Notitie oprichting stichting Nieuw Beschut Avres Inleiding Met de invoering van de Participatiewet per 1 januari 2015, is ook de instroom van personen met een arbeidsbeperking in de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) stopgezet. Arbeidsbeperkten moeten vanaf die datum - voor zover zij geen recht (meer) kunnen doen gelden op inkomensondersteuning vanuit de Wsw of Wajong 1 - een beroep doen op voorzieningen in het kader van de Participatiewet. Deze wijziging binnen het sociale zekerheidsstelsel past in het streven van het kabinet Rutte II om te komen tot een meer inclusieve arbeidsmarkt; dat wil zeggen een arbeidsmarkt waar ook voor zoveel mogelijk arbeidsbeperkten een plaats is op (een) regulier(e) werk of baan. Om dit proces te bevorderen heeft de regering een nieuw instrument in het leven geroepen in de vorm van de zogeheten garantiebanen. Deze garantiebanen - zij worden ook wel banen in het kader van de banenafspraak genoemd - worden gerealiseerd bij reguliere werkgevers. In het sociaal akkoord van 2013, hebben overheid, werkgevers- en werknemersorganisaties afgesproken dat er tot 2026 landelijk 125.000 garantiebanen worden gecreëerd, waarvan 100.000 banen in de marktsector en 25.000 bij de overheid. In de afspraken is bovendien vastgelegd hoeveel banen er in de opbouw tot 2026 moeten worden geschapen. Als het aantal banen niet wordt gehaald, kan het kabinet besluiten een quotumheffing in te voeren, waardoor werkgevers verplicht kunnen worden om arbeidsbeperkten in dienst te nemen. Tot het jaar 2017 moeten er in totaal 33.000 banen worden gerealiseerd, 10.000 banen bij de overheid en 23.000 banen in de marktsector. De doelgroep voor de banenafspraak bestaat uit: - Mensen met een Wsw-indicatie; - Wajongers met arbeidsvermogen; - Mensen met een Wiw-baan of ID-baan ; - (Ex) Leerlingen uit het VSO en praktijkonderwijs; - Mensen die onder de participatiewet vallen en niet geheel zelfstandig het wettelijk minimumloon kunnen verdienen. De introductie van het nieuwe instrument garantiebanen was evenwel niet de sluitsteen van de stelselwijziging voor arbeidsbeperkten. De regering was er zich namelijk van bewust dat er een groep van arbeidsbeperkten zou overblijven die door hun beperking(en) een zodanig hoge mate van begeleiding of aanpassing van het werk nodig hebben, dat niet van een werkgever verwacht mag worden dat hij deze mensen in dienst neemt. Hierin verschilt deze doelgroep van de doelgroep voor de banenafspraak. Van mensen die tot de doelgroep van de banenafspraak behoren, is namelijk vastgesteld 2 dat de werkgever betrekkelijk weinig aanpassingen moet doorvoeren of betrekkelijk weinig begeleiding moet bieden om deze arbeidsbeperkten op een reguliere werkplek te plaatsen. Dat neemt niet weg dat ook de mensen uit de doelgroep banenafspraak veelal een bepaalde vorm van ondersteuning nodig hebben - vandaar ook het begrip niet geheel zelfstandig -, echter deze is altijd gedeeltelijk of gering. Voor de doelgroep van arbeidsbeperkten voor wie de ondersteuning niet gedeeltelijk of gering is en waar van een werkgever derhalve niet verwacht mag worden dat hij hen een zodanig hoge mate van begeleiding of aanpassing van werk biedt, is binnen de Participatiewet een nieuw instrument in het leven geroepen: (Nieuw) beschut of Beschut (nieuw). 1 Wet arbeidsinschakeling jonggehandicapten 2 Bij indicatie door het UWV
