N to CJ) c.- "'0 C.-..0 -I-J o C CJ) c Q) 0.. 0.. co c..c.- u c Cf) ~agb Q) 0 L Q) C > Q) > C CO >
(Y) <Xl = ~ = = ~ ~ U ~ ~ = cu.- > Cl) Cl) cu c.. C QJ cu.- > +-J U cu c cu > +-J cu cu +-J (f)
Aandachtspunten: Staat van activa en passiva D Opdracht: 1. Stel de staat van activa en passiva op rekening houdend met het artikel 28 2 - KB 30/01/2001? 2. Hoeveel ontvangen de vennoten A en D uit de vereffen i ng? 84
Aandachtspunten: Staat van activa en passiva BALANS Aanpassingen BALANS XX.XX.200X Artikel 28 2 XX.XX.200X voor Jaarrekening- na aanpassingen besluil aanpassingen (A) (S) (A) + (S) ACTNA 111. MATERIELE VASTE ACTIVA 275.000,00 A. Terreinen en gebouwen 255.000,00 S. Installaties, machines en uitrusting 18.000,00 C. Meubilair en rollend materieel 2.000,00 IV. FINANCIËLE VASTE ACTIVA 102.000,00 VI. VOORRADEN 450.000,00 VII. VORDERINGEN OP TEN HOOGSTE EEN JAAR 85.000,00 A. Handelsvorderingen 80.000,00 S. Overige vorderingen 5.000,00 IX. LIQUIDE MIDDELEN 17.000,00 X. OVERLOPENDE REKENINGEN 20.000,00 TOTAAL DER ACTNA 949.000,00 ------------------- 85
Aandachtspunten: Staat van activa en passiva BALANS Aanpassingen BALANS XX.XX.200X Artikel 28 2 XX.XX.200X voor Jaarrekening- na aanpassingen besluit aanpassingen (A) (B) (A) + (B) PASSNA.._..._ I. KAPITAAL 150.000,00 111. HERWAi'f>..DERINGSMEERWAARDEN 185.000,00 IV. RESERVES 65.000,00 A Wettelijkerese~e 15.000,00 C. Belastinqvriie reserves 50.000,00 VII. VOORZIENINGEN VOOR RISICO'S EN KOSTEN 27.500,00 VIII. SCHULDEN OP MEER DAN EEN JAAR 120.500,00......_._---------------------_._-----_ A Financiële schulden.._.._---_....._---_......._.j.?q,?q9jgg_..._.._._-----------_....._--.._._._.._---_._-_.......- 1. Kredietinstellinqen 120.500,00 IX. SCHULDEN OP TEN HOOGSTE EEN JAAR 380.000,00 A Schulden op > 1 iaar die binnen het iaar ve~allen 27.500,00 B. Financiële schulden 138.000,00 C. Handelsschulden 173.000,00 E. Schulden m.b.!. belastingen, bezoldigingen en soc. lasten 19.500,00 1. Belastinqen 9.000,00 2. Bezoldigingen en sociale lasten 10.500,00 F. OveriÇje schulden 22.000,00 X. OVERLOPENDE REKENINGEN 21.000,00 TOTAAL DER PASSNA 949.000,00 86
Aandachtspunten: Staat van activa en passiva [] Bijkomende informatie: 1. Materiële vaste activa : [J Terreinen en gebouwen : netto boekwaarde 255.000,00 Terrein aangekocht in 1996 à 30.000,00 Gebouw opgericht in 1997 - in gebruik 20/12/1997 Initiële kost: 170.000,00 Afgeschreven: 130.000,00 Netto-boekwaarde: 40.000,00 Herwaarderingsmeerwaarde : 185.000,00 opgesplitst in: Terrein: 85.000,00 Gebouw: 100.000,00 Geraamde verkoopwaarde: 400.000,00 87
Aandachtspunten: Staat van activa en passiva Cl Installaties, machines en uitrusting : Geraamde verkoopwaarde = 35.000,00 Cl Rollend materieel : Geraamde verkoopwaarde = 10.000,00 Wordt in het kader van de invereffeningstelling toebedeeld aan de zaakvoerder - tevens vennoot A 2. Financiële vaste activa : Aanschaffingswaarde = 102.000,00 Vertegenwoordigt 6% van de aandelen van vennootschap XY Geraamde realisatiewaarde = 160.000,00 88
Aandachtspunten: Staat van activa en passiva 3. Voorraden : Boekwaarde = 450.000,00 Geraamde realisatiewaarde = 375.000,00 4. Klanten: De klantenvordering van 80.000,00 omvat een dubieuze klant (incl. BTW) = 18.000,00 waarvoor geen voorziening dubieuze klant werd aangelegd 89
Aandachtspunten: Staat van activa en passiva 5. Kapitaal: 150.000,00 waarvan 90.000,00 volgestort, 60.000,00 reserves Aandeelhouders: Aandelen Persoon A 35 Persoon B 35 Persoon C 25 Vennootschap 0 5 Bedraq 31.500,00 31.500,00 22.500,00 4.500,00 100 90.000,00 90
Aandachtspunten: Staat van activa en passiva 6. Belastingvrije reserves (sociaal passief) : Zeer oud (geen uitgestelde belasting geboekt) 7. Personeel in dienst minder dan 5 jaar: 4 personen 8. Aandachtspunten: 91
Aandachtspunten: Staat van activa en passiva 8. Aandachtspunten: Meerwaarde terreinen en gebouwen Herziening B.T. W. op gebouwen Raming vennootschapbelasting op latente meerwaarde nà verrekening B.T.W.-herziening Meerwaarde financiële vaste activa Realisatiewaarde voorraden Inning klantenvorderingen - dubieuze debiteuren Aanrekening - voorziening vereffeningskost Voorziening voor afdanking Overboekingen lange termijn schuld naar korte termijn schuld gelet op vereffening Eventueel wederbeleggingsvergoeding op vervroegde leningen Vennootschapbelasting op belastingvrije reserves 92
