bibliotheekwerk in Nederland en Zeewolde in cijfers



Vergelijkbare documenten
KWALITEITSKAART. Bibliotheek op school. Taal / lezen / rekenen

Meer (voor)lezen, beter in taal. De Bibliotheek en basisvaardigheden Kunst van Lezen 0-18 jaar

Bibliotheken & Over het wat, hoe en wanneer van de Bibliotheek op school

Halfjaarresultaten 2016 Bibliotheek Vianen. Vianen, 10 augustus 2016, versie 1.

de Bibliotheek en basisvaardigheden Kunst van Lezen 0-18 jaar

Bibliotheekstatistiek 2015

De bibliotheek op school als instrument voor optimale ontwikkelkansen voor kinderen. Samen sterk met

Prestatiesubsidieovereenkomst 2013

KWALITEITSKAART. Lezen - Bibliotheek op school. Inleiding - Lezen. Bibliotheek op school. Taal- en leesbevordering

Lezen, bibliotheek en jongeren

Jeanine Deckers December Evaluatie bibliobus De Zilk Gebruik van de bibliobus in de periode

Resultaten leesmonitor 2015 De Bieb op School. maart 2016

Mediawijsheid & In opdracht van SIOB

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Argumentatiekaart Bibliotheek VANnU Themagroep jeugd

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG. Datum 17 januari 2019 Betreft Monitor Bibliotheekwet 2017

De Bibliotheek: hart van de samenleving

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Een leven lang lezen. samen in actie tegen laaggeletterdheid. onderzoek oplossingen samenwerking

LEZEN - Kunst van Lezen

1. De belangrijkste elementen van de Wsob. De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

Lezen, leren & lokaal verbonden

Allochtonen op de arbeidsmarkt

BiebPanel Concept vragenlijst ouders van jonge kinderen van 0-4

Voorschoolse Educatie door openbare bibliotheken

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Ontwikkeling aantal leerlingen (index: 2009 = 100) (index: 2014 = 100)

2019D04795 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

CBS: Meer mensen aan het werk, vooral jongeren

Samenwerking Bibliotheek en Voortgezet Onderwijs

Jaarverslag Ommen

Visie leesbevordering

De Bibliotheek Op School. Pilotproject

Leesplan maken? Introductie basisonderwijs

Taal vergroot je wereld samen met de Bibliotheek

Datum 5 juli 2010 Betreft Voortgang programma leesbevordering Kunst van lezen

Biblionet Verbindt Samen de toekomst leren lezen Een nieuwe koers voor de bibliotheken in Groningen

Monitor verslag 2016 Haarlemmermeer

CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen

Scholing binnen BoekStart. voor de Bibliotheek en kinderopvang

Monitor de Bibliotheek op school Landelijke analyse basisonderwijs

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Meedoen met de Monitor

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Prognose aantal leerlingen (index: 2011 = 100) (index: 2016 = 100)

Aanbod Voortgezet Onderwijs

Samen voor taal in Arnhem

Project doorgaande lijn

Samen voor taal in Arnhem Een overzicht voor professionals. Stichting PAS

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013

B O E K S TA R T I N D E K I N D E R O P VA N G

Analyse ontwikkeling leerlingaantallen

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt

Beleidsplan De Bieb voor de Zaanstreek. Zoveel méér dan boeken alleen!

Pilot de Bibliotheek op school. Opbrengsten in de Liemers

De Bieb voor de Zaanstreek. Beleidsplan

Trends bij openbare bibliotheken

LEESPLEIN Met lezen meer beleven

Bij iedere doelgroep wordt de groep die hen direct beïnvloedt (ouders/opvoeders/leerkrachten etc) meegenomen.

Bibliotheek Beekdaelen. Invoegen plaat je van beekdaelen

Monitor de Bibliotheek op school Landelijke analyse basisonderwijs

B O E K S TA R T I N D E K I N D E R O P VA N G

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

Monitor BoekStart in de kinderopvang Landelijke analyse 2016: wat valt op?

Waalwijk Taalrijk. - Doel: Functionele geletterdheid kind en ouder. - Bijzonder: Intensieve en goede samenwerking partners/ouders (van 0-18 jarigen)

Meedoen met de Monitor

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

de Bibliotheek op school: effecten voor kinderen met een niet-westerse achtergrond

Deel 2: Uitwerking vijf resultaatgebieden in concrete resultaten

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

1c. Worden de onderdelen 'leesbevordering' ook uitgevoerd (naar uw inschatting)? Ja, die worden in het algemeen wel uitgevoerd.