2 Het instrument (nieuw) beschut Beschut werk is werk in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden. Het richt zich op mensen met een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking, die meer begeleiding en aanpassing van hun werkplek nodig hebben dan van een reguliere werkgever is te verwachten. Beschut werk is voor sommige mensen de enige mogelijkheid om loonvormende arbeid te verrichten. Beschut werk heeft altijd de vorm van een dienstbetrekking. Arbeidsmatige dagbesteding en vrijwilligerswerk, vallen daarom niet onder vormen van beschut werk 3. Het kabinet heeft besloten om het criterium van een dienstbetrekking centraal te stellen omdat mensen met een arbeidsovereenkomst op deze wijze zelf in hun inkomen kunnen voorzien. Volgens de regering waarderen mensen het dat zij zoveel mogelijk en naar vermogen in hun eigen inkomen kunnen voorzien. Dit draagt volgens het kabinet ook bij tot vergroting van hun gevoel van eigenwaarde. De doelgroep van nieuw beschut werk is minder ruim dan de doelgroep van de Wsw. Onder de Wsw konden en kunnen mensen ook begeleid 4 werken bij een reguliere werkgever 5, onder andere in het kader van de hierboven reeds eerder genoemde banenafspraak. Nieuw beschut werk is echter écht alleen bedoeld voor die mensen die wel arbeidsvermogen hebben, maar zoveel begeleiding of aanpassingen nodig hebben dat zij slechts beschut kunnen werken. De beoordelingscriteria voor instroom in beschut werk onder de Participatiewet zijn dan ook strenger dan de criteria voor instroom in de Wsw. De inschatting 6 is dat van de huidige Wswers ongeveer 1/3 uitsluitend beschut kan werken. De omvang van deze laatste groep is vergelijkbaar met de doelgroep beschut werk volgens de Participatiewet. Zoals hierboven al eerder is aangegeven maakt het instrument Nieuw Beschut onderdeel uit van de Participatiewet. Dit betekent ook dat de financiering van de werkplekken Nieuw Beschut in de eerste plaats plaatsvindt vanuit de Participatiewet: - Aan het Inkomensdeel of Buig-budget zijn extra middelen toegevoegd ten behoeve van het verstrekken van een loonkostensubsidie aan de werkgever die aan een werknemer een beschutte arbeidsplek aanbiedt. Deze loonkostensubsidie bedraagt 17.000 euro per voltijdswerkplek per jaar. Bij de verdeling van de middelen op macro-niveau is hierbij uitgegaan van een gemiddeld bedrag van 14.300,--, waarbij een gemiddeld dienstverband van 31 uur per week 7 het uitgangspunt is. Deze loonkostensubsidie is bedoeld ter financiering van de salariskosten; Daarnaast vindt een deel van de financiering plaats uit de integratie-uitkering Sociaal Domein: - Uit de integratie-uitkering sociaal domein vindt de financiering plaats voor de kosten die de werkgever maakt voor de begeleiding. Uitgegaan wordt van een gemiddeld bedrag van 8.500,-- per werknemer per jaar; Bovendien kan de werkgever die een beschutte werkplek aanbiedt in aanmerking komen voor een belastingvoordeel: - Via het Lage Inkomens Voordeel kan de werkgever een belastingvoordeel genieten tussen de 1.000 en 2.000 euro, indien de werkgever een beschutte werkplek aanbiedt. Voorwaarde hierbij is wel dat de werknemer minimaal 1248 uur per jaar werkt. Tenslotte is er nog een tweetal aanvullende maatregelen: - Gemeenten ontvangen in de periode 2016-2020 een bonus van ongeveer 3.000,-- per gerealiseerde beschutte werkplek; en - De zogeheten no-riskpolis van het UWV is vanaf 2016 ook beschikbaar voor de werknemers nieuw beschut. De te ontvangen middelen worden voor een gemeente voldoende geacht om de jaarlijks bij ministeriële regeling minimaal te realiseren beschutte werkplekken te financieren. Uiteraard 3 Overigens kunnen medewerkers die een dienstbetrekking nieuw beschut hebben wel werkzaamheden verrichten in een omgeving waar (ook) arbeidsmatige dagbesteding plaatsvindt. 4 Begeleid werken is dus een ander begrip dan beschut werken. 5 Binnen Avres werken momenteel 60 % van de SW-geïndiceerden begeleid bij een reguliere werkgever. 6 Gebaseerd op landelijke ervaringscijfers. 7 De verwachting is namelijk dat het overgrote deel van de doelgroep nieuw beschut slechts in deeltijd werkzaam zal zijn.