1. Vennootschapsbelasting 2. BTW-wetboek 3. Registratiewetboek = uitbreng in natura, onder meer aandacht bij: 3.1. belangrijke aandelenportefeuille die in de vennootschap aanwezig is 3.2. onroerend goed dat in de vennootschap aanwezig is Noot: Aandacht voor art. 129 en 130 RW 93
1) Vennootschaosbelastin [J Fiscale gevolgen van de invereffeningstelling Belastbare basis [J Begripsbepaling Vennootschappen in vereffening blijven aan de vennootschapsbelasting onderworpen - art. 208 en 209 WIB 92 '" \ I 94
Belastbare basis [J De gewone regels van de vennootschapsbelasting [J De belastbare basis moet worden vastgesteld door achtereenvolgens de verschillende bewerkingen te verrichten welke in de Commentaar bij de inkomstenbelasting (Comm. l.b.) worden aangehaald [J Aandacht voor de gewijzigde boekhoudregels (art. 28 2 KB/W. Venn.) Aanvullende afschrijving Voorziening vereffeningskosten Vereffenaar opzegvergoedingen ~ ~~ 95
Realisatie van activa (vervolg) Cl M.b.t. wederbelegde gespreide meerwaarden : saldo belastbaar uiterlijk bij stopzetting beroepswerkzaamheid Cl M.b.t. nog niet wederbelegde gespreide meerwaarden : wederbelegging uiterlijk bij stopzetting beroepswerkzaamheid (nalatig heid intrest) Cl Kapitaalsubsidies belastbaar bij realisatie of buitengebruikstelling activa 96
Tarief vennootschapsbelasting Cl Verlaagd opklimmende tarieven? Bezoldigingsvereiste Dividenduitkeringen> 13 % gestort kapitaal 97
- Tot de sluiting van de vereffening fiscale aangifte in te dienen maar geen "speciale aangifte" op de datum van de invereffeningstelling - Bij afsluiting van de vereffening een fiscale aangifte voor de periode tussen de sluiting van de vorige periode (boekjaar) en de datum van de sluiting der vereffening - Roerende voorheffing: 10 % op liquidatiebonus dat uitbetaald wordt boven het gerevaloriseerd fiscaal volgestort kapitaal - Wet van 24 december 2002 / B.S. dd. 31 december 2002) 98
[] Verdeling van vermogen Begripsbepaling (art. 209, lid 1 WIB 92) Cl Als "dividend" aanzien, het verschil in meer tussen: enerzijds, de uitkeringen aan de aandeelhouders of vennoten in geld, in effecten of in enige andere vorm; en anderzijds, het gestorte eventueel gerevaloriseerd maatschappelijk kapitaal en uitgiftepremie 99
Verdeling maatschappelijk vermogen [J Belastbaarheid meerwaarden verwezenlijkt of vastgesteld n.a.v. verdeling (art. 208, lid 2 WIB 92) op basis van werkelijke waarde Vrijstelling meerwaarden DBI-aandelen 100
Aandacht [] Belastbaar: meerwaarde verwezenlijkt of vastgesteld bij verdeling (= art. 208, lid 2 WB 92) [] Belastbaar: vrijgestelde reserves onderworpen aan onaantastbaarheidsvoorwaarde [] Geen "carry back" : opletten met timing vereffeningsverrichtingen (bijvoorbeeld meerwaarde in jaar X en minderwaarde in jaar X+1) [] De behandeling van het liquidatieboni in hoofde van de vennoot/aandeelhouder vennootschap? (Toepassing artikel 202, 1, 2 WIB). 101
Voorbeeld van belastbaarheid [J Verdeling maatschappelijk vermogen (vervolg) Voorbeeld Kapitaal Belaste reserves Meerwaarde bij verdeling Vrijgestelde reserves Totaal Min kapitaal Min belaste reserves Belastbaar 200 400 150 200 950-100 - 500 350 Presentatie in aangifte: <500> belaste reserves + 850 geassimileerd dividend = 350 102
Volgorde van aanrekening van de uitkeringen Cart. 209 lid 2 WIS 92) [J Maatschappelijk vermogen van een ontbonden vennootschap wordt verdeeld, en de uitkeringen worden geacht overeen te stemmen met de volgende drie bestanddelen : de gerevaloriseerde waarde van het fiscaal gestorte kapitaal (en uitgiftepremie) de voorheen gereserveerde winsten die reeds aan de vennootschapsbelasting werden onderworpen de voorheen vrijgestelde winsten Roerende voorheffing [J Er is een roerende voorheffing van 10 % verschuldigd op wat meer uitgekeerd wordt dan het fiscaal volgestort kapitaal Noot: Gewone vrijstellingregel RV van toepassing 103
o Fiscale verwerking bij de aandeelhouder Algemeen Cl Liquidatiebonussen met een dividenduitkerina gelijkgesteld Cl De aandeelhouder = een vennootschap: de liquidatiebonussen worden op een gelijkaardige wijze als dividenden behandeld (DBI - Let op? - grens = % aandelenbezit) Cl Natuurlijke personen moeten ontvangen liquidatiebonus niet in hun PB-aangifte aangeven voor zover Belgische RV werd afgehouden (ook bij vereffening van buitenlandse ven nootscha ppen). 104
