Deskundigheidsbevordering rond agressie in het onderwijs



Vergelijkbare documenten
Datum 1 april 2019 Betreft Kamervragen over kindermishandeling (ingezonden 5 februari 2019)

Veiligheid in het primair onderwijs

De meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling in het onderwijs

Training Omgaan met Agressie en Geweld

Scholingsplan Samen in ontwikkeling

workshop? 2. In welke situatie(s) voel je je wel eens onveilig in je werk? 3. Wat heb je nodig om je veilig te voelen

Een Positief. leer en leefklimaat. op uw school

PESTPROTOCOL Onderstaande tekst is ontleend aan paragraaf 4.1 van het Schoolveiligheidsplan van het St.

Collectief aanbod Jeugd Houten

17 augustus 2012 De beantwoording van de vragen over het probleem van pesten op school. (2012Z13044).

Onderwijs en vluchtelingenkinderen

PESTPROTOCOL Splitting

Agressie en geweld in het onderwijs

Competenties in relatie tot het Protocol Vermoedens van huiselijk geweld, mishandeling, verwaarlozing en seksueel misbuik

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen

Trainingen en workshops voor praktijkopleiders en leidinggevenden. Jouw talent, onze ambitie!

NIEUWSBRIEF. Jaargang 2 September 2013 VOORWOORD. In dit nummer: - Voorwoord 1. - Wist u dat 2 - SWPBS 2. - Intervisie R&W 3. - Op maat trajecten 3

BELEID. tegen PESTEN

Tussenschoolse opvang

Verantwoording 1.1 Keuze van de titel

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolportret samenwerkingsverband Roermond. vo- docenten over Passend onderwijs (vmbo tot en met gymnasium)

Inhoudsopgave. 1. Uitgangspunten blz. 1.1 Doel van het beleidsplan Inhoud van het beleidsplan Beginsituatie De gewenste situatie 5

Samenvatting en conclusies

voor al uw maatwerk trainingen

Omgaan met pestgedrag voor leerlingen

Resultaten uit het onderzoek naar de opleidingsbehoefte van wethouders

Inhoud. Inleiding Algemene gegevens Gevoel van veiligheid De mate waarin agressie voorkomt Omgaan met agressie...

Resultaten Onderzoek September 2014

Sociaal-emotionele ontwikkeling & Sociale Veiligheid. Beleid en protocollen

Managementworkshops. Communicatie: alle gedrag is communicatie. Gespreksvaardigheden: succesvol praten en luisteren

Managementworkshops. Communicatie: alle gedrag is communicatie. Gespreksvaardigheden: succesvol praten en luisteren

Onderzoek Passend Onderwijs

7 SAMENVATTING EN SLOTBESCHOUWING

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen

Januari Pestprotocol

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vignet Welbevinden en Sociale Veiligheid, vo. Beleid. Vragenlijst Welbevinden en Sociale Veiligheid. Handig om bij de hand te hebben:

Literatuuronderzoek Samenvatting en conclusies Praktijkonderzoek Beantwoording van de onderzoeksvragen Deelvraag Deelvraag 2...

Evaluatie SamenOud training Anders denken, anders doen Casemanagement

Maatwerk voor nieuwe ROS-adviseurs Informatiebijeenkomst en Leergang 2013

Archipel Kenniscentrum. Archipel Academie. Trainingen Agressie. het gevoel van samen

Juni Inhoudsopgave

Vliegende start voor starters Overzicht cursusaanbod voor starters in het onderwijs

LIEVERWIJS. kindercoaching & training. kindercoaching basisschool trainingen kindercoach op bestelling. Een rups kan altijd nog een vlinder worden

P E S T P R O T O C O L

Weerbaarheidstraining voor iedereen. Weerbaar met Accres. Accres.nl/weerbaarheid

ERVAREN WERKDRUK IN HET MBO

PROTOCOL ONGEWENST EN/OF OVERSCHRIJDEND GEDRAG LEERLINGEN

Jongerencoaching Raster

LEREN EN ONTWIKKELEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Verkenning naar de professionele ontwikkeling van het personeel in het primair onderwijs

Anti-pest protocol Clusius College Amsterdam

kempelscan P1-fase Kempelscan P1-fase 1/7

Workshop Up to date agressiebeleid

Grip op agressief en lastig gedrag

Protocol Psychosociale ondersteuning

Dienstenbeschrijving communicatieve vaardigheden

I N H O U D S O P G A V E

Samenvatting en conclusies

st r e s smanagement Inzicht in het omgaan met spanningen. Maximaal aantal deelnemers 12 Leren oplossingsgericht te handelen.

SWPBS en HGW in curriculum lerarenopleiding

Samenvatting onderzoek Regeldruk van leraren in het basisonderwijs: Aspecten, Oorzaken en Oplossingen

SPRINT NIEUWSBRIEF MAART 2015

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. basisschool De Bornput

Protocol Pesten Goed gedrag kun je leren!

De training is in te zetten voor verschillende doelgroepen.

Pestbeleid voor obs de Luyster, Sint Philipsland.

De Kanjertraining Wat moet je weten over de kanjertraining? Doelen Aanpak

Afspraken over de basisondersteuning

leerlingen sociale veiligheid

Gedragsexpert. Doelgroep

Veiligheid en schoolklimaat

Online communicatie & de basisscholen van Leerplein055

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht

Nederlandse samenvatting

NASCHOLINGSCENTRUM MAATSCHAPPELIJK WERK

1.1 Transculturele pedagogiek om cultuurverschillen te overbruggen:

DESKUNDIG AAN HET WERK OUDEREN. Trainingen op het gebied van psychische problemen of psychiatrische stoornissen

Samenwerking. Betrokkenheid

Meldcode kindermishandeling

Beroepskrachten missen in hun opleiding aandacht voor kindermishandeling

van Zij naar Wij ons trainingsaanbod vo/mbo

The Whole is More. A Contextual Perspective on Attitudes and Reactions of Staff towards Aggressive Behaviour of Clients with ID in Residential

Cursus werkbegeleiding

Evaluatieverslag mindfulnesstraining

Van individuele casuïstiek naar casusoverstijgende oplossing?!

ONDERWIJSONTWIKKELING - ACTIVERENDE DIDACTIEK

t Kompas School met de Bijbel Westbroek

Cultuureducatie in het basisonderwijs

TRAINING WERKBEGELEIDING

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Trainingen die je in beweging brengen!

INHOUDSOPGAVE 7 1 INLEIDING EN VRAAGSTELLING 13

Grip op agressief en lastig gedrag

Schoolondersteuningsprofiel

BIJLAGE 1: UITKOMST ONDERZOEK NEWSCHOOL.NU TE HARDERWIJK

FAALANGST DE BAAS! TRAINING 1. faalangst. de baas! training.