3 kan een gemeente er voor kiezen om additioneel extra plekken te scheppen, echter om te voorkomen dat de regeling nieuw beschut voor gemeenten een open einde financiering wordt, kiezen vrijwel alle gemeenten voor het instellen van een plaatsingsplafond, overeenkomstig het verplichte minimaal aantal te realiseren plekken nieuw beschut of een subsidieplafond dat is gerelateerd aan het van het Rijk te ontvangen bedrag ten behoeve van het uitvoeren van nieuw beschut. Ook Avres hanteert met het oog op beheersing van de kosten een dergelijk plaatsings-/subsidieplafond. Overigens kan het hanteren van een plaatsings- en/of subsidieplafond wel betekenen dat er (op termijn) een wachtlijst voor nieuw beschut gaat ontstaan, op het moment dat het UWV meer positieve indicaties afgeeft dan er werkplekken nieuw beschut beschikbaar zijn. Uit de ontvangen loonkostensubsidie moet de werkgever de salariskosten van de werknemer op een beschutte werkplek financieren. Omdat de relatie tussen werkgever en werknemer bij nieuw beschut is gebaseerd op een dienstbetrekking, is het salaris gerelateerd aan het wettelijk minimumloon 8. Het instrument nieuw beschut is een betrekkelijk nieuw instrument. Voor deze doelgroep is op dit moment nog geen cao beschikbaar. Gemeenten en sociale partners hebben op basis van het sociaal akkoord evenwel afgesproken dat mensen in beschut werk een dienstverband krijgen gekoppeld aan een cao, waarbij de gemeenten in principe de rol van werkgever vervullen. De onderhandelingen hierover via de VNG lopen op dit moment nog. Zoals hierboven al is aangegeven vervullen de gemeenten in principe de rol van werkgever. Dit sluit niet uit dat een beschutte werkplek niet bij een reguliere werkgever kan worden gerealiseerd. Echter, omdat de doelgroep een hoge mate van begeleiding of aanpassing van werkomstandigheden vereist, kiezen vrijwel alle gemeenten voor aansluiting bij de begeleidingsfaciliteiten die gerelateerd zijn aan SW-omstandigheden. De invoering van het instrument Nieuw Beschut heeft plaatsgevonden op 1 januari 2015, tegelijkertijd met de inwerkingtreding van de Participatiewet. De eerste twee jaar zijn in het land nog maar weinig werkplekken nieuw beschut gerealiseerd. De belangrijkste reden hiervoor was dat aanvullende regelgeving nog niet beschikbaar was en het instrument nieuw beschut nog verder uitgekristalliseerd moest worden. In de loop van 2016 is de aanvullende regelgeving vanuit het Rijk beschikbaar gekomen, waaronder een ministeriële regeling, die het aantal minimaal te realiseren werkplekken per gemeente inzichtelijk maakte. Hieronder wordt een overzicht gegeven van de aantallen voor de gemeenten in de regio Alblasserwaard/Vijfheerenlanden in 2017 en 2018. Aantal te realiseren werkplekken nieuw beschut 2017 2018 Gorinchem 8 14 Giessenlanden 1 2 Hardinxveld-Giessendam 2 - Leerdam 3 5 Lingewaal 1 2 Molenwaard 2 3 Zederik 1 2 TOTAAL 18 28 Het oprichten van de stichting Avres Nieuw Beschut. In de vorige paragraaf is al aangegeven dat gemeenten in principe de rol van werkgever vervullen bij dienstverbanden met mensen op een beschutte werkplek. Omdat Avres in de regio belast is met de uitvoering van de Participatiewet zal zij als werkgever daarvoor in de plaats treden van de gemeenten. Avres biedt op dit moment al aan een deel van de SWdoelgroep beschut werk aan. Hierdoor beschikt zij ook over faciliteiten om aan mensen uit de doelgroep nieuw beschut gerichte begeleiding en aangepaste werkzaamheden aan te bieden Op grond van artikel 6, eerste lid, onderdeel f van de Participatiewet kan het bij een werkplek nieuw beschut zowel om een privaatrechtelijke als een publiekrechtelijke dienstbetrekking gaan. Hoe de dienstbetrekking wordt georganiseerd, behoort tot de 8 Overeenkomstig de omvang van het dienstverband.