Verlies op aandelen participatie bij liquidatie-uitkering [J Indien de liquidatie-uitkering resulteert in een minderwaarde (verlies) op aandelen: is deze slechts aftrekbaar tot het verlies van gestort kapitaal (in de fiscale zin) dat door de aandelen vertegenwoordigd is, en is het overige deel van de minderwaarde op de aandelen niet aftrekbaar 105
Vennootschap vennoot/aandeelhouder - OBI DBI-regeling voor deelnemingen in het bezit van een vennootschap (art. 202, 1, 2 WIB 92) [J Bij de vennootschap in vereffening het WIB 1992, art. 209 is toegepast indien de verkrijgende vennootschap tenminste 10 % of met een aanschaffingswaarde van tenminste 2.500.000,00 bezit, op de liquidatiebonus wordt de aftrekregeling voor "definitief belaste inkomsten" toegepast. Vennootschappen - roerende voorheffing Cl Eventuele vrijstelling (moeder-dochtervrijstelling) is van toepassing. 106
, " Vraagsteil i ngen 1. Kan een vennootschap in vereffening haar boekjaar nog verlengen? 2. Kan een vennootschap in vereffening haar vennootschapsvorm nog wijzigen (bv. Van NV naar BVBA)? 3. Kan een vennootschap in vereffening nog een disproportionele inkoop eigen aandelen verrichten? 4. De behandeling van het liquidatieboni in hoofde van de vennoot/aandeelhouder natuurlijke persoon en een vennoot/aandeelhouder rechtspersoon. 107
12) BTW 2.1. Ontbonden vennootschap B.T. W.-plichtige ontbonden vennootschap blijft voor doeleinden vereffening BTW-plichtig BTW-herzieningen op overdracht gebouwen en andere activa (art. 48 BTW) Onttrekking bij toebedeling aan vennoten/aandeelhouders (art. 12, 1, 1 0 en 5 0 W. BTW) 108
2.2. Recht op teruggaaf BTW schuldeisers Recht op teruggaaf bij geheel of gedeeltelijk verlies schuldvordering (art. 77 i, 7 W. BTW) Tijdstip teruggaaf (art. 3 KB nr. 4) [J Faillissement: vonnis van faillietverklaring [J Gerechtelijk reorganisatieplan of gerechtelijk minnelijk akkoord: datum homologatie door de rechtbank [J Overdracht onder gerechtelijk gezag : sluiting van de procedure [J Vereffening: niet expliciet geregeld (fiscus: sluiting vereffening) 109
2.2. Recht op teruggaaf BTW schuldeisers (vervolg) Verplichting verbeterend stuk met vermelding aan medecontractant (schuldenaar) teruggegeven bedrag aan BTW Medecontractant : verplichting terugstorting BTW in zover voordien in aftrek gebracht (art. 79, lid 2 W. BTW) 110
13) Registrntierechten In beginsel steeds mutatierecht op verkrijging DG door vennoot/aandeelhouder (art. 129, lid 1 en art. 130 W. Reg.) Uitzonderingen bij personenvennootschap (art. 129, lid 3 W. Reg.) [J Bij vereffening personenvennootschap en afgifte van goederen aan alle vennoten: mutatierecht slechts op moment van toebedeling (art. 129, lid 2 W. Reg.). [J OG verkregen door inbrenger [J OG verkregen door persoon die vennoot was bij oorspronkelijke verkrijging met mutatierecht door vennootschap -+ Aard van de verkrijging bepalen voor registratierecht 111
4) itbren.. In natura Uitbreng in natura veelal in de praktijk voor: 1. Onroerend goed 2. Financiële vaste activa (aandelen of obligaties) 112
Duidelijk kader inzake registratierechten: 1. Artikel 129 voor personenvennootschappen (VOF, Comm. V, BVBA of landbouwvennootschap) 2. Artikel 130 voor kapitaalvennootschappen (NV, Comm. VA, CVBA en CVOA) Noot Voor personenvennootschappen zal in bepaalde gevallen voordelig = 25 euro: [J Indien onroerend goed wordt afgegeven aan alle vennoten = wachtregeling 113
Basisregels Artikel 129 Het verkrijgen, anderszins dan bij inbreng in vennootschap, door één of meer vennoten, van in België gelegen onroerende goederen, voortkomende van een vennootschap onder gemeenschappelijke naam of bij wijze van eenvoudige geldschieting, van een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid of van een landbouwvennootschap, geeft, welke ook de wijze zij waarop het geschiedt, aanleiding tot het heffen van het voor verkopingen gesteld recht. In geval van afgifte van de maatschappelijke goederen door de vereffenaar van de in vereffening gestelde vennootschap aan al de vennoten, is voorgaand lid van toepassing op de latere toebedeling van de goederen aan één of meer vennoten. 114
