Samensteller(s) : Hans Stegeman en Frans Suijker Nummer : 126 Datum : 19 september 2005

Afdeling/Project : Sociale Zekerheid Samensteller(s) : Hans Stegeman en Frans Suijker Nummer : 152 Datum : 5 april 2006

Sector : 2 Afdeling/Project : SZ Samensteller(s) : Hans Stegeman en Frans Suijker Nummer : 113 Datum : 17 maart 2005

Raming bijstandsvolume in de MEV 2005

CPB Notitie. 1 Inleiding. Datum: 15 september 2015 Betreft: Raming van het bijstandsvolume in MEV 2016

CPB Notitie 18 september 2018

CPB Notitie. 1 Inleiding. Datum: 19 september 2017 Betreft: Raming van het bijstandsvolume in MEV 2018

CPB Notitie. 1 Inleiding. Datum: 21 september 2016 Betreft: Raming van het bijstandsvolume in MEV 2017

Aanvullende informatie bijstelling macrobudget inkomensdeel per 18 mei 2006

ons kenmerk BAWI/U

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2. Globale analyse 2015

Tijdens het begrotingsonderzoek heb ik toegezegd u nog aanvullende informatie toe te zenden.

CPB Notitie. Bijstelling meerjarencijfers Inleiding. Datum : 3 juli 2003

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [X]Akkoordstukken [ ]Openbaar -- [ ]Besloten --

CPB Notitie. 1 Inleiding. 2 Definities van werkloosheid. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Publicatie datum: Factsheet Miljoenennota 2018

ISD. Kwartaalrapportage. Overzicht 1 e kwartaal 2013 Steenbergen

Financiering Participatiewet

Welke re-integratiemiddelen krijgen gemeenten onder de Participatiewet?

NOTA. nota voor burgemeester en wethouders. datum: 14 oktober 2010 registratienummer: I/

Financiering Bijstand. Bastiaan Ouwehand Tim Mulder

Factsheet Miljoenennota 2017

Ontwikkeling bijstandsuitkeringen Drechtsteden 2014, 2015 en ,0% -7,5% -5,0% -2,5% 0,0% 2,5% 5,0% 7,5% 10,0%

CPB Notitie. 1 Inleiding. Datum : 18 augustus 2009 Aan : Stef Blok (VVD)

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht

Antwoorden vragen Najaarsbrief Sociale Zekerheid en Arbeidsmarkt 2003

Verwerking wet Verlenging Loondoorbetaling bij Ziekte in CEP 2004

Cluster : Samenleving Nummer : 8 Portefeuillehouder : Linda van der Deen Datum vergadering : 14 december 2015

Bijstandsbudget 2016 (Macrobudget BUIG)

5 Werk en Inkomensondersteuning

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Ontwikkeling bijstandsuitkeringen Drechtsteden 2014 en ,0% -7,5% -5,0% -2,5% 0,0% 2,5% 5,0% 7,5% 10,0%

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Bijstandsuitkeringen vrijwel onveranderd. Stijging aantal WW-uitkeringen loopt fors terug

: Aanvullend voorstel voor voorjaarsnota 2006 en kadernota 2007

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Aantal uitkeringen daalt. Daling bijstand vooral bij mannen en jongeren

Financiële effecten van de Participatiewet

Gemeente Den Haag. de gemeenteraad

BIJSTAND BLIJFT GROEIEN

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid stijgt opnieuw sterk

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 8 april 2011 Betreft Evaluatie IOW

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Arbeidsongeschiktheidsuitkeringen sterk teruggelopen. Vooral minder nieuwe WAO-uitkeringen

Financiële vertaling Bestuursakkoord

Variant voor verdeling toegestane tekort tussen Rijk en lokale overheid Op verzoek van het Ministerie van Financiën

Presentatie voor bijeenkomst Miljoenennota toegelicht

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Premienota tbv Premievaststelling sectorfondsen. Sector 16: Slagers overig