beleidsvrijheid van gemeenten / gemeenschappelijke regelingen. Een dienstbetrekking kan bijvoorbeeld worden georganiseerd via een gemeentelijke dienst, NV, BV of een stichting. Avres kiest er voor om de mensen die een werkplek nieuw beschut gaan vervullen een privaatrechtelijke dienstbetrekking aan te bieden via een aan Avres gelieerde stichting. Aan deze overweging ligt een aantal redenen ten grondslag. 4 In de eerste plaats acht Avres het niet wenselijk om rechtspositioneel nog een extra doelgroep aan de gemeenschappelijke regeling zelf toe te voegen. Binnen de GR zelf zijn op dit moment twee verschillende rechtsposities te onderscheiden: De werknemers met een ambtelijke status en de medewerkers met een SW-indicatie. Beiden hebben afzonderlijke cao s en ook de rechtsbetrekking is verschillend, immers op de medewerkers met de ambtelijke status is het ambtenarenrecht van toepassing en voor de medewerkers met een SW-indicatie is dat het burgerlijke recht. Hoewel er rechtspositioneel intern derhalve een groot verschil is, wordt de GR Avres door een aantal externe organisaties, zoals de belastingdienst en het UWV, toch als één entiteit beschouwd. Uit een aantal ervaringen in het verleden is gebleken dat deze gezamenlijke benadering van verschillende rechtsposities door externen, voor een groep medewerkers met dezelfde rechtspositie binnen de GR persoonlijk financieel nadeel oplevert 9. De toevoeging van een derde en nieuwe doelgroep binnen de GR zelf, zou leiden tot een verdere kruisbestuiving van verschillende rechtsposities en cao-bepalingen van onderscheiden groepen medewerkers. Om dit te voorkomen acht het bestuur van Avres het raadzaam om de dienstbetrekkingen nieuw beschut aan te bieden en onder te brengen in een afzonderlijke rechtspersoon. In de tweede plaats meent het bestuur van Avres dat een stichting de meest geëigende rechtsvorm is om dienstverbanden nieuw beschut aan te bieden en onder te brengen. De GR Avres kent op dit moment twee dochter BV s: Avres SW BV en Avres Diensten BV. In Avres SW BV vinden op dit moment alle SW-werkzaamheden plaats. Deze BV is bij de fusie tussen de RSD en De Avelingen Groep opgericht om de administratieve lastenplicht te verminderen en ook om de SW-vrijstelling in het kader van de vennootschapsbelastingplicht voor de toekomst te kunnen waarborgen. Bij Avres SW BV is geen personeel in dienst. Avres Diensten BV is een voorzetting van de voormalige Avelingen personeelsdetacheringen BV. In deze BV worden geen werkzaamheden verricht, maar er is wel personeel in dienst. De medewerkers die in dienst zijn van deze BV verrichten werkzaamheden ten behoeve van de ambtelijke organisatie van de gemeenschappelijke regeling, zij hebben een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht en volgen de rechtspositie van ambtenaren op grond van de CAR-UWO. Voorts worden via deze BV medewerkers tijdelijk ingehuurd om ten behoeve van de ambtelijke organisatie werkzaamheden te verrichten. Het bestuur van Avres acht het niet raadzaam om de dienstbetrekkingen nieuw beschut in deze BV onder te brengen, omdat ook dan een mogelijke kruisbestuiving tussen verschillende rechtsposities en cao s kan plaatsvinden. Het bestuur van Avres acht het dan ook wenselijk dat de dienstbetrekkingen in het kader van nieuw beschut worden aangeboden en ondergebracht via en in een nieuwe