Leesattitudeonderzoek Kunst van Lezen Bibliotheek op de basisschool

Kunst van Lezen Inhoudelijk verslag

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs

Commissie Samenleving Harderwijk 12 mei 2016

Aanbieding voor Bibliotheken

De situatie zoals hieronder beschreven geldt in de verbouwde Binding.

Van veel bloemen naar één BOS

#telmeemettaal PROGRAMMA

De participatiebibliotheek

Convenant Bibliotheekpunten op school Pilot Tongelre

strategisch beleidsmatig uitvoerend FEITENRELAAS KUNST VAN LEZEN Leesbevorderingsnetwerken September 2014

Bibliotheekstatistiek 2015 december 2016

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

Bibliotheek Venlo, onmisbaar voor een toekomstbestendige gemeente Venlo. Samen bouwen aan onze maatschappelijke bibliotheek

Aandacht voor de zwakke lezer in Kennemerwaard. Van collecties naar communities

Educatieve diensten van de bibliotheek

Meer lezen, beter in taal

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013

Spelenderwijs Utrecht & de Bibliotheek Utrecht

Meer Waarde Boeken! Hoofdlijnen Beleidsrichting Vastgesteld RvT maart 2015 Ton Mengerink / Mark Deckers / Lynn Karsijns

Aanbod Voortgezet Onderwijs 2014 en 2015

De Bibliotheek en Jeugdgezondheidszorg Utrecht: korte lijnen! EEN INTERVIEW

Lezen is cool. Pilot met vrij lezen op vmbo- KB in Duiven slaat aan. Door: Elise Haarman

Dordrecht in de Atlas 2013

EVALUATIE BIBLIOTHEEKWERK LINGEWAAL 2015

Minieme toename uitgaven cultuur en sport

Crisismonitor Drechtsteden

Servicepunten Nieuwbouw van vestigingen en inrichting van servicepunten heeft gevolgen voor collectievorming

Monitor BoekStart in de kinderopvang Landelijke analyse 2017: wat valt op?

Dichter bij de jeugd. Beleidsplan Jeugd Drents Netwerk Bibliotheken. Februari

GELDERS BIBLIOTHEEKPROGRAMMA Samenwerken aan maatschappelijke educatieve Bibliotheken

Transcriptie:

bibliotheekwerk in Nederland en Zeewolde in cijfers Inleiding: De bibliotheek Zeewolde is, als we het bereik in cijfers en activiteiten zien, stevig verankerd in de lokale gemeenschap en toont daarin haar maatschappelijke relevantie. Ter objectivering schetsen we daarop volgend in een aantal paragrafen landelijke ontwikkelingen (hoofdstuk 1 bibliotheken in cijfers ) en we eindigen met cijfers en conclusies met betrekking tot het gebruik van FlevoMeer Bibliotheek Zeewolde zelf (hoofdstuk 2 bereik bibliotheek Zeewolde ). Hoofdstuk 2: Bibliotheken in cijfers Toelichting: in de hierna volgende paragrafen wordt ingegaan op ontwikkelingen die het bibliotheekwerk en de dienstverlening momenteel sterk raken. Per paragraaf wordt kort stil gestaan bij zowel ontwikkelingen als de gevolgen daarvan (in cijfers). Aan het eind van het hoofdstuk zeggen we iets over de positie van FlevoMeer Bibliotheek Zeewolde met betrekking tot deze landelijke ontwikkelingen. Bij het tonen van ontwikkelingen en cijfers wordt gebruik gemaakt van externe bronnen als CBS cijfers, de SIOB Bibliotheekmonitor en de Leesmonitor. 1.1. Bibliotheekorganisaties Het aantal openbare bibliotheekorganisaties is tussen 2001 en 2010 met twee derde afgenomen: van 508 naar 163. Dit komt door de in 2000 in opdracht van de overheid gestarte bibliotheekvernieuwing. Bibliotheken smeden zich met fusies en samenwerkingsverbanden tot grotere eenheden. Zo kunnen ze zich klaarstomen voor de zich snel ontwikkelende informatiemaatschappij. Een belangrijk onderdeel van de bibliotheekvernieuwing is het opzetten van de landelijke digitale bibliotheek (CBS, 2012; SIOB Bibliotheekmonitor, 2012). Ook bibliotheek Zeewolde maakt deel uit van een grotere bibliotheekorganisatie namelijk FlevoMeer Bibliotheek die verder bestaat uit de bibliotheken van Dronten, Lelystad, Noordoostpolder en Urk.

