Vereiste basiscompetenties om rechtstreeks te kunnen instappen in (Foto mens - portret)

Transcriptie

1 Vereiste basiscompetenties om rechtstreeks te kunnen instappen in (Foto mens - portret) Om te kunnen starten in deze sequentiële module (Foto mens - portret) en dus vrijgesteld te worden van (Basis foto A, Basis foto B, Verwerking Foto A en Fotoanalyse) dien je te bewijzen dat je de volgende basiscompetenties beheerst. Dit kan door middel van vrijstellingsproef of door het voorleggen van een studiebewijs waaruit blijkt dat je onderstaande basiscompetenties hebt verworven. BASIS FOTO A - De basisregels van de compositie omschrijven. - De instelling gekoppeld aan een vooringestelde modus omschrijven. - Een histogram lezen. - Afhankelijk van de situatie of het onderwerp op de juiste manier scherp stellen. - De scherptediepte controleren. - Diverse camerastandpunten toepassen. - Verband tussen resolutie en afbeeldinggrootte verklaren. BASIS FOTO B - Diverse fototoestellen hanteren. - De meest geschikte objectieven (lenzen) gebruiken. - Met verlichtingsapparatuur werken. maatschappelijke zetel KISP-Gent vzw Industrieweg Mariakerke

2 - Verlichtingstechnieken toepassen. - Camera- en opnametechnieken in functie van het onderwerp toepassen. - Lichtmeetprogramma s in functie van het onderwerp of de lichtsituatie kiezen. - Bij gemengd licht fotograferen. - Een bepaalde sluitertijd functioneel en creatief gebruiken. VERWERKING FOTO A - Verwerkingsapparatuur bedienen. - Beeldverwerkingstechnieken gebruiken. - Opnames op een professionele en creatieve manier verwerken. - De benodigde randapparatuur rondom beeldverwerking gebruiken. - Beelden catalogeren. - Beelden ordenen. - Met verscheidene afbeeldingsformaten werken. - Verscheidene afbeeldingsformaten naar nieuwe doelformaten omzetten. - Professionele beeldverwerkingsprogramma s, besturingssystemen en hardwareconfiguraties benoemen. - Doelgericht afbeeldingen bijsnijden. - Licht- en kleurcorrecties toepassen, zowel voor de gehele afbeelding als voor afzonderlijke onderdelen. - Retouches en aanpassingen op het beeld uitvoeren. - Beeldselecties maken. - Het afdrukproces toelichten. - Verband tussen resolutie en afbeeldingsgrootte verklaren. - Een beeld inscannen. - Het afdrukproces toepassen. FOTOANALYSE

3 - Beelden analyseren. - Stijlkenmerken toepassen. - De regels van de compositie uitdiepen. - De eigen mening over de inhoud en opbouw van een beeld verdedigen. - Zich bewust zijn van de factoren die het kijken beïnvloeden. - De beeldtaal beheersen. - De stromingen binnen de fotografie situeren. - Een tijdlijn schetsen van de fotografische evolutie en daar een reeks van namen van belangrijke fotografen aan koppelen. - De kunst- en de cultuurgeschiedenis als inspiratiebron gebruiken. - Het werk van belangrijke fotografen herkennen. - Fotografische beelden, begrippen en stijlen in hun maatschappelijke en historische basiscontext verklaren. - De diverse camerastandpunten benoemen. maatschappelijke zetel KISP-Gent vzw Industrieweg Mariakerke

4 Vereiste basiscompetenties om rechtstreeks te kunnen instappen in (Foto actie - reportage) Om te kunnen starten in deze sequentiële module (Foto actie - reportage) en dus vrijgesteld te worden van (Basis foto A, Basis foto B, Verwerking Foto A en Fotoanalyse) dien je te bewijzen dat je de volgende basiscompetenties beheerst. Dit kan door middel van vrijstellingsproef of door het voorleggen van een studiebewijs waaruit blijkt dat je onderstaande basiscompetenties hebt verworven. BASIS FOTO A - De basisregels van de compositie omschrijven. - De instelling gekoppeld aan een vooringestelde modus omschrijven. - Een histogram lezen. - Afhankelijk van de situatie of het onderwerp op de juiste manier scherp stellen. - De scherptediepte controleren. - Diverse camerastandpunten toepassen. - Verband tussen resolutie en afbeeldinggrootte verklaren. BASIS FOTO B - Diverse fototoestellen hanteren. - De meest geschikte objectieven (lenzen) gebruiken. - Met verlichtingsapparatuur werken.