Enquête regeldruk in het Amsterdamse Onderwijs. D66 Amsterdam Januari 2014

Transcriptie:

Deskundigheidsbevordering rond agressie in het onderwijs Een vraag- en aanbodanalyse Eindrapport Een onderzoek in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Sonja van der Kemp Ron van Wonderen Marianne Kloosterman B2954 Leiden, 8 maart 2005

Voorwoord Het Plan van aanpak veiligheid in het onderwijs en de opvang van risicoleerlingen van het ministerie van OCW beschrijft de maatregelen die genomen moeten worden om de veiligheid in het onderwijs te vergroten. Eén van de aandachtspunten is deskundigheidsbevordering in het voorkomen van en omgaan met agressie voor het onderwijzend en onderwijsondersteunend personeel. Research voor Beleid heeft in opdracht van het ministerie van OCW een vraag- en aanbodanalyse uitgevoerd van trainingen en scholing die de deskundigheid in het voorkomen van en omgaan met agressie vergroten. In dit rapport wordt verslag gedaan van de bevindingen. Het rapport begint met een inleidend hoofdstuk, waarin de achtergrond en opzet van het onderzoek worden beschreven. Daarna volgt een hoofdstuk met een kwalitatieve omschrijving van de vraag naar deskundigheidsbevordering. Het daarop volgende hoofdstuk gaat in op het aanbod van trainingen en scholing die de deskundigheid op het gebied van agressie vergroten. In het laatste hoofdstuk komt tenslotte de aansluiting tussen de vraag en het aanbod aan de orde. Langs deze weg willen we iedereen bedanken die in het kader van dit onderzoek medewerking heeft verleend aan de interviews. Dit zijn lerarenopleidingen, nascholingsorganisaties, onderwijsgevenden, onderwijsondersteuners, schooldirecteuren, belangenorganisaties en de Inspectie van het onderwijs. Marianne Kloosterman Projectleider 3

4

Inhoudsopgave Samenvatting en conclusie 7 1 Achtergrond en opzet 11 1.1 Achtergrond 11 1.2 Doel- en vraagstelling 11 1.3 Afbakening onderzoek 13 1.4 Onderzoeksopzet 13 1.5 Leeswijzer 14 2 De vraag naar deskundigheidsbevordering 15 2.1 Aanwezigheid van de behoefte 15 2.2 Aard van de behoefte 17 2.3 Behoefte aan deskundigheidsbevordering in signalering van problemen 19 2.4 Conclusie 21 3 Het aanbod van deskundigheidsbevordering 23 3.1 Aandacht voor agressie en geweld binnen lerarenopleidingen 23 3.2 Aanbod van de nascholingsorganisaties 25 3.3 Projecten 29 3.4 Conclusie 31 4 De aansluiting tussen vraag en aanbod 33 4.1 De aansluiting volgens vragers 33 4.2 De aansluiting volgens aanbieders 35 4.3 Conclusie 36 Bijlage Overzicht respondenten 39 5

6

Samenvatting en conclusie In 2004 heeft minister Van der Hoeven het Plan van aanpak veiligheid in het onderwijs en de opvang van risicoleerlingen aangeboden aan de Tweede Kamer. Dit plan is mede gebaseerd op onderzoek dat is uitgevoerd naar agressie en geweld in het onderwijs. Uit dat onderzoek kwam naar voren dat het personeel zich overwegend veilig voelt in het onderwijs. Desalniettemin heeft zowel het onderwijzend als het onderwijsondersteunend personeel in het primair, speciaal en voortgezet onderwijs behoefte aan deskundigheidsbevordering in het voorkomen van en omgaan met agressie en geweld. Deskundigheidsbevordering is daarom één van de aandachtspunten in het eerdergenoemde plan van aanpak. De doelen van het huidige onderzoek zijn als volgt geformuleerd: Het geven van een kwalitatieve beschrijving van de aard van de vraag naar deskundigheidsbevordering in het voorkomen van en omgaan met agressie en geweld in het onderwijs: wat is de behoefte aan trainingen en scholingen, aan welk type ondersteuning is behoefte, is men bekend met het aanbod, wat vindt men van het aanbod? Het geven van een kwalitatieve beschrijving van de aard van het aanbod van deskundigheidsbevordering in het voorkomen van en omgaan met agressie en geweld in het onderwijs: welke trainingen worden aangeboden, wat zijn de doelgroepen voor het aanbod, hoeveel wordt gebruik gemaakt van het aanbod? Het beschrijven van de aansluiting tussen vraag en aanbod en de belemmeringen en knelpunten die daarbij een rol spelen. Het onderzoek is kwalitatief van aard en bestond uit een deskresearch gevolgd door semigestructureerde telefonische interviews. In totaal zijn 66 interviews uitgevoerd, waarvan 29 met (vertegenwoordigers van) docenten en onderwijsondersteunend personeel en 37 met (mogelijke) aanbieders van deskundigheidsbevordering. Hieronder worden de belangrijkste conclusies weergegeven per hoofdvraag van het onderzoek. Welke behoefte bestaat er onder (aankomende) docenten en onderwijsondersteunend personeel aan deskundigheidsbevordering in het voorkomen van en omgaan met agressie en geweld in het onderwijs? In eerder onderzoek is reeds gesignaleerd dat onderwijzend en onderwijsondersteunend personeel van scholen in het basisonderwijs, voortgezet onderwijs en speciaal onderwijs behoefte heeft aan deskundigheidsbevordering in het voorkomen van en omgaan met agressie. De aanwezigheid van deze behoefte is door het huidige onderzoek bevestigd. De behoefte lijkt niet zozeer samen te hangen met de kenmerken van de medewerker, zoals geslacht, leeftijd, werkervaring of functie, maar met name met de situatie op de school waar men werkzaam is. De behoefte aan deskundigheidsbevordering ontstaat vaak naar aanleiding van incidenten. Daarnaast leiden veranderingen in de leerlingenpopulatie (zoals een grotere assertiviteit van leerlingen en een toenemend aantal allochtone leerlingen) tot behoefte aan deskundigheidsbevordering, aangezien de vaardigheden van de medewerkers niet altijd meer voldoen in de nieuwe situatie. De lerarenopleidingen lijken de behoeften van studenten op het gebied van agressie niet structureel in kaart te brengen. Daardoor is het niet duidelijk in hoeverre er bij studenten van lerarenop- 7

leidingen behoefte is extra aandacht voor dit onderwerp in de lerarenopleiding. De meeste lerarenopleidingen krijgen hierover geen expliciete vragen van studenten. Uit ervaringen van opleidingen die een aanbod hebben ontwikkeld blijkt dat er toch wel belangstelling voor deze scholing is. Ondanks de aanwezige behoefte aan deskundigheidsbevordering, hebben het onderwijzend en onderwijsondersteunend personeel niet altijd de gelegenheid of de bereidheid om veel tijd vrij te maken voor trainingen. Het zittende onderwijzend en onderwijsondersteunend personeel heeft behoefte aan korte, praktische cursussen, waarbij wordt geoefend met het toepassen van het gewenste gedrag. De voorkeur gaat daarbij uit naar het volgen van cursussen in teamverband. Wat de inhoud van de trainingen betreft, blijkt er behoefte te zijn aan cursussen die inspelen op veranderende leerlingenpopulaties. Daarbij wil men de volgende vaardigheden leren: het beter begrijpen van gedrag van leerlingen het beter kunnen herkennen van onwenselijk gedrag het beter kunnen communiceren met (allochtone) leerlingen. Andere vaardigheden waar behoefte aan is, zijn: Het voorkomen van agressie door goede communicatieve vaardigheden (verbaal en non verbaal/lichaamstaal). De manier waarop je iemand fysiek de baas kunt zijn. Het omgaan met agressieve ouders. Intervisie. Er is geen specifieke behoefte aan deskundigheidsbevordering in het signaleren van radicalisering van leerlingen. Er is wel interesse voor het onderwerp, als het in een breder kader wordt geplaatst van signalering van (potentiële) problemen. Enkele belangenorganisaties en nascholingsorganisaties plaatsen een kanttekening bij de behoefte aan deskundigheidsbevordering. Volgen hen is het, om agressie op school te voorkomen, van belang dat de school als geheel zich inspant voor een optimaal pedagogisch schoolklimaat. Op zichzelf staande trainingen aan onderwijzend en onderwijsondersteunend personeel zijn volgens hen niet voldoende. Hoe ziet het huidige aanbod op het gebied van deskundigheidsbevordering in het voorkomen van en omgaan met agressie en geweld in het onderwijs eruit? Bij de lerarenopleidingen is de specifieke aandacht voor het voorkomen van en omgaan met agressie beperkt. De lerarenopleidingen voor voortgezet onderwijs en een deel van de lerarenopleidingen voor basisonderwijs besteden wel indirect aandacht aan het onderwerp agressie. Het gaat daarbij om onderwerpen zoals het pedagogisch klimaat, conflicthantering, sociale vaardigheden, omgaan met pesten, omgaan met groepen en de multiculturele samenleving. Ook is wel een toename van de aandacht voor het onderwerp agressie waar te nemen. Een deel van de lerarenopleidingen voor voortgezet onderwijs besteedt sinds kort specifieke aandacht aan agressie en enkele opleidingen overwegen het onderwerp in het lesprogramma op te nemen. De meeste nascholingsorganisaties bieden wel training en begeleiding op het gebied van agressie en onveiligheid. De aanbieders van deskundigheidsbevordering zijn met name schoolbegeleidingsdiensten en landelijke pedagogische centra. Daarnaast hebben enkele andere organisaties een aanbod ontwikkeld. Het aanbod van deze organisaties is groot en divers, de meeste organisaties bieden zowel korte cursussen voor individuele medewerkers als maatwerktrajecten voor 8