Ondanks de fusies en samenwerkingsverbanden hebben bibliotheekbezoekers de keuze uit meer uitleenpunten. Het aantal gewone vestigingen is gedaald: van 1101 in 2001 naar 1083 in 2005, tot 899 in 2010 (-22%). Daar staat tegenover dat de servicepunten, die beperktere faciliteiten bieden, sterk in aantal zijn toegenomen: van 328 in 2006 naar 553 in 2010 (+69%). Datzelfde geldt voor de zogeheten zelfbedieningsbibliotheken, waarvan er in 2010 79 werden geteld. Daarmee kent Nederland in 2010 in totaal 1521 fysieke locaties om boeken te lenen (SIOB Bibliotheekmonitor, 2012). Inmiddels is het aantal gewone vestigingen in 2012 met nog eens -17% gedaald. 1.2. Leden Het aantal leenpunten neemt weliswaar toe, er zijn wel steeds minder Nederlanders lid van de bibliotheek. Tussen 2000 en 2005 daalde het ledenaantal met 6%, van 4,31 miljoen naar 4,04 miljoen leden. Sindsdien schommelt het heen en weer, om in 2011 uit te komen op 4,01 miljoen leden. In vergelijking met 2000 is dat een afname van 7%, terwijl de Nederlandse bevolking in die periode juist met 5% groeide. In 2011 is 24,1% van de Nederlanders lid van de bibliotheek. In 2000 lag dat percentage nog op 27,2% (CBS, 2012). De ledenkrimp komt geheel voor rekening van het aantal volwassen leden. Dat liep terug van 2,26 miljoen in 2000 naar 2,06 miljoen in 2005, om in 2011 verder te dalen naar 1,82 miljoen leden (- 20% ten opzichte van 2000). 13,8% van de volwassen Nederlanders is lid van de bibliotheek. In 2005 ging het nog om 16,2%, in 2000 om 18,3% (CBS, 2012; SIOB Bibliotheekmonitor, 2012). De krimp met betrekking tot het aantal leden doet zich met name voor in stedelijke gebieden en minder op het platteland. Bovendien zien we in bibliotheken waar sprake is van de invoering van ondermeer de winkelformule in combinatie met digitale gemakgadgets het aantal volwassen leden weer stijgen. Ook in bibliotheken die zich richten op community development is sprake van lichte groei. Het aantal jeugdleden groeit juist weer: na een daling van 2,05 miljoen in 2000 naar 1,98 miljoen in 2005, zijn het er in 2011 2,19 miljoen (+7% ten opzichte van 2000). 62,5% van de Nederlandse jongeren tot 18 jaar is lid van de bibliotheek. In 2005 ging het om 55%, in 2000 om 58,6% (CBS, 2012; SIOB Bibliotheekmonitor, 2012). De stijging wordt mede veroorzaakt doordat bibliotheken sinds 2005 sterker inzetten op de jeugd, onder andere in de vorm van leesbevorderingsprojecten zoals Boekstart, Nederland Leest en de Nationale Voorleesdagen. Ook programma s als Biebsearch Voortgezet Onderwijs (VO) en Bieb4Kids (primair onderwijs) zorgen voor aanwas van het aantal leden. 1.3. Uitleningen Het aantal uitgeleende boeken loopt harder terug dan het aantal leden. Tussen 2000 en 2011 gaat het om een afname van ruim een derde, van 141,1 miljoen naar 93 miljoen boeken. Daarmee blijven boeken wel goed voor 93% van alle uitgeleende materialen (CBS, 2012). Overigens is ook