Regionale Arbeidsmarkt Informatie Limburg update juni 2013

Overzicht bijstellingen Sectorrekeningen 2011 Definitief, 2012 Nader voorlopig en 2013 Voorlopig

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Kamervraag/vragen van het lid Karabulut

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Themabijeenkomst regionale arbeidsmarkt. Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nijkerk, Nunspeet, Oldebroek, Putten en Zeewolde

Incidenteel Aanvullende Uitkering. Commissie Maatschappelijke Ontwikkeling (MO) 24 september 2012, uur

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2

Divosa-monitor factsheet: Bijstandsuitkeringen 2012

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Dashboard voor het beleid en de uitvoering van de Participatiewet Handleiding bij het gebruik

Actuele ramingen BUIG Commissie Rekening en Audit Advies

Prognosetool Handleiding prognosetool

Monitoring ontwikkeling Arbeidsmarkt West- Brabant. 2e voortgangsrapportage 2011

Bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Arbeidsaanbod naar sociaaldemografische kenmerken

Tweemeting Uitstroomdoelstelling re-integratieondersteuning Voorlopige cijfers 2006 en eerste halfjaar 2007

Sector : Conjunctuur en collectieve sector Afdeling/Project : Inkomens en Prijzen Samensteller(s) : Nicole Bosch Nummer : 157 Datum : 14 juni 2006

jul/09 mei/09 jun/09 sep/09 sep/08 jan/09 feb/09 mrt/09 jun/09 aug/09 sep/09 aug/09

Doorkiesnummer : (0495) Agendapunt: 8 ONDERWERP

Nadere achtergrondinformatie participatiewet

Inkomenseffecten Wet Uniformering Loonbegrip

Inkomenseffecten Wet Uniformering Loonbegrip

Doorrekening Catshuispakket: hoofdtabellen Uitgevoerd op verzoek van de minister-president

Inleiding 1. Aanpassing kostendelersnormsystematiek 2. Kostendelersnorm IOAW en IOAZ

Gemeente Breda. Monitoring ontwikkeling uitkeringen West-Brabant. 2 e voortgangsrapportage SSC Onderzoek en Informatie

1. Kennis te nemen van de maart- en meicirculaire en de (financiële) gevolgen daarvan

Datum : 12 juni 2009 Aan : Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Ministerie van Financiën

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Persbericht. Werkloosheid stijgt verder. Centraal Bureau voor de Statistiek

Maatwerkrapport WWB in Uw Gemeente

Evaluatie. Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief periode 1 juli 2015 tot en met 30 juni Gemeente Wassenaar

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid daalt voor de zesde maand op rij. Lichte daling aantal werkzoekenden

Persbericht. Werkloosheid blijft dalen in januari Centraal Bureau voor de Statistiek. Trend werkloosheid blijft dalend

Participatiewet / Wsw. Raadsinformatieavond - 3 juli 2013

KM 08/07 WW Raming 2008-I

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Na de WW stijgt nu ook de bijstand. Vooral meer jonge, alleenstaande mannen in de bijstand

We zien in figuur 2 dat het aandeel personen met een migratieachtergrond toeneemt van 46 procent januari 2015 naar 51 procent in juni 2017.

In de bijgevoegde analyse wordt weergegeven waardoor de verschillen ten opzichte van de meicirculaire zijn ontstaan.

Evaluatie. Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief periode 1 juli 2015 tot en met 30 juni Gemeente Voorschoten

Titel AWVN: gerealiseerde cao-loonstijging voor 2019 blijft nog achter bij CPB-ramingen, maar loopt op in recente cao-akkoorden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

nota financiële bijstellingen 2012 actualisatie prognoses t.o.v. de Juninota 2012

Staatssecretaris voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, De heer H.A.L. van Hoof Postbus LV Den Haag

Kortetermijnontwikkeling

Raadsvoorstel agendapunt

KM 07/14 ZW ramingen 2007-II. Inleiding KENNISMEMO

Van Martin Heekelaar Datum 30 oktober 2012 Betreft

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Inhoud. Verdeelmodel Inkomensdeel Participatiewet. 2. Project verdeelmodel inkomensdeel 2015