5 - Verlichtingstechnieken toepassen. - Camera- en opnametechnieken in functie van het onderwerp toepassen. - Lichtmeetprogramma s in functie van het onderwerp of de lichtsituatie kiezen. - Bij gemengd licht fotograferen. - Een bepaalde sluitertijd functioneel en creatief gebruiken. VERWERKING FOTO A - Verwerkingsapparatuur bedienen. - Beeldverwerkingstechnieken gebruiken. - Opnames op een professionele en creatieve manier verwerken. - De benodigde randapparatuur rondom beeldverwerking gebruiken. - Beelden catalogeren. - Beelden ordenen. - Met verscheidene afbeeldingsformaten werken. - Verscheidene afbeeldingsformaten naar nieuwe doelformaten omzetten. - Professionele beeldverwerkingsprogramma s, besturingssystemen en hardwareconfiguraties benoemen. - Doelgericht afbeeldingen bijsnijden. - Licht- en kleurcorrecties toepassen, zowel voor de gehele afbeelding als voor afzonderlijke onderdelen. - Retouches en aanpassingen op het beeld uitvoeren. - Beeldselecties maken. - Het afdrukproces toelichten. - Verband tussen resolutie en afbeeldingsgrootte verklaren. - Een beeld inscannen. - Het afdrukproces toepassen. FOTOANALYSE maatschappelijke zetel KISP-Gent vzw Industrieweg Mariakerke

6 - Beelden analyseren. - Stijlkenmerken toepassen. - De regels van de compositie uitdiepen. - De eigen mening over de inhoud en opbouw van een beeld verdedigen. - Zich bewust zijn van de factoren die het kijken beïnvloeden. - De beeldtaal beheersen. - De stromingen binnen de fotografie situeren. - Een tijdlijn schetsen van de fotografische evolutie en daar een reeks van namen van belangrijke fotografen aan koppelen. - De kunst- en de cultuurgeschiedenis als inspiratiebron gebruiken. - Het werk van belangrijke fotografen herkennen. - Fotografische beelden, begrippen en stijlen in hun maatschappelijke en historische basiscontext verklaren. - De diverse camerastandpunten benoemen.

7 Vereiste basiscompetenties om rechtstreeks te kunnen instappen in (Foto materie - object) Om te kunnen starten in deze sequentiële module (Foto materie - object) en dus vrijgesteld te worden van (Basis foto A, Basis foto B, Verwerking Foto A en Fotoanalyse) dien je te bewijzen dat je de volgende basiscompetenties beheerst. Dit kan door middel van vrijstellingsproef of door het voorleggen van een studiebewijs waaruit blijkt dat je onderstaande basiscompetenties hebt verworven. BASIS FOTO A - De basisregels van de compositie omschrijven. - De instelling gekoppeld aan een vooringestelde modus omschrijven. - Een histogram lezen. - Afhankelijk van de situatie of het onderwerp op de juiste manier scherp stellen. - De scherptediepte controleren. - Diverse camerastandpunten toepassen. - Verband tussen resolutie en afbeeldinggrootte verklaren. BASIS FOTO B - Diverse fototoestellen hanteren. - De meest geschikte objectieven (lenzen) gebruiken. - Met verlichtingsapparatuur werken. maatschappelijke zetel KISP-Gent vzw Industrieweg Mariakerke

8 - Verlichtingstechnieken toepassen. - Camera- en opnametechnieken in functie van het onderwerp toepassen. - Lichtmeetprogramma s in functie van het onderwerp of de lichtsituatie kiezen. - Bij gemengd licht fotograferen. - Een bepaalde sluitertijd functioneel en creatief gebruiken. VERWERKING FOTO A - Verwerkingsapparatuur bedienen. - Beeldverwerkingstechnieken gebruiken. - Opnames op een professionele en creatieve manier verwerken. - De benodigde randapparatuur rondom beeldverwerking gebruiken. - Beelden catalogeren. - Beelden ordenen. - Met verscheidene afbeeldingsformaten werken. - Verscheidene afbeeldingsformaten naar nieuwe doelformaten omzetten. - Professionele beeldverwerkingsprogramma s, besturingssystemen en hardwareconfiguraties benoemen. - Doelgericht afbeeldingen bijsnijden. - Licht- en kleurcorrecties toepassen, zowel voor de gehele afbeelding als voor afzonderlijke onderdelen. - Retouches en aanpassingen op het beeld uitvoeren. - Beeldselecties maken. - Het afdrukproces toelichten. - Verband tussen resolutie en afbeeldingsgrootte verklaren. - Een beeld inscannen. - Het afdrukproces toepassen. FOTOANALYSE