een hele school. In de meeste trainingen wordt veel aandacht besteed aan praktische oefeningen, waarbij in veel gevallen gebruik wordt gemaakt van rollenspellen met acteurs. De nadruk ligt in de trainingen bij het aanleren van vaardigheden om deëscalerend op te treden bij de eerste tekenen van agressie. Het aanbod van deskundigheidsbevordering is met name gericht op onderwijzend personeel. Het specifieke aanbod voor onderwijsondersteuners is beperkt. Wel is het aanbod van schoolbrede trainingen veelal geschikt om onderwijsondersteuners aan deel te laten nemen. Leraren en onderwijsondersteuners hebben over het algemeen positieve ervaringen met het aanbod van de nascholingsorganisaties. De gevolgde trainingen waren concreet en praktisch en hebben geleid tot meer inzicht en vaardigheden. Bij teamtrainingen vindt men de prijs redelijk in verhouding tot het gebodene, bij individuele trainingen vindt men de kosten vrij hoog. Schooldirecteuren en belangenorganisaties vinden het aanbod breed, maar weinig gestructureerd. Ook zouden sommige belangenorganisaties graag meer ingekaderde trainingen zien, die gericht zijn op een brede preventieve aanpak van agressie op scholen. De organisaties die geen deskundigheidsbevordering aanbieden in het voorkomen van en omgaan met agressie (met name lerarenopleidingen basisonderwijs en nascholingsinstellingen verbonden aan hogescholen en universiteiten) geven daarvoor verschillende redenen. De meest genoemde reden is dat het onderwerp niet speelt in de regio of op het type school waar de studenten (gaan) werken. Daarnaast geven zij aan dat er geen vraag naar is. Sommige lerarenopleidingen zijn van mening dat de studenten de vaardigheden voor het omgaan met agressie moeten leren op de school waar ze gaan werken. Welke knelpunten zitten er in de aansluiting tussen de vraag en het aanbod op het gebied van deskundigheidsbevordering in het voorkomen van en omgaan met agressie en geweld in het onderwijs? Voor een goede aansluiting tussen vraag en aanbod is het van belang dat er voldoende aanbod is, dat de doelgroep het aanbod weet te vinden en dat het aanbod wat betreft inhoud, vorm en kosten aansluit bij de behoeften en mogelijkheden van de doelgroep. Wat betreft het aanbod van nascholing zijn er binnen de scholen verschillende belemmeringen om hier gebruik van te maken: De behoefte aan deskundigheidsbevordering is wel aanwezig bij leraren en onderwijsondersteuners, maar wordt door hen niet altijd onder de aandacht van de directie gebracht. Dit komt deels omdat sommige leraren niet graag praten over problemen met agressie, uit angst voor negatieve reacties van collega s. Daarnaast speelt een rol dat leraren niet altijd (willen) inzien dat hun eigen gedrag een rol speelt bij het ontstaan van agressie. Ook hebben zij niet altijd de gelegenheid of de bereidheid om veel tijd te besteden aan het volgen van trainingen. Ook vanuit de scholen zijn er verschillende belemmeringen. Ten eerste geven scholen veelal geen prioriteit aan het onderwerp agressie, met name als er nog geen ervaringen zijn met incidenten. Naast een gebrek aan prioriteit zijn de kosten een belangrijk knelpunt, veel scholen hebben geen groot budget voor opleidingen. De school moet ook aandacht besteden aan andere onderwerpen en moet dus keuzes maken. 9

Ook kunnen verschillende knelpunten worden benoemd in de aansluiting tussen de vraag en het aanbod van nascholingsorganisaties: Het aanbod is onoverzichtelijk en vrij onbekend bij zowel leraren als directeuren, waardoor men niet goed weet wat de mogelijkheden voor deskundigheidsbevordering zijn. Uitzondering hierop is het aanbod voor onderwijsondersteunend personeel, dat vrij beperkt is, maar wel een goede bekendheid heeft onder de doelgroep. De aanpak waaraan scholen behoefte hebben is misschien niet altijd de beste aanpak voor het verminderen van agressie. Scholen geven aan behoefte te hebben aan cursussen die niet teveel tijd en geld kosten. Verschillende belangenorganisaties merken op dat het, om een veilig schoolklimaat te creëren, van belang is om de hele school bij de deskundigheidsbevordering te betrekken. Dergelijke trajecten vragen echter een investering van tijd en geld. Niet alle scholen zien daar het nut van in, met name als er geen ervaringen zijn met incidenten. Scholen lijken nog weinig aandacht te besteden aan het formuleren van de eigen behoefte aan deskundigheidsbevordering. Hierdoor komen scholen mogelijk niet altijd terecht bij het aanbod dat het beste aansluit bij hun behoefte. Ondanks de aanwezigheid van deze knelpunten, wordt de aansluiting tussen de vraag naar en het aanbod van nascholing door de betrokken partijen als redelijk goed ervaren. Het aanbod van deskundigheidsbevordering in het voorkomen van en omgaan met agressie is vrij omvangrijk en divers. Op het moment dat er een behoefte aan ondersteuning ontstaat, weten scholen een aanbod te vinden. Het aanbod sluit inhoudelijk aan bij de wensen van de doelgroep en aanbieders hebben veelal mogelijkheden om maatwerk te bieden. 10