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Transcriptie:

CPB Memorandum Afdeling : Sociale zekerheid Samensteller(s) : Frans Suijker Nummer : 187 Datum : 18 september 2007 Raming van het bijstandsvolume in MEV 2008 en Actualisatie Economische Verkenning 2008-2011 De gunstige conjunctuur leidt tot een forse verdere daling van het aantal bijstandsuitkeringen in 2007 en 2008. Beleidsmaatregelen als het herkeuren van WAO ers, de hervorming van de WW en het generaal pardon voor asielzoekers onder de oude vreemdelingenwet beperken deze daling nog enigszins. Het aantal bijstandsuitkeringen aan personen jonger dan 65 jaar bedraagt in 2007 naar raming 292 000, tegen 319 000 in 2006. Het bijstandsvolume relevant voor de definitieve vaststelling van het macrobudget 2007 in het kader van de Wet Werk en Bijstand komt iets hoger uit, namelijk op 293 000 uitkeringen. Een iets sterkere afname van de werkloze beroepsbevolking en het generaal pardon zorgen er per saldo voor dat dit voor het budget relevante volume iets hoger ligt dan de raming in het CEP 2007. Ook na 2008 blijft het bijstandsvolume verder afnemen. In 2009 vindt dit vooral nog plaats onder invloed van de macro-economische ontwikkeling. Daarna zijn nieuwe beleidsmaatregelen bepalend. Hierbij weegt vooral de invoering van een leerwerkplicht in combinatie met afschaffing van de bijstand voor jongeren onder 27 jaar zwaar. De raming in de jaren 2009-2011 heeft een technisch karakter. Conjuncturele afwijkingen van dit tijdpad, zowel naar boven als naar beneden, zijn mogelijk. 1

1 Inleiding Per 1 januari 2004 is de Wet Werk en Bijstand (WWB) in werking getreden. Deze wet bepaalt onder andere dat gemeenten een eigen budget krijgen voor de bijstandsuitgaven. Bij de vaststelling van het macrobudget (het zogenaamde I-deel) worden ramingen van het bijstandsvolume voor bijstandsgerechtigden jonger dan 65 jaar van het CPB gebruikt, zoals gepubliceerd in CEP en MEV. Zo wordt voor de voorlopige vaststelling van het budget voor jaar t gebruik gemaakt van de MEV-raming in jaar t-1. Voor de definitieve vaststelling van het budget maakt het CPB een aparte raming ten tijde van de MEV in jaar t. In de procesbeschrijving die naar de Tweede Kamer is gestuurd staat hierover: Deze raming is gebaseerd op de bijstandsraming in het CEP(t) en wordt gecorrigeerd voor de bijstelling in de raming van de conjuncturele ontwikkeling tussen CEP(t) en MEV(t+1). SZW gebruikt dit cijfer om de geactualiseerde conjunctuurcomponent in de raming van het bijstandsvolume te bepalen ten behoeve van de definitieve vaststelling van de budgetten 1 Het CPB stelt dus geen budget vast, maar publiceert alleen een raming van het bijstandsvolume van personen jonger dan 65 jaar die het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gebruikt voor de definitieve vaststelling van het budget. Echter, de budgetteringsystematiek gaat wijzigen. In het Bestuurlijk Akkoord met de VNG is overeengekomen dat het macrobudget voor de jaren 2008-2011 meerjarig wordt vastgesteld op basis van de MLT-raming van het CPB van september 2007. 2 Dit vaste budget zal jaarlijks worden gecorrigeerd voor de effecten van rijksbeleid, voor de loonprijsbijstellingen en voor de conjunctuur indien deze buiten een bepaalde bandbreedte afwijkt van de MLT-raming. Na vaststelling van de budgetten op basis van de MLT-raming zullen de budgetten voor 2008 en verder dus niet meer worden aangepast voor realisatiegegevens. De bedoeling is dat gemeenten een overschot op hun budget in die periode inzetten voor de verdere vermindering van het aantal mensen dat een beroep doet op de WWB. Bij eventuele tegenvallende realisatiecijfers dienen gemeenten het tekort zelf bij te passen. De volgende paragrafen beschrijven de raming van het bijstandsvolume voor 2007 respectievelijk de periode 2008-2011. Een tekstkader licht de methodiek toe die het CPB hanteert bij het ramen. 1 Procesbeschrijving raming macrobudget I-deel WWB, bijlage bij Brief van staatssecretaris Van Hoof aan de kamer over de actuele ontwikkeling van het aantal bijstandsuitkeringen en de beschrijving van het ramingsproces (2 juli 2004), kst 28870, blz 2. 2 Zie Bijlage 3.4 Deelakkoord participatie SZW-VNG d.d. 31 mei 2007 in Samen aan de slag, Bestuursakkoord rijk en gemeenten, 4 juni 2007. 2