9 - Beelden analyseren. - Stijlkenmerken toepassen. - De regels van de compositie uitdiepen. - De eigen mening over de inhoud en opbouw van een beeld verdedigen. - Zich bewust zijn van de factoren die het kijken beïnvloeden. - De beeldtaal beheersen. - De stromingen binnen de fotografie situeren. - Een tijdlijn schetsen van de fotografische evolutie en daar een reeks van namen van belangrijke fotografen aan koppelen. - De kunst- en de cultuurgeschiedenis als inspiratiebron gebruiken. - Het werk van belangrijke fotografen herkennen. - Fotografische beelden, begrippen en stijlen in hun maatschappelijke en historische basiscontext verklaren. - De diverse camerastandpunten benoemen. maatschappelijke zetel KISP-Gent vzw Industrieweg Mariakerke

10 Vereiste basiscompetenties om rechtstreeks te kunnen instappen in (Foto ruimte - architectuur) Om te kunnen starten in deze sequentiële module (Foto ruimte - architectuur) en dus vrijgesteld te worden van (Basis foto A, Basis foto B, Verwerking Foto A en Fotoanalyse) dien je te bewijzen dat je de volgende basiscompetenties beheerst. Dit kan door middel van vrijstellingsproef of door het voorleggen van een studiebewijs waaruit blijkt dat je onderstaande basiscompetenties hebt verworven. BASIS FOTO A - De basisregels van de compositie omschrijven. - De instelling gekoppeld aan een vooringestelde modus omschrijven. - Een histogram lezen. - Afhankelijk van de situatie of het onderwerp op de juiste manier scherp stellen. - De scherptediepte controleren. - Diverse camerastandpunten toepassen. - Verband tussen resolutie en afbeeldinggrootte verklaren. BASIS FOTO B - Diverse fototoestellen hanteren. - De meest geschikte objectieven (lenzen) gebruiken. - Met verlichtingsapparatuur werken.

11 - Verlichtingstechnieken toepassen. - Camera- en opnametechnieken in functie van het onderwerp toepassen. - Lichtmeetprogramma s in functie van het onderwerp of de lichtsituatie kiezen. - Bij gemengd licht fotograferen. - Een bepaalde sluitertijd functioneel en creatief gebruiken. VERWERKING FOTO A - Verwerkingsapparatuur bedienen. - Beeldverwerkingstechnieken gebruiken. - Opnames op een professionele en creatieve manier verwerken. - De benodigde randapparatuur rondom beeldverwerking gebruiken. - Beelden catalogeren. - Beelden ordenen. - Met verscheidene afbeeldingsformaten werken. - Verscheidene afbeeldingsformaten naar nieuwe doelformaten omzetten. - Professionele beeldverwerkingsprogramma s, besturingssystemen en hardwareconfiguraties benoemen. - Doelgericht afbeeldingen bijsnijden. - Licht- en kleurcorrecties toepassen, zowel voor de gehele afbeelding als voor afzonderlijke onderdelen. - Retouches en aanpassingen op het beeld uitvoeren. - Beeldselecties maken. - Het afdrukproces toelichten. - Verband tussen resolutie en afbeeldingsgrootte verklaren. - Een beeld inscannen. - Het afdrukproces toepassen. FOTOANALYSE maatschappelijke zetel KISP-Gent vzw Industrieweg Mariakerke

12 - Beelden analyseren. - Stijlkenmerken toepassen. - De regels van de compositie uitdiepen. - De eigen mening over de inhoud en opbouw van een beeld verdedigen. - Zich bewust zijn van de factoren die het kijken beïnvloeden. - De beeldtaal beheersen. - De stromingen binnen de fotografie situeren. - Een tijdlijn schetsen van de fotografische evolutie en daar een reeks van namen van belangrijke fotografen aan koppelen. - De kunst- en de cultuurgeschiedenis als inspiratiebron gebruiken. - Het werk van belangrijke fotografen herkennen. - Fotografische beelden, begrippen en stijlen in hun maatschappelijke en historische basiscontext verklaren. - De diverse camerastandpunten benoemen.

13 Vereiste basiscompetenties om rechtstreeks te kunnen instappen in (Portfolio) Om te kunnen starten in deze sequentiële module (Portfolio) en dus vrijgesteld te worden van (Basis foto A, Basis foto B, Verwerking Foto A, Fotoanalyse, Foto ruimte - architectuur, Foto actie - reportage, Foto materie object en Foto mens - portret) dien je te bewijzen dat je de volgende basiscompetenties beheerst. Dit kan door middel van vrijstellingsproef of door het voorleggen van een studiebewijs waaruit blijkt dat je onderstaande basiscompetenties hebt verworven. BASIS FOTO A - De basisregels van de compositie omschrijven. - De instelling gekoppeld aan een vooringestelde modus omschrijven. - Een histogram lezen. - Afhankelijk van de situatie of het onderwerp op de juiste manier scherp stellen. - De scherptediepte controleren. - Diverse camerastandpunten toepassen. - Verband tussen resolutie en afbeeldinggrootte verklaren. BASIS FOTO B - Diverse fototoestellen hanteren. - De meest geschikte objectieven (lenzen) gebruiken. - Met verlichtingsapparatuur werken. maatschappelijke zetel KISP-Gent vzw Industrieweg Mariakerke

14 - Verlichtingstechnieken toepassen. - Camera- en opnametechnieken in functie van het onderwerp toepassen. - Lichtmeetprogramma s in functie van het onderwerp of de lichtsituatie kiezen. - Bij gemengd licht fotograferen. - Een bepaalde sluitertijd functioneel en creatief gebruiken. VERWERKING FOTO A - Verwerkingsapparatuur bedienen. - Beeldverwerkingstechnieken gebruiken. - Opnames op een professionele en creatieve manier verwerken. - De benodigde randapparatuur rondom beeldverwerking gebruiken. - Beelden catalogeren. - Beelden ordenen. - Met verscheidene afbeeldingsformaten werken. - Verscheidene afbeeldingsformaten naar nieuwe doelformaten omzetten. - Professionele beeldverwerkingsprogramma s, besturingssystemen en hardwareconfiguraties benoemen. - Doelgericht afbeeldingen bijsnijden. - Licht- en kleurcorrecties toepassen, zowel voor de gehele afbeelding als voor afzonderlijke onderdelen. - Retouches en aanpassingen op het beeld uitvoeren. - Beeldselecties maken. - Het afdrukproces toelichten. - Verband tussen resolutie en afbeeldingsgrootte verklaren. - Een beeld inscannen. - Het afdrukproces toepassen. 14 van 18 Basiscompetenties sequentiële modules fotografie

15 FOTOANALYSE - Beelden analyseren. - Stijlkenmerken toepassen. - De regels van de compositie uitdiepen. - De eigen mening over de inhoud en opbouw van een beeld verdedigen. - Zich bewust zijn van de factoren die het kijken beïnvloeden. - De beeldtaal beheersen. - De stromingen binnen de fotografie situeren. - Een tijdlijn schetsen van de fotografische evolutie en daar een reeks van namen van belangrijke fotografen aan koppelen. - De kunst- en de cultuurgeschiedenis als inspiratiebron gebruiken. - Het werk van belangrijke fotografen herkennen. - Fotografische beelden, begrippen en stijlen in hun maatschappelijke en historische basiscontext verklaren. - De diverse camerastandpunten benoemen. FOTO RUITMTE - ARCHITECTUUR - Diverse fototoestellen hanteren. - De meest geschikte objectieven (lenzen) gebruiken. - De werkplek organiseren. - In functie van hun eigenschappen met verschillende soorten licht en lichtbronnen werken. - Beelden analyseren. - Stijlkenmerken toepassen. - Een onderwerp vanuit een vooropgesteld eindresultaat benaderen. - Zich bewust zijn van de factoren die het kijken beïnvloeden. - Door een eigen creatieve en professionele inbreng een meerwaarde toevoegen. - De kunst- en de cultuurgeschiedenis als inspiratiebron gebruiken. - Camera- en opnametechnieken in functie van het onderwerp toepassen. - Lichtmeetprogramma s in functie van het onderwerp of de lichtsituatie kiezen. - Bij gemengd licht fotograferen. - Een opdracht voorbereiden. Basiscompetenties sequentiële modules fotografie 15 van 18

16 - Een opdracht op diverse manieren benaderen. - Op een onbekende omgeving inspelen. - Relevante bepalingen rond auteursrechten toepassen. FOTO ACTIE - REPORTAGE - Diverse fototoestellen hanteren. - De meest geschikte objectieven (lenzen) gebruiken. - In functie van hun eigenschappen met verschillende soorten licht en lichtbronnen werken. - Verlichtingstechnieken toepassen. - Beelden analyseren. - Stijlkenmerken toepassen. - Door middel van een reeks beelden een verhaal vertellen. - Een onderwerp vanuit een vooropgesteld eindresultaat benaderen. - Zich bewust zijn van de factoren die het kijken beïnvloeden. - Door een eigen creatieve en professionele inbreng een meerwaarde toevoegen. - De kunst- en de cultuurgeschiedenis als inspiratiebron gebruiken. - Camera- en opnametechnieken in functie van het onderwerp toepassen. - Lichtmeetprogramma s in functie van het onderwerp of de lichtsituatie kiezen. - Bij gemengd licht fotograferen. - Een opdracht voorbereiden. - Een opdracht op diverse manieren benaderen. - Op een onbekende omgeving inspelen. - Relevante bepalingen rond auteursrechten toepassen. FOTO MATERIE - OBJECT - Diverse fototoestellen hanteren. - De meest geschikte objectieven (lenzen) gebruiken. - De werkplek organiseren. - Met verlichtingsapparatuur werken. - Met flitsmeter werken. - In functie van hun eigenschappen met verschillende soorten licht en lichtbronnen werken. - Verlichtingstechnieken toepassen. 16 van 18 Basiscompetenties sequentiële modules fotografie

17 - Beelden analyseren. - Stijlkenmerken toepassen. - Door middel van een reeks beelden een verhaal vertellen. - Een onderwerp vanuit een vooropgesteld eindresultaat benaderen. - Zich bewust zijn van de factoren die het kijken beïnvloeden. - Fotografische illusies creëren. - Door een eigen creatieve en professionele inbreng een meerwaarde toevoegen. - De kunst- en de cultuurgeschiedenis als inspiratiebron gebruiken. - Camera- en opnametechnieken in functie van het onderwerp toepassen. - Verschillende texturen en materialen in beeld brengen. - Lichtmeetprogramma s in functie van het onderwerp of de lichtsituatie kiezen. - Een bepaalde sluitertijd functioneel en creatief gebruiken. - Een opdracht voorbereiden. - Een opdracht op diverse manieren benaderen. FOTO MENS - PORTRET - Diverse fototoestellen hanteren. - De meest geschikte objectieven (lenzen) gebruiken. - De werkplek organiseren. - Met verlichtingsapparatuur werken. - Met flitsmeter werken. - In functie van hun eigenschappen met verschillende soorten licht en lichtbronnen werken. - Verlichtingstechnieken toepassen. - Beelden analyseren. - Stijlkenmerken toepassen. - Door middel van een reeks beelden een verhaal vertellen. - Een onderwerp vanuit een vooropgesteld eindresultaat benaderen. - Zich bewust zijn van de factoren die het kijken beïnvloeden. - Door een eigen creatieve en professionele inbreng een meerwaarde toevoegen. - De kunst- en de cultuurgeschiedenis als inspiratiebron gebruiken. - Camera- en opnametechnieken in functie van het onderwerp toepassen. Basiscompetenties sequentiële modules fotografie 17 van 18

18 - Een decor in functie van een te fotograferen onderwerp opbouwen. - Lichtmeetprogramma s in functie van het onderwerp of de lichtsituatie kiezen. - Bij gemengd licht fotograferen. - Een opdracht voorbereiden. - Een opdracht op diverse manieren benaderen. - Op een onbekende omgeving inspelen. - Relevante bepalingen van de Privacywetgeving toepassen. 18 van 18 Basiscompetenties sequentiële modules fotografie