rechtspersoon. Een stichting heeft daarbij de voorkeur boven een BV of een NV. Een stichting heeft in tegenstelling tot een BV of een NV geen winstoogmerk. Het realiseren van winst in de vorm van extra toegevoegde waarde om een deel van de bedrijfsvoeringkosten te dekken is bij nieuw beschut namelijk niet aan de orde. Hierin verschilt de financieringsstructuur vanuit het Rijk van nieuw beschut-werkzaamheden dan ook ten opzichte van SW-werkzaamheden. Bij deze laatste werkzaamheden wordt er namelijk wel van uitgegaan dat er een extra toegevoegde waarde wordt gerealiseerd om een deel van de bedrijfsvoeringkosten te dekken. De financiering van beschut werk wordt geacht met de reguliere toegevoegde waarde wel kostendekkend te zijn. Ook is de stichting een vrij eenvoudige vorm van rechtspersoonlijkheid waarbinnen de dienstverbanden nieuw beschut vorm gegeven kunnen worden. In tegenstelling tot een BV of NV kent een stichting namelijk geen aandeelhouders, maar slechts een stichtingsbestuur dat verantwoordelijk is voor het functioneren van de stichting. Het algemeen bestuur van de GR Avres benoemt zelf of als toezichthouder het bestuur van de stichting Avres nieuw beschut. 9 Bijvoorbeeld ten aanzien van een hogere premieafdracht door medewerkers met een ambtelijke status t.a.v. Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (=W.G.A.)
5 Het oprichten en beheren van een stichting om het nieuw beschut werken aan te bieden en de uitvoering daar in onder te brengen, is tenslotte ook in lijn met de wijze waarop veel andere gemeenten en gemeenschappelijke regelingen nieuw beschut in de toekomst (zullen gaan) vormgeven. De laatste reden om nieuw beschut onder te brengen in een nieuwe afzonderlijke stichting meent het bestuur van Avres te vinden in het streven om de structuur van de activiteiten waar Avres zich bij de uitvoering van de taken in het kader van de Participatiewet op richt, meer flexibel te maken. Onderdelen van de taakuitvoering worden op deze wijze namelijk meer modulair gestructureerd, hetgeen het - met het oog op de transformatie die Avres op dit moment ondergaat - bijvoorbeeld eenvoudiger maakt om nieuwe en andere verbindingen te maken, zonder dat dit grote gevolgen hoeft te hebben voor Avres als organisatie in het geheel. Zienswijzeprocedure raden. In artikel 31 a van de Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 12, lid 1 en 3 van de gemeenschappelijke regeling Avres is bepaald dat het algemeen bestuur van een gemeenschappelijke regeling slechts besluit tot het oprichten van en het deelnemen in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen dan nadat de raden een ontwerpbesluit is toegezonden en in de gelegenheid zijn gesteld hun wensen en bedenkingen ter kennis van het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling te brengen. Aan de raden van de deelnemende gemeenten aan de gemeenschappelijke regeling Avres wordt dan ook concreet hun zienswijze gevraagd over het voornemen van het algemeen bestuur van Avres om een stichting op te richten met het oog op het aanbieden en onderbrengen van (de uitvoering van) nieuw beschut werken in de regio Alblasserwaard/Vijfheerenlanden. Na de ontvangen zienswijzen en het besluit van het Algemeen Bestuur, zal worden overgegaan tot notariële oprichting van de stichting Avres Nieuw Beschut met ingang van 1 januari 2018.