2 Bijstandsvolume 2007 In de MEV 2008 raamt het CPB een bijstandvolume van 292 000 personen in 2007, 27 000 minder dan in 2006. Deze raming is relevant voor de te verwachten daadwerkelijke bijstandsuitgaven van alle gemeenten tezamen. Belangrijke bouwsteen voor deze raming zijn de door het CBS gepubliceerde cijfers over het aantal bijstandsuitkeringen in de eerste vijf maanden van 2007. 3 Deze cijfers geven aan dat het aantal bijstandsuitkeringen gestadig daalt. In het licht van de gunstige conjuncturele ontwikkeling gaat het CPB er van uit dat deze ontwikkeling zich ook in de rest van 2007 voortzet (zie figuur 3.1). Voor de definitieve vaststelling van het budget voor gemeenten in 2007 is niet de hierboven beschreven raming relevant. Het definitieve budget is gebaseerd op de volumeraming in het CEP 2007. Alleen bijstellingen in de raming van conjuncturele ontwikkelingen tussen CEP 2007 en MEV 2008 en veranderingen in het rijksbeleid leiden nog tot wijzigingen in dit volume. Deze regel is zo opgesteld om er voor te zorgen dat gemeenten profijt hebben van hun preventie- en reïntegratiebeleid èn niet de dupe worden van een eventuele tegenvallende conjuncturele ontwikkeling en/of wijzigingen in het rijksbeleid. 4 Tabel 2.1 Berekening bijstandsvolume voor Wet Werk en Bijstand 2007 x 1000 uitkeringen Bijstandsvolume cf. CEP 2007 292 Raming werkloze beroepsbevolking in CEP 2007 357 Raming werkloze beroepsbevolking in MEV 2008 340 Verschil in raming werkloze beroepsbevolking 17,0 Mutatie bijstandsvolume agv mutatie werkloze beroepsbevolking 1,7 Mutatie in rijksbeleid 2,8 Niveau bijstandsvolume relevant voor vaststelling budget WWB 2007 293 Raming niveau daadwerkelijke bijstandsvolume 292 Tabel 2.1 onderbouwt de raming van het bijstandsvolume dat relevant is voor de definitieve vaststelling van het budget WWB 2007. Ten opzichte van het CEP 2007 is de raming van de werkloze beroepsbevolking in 2007 met 17 000 personen neerwaarts bijgesteld. Dit resulteert, conform de huidige rekenregel in een bijstelling van het volume relevant voor de vaststelling van het gemeentebudget met 0,1 x 17 000 = 1 700 personen. Met name door het recente verleende generaal pardon voor asielzoekers onder de oude vreemdelingenwet komt het 3 Zie CBS Statline, Algemene bijstandswet; aantal uitkeringen, 27 juli 2007. 4 Zie Memorie van Toelichting Wet Werk en Bijstand (2003), kamerstuknr. 68004, blz. 15. 3