hier weer sprake van verschillen tussen bibliotheken gelegen in gebieden met een sterke leestraditie, bibliotheken die werken met de winkelformule en de stedelijke bibliotheken. Met name het aantal uitleningen van boeken voor volwassenen neemt af: van 82,7 miljoen in 2000 naar 48,8 miljoen in 2011 (-41%). Het sterkst is de daling van het genre non-fictie, van 25,4 miljoen naar 11,4 miljoen boeken (-55 %). Maar ook voor fictie gaat het nog altijd om een teruggang van 35%, van 57,2 miljoen naar 37,4 miljoen boeken (CBS, 2012). Waar een volwassen bibliotheeklid in 2000 gemiddeld 37 boeken leende, zijn dit er in 2011 nog 27. De teruggang in het gebruik van non fictie heeft vooral te maken met de mogelijkheid om door het gebruik van zoekmachines (internet) informatie te vergaren. Jongeren tot 18 jaar nemen ook minder boeken mee naar huis. Tussen 2000 en 2010 daalde het aantal uitgeleende boeken voor de jeugd van 58,8 miljoen naar 43,4 miljoen (-26%). In 2011 wordt er voor het eerst in jaren weer een plusje geboekt van 2%, naar 44,2 miljoen uitgeleende boeken. Ook onder jeugdleden is de afname van non-fictie of ontwikkelingsboeken het sterkst, van 10,9 miljoen in 2000 naar 7,1 miljoen naar 37,1 miljoen (-23%) (CBS, 2012). Waar een jeugdlid in 2000 gemiddeld 29 boeken leende, zijn dat er in 2011 nog 20.miljoen in 2011 (-36%). De uitleningen van fictie- of verhaalboeken daalde in deze periode van 47,9. Bibliotheken die inzetten op leesbevordering middels programma s als Bibliotheek Op School (BOS), Boekstart en andere zien in de groepen die zij met deze programma s bedienen wel een percentuele stijging van het gebruik van materialen. 1.4. Leesbevordering Nederland wil behoren tot de vijf belangrijkste kennislanden. Nederland staat op het gebied van leesvaardigheid op de achtste plaats (2010). Denemarken en Zweden delen de eerste plaats. Als in Nederland meer mensen beter gaan lezen, zou Nederland in de rangorde kunnen stijgen. Uit onderzoek blijkt dat in Nederland kinderen van 13 jaar en jonger al regelmatig worden voorgelezen. Zestig procent van de ouders leest dagelijks voor en nog eens twintig procent doet dat een paar keer per week. De moeder leest het vaakst voor bij 65% van de gezinnen, en de vader het vaakst bij 8%. In 17% van de gezinnen lezen beide ouders even vaak voor. De gemiddelde leesduur ligt tussen 5 en 10 minuten bij 40% van de ouders. Bij nog eens 40% van de ouders is de leesduur tussen 10 en 15 minuten. 11% leest tussen 15 en 20 minuten voor. Kunst van Lezen is een leesbevorderingprogramma dat door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is opgezet om kinderen al op jonge leeftijd in contact te brengen met lezen en literatuur. De uitvoering van Kunst van Lezen ligt in handen van Stichting Lezen en het Sectorinstituut Openbare Bibliotheken (SIOB). Eind 2012 is de Leescoalitie opgericht. Deze bestaat uit Stichting Lezen, de Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek (CPNB), Sectorinstituut Openbare Bibliotheken (SIOB) en Stichting Lezen & Schrijven. Deze landelijke spelers op het gebied van leesbevordering bundelen de komende jaren hun krachten om zoveel mogelijk mensen

aan te zetten tot lezen en voorlezen. Dit onder het motto: Wij gaan (voor)lezen. De nieuw opgerichte Leescoalitie heeft 2013 tot Jaar van het Voorlezen uitgeroepen. Kunst van Lezen bestaat uit vier onderdelen. Deze zijn gericht op versterking van de doorlopende leeslijn voor kinderen van 0-18 jaar. Zij sluiten zoveel mogelijk aan bij instellingen voor opvoeding en onderwijs. 1. Met de eerste programmalijn BoekStart wil men kinderen al vroeg (van 0-4 jaar) en hun ouders met boeken en lezen in aanraking brengen door ze actief te binden aan de lokale bibliotheek. Uit gegevens over het Britse Bookstart, dat al in 1992 werd gestart, is gebleken dat kinderen die als baby al worden voorgelezen niet alleen met een voorsprong het aanvankelijke lees- en taalonderwijs starten, maar dat ze deze voorsprong ook gedurende hun hele schoolloopbaan weten te behouden. Onderzoek wijst uit dat bij baby s van 0-2 jaar de taalontwikkeling extra wordt gestimuleerd als de voorlezer bij het lezen ook gebaren maakt. In Nederland is BoekStart in januari 2009 begonnen in een viertal gemeenten. Eind 2011 deden al 136 bibliotheekorganisaties mee (83%). Er waren toen ca. 32000 babyleden bij de bibliotheken aangemeld. In 2012 werden ca. 36.000 baby s lid van de bibliotheek. Boekstart wordt door de ouders positief ontvangen: in 2010 haalde 40% van de ouders met een baby van 3 maanden binnen 1 jaar het koffertje op, en maakte daarmee de baby automatisch lid van de bibliotheek. In datzelfde jaar zijn de eerste pilots van BoekStart in de kinderopvang van start gegaan. Uit de tussenresultaten (april 2012) van een langlopend onderzoek van de Universiteit Leiden blijkt o.a. dat: BoekStart - ouders meer voorlezen, vaker naar de bibliotheek gaan, meer praten tegen hun kind en gevarieerdere woorden gebruiken. Daarnaast blijven BoekStart - ouders van kinderen met moeilijk gedrag vaker voorlezen, ook als het kind moeilijk gedrag vertoont. Wat de BoekStart - kinderen betreft: zij willen vaker voorgelezen worden en kijken minder televisie. 2. De tweede programmalijn de Bibliotheek op school vindt plaats in een nauwe samenwerking tussen bibliotheken en basisscholen. Dit heeft eind 2012 geleid tot een succesvolle aanpak en ondersteuning door PSO s, lokale bibliotheken en 173 basisscholen. Het Sectorinstituut Openbare Bibliotheken en Stichting Lezen stimuleren deze tendens door het inzetten van een landelijk overdraagbaar model: de Bibliotheek op school. Met de Monitor de bibliotheek op school wordt regelmatig gemeten wat de effecten zijn van de samenwerking tussen bibliotheek en school. De resultaten hieruit worden gebruikt om de samenwerking tussen school en bibliotheek te optimaliseren.