Lid 1 is niet toepasselijk zo het gaat om: 1 0 onroerende goederen welke in de vennootschap werden ingebracht, wanneer ze verkregen worden door de persoon die de inbreng gedaan heeft; 2 0 onroerende goederen welke door de vennootschap met betaling van het voor de verkopingen bepaald registratierecht verkregen werden, wanneer het vaststaat dat de vennoot die eigenaar van die onroerende goederen wordt deel uitmaakte van de vennootschap toen laatstgenoemde de goederen verkreeg. 115
Artikel 130 o Het verkrijgen anderszins dan bij inbreng in vennootschap door één of meer vennoten van in België gelegen onroerende goederen, voortkomende van een vennootschap op aandelen, een samenwerkende vennootschap, geeft, welke ook de wijze zij waarop het geschiedt, aanleiding tot het heffen van het voor verkopingen gesteld recht. 116
Voorwaarden: 1. Het onroerend goed wordt bekomen door een vennoot die het onroerend goed zelf heeft ingebracht 2. Door een vennoot die vennoot was op het ogenblik dat de vennootschap het onroerend goed heeft aangekocht met het mutatierecht (op dat ogenblik verdeel recht 1 % bij uit onverdeeldheidtreding tussen de verschillende vennoten) Noot: 1. Het is voldoende dat het terrein werd verworven want het gebouw volgt het terrein... Natrekking 2. Omvorming van NV naar BVBA kan indien geen simulatiejveinzing 117
Problematiek inzake inkomstenbelastingen - waardering: El Aandacht voor eventuele meerwaarde die belastbaar wordt (uitgestelde belasting mogelijk) - (Art. 47 WIB92 en art. 190 WIB92) 118
Mogelijke herziening van aftrek BTW: c c c Indien onroerend goed werd aangewend als bedrijfsmiddel Mogelijke herziening overeenkomstig art. 48 WBTW (art. 10 KB nr. 3 WBTW) Aftrek: Tijdvak van vijf jaar vanaf 1 januari van het jaar van aftrek Voor gebouwen evenwel 15 jaar (art. 9 KB nr. 3 WBTW) (termijn van 15 jaar vanaf 1 januari 1996, voorheen 10 jaar) Noot: bij uitbreng in natura van blote eigendom met behoud van vruchtgebruik voor de vennootschap is er geen herziening (beslissing 26 januari 2005) 119
Praktische aandachtspunten om het onroerend goed te onttrekken als "uitbreng in natura" : Vereffening van de vennootschap Op fiscaal vlak: gewone vennootschapsbelasting op de meerwaarde (art. 208 WIB92) Dividenduitkering in het kader van de vereffening - roerende voorheffing met aanrekening : [J Fiscaal volgestort kapitaal: geen ven.b. / geen RV [J Reeds belaste reserves: geen ven.b. / wel RV [J Vrijgestelde reserves of winst: ven.b. + RV 120
IJ IJ Indien in toepassing van artikel 129, 3 lid, Wetboek registratie: Bij eenmans-bvba : enkel 25 euro vast recht Bij BVBA met diverse vennoten en toebedeling: 1 % reg istratierecht Bij kapitaalvennootschappen zoals NV : steeds mutatierecht van toepassing (12,5% registratierecht of 10% registratierecht) BTW: eventueel herziening 121
Concreet voorbeeld: Eenmans-BVBA opgericht in augustus 1987 Onroerend goed aangekocht voor wat betreft terrein in december 1987 Bouw met BTW in 1988 Vereffening van vennootschap met uitbreng in natura Gevolgen: 1. Vennootschapsbelasting: Belasting op de meerwaarde 2. BTW: geen BTW-herziening aangezien meer dan 10 jaar vóór 1996 3. RV: 10% op het gebruteerde bedrag van de uitbreng in natura 4. Registratierecht: 25 euro (zie toepassing art. 129 - uitzondering Wetboek registratie) 122
De deficitaire vereffening [] Advies boekhoudkundige verwerking : niet betaalde schulden wegens ontoereikend actief bij het sluiten van de vereffening 124
De deficitaire vereffening 1) Ontbonden vennootschap.. fiscaal [J Deficitaire vereffening Kwijtschelding schulden = belastbare opbrengst onder aftrek van fiscale verliezen [J Tenzij aftrekverbod abnormale of goedgunstige voordelen ontvangen van verbonden ondernemingen [J Wet continuïteit ondernemingen : niet belastbaar ingeval van gerechtelijk reorganisatieplan of gerechtelijk minnelijk akkoord Sluiting vereffening met openstaande schulden Inbreng schuldvordering in kapitaal [J Aan nominale waarde = neutraal [J Aan lagere werkelijke waarde = belastbaar 125