beleidseffect in 2007 hoger uit. Het bijstandsvolume relevant voor het budget bedraagt daardoor 293 000 personen. Daarmee is het macrobudget naar verwachting net als voorgaande jaren toereikend ter dekking van het daadwerkelijk aantal bijstandsuitkeringen dat op 292 000 personen wordt geraamd. Methodiek raming van het bijstandsvolume Sinds de MEV 2007 hanteert het CPB de volgende ramingsregel: a WWB(t) = 0,10 WBB*(t) + 0,12 WBB*(t-1) + 0,10 WBB*(t-2) + b Conform deze regel leidt een verandering van de gecorrigeerde werkloosheid ( WBB*; zie hieronder) in het jaar zelf maar tot een beperkte verandering van het aantal personen in de bijstand ( WWB(t)), namelijk 10% van de verandering in de werkloosheid. Op korte termijn werken veranderingen in de werkloosheid voornamelijk via de WW. Op wat langere termijn loopt het effect van de werkloosheid op het bijstandsvolume nog wel op, voor een belangrijk deel doordat het verblijf in de WW gemiddeld na 2 à 3 jaar eindigt. De ramingsregel is het uitgangspunt van de raming. Daarnaast wordt met beleidseffecten rekening gehouden. Ten eerste wordt de werkloze beroepsbevolking gecorrigeerd voor maatregelen die een direct effect op het arbeidsaanbod hebben om dubbeltelling te voorkomen. Een voorbeeld hiervan is het afschaffen van de vervolguitkering in de WW. Een deel van de werknemers die voorheen recht hadden op een WW-uitkering en niet tot het arbeidsaanbod behoorden, komt nu in het arbeidsaanbod terecht. Te denken valt aan personen (of hun partners) die gezien het lagere niveau van de (verwachte) uitkering hun inspanning op de arbeidsmarkt opvoeren. Dit leidt tot extra arbeidsaanbod. Echter, deze toename van het arbeidsaanbod zal op korte termijn in beperkte mate geabsorbeerd worden op de arbeidsmarkt, en dientengevolge grotendeels in de werkloze beroepsbevolking terechtkomen. Voor zover deze mensen recht hebben op een uitkering, wordt die uitkering via directe beleidseffecten geboekt. Om te voorkomen dat de extra werkloosheid ook nog eens via de ramingsregel leidt tot meer bijstandsuitkeringen dient de werkloze beroepsbevolking hiervoor in de ramingsregel te worden gecorrigeerd. Deze correctie wordt in drie jaar afgebouwd, omdat werknemers alsnog een baan vinden, zich terugtrekken van de arbeidsmarkt, of, op langere termijn, wel in aanmerking komen voor een uitkering. In formulevorm: 3 * WBB t = WBBt 0,75a + 1 3[ 0,75a] t i i = 1 Waarbij a arbeidsaanbodeffecten zijn die respectievelijk voortkomen uit beleidsmaatregelen in de WW en bijstand. Op de jaarmutaties van de gecorrigeerde werkloze beroepsbevolking wordt vervolgens de rekenregel toegepast. Vervolgens wordt via de parameter b in de ramingsregel gecorrigeerd voor beleidseffecten die in jaar t worden genomen en effect hebben op de bijstand. Dit betreft bijvoorbeeld beleidsmaatregelen in de WW en WAO die tot extra instroom in de bijstand leiden. Tot slot kan op basis van een plausibiliteitcontrole, bijvoorbeeld op basis van overloopcorrecties, nog een autonome aanpassing plaatsvinden. a Zie voor een nadere toelichting Hans Stegeman en Annemiek van Vuren, Wet Werk en Bijstand, Een eerste kwantificering van effecten, CPB Document no. 120, p.34, juni 2006. 4