1 Achtergrond en opzet 1.1 Achtergrond In het voorjaar van 2004 heeft minister Van der Hoeven, mede naar aanleiding van de gebeurtenissen op het Terra College in Den Haag, het Plan van aanpak veiligheid in het onderwijs en de opvang van risicoleerlingen aangeboden aan de Tweede Kamer. Dit plan is mede gebaseerd op onderzoek dat is uitgevoerd naar agressie en geweld in het onderwijs. Hieruit kwam naar voren dat het personeel zich overwegend veilig voelt in het onderwijs. Desalniettemin heeft zowel het onderwijzend als het onderwijsondersteunend personeel in het primair, speciaal en voortgezet onderwijs behoefte aan deskundigheidsbevordering in het voorkomen van en omgaan met agressie en geweld. Vandaar dat dit één van de aandachtspunten is in het eerdergenoemde plan van aanpak. De gewenste deskundigheid is hierin als volgt geformuleerd: Leraren moeten zo worden toegerust dat zij sociaal competent gedrag voorleven, onveilige situaties zoveel mogelijk kunnen voorkomen en adequaat kunnen optreden als zij toch met onveiligheid worden geconfronteerd. Uit groepsgesprekken die Research voor Beleid in 2004 voor een onderzoek naar agressie en geweld in het onderwijs 1 heeft uitgevoerd, bleek onder andere dat zowel docenten als onderwijsondersteunend personeel behoefte hebben aan trainingen en cursussen hoe om te gaan met agressie en geweld. Deelnemers noemden als voornaamste belemmeringen echter tijd en geld. Het onderwijsondersteunend personeel gaf aan niet altijd betrokken te worden bij teamgerichte cursussen. Dit terwijl met name conciërges vaak het meest direct betrokken zijn bij uitingen van agressie en geweld door leerlingen. Beide groepen drongen aan op vraaggerichte cursussen die zijn toegesneden op de situatie op de scholen, men zat niet te wachten op aanbodgerichte cursussen. Verschillende partijen kunnen een rol spelen bij deze deskundigheidsbevordering. Zo kunnen de reguliere lerarenopleidingen hieraan aandacht besteden in het opleidingsprogramma, maar ook instellingen voor na- en bijscholing kunnen hier aan bijdragen door middel van trainingen of opleidingen. 1.2 Doel- en vraagstelling De doelen van het huidige onderzoek zijn als volgt geformuleerd: Het geven van een kwalitatieve beschrijving van de aard van de vraag naar deskundigheidsbevordering in het voorkomen van en omgaan met agressie en geweld in het onderwijs: wat is de behoefte aan trainingen en scholingen, aan welk type ondersteuning is behoefte, is men bekend met het aanbod, wat vindt men van het aanbod? Het geven van een kwalitatieve beschrijving van de aard van het aanbod van deskundigheidsbevordering in het voorkomen van en omgaan met agressie en geweld in het onderwijs: welke trainingen worden aangeboden, wat zijn de doelgroepen voor het aanbod, hoeveel wordt gebruik gemaakt van het aanbod? Het beschrijven van de aansluiting tussen vraag en aanbod en de belemmeringen en knelpunten die daarbij een rol spelen. 1 Wonderen, R. van. Agressie en geweld in het onderwijs. Research voor Beleid, Leiden, 2004. 11

Op basis van bovenstaande doelen is de volgende drieledige vraagstelling geformuleerd: 1. Welke behoefte bestaat er onder (aankomende) docenten en onderwijsondersteunend personeel aan deskundigheidsbevordering in het voorkomen van en omgaan met agressie en geweld in het onderwijs? 2. Hoe ziet het huidige aanbod op het gebied van deskundigheidsbevordering in het voorkomen van en omgaan met agressie en geweld in het onderwijs eruit? 3. Welke knelpunten zitten er in de aansluiting tussen de vraag en het aanbod op het gebied van deskundigheidsbevordering in het voorkomen van en omgaan met agressie en geweld in het onderwijs? Deze vraagstelling is hieronder uitgewerkt in een aantal concrete onderzoeksvragen. 1. Wat is de aard van de behoefte aan deskundigheidsbevordering in het voorkomen van en omgaan met agressie en geweld? a. Aan welk type ondersteuning hebben docenten behoefte (inhoud, duur, frequentie)? Op welke momenten hebben docenten behoefte aan deze ondersteuning? b. Aan welk type ondersteuning heeft onderwijsondersteunend personeel behoefte (inhoud, duur, frequentie)? Op welke momenten heeft onderwijsondersteunend personeel behoefte aan deze ondersteuning? 2. Wat is de aard van het aanbod op het gebied van deskundigheidsbevordering in het voorkomen van en omgaan met agressie en geweld in het onderwijs? a. In welke mate houden reguliere lerarenopleidingen zich bezig met deskundigheidsbevordering omtrent agressie en geweld? Wat is de aard van dit aanbod (inhoud, duur, frequentie)? Is het aanbod direct of indirect gericht op het voorkomen van of omgaan met agressie en geweld? b. In welke mate houden instellingen voor na- en bijscholing zich bezig met deskundigheidsbevordering omtrent agressie en geweld? Wat is de aard van dit aanbod (inhoud, duur, frequentie)? Is het aanbod direct of indirect gericht op het voorkomen van of omgaan met agressie en geweld? Welke kosten zijn er aan verbonden? c. In hoeverre is er een aanbod van deskundigheidsbevordering voor onderwijsondersteunend personeel? Wat is de aard van dit aanbod (inhoud, duur, frequentie)? Is het aanbod direct of indirect gericht op het voorkomen van of omgaan met agressie en geweld? Welke kosten zijn er aan verbonden? 3. In hoeverre sluit het aanbod van deskundigheidsbevordering aan op de behoeften van docenten en onderwijsondersteunend personeel? a. Welke knelpunten ervaren de aanbieders? b. Welke knelpunten ervaren docenten en onderwijsondersteunend personeel? c. Welke knelpunten blijken uit een vergelijking van vraag en aanbod? 12

1.3 Afbakening onderzoek De reikwijdte van het onderzoek is bij aanvang afgebakend. Het onderzoek heeft zich toegespitst op: Deskundigheidsbevordering die gericht is op onderwijzend en/of onderwijsondersteunend personeel in het primair onderwijs, het voortgezet onderwijs en het speciaal onderwijs. Deskundigheidsbevordering die bedoeld is voor andere beroepsgroepen en algemene deskundigheidsbevordering op het gebied van agressie en geweld worden in principe buiten beschouwing gelaten, tenzij er duidelijke aanwijzingen zijn dat dit een aanzienlijke rol speelt in het onderwijs. Deskundigheidsbevordering die direct of indirect is gericht op het voorkomen van en omgaan met agressie en geweld. Het kan bij agressie en geweld zowel gaan om uitingen door leerlingen als door ouders en mededocenten. Waar in dit rapport wordt gesproken over onderwijsondersteunend personeel gaat het met name over conciërges en onderwijsassistenten. 1.4 Onderzoeksopzet Aangezien het onderzoek verkennend van aard is en op voorhand niet duidelijk was welke variëteit in aanbod en vraag verwacht kon worden, is gekozen voor een kwalitatieve aanpak, bestaande uit deskresearch en interviews. Het eerste onderdeel van het onderzoek bestond uit deskresearch, waarbij een internetsearch is uitgevoerd en relevante literatuur is verzameld. Hiermee is een eerste beeld verkregen van de relevante partijen op het gebied van vraag naar en aanbod van deskundigheidsbevordering. De kern van de gegevensverzameling bestond uit semi-gestructureerde telefonische interviews. De vraag naar deskundigheidsbevordering is in kaart gebracht door interviews met docenten, onderwijsondersteunend personeel en schooldirecteuren en met organisaties die een algemeen beeld kunnen geven van de behoefte op dit gebied (belangenorganisaties en de Inspectie van het onderwijs). Het aanbod van deskundigheidsbevordering is in kaart gebracht door interviews met (potentiële) aanbieders van deskundigheidsbevordering, namelijk lerarenopleidingen en nascholingsorganisaties. In totaal zijn 66 interviews uitgevoerd, waarvan 29 met (vertegenwoordigers van) docenten en onderwijsondersteunend personeel en 37 met aanbieders van deskundigheidsbevordering (zie tabel 1.1). De namen van de organisaties die voor dit onderzoek zijn benaderd, zijn opgenomen in de bijlage. 13