Effectmeting heeft duidelijk gemaakt dat het aantal jeugdleden op de desbetreffende scholen na invoering van De Bibliotheek op school - primair onderwijs met gemiddeld 65% toeneemt. Tegelijkertijd neemt het aantal uitleningen toe met gemiddeld 115%. In 2012 is het project uitgebreid naar het voortgezet onderwijs, de Bibliotheek op school. Kunst van Lezen ondersteunt dit met inzet van mensen en middelen. Een speciaal team is in 2012 aangesteld om de Bibliotheek op school PO uit te werken. De aanpak is gepresenteerd aan het onderwijs op de NOT in januari 2013. Vanaf dat jaar wordt de strategische coördinatie van de Bibliotheek op school uitgevoerd door Kunst van Lezen. Bibliotheek op school adviseert en ondersteunt middels een leesconsulent van de bibliotheek de scholen bij het opbouwen van een actuele en aantrekkelijke schoolbibliotheek. De toolkit voor bibliotheken is maart 2013) verrijkt met een Collectieplan voor schoolbibliotheken (versie 2). Zie ook debibliotheekopschool. 3. Het derde programmaonderdeel betreft Leesbevorderingsnetwerken. In het voorjaar van 2011 zijn twee publicaties uitgekomen: Het plezier in lezen staat voorop en Werken aan netwerken over strategische netwerkvorming. Verder is er een advies uitgebracht voor directies, waarin aangeven wordt welke stappen gezet moeten worden om deel te nemen aan het gremium de Lokale Educatieve Agenda. Ook is er een verslag van de proeven met het opzetten van leesbevorderingnetwerken in de zuidelijke provincies en in Flevoland. FlevoMeer bibliotheek Zeewolde maakt onderdeel uit van dit netwerk. 1.5. Lenen versus kopen In vergelijking met de dalende trend voor bibliotheekuitleningen, bleven de boekverkopen redelijk op peil tot 2011. Waar Nederlanders in 2004 gemiddeld 2,1 boeken kochten, zijn dat er in 2011 2,8 (+33%). In 2012 was er echter sprake van een omzetdaling van 7% bij de boekhandels. Het gemiddeld aantal uitgeleende boeken daalde in de periode 2004-2011 juist van 7,7 naar 5,6 (- 27%). Ofwel: waar de Nederlander in 2004 nog 3,7 boeken leende voor ieder gekocht boek, zijn dit er in 2011 nog 2. Een mogelijke verklaring voor deze ontwikkeling is het sterk gestegen welvaartsniveau. De noodzaak om boeken te lenen neemt af, omdat meer mensen in staat zijn om zelf boeken aan te schaffen. 1.6. Waardering bibliotheek Bibliotheekdiensten vinden het gretigst aftrek bij meisjes en basisscholieren. Kinderen die niet naar de bibliotheek gaan, hebben vaak een negatieve houding tegenover het lezen, en denken dat het hen ontbreekt aan de juiste zoekvaardigheden. 1.7. Leeftijd en geslacht Meisjes brengen vaker een bezoek aan de bibliotheek dan jongens. Ook lenen ze bij een bezoek een 26% meer boeken. Basisscholieren (7-12 jaar) maken gretiger gebruik van bibliotheekdiensten dan middelbare scholieren (13-17 jaar). Niet alleen gaan ze vaker naar de bieb, ook lenen ze bij een bezoek 29% meer boeken (CHOICE, 2010). Overigens zien we ook hier verschillen ontstaan omdat middelbare scholieren op scholen waar de openbare bibliotheek tevens als schoolmediatheek functioneert of er sprake is van programma s als Biebsearch, meer gebruik maken van de bibliotheek dan op scholen waar geen sprake is van mediatheek of Biebsearch.