3 Raming bijstandsvolume 2008-2011 Tabel 3.1 geeft de opbouw van de raming weer voor de periode 2008-2011 (zie kader voor uitleg over de ramingssystematiek). In de eerste plaats bepaalt de macro-economische ontwikkeling het bijstandsvolume. De macro-economische ontwikkeling in 2008 staat beschreven in de Macro Economische Verkenning 2008. Voor 2009-2011 wordt aangesloten bij het Economisch Beeld 2008-2011. 5 Op middellange termijn laat de conjunctuur zich nauwelijks voorspellen. Daarom neemt het CPB in het Economisch Beeld aan dat 2011 een conjunctureel neutraal jaar is. 6 De uitgangspositie in 2007 is echter niet conjunctureel neutraal, maar kenmerkt zich door een gunstige conjunctuur. Benadrukt wordt dat de aanname van het conjunctureel neutrale eindjaar 2011, alsmede het tijdpad daar naartoe in de jaren 2009-2011, zuiver technisch van aard is. Conjuncturele afwijkingen van dit tijdpad, zowel naar boven als naar beneden, zijn mogelijk. Een conjuncturele tegenwind in de jaren 2009-2011 is bijvoorbeeld niet uitgesloten, maar is vanwege het technische karakter niet in het macro-economische beeld op de middellange termijn opgenomen. Tabel 3.1 Raming bijstandsvolume, 2007-2011 2006 2007 2008 2009 2010 2011 x 1 000 personen (1) werkloze beroepsbevolking (WBB) 413 340 311 307 318 329 (2) mutatie WBB 70 73 29 4 11 11 (3) arbeidsaanbodcorrectie op WBB 1 1 2 6 3 3 (4) gecorrigeerde mutatie WBB 71 72 27 1 15 14 (5) mutatie bijstand cf. rekenregel 3 16 18 10 1 3 (6) directe beleidseffecten 4 8 4 1 8 7 (7) geraamde mutatie bijstandsvolume 1 8 14 11 9 4 (8) monitor realisatie/autonoom 17 18 4 0 0 0 (9) mutatie bijstandsvolume 16 26 18 11 9 4 (10) niveau bijstandsvolume 319 292 274 263 254 250 (11) idem, excl. effect wijziging budgetteringssystematiek 276 267 260 258 De raming van de macro-economische groei in het middellange termijn scenario bedraagt gemiddeld 2% per jaar. Deze groei is gelijk aan de potentiële groei, neerwaarts gecorrigeerd voor de overgang van hoogconjunctuur naar een conjunctureel neutraal jaar. De macro- 5 CPB (2007), Actualisatie Economische Verkenning 2008-2011, Document no. 151 geeft een uitgebreidere beschrijving van dit middellange termijn scenario. 6 Dit is conform de aanbeveling in het Twaalfde Rapport van de Studiegroep Begrotingsruimte. Zie Vergrijzing en houdbaarheid (2006), p. 49 e.v. 5

economische ontwikkeling leidt tot enige verdere daling van de werkloze beroepsbevolking in 2008 en 2009, terwijl de werkloosheid daarna weer wat oploopt, in lijn met een geringere werkgelegenheidsgroei. In de tweede plaats wordt het beroep op de bijstand in de periode 2008-2011 beïnvloed door de volgende nieuwe beleidsmaatregelen van het rijk: de invoering van een leerwerkplicht in combinatie met afschaffing van de bijstand voor jongeren onder 27 jaar; daarbij is uitgegaan van een structurele daling met bijna 29 000 bijstandsuitkeringen aan personen jonger dan 27 jaar. Verondersteld is dat de maatregel in 2009 in gaat en in eerste instantie alleen betrekking heeft op nieuwe gevallen, Hierdoor leidt de maatregel tot circa 7000 minder uitkeringen in 2009, oplopend tot gecumuleerd 22 000 minder uitkeringen in 2011. inning van de alimentatie via de werkgever. Dit kan tot een besparing leiden vanaf 2009, deels via een iets geringer volume, deels via een iets lagere gemiddelde uitkering. op aanvraag ontheffing voor alleenstaande ouders met kinderen jonger dan 5 jaar van de sollicitatieplicht vanaf 2008. Het effect hiervan is bescheiden, omdat het een kleine groep betreft. de inning van alimentatie via de werkgever. Het opwaartse volume-effect van het ontheffen van de sollicitatieplicht valt nagenoeg weg tegen het neerwaartse volume-effect van de inning van alimentatie via de werkgever. inwerkingtreding van de wet Vazalo. Het wetsvoorstel Vazalo beoogt alleenstaande ouders met een laag inkomen die in deeltijd werken via een toeslag te prikkelen om meer te werken en zo uit de bijstand te stromen. Dit levert een bescheiden neerwaarts effect op het bijstandsvolume vanaf 2009. wijziging in de budgetteringsystematiek. Na vaststelling van de budgetten op basis van de MLT in het najaar van 2008 zullen de budgetten voor 2008 en verder niet meer worden aangepast voor realisatiegegevens. Hierdoor wordt het door de extra gemeentelijke inspanningen gegenereerde overschot op het bijstandsbudget pas in 2012 afgeroomd door het rijk in plaats van vanaf 2009 en ontstaat een wat grotere prikkel voor gemeenten tot preventie en reintegratie. Verondersteld wordt dat dit tot uitdrukking komt door een jaarlijkse daling van het bijstandsvolume met 2000 uitkeringen in de periode 2008-2011. Deze effecten worden door SZW niet verwerkt bij de vaststelling van het bijstandsbudget voor gemeenten, omdat anders de extra middelen niet beschikbaar komen voor de gemeenten. de korting op het W-deel (= re-integratiebudget van gemeenten). Gecorrigeerd voor de onderuitputting van dit budget in recente jaren met ca. 200 mln euro per jaar leidt deze korting tot een effectieve daling van de gemeentelijke uitgaven aan re-integratie met 175 mln euro in 2011. Verondersteld wordt echter dat deze daling in de periode 2008-2011 gecompenseerd 6