De deficitaire vereffening [J Waardevermindering vorderingen (art. 48 WIB 92) Vrijstelling waarschijnlijke verliezen Expliciet voor schuldvorderingen betrokken in gerechtelijk reorganisatieplan of gerechtelijk minnelijk akkoord Niet voor obligaties [J Definitief verlies vordering (art. 49 WIB 92) Aftrekbaar Tijdstip? 126
De behandeling van het liquidatieboni in hoofde van de vennoot/aandeelhouder natuurlijke persoon en een vennoot/aandeelhouder rechtspersoon In het huidige artikel wordt nagegaan op welke wijze het liquidatieboni dat een vennoot/aandeelhouder ontvangt wordt behandeld. Hierbij wordt ook aandacht verleend aan het feit dat de uitkerende vennootschap een bepaalde rechtsvolgorde dient in ogenschouw te nemen naar aanleiding van de uitkering van een deeluitkering en/of het liquidatie boni. Anderzijds dient gesteld te worden dat de werkwijze die de vennootschapuitkerende vennootschap - verricht, niet steeds overeenstemt met de behandeling die in hoofde van de vennoot/aandeelhouder wordt weerhouden. 1. In vereffening uitkerende vennootschap Wanneer het maatschappelijk kapitaal van een vennootschap wordt verdeeld ingevolge ontbinding wordt, overeenkomstig de bepaling van het artikel 209, 1 0 lid van het Wetboek van Inkomstenbelasting, als "dividend" aanzien, het verschil in meer tussen: 1) Enerzijds, de uitkeringen aan de aandeelhouders of vennoten in geld, in effecten of in enige andere vorm, en; 2) Anderzijds, het gestorte en eventueel gerevaloriseerd maatschappelijk kapitaal (gestorte uitgiftepremie volgt de werkwijze van het fiscaal volgestort kapitaal). De fiscale volgorde van de aanrekening van de uitkeringen die verricht worden door de in vereffening gestelde vennootschap wordt weerhouden in het Wetboek van Inkomstenbelasting zoals hierna wordt weergegeven in 3 bewerkingen. Wanneer het maatschappelijk vermogen van een ontbonden vennootschap wordt verdeeld aan de vennoten/aandeelhouders, worden de uitkeringen geacht overeen te stemmen met de volgende drie bestanddelen: 1) Met de gerevaloriseerde waarde van het fiscaal volgestorte kapitaal (revalorisatie conform artikel 2, 6 WIB 1992). Het gestorte kapitaal omvat de door de vennoten/aandeelhouders werkelijk uitgevoerde en volgestorte inbreng in natura of in speciën; 2) Vervolgens, met de voorheen gereserveerde winsten die reeds aan de vennootschapsbelasting werden onderworpen, inbegrepen de meerwaarden die worden verwezenlijkt of vastgesteld naar aanleiding van de verdeling van het vermogen. De winst omvat tevens de meerwaarden die worden verwezenlijkt of vastgesteld naar aanleiding van de realisatie en/of de verdeling van het vermogen; 3) Ten slotte met de voorheen vrijgestelde winst. 1
Deelbesluit : Concreet betekent dit dat een ontbonden vennootschap over het geheel van de vereffeningperiode in de regel op geen hoger bedrag zal worden belast in de vennootschapbelasting dan het totaal van enerzijds de in de vereffeningperiode verkregen opbrengsten - winsten - met inbegrip van de naar aanleiding van de verdeling verwezenlijkte of vastgestelde meerwaarden, en anderzijds de voorheen vrijgestelde reserves die door een uitkering belastbaar worden omdat niet meer voldaan wordt aan de onaantastbaarheidvoorwaarde. 2. Uitkering aan een natuurlijk persoon - vennoot/aandeelhouder De natuurlijke persoon - vennoot/aandeelhouder - dient de te ontvangen liquidatieboni niet meer aan te geven in de personenbelasting voor zover op de deeluitkering en/of het liquidatieboni de Belgische roerende voorheffing werd voldaan. De roerende voorheffing wordt betaald op het bedrag dat meer ontvangen wordt dan het fiscaal volgestort kapitaal dat uitgekeerd wordt door de uitkerende vennootschap. De uitkerende vennootschap dient de roerende voorheffing af te houden naar aanleiding van de betaling- deeluitkering of liquidatieboni - en dient het bedrag van de roerende voorheffing door te storten aan de fiscale administratie. Concreet kan de berekening van de roerende voorheffing als volgt worden weergegeven: 1) Bedrag aan liquidatieboni; bijvoorbeeld 200.000,00; 2) Het bedrag van het fiscaal volgestort kapitaal dat door de betreffende aandelen van de vennoot/aandeelhouder in de totaliteit wordt vertegenwoordigd pro rata op basis van het fiscaal volgestort kapitaal; bijvoorbeeld 18.600,00; 3) Het bedrag dat meer bedraagt dan het pro rata fiscaal volgestort kapitaal zoals hiervoor weergegeven tegenover het liquidatieboni en/of de deeluitkering is onderhevig aan een roerende voorheffing van 10 %, zijnde 200.000,00-18.600,00 = 181.400,00 x 10 % = 18.140,00 roerende voorheffing. Ter zake is het belangrijk dat, in het kader van een vereffening, de reflectie wordt gemaakt dat de 'meerwaarde' die een natuurlijk persoon denkt te hebben ontvangen in hoofde van een deeluitkering en/of liquidatieboni vanuit fiscaal standpunt wordt beschouwd als een ontvangen dividend. Het betreffende ontvangen dividend in het kader van een ontbinding met vereffening van een vennootschap geeft op de datum van heden aanleiding tot een roerende voorheffing in België van 10 %. lii 2
Wat dient te worden verricht door een natuurlijk persoon - aandeelhouder/ vennoot - van een buitenlandse vennootschap die in het kader van haar ontbinding en vereffening een liquidatieboni doorstort naar de Belgische vennoot/aandeelhouder. Ter zake dient gesteld te worden dat elke Belgische vennoot/aandeelhouder verplicht is om roerende voorheffing te laten betalen of zelf te betalen op het liquidatieboni dat de vennoot/aandeelhouder ontvangt, zowel van Belgische als van Buitenlandse vennootschappen. Ter zake dient de vennoot/aandeelhouder informatie op te vragen bij de uitkerende vennootschap - in vereffening - en vervolgens op het bedrag dat de vennoot/aandeelhouder ontvangt, meer dan het gerevaloriseerd fiscaal kapitaal, pro rata zijn aandelenbezit: 1) Ofwel het betreffende bedrag aan liquidatieboni aan te geven in de personenbelastingaangifte waarbij alsdan roerende voorheffing zal verrekend worden in de fiscale personenbelasting waarbij de 10 % echter in het verleden verhoogd werd met een bedrag aan gemeentebelasting. Ter zake is er een recente rechtspraak die stelt dat er geen gemeentebelasting dient betaald te worden op liquidatieboni. 2) De ontvangende vennoot/aandeelhouder - natuurlijk persoon - doet via een Belgische uitkerende financiële instelling aangifte in de roerende voorheffing binnen de 15 dagen nà ontvangst van een liquidatieboni en stort alsdan de 10 % roerende voorheffing aan de betreffende fiscale administratie. In de beide gevallen dient de vennoot/aandeelhouder - natuurlijk persoon - informatie te bezitten met betrekking tot het bedrag van het fiscaal volgestort kapitaal pro rata het aantal aandelen dat de betreffende natuurlijke persoon - vennoot/aandeelhouder - bezit om het bedrag te kunnen bepalen waarop roerende voorheffing dient te worden berekend. 3. Uitkering aan een Belgische vennootschap - vennoot/aandeelhouder 3.1. Basisinformatie Alle bedragen die de gerevaloriseerde waarde van het fiscaal gestorte kapitaal te boven gaan worden in hoofde van de Belgische vennootschappen die deeluitkeringen en/of liquidatieboni ontvangen behandeld als een 'dividend'. Het betreffend dividend kan als een definitief belast inkomen worden behandeld (OBI) indien voldaan is aan de betreffende OBI-voorwaarden in hoofde van de Belgische vennootschap vennoot/aandeelhouder. 1!13
De toepassing van het OBI-stelsel geeft aan dat 95 % van de belastbare grondslag in mindering wordt gebracht voor zover voldaan wordt aan de OBI-reglementering, zijnde: 1) De vennootschap die het liquidatieboni uitkeert, een Belgische vennootschap is of een vreemde vennootschap die aan een vennootschapbelasting van gelijke aard als de Belgische vennootschapbelasting is onderworpen (als basisregel kan gesteld worden minimum 15 % gemeenschappelijk vennootschap basisbelasting); 2) De vennootschap die de deeluitkering of het liquidatieboni ontvangt, op de datum van de toekenning of de betaalbaarstelling, een deelneming bezit van ten minste 10 % of een aanschaffingswaarde van ten minste 2.500.000,00 (artikel 202 en 203 WIB 1992); 3) De betreffende aandelen in hoofde van de Belgische vennootschap vennoot/aandeelhouder - de aard hebben van financiële vaste activa en de aandelen gedurende een ononderbroken periode van ten minste één jaar in volle eigendom werden of worden aangehouden. Het artikel 202 van het Wetboek Inkomstenbelasting stelt: 1. Van de winst van het belastbare tijdperk worden mede afgetrokken, in zover zij erin voorkomen: 1 0 dividenden met uitzondering van inkomsten die zijn verkregen naar aanleiding van de afstand aan een vennootschap van haar eigen aandelen of naar aanleiding van de gehele of gedeeltelijke verdeling van het vermogen van een vennootschap; 2 in zover het een dividend betreft waarop de artikelen 1.8.Q, 1JiZ of ~WiLof gelijkaardige bepalingen naar buitenlands recht zijn toegepast, het positieve verschil tussen de verkregen sommen of de waarde van de ontvangen bestanddelen en de aanschaffings w of beleggingsprijs van de aandelen die worden verkregen, terugbetaald of geruild door de vennootschap die ze had uitgegeven, eventueel verhoogd met de desbetreffende voorheen uitgedrukte en niet vrijgestelde meerwaarden; 2. De in 1, 1 0 en 2 0, vermelde inkomsten, behalve voor zover deze voortkomen uit de toepassing van artikel l1.l_. _2 derde lid, of van bepalingen met een gelijkaardig effect in een andere Lidstaat van de Europese Unie, zijn slechts aftrekbaar in zoverre: loop de datum van toekenning of betaalbaarstelling van deze Inkomsten, de vennootschap die de inkomsten verkrijgt in het kapitaal van de vennootschap die ze uitkeert, een deelneming bezit van ten minste 10 pct. of met een aanschaffingswaarde van ten minste 2.500.000 euro; 2 0 deze inkomsten betrekking hebben op aandelen die de aard van financiële vaste activa hebben en gedurende een ononderbroken periode van ten minste één jaar in volle eigendom worden of werden behouden. Uit de samenlezing van het artikel 209 WIB 1992 en het hiervoor vermeld artikel 202 komt men tot het besluit dat er een discrepantie kan bestaan tussen de belastbaarheid in hoofde van de in vereffening gestelde uitkerende vennootschap en het liquidatieboni of de deeluitkering die wordt ontvangen door de vennoot/aandeelhouder - Belgische vennootschap. I:j 4
Het artikel 209 van het Wetboek Inkomstenbelasting 1992 stelt: Wanneer het maatschappelijk vermogen van een vennootschap wordt verdeeld ten gevolge van ontbinding of om enige andere reden, wordt (in hoofde van de uitkerende vennootschap)(*) als een uitgekeerd dividend aangemerkt het positieve verschil tussen de uitkeringen in geld, in effecten of in enige andere vorm, en de gerevaloriseerde waarde,van het gestorte kapitaal. De uitkeringen worden geacht achtereenvolgens voort te komen: 1 0 eerst uit de gerevaloriseerde waarde van het gestorte kapitaal; 2 vervolgens uit de voorheen gereserveerde winst die reeds aan de vennootschapsbelasting is onderworpen, de meerwaarden die worden verwezenlijkt of vastgesteld naar aanleiding van de verdeling van het vermogen inbegrepen; 3 0 en tenslotte uit de voorheen vrijgestelde winst. Wanneer de verdeling van het maatschappelijk vermogen trapsgewijze plaatsvindt, wordt het eerste lid toegepast telkens wanneer een verdeling het verschil overtreft tussen, eensdeels, het bedrag van het bij de ontbinding gestorte kapitaal, gerevaloriseerd volgens de coëfficiënten van toepassing op de datum van die verdeling en, anderdeels, de vroegere verdelingen na revalorisatie daarvan volgens de coëfficiënten die op dezelfde datum van toepassing zijn voor de jaren waarin die verdelingen hebben plaatsgehad. (*) Eigen aantekening door de auteur. Deelbesluit : Het bedrag van het fiscaal liquidatieboni of fiscale deeluitkering in hoofde van de in vereffening gestelde uitkerende vennootschap kan in belangrijke mate afwijken van het bedrag van het fiscaal ontvangen liquidatieboni of de fiscale deeluitkering in hoofde van de ontvangende vennootschap - aandeelhouder/vennoot. 3.2. Concreet voorbeeld met concrete toepassing: 3.2.1. Voorbeeld 1 Vennootschap A NV is in vereffening sedert 1 juli 2010 en werd opgericht in het jaar 1990 met een fiscaal volgestort kapitaal van 1.000.000,00. Ingevolge de reservering van winsten gedurende het bestaan van de vennootschap en de realisatie van haar activa en de betaling van de nodige vennootschapbelasting is er een totaal bedrag aan liquidatieboni-uitkering van 8.000.000,00. Vennootschap B BVBA is aandeelhouder van vennootschap A voor 35 %. De participatie van 35 % aandelen werd verworven in het jaar 2006 voor een bedrag van 1.750.000,00 en geboekt als een financieel vast actief. Vennootschap A doet een uitkering van haar liquidatieboni van 8.000.000,00 aan de diverse aandeelhouders. Vennootschap Bontvangt 8.000.0000,00 x 35 % = 2.800.000,00.
In hoofde van de vennootschap A wordt een belastbaar dividend uitgekeerd voor een bedrag van 8.000.000,00 realisatiewaarde - liquidatieboni - min fiscaal volgestort kapitaal van 1.000.000,00 of een bedrag van 7.000.000,00 liquidatieboni - belastbaar bedrag. Voor vennootschap A wordt derhalve een belastbare basis uitgekeerd aan vennootschap B naar rata van 7.000.000,00 x 35 % = 2.450.000.00. Anderzijds ontvangst vennootschap B in het kader van een liquidatieboni een totaal bedrag van 2.800.000,00 waarbij, ingevolge het artikel 202 1, 2, het belastbaar bedrag gelijk is aan het positief verschil tussen de verkregen som, zijnde 2.800.000,00 en de aanschaffingswaarde van 1.750.000,00 of derhalve een belastbare basis van 2.800.000,00-1.750.000,00 = ~ 1.050.000,00. Het is dan ook het bedrag van 1.050.000,00 dat de basis is voor de DBI aftrek van het ontvangen liquidatieboni. Op het bedrag van de 1.050.000,00 wordt 95 % vrijstelling verleend - DBI - voor zover voldaan wordt aan de voorwaarden, zijnde: meer dan 10 % aandelenbezit, wat in casu het geval is omdat de vennootschap 35 % heeft; tevens moeten de aandelen meer dan één jaar in het bezit zijn waarbij concreet wordt voldaan omdat de vennootschap B de aandelen reeds vanaf 2006, dus meer dan 1 jaar, in haar bezit heeft; de betreffende aandelen dienen de aard te hebben van financiële vaste activa. Derhalve wordt hier in dit voorbeeld 3.2.1. voldaan aan de DBI-vereisten. Er is een vrijstelling van roerende voorheffing omdat aan de gewone regels inzake vrijstelling roerende voorheffing, zijnde: aandelenbezit meer dan 10 % wordt voldaan (artikel 168 WIB). Tevens werd voldaan aan de bepaling van het artikel 203 dat de voormelde inkomsten hun oorsprong hebben gevonden in een vennootschap die aan vennootschapbelasting onderworpen was van gelijke aard als de vennootschapbelasting in België, overwegende dat vennootschap A een Belgische vennootschap is. Het artikel 204 stelt dat het in het artikel 202 1, 2 voormelde bedrag wordt geacht in de winst van het belastbaar tijdperk voor te komen tot 95 % van dat bedrag.
3.2.2. Voorbeeld 2 Dezelfde gegevens als in het voorbeeld 1 maar de Vennootschap B BVBA heeft in deze tweede hypothese 35 % aandelen verworven van vennootschap A NV in het jaar 2006 voor een bedrag van 3.000.000,00. Vennootschap B ontvangt, naar aanleiding van de ontbinding en vereffening van vennootschap A, een liquidatieboni van 8.000.000,00 x 35 % = 2.800.000,00. Zoals hiervoor gesteld dient vanuit vennootschap A - uitkerende vennootschap - aanzien te worden dat er een dividend wordt uitgekeerd uit vennootschap A naar vennootschap B voor een bedrag van 7.000.000,00 ( 8.000.000,00 liquidatieboni - 1.000.000,00 fiscaal volgestort kapitaal) x 35 % = 2.450.000,00. In hoofde van vennootschap B wordt, overeenkomstig het artikel 202 1, 2 van de winst van het belastbaar tijdperk afgetrokken, het bedrag dat hoger is dan de aanschaffingswaarde. In casu, in de huidige context, is het bedrag dat verkregen wordt door de vennootschap B BVBA aandeelhouder van vennootschap A NV een liquidatiebonibedrag van 2.800.000,00 lager dan de oorspronkelijke aanschaffingswaarde in de vennootschap B BVBA van 3.000.000,00 en is er derhalve geen belastbare basis als liquidatieboni in vennootschap B BVBA. Anderzijds dient een minderwaarde te worden geboekt in hoofde van vennootschap B voor 200.000,00, zijnde de oorspronkelijke aanschaffingswaarde van 3.000.000,00 min het ontvangen liquidatiebonibedrag van 2.800.000,00. De betreffende boekhoudkundige minwaarde is echter fiscaal niet als bedrijfskost aftrekbaar overwegende dat er geen verlies is aan pro rata fiscaal gestort kapitaal overeenkomstig het artikel 198 WIB 1992. Het artikel 198 WIB 1992 stelt, 7 : 7 waardeverminderingen en minderwaarden op aandelen, behoudens minderwaarden op aandelen geleden naar aanleiding van de gehele verdeling van het maatschappelijk vermogen van een vennootschap tot ten hoogste het verlies aan gestorte kapitaal dat door die aandelen wordt vertegenwoordigd;
Overwegende dat het fiscaal volgestort kapitaal 1.000.000,00 bedraagt waarbij vennootschap B 35 % van de aandelen bezit, zal het fiscaal pro rata volgestort kapitaal van deze 35 % aandelen die vennootschap B BVBA aanhoudt in vennootschap A NV kunnen bepaald worden op 1.000.000,00 x 35 % = 350.000,00. De minderwaarde op deze aandelen in hoofde van vennootschap B - vennoot/aandeelhouder (Belgische vennootschap) - is derhalve niet fiscaal aftrekbaar omdat er geen verlies is naar aanleiding van het ontvangen liquidatie boni van een gedeelte van het pro rata fiscaal volgestort kapitaal. Gislenus Bats Ere-bedrijfsrevisor iii 8