1.8. Leesattitude en bibliotheekbezoek Bijna de helft van de 7- tot 17-jarigen beschouwt een bezoek aan de bibliotheek als neutraal. Naarmate kinderen ouder worden, vinden ze het minder vaak leuk en vaker neutraal of zelfs niet zo leuk (CHOICE, 2010). Middelbare scholieren beschouwen een bibliotheekbezoek vooral als nuttig en verstandig, en niet zozeer als plezierig. Dat wijst erop dat hun attitude utilitair is in plaats van hedonistisch (Stalpers, 2011). Er bestaat een verband tussen de leesattitude en de frequentie van het bibliotheekbezoek. Hoe leuker kinderen lezen vinden, hoe vaker ze naar de bibliotheek gaan om daar een boek te lenen. Andersom houden scholieren die een bezoek aan de bibliotheek vermijden, vaak ook niet erg van lezen (Stalpers, 2006; CHOICE, 2010). Andere factoren die het bibliotheekbezoek beïnvloeden, zijn de eigen attitude en de sociale norm van ouders en vrienden tegenover de bibliotheek, en de mate waarin iemand zichzelf in staat acht om de bibliotheek te bezoeken (kennis en vaardigheden). 50% van de verschillen in bezoekfrequentie van volwassen leden van leeskringen laten zich door deze drie variabelen verklaren (Bos, 2009). Voor middelbare scholieren ligt dit percentage op 42%, waarbij met name de attitude en de sociale norm bepalend blijken. Als jongeren een positieve houding hebben tegenover de bibliotheek, en hun ouders en vrienden hen stimuleren om erheen te gaan, bezoeken ze de bibliotheek dus ook vaker. Hun kennis en vaardigheden oefenen alleen invloed uit via hun attitude. Hoe meer ze van zichzelf denken dat ze boeken in de kast kunnen vinden en snappen hoe de catalogus werkt, hoe positiever hun houding, en hoe regelmatiger hun bezoek aan de bibliotheek (Stalpers, 2011).

1.9. Vernieuwing Om meer jongeren aan te spreken, doen bibliotheken er goed aan om zichzelf te vernieuwen. Middelbare scholieren hebben vooral behoefte aan mediadossiers, een breder aanbod van Young Adult Literatuur en een speciale jongerenafdeling. In dat geval zou het percentage jongeren dat de bibliotheek meerdere keren per jaar bezoekt, kunnen stijgen van 35% naar 80% (Stalpers, 2011). 1.10. Kunst van Lezen Het landelijke project Kunst van Lezen streeft naar een structurele aanpak voor leesbevordering, gebaseerd op de doorgaande leeslijn. Vanaf jonge leeftijd worden kinderen doorlopend in aanraking gebracht met (literaire) boeken, met als doel hun woordenschat en taalniveau te vergroten en zo de laaggeletterdheid terug te dringen. Kunst van Lezen, een samenwerking tussen Stichting Lezen en het Sectorinstituut Openbare Bibliotheken, bestaat uit vier deelprojecten. BoekStart Ruim negen op de tien bibliotheken doet mee aan BoekStart. Het project heeft een positief effect op de leesontwikkeling. 151 van de 163 basisbibliotheken in Nederland zijn aangesloten bij BoekStart. Dat is een dekking van 93%. Het aantal deelnemende vestigingen is 831, 92% van het totaal van 899 vestigingen. Het is de bedoeling dat eind 2013 vrijwel alle basisbibliotheken en vestigingen zijn aangesloten. Aan BoekStart in de Kinderopvang doen 388 van de 3.940 kinderdagverblijven mee. Dat is een dekking van 10%. Het streven voor 2013 is uitbreiding naar ongeveer 600 instellingen. Het project heeft een positief effect op de leesontwikkeling. Bibliotheken en kinderdagverblijven die meedoen aan BoekStart, stimuleren ouders om hun baby vanaf de geboorte in aanraking te brengen met boeken. 61% van de ouders van pasgeboren baby s in BoekStart-gemeenten kreeg in 2011 een wervingsbrief thuisgestuurd. 26% reageerde daarop door een rood koffertje op te halen met boekjes en algemene informatie over het belang van (voor)lezen, terwijl 27% hun kind lid maakte van de bibliotheek. Dat betekent dat ruim vier op de tien ouders ingaan op de uitnodiging voor BoekStart, een lichte stijging ten opzichte van 2009 (29%) en 2010 (38%) (Evaluatie BoekStart, 2012 & 2011). Vóór BoekStart was het aantal baby bibliotheekleden zo goed als nihil. Sinds het project begon, steeg het gemiddelde per gemeente van 35 in 2009 en 98 in 2010 naar 219 babyleden in 2011. 45% van de babyleners is ook actief, door ten minste vier keer per jaar een boek te lenen bij de bibliotheek. Bibliotheken hebben in reactie op de aanwas hun collectie voor baby s uitgebreid: deze groeide van een gemiddelde per gemeente van 156 boeken in 2009 en 213 in 2010 naar 322 in 2011. In 97% van de BoekStart-gemeenten is een samenwerking met het consultatiebureau en in 84% met kinderdagverblijven (Evaluatie BoekStart, 2012 & 2011). BoekStart werd bedacht en gelanceerd in Groot-Brittannië, waar de effecten positief zijn. Het percentage voorlezende ouders is er gestegen van 78% naar 91%; bijna de helft is bovendien vaker gaan voorlezen. Ook beginnen BoekStart-kinderen aan het onderwijs met een hoger taal- en leesniveau en een grotere interesse in boeken, een voorsprong die ze gedurende hun schoolloopbaan weten vast te houden (Steendijk, 2004). De eerste resultaten van wetenschappelijk onderzoek in Nederland vallen eveneens gunstig uit. Ouders die meedoen aan BoekStart, lezen vaker voor en brengen vaker een bezoek aan de bibliotheek. Daarnaast hebben ze een grotere kennis van baby- en peuterboeken en is het talige contact met hun kind intensiever en gevarieerder. Hun kinderen vragen ook vaker om te worden voorgelezen. Ze kijken juist minder vaak televisie. Dit alles in vergelijking met de gezinnen die niet meedoen aan BoekStart (Van den Berg, 2012). Aan BoekStart deelnemende kinderdagverblijven slagen erin een positiever (voor)leesklimaat te creëren. Ze houden, meer dan kinderdagverblijven zonder BoekStart, rekening met uiteenlopende leesinteresses en taalniveaus van kinderen, doen vaker mee aan voorleesactiviteiten zoals de Nationale Voorleesdagen, werken actiever samen met de bibliotheek en lenen er ook meer boeken (Timmermans, 2013).