wordt doordat gemeenten gaan interen op de opgepotte overschotten op het W-deel van ca. 775 mln euro. Daarnaast heeft een aantal eerder genomen beleidsmaatregelen ook in de periode 2008-2011 nog een opwaarts effect op het bijstandsvolume. Het gaat daarbij om maatregelen zoals de hervorming van de WW, het herkeuren van WAO-ers, het afschaffen van de WAZ en het generaal pardon voor asielzoekers onder de oude vreemdelingenwet. Tot slot is in de volumeraming voor 2008 een negatieve autonoom opgenomen van 4000, die gelijk is aan de helft van de negatieve overloop van 2007 naar 2008 die nu in de raming besloten ligt. We nemen de helft van de overloop, omdat het bijstandsbestand steeds meer gaat bestaan uit relatief moeilijk bemiddelbare personen. Zonder toepassing van de autonoom zou de ontwikkeling van de bijstand in 2008 in de raming minder plausibel zijn. Door de autonoom blijft het tempo van daling van het WWB-volume van de tweede helft 2007 in de raming ook in 2008 gehandhaafd (zie figuur 3.1). Het grotere neerwaartse conjunctuur-effect in 2008 dan in 2007, tezamen met een geringere opwaarts beleidseffect geven daartoe aanleiding. Figuur 3.1 Ontwikkeling bijstandsvolume 2002-2008 (maandcijfers) 340 330 320 310 300 290 280 270 260 raming realisatie jaargemiddelden 250 jan-02 mei-02 sep-02 jan-03 mei-03 sep-03 jan-04 mei-04 sep-04 jan-05 mei-05 sep-05 jan-06 mei-06 sep-06 jan-07 mei-07 sep-07 jan-08 mei-08 sep-08 Al met al daalt het bijstandsvolume, gecorrigeerd voor het effect van de wijziging van de budgetteringssystematiek, in de jaren 2008 tot en met 2011met 34 000 uitkeringen in het middellange termijn scenario van het CPB. Tot en met 2009 vindt de daling vooral plaats onder invloed van de macro-economische ontwikkeling. Daarna zijn nieuwe beleidsmaatregelen 7

bepalend. Hierbij weegt vooral de invoering van de leerwerkplicht in combinatie met afschaffing van de bijstand voor jongeren onder 27 jaar zwaar. Daarbij zij aangetekend dat een nadere concretisering of aanpassing van het voorgestelde nieuwe rijksbeleid de effecten van het beleid in de toekomst nog kan wijzigen. 8