Tabel 1.1 Overzicht van geïnterviewde organisaties / personen Aantal interviews Vraag Onderwijzend en onderwijsondersteunend personeel 11 Schooldirecteuren 5 Belangenorganisaties (vakbonden, schoolleidersorganisaties, werkgeversorganisaties en organisaties voor beroepskwaliteit) en de inspectie van het onderwijs 13 Aanbod Lerarenopleidingen basisonderwijs en voortgezet onderwijs 16 Nascholingsorganisaties (opleidingen speciaal onderwijs, nascholingsinstellingen verbonden aan hogescholen en universiteiten, landelijke pedagogische centra, schoolbegeleidingsdiensten en overige organisaties) 21 Totaal 65 1.5 Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt een beschrijving gegeven van de behoefte onder (aankomende) docenten en onderwijsondersteunend personeel aan deskundigheidsbevordering in het voorkomen van en omgaan met agressie in het onderwijs. Paragraaf 2.1 geeft een beschrijving van de mate waarin onderwijsgevenden en onderwijsondersteuners behoefte hebben aan deskundigheidsbevordering. Paragraaf 2.2 beschrijft vervolgens de aard van deze behoefte. In paragraaf 2.3 wordt aandacht besteed aan de behoefte aan deskundigheidsbevordering in het signaleren van problemen bij leerlingen. Tenslotte wordt een conclusie over de vraag geformuleerd in paragraaf 2.4. Hoofdstuk 3 geeft een beschrijving van het aanbod van deskundigheidsbevordering in het voorkomen van en omgaan met agressie in het onderwijs. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen het aanbod van de lerarenopleidingen (paragraaf 3.1), het aanbod van de nascholingsorganisaties (paragraaf 3.2) en het aanbod in de vorm van projecten (paragraaf 3.3). Paragraaf 3.4 bevat de conclusie over het aanbod. In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op de aansluiting tussen de vraag naar en het aanbod van deskundigheidsbevordering in het voorkomen van en omgaan met agressie. Paragraaf 4.1 geeft ten eerste de visie van de doelgroep (de vragers) op de aansluiting weer. In paragraaf 4.2 komt de visie van de aanbieders aan de orde. Tenslotte wordt in paragraaf 4.3 een conclusie geformuleerd over de aansluiting tussen vraag en aanbod. 14

2 De vraag naar deskundigheidsbevordering In dit hoofdstuk komen de volgende groepen geïnterviewden aan het woord : onderwijsgevenden en onderwijsondersteuners, schooldirecteuren, belangenorganisaties en de Inspectie, lerarenopleidingen en nascholingsorganisaties. 2.1 Aanwezigheid van de behoefte Deze paragraaf geeft een beschrijving van de mate waarin leraren en onderwijsondersteuners behoefte hebben aan deskundigheidsbevordering in het voorkomen van en omgaan met agressie. Daarbij wordt, naast de interviews, gebruik gemaakt van gegevens uit een in 2004 uitgevoerde enquête. In paragrafen 2.2 en 2.3 wordt nader ingegaan op het soort ondersteuning waaraan behoefte is. Enquête In 2004 heeft Research voor Beleid een kwantitatief onderzoek uitgevoerd naar agressie en geweld in het onderwijs. In de schriftelijke enquête zijn verschillende stellingen aan leerkrachten voorgelegd over de aanwezigheid van maatregelen. Eén van deze stellingen had betrekking op de aanwezigheid van trainingen/workshops voor leerkrachten. De resultaten zijn hieronder weergegeven. Tabel 2.1 Mening van leerkrachten over aanwezigheid van trainingen/workshops 1 Stelling Onderwijstypes Wel aanwezig Niet aanwezig Weet niet/geen mening Bij ons op school wordt via trainingen/ workshops aan leerkrachten aandacht Basisonderwijs 10% 75% 15% besteed aan preventie en/of effectief Voortgezet onderwijs 17% 65% 17% ingrijpen bij agressie en geweld Speciaal onderwijs/speciaal basisonderwijs 28% 59% 13% Stelling Onderwijstypes Voldoende Te weinig aanwezig aanwezig Bij ons op school wordt via trainingen/ workshops aan leerkrachten aandacht Basisonderwijs 39% 61% besteed aan preventie en/of effectief Voortgezet onderwijs 30% 70% ingrijpen bij agressie en geweld Speciaal onderwijs/speciaal basisonderwijs 34% 66% Uit deze resultaten blijkt dat volgens de leerkrachten maar bij een beperkt deel van de scholen aandacht wordt besteed aan agressie door middel van trainingen/workshops voor leerkrachten (10 tot 28 procent). In het speciaal onderwijs worden vaker trainingen gegeven dan in het voortgezet onderwijs en basisonderwijs. Een meerderheid van de leerkrachten (61 tot 70 procent) vindt dat te weinig trainingen worden gegeven. 1 Wonderen, R van. Agressie en geweld in het onderwijs. Research voor Beleid, Leiden, 2004. 15

Onderwijsgevenden en onderwijsondersteuners Uit de interviews die zijn gehouden voor het huidige onderzoek blijkt dat de behoefte aan trainingen of cursussen ontstaat zodra de situatie op school daartoe aanleiding geeft. Op scholen met veranderende leerlingenpopulaties (dat wil zeggen een toename van het aantal allochtone leerlingen) en/of toenemende agressie door leerlingen is zeker sprake van behoefte aan trainingen of cursussen. Op scholen waar relatief weinig problemen zijn met agressie door leerlingen is de behoefte nadrukkelijk geringer. Opvallend is dat enkele respondenten aangeven zelf geen behoefte aan een cursus te hebben (omdat men zelf geen problemen heeft) maar een cursus wel een goede zaak vinden voor sommige collega s. Het volgen van trainingen en cursussen komt tot stand zowel op initiatief van personeelsleden als op initiatief van de directie. De geïnterviewde leerkrachten en ondersteuners die zelf bij hun directie een verzoek voor een cursus indienden geven aan dat hun directie hier welwillend op reageerde. Schooldirecteuren Volgens de schooldirecteuren is er onder het personeel een grote behoefte aan trainingen in het omgaan met en voorkomen van agressie en onveiligheid. Evenals het personeel geven zij aan dat de behoefte ontstaat zodra de situatie op de school daartoe aanleiding geeft. Dit betekent dat de behoefte vooral aanwezig is op scholen waar zich incidenten voordoen of waar de aard van de leerlingenpopulatie in hoog tempo verandert. De behoefte is met name aanwezig in het voortgezet onderwijs omdat daar de problemen met agressie groter zijn dan in het basisonderwijs. Over het moment waarop bij het onderwijzend en onderwijsondersteunend personeel behoefte ontstaat aan trainingen en cursussen wordt door de schooldirecteuren verschillend gedacht. Volgens enkele geïnterviewde directeuren moeten aankomende leerkrachten reeds op de lerarenopleiding alert worden gemaakt op problemen met agressie door leerlingen. Het gaat dan met name om het bewustzijn, de noodzaak voor praktische cursussen hangt van de situatie op de school af. Volgens andere respondenten heeft het geen zin om al tijdens de lerarenopleiding aankomende docenten te scholen in het voorkomen van en het omgaan met agressie. De informatie beklijft niet, omdat men nog weinig ervaring in de klas heeft. Volgens de geïnterviewde schooldirecteuren bestaat na het volgen van trainingen behoefte aan herhalingstrainingen en bijscholing (bijvoorbeeld om de vijf jaar of als de leerlingenpopulatie wijzigt). Belangenorganisaties en de Inspectie Ook volgens de geïnterviewde belangenorganisaties en de Inspectie is er veel behoefte aan trainingen/scholing in het voorkomen van en/of omgaan met agressie en onveiligheid in het onderwijs. De behoefte is met name aanwezig op scholen waar zich incidenten hebben voorgedaan in het voortgezet onderwijs. Als oorzaken voor deze behoefte worden de volgende punten genoemd: Leraren voelen zich onzekerder dan vijf jaar geleden. De leerlingen (in het algemeen) zijn veranderd, de leerlingenpopulatie is veranderd en de samenleving is veranderd. Leerlingen zijn assertiever dan vroeger en kunnen zich minder goed concentreren. Op scholen waar men (nog) niet is geconfronteerd met incidenten is de behoefte aan training en scholing geringer. Deze behoefte zou er volgens sommige respondenten wel moeten zijn, want op een aanzienlijk aantal van deze scholen is men niet goed voorbereid op incidenten. Docenten 16