Bibliotheek op School 173 basisscholen hebben, in het kader van het tweede deelproject van Kunst van Lezen, een eigen schoolbibliotheek. Dat is 2,4% van het totaal van 7.112 basisscholen. School en bibliotheek bouwen volgens de Kunst van Lezen-aanpak samen aan een gezamenlijke visie op het verbeteren van de leesprestaties en mediawijsheid. Bibliotheek op School is in 2008 begonnen op dertig taalachterstandscholen, in het jaar erop kwamen er daar nog eens dertig bij. Op deze pilotscholen is een toename van het aantal bibliotheekleden van 65% gerealiseerd, en van 115% in het aantal uitgeleende boeken. De komende jaren krijgt Bibliotheek op School een landelijke uitrol in het primair onderwijs en een uitbreiding naar het voortgezet onderwijs. Canon De cultuurhistorische canon van Nederland wordt binnen Kunst van Lezen vanuit een literair perspectief naar het onderwijs vertaald. Aan de vijftig canonvensters zijn 400 kinder- en jeugdboeken en 1000 volwassenenboeken (15+) gekoppeld. Deze titels worden ook gedeeld via Leesplein, Literatuurplein en Jongerenliteratuurplein. Geschiedenis in een boekenkast Daarnaast is er een selectie gemaakt voor de brochure Geschiedenis in een boekenkast. De brochures zijn in het najaar van 2010 in een oplage van 34.000 verstuurd naar alle basisbibliotheken in Nederland, met het verzoek ze te distribueren naar scholen in hun werkgebied. Van een folder met de hoogtepunten uit de brochure, zijn op de Nationale Onderwijs Tentoonstelling 2011 4.000 exemplaren verspreid. In het schooljaar 2011-2012 trekt de tweede editie van de Canonkaravaan langs acht scholen in Nederland om leerkrachten te informeren over de canon. 1.11. Leesbevorderingnetwerken De bibliotheek draagt binnen Kunst van Lezen de verantwoordelijkheid om alle partijen die zich bezighouden met leesbevordering bij elkaar te brengen. Daarom worden er op landelijk niveau netwerken voor leesbevordering opgezet, waarbinnen het uitwisselen van kennis en ervaringen en het ontwikkelen van een overkoepelende visie op leesbevordering centraal staat. In 2010 hebben twaalf basisbibliotheken in de provincies Zeeland, Noord-Brabant, Limburg en Flevoland deelgenomen aan een pilotproject. In 2012 wordt deze pilot uitgebreid naar in totaal 36 basisbibliotheken. Uit een eerste monitor komt naar voren dat het opzetten van een netwerk met name succes heeft als deze kan worden gekoppeld aan een concreet project, zoals BoekStart. Ook van cruciaal belang zijn de rol van de directeur, een visie op leesbevordering en een op elkaar afgestemde interne organisatie. FlevoMeer Bibliotheek heeft inmiddels ruime ervaring opgedaan en heeft Boekstart ook in Zeewolde van start doen gaan.

