10 Kaartjes Wie, Wat, Waar, Wanneer, Hoe



Vergelijkbare documenten
Hoe je je voelt. hoofdstuk 10. Het zal je wel opgevallen zijn dat je op een dag een heleboel verschillende gevoelens hebt. Je kunt bijvoorbeeld:

Eikenhorst (kliniek) Informatie voor patiënten. Eikenhorst

REGELS. Wat hoort bij elkaar?

Veertien leesteksten. Leesvaardigheid A1. Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek. Ad Appel

ik? Houd je spreekbeurt over GGNet

Accent op improvisatie en taal

centrum voor verstandelijke beperking en psychiatrie SAMEN ZORGEN DAT HET BETER GAAT!

Telefoneren. groep 6. Mevrouw Safir. De loodgieter. Meneer Den Hoed. De redactie van het Jeugdjournaal. De kinderopvang. De vader van Silke

Hoe gaat het met je studie?

Ervaringen van mensen met verstandelijke beperkingen of psychiatrische problemen met zelfstandig wonen en deelname aan de samenleving

5 Opdrachtkaartjes bij telefoongesprek of dialoog

Drie dappere paardjes Prentenboek

Iemand die leuke dingen doet met mensen die problemen hebben. Bijvoorbeeld met mensen die een handicap hebben.

Judith Suyling. kindertherapie ouderbegeleiding. Poppenkast

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN

HOEVEEL MOET IK BETALEN?

Spreekopdrachten thema 4 Gezondheid

Huismoeder. Opvang voor kinderen. Werkvolk gezocht! 1 ste graad > Werk > lesmateriaal > beroepenwijzer

Lijst gespreksthema s

Oefentoets 1 - Leesvaardigheid A1

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.

Vragenlijst Prettig Schoolgaan versie voor de basisschool

Spreekoefeningen. Oefenen voor het eerste deel van het examen spreken: Vragen beantwoorden. 1 enkele vragen. (voor het inburgeringsexamen - spreken)

U leert in deze les om een mening vragen. U wilt dan weten wat iemand vindt.

activiteiten kalender

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Wat doe je op een dag? Tijd Tijd Tijd Tijd Tijd Tijd Tijd Tijd Tijd Tijd Tijd Tijd Tij

PIJN BIJ KINDEREN AU AU PIJN IS NIET FIJN!

Inleiding IN DIT BOEK LEES JE WAAROM STEUN, RESPECT EN VERTROUWEN BIJ VRIENDSCHAP HOREN.

De Raad van Europa is een internationale organisatie met 47 lidstaten. Haar werk beïnvloedt 150 miljoen kinderen en jongeren.

Antwoordenmodel. Herhalingsoefeningen De Sprong, Thema 1. Oefening 1. studiejaar 2007/2008 studiejaar 2008/ euro per maand 272 euro per maand

Samenvatting Mensen ABC

Kempenhaeghe entreeboekje kinderafdeling

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

Soms gebeurt er wel eens iets wat jij niet wilt. Dit noemen wij onvrijwillige zorg. Onvrijwillige zorg mag alleen als jij in gevaar bent, of als jouw

WANNEER EEN SPECIAAL IEMAND ALS HEEFT

Bijlage 1. Beste ouders/verzorgers van de leerlingen van groep 3/4,

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Inhoudsopgave...2. Voorwoord...3. Inleiding...3. Hoofdstukken Wat is een verpleeghuis? De geschiedenis van het verpleeghuis...

Gezond thema: DE HUISARTS

Melkweg. In de war. Lezen van Alfa B naar Alfa C. Gezondheid: Omgaan met problemen. Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann

PIJN IS NIET FIJN INFORMATIE VOOR KINDEREN FRANCISCUS VLIETLAND

Stichting Multicultureel Centrum de Hudsonhof Hudsonhof KP Amsterdam Tel: Hudsonhof Activiteitenlijst april 2015

Niet veel mensen krijgen deze ziekte en sommige volwassenen hebben er vaak nog nooit van gehoord of weten er weinig vanaf.

Zonder toestemming. Nota BOPZ eenvoudige versie

Beste ouders, Agenda deze week

Welkom bij. Mijn puber en de sociale media hoe ga ik daar mee om? Gaby Herweijer

2c nr. 1 zinnen met want en omdat

Lekker slapen. Tips voor een goede (nacht)rust

Beste ouders/verzorgers,

Interessen: Wat vind ik leuk?

Bijlage 1 Thema 1. De helppagina van een tijdschrift

Te huur HOOFDSTUK 4 WOORDEN. Kies het goede woord. 1 Ik woon in een flat op de vierde... a verdieping b appartement

Inleiding WIST JE DAT JE GEVOEL VAAK BEPAALT WAT VOOR HUMEUR JE HEBT?

Luisteren: muziek (A2 nr. 7)

Als je ergens heel erg bang voor bent, dan heb je angst. Je hebt bijvoorbeeld angst voor de tandarts.

Spreekopdrachten thema 4 Gezondheid

together forever is het motto van het Europees Jaar van de Interculturele Dialoog 2008 in Nederland THE GODFATHER

Antwoorden: zie laatste bladzijde. Woordenschat 1

Kijk op: nt2taalmenu wordt gemaakt door: Frans Snik, Ed Kniesmeijer en René den Nijs. Oefening bij Nivor 1.

DigiContact. in één klik jouw ondersteuning

1b nr. 1 Wie of wat?

REGELS. Onderstreep de pluralisvorm in de zin.

Ontdek je kracht voor de leerkracht

Je bent een echte doorzetter, bravo! Je hebt goed naar mij geluisterd, fantastisch! Daar heb je goed over nagedacht, echt slim van je!

Nederrij Herentals t Weg met pijn... Want pijn is niet fijn!!! Informatieboekje voor kinderen en hun ouders

Geef kinderen steeds even de tijd om iedere spelopdracht uit te spelen.

Instructie voor de kermiskinderen

A) Onderstreep telkens de bijwoord in onderstaand zinnen (soms staat er geen).

Wesley van Duffelen CMD1E Creative Marketing. Doelgroeponderzoek 55 plussers

Adam en Eva eten van de boom

Fajã dos Padres Portugal Madeira Quinta Grande

Dagbehandeling De Horst

NT2. Examen I: Spreken. Voorbeeldexamen. Opgavenboekje. Staatsexamen Nederlands als tweede taal. Examennr. kandidaat: Aanwijzingen

Spreekopdrachten thema 4 Wonen

Kinderen. Hoe Yulius kinderen met autisme kan helpen

A) Gebruik de volgende voegwoorden: maar, want, en, of.

U kunt bij WiN terecht voor: Buurtwerk Vrijwilligerswerk Jongerenwerk Mantelzorg (aparte folder) Sport- en cultuurcoaches Dienstverlenende

Lekker slapen. Tips voor een goede (nacht)rust

Het feestseizoen is weer begonnen

Hoofdstuk 4 Sleutels 1A, 2C, 3C, 4B, 5B, 6B, 7B, 8C, 9A, 10B, 11B, 12C, 13B, 14A, 15A, 16C, 17B, 18C, 19A, 20B, 21B, 22A, 23C, 24B, 25C.

2001/2002 SPREKEN. Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten. Opgavenboekje. Examennummer kandidaat: Aanwijzingen. Staatsexamen Nederlands

Ga je mee? 1. De wandeltocht en de fiets. 2.Een reis in de ruimte. Mijn feest, Wereldkunst 1. Verschillende. jouw feest. 1.

De wereld van speentjes en flessen, zorgen en spelen, moeders en vaders.

NOVO, Confiance Lekker Gezond!?

Help, ik kan niet slapen! Slaapproblemen bij jongeren

Inhoud. Mijn leven. zo hoort het

Onze cliënten aan het woord

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

WERKEN AAN ONTWIKKELING MET EXTRA BEGELEIDING EN BEHANDELING. Voor zeer moeilijk opvoedbare en lerende jongeren (ZMOLK)

De Winckelsteegh. voor mensen met een ernstig verstandelijke handicap

BEGINNERSCURSUS DAG 8

Lesbrief Je bent een engel

feest-en ka-do feest-muts sling-er trak-ta-tie bal-lon ja-ri-ge lek-kers taar-tjes vlag-gen feest-je uit-no-di-ging kaar-tje smul-len zing-en

Opdracht U bekijkt uw leven tot nu toe en denkt na over wat u allemaal heeft meegemaakt.

Leerling tevredenheidspeiling Basisschool Sint Franciscus 2015

ik heb t! Gerard van Midden Noëlle Smit

Grammatica Zinsontleding. Werkboek Geschikt voor de groepen 5 en 6

Introductiefolder voor jongeren, ouders en verwijzers

Transcriptie:

10 Kaartjes Wie, Wat, Waar, Wanneer, Hoe Je kunt de kaartjes afzonderlijk of in combinatie met elkaar gebruiken voor een afspreekspel of een inspringspel. Voor alle improvisatieopdrachten kunnen de kaartjes in wisselende combinaties gebruikt worden. Zo kunnen kinderen die snel klaar zijn met een andere schooltaak, zelfstandig iets voorbereiden en de groep er in de laatste vijf schoolminuten op trakteren. Afspreekspel De kinderen krijgen een of meer kaartjes en spreken vanuit gezamenlijke fantasie samen af hoe ze het spel willen gaan spelen. Als je de kaartjes uitdeelt, kun je de kinderen met enkele vragen wat op weg helpen. Bijvoorbeeld: Wie: jullie zijn pastoor, zwerver, glazenwasser, psychiater. Wanneer: wanneer ontmoeten jullie elkaar? Waar: waar ontmoeten jullie elkaar? Wat: wat is het onderwerp waarover jullie praten? Hoe: hoe voelt ieder zich? Hoe gedraagt iedereen zich? Inspringspel Dezelfde kaartjes kunnen ook gebruikt worden voor het inspringspel, zonder dat er tevoren afspraken gemaakt worden. De kinderen dagen zichzelf uit door blind een kaartje te trekken en dit in spel vorm te geven. De eerste start vanuit een Wie, Wat en Waar, anderen springen in, trekken een kaartje en proberen daarmee een vervolg, invulling of aanvulling te geven aan het spel. Introduceer deze vorm van inspringspel pas nadat ze met de basis vertrouwd zijn (zie boek, paragraaf 1.5 Spelsituaties ). Wie-kaartjes pastoor imam muzikante dokter verpleegkundige rechercheur boswachter stroper directrice 1

werkloze miljonaire scholier lerares boerin zwerver burgemeester scheidsrechter huisvrouw caissière secretaresse bejaardenverzorgster tuinman kok slager glazenwasser machinist televisieomroeper bakker postbode dirigent schillenboer tandarts conductrice 2

voetballer psychiater piloot Wat-kaartjes het weer de sport de mode computers het werk werkloosheid kernwapens slecht eten ouderdom onderwijs gezondheid geld reïncarnatie de jeugd van tegenwoordig het wereldnieuws het terrorisme milieu echtscheiding 3

Waar-kaartjes volkstuin camping markt bos zee badkamer woonkamer tuin kermis wachtkamer van een dokter politiebureau fabriek restaurant winkel ziekenhuis maan grot onbewoond eiland Wanneer-kaartjes s nachts s morgens overdag 4

s avonds werktijd pauze vakantie oudjaar je verjaardag Kerstmis de laatste schooldag de afwas boodschappen doen onweer spitsuur wandeling televisie kijken bloedhete zomer ijskoude winter feest vrije dag het eten Hoe-kaartjes angstig bang chagrijnig 5

deftig ernstig flauw geheimzinnig humeurig irritant jofel kwaad lief moe nors onverschillig pochend rustig stoer teleurgesteld uitgelaten verveeld wantrouwend ijskoud zenuwachtig aardig vrolijk 6