communiceren niet altijd adequaat met leerlingen, dit geldt zeker ten aanzien van bepaalde populaties leerlingen (achterstandsleerlingen en allochtone leerlingen). Deze docenten realiseren zich onvoldoende dat ze mogelijk tekortschieten in hun vaardigheden als er wel iets zou gebeuren. De valkuil is dus dat zodra er iets gebeurt, docenten én directie niet weten hoe men moet reageren. Het is daarom van belang dat ook relatief veilige scholen zich bewust worden van de aard van problemen met agressie, wat hiervoor de oorzaken kunnen zijn, hoe problemen zijn te signaleren en hoe men problemen kan voorkomen. Nascholingsorganisaties Alle organisaties die zich bezighouden met nascholing (met uitzondering van enkele nascholingsinstellingen verbonden aan lerarenopleidingen) geven aan dat er sprake is van een grote behoefte aan deskundigheidsbevordering. Volgens de meesten neemt de behoefte bovendien toe. De ervaring van de nascholingsorganisaties is dat de behoefte veelal ontstaat naar aanleiding van incidenten. De behoefte aan deskundigheidsbevordering bestaat bij alle typen scholen. De aard van de vraag verschilt wel per type school, zo wordt in de grote steden meer aandacht besteed aan het omgaan met verschillende culturen en spelen op andere scholen met name problemen in de omgang met de ouders. Lerarenopleidingen Bij de lerarenopleidingen vinden de meeste respondenten de behoefte aan deskundigheidsbevordering van de studenten moeilijk in te schatten. De meeste opleidingen merken niet dat er bij leerlingen een sterke behoefte is aan deskundigheidsbevordering die specifiek is gericht op agressie, aangezien zij geen vragen krijgen van leerlingen op dit gebied. Uit de interviews ontstaat de indruk dat de lerarenopleidingen de behoeften van studenten (op dit gebied) niet structureel in kaart brengen. Bij de lerarenopleidingen die wel een specifiek aanbod hebben ontwikkeld is gebleken dat er onder studenten wel belangstelling is voor het onderwerp, aangezien veel studenten zich voor deze scholing inschrijven. 2.2 Aard van de behoefte Deze paragraaf gaat in op de aard van de behoefte, dat wil zeggen aan welk type trainingen leraren en onderwijsondersteuners behoefte hebben. Onderwijsgevenden en onderwijsondersteuners De respondenten geven aan behoefte te hebben aan praktische trainingen of cursussen, bij voorkeur met rollenspelen. Verder vindt men het belangrijk dat de cursussen niet te veel tijd kosten. De voorkeur van zowel leraren als onderwijsondersteuners gaat dus uit naar korte concrete cursussen. Daarnaast hebben zij een voorkeur voor teamtrainingen ten opzichte van individuele trainingen, omdat problemen daardoor bespreekbaar worden gemaakt. Wat de inhoud van de training betreft, blijkt er behoefte te zijn aan cursussen die inspelen op veranderende leerlingenpopulaties. Daarbij wil men de volgende vaardigheden leren: het beter begrijpen van gedrag van allochtone leerlingen het beter kunnen herkennen van onwenselijk gedrag het beter kunnen communiceren met allochtone leerlingen. 17

Enkele respondenten benadrukken dat de leerlingenpopulaties nog steeds veranderen. Het volgen van herhalingstrainingen om de paar jaar kan daarom nuttig zijn. Andere vaardigheden waar behoefte aan is, zijn: het voorkomen van agressie door goede communicatieve vaardigheden (verbaal en non verbaal/lichaamstaal) de manier waarop je iemand fysiek de baas kunt zijn het omgaan met agressieve ouders. Voor het overige zijn genoemd (eenmalig): een cursus over jongerencultuur om agressief gedrag van jongeren te kunnen plaatsen en te voorkomen een cursus herkennen van agressie een cursus hoe leerlingen te leren omgaan met situaties als onderwerp meenemen in cursussen: inzicht in effecten van het eigen gedrag. Schooldirecteuren Het onderwijzend en onderwijsondersteunend personeel heeft volgens schooldirecteuren vooral behoefte aan preventieve vaardigheden. Het gaat hierbij met name om communicatieve vaardigheden om agressie van leerlingen (en ouders) te voorkomen (door overwicht en het tijdig herkennen van agressie). Deze trainingen moeten bij voorkeur in teamverband worden gevolgd. Belangenorganisaties en de Inspectie Volgens de meeste geïnterviewde belangenorganisaties is bij docenten en ondersteuners primair behoefte aan praktische cursussen rondom omgaan met en voorkomen van agressie. Van belang is wat het praktisch nut van een cursus is voor de werksituatie van de docent. De individuele leerkracht en ondersteuner moeten worden toegerust om met de praktijk van iedere dag te kunnen omgaan. Dit past binnen de professionalisering van het team. Het is beter om trainingen aan te bieden voor het hele team dan individueel. Het gevaar bij een individuele cursus is dat het niet beklijft. Als het hele team op cursus gaat dan is het geleerde veel meer een gespreksonderwerp. Type trainingen waar volgens belangenorganisaties behoefte aan is: Communicatieve vaardigheden: Hoe communiceer je met je leerlingen? Wat zijn de effecten van lichaamstaal op agressieve leerlingen? Trainingen in het omgaan met agressie door ouders. Sommige docenten vinden dat ze na incidenten niet goed worden opgevangen. Directie en collega s vinden soms dat bij agressie er eigen schuld ligt de betrokken medewerker. Er is in dit verband behoefte aan ondersteuning bij het verwerken van ervaringen met agressie. Bij docenten die te maken hebben met agressie door leerlingen bestaat behoefte aan het onderling uitwisselen van ervaringen met collega s. Sommige geïnterviewde organisaties stellen nadrukkelijk dat het geven van agressietrainingen aan onderwijzend of onderwijsondersteunend personeel op zichzelf niet voldoende is. Deze trainingen zijn met name gericht op symptoombestrijding. Trainingen in het voorkomen van en/of omgaan met agressie hebben volgens deze respondenten de meeste toegevoegde waarde als de school zich tevens serieus inspant voor het verbeteren van het schoolklimaat. Onder een optimaal schoolklimaat verstaat men een schoolklimaat waarin sprake is van een prettige leeromgeving, waar weinig lesuitval is en waar docenten goed kunnen communiceren met de leerlingen. 18

Bij het creëren van een geschikt pedagogisch klimaat om agressie te voorkomen zijn volgens de respondenten de volgende aspecten van belang: Scholen moeten aandacht besteden aan preventie, ook wanneer geen incidenten hebben plaatsgevonden. Leerlingen en ouders moeten worden betrokken bij het onderwerp om draagvlak te creëren. Scholen moeten aandacht besteden aan leerlingenzorg. Preventie heeft voor een belangrijk deel te maken met hoe de school omgaat met de zorgleerlingen. De aanpak van agressie binnen de school moet worden geïntegreerd in een bredere beleidsaanpak, zoals het beleid ten aanzien van arbeidsrisico s. Nascholingsorganisaties en lerarenopleidingen Aanbieders van deskundigheidsbevordering geven over het algemeen aan dat docenten en onderwijsondersteuners behoefte hebben aan praktische vaardigheidstrainingen. Men wil leren hoe men in concrete situaties kan reageren en vertrouwen krijgen in het in de praktijk toepassen van deze vaardigheden. Er is met name behoefte aan vaardigheden in het voorkomen van agressie. Volgens enkele aanbieders is er bovendien sterke behoefte aan vaardigheden in het omgaan met andere culturen. Een ander onderwerp dat regelmatig wordt genoemd, is dat leraren behoefte hebben aan onderlinge uitwisseling van ervaringen (intervisie) en mogelijke oplossingen. Daarnaast noemen enkele aanbieders dat de directie meer ondersteuning zou moeten bieden aan docenten bij het omgaan met agressie. Enkele nascholingsorganisaties geven aan dat het voor het voorkomen van agressie van belang is dat de hele school bij de training wordt betrokken. Zij proberen scholen die naar aanleiding van incidenten vragen om een korte training ervan te overtuigen dat een bredere preventieve aanpak op de lange termijn meer effect heeft. 2.3 Behoefte aan deskundigheidsbevordering in signalering van problemen In de interviews is specifiek aandacht besteed aan de behoefte aan deskundigheidsbevordering in het signaleren van sociaal-emotionele problemen bij leerlingen en in het bijzonder het signaleren van radicalisering. Onderwijsgevenden en onderwijsondersteuners Zowel het onderwijsondersteunend personeel als het onderwijzend personeel geeft aan geen behoefte te hebben aan extra training/scholing in het signaleren van sociaal-emotionele problemen. Men geeft aan dat anderen op de school, zoals de leerlingbegeleiders en het zorgteam, daarvoor verantwoordelijk zijn. Ook worden leerlingen al gevolgd met behulp van leerlingvolgsystemen. Enkele respondenten geven bovendien aan zelf een goede neus te hebben voor leerlingen met sociaal-emotionele problemen en geen behoefte te hebben aan trainingen op dit gebied. Enkele leerkrachten stellen dat er op hun school al trainingen zijn op het gebied van het signaleren van sociaal-emotionele problemen. Sommige docenten verdiepen zich hierin en dat is voldoende. 19

De grote meerderheid van de respondenten heeft ook geen behoefte aan deskundigheidsbevordering voor het signaleren van radicalisering van leerlingen. Volgens enkele respondenten kan het thema wel aandacht krijgen indien het wordt ingebouwd in breder programma. Bijvoorbeeld in een programma waarin het herkennen van problemen centraal staat. In zo n programma kan ook aandacht worden besteed aan het herkennen en signaleren van ernstige problemen als autisme en kindermishandeling. Schooldirecteuren De geïnterviewde schooldirecteuren denken dat er veel behoefte is (of zou moeten zijn) bij docenten aan training/scholing in het signaleren van sociaal-emotionele problemen. Docenten weten vaak niet goed hoe ze moeten omgaan met de sociaal-emotionele problemen van leerlingen. Het is vooral belangrijk als iemand klassenmentor is. Het signaleren van sociaal-emotionele problemen is echter reeds een belangrijk onderdeel van het schoolsysteem (zorgteams e.d.). De meerderheid van de geïnterviewde schooldirecteuren heeft geen afgewogen mening over de behoefte aan deskundigheidsbevordering voor het signaleren van radicalisering van leerlingen. Eén respondent stelt dat het vooral moet gaan om het leren signaleren en observeren, dit overstijgt de signalering van alleen sociaal-emotionele problemen en radicalisering. Belangenorganisaties en de Inspectie Volgens de meeste respondenten is er een behoefte aan training/scholing in het signaleren van sociaal-emotionele problemen bij leerlingen, of zou die behoefte moeten bestaan. Docenten hebben een belangrijke rol bij vroegtijdige signalering. Het herkennen en interpreteren van signalen vergt aandacht en deskundigheid. Curatie is niet de primaire verantwoordelijkheid van onderwijsgevenden, dit kan worden overgelaten aan interne begeleiders, zorgteams, etc. Docenten moeten wel weten bij welke personen en instanties ze bepaalde meldingen moeten doen. Respondenten vinden het lastig om aan te geven of er behoefte is aan deskundigheidsbevordering in het signaleren van radicalisering. Sommige respondenten weten het niet, andere respondenten bezien het signaleren van radicalisering vanuit het bredere perspectief van vroegtijdige signalering. Eén respondent (van de dertien) wijst er op dat radicalisering vooral speelt bij een leeftijdsgroep die niet meer op school zit, een oudere groep. Een andere respondent stelt dat bij signalering ook moet worden gelet op invloeden van buiten de school (drop-outs, loverboys etc.). Lerarenopleidingen en nascholingsorganisaties De aanbieders van scholing zijn niet bevraagd over de behoefte aan deskundigheidsbevordering in het signaleren van sociaal-emotionele problemen in het algemeen. Wel hebben ze aangegeven dat ze tot op heden geen signalen hebben ontvangen dat er een behoefte is aan specifieke deskundigheidsbevordering in het signaleren van radicalisering. Als hier vragen over zouden komen, zijn de meeste organisaties bereid daar op in te spelen. Enkelen verwachten wel dat in de toekomst meer aandacht voor het signaleren van radicalisering zal ontstaan. 20

2.4 Conclusie In eerder onderzoek is reeds gesignaleerd dat onderwijzend en onderwijsondersteunend personeel van scholen in het basisonderwijs, voortgezet onderwijs en speciaal onderwijs behoefte heeft aan deskundigheidsbevordering in het voorkomen van en omgaan met agressie. De aanwezigheid van deze behoefte is door het huidige onderzoek bevestigd. De behoefte lijkt niet zozeer samen te hangen met de kenmerken van de medewerker, zoals geslacht, leeftijd, werkervaring of functie, maar met name met de situatie op de school waar men werkzaam is. De behoefte aan deskundigheidsbevordering ontstaat vaak naar aanleiding van incidenten. Daarnaast leiden veranderingen in de leerlingenpopulatie (zoals een grotere assertiviteit van leerlingen en een toenemend aantal allochtone leerlingen) tot behoefte aan deskundigheidsbevordering, aangezien de vaardigheden van de medewerkers niet altijd meer voldoen in de nieuwe situatie. De lerarenopleidingen lijken de behoeften van studenten op het gebied van agressie niet structureel in kaart te brengen. Daardoor is het niet duidelijk in hoeverre er bij studenten van lerarenopleidingen behoefte is extra aandacht voor dit onderwerp in de lerarenopleiding. De meeste lerarenopleidingen krijgen hierover geen expliciete vragen van studenten. Uit ervaringen van opleidingen die een aanbod hebben ontwikkeld blijkt dat er toch wel belangstelling voor deze scholing is. Ondanks de aanwezige behoefte aan deskundigheidsbevordering, hebben het onderwijzend en onderwijsondersteunend personeel niet altijd de gelegenheid of de bereidheid om veel tijd vrij te maken voor trainingen. Het zittende onderwijzend en onderwijsondersteunend personeel heeft behoefte aan korte, praktische cursussen, waarbij wordt geoefend met het toepassen van het gewenste gedrag. De voorkeur gaat daarbij uit naar het volgen van cursussen in teamverband. Wat de inhoud van de trainingen betreft, blijkt er behoefte te zijn aan cursussen die inspelen op veranderende leerlingenpopulaties. Daarbij wil men de volgende vaardigheden leren: het beter begrijpen van gedrag van leerlingen het beter kunnen herkennen van onwenselijk gedrag het beter kunnen communiceren met (allochtone) leerlingen. Andere vaardigheden waar behoefte aan is, zijn: Het voorkomen van agressie door goede communicatieve vaardigheden (verbaal en non verbaal/lichaamstaal). De manier waarop je iemand fysiek de baas kunt zijn. Het omgaan met agressieve ouders. Intervisie. Er is geen specifieke behoefte aan deskundigheidsbevordering in het signaleren van radicalisering van leerlingen. Er is wel interesse voor het onderwerp, als het in een breder kader wordt geplaatst van signalering van (potentiële) problemen. Enkele belangenorganisaties en nascholingsorganisaties plaatsen een kanttekening bij de behoefte aan deskundigheidsbevordering. Volgens hen is het, om agressie op school te voorkomen, van belang dat de school als geheel zich inspant voor een optimaal pedagogisch schoolklimaat. Op zichzelf staande trainingen aan onderwijzend en onderwijsondersteunend personeel zijn volgens hen niet voldoende. 21

22

3 Het aanbod van deskundigheidsbevordering 3.1 Aandacht voor agressie en geweld binnen lerarenopleidingen In deze paragraaf wordt ingegaan op de aandacht die de lerarenopleidingen voor basisonderwijs en de lerarenopleidingen voor voortgezet onderwijs (zowel aan universiteiten als hogescholen) besteden aan agressie en geweld. Ten eerste wordt een beschrijving gegeven van de mate waarin en de wijze waarop lerarenopleidingen daar aandacht aan besteden. Daarna wordt ingegaan op de ervaringen die de doelgroep hiermee heeft. Beschrijving Lerarenopleidingen basisonderwijs De negen geïnterviewde lerarenopleidingen voor basisonderwijs besteden vrijwel geen specifieke aandacht voor het leren voorkomen van en omgaan met agressie. Een deel van de lerarenopleidingen laat weten helemaal niets te doen op dit gebied. De belangrijkste reden die daarvoor wordt gegeven is dat het onderwerp niet speelt in de regio of op het type school waar de studenten gaan werken. Ook geven de lerarenopleidingen aan dat ze geen vragen krijgen van studenten over dit onderwerp. Bovendien zijn sommige opleidingen van mening dat de studenten vaardigheden voor het omgaan met agressie moeten leren op de school waar ze gaan werken. Bij de meeste lerarenopleidingen voor basisonderwijs wordt wel op indirecte wijze aandacht besteed aan het onderwerp. Een enkele lerarenopleiding noemt dat het onderwerp integraal onderdeel is van de opleiding. Indien de opleiding indirect aandacht besteedt aan agressie, gaat het om onderwerpen zoals het pedagogisch klimaat, conflicthantering, sociale vaardigheden, omgaan met pesten en de multiculturele samenleving. De lessen op dit gebied zijn veelal theoretisch, soms in combinatie met casussen en/of video s. Lerarenopleidingen voortgezet onderwijs Vrijwel alle zeven geïnterviewde lerarenopleidingen voor voortgezet onderwijs besteden op indirecte wijze aandacht aan het onderwerp agressie. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om het creëren van een veilige leeromgeving, de multiculturele samenleving of het omgaan met groepen. Enkele opleidingen besteden specifieke aandacht aan het onderwerp agressie: Bij één universiteit is het omgaan met agressie een vast onderdeel van de (éénjarige) opleiding. In de module omgaan met een leergroep wordt aandacht besteed aan de communicatie tussen docent en leerling, interventie en signalering en het beïnvloeden van gedrag. De studenten volgen tijdens het leerjaar verschillende bijeenkomsten waarbij handvatten worden aangereikt en oefeningen worden gedaan om agressief gedrag te doorbreken en conflicten te voorkomen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van theorie en daarnaast van praktijkopdrachten en video-interactie tijdens de stage. Een hogeschool biedt sinds 2004 een cursus aan, die de studenten leert om te gaan met bedreigende situaties. Daarbij worden bedreigende situaties nagebootst, zodat studenten kunnen oefenen met het gewenste gedrag. De studenten wordt geleerd dat het van belang is om in bedreigende situaties rustig te blijven. Deze cursus omvat een paar uur les (verplicht in het eerste jaar van de voltijdopleiding en vrije keuze voor de deeltijdopleiding). 23

Een andere hogeschool biedt vanaf 2005 een keuzevak aan in het 3 e en 4 e studiejaar, waarbij het onderwerp agressie en geweld is ondergebracht. Een onderdeel van het keuzevak (met een totale omvang van 10 studiepunten) is dat studenten zelf onderzoeken moeten uitvoeren op het gebied van veiligheid tijdens de stage. Daarnaast worden tijdens het vak alle ervaringen van de studenten nagespeeld in rollenspellen met acteurs. Doel is om te zorgen dat de studenten vertrouwen krijgen in het kunnen afhandelen van problemen. Samen met de studenten wordt nagedacht over de wijze waarop verschillende situaties kunnen worden aangepakt. Twee lerarenopleidingen noemen dat het creëren van een veilige leeromgeving één van de kerncompetenties is, waarover studenten moeten beschikken. Het is aan de studenten om daaraan in projecten of een ontwikkelingsplan invulling te geven. Opvallend is dat het aanwezige specifieke aanbod op het gebied van agressie voor een deel nog relatief kort bestaat. De toegenomen maatschappelijke aandacht voor het onderwerp is bij deze opleidingen aanleiding geweest om het aanbod aan te passen. Ervaringen Hieronder volgt een beschrijving van de ervaringen die respondenten hebben met de aandacht binnen de lerarenopleidingen voor het voorkomen van en omgaan met agressie. Onderwijsgevenden en onderwijsondersteuners Volgens de geïnterviewde leerkrachten is in de door hen gevolgde lerarenopleidingen niet of nauwelijks aandacht besteed aan het voorkomen van en het omgaan met agressie en geweld. Daar was destijds ook geen behoefte aan. Men weet niet of er tegenwoordig meer aandacht is op de lerarenopleidingen voor agressie en geweld 1. Ten aanzien van de vraag of op de lerarenopleiding meer aandacht moet zijn voor omgaan met agressie en geweld hebben de meeste respondenten geen duidelijke mening. Een enkele respondent merkt op dat dit een goede zaak zou zijn. Opvallend is dat enkele respondenten aangeven cursussen omgaan met agressie te hebben gevolgd in eerdere banen, voordat men het onderwijs in ging. Schooldirecteuren Drie van de vijf geïnterviewde schooldirecteuren weten niet of er in de lerarenopleidingen aandacht wordt besteed aan het voorkomen van en het omgaan met agressie en geweld. Volgens de andere twee geïnterviewde schooldirecteuren gebeurt dit niet of nauwelijks. Als het al gebeurt, is dat op een vrij theoretische manier. De schooldirecteuren zijn van mening dat op de lerarenopleidingen de aankomende leerkrachten in ieder geval bewust moeten worden gemaakt van problemen met agressie op scholen. Maar voor praktische cursussen lijkt de lerarenopleiding niet het aangewezen instituut. Daarnaast zou het volgens de schooldirecteuren nuttig zijn om op de lerarenopleiding aandacht te besteden aan het trainen van communicatieve vaardigheden, omdat die van belang zijn bij het voorkomen van agressie. Belangenorganisaties en de inspectie Volgens de meerderheid van de respondenten wordt in het algemeen op de lerarenopleidingen nog te weinig aandacht besteed aan agressie en geweld in het onderwijs. Wel verschilt het aanbod per opleiding, sommige lerarenopleidingen besteden hier wel aandacht aan. 1 Volgens één respondent is dit overigens wel het geval. Deze aandacht zou gericht zijn op de didactiek maar niet op het omgaan met concrete situaties. 24