Hoofdstuk 3: Bereik FlevoMeer Bibliotheek Zeewolde Onderstaand geven wij cijfermatig de prestaties van de Bibliotheek Zeewolde weer. Ter vergelijking wordt een overzicht gegeven van landelijke cijfers. De financiële cijfers van FlevoMeer Bibliotheek over 2012 zijn nog niet beschikbaar (NB), evenals alle landelijke cijfers over 2012. Onderwerpen Zeewolde 2009 Zeewolde 2010 Zeewolde 2011 Zeewolde 2012 Nederland: cijfers 2009 (BIS;rechte tellingen) Inwoners 20.773 20.906 21.107 21.287 16,53 miljoen Nederland: cijfers 2010 (BIS; rechte tellingen) 16,58 miljoen Nederland: cijfers 2011 (CBS) 16,65 miljoen % Leden in relatie tot bevolking % Volwassen leden % Leden onder 18 jaar Collectie-items per inwoner Bezoek per jaar aan bibliotheek per inwoner Bezoek per jaar aan bibliotheek per lid Uitleningen per inwoner Uitleningen per lid Gemeentelijke subsidie per inwoner Gemeentelijke subsidie per gebruiker/lid Huisvestingkosten per inwoner Huisvestingkosten per lid Personeelkosten per inwoner Personeelkosten per lid Lasten totaal per inwoner Lasten totaal per lid 31,37 33,00 34,05 34,17 24,29 23,99 24,08 41,96 41,82 42,33 40,79 48,37 47,12 45,40 58,04 58,18 57,67 59,21 51,63 52,88 54,60 2,25 2,02 2,00 1,90 1,94 1,89 1,84 5,39 6,29 6,28 6,29 4,37 4,46 NB 17,20 19,06 18,50 18,41 19,45 18,36 NB 12,20 11,66 11,79 11,85 6,32 6,01 6,01 38,90 35,34 34,64 34,69 26,04 25,05 24,95 41,17 40,41 40,02 NB 27,97 28,45 27,44 131,26 122,45 117,56 NB 112,30 114,56 113,94 17,49 16,58 16,52 NB 7,24 7,40 7,61 55,76 50,24 48,52 NB 29,80 30,83 31,60 18,66 16,18 17,00 NB 15,98 16,23 16,09 59,50 49,03 49,92 NB 65,78 67,74 66,82 49,05 44,91 46,71 NB 34,00 34,47 33,92 156,37 136,08 137,19 NB 139,98 143,69 140,86

Conclusies: - Met betrekking tot het bibliotheekgebruik valt op, dat de bevolking van Zeewolde voor 34% lid is van de bibliotheek, terwijl landelijk sprake is van 24%. Daarnaast lenen de leden in Zeewolde 35 boeken per jaar, en het gemiddelde Nederlandse bibliotheeklid tot 25 per jaar komt. Werkelijk grote verschillen in het voordeel van Zeewolde. Bovendien vertoont het ledenaantal in Zeewolde nog een stijgende lijn. - De gemeentelijke subsidie schommelt in Zeewolde rond de 40,- per inwoner. In Nederland bedraagt deze subsidie gemiddeld 28,-. Door het grote ledenaantal in Zeewolde is de gemeentelijke bijdrage in Zeewolde per bibliotheeklid ongeveer gelijk aan het landelijk gemiddelde. - Aan de kostenkant vallen in Zeewolde de hoge huisvestingskosten per inwoner op, ongeveer 17,- ten opzichte van een landelijk gemiddelde van 7,50. Ook de totale lasten per inwoner liggen in Zeewolde hoog, namelijk 47,- ten opzichte van ongeveer 34,- landelijk. Daar staat weer tegenover dat de kosten per lid in Zeewolde weer rond het landelijk gemiddelde liggen. - Eindconclusie: de investeringen van de gemeente in bibliotheekwerk liggen in Zeewolde boven het landelijk gemiddelde, maar de resultaten liggen ook in dezelfde mate hoger dan in de rest van Nederland.