PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

Vergelijkbare documenten
VERORDENING TOT WIJZIGING VAN DE VERORDENING HUISHOUDELIJKE HEFFINGEN PLUIMVEESECTOR (PPE) 2014 (2014-I)

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

PBO-blad. Inhoudsopgave. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie

PBO-blad. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Verordeningen en besluiten 2

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap Vee en Vlees 2

PBO-blad. Inhoudsopgave. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

Deze maatregel verhoogt de parafiscale heffingen om meer financiering beschikbaar te maken voor de volgende doelen;

PBO-blad. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Verordeningen en besluiten 2

ONTWERP. Verordening van het Productschap Akkerbouw van 2009, houdende vaststelling bestemmingsheffing

ONTWERP-VERORDENING PT ALGEMENE HEFFING BLOEMBOLLENHANDEL OOGSTJAAR 2013

Sociaal- Economische Raad

Besluit van, houdende regels met betrekking tot de diergezondheidsheffing (Besluit diergezondheidsheffing) ( )

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, d.d. 13 februari 2007;

Artikel I Het Besluit heffing bestrijding dierziekten wordt gewijzigd als volgt:

Regeling verplichte financiële bijdragen onderzoeks- en innovatieagenda voor de Nederlandse pluimveesector. Inleiding

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

Regeling verplichte financiële bijdragen onderzoeks- en innovatieagenda voor de Nederlandse pluimveesector. Inleiding

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

LAATSTE TEKST (februari 2010)

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, 16 maart 2010; 1 Begripsbepalingen

Verordening PT heffing export bloemkwekerijproducten Japan 2009

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, 13 februari 2007; 1 Begripsbepalingen

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, 10 mei 2011; 1 Begripsbepalingen

VERORDENING PT BESTEMMINGSHEFFING VERDUURZAAMDE GROENTEN EN FRUIT 2013

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e. Bestuurssamenstellingen 2

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Stichting AVINED Postbus 750, 3700 AT Zeist, ,

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, C(2012) 2303 final

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

PBO-blad. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Verordeningen en besluiten 2

Regeling verplichte registratie en gegevensverstrekking onderzoeks- en innovatieagenda Nederlandse pluimveesector. Inleiding

1 Begripsbepalingen. 2 Retributieplicht

1 Begripsbepalingen. 2 Heffingsplicht

Regeling verplichte registratie en gegevensverstrekking onderzoeks- en innovatieagenda Nederlandse pluimveesector

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

2009 (Verordening PT heffing eetbare paddenstoelen en uitgangsmateriaal van groenten 2009)

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e. Openbare kennisgevingen 2

EUROPESE COMMISSIE. Bij dit besluit heeft de Commissie zich gebaseerd op de onderstaande overwegingen.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

PBO-blad. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Verordening wijziging van de Verordening begroting baten en lasten voor 2008 (RE 6) 2

Verordening financiering projecten groothandelssector 2013

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

PBO-blad. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Bestuurssamenstellingen 2 Verordeningen en besluiten 3

VERORDENING PT ALGEMENE HEFFING AANBOD BLOEMKWEKERIJPRODUCTEN 2013

PBO-blad. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. jaargang december 2004 nummer 75

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e. Bestuurssamenstellingen 2

Bedrijfsbegeleiding en sectorinformatie pluimvee

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e. Verordeningen en besluiten 2

Sociaal- Economische Raad

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

1. Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit aanwijzing toezichthouders (PPE) 2010.

VERORDENING IDENTIFICATIE EN REGISTRATIE VAN PLUIMVEEBEDRIJVEN EN LEVEND PLUIMVEE (PPE) 2012

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

VERORDENING MVO ADMINISTRATIEVE HEFFINGEN 2009

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

Productschap Diervoeder

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

PPE Statistisch Jaarrapport pluimveevlees en eieren 2012 voorlopig

GEÏNTEGREERDE TEKST (juli 2013) HEFFINGSVERORDENING PA FONDS CONSUMPTIEAARDAPPELEN 2009

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tabel 4 Diergebonden normen

INTEGRALE TEKST Bijgewerkt t/m Wijziging III d.d

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

Sociaal- Economische Raad

: Productschap Granen, Zaden en Peulvruchten;

Ontwerp-Verordening PT heffing handel bloemkwekerijproducten 2012

Bestuurskamer. Wij Beatrix,.. 1 Begripsbepalingen

Bijlage 10 Omschrijving Monsternemingen en Ontheffingsaanvragen IKB Kip

Verslag internetconsultatie besluit diergezondheidsheffing

Productschap Granen, Zaden en Peulvruchten

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

VERORDENING HYGIËNEMAATREGELEN EN BESTRIJDING ZOÖNOSEN IN PLUIMVEEBEDRIJVEN EN KUIKENBROEDERIJEN (PPE) 2011

VERORDENING PT BESTEMMINGSHEFFING BOOMKWEKERIJSECTOR 2013

Artikel 1. Verordening PT vakheffing boomkwekerijproducten 2008

Bij het nemen van dit besluit heeft de Commissie zich gebaseerd op de volgende overwegingen:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

VERORDENING VACCINATIE NERTSEN TEGEN HONDENZIEKTE (PPE) 2010

VERORDENING TOT VASTSTELLING VAN DE HERZIENE BEGROTING VAN BATEN EN LASTEN OVER HET JAAR 2014

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

INTEGRALE TEKST bijgewerkt t/m wijziging 2012-I, gepubliceerd d.d

Begroting 2013 Productschap Pluimvee en Eieren

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

Transcriptie:

Nr.39 14 september 2012-62e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap Pluimvee en Eieren 2

Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie Natuurlijke en rechtspersonen tot wie een ontwerpverordening van de Sociaal-Economische Raad of een bedrijfslichaam zich uitstrekt, kunnen gedurende vier weken bij de betreffende organisatie schriftelijk bedenkingen aanvoeren tegen de in dit Mededelingenblad gepubliceerde ontwerpverordening. BEDRIJFSLICHAMEN Productschap Pluimvee en Eieren Ontwerp-Verordening huishoudelijke heffingen pluimveesector (PPE) 2013 Verordening van het Productschap Pluimvee en Eieren van., houdende de vaststelling van de aan de onder het Productschap Pluimvee en Eieren ressorterende ondernemers op te leggen huishoudelijke heffing voor het jaar 2013 (Verordening huishoudelijke heffingen pluimveesector (PPE) 2013). Het bestuur van het Productschap Pluimvee en Eieren; Gelet op de artikelen 95 en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie en artikel 8 van het Instellingsbesluit Productschap Pluimvee en Eieren; Gezien de Verordening algemene bepalingen heffingen (PPE) 2005; Besluit: Artikel 1 1. Begripsbepalingen Deze verordening neemt over de begripsbepalingen van de Verordening algemene bepalingen heffingen (PPE) 2005. Artikel 2 2. Pluimveevleessector 1. De ondernemer die in het kalenderjaar 2013 broedeieren, bestemd om hieruit fok- en vermeerderingspluimvee of gebruikspluimvee te verkrijgen inlegt of pleegt in te leggen, ongeacht of er al dan niet daadwerkelijk eendagskuikens uit worden verkregen, is aan het productschap een heffing verschuldigd. 2. Het tarief van de in het eerste lid bedoelde heffing bedraagt voor broedeieren voor het verkrijgen van fok- en vermeerderingspluimvee: voor vleesrassen kippen 0,00046 per ingelegd broedei. 3. Het tarief van de in het eerste lid bedoelde heffing bedraagt voor broedeieren voor het verkrijgen van gebruikspluimvee: a. voor vleesrassen kippen 0,0005 per ingelegd broedei, b. voor eenden 0,00035 per ingelegd broedei, c. voor kalkoenen 0,00276 per ingelegd broedei. 2

Artikel 3 1. De ondernemer die eendagskuikens plaatst om deze op te fokken tot grootmoederdieren of moederdieren is aan het productschap een heffing verschuldigd over de aantallen door hem met dat doel in het kalenderjaar 2013 geplaatste eendagskuikens. 2. Het tarief van de in het eerste lid bedoelde heffing bedraagt: a. voor vleesrassen kippen 0,01785 per eendagskuiken in geval van grootmoederdieren, b. voor vleesrassen kippen 0,0115 per eendagskuiken in geval van moederdieren, c. voor kalkoenen 0,04603 per eendagskuiken in geval van moederdieren. Artikel 4 1. De ondernemer die grootmoederdieren of moederdieren houdt is aan het productschap een heffing verschuldigd over de door hem in het kalenderjaar 2013 gehouden grootmoederdieren of moederdieren. 2. Het tarief van de in het eerste lid bedoelde heffing bedraagt: a. voor vleesrassen kippen 0,04056 per grootmoederdier b. voor vleesrassen kippen 0,034 per moederdier, c. voor kalkoenen 0,09195 per moederdier. 3. De in het eerste en tweede lid bedoelde heffing is éénmaal gedurende het leven van een grootmoederdier of moederdier verschuldigd: a. indien het grootmoederdieren of moederdieren van kippen betreft: 1. zodra de grootmoederdieren of moederdieren zijn geplaatst, of 2. zodra de grootmoederdieren of moederdieren de leeftijd van 20 weken hebben bereikt, in het geval zij in het bedrijf van oorsprong in productie worden genomen, of b. indien het moederdieren van kalkoenen betreft: 1. zodra de moederdieren zijn geplaatst, of 2. zodra de moederdieren de leeftijd van 29 weken hebben bereikt, in het geval zij in het bedrijf van oorsprong als zodanig in productie worden genomen. Artikel 5 De ondernemer die vleeskuikens houdt is aan het productschap een heffing verschuldigd over de door hem in het kalenderjaar 2013 opgezette vleeskuikens tegen een tarief van 0,00127 per opgezet vleeskuiken. Artikel 6 De ondernemer die eenden houdt is aan het productschap een heffing verschuldigd over de door hem in het kalenderjaar 2013 opgezette eenden tegen een tarief van 0,00033 per opgezette eend. Artikel 7 De ondernemer die vleeskalkoenen houdt is aan het productschap een heffing verschuldigd over de door hem in het kalenderjaar 2013 opgezette vleeskalkoenen tegen een tarief van 0,01875 per opgezette vleeskalkoen. 3

Artikel 8 1. De ondernemer die pluimvee slacht is aan het productschap over het geslacht gewicht van het door hem in het kalenderjaar 2013 geslachte pluimvee een heffing verschuldigd. 2. Het tarief van de in het eerste lid bedoelde heffing bedraagt: a. voor legkippen en vermeerderingspluimvee 0,00111 per kilogram geslacht gewicht, b. voor vleeskuikens 0,00127 per kilogram geslacht gewicht, c. voor kalkoenen 0,00296 per kilogram geslacht gewicht, d. voor tamme eenden 0,00088 per kilogram geslacht gewicht, e. voor tamme ganzen en parelhoenders 0,00144 per kilogram geslacht gewicht. 3. Het bestuur is bevoegd om ter uitvoering van deze verordening met betrekking tot het geslacht gewicht nadere regels te stellen. Artikel 9 3. Legsector 1. De ondernemer die in het kalenderjaar 2013 broedeieren, bestemd om hieruit fok- en vermeerderingspluimvee of gebruikspluimvee te verkrijgen inlegt of pleegt in te leggen, ongeacht of er al dan niet daadwerkelijk eendagskuikens uit worden verkregen, is aan het productschap een heffing verschuldigd. 2. Het tarief van de in het eerste lid bedoelde heffing bedraagt voor broedeieren: a. voor legrassen kippen voor het verkrijgen van fok- en vermeerderingspluimvee 0,0015 per ingelegd broedei, b. voor legrassen kippen voor het verkrijgen van gebruikspluimvee 0,00055 per ingelegd broedei. Artikel 10 1. De ondernemer die eendagskuikens plaatst om deze op te fokken tot grootmoederdieren, moederdieren of gebruikspluimvee is aan het productschap een heffing verschuldigd over de aantallen door hem met dat doel in het kalenderjaar 2013 geplaatste eendagskuikens. 2. Het tarief van de in het eerste lid bedoelde heffing bedraagt: a. voor legrassen kippen ingeval van opfok grootmoederdieren 0,00688 per eendagskuiken, b. voor legrassen kippen ingeval van opfok moederdieren 0,00762 per eendagskuiken, c. voor legrassen kippen ingeval van opfok gebruikspluimvee 0,003 per eendagskuiken. Artikel 11 1. De ondernemer die grootmoederdieren of moederdieren houdt voor legrassen kippen is aan het productschap een heffing verschuldigd over de door hem in het kalenderjaar 2013 gehouden grootmoederdieren of moederdieren. 2. Het tarief van de in het eerste lid bedoelde heffing bedraagt: a. 0,0269 per grootmoederdier, b. 0,0298 per moederdier. 3. De heffing als bedoeld in het eerste lid is éénmaal gedurende het leven van een grootmoederdier of moederdier verschuldigd: 4

Artikel 12 a. zodra de grootmoederdieren of moederdieren zijn geplaatst, of b. zodra de grootmoederdieren of moederdieren de leeftijd van 20 weken hebben bereikt, in het geval zij in het bedrijf van oorsprong in productie worden genomen. 1. De ondernemer die legkippen houdt is aan het productschap een heffing verschuldigd over de door hem in het kalenderjaar 2013 gehouden legkippen tegen een tarief van 0,01645 per legkip. 2. De in het eerste lid bedoelde heffing is gedurende het leven van legkippen éénmaal verschuldigd, en wel: a. zodra de legkippen zijn geplaatst, of b. zodra de legkippen de leeftijd van 18 weken hebben bereikt. Artikel 13 1. De houder van een pakstation is aan het productschap over het kalenderjaar 2013 een vaste heffing verschuldigd tegen een tarief van 250,00. 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid is de houder van een pakstation, indien zijn bedrijf in het kalenderjaar 2013 is beëindigd, een vaste heffing verschuldigd tegen een tarief van 20,83 per maand of gedeelte daarvan dat de betrokken ondernemer bij het productschap geregistreerd is als houder van een pakstation. 3. De houder van een pakstation is aan het productschap voorts een heffing verschuldigd over de door hem in het kalenderjaar 2013 a. van een legpluimveebedrijf ontvangen eieren tegen een tarief van 0,0000357 per ei, b. afgeleverde eieren tegen een tarief van 0,0000106 per ei. 4. De heffing, als bedoeld in het derde lid, sub a., is niet verschuldigd voor die eieren ten aanzien waarvan naar genoegen van het productschap wordt aangetoond dat zij ontvangen zijn van een verzamelaar. 5. De heffing, als bedoeld in het derde lid, sub b., is niet verschuldigd voor die eieren ten aanzien waarvan naar genoegen van het productschap wordt aangetoond dat zij: a. gesorteerd ontvangen zijn van een andere houder van een pakstation, als zodanig geregistreerd bij het productschap, of b. afgeleverd zijn aan een eiproductenfabrikant. Artikel 14 De verzamelaar is aan het productschap een heffing verschuldigd over de door hem in het kalenderjaar 2013 van een legpluimveebedrijf ontvangen eieren tegen een tarief van 0,0000357 per ei. Artikel 15 1. De grossier is aan het productschap over het kalenderjaar 2013 een vaste heffing verschuldigd tegen een tarief van 68,00. 2. In afwijking van het bepaalde onder het eerste lid is een grossier, indien zijn bedrijf in het kalenderjaar 2013 is beëindigd, een vaste heffing verschuldigd tegen een tarief van 5,66 per maand of gedeelte daarvan dat de betrokken ondernemer bij het productschap geregistreerd is als grossier. 5

Artikel 16 De ondernemer die een legpluimveebedrijf exploiteert is aan het productschap over de door hem geproduceerde eieren welke hij in het kalenderjaar 2013 niet in Nederland aan een houder van een pakstation, een verzamelaar, een eiproductenfabrikant of consument heeft afgeleverd een heffing verschuldigd tegen een tarief van 0,0000357 per ei. Artikel 17 1. De eiproductenfabrikant is aan het productschap over de door hem in het kalenderjaar 2013 direct van legpluimveebedrijven ontvangen eieren een heffing verschuldigd tegen een tarief van 0,0000357 per ei. 2. De eiproductenfabrikant is daarnaast aan het productschap over de door hem ontvangen en tot eiproduct verwerkte eieren een heffing verschuldigd tegen een tarief van 0,00037 per kilogram tot eiproduct verwerkte eieren. 3. De eiproductenhandelaar is aan het productschap over het kalenderjaar 2013 een vaste heffing verschuldigd tegen een tarief van 68,00. 4. In afwijking van het bepaalde in het derde lid is de eiproductenhandelaar, indien zijn bedrijf in het kalenderjaar 2013 is beëindigd, een vaste heffing verschuldigd tegen een tarief van 5,66 per maand of gedeelte daarvan dat de betrokken ondernemer bij het productschap staat geregistreerd als eiproductenhandelaar. Artikel 18 4. Vaccinbroedeieren De ondernemer die in het kalenderjaar 2013 vaccinbroedeieren inlegt of pleegt in te leggen, is aan het productschap een heffing verschuldigd tegen een tarief van 0,00008 per ingelegd vaccinbroedei. Artikel 19 5. Sector konijnen en edelpelsdieren 1. De ondernemer die konijnen houdt is aan het productschap een heffing verschuldigd over het aantal voedsters en vleeskonijnen dat hij in het kader van de Landbouwtelling in het kalenderjaar 2013 houdt. 2. Het tarief van de in het eerste lid bedoelde heffing bedraagt 0,69 per voedster en 0,0997 per vleeskonijn. Artikel 20 1. De ondernemer die nertsen houdt is aan het productschap een heffing verschuldigd over het aantal moederdieren nertsen dat hij in het kader van de Landbouwtelling in het kalenderjaar 2013 houdt. 2. Het tarief van de in het eerste lid bedoelde heffing bedraagt 0,04 per moederdier nerts. 6

6. Overige bepalingen Artikel 21 Voor de toepassing van deze verordening geldt het bepaalde bij of krachtens de Verordening algemene bepalingen heffingen (PPE) 2005. Artikel 22 7. Slotbepalingen 1. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening huishoudelijke heffingen pluimveesector (PPE) 2013. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2013. Indien het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin deze verordening wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 1 januari 2013, treedt zij in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van dat Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie en werkt zij terug tot en met 1 januari 2013. Zoetermeer, voorzitter secretaris TOELICHTING BIJ DE ONTWERP-VERORDENING HUISHOUDELIJKE HEFFINGEN PLUIMVEESECTOR (PPE) 2013 Algemeen Onderhavige verordening bevat tarieven voor de dekking van huishoudelijke uitgaven die voorheen op basis van diverse verordeningen werden geheven, te weten de verordeningen heffingen broedeieren, opfokbedrijven, moederdieren, vleeskuikenbedrijven, pluimveevlees, eendenhouderijen, vleeskalkoenbedrijven, legpluimveebedrijven, eiproducten, consumptie-eieren, konijnenhouderij en edelpelsdieren. Doelstelling, neveneffecten en algemeen/sectoraal belang van de activiteiten De in het kader van onderhavige verordening op te leggen heffingen worden aangewend voor de financiering van de huishoudelijke uitgaven van het productschap. De uitgaven strekken ter ondersteuning van beleidsmatige en operationele doelstellingen voortvloeiende uit de diverse functies zoals kwaliteitsverbetering, onderzoek en ontwikkeling, afzetbevordering, preventieve gezondheidszorg en bestrijding van besmettelijke dierziekten. Het gaat hier om een heffingsverordening waarbij uitvoerings- en handhavingsaspecten geheel voor rekening van het productschap komen. Er wordt geen last gelegd op andere overheden. De afweging ten opzichte van private alternatieven Gezien het collectieve belang van de gehele branche, waarbij het voor individuele bedrijven niet mogelijk is de investeringen te doen die zijn gemoeid met grote projecten op genoemde terreinen, is gekozen voor een collectieve publieke aanpak. Via publiekrechtelijke regelgeving is het mogelijk om voor alle bedrijven een gelijke last op te leggen en kunnen schaaleffecten en efficiencyvoordelen behaald worden die individueel niet te realiseren zijn. De financiële gevolgen van de verordening Ieder jaar wordt van de betrokken ondernemingen een financiële bijdrage gevraagd. Daarbij is gekozen voor een tarief per ingelegd broedei, per eendagskuiken, per kuiken, 7

per grootmoederdier, per moederdier, per opgezet vleeskuiken, per kilogram afgeleverd levend gewicht, per vleeskalkoen, per kilogram geslacht gewicht, per legkip, per consumptie-ei, per ingelegd vaccinbroedei, per voedster, per vleeskonijn en een vast tarief per onderneming. De totale heffingslast per bedrijf maakt per bedrijf slechts een zeer klein deel uit van de totale jaarlijkse bedrijfskosten. De onderbouwing van de gekozen structuur Uitgangspunt bij het vaststellen van de heffingstarieven is dat de heffing naar evenredigheid drukt op die schakel van de productieketen ten behoeve waarvan een bepaalde activiteit wordt verricht. Alle schakels worden zelf voor het aan hen toe te rekenen deel belast. De heffingssystematiek is ten opzichte van voorgaande jaren niet gewijzigd. In 2005 zijn in een sectorbrede discussie sleutels ontwikkeld voor de verdeling van de verschillende op te brengen heffingslasten over de diverse geledingen. Toen is ook afgesproken dat elke vijf jaar de verdeelsleutels opnieuw zullen worden bezien en voorts zullen worden aangepast aan de hand van de laatst bekende gegevens. In 2010 is vastgesteld dat de verdeelsleutels waartoe in 2005 is besloten niet behoeven te worden aangepast, maar alleen gebruikt moeten worden met toepassing van de meest recente gegevens. Het jaar 2012 is het eerste jaar geweest waarin gewerkt wordt op basis van de nieuw berekende verdeelsleutels. De huishoudelijke heffing wordt over de verschillende geledingen verdeeld op basis van de dieraantallen van de betreffende geleding en de Nge-norm die voor die geleding van toepassing is. Omdat voor grootouderdieren en broederijen geen Nge-norm wordt berekend, zijn voor die geledingen in 2005 afspraken gemaakt voor een afgeleide norm. Die afspraken zijn ook nu gebruikt. Administratieve lasten Met onderhavige verordening zijn geen administratieve lasten gemoeid. De administratieve lasten die betrekking hebben op de toepassing van deze verordening zijn terug te voeren op de Verordening algemene bepalingen heffingen (PPE) 2005. Deze administratieve lasten zijn integraal bepaald voor het gehele heffingsinstrumentarium van het productschap. De bestaande heffingssystematiek in de pluimveesector gaat uit van de elektronische opgave van bedrijfsgegevens, dan wel het elektronisch beschikbaar hebben van de bedrijfsgegevens. Hierdoor wordt bereikt dat zowel de perceptiekosten als de administratieve lasten tot een minimum worden beperkt en dat de (na)controlekosten gering zijn. Terugwerkende kracht Aan de verordening wordt terugwerkende kracht verleend. Aangezien de verordening alvorens in werking te kunnen treden de goedkeuringsprocedure heeft te doorlopen, waarna publicatie kan plaatsvinden, zou de inwerkingtreding in de praktijk na 1 januari 2013 kunnen plaatsvinden. Van de betrokken ondernemers kan redelijkerwijs worden gevraagd dat zij vanaf 1 januari 2013 rekening moeten houden met deze heffingsverordening, mede gelet op het feit dat het doorlopende heffingen betreft die jaarlijks worden vastgesteld en over de op te leggen heffingen vroegtijdig is gecommuniceerd. 8

Becijfering van de opbrengst en vindplaats in de begroting Artikel Grondslag Opbrengst in VLEESSECTOR Kippen/kuikens 2, lid 2 inleg broedeieren fok- en vermeerderingspluimvee 20.700 3, lid 2, a. opgezette eendagskuikens grootmoederdieren 8.925 3, lid 2, b. opgezette eendagskuikens moederdieren 74.750 4, lid 2, a. opgezette grootmoederdieren 20.280 4, lid 2, b. opgezette moederdieren 153.000 2, lid 3, a. inleg broedeieren gebruikspluimvee 312.500 5 opgezette vleeskuikens 444.500 8, lid 2, b. geslacht gewicht vleeskuikens 889.350 8, lid 2, a. geslacht gewicht legkippen en vermeerderingspluimvee legsector geslacht gewicht vermeerderingspluimvee vleessector 32.190 8, lid 2, e. geslacht gewicht tamme ganzen en parelhoenders 0 Kalkoenen 7 opgezette vleeskalkoenen 37.500 3, lid 2, c. opgezette eendagskuikens moederdieren kalkoen 0 4, lid 2, c. opgezette moederdieren kalkoenen 0 2, lid 3, c. inleg broedeieren kalkoenen gebruikspluimvee 4.692 8, lid 2, c. geslacht gewicht kalkoenen 0 Eenden 2, lid 3, b. inleg broedeieren eenden 3.850 6 opgezette eenden 1.980 8, lid 2. d. geslacht gewicht eenden 15.400 Konijnen 19, lid 2 gehouden voedsters 20.700 19. lid 2 gehouden vleeskonijnen 23.928 Edelpelsdieren 20, lid 2 gehouden moederdieren nertsen 38.400 Artikel Grondslag Opbrengst in LEGSECTOR 9, lid 2, a. inleg broedeieren fok- en vermeerderingspluimvee 4.500 10, lid 2, a. opgezette eendagskuikens grootmoederdieren 550 10, lid 2, b. opgezette eendagskuikens moederdieren 4.572 10, lid 2, c. opgezette eendagskuikens gebruikspluimvee 90.000 11, lid 2, a. opgezette grootmoederdieren 2.690 11, lid 2, b. opgezette moederdieren 17.880 9, lid 2, b. inleg broedeieren gebruikspluimvee 60.500 18 vaccinbroedeieren 5.600 12, lid 1 geplaatste kooikippen 57.575 12, lid 1 geplaatste scharrelkippen 329.000 12, lid 1 geplaatste vrije uitloopkippen 65.800 12, lid 1 geplaatste biologische kippen 16.450 13, lid 3 + 14 van pluimveehouders ontvangen eieren 321.300 9

16 afgeleverde en gesorteerde eieren 47.700 13, lid 1 en 2 vaste heffing pakstations 18.750 15, lid 1 en 2 grossiers 5.712 17 productie eiproducten 92.500 Zie bijlage C5 van de begroting Zoetermeer, voorzitter secretaris Ontwerp- Verordening bestemmingsheffingen konijnen en edelpelsdieren (PPE) 2013 Verordening van het Productschap Pluimvee en Eieren van., houdende de vaststelling van een bestemmingsheffing ten behoeve van de sector konijnen- en edelpelsdierenhouderij voor het jaar 2013 (Verordening bestemmingsheffingen konijnen en edelpelsdieren (PPE) 2013). Het bestuur van het Productschap Pluimvee en Eieren; Gelet op de artikelen 95 en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie en artikel 8 van het Instellingsbesluit Productschap Pluimvee en Eieren; Gezien de Verordening algemene bepalingen heffingen (PPE) 2005; Besluit: Artikel 1 Deze verordening neemt over de begripsbepalingen van de Verordening algemene bepalingen heffingen (PPE) 2005 en verstaat voorts onder: 1. fonds voor onderzoek en ontwikkeling : het fonds als bedoeld in artikel 2 van de Verordening fonds voor onderzoek en ontwikkeling (PPE) 2011; 2. gezondheidszorgfonds : het fonds als bedoeld in artikel 2 van de Verordening fonds gezondheidszorg (PPE) 2011; 3. voedsters : moederdieren van konijnen. Artikel 2 1. De ondernemer die konijnen houdt is aan het productschap een heffing verschuldigd tegen het in het tweede lid bepaalde tarief en de daarbij gegeven bestemming over het aantal voedsters en vleeskonijnen dat hij volgens opgave in het kader van de Landbouwtelling in het kalenderjaar 2013 houdt. 2. De in het eerste lid bedoelde heffing bedraagt: a. 0,98 per voedster, waarvan: 0,98 voor het fonds voor onderzoek en ontwikkeling en 0,00 voor het gezondheidszorgfonds is bestemd. 10

Artikel 3 b. 0,0382 per vleeskonijn, waarvan: 0,0382 voor het fonds voor onderzoek en ontwikkeling en 0,00 voor het gezondheidszorgfonds is bestemd. 1. De ondernemer die nertsen houdt is aan het productschap een heffing verschuldigd tegen het in het tweede lid bepaalde tarief en de daarbij gegeven bestemming over het aantal moederdieren nertsen dat hij volgens opgave in het kader van de Landbouwtelling in het kalenderjaar 2013 houdt. 2. De in het eerste lid bedoelde heffing bedraagt: 0,72 per moederdier nerts, waarvan: 0,39 voor het fonds onderzoek en ontwikkeling en 0,33 voor het gezondheidszorgfonds is bestemd. Artikel 4 Voor de toepassing van deze verordening geldt het bepaalde bij of krachtens de Verordening algemene bepalingen heffingen (PPE) 2005. Artikel 5 Het is de voorzitter niet toegestaan de in deze verordening bedoelde heffingen aan de ondernemer op te leggen, indien hieraan niet een door de Europese Commissie goedgekeurde steunmaatregel ten grondslag ligt. Artikel 6 1. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening bestemmingsheffingen konijnen en edelpelsdieren (PPE) 2013. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2013. Indien het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin deze verordening wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 1 januari 2013, treedt zij in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van dat Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie en werkt zij terug tot en met 1 januari 2013. Zoetermeer, voorzitter secretaris TOELICHTING BIJ DE ONTWERP-VERORDENING BESTEMMINGSHEFFINGEN KONIJNEN EN EDELPELSDIEREN (PPE) 2013 Algemeen Onderhavige verordening bevat bestemmingsheffingen ten behoeve van de konijnen- en edelpelsdierensector. 11

De doelstellingen die worden nagestreefd en de te verwachten (neven)effecten van de verordening De in het kader van onderhavige verordening op te leggen heffingen worden aangewend voor de financiering van de activiteiten op het gebied van de gezondheidszorg en onderzoek en ontwikkeling. De uitgaven in de gezondheidszorg hebben uitsluitend betrekking op de preventieve gezondheidszorg in de edelpelsdierensector. Het preventieve gezondheidszorgprogramma wordt vastgesteld in overleg met de vertegenwoordigers van de sector en wordt uitgevoerd door de Gezondheidsdienst voor Dieren te Deventer. Wat betreft onderzoek wordt er bijgedragen aan praktijkonderzoek ten behoeve van zowel de edelpelsdierensector als de konijnensector. Ten behoeve van de konijnensector wordt daarbij veel aandacht besteed aan problemen op het gebied van dierenwelzijn. Voor de edelpelsdierensector wordt onderzoek gedaan naar gezondheids- en welzijnsaspecten en naar verbetering van het rendement. Als resultaat van een in 2012 uitgevoerd pilot-onderzoek zal de pelsdierengezondheidszorg in 2013 worden uitgebreid met de ontwikkeling van een early warning systeem, het gesubsidieerd uitvoeren van secties en veterinair praktijkonderzoek. De nadere motivering van de noodzaak van publieke regelgeving i.c. de verordening De genoemde activiteiten overstijgen structureel het vermogen van individuele bedrijven om deze activiteiten als individueel bedrijf te ontwikkelen. Slechts met een publiekrechtelijke heffing zijn de beoogde, door maatschappij en sector gewenste, doelen bereikbaar. De gezondheidszorg richt zich daarbij vooral op gezondheidsproblemen die zich op vrijwel alle bedrijven voordoen. Het praktijkonderzoek richt zich eveneens op problemen waar de gehele konijnen- en edelpelsdierensector mee te maken heeft en niet een specifiek probleem dat binnen één onderneming speelt. Publiekrechtelijke financiering van zowel de preventieve gezondheidszorg als het praktijkonderzoek ligt daardoor voor de hand. Duidelijk is voorts dat bij een private financiering de noodzakelijke zorg en het noodzakelijke onderzoek niet zouden worden uitgevoerd omdat de kosten daarvan voor individuele bedrijven te hoog zouden zijn. De afweging ten opzichte van private alternatieven Alle ondernemers in edelpelsdierenhouderij zijn gebaat bij een goede gezondheid van hun dieren. In het kader van de gezondheidszorg wordt onderzoek gedaan naar de oorzaak en de bestrijding van ziekten die op vrijwel alle bedrijven een rol spelen. In het kader van de preventieve gezondheidszorg ten behoeve van edelpelsdieren wordt veel aandacht besteed aan het bestrijden en voorkomen van besmettingen met Aleutian disease (AD), hondenziekte en influenza. Zowel AD, hondenziekte als influenza zijn besmettelijke ziekten die een bedrijfsoverschrijdend karakter hebben. Het zoötechnisch praktijkonderzoek richt zich op het oplossen van problemen op het gebied van dierenwelzijn en op milieuproblemen in de sector. In de konijnenhouderij zal het onderzoek zich daarbij vooral richten op het oplossen van de problemen die verbonden zijn aan de groepshuisvesting van voedsters (onder andere een hoog sterftepercentage jongen). In de pelsdierenhouderij heeft het welzijnsonderzoek ertoe bijgedragen dat het welzijn van de gehouden nertsen als goed kan worden gekwalificeerd. Verdergaand onderzoek is echter nodig. Het milieuonderzoek richt zich op het terugbrengen van de mineralenemissie op de bedrijven. Daarnaast vindt onderzoek plaats naar de bevordering van de fokresultaten en de verhoging van de pelskwaliteit. Voor ondernemers in beide sectoren is het financieel onhaalbaar om dergelijke onderzoeken individueel te initiëren. 12

De uitvoerings- en handhavingsaspecten van de verordening Het gaat hier om een heffingsverordening waarbij uitvoerings- en handhavingsaspecten geheel voor rekening van het productschap komen. Er wordt geen last gelegd op andere overheden. De financiële gevolgen van de verordening Ieder jaar wordt van de betrokken ondernemingen die konijnen of nertsen houden een financiële bijdrage gevraagd. Daarbij is gekozen voor een bijdrage per voedster, vleeskonijnen en moederdier nerts. De heffing bedraagt per individueel bedrijf slechts een fractie van de totale jaarlijkse bedrijfskosten. De structuur van de heffing In de konijnenhouderij worden zowel de voedsters als de vleeskonijnen belast die op enig moment (landbouwtelling) op het bedrijf aanwezig zijn. De lasten worden over beide grondslagen verdeeld op basis van de waarde die voedsters en vleeskonijnen voor een bedrijf hebben. De pelsdierensector bestaat volledig uit bedrijven met nertsen. De onderbouwing van de gekozen structuur Uitgangspunt bij het vaststellen van de heffingstarieven is dat de heffing naar evenredigheid drukt op die schakel van de productieketen ten behoeve waarvan een bepaalde activiteit wordt verricht. Alle schakels worden zelf voor het aan hen toe te rekenen deel belast. Wat de konijnenhouderij betreft wordt de heffing opgelegd per gehouden konijn. Daarbij is onderscheid gemaakt al naar gelang het gaat om voedsters of vleeskonijnen die worden gehouden. Wat de edelpelsdierenhouderij betreft wordt de heffing opgelegd per gehouden moederdier. De heffingssystematiek is ten opzichte van voorgaande jaren niet gewijzigd. Administratieve lasten Met onderhavige verordening zijn geen administratieve lasten gemoeid. De administratieve lasten die betrekking hebben op de toepassing van deze verordening zijn terug te voeren op de Verordening algemene bepalingen heffingen (PPE) 2005. Deze administratieve lasten zijn integraal bepaald voor het gehele heffingsinstrumentarium van het productschap. De bestaande heffingssystematiek in de pluimveesector gaat uit van de elektronische opgave van bedrijfsgegevens, dan wel het elektronisch beschikbaar hebben van de bedrijfsgegevens. Hierdoor wordt bereikt dat zowel de perceptiekosten als de administratieve lasten tot een minimum worden beperkt en dat de (na)controlekosten gering zijn. Terugwerkende kracht Aan de verordening wordt terugwerkende kracht verleend. Aangezien de verordening alvorens in werking te kunnen treden de goedkeuringsprocedure heeft te doorlopen, waarna publicatie kan plaatsvinden, zou de inwerkingtreding in de praktijk na 1 januari 2013 kunnen plaatsvinden. Van de betrokken ondernemers kan redelijkerwijs worden gevraagd dat zij vanaf 1 januari 2013 rekening moeten houden met deze heffingsverordening, mede gelet op het feit dat het doorlopende heffingen betreft die jaarlijks worden vastgesteld en over de op te leggen heffingen vroegtijdig is gecommuniceerd. De werking naar alle bedrijfsgenoten De heffing wordt opgelegd aan elke ondernemer die konijnen of nertsen houdt. 13

De becijfering van de opbrengst en vindplaats in de begroting Heffingen 2013 Opbrengst in Opbrengst in Artikel Grondslag fonds gezondheidszorg fonds voor o&o 2, lid 2, a. voedsters 29.400 2, lid 2, b. vleeskonijnen 9.168 3, lid 2 moederdieren nertsen 316.800 374.400 Zie bijlage C5 van de begroting Steunmelding De bestemmingsheffingen die op grond van deze verordening geheven worden behoren tot één van de categorieën steunmaatregelen van artikel 107, tweede lid, VWEU. De Europese Commissie heeft de financiering door middel van de in deze verordening opgenomen bestemmingsheffingen op grond van artikel 107, derde lid, VWEU (destijds artikel 87, derde lid, van het EG-Verdrag) goedgekeurd. De meest recente goedgekeurde wijzigingen zijn bekend als steunmaatregelen N451/98, N122/2004 en N352/2004. Onderhavige heffingen vormen zowel wat tarief als bestemming betreft de voortzetting van de Verordening bestemmingsheffingen konijnen en edelpelsdieren (PPE) 2012. Wat tarief, grondslag en bestedingen betreft passen de heffingen binnen het kader van de betrokken steunmaatregelen. Het is niet toegestaan bestemmingsheffingen zoals in deze verordening voorzien aan de ondernemer op te leggen, indien hieraan niet een door de Europese Commissie goedgekeurde steunmaatregel ten grondslag ligt. Zoetermeer, voorzitter secretaris Ontwerp- Verordening bestemmingsheffingen legsector (PPE) 2013 Verordening van het Productschap Pluimvee en Eieren van., houdende de vaststelling van een bestemmingsheffing ten behoeve van de legsector voor het jaar 2013 (Verordening bestemmingsheffingen legsector (PPE) 2013). Het bestuur van het Productschap Pluimvee en Eieren; Gelet op de artikelen 95 en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie en artikel 8 van het Instellingsbesluit Productschap Pluimvee en Eieren; Gezien de Verordening algemene bepalingen heffingen (PPE) 2005; Besluit: Artikel 1 1. Begripsbepalingen Deze verordening neemt over de begripsbepalingen van de Verordening algemene bepalingen heffingen (PPE) 2005 en verstaat voorts onder: 1. fonds voor onderzoek en ontwikkeling : het fonds als bedoeld in artikel 2 van de Verordening fonds voor onderzoek en ontwikkeling (PPE) 2011; 14

2. fonds afzetbevordering : het fonds als bedoeld in artikel 2 van de Verordening fonds voor afzetbevordering (PPE) 2011; 3. fonds voor kwaliteitsverbetering : het fonds als bedoeld in artikel 2 van de Verordening fonds voor kwaliteitsverbetering (PPE) 2011; 4. M.g. fonds : het fonds als bedoeld in artikel 2 van de Verordening fonds ruimen M.g. besmette kuikens en ouderdieren leg- en vleesrassen kippen (PPE) 2011; 5. gezondheidszorgfonds : het fonds als bedoeld in artikel 2 van de Verordening fonds gezondheidszorg (PPE) 2011. Artikel 2 2. Broedeieren en eendagskuikens 1. De ondernemer die in het kalenderