O/archief0809/MW/not 16/11/09 1. Hogere Graad - Specialisatie Graad Deeltijds Kunstonderwijs Studierichting Beeldende Kunst algemeen gedeelte



Vergelijkbare documenten
HET CONCRETE LEERPLAN

F:dko0405/sv-dv/not/bk/lpTK0162- HG-SG 13/10/05 1

F:dko0405/sv-dv/not/bk/lpBK0190-HG-SG 13/10/05 1

BEELDENDE EN ARCHITECTURALE KUNSTEN

basiscompetenties 3de graad beeldende en audiovisuele kunsten

VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS

5.2 Grafiek en grafische technieken

Versie 03/10/2016 em ( zorg )

Versie 03/10/2016 em ( zorg )

REPERTOIRESTUDIE WOORDKUNST Hogere Graad

De DOELSTELLING van de kunstbv-opdrachten & De BEOORDELING:

ASO - studierichtingen in VIA-TIENEN

basiscompetenties 2de graad beeldende en audiovisuele kunsten

Timing: 50 min. Graad: 2-3. Leerplandoelen: VVKBAO:

ONS STUDIEAANBOD. 1ste graad A

beeldanalyse-kunstbeschouwing

EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Zoektocht in het Maascentrum. A. Eindtermen voor het basisonderwijs vanaf 01/09/2010

Cultuurbeleidsplan

kunstbv beeldende vorming Afsluiting kunstbv 5 Havo / 6VWO afsluiting Naam:... Klas...

Sint-Jan Berchmanscollege

WAARNEMEN SCHETS DE LIJN PERSPECTIEF EN RUIMTELIJKHEID COMPOSITIE KLEUR MUZIEK EN ABSTRACTIE

Ook voor de basisschool zijn nieuwe er kerndoelen gemaakt die duidelijk aansluiten bij de kerndoelen van de onderbouw VO.

Meetkunst Les 4 Spelen met perspectief

U vraagt voor de expositie natuurlijk ook enkele (installatie)gidsen. Wedden dat de bezoekers nog nooit zo n visueel wereldbeeld konden ervaren?

PTA CKV havo Belgisch Park cohort

OBSERVATIELIJST van de MUZISCHE ONTWIKKELING Van kleuters IN 5 CATEGORIEËN

3 LEERPLANDOELEN. De katholieke basisschool stelt zich als algemeen streefdoel voor mediaopvoeding:

Vereiste basiscompetenties om rechtstreeks te kunnen instappen in (Foto mens - portret)

PTA CKV VWO, Belgisch Park, cohort

PTA ckv Havo, Belgisch Park, cohort

basiscompetenties 2de graad muziek

Realiseren van VOET in Geschiedenis: leren leren I II III Leren leren

Latijn-wiskunde Latijn-moderne talen wetenschappen economie-wiskunde economie-moderne talen humane wetenschappen

Taalvaardigheid Preventie en remediëring. -betrokkenheid verhogende werkvormen creëren -een maximale -herformuleren de lln het probleem

Eerste jaar van de eerste graad. Leren leren

ATHENEUM BRUSSEL, EEN SCHOOL MET EEN MISSIE EN VEEL PASSIE!

Profilering derde graad

Meetkunst. Les 2 Van kunst naar ruimte. Weergeven op schaal en in perspectief

Letterenhuis. Inspiratie OVERAL! MET ISH AIT HAMOU ALS AMBASSADEUR INSPIRATIE. Workshop voor 3de graad TSO/BSO. Info voor de leerkracht

Openingsuren en bereikbaarheid: Ma Di Wo Do Vrij ZA

Voorbij de kunst. Anders kijken naar kunst met jongeren. Yotka Kroeze & Jobbe Holtes

Theater/Bioscoop De Nieuwe Kolk

Nu nog beter... Toegepaste kunst Kunst BV

CKV Festival CKV festival 2012

Leerplan OVSG. Verbondenheid door middel van rituelen tijdens speciale gelegenheden. Jenthé Adriaens, Elise Buts & Sharis Vertommen

RICHTLIJNEN FOTOGRAFIE UGENT. September 2016

Tekenen in de Tweede fase

OLYMPIASCHOOL. Schoolmaatplan Beeldend. Huidige situatie beeldend onderwijs

Schoolcultuur: een inleiding

DOELSTELLINGEN EN VOET BUURTAMBASSADEURS

Erwin Clauws "The Conscious Quintessence of the Abstract"

Workshop. Vriendschapsbandjes

WAT MAAKT DE VRIJESCHOOL UNIEK?

November Glaceren met Acrylmedium December Het licht van Rembrandt / Het december gevoel de duisternis van Rembrandt

WORKSHOP LEERLIJNEN. Dag van de Cultuureducatie: workshop leerlijnen

STEM. Visietekst van het GO! onderwijs van de. 28 november Vlaamse Gemeenschap

PTA ckv VWO, Belgisch Park, cohort

Aan alle kandidaten Eindjury / Bronzen Arsène VERSLAG vergadering eindjury - maandag 4 februari 2013 BELANGRIJK

Creativiteit, kun je dat afdwingen?

HANDVAARDIGHEID HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.9.1

basiscompetenties 3de graad muziek

IVV Sint-Vincentius. Welkom in de eerste graad! Eerste en tweede jaar A-stroom

DON BOSCO GENK AANBOD EERSTE GRAAD. Meer dan je denkt!

Thema Beroepen. Les 1: Beroepen doorheen de tijd

Junior College EEN INITIATIEF VAN

Lesvoorbereiding: Kapper en schoonheidsspecialist (beroepen: kapper en schoonheidsspecialist)

OPDRACHTKAART. Thema: AV-technieken. Fotografie 3. Fotografische vormgeving AV Voorkennis: Je hebt de opdracht De fotocamera afgerond.

ONS STUDIEAANBOD. 1ste graad A

TEKENEN HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.9.1

Enquête noden van de scholen. Eerste verwerking

Lokaliseren situeren van plaatsen op een landkaart (in een beperkt of ruim kader).

PTA CKV vwo Belgisch Park cohort

VOET EN STUDIEGEBIED HANDEL

Art & Design in de bovenbouw. Nu ook voor NT en NG!!

Lesvoorbereiding: Grafische sector (beroep: drukker)

Studierichtingen tweede graad

Schuilt er een onderzoeker in jou?

x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x

Kunsttraject Academie voor Spiritualiteit, Nijmegen

De PLG-bril. De drie capaciteiten

Toelating en selectie Selectiecriteria Elke afstudeerrichting hanteert bij de selectie de volgende concrete criteria:

De uiteenzetting met een historische site is nooit een gemakkelijke en éénduidige opdracht. Vele verschillende lezingen zijn mogelijk.

Profilering derde graad

Geluk zit in een klein kunsthoekje Goedepraktijkvoorbeeld bij de bachelorproef van Els Maldoy

Algemene lessen. Les 7: Zie ik mezelf wel?

TEKENEN VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.9.1

Korte inhoud Fotografie

Achtergrondinformatie Leerstijlen en Werkvormen

Opdrachten. Druk dit document af en maak hierop aantekeningen tijdens uw fotosessies

Koers in zicht! Visie, werken in units Kernconcepten

Nieuwsbrief. Techniek, (g)een zorg voor later - technische geletterdheid bevorderen Leerlijnen technische geletterdheid

Vragenlijst deelnemers Vlaams Lerend Netwerk STEM SO

DOELSTELLINGEN BUURT IN ZICHT

Lesmethodes Voortgezet Onderwijs

~ 1 ~ selecteren. (LPD 1,8,27) (LPD 13,22,23,27)

Webquest: In beweging

Insecten, lijnenspel in zwart-wit

/10 25dc-OBK-MG Middelbare Graad Deeltijds Kunstonderwijs Studierichting Beeldende Kunst. Leerplan ONTWIKKELINGSGEBIEDEN

1. Soorten wetenschappelijke informatiebronnen

WAT MAAKT DE VRIJESCHOOL UNIEK?

Transcriptie:

O/archief0809/MW/not 16/11/09 1 INHOUD VOORWOORD Hogere Graad - Specialisatie Graad Deeltijds Kunstonderwijs Studierichting Beeldende Kunst algemeen gedeelte Leerplan DEEL 1 DEEL 2 DEEL 3 ONTWIKKELINGSGEBIEDEN RICHTLIJNEN HET CONCRETE LEERPLAN specifiek gedeelte (aparte bundels per optie) FOTOKUNST BIJLAGE 1 BIJLAGE 2 BIJLAGE 3 BIJLAGE 4 BEGRIPPENKADER OVERZICHT VAN DIVERSE TECHNIEKEN VOORBEELDSCHEMA S BIBLIOGRAFIE

O/archief0809/MW/not 16/11/09 2 DEEL 3 HET CONCRETE LEERPLAN specifiek gedeelte (aparte bundels) FOTOKUNST 3.1 INLEIDING (p. 2) 3.2 OPTIEVAKKEN SAA (p. 3) 3.2.1 Optievak Specifiek Artistiek Atelier (SAA) Fotokunst Hogere Graad (p. 5) 3.2.2 Werkvelden (p. 9) 3.2.3 Optievak Specifiek Artistiek Atelier (SAA) Fotokunst Specialisatiegraad (p. 15) 3.2.4 Werkvelden (p. 18) 3.2.5 Infrastructuur en middelen (p. 18) 3.3 ANDERE VERPLICHTE OPTIEVAKKEN (p. 19) 3.3.1 Andere Verplichte Optievakken Hogere Graad. A. Kunstgeschiedenis. 3.3.2 Andere Verplichte Optievakken Specialisatiegraad. A. Bijzondere Kunstgeschiedenis. B. Keuzeatelier. 3.4 (niet verplichte) FACULTATIEVE VAKKEN (p. 20) 3.4.1 Facultatieve vakken Hogere Graad. A. Digitale Beeldverwerking. B. Informatica. C. Nederlands. D. Tekenen. 3.4.2 Facultatieve vakken Specialisatiegraad. A. Digitale Beeldverwerking. B. Nederlands. C. Tekenen. 3.5 INFRASTRUCTUUR EN MIDDELEN (verplichte en facultatieve vakken) (p. 20)

O/archief0809/MW/not 16/11/09 3 3.1 INLEIDING Dit deel, deel III, beslaat het concrete leerplan van de optie Fotokunst in de Hogere Graad (HG) en Specialisatiegraad (SG). Het is nuttig voorafgaand de delen I en II - die eerder theoretische, pedagogisch-didactische delen zijn - even door te lezen. Deze delen vormen: de neerslag van de gedachtegang van de werkgroep, samengesteld uit leerkrachten uit diverse academies, de aanloop tot het kaderen van het concrete leerplan (met tips) en het situeren van het deeltijds kunstonderwijs (DKO) Beeldende Kunst als artistiek - creatieve onderwijsvorm. Uit dit open leerplan kan worden geput om op een creatief- en artistiek-pedagogische wijze het leerproces van vormgeven in de Fotokunst op gang te brengen en te stimuleren. In de Hogere Gaad (HG) en Specialisatiegraad (SG) (Fotokunst), worden de leerlingen begeleid in het vinden en ontwikkelen van een eigen wijze van vormgeven, ondersteund door beschouwen en bespreken van het eigen werk en het werk van anderen (ontwikkelen van het beeldend denkvermogen). Dit gebeurt door een stapsgewijs inleiden in het betreffende medium (media), leren beheersen van de benodigde vaardigheden, en kennis maken met allerlei aspecten van de opbouw van een beeld -proces, onderzoek. Leerlingen moeten durven voorbij de vaste grenzen gaan: zich kunnen en durven meten op een visuele manier, groeien naar een artistieke zelfstandigheid - wat alleen mogelijk is in een klimaat van vrijheid (dit is niet gelijk aan chaos en willekeur). Dit vraagt een open geest van zowel leraar als leerling. Er moet ruimte zijn om nieuwe en originele wegen in te slaan met ondersteuning van een degelijke pedagogische begeleiding. Het resultaat hiervan zal zich moeten uiten in persoonlijke en boeiende werken. En ook in een geestelijke verruiming en artistieke voldoening van de leerling.

O/archief0809/MW/not 16/11/09 4 3.2 OPTIEVAKKEN Basisdoelstellingen (of algemene leerplandoelstellingen Hogere Graad (HG) - Specialisatiegraad (SG), zie ook onder meer het minimumleerplan opties tekenkunst, vrije grafiek, schilderkunst, beeldhouwkunst, augustus 1990). De leerlingen kunnen: kennis en inzicht (cognitie) verwerven in: bouwen en construeren; toonwaarden en contrasten; grijswaarden en de grijswaarde van kleuren; het vertalen van een verhaal naar een beeld; het aanwenden van materialen in functie van de werkvorm; aandacht voor geschiedenis van de Fotokunst; waarneming, registratie; compositie; previsualiseren; lichtwerking/licht; licht en schaduwwerking; kleurbeheer/kleurenleer; het vertalen van techniek en inhoud naar artistieke vormen; methodes ontdekken om inspiratie op te doen; het belang inzien van de presentatie van het artistieke werk; groepsevaluatie: vergelijkingspunt om de verschillende benaderingswijzen te zien en leidt vaak tot een gesprek. sociale vaardigheden aanleren: oog krijgen voor situaties; aandacht voor het previsualiseren; aandacht voor andere fotografen en andere kunstenaars; het memoriseren van het waargenomene: navisualiseren, reflectie na afloop het resultaat vergelijken met het idee vooraf; verantwoordelijkheid voor (de) materialen en voor elkaars werk; aandacht voor actuele trends in de Fotokunst en beeldende kunst; manieren vinden om zichzelf te onderzoeken/bevragen; zelfstandigheid, zelfverantwoordelijkheid, zelfvorming, zelfwerkzaamheid; open staan voor het leren van elkaar; het zien/vergelijken van ervaringen; kritische ingesteldheid, objectiviteit, assertiviteit; concentratie en doorzetting; luisterbereidheid; erkennen van gevoelens en strevingen; open staan voor waarden tijdens de beleving, deze herkennen, beoordelen, gebruiken; de communicatie van emoties via beeldende middelen optimaliseren;

O/archief0809/MW/not 16/11/09 5 beeldende activiteiten in groep (of in groepswerk) uitvoeren; open staan voor evaluatie in alle mogelijke vormen (evaluatie individueel en in groep van het beeldende resultaat, overleg, opgave, enz.,... zie ook: creatieve sociale gezindheid); communicatie over het werk/oeuvre. maatschappelijke waarden aanleren: ervaringen opdoen in contact met professionele toepassingsgebieden en beoefenaars (musea, kunstenaars, gastdocenten, kunstateliers, lezingen, ) attitudes in functie van een expressief/creatief/artistiek/kunstzinnig gedrag aanleren: plezier en voldoening vinden in het beeldend vorm geven en genieten van wat beeldend is vorm gegeven; doorzetten in het beeldend handelen waardoor de expressiemogelijkheden verruimen; nieuwe expressiemogelijkheden ontdekken en durven creatieve uitingen te tonen; vertrouwen op eigen expressiemogelijkheden; ideeën ontwikkelen en vormgeven; ervaren dat er tussen idee en foto: idee en beeld een wisselwerking bestaat en die ook omgekeerd van beeld naar idee kan verlopen; fotografische vertaling van onderwerpen en ideeën; keuze leren maken; aandacht voor fantasie, originaliteit, idee, het nieuwe, verrassende, het persoonlijke, enz.; beeldende activiteiten zelfstandig individueel of in groep uitvoeren en evalueren; zichzelf als persoon ontdekken, vormen en ontwikkelen; de (audio)visuele taal begrijpen; andere visuele media verwerken; onder andere via museum- en galerijbezoek kennis nemen van werkstukken uit de eigen omgeving, andere culturen, verleden, heden; durven herbronnen, hernemen; fouten zien als stappen in een leerproces. attitudes in verband met veiligheid, hygiëne, gezondheid en milieu aanleren: facetten van veiligheid, hygiëne en milieu; orde, respect voor de infrastructuur.

O/archief0809/MW/not 16/11/09 6 3.2.1 Optievak Specifiek Artistiek Atelier (SAA) Fotokunst.Hogere Graad De leerlingen kunnen vanaf de leeftijd van 18 jaar aan een scholing Hoger Graad (HG) deeltijds kunstonderwijs (DKO) beginnen. Worden eveneens toegelaten de regelmatige ingeschrevenen, houder van een getuigschrift van de tweede graad van het kunstsecundair leerplichtonderwijs, en ook houders van een getuigschrift van het secundair onderwijs 3de graad. Het lestijdenvolume is vastgesteld op minimum 8 voor een cyclus van 5 leerjaren en minimum 10 voor een cyclus van 4 leerjaren, maximaal 12 wekelijkse lestijden in de Hogere Graad (HG). De leervakken voor de Hogere Graad (HG) zijn: verplichte leervakken: - SPECIFIEK ARTISTIEK ATELIER (SAA) (minimum 5 lesuren per week per leerjaar) en - KUNSTGESCHIEDENIS (minimum 2 lesuren per week over de volledige graad), andere mogelijke bijkomende vakken (facultatief): Nederlands, Tekenen, Informatica, Digitale beeldverwerking. De globale opsomming van doelstellingen van dit leerplan wenst tegemoet te komen aan de intenties van openheid naar ieder eigen artistiek pedagogisch project en schoolwerkplan. Specifiek Artistiek Atelier Fotokunst Fotokunst dient in de meest ruime betekenis (als universele beeldende communicatievorm) begrepen te worden: dit is het verwezenlijken van een foto om zich te uiten vanuit de eigen beleving (vanuit de interne en externe waarneming). De Fotokunst is een brug tussen het individu en zijn omgeving. Belangrijk is dat men haar leert hanteren om tot een persoonlijke expressie te komen Het jaarprogramma zorgt voor een stimulerende leidraad, structuur binnen het atelier, zonder een rigide keurslijf te zijn. Niet het programma maar het optimaal vormen van de student staat centraal. Daarbij worden leerlingen begeleid vanuit hun eigen nood en capaciteit en vanuit hun eigen persoonlijkheid met als doel te komen tot zelfontplooiing. De kunst en het kunstgebeuren (historische context), het ontwerpen (als denken), de bevraging (evaluatie, zelfevaluatie) zetten aan tot zelfstandig werken, zoeken naar nieuwe mogelijkheden en oplossingen en een persoonlijk artistiek uitbeelden. Het aanleggen van een archief of map, kan een belangrijk werkinstrument zijn. Hierin verzamelt de leerling (over de jaren heen) tekeningen, foto s, teksten, documentatie allerhande met betrekking tot de opdrachten of eigen ideeën. Hieruit kan men inspiratie putten. Bij het einde van de studies moet een leerling over een groot aantal technische en artistieke mogelijkheden beschikken. Hij moet in staat zijn om werk, dat hij zichzelf opdraagt of dat door iemand anders opgedragen werd, te realiseren.

O/archief0809/MW/not 16/11/09 7 De leerlingen kunnen: op het artistieke vlak: zien / kijken; het ruimtelijk gevoel ontwikkelen; een ruimtelijke situatie vertalen naar een tweedimensioneel beeld; begrijpen en hanteren van de beeldtaal; de creatieve verbeelding ontwikkelen; analyseren en aanvoelen van de realiteit; reflecteren; Interpreteren en interactie; een waaier van fotografische mogelijkheden verkennen en verruimen; bewust zijn van het creëren van illusies; creatief en conceptueel denken; de eigen gevoelens en visie uitdrukken in origineel werk; een onderscheid kunnen maken tussen totaalbeeld en detail; aandacht besteden aan figuratie, stilering, abstractie, structuur, kleur, volume ; werken naar opdracht, functionaliteit, vrij werk; leren hoe foto s in een bepaalde context (drukwerk, exposities en andere omstandigheden) functioneren en dat ook kunnen toepassen; methodes ontdekken om inspiratie op te doen; kennis nemen van het werk van andere fotografen; het fotografisch medium plaatsen binnen de kunsten (kunst van vroeger, van nu van de eigen en van verschillende culturen). (artistiek) -technische vaardigheden aanleren, met andere woorden: technieken toepassen, apparatuur en materialen kiezen en hanteren,om beeldend vorm te geven in functie van het beoogde doel; verschillende beeldende middelen (formaat, gezichtshoek, kadrering, montage, totaalbeeld, close-up, ) opnemen, verwerken en ze creatief gebruiken; open staan voor en toepassen van nieuwe/andere dan de vertrouwde beeldende middelen en beeldtalen; beeldende problemen fototechnisch oplossen; Verschillende procédés, zowel oude als nieuwe, in functie van beeld gebruiken; afwerkings- en presentatiemogelijkheden kennen en toepassen in functie van het artistieke doel. attitudinale vaardigheden aanleren, met andere woorden: Fotokunst heeft naast het aanleren van een aantal vaardigheden ook te maken met het wegnemen van mentale obstakels. Leren is voor een deel ook loslaten. De doelstellingen breiden zich uit tot een algemeen vormend - attitudinaal - niveau: het leren beoordelen van eigen werk (als geheel en in de afzonderlijke delen), het ontwikkelen

O/archief0809/MW/not 16/11/09 8 van de intuïtie (eigen spontaneïteit en inspiratie herkennen en oproepen), zelfstandig werken, het ontwikkelen van een open houding tegenover onderwerpen en werkprocessen. zelfevaluatie en kritisch denken; ontwikkelen van geduld, doorzettings- en uithoudingsvermogen; weerstanden kunnen overwinnen; nieuwe uitdagingen durven aangaan; organisatievermogen en werkmethoden ontwikkelen; kunnen selecteren; ontwikkelen van sociale en communicatieve vaardigheden mensen; denken over ethiek en sociale verantwoordelijkheid.

O/archief0809/MW/not 16/11/09 9 3.2.2 Werkvelden Het hiernavolgend overzicht is ook van toepassing op de doelstellingen voor de Specialisatiegraad (SG) (zie pagina 18). De werkvelden staan in een niet-hiërarchisch bedoelde volgorde, gericht op de basiselementen (beeldaspecten), grondstoffen, technieken en artistiekhistorische informatie: We maken geen onderscheid tussen digitale en analoge fotografie. Licht en verlichting intensiteit; kwaliteit van het licht; lichtrichting; natuurlijk en kunstmatig licht; kleurtemperatuur; kijken naar licht : Het herkennen en inschatten van hoeveelheden en soorten licht; afwezigheid van licht; contrast van licht; gemengd licht; flitstechnieken; verlichtingstechniek (locatie en studio). Belichting de belichtingsmethodes; de verhouding tussen licht meten en licht waarnemen; types van lichtmeting; het effect van licht op lichtgevoelige dragers; kleurtemperatuur en witbalans; gebruik van filters; het contrast, de belichtingsomvang; lichtgevoeligheid, diafragma, sluitertijd ; verschillende procéde s van lichtgevoelige dragers; de korreligheid/pixel. Cameratechniek werken met verschillende camera s en fotoapparatuur; objectiefkeuze; basiskennis van de optica: lichtbreking, lensvervorming, brandpuntsafstand; scherpte en scherptediepte.

O/archief0809/MW/not 16/11/09 10 Beeldopbouw en Compositie beeldverhouding en kadrering; beeldverhouding en opnameformaat; waarnemen, onderzoeken en toepassen van de plaatsing van de onderwerpen; verhoudingen zien; ordenen; evenwicht, symmetrie, a-symmetrie, gulden snede, ; dynamisch/statische werking, centrisch/concentrisch; achtergrond voorgrond; lijn-, vorm- en kleurcontrast (contouren, open/gesloten vormen, samengestelde vormen, textuur ) ; toonverloop; snelheid; ritme; constructie, deconstructie; radiaal, diagonaal, horizontaal, verticaal ; beschrijven, bespreken, benoemen; herkennen (omtrek, contour, samenstelling, kleur, onderlinge verhouding open-gesloten lijn/vlak/vorm); opzettelijke vervormingen; vereenvoudigen, abstraheren, accentueren; vergelijken (verschil in aard en ruimtelijke plaatsing); sorteren, plaatsen, ordenen, opbouwen; camerastandpunt bewust bepalen : voor achter, dichtbij veraf, groot klein, boven onder,...; observeren (ook in de natuurlijke omgeving); scherpte-onscherpte; scherptediepte ; bewegingsonscherpte-bevriezing; textuur. Kleur, grijswaarde (verschillen, perspectief, optische werking, contrast,...) kleurenleer; kleurcontrasten; kleurenharmonie; het aan elkaar relateren van kleur en kleur-/volumewerking ;(kleurkracht, transparantie, saturatie-verzadiging, contrastwaarde); ruimtelijke werking van kleuren. Beeldverwerking en beeldbewerking verwerken van beelden na opname: donkere kamertechnieken,digitale beeldverwerkingstechnieken; ontwikkelen van film en RAW-bestanden;

O/archief0809/MW/not 16/11/09 11 scannen; analoge en digitale opnamen verwerken; alternatieve technieken: camera obscura, fotogrammen, gomdrukken, tonen, vloeibare emulsie,...; contrast-, densiteits- en kleurcorrecties; plaatselijke correcties : (doordrukken en tegenhouden...) ; afdrukken op lichtgevoelig en gecoat papier, bariet en PE; retoucheren; montagetechnieken; archiveren van beeldmateriaal; drukklaar maken. Presentatie presentatiemogelijkheden; presentatie ruimte klassiek/ niet klassiek; presentatie op het blad. Natuur (natuurvorm-, kleur- en volumekarakter en hun onderlinge samenhang) ontdekken; beeldend weergeven, visualiseren, illustreren, het portretteren van (naar model, naakt, portret, stilleven, landschap, figuratief, abstract benaderd, ); in verhouding(en) zien, weergeven; verbanden leggen (via onderzoek); ontdekken (van de relatie tot de cultuur: stilleven, landschap,...); onderscheiden (cultuur - natuur/eigen - andere culturen/ ); (spontaan) noteren (van het waargenomen); textuur; structuur. Kunst, geschiedenis, kunstgeschiedenis, kunstactualiteit, eigen werk Ruimte (onder)zoeken (historische context/ actuele context/culturele context/ ); vergelijken/beschrijven; (h)erkennen;, factuur (makelij) herkennen; bespreken; imiteren; interpreteren; tentoonstellen/beeldend verwerken; verwerken in/als een (multi-)media-publicatie/installatie. waarnemen (relaties: binnen - buitenkant, vlak - ruimte, het planmatige van diepteniveaus/ voor-achter);

O/archief0809/MW/not 16/11/09 12 perspectief; atmosferische dieptewerking; standpunt ontdekken en ervaren; wijziging van het gezichtspunt kan het ruimtegevoel veranderen. Media-apparatuur beschouwen als een verlengstuk van de waarneming (het ervaren) in de ruimste zin; ervaren (van samenhang volume - kleur - licht - ruimte -...); ontwikkelen (van fotografische/grafische/digitale procédés); (gemaakte (kunst)beelden) vergelijken (met de eigen ervaring); gerichte keuze in functie van de opdracht kunnen maken; (rand)apparatuur kunnen gebruiken (scanner, printer, cd-writer, digitale/analoge camera, ); basiskennis verwerven (lay-out, desktop publishing (DTP), digitaal geluid, bewegend beeld,, tijdsgegeven, ); onderzoeken (van de beeldvoering in toneel, film, videoclip, installatie, reclamespot, schilderij, foto, dia s, fotokopie,... /en van de specifieke functionaliteit, manipulatie, experiment, ). Technische aspecten Deze beeldaspecten zijn samen met de technieken niet weg te cijferen onderdelen van het beeld (de beelden/leerinhoud). In de beeldende activiteit zelf - in het gebruik - moet de essentie, een genuanceerd waardevolle inhoudelijke zingeving, worden toegevoegd.

O/archief0809/MW/not 16/11/09 13 3.2.3 Optievak Specifiek Artistiek Atelier (SAA) Fotokunst Specialisatiegraad De leerlingen kunnen vanaf de leeftijd van 18 jaar aan een scholing Specialisatiegraad (SG) deeltijds kunstonderwijs (DKO) beginnen. Worden eveneens toegelaten de regelmatige ingeschreven, derde leerjaar van de derde graad, houder van een getuigschrift van de derde graad van het kunstsecundair leerplichtonderwijs. Het lestijden volume is vastgelegd op minimum 8 maximaal 12 wekelijkse lestijden voor een cyclus van 2 leerjaren, in de Specialisatiegraad (SG). De leervakken voor de Specialisatiegraad (SG) zijn: verplichte leervakken: - SPECIFIEK ARTISTIEK ATELIER (SAA) (minimum 5 lesuren per week per leerjaar) en - (minimum 1 lesuur per week over de volledige graad) KEUZEATELIER (het specifiek atelier van een andere optie)/ of BIJZONDERE KUNSTGESCHIEDENIS andere mogelijke bijkomende vakken (facultatief): Nederlands, Tekenen, Digitale beeldverwerking. De globale opsomming van doelstellingen van dit leerplan wenst tegemoet te komen aan de intenties van openheid naar ieder eigen artistiek pedagogisch project en schoolwerkplan. Specifiek Artistiek Atelier Fotokunst Fotokunst dient in de meest ruime betekenis (als universele beeldende communicatievorm) gezien te worden. Zie Hogere Graad. Het fotograferen in de Specialisatiegraad is als een reis of een avontuur: hoezeer alles vooraf ook kan worden doordacht, het blijft een weg vol verrassingen. Een uitdaging voor de rijpere student. Van een student in de Specialisatiegraad wordt verwacht dat hij/zij al behoorlijk zelfstandig kan werken, zowel thuis als in het atelier. Dat betekent dat er keuzes gemaakt worden omtrent het formaat, het materiaal, de wijze van werken. Men kan zich toeleggen op een bepaalde benadering of een bepaald onderwerp/thema of de werkwijze van een bepaalde kunstenaar. Het fotograferen krijgt een persoonlijker karakter: de invloed van de oefeningen is steeds minder aanwezig (behalve uiteraard impliciet) en de tekeningen worden herkenbaar door de individuele schriftuur. In de Specialisatiegraad ligt de nadruk op de verbeelding. De leraar wordt daarbij een mentor, die de persoonlijke zoektocht stimuleert en begeleidt. Ook in de Specialisatiegraad is het nuttig om uitstappen te organiseren naar tentoonstellingen van oude, moderne of hedendaagse kunst. Daarnaast kan men sprekers uitnodigen voor een lezing of een gesprek, zoals kunstenaars, (kunst)historici, restaurateurs, enz.

O/archief0809/MW/not 16/11/09 14 Bij de persoonlijke keuze(s) die men maakt (qua onderwerp, techniek, ) en bij de problemen die nog opduiken is een individuele begeleiding (steeds meer) noodzakelijk. Deze begeleiding kan heel soepel en creatief zijn, zodat er voortdurend kan doorgewerkt worden in een interessante richting, en zodat er ook kan ingegaan worden op toevallige gebeurtenissen. Bij de intensere individuele begeleiding probeert de leraar samen met de leerling mogelijkheden te ontdekken en de leerling te stimuleren om daar keuzes uit te maken en er op eigen initiatief mogelijkheden aan toe te voegen. Tijdens specifieke lessen, kan de Specialisatiegraad (SG) mogelijk eenzelfde programma volgen als de laatste jaren (3-4/4-5) Hogere Graad (HG). In zo n mogelijk gelijklopend programma kunnen de leerlingen van de Specialisatiegraad (SG) echter veel verder gaan in het verkennen, het hanteren van en het eventueel bewust doorbreken door met opzet regels te overtreden. In de Specialisatiegraad (SG) wordt de verworven kennis uit de Hogere Graad (HG) verder ontwikkeld, onder meer inzichten betreffende de vormgeving waaruit technieken ontstaan die met een gamma van materialen en diverse tekenwijzen kunnen worden toegepast (zich artistiek uiten door middel van de techniek). Het is daarbij bvb. ook interessant om een gemengde techniek te laten toepassen. Aansluitend kan men hier eventueel atelieroverschrijdend werken. De leerlingen kunnen: op persoonlijke wijze, naar eigen inzichten een volwaardige tekening uitbouwen met aandacht voor de algemene compositie, voor de ordeningsprocessen binnen het compositieschema, inhoud, vormkundige aspecten, gebruikte techniek en technische vaardigheden; naast het putten uit de oude meesters als bron voor inspiratie of als ondersteuning, daarbij de moderne en hedendaagse meesters geleidelijk meer op de voorgrond laten komen; op persoonlijke wijze, een volledig eigen project kunnen ontwikkelen waarbij zowel het referentiekader als de bronnen en de evolutie van deze individuele zoektocht als resultaten gepresenteerd kunnen worden; zelfstandig kunnen kiezen uit materialen (creatief, innovatief omgaan met materialen); de impact van de presentatie van het beeldend werk als een onderdeel van het beeldend gebeuren leren beschouwen; het geheel coherent kunnen voorstellen; keuze maken voor en/of combineren van één of meerdere thema s - zowel figuratief, als abstracties en volledig abstract; een gaandeweg gerichte zoektocht op spoor zetten (het eindresultaat hoeft daarom nog niet noodzakelijk bereikt te zijn wel de opzet van een traject, een spoor dat logisch verdergezet kan worden na de opleiding eventueel zelfs binnen een andere discipline); vrij formaten en technieken creatief aanwenden; in hun eigen werk uiting geven van de nodige virtuositeit.

O/archief0809/MW/not 16/11/09 15 Hulpmiddelen bij het ontwikkelen van de eigen visie, thematiek en beeldende uitdrukking De studenten kunnen worden gestimuleerd om een persoonlijk dossier samen te stellen over de kunst, de kunstenaars en de onderwerpen die hun voorkeur genieten, afkomstig uit om het even welke periode en van overal ter wereld. Over die keuze(s) kan er dan ook gediscussieerd worden. Door hun dossier verdiepen ze hun visie op de fotokunst en de kunst in het algemeen en leren ze een meer professionele koers te bepalen in de uitbouw van hun eigen wereld. Het dossier is echter geen huiswerk en wordt niet verplicht. Om de studenten te stimuleren tot het uitbouwen van een dossier wordt hen geregeld artistieke documentatie en informatie gegeven. Onderdelen van dit dossier kunnen zijn : Documentatiemap / werkboek Alle informatie die op termijn relevant kan zijn in de persoonlijke zoektocht naar een eigen beeldende visie, zoals schetsen, recensies, verwijzingen naar websites, artikels uit tijdschriften, verslagen van tentoonstellingen, proefopnamen, contactafdrukken, persoonlijke notities wordt verzameld. Een concreet te bereiken doel kan hieruit gefilterd of afgebakend worden en uitmonden in een omlijnd projectdoel met een eigen projectmap.

O/archief0809/MW/not 16/11/09 16 3.2.4 Werkvelden Voor een eigen concretere invulling van de leerplandoelstellingen kan men ook voor de Specialisatiegraad terugvallen op het overzicht in het hoofdstuk Werkvelden, pagina 9: Hogere Graad, 3.2.2. 3.2.5 Infrastructuur en middelen ALGEMENE INFORMATIE in verband met infrastructuur en middelen: De algemene infrastructuur dient minimaal te beantwoorden aan de vigerende regelgeving van het A.R.A.B., het A.R.E.I en de Welzijnswet en uitvoeringsbesluiten. Deze informatie is te raadplegen op de website van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid: www.meta.fgov.be De technische ruimten moeten voldoen aan de specifieke technische en fotografische eisen die te vinden zijn in de vakliteratuur. Je kan er ook de richtlijnen op nalezen in de minimumleerplannen. (info en bevoegdheid: gemeenschapsinspecteur deeltijds kunstonderwijs, beeldende kunst) Een eigen aparte atelierruimte voorzien voor fotokunst Basisuitrusting: ateliervereisten om een atelier optimaal te laten functioneren Een donkere kamer met het nodige voor afdrukken van analoog beeldmateriaal: Doka-inrichting bestaande uit een lichtsluis, de vergroter, tijdklok, korrelzoeker, dokaverlichting, ontwikkeltank, ontwikkelschalen, bewaarflessen, thermometer, trechters, klein hulpmateriaal, afvalbidons. Computers die krachtig genoeg zijn voor de bewerking van foto s. Gekalibreerde beeldschermen, om een constante kleurweergave te garanderen. Kalibratiesysteem om regelmatig het scherm te kalibreren. Printer: minimaal A3 formaat fotoprinter die in staat is af te drukken met kleurenprofielen aangepast aan de gebruikte papiersoorten en die kan printen met kleurechte archivale inkten op archivale papiersoorten. Extra harde schijfruimte voor de opslag van het digitaal beeldmateriaal; Scanner voor het digitaliseren van analoog beeldmateriaal; Professionele software die het bewerken en archiveren van digitaal beeldmateriaal mogelijk maakt; Analoge en digitale reflexcamera, met verschillende objectieven; Groot negatiefcamera s (middenformaat en/of technische camera); Lichtmeter; Statief voor camera; Studioflits-installatie, achtergronddoek/reflectiepanelen; Kasten met slot om materiaal in op te bergen; Grote ladekast om foto s in op te bergen; Prikborden, muur of wand om werken te presenteren (panelen aan de muur of een ander systeem waarop men werken, affiches, mededelingen kan presenteren); Geijkt daglicht TL-verlichting voor het beoordelen van foto s; Snijtafel (snijmatten) eventueel snijmachine.

O/archief0809/MW/not 16/11/09 17 Media-apparatuur Dataprojector Deze richtlijnen waarborgen de omvang, doorstroming en verderzetting van de opleiding terzake van de studenten uit het voorafgaand niveau.

O/archief0809/MW/not 16/11/09 18 3.3 ANDERE VERPLICHTE OPTIEVAKKEN 3.3.1 Andere Verplichte Optievakken Hogere Graad A. Kunstgeschiedenis ZIE APARTE BUNDEL VAK: KUNSTGESCHIEDENIS (nog in voorbereiding) 3.3.2 Andere Verplichte Optievakken Specialisatiegraad A. Bijzondere Kunstgeschiedenis ZIE APARTE BUNDEL VAK: (bijzondere) KUNSTGESCHIEDENIS (nog in voorbereiding) B. Keuzeatelier Het artistieke dient de nodige ontwikkelingskansen te krijgen, ook in het keuzeatelier. Men streeft hierbij naar het ontwikkelen van: - uitingsdrang, - verbeelding, - probleemoplossend denken en handelen (basishandelingen, ), - durf voor experiment (proefondervindelijk), - inventief gebruik van materialen, technieken en beeldaspecten. Ook het beeldend kunnen omgaan met betreffende beeldaspecten (licht, kleur, lijn, vorm, compositie, textuur, ) op zelfstandige en creatief - artistieke wijze is hier belangrijk. En dit in samenhang met het ontwikkelen van het waarnemingsvermogen, ontledingsvermogen, emotionele ontwikkeling, abstraheervermogen, interpretatievermogen, expressievermogen, omgaan met materiaal en materieel, inzicht inzake technische begrippen,

O/archief0809/MW/not 16/11/09 19 3.4 (niet verplichte) FACULTATIEVE OPTIEVAKKEN 3.4.1 Facultatieve vakken Hogere Graad A. Digitale Beeldverwerking ZIE APARTE BUNDEL VAK: DIGITALE BEELDVERWERKING (nog in voorbereiding) B. Informatica ZIE APARTE BUNDEL VAK: INFORMATICA (nog in voorbereiding) C. Nederlands ZIE APARTE BUNDEL VAK: NEDERLANDS (nog in voorbereiding) D. Tekenen ZIE APARTE BUNDEL VAK: TEKENEN (nog in voorbereiding) 3.4.2 Facultatieve vakken Specialisatiegraad A. Digitale Beeldverwerking ZIE APARTE BUNDEL VAK: DIGITALE BEELDVERWERKING (nog in voorbereiding) B. Nederlands ZIE APARTE BUNDEL VAK: NEDERLANDS (nog in voorbereiding) C. Tekenen ZIE APARTE BUNDEL VAK: TEKENEN (nog in voorbereiding) 3.5 INFRASTRUCTUUR EN MIDDELEN (verplichte en facultatieve vakken) ZIE APARTE BUNDEL VOOR IEDER VAN DE SPECIFIEKE VAKKEN (nog in voorbereiding)

INHOUD VOORWOORD Hogere Graad - Specialisatie Graad Deeltijds Kunstonderwijs Studierichting Beeldende Kunst algemeen gedeelte Leerplan DEEL 1 DEEL 2 DEEL 3 ONTWIKKELINGSGEBIEDEN RICHTLIJNEN HET CONCRETE LEERPLAN specifiek gedeelte (aparte bundels per optie) BEELDHOUWKUNST SCHILDERKUNST TEKENKUNST VAK specifiek gedeelte (aparte bundels per vak) BEDRIJFSBEHEER BIJLAGE 1 BIJLAGE 2 BIJLAGE 3 BIJLAGE 4 BEGRIPPENKADER OVERZICHT VAN DIVERSE TECHNIEKEN VOORBEELDSCHEMA S BIBLIOGRAFIE O/archief0809/MW/not 1

BIJLAGE 4 BIBLIOGRAFIE Deze niet-limitatieve lijst kan individueel aangevuld en uitgebreid worden met andere/bijkomende vaktijdschriften, handboeken, schoolboeken, verzamelde werken, tentoonstellingscatalogi, enz. Op deze wijze kan de bibliografielijst een hulp zijn/worden voor de leerkracht bij het voorbereiden van de lessen en/of tijdens de lessen als didactisch hulpmiddel. In verband hiermee kan je opmerken dat het nuttig kan zijn om boeken, reproducties, tijdschriften, e.a. bij de hand te hebben in het klasatelier (klasbibliotheek/-mediatheek). ALGEMEEN PEDAGOGIE DIDACTIEK - FILOSOFIE Beljon, J.J., Ogen open. Grondbeginselen van vormgeving, Uitgeverij de Arbeiderspers, Amsterdam, 1987 Een collectieve herinnering over het leven onder de blote hemel in het oerbos en in holen. Zo verhaalt dit boek hoe deze zaken gezien kunnen worden als prototypes van het bouwen en wonen en dus van het ontwerpen. Hemel, koepel, boom, bos, densiteit, sfeer, doorboren, caviteit, refuseren. In verschillende ontledingen (in hoofdstukken ) van natuurlijke en menselijke bouwsels wordt gezocht naar het wezen van vormgeven. Beljon, J.J., Zo doe je dat, Uitgeverij de Arbeiderspers, Amsterdam, Blok Cor, De werking en interpretatie van visuele beelden, University Press, Amsterdam, 2003, (ISBN: 90 5356 5841) Bossuyt, M., De Brabandere, L., De school staat niet alleen, Pelckmans, Kapellen, 1994 De Corte, E., Beknopte didaxologie, Wolters-Noordhoff, Groningen 1976 De Visser Ad, Hardop kijken. Een inleiding tot de kunstbeschouwing. Uitgeverij Sun, Nijmegen, 1986. Kunst leren begrijpen is een moeilijk en langdurig proces. Ad de Visser biedt een heldere methode om de uiterlijke verschijningsvormen van kunstwerken systematisch te onderzoeken. In een tiental hoofdstukken leidt de auteur de lezer langs beeldaspecten, waarneming, materialen en technieken: afmetingen, kader, ruimte, licht, kleur, beweging, standpunt, plaatsing, abstractie,... Er wordt uit de doeken gedaan hoe dit alles verband houdt met het ontwikkelen van een persoonlijke voorkeur. Daarom juist leert de kunstbeschouwing ons een manier van zien die ons in staat stelt kunstwerken te bewonderen vanuit een objectiverend standpunt: analyseren, beschouwen door vooral het onderling vergelijken. In Hardop kijken wordt kunstbeschouwing zodoende ontleed vanuit diverse thema s en vragen. Thema s die onder andere aan bod komen zijn: 2-, 3-dimensioneel,, land-art, video, happening, textuur, factuur, schriftuur, de vraag wordt bijvoorbeeld gesteld naar hoe het werk is opgesteld en of er beschouwing volgt (?), ordening, contouren, compositie, restvorm,? Ad de Visser plaatst hier op een originele manier kunststromingen en beeldwijzen tegenover elkaar. De Visser Ad, Kunst met voetnoten. Inhoud en betekenis in de beeldende kunst. Uitgeverij Sun, Nijmegen, 1989, (ISBN: 90 6168 301 7). Gerritse A., Beginselen van de beeldende vorming, Uitgeverij Cantecleer, de Bilt, 1974. Dit boek is voornamelijk een bezinning betreffende het verschijnsel beeldende vorming. Gerritse gaat in zijn beginselen dieper in op het vormingsproces (doel: tekenonderwijs, object van het beeldende ) en het waarnemen. Volgend citaat illustreert zijn visie op tekenen: De aarzeling is essentieel. Tekenen is een zoeken. De visuele wereld is principieel oneindig in zijn dimensies van licht, kleur en ruimte. Ik kan nooit zo getraind zijn dat ik zonder moeite, zonder aarzeling, adequaat kan dialogeren met de visuele wereld. Tekenen is geen routine! Leerplannen OVSG basis- en secundair (, KSO), leerplichtonderwijs, Ravensteingalerij 3 bus 7, Brussel, 1990 1997/1998: Muzische Vorming, domein beeld, domein media,. O/archief0809/MW/not 2

Lowyck Joost en Nico Verloop, (1995), Onderwijskunde. Een kennisbasis voor professionals, Wolters Leuven, (ISBN: 90 309 5886 3) Een opvolger van het standaardwerk Beknopte Didaxologie m.b.t. het onderwijzen en het leren. I.v.m het onderwijzen worden gevestigde onderwijsmodellen in vraag gesteld, er wordt aandacht gevraagd voor andere types kennis die het handelen kunnen sturen. Met betrekking tot het leren wordt het belang van het zelf actief met leerstof en leerproces bezig zijn i.f.v. het kennis-constructieproces beklemtoond. Het boek is geschreven in een leesbare stijl, met wetenschappelijk gehalte. Dit standaardwerk bevat zowel verhelderende voorbeelden, excursies, overzichtschema s en samenvattingen, als een omvangrijk gedeelte verklaringen en bibliografische verwijzingen, bedoeld voor verdieping en mogelijk verdere studie. Ministerie van Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap, Minimumleerplannen HG en SG DKO, Brussel, 1990 Rowland K., Over het bereik van de beeldende vorming, Uitgeverij Wolters-Noordhoff, 1983. Waar de beeldende vorming goed voor is, dat is de vraag die het boek behandelt, een kwestie die actueler is dan ooit. Zodra er in het onderwijs hervormingen op til zijn, komt onvermijdelijk de zwakke positie van de beeldende vakken aan het licht. De oorzaak van die kwetsbaarheid wordt gekweten aan het onderschatten van de waarden en mogelijkheden die de beeldende vakken te bieden hebben voor de persoonlijkheidsontwikkeling. Deze scriptie gaat over die waarden en mogelijkheden. Er wordt geen beschouwing van kunstzinnige producten gegeven, maar men laat zien hoe leerlingen door beeldende vorming een creatieve houding kunnen verwerven tegenover een veranderende omgeving (een houding die voor steeds meer mensen van belang kan zijn). Sweet Nothings, Marlene Dumas, uitgeverij De Balie, Amsterdam 1998 Van Geert P., L. Verhofstadt-Denève, A. Vyt, Handboek ontwikkelingspsychologie, Grondslagen en theorieën, Bohn Stafleu Van Loghum Houten/Diegem, vierde druk, 1995 Dit handboek geeft een volledig geactualiseerd en geïntegreerd overzicht van de belangrijkste theorieën op het vlak van ontwikkelingspsychologische. Uitgebreide praktijkvoorbeelden geven het nut aan van de besproken bevindingen voor opvoeding, onderwijs, klinisch-therapeutische situaties en interpretatie van dagelijks gedrag. Van Petegem Peter, Schoolwerkplan Van Petegem Peter en Wouter Brandt, IZES, Het instrument voor de zelfevaluatie van scholen, Acco Leuven/Leusden, eerste druk, 2000, ISBN 90-334-4130-6, 63 pp. Westerop Henk, Tips voor teamleden, collegiaal zijn en toch jezelf blijven, Uitgeverij Lurijsen, BV Tilburg, 1996 Dit boek handelt over hoe een hecht en open team kans maakt op succesvol onderwijs. Er wordt ook aangehaald dat de leerkracht naast teamlid ook personeelslid, medewerker, en collega is. Vanuit deze standpunten behandelt het werk verder het fragiele web van leerkrachten t.o.v. elkaar en t.o.v. de directie. De auteur geeft praktische tips om een zogenaamde eilanden school te vermijden waar iedereen zijn eigen gang gaat zonder op de hoogte te zijn van wat anderen doen. O/archief0809/MW/not 3

BEELDHOUWKUNST Witkower Rutger, Sculpture, Proces and principles, Penguin Books, 288pp. Beschrijft de evolutie van beeldhouwen van de antieken tot de jaren zestig aan de hand van de evolutie van de techniek. Tucker William, The language of sculture, Thames and Hudson, (nederlandse vertaling: De taal van de beeldhouwkunst, Sun), 174pp. Het boek behandelt de verschuiving in de moderne beeldhouwkunst van afbeelding naar verbeelding, aan de hand van een aantal essays over Rodin, Degas, Matisse, Brancussi, Gonzales, Picasso, Read Herbert, Modern Sculpture, a concise history, Thames and Hudson, 310pp. Een persoonlijke en interessante visie op de geschiedenis van de moderne beeldhouwkunst van Rodin tot de jaren zeventig. Curtis Penelope, Sculpture 1900-1945, Oxford History of Art, 299pp. Een thematische behandeling van de Europese en Amerikaanse beeldhouwkunst (publieke kunst, het monument, benadering van verschillende materialen, het object, ). Causy Andrew, Sculpture since 1945, Oxford History of Art, 299pp. Een bespreking van de naoorlogse vernieuwende beeldhouwkunst. Zoveel mogelijk elementen worden hierbij betrokken (tijdsgeest, functie van het museum, de publieke ruimte, opdrachten, ). Rosier Pascal, Le moulage. Demain et Tolza, 158pp. Zeer volledig en didactische overzicht van oude en moderne giettechnieken. Overvloedig geïllustreerd. Declerck G., H. Thoen, Technologie van het lassen, Standaard uitgeverij, 320pp. Een zeer didactisch handboek waar vrij diepgaand alle klassieke lasprocessen worden besproken. Voor professioneel tot doe-het-zelver. Baudry MT, e.a., La sculpture. Methode et vocabulaire, Een zeer grondig overzicht van de traditionele beeldhouwtechnieken. Sculpture, 1529 18th. St. NW Washington, DC 20036, www.sculpture.org Rijk geïllustreerd Amerikaans magazine (maandelijks). Behandelt de internationale actualiteit van de beeldhouwkunst in ruime betekenis. MUSEA, stichtingen: Le musée Zadkine, 100 bis, rue d Arras, 75006 Paris, FRANKRIJK, tel.43269190. Museum van het atelier van de beeldhouwer Zadkine. Stichting Manzù, Via Laurentina, km 32.800 Ardea ITALIE, tel. 9161022. Museum van het werk van de beeldhouwer Manzu. Lehmbruck Museum, Friedrich-Wilhelm-Strasse 4, Duisburg, DUITSLAND, tel. 0049-203- 283.26.30. Museum met als kern een volledig overzicht van het werk van de beeldhouwer Lehmbruck. O/archief0809/MW/not 4

The Henry Moore Foundation, Desse Tree House, Perry Green, Much Hadkorn, Hertfordshire S610, 6EE, ENGELAND, tel. (0279)843333. Museum van het atelier van Henry Moore en stichting voor de promotie van beeldhouwkunst. La Fonderie, Rue Rensport 27, 1000 Brussel, BELGIE, tel. 02 4101080. Museum en documentatiecentrum van de voormalige bronsgieterij Compagnie des Bronzes. Fondazione Marino Marini, Corso S. Fedi, 30 Pistora, ITALIE, tel. 0573 31 332. Museum en stichting over het werk van de beeldhouwer Marino Marini. Kröller-Müller Museum, Houtkampweg 6, Postbus 1 6730 AA Otterlo, NEDERLAND, tel. 08382-1627. Museum met openluchtbeeldenpark met werk van internationale kunstenaars. George-Kolbe-Museum, Sensburger Allee 25, 14055 Berlin (Charlottenburg-Westend), DUITSLAND, tel. 030-304.21.44, www.georg-kolbe-museum.de. Museum van het atelier van de beeldhouwer G. Kolbe. Stiftung für Bildhauerei, Sensburger Allee 26, 14055 Berlin, DUITSLAND, tel. 030-308.12.277, http://www.faktokunst.com. Stichting ter promotie van beeldhouwkunst. Fondation Dina Vierny, Musée Maillol, 59-61 rue de Grenelle, 7500 7 Paris, FRANKRIJK, tel.(1)42225958. Stichting en museum van het werk van de beeldhouwer Maillol. Musée antoine Bourdelle, Rue Antoine Bourdelle 16, 75015 Paris, FRANKRIJK, tel.01-49547373. Museum van het atelier van de beeldhouwer Bourdelle. Skulpturenpark, Riehler Strasse/Elsa-Brandström Strasse, Köln, DUITSLAND, tel. 0049-221.921.22831, Openluchtpark met werk van internationale kunstenaars. Middelheim, Middelheimlaan 61, 2020 Antwerpen, BELGIE, tel. 03 8271534. www.dma.be/cultuur/museum_middelheim. Openluchtpark, documentatiecentrum met werk van internationale kunstenaars. Afgietwerkplaats, Jubelpark 10, 1000 Brussel, BELGIE, tel. 02 7417294. Vierduizend gietvormen van kunstwerken van de préhistorie tot de 18 de eeuw. Constatin Meunier Museum, Abdijstraat 59, 1000 Elsene, BELGIE, tel. 02 6484449. Museum van het atelier van de beeldhouwer Constatin Meunier. Stichting George Grard, Ekestraat 1, 8691 Gijverinkhove, BELGIE, tel. 058-298219. Museum van het atelier van de beeldhouwer George Grard. Musée Rodin, 77, rue de Varenne 75007 - PARIS. Téléphone : 01 44 18 61 10. Télécopie : 01 41 14 35 00. Messagerie : penseur@musee-rodin.fr. O/archief0809/MW/not 5

BOUWKUNST Bouwkunst, Sesam Junior boek, Lemen hutten, glazen paleizen, wolkenkrabbers van staal en beton, Uit de reeks: Kaleidoscoop van de kunst, Uitgeverij Bosch & Keuning, Baarn/Lannoo, Tielt, 1995, (ISBN: 90 209 2533 4) De geschiedenis van het bouwen wordt in een kleurig en aantrekkelijk (uitklap)boekje van 46pp. voorgesteld. De oorspronkelijke titel, 1994, luidt L art de construire, en is een uitgave van Gallimard Jeunesse. Andere titels uit deze reeks zijn: De uitvinding van de schilderkunst - Muziekinstrumenten - Vuur, vriend of vijand? - De hemel boven ons hoofd - Bossen en bomen, Theaters - Wind, wolken en het weer. Ching, Francis D.K. en Cassandra Adams, Building Construction Illustrated, second edition, Van Nostrand Reinhold Thompson Publishing GmbH, N. York - London - Bonn - South Melbourne - Scarborough - Singapore - Tokyo, 1991, (ISBN: 0 442 23498 8) Het boek zelf volgt in de beschrijving ook het typisch design-proces : van selectie van bouwplaats (omgeving) tot afwerking en eventuele verdere nazorg. Het behandelt vrij gedetailleerd trapconstructies, tussenverdiepingen, opbouw, materiaalbesprekingen (hout, steen, beton, ). Nadelig is de weergave van de maten in inches. Ook het technologisch aspect komt aan bod. Naast deze uitgave verscheen er van Ching ook de volgende boeken: Drawing, a creative process - Architecture, form, space and order - Home renovation - Interior design illustrated. Eissen Koos, Architectuur presentatie, Uitgeverij Waltman, Delft, 1988. Je vindt hier vooral beschrijvingen van hoe je interieurs en gebouwen in tekeningen kunt presenteren voor het bouw-, kijkpubliek en de gebruiker. Het boek bevat een uitgebreide beschrijving van de mediatechnieken die in de bouwpraktijk gebruikt worden, met extra aandacht voor het perspectieftekenen. Betrouwbare perspectieftekeningen geven duidelijke informatie over bouwwerken. En oefeningen in het perspectieftekenen bevorderen het voorstellingsvermogen. De illustraties in het boek zijn overwegend tekeningen gemaakt met een CAD-programma. Hulsman Bernard en Theo van Oeffelt, Mijn gebouw wordt zo - Architectuur voor jongeren, BNA en NAi uitgevers, Rotterdam, 1997, (ISBN: 90 5662 052 5 / 90 5662 051 7) Overheen 88pp. wordt de Nederlandse urbanisatie gedachte en constructieprincipe verduidelijkt. (Een aansluitend museumbezoek aan het Rotterdams Architectuurinstituut is hierbij een aanrader). Janssens-Vos, F., Den Dikken, N., Werken met materialen, Van Gorcum, Assen/Maastricht, 1990 Dit boek concentreert zich op de vraag welke ontwikkelingsmaterialen (van nu) zinvol zijn: omgevormde materialen (zand en water), vormgevende materialen (om te tekenen, schilderen, te werken met papier), bouw- constructiematerialen, spullenmaterialen, mogelijke werkvormen, leiding en begeleiding, voorbeelden van activiteiten en materialen. LEGO, L architecture est un jeu magnifique (La Corbusier), Tentoonstellingsproject in Centre Pompidou, Parijs, juli 1985 Tien toenmalige Nederlandse jonge architecten (min 40 jaar) stelden een 30-tal concepten voor. Het betrof een mix van architecturale constructies, fabuleuze, beroemde gebouwen, naast eigen ontwerpen uitgevoerd in lego. O/archief0809/MW/not 6

Pirson, Jean-François, La structure et l objet (essais, expériences et rapprochements), éditeur Pierre Mardaga, Bruxelles-Liège, 1984, (ISBN : 2 87009 267 9) In dit 134 pagina tellend werk legt de auteur de link tussen bouwconstructie en vormgeving (bv. de kettinglijn in de Sagra Familia van Gaudi), t.o.v. kunst (bv. land-art) en natuur (bv. nest van een vogel = omgekeerde iglo-woning). De voorgestelde oefeningen zijn bedoeld om met eenvoudige materialen uit te voeren: bv. het bouwen van een toren, brug met saté-prikkers, ijzerdraad en klei, Schouten Gerard, Over bouwen gesproken, ruimte naar menselijke maat / een onbevagen visie op bouwen, Uitgeverij Arcanum, Amsterdam, 1982, (ISBN: 90 61390 338) Dit boekwerk behandelt de drieledigheid bouwen-wonen-leven vanuit verschillende projecten: kerk, modelwoning, bouwen op Vlieland, experimenteel predikaat, woondoos, ringenplan, woonhofjes, piramide-kringloophuis, moduul stadsplan, ziekenhuis en ZVK-basiswoning. (127pp.) De auteur vertrekt van uit de van binnen naar buiten -bouw/ontwerpfilosofie (met haast kinderlijke eenvoud). Formalistische façadebouw wordt van de hand gewezen. We ontdekken er ook de bio-woning avant la lettre. Van der Horst Ilona en Frank, Diepte op het platte vlak, Cantecleer Bv De Bilt/Westtland nv Schoten, vierde druk, 1983, (ISBN: 90 213 0951 3) Een handig beknopt boekje van 48pp., met onder andere oefeningen op het vlak van dieptezicht en perspectiefsystemen. De afgebeelde werkstukken zijn gemaakt door leerlingen. Het boek is een uitgave uit de reeks tekenkunde. O/archief0809/MW/not 7

FILM en VIDEOKUNST Anke & Anke zonder woorden, Anke en Anke zonder woorden (video met werkmap, 1995, Coe C008). Brtn i.s.m. Jekino (en CVKJF), Paleizenstraat 112, 1030 Brussel, 02/242 54 09, fax. 02/242 74 27. In één deel wordt de korte videofilm Anke - geregisseerd door Bart De Pauw - getoond, waarbij in een tweede deel de ontleding volgt. In de uiteenrafeling worden o.a. het selecteren van acteurs, het maken van de opnames, monteren, enz. op een overzichtelijke en bevattelijke manier in beeld gebracht. Schuim (video), Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap - Departement Onderwijs, Brussel Geschikt voor audio-visuele vorming in basis- en secundair onderwijs. Een speelse en ervaringsgerichte kennismaking met het medium video. O/archief0809/MW/not 8

SCHILDERKUNST Collins, J. De schildertechnieken van deze eeuw, Cantecleer, De Bilt Doerner Max, Schilderkunst. Materiaal en techniek,oorspronkelijke titel: Malmaterial und seine verwendung im Bilde /1954,1976 Ferdinand Enke Verlag, Stuttgart Ned.Uitg. Gaade, Amerongen / 1977 en 1981 / 455 p. ISBN 90-6017-712-6 Verregaande informatie over het ambachtelijk aspect van de schilderkunst. Uitleg over alle materialen, pigmenten, bindmiddelen, oplosmiddelen, ondergronden en hun toepassing. Gaat uitvoerig in op de schildertechniek van de oude meesters en behandelt het conserveren en restaureren van schilderingen. Wordt zowat beschouwd als de technische bijbel voor de kunstschilder. Schiet echter te kort wat betreft het gebruik van hedendaagse verven en materialen. Gerritsen, F., Evolutie van de kleurenleer,cantecleer, De Bilt, 1982 Gerritsen Frans, Het fenomeen kleur, Uitg. Cantecleer / de Bilt Dit boek spant een brug tussen de wereld van de kunst en de wereld van de wetenschap. De nieuwe inzichten in onderlinge kleurverhoudingen en toepassingen hiervan in de praktijk worden door de auteur, een bekend kleurdeskundige, in dit boek uiteengezet. Hicketier, A., Kleuren ABC, Cantecleer, De Bilt, 1980 Hilderson H.E., Kunstschildermateriaal, Uitg. E. Story-Scientia, Gent / 1978 Wettelijk Depot : D 1978/0009/23 Boekje bestemd voor kunstschilders die belangstelling vertonen voor hun kunstschildermateriaal en willen weten hoe dit materaal zich gedraagt in een schilderij. Een schilderij is namelijk samengesteld uit een reeks zeer diverse producten die allen hun eigen wetmatigheden bezitten. Kunstschildertechnieken werden vermeden daar deze samenhangen met de artistieke waarde van het schilderij. Ook behandeling van hedendaagse materialen en pigmenten. Met een belangrijk hoofdstuk over nazorg van schilderijen. Itten Johannes, Beeldend vormen, Otto Maier Verlag, Ravensburg, 1963, Nederlandse vertaling: Uitgeverij Cantecleer, de Bilt, herdruk 1975 (ISBN: 90 21300575) Het beeldende vanuit de Bauhaus filosofie bekeken. Itten Johannes, Kunst en kleur. Kleurenleer, Oorspronkelijke uitgave: Kunst der Farbe / 1961 en 1970 / Otto Maier Verlag Ravenburg Ned. Uitg. Cantecleer, De Bilt / vertaling: René Smeets ISBN 90-213-0052-4 Deze kleurenleer is ontstaan uit zijn lessen aan het Bauhaus, later in Berlijn en Krefeld en tenslotte in Zürich, waar hij jarenlang directeur van de Werkkunstschule en van het Kunstgewerbemuseum was. Voortbouwend op de kleurenleer van Goethe en de contrastleer van Hölzel heeft Itten een kleurenleer opgebouwd die grondslag werd voor de kleurstudie nagenoeg alle kunstscholen. Ondanks de onvolkomenheid om de kleuren van de nieuwe pigmenten te duiden blijft het een standaard werk voor de kunstschilder. O/archief0809/MW/not 9

Marx, E., De kleurcontrasten, Cantecleer, De Bilt Piva, G., Smith Jos A., The Pen & Inktbook, materials and techniques for today s Artist, Watson- Guptill Publications (1515 Broadway, New York, NY 100036, ISBN: 0 823039854) Geeft een variatie aan teken- en schildertechnieken (vooral pen en inkt), illustratief verhalend vanuit het eigen artistieke werk van de auteur. Rudolf Steiner, De kleuren,werking en karakter Ned.uitg. Vrij geestesleven Zeist /1982 ISBN 90-6038-151-3 Oorspronkelijke titel: Das Wesen der Farben Vertaald naar de tweede druk door Wyts ten Siethoff Samenvatting van drie voordrachten uit 1921. Zij bevatten een schat aan inzichten en aanwijzingen en zijn voor veel kunstenaars een bron van inspiratie. Grondbeginselen van een geesteswetenschappelijke kleurenleer als hulpmiddel bij het kunstzinnig scheppingsproces. Door de antroposofie is het mogelijk, het elementaire kleurbeleven te objectiveren en zo tot het wezen van de kleuren door te dringen en hun werking te begrijpen. Van den Broek L., S.Debersaques, e.a. n KIJK OP KUNST Uitg. Standaard Educatieve Uitgeverij Antwerpen / 144 p. ISBN 90-02-16722-9 4 de druk, 2 de oplage: 1991 Handboek voor de lessen esthetica en/ of kunstgeschiedenis in secundair onderwijs en academies. Naslagwerk waarin de vele stromingen, -ismen en figuren onmiddellijk en helder kunnen worden geduid en gesitueerd. Schilderkunst is toonaangevend in het boek, maar er is aandacht voor de verschillende componenten van de kunsttaal, zowel beeld als muziek en de onderlinge beïnvloeding. Het boek wordt afgerond met tijdslijnen en een register van kunsthistorische begrippen. O/archief0809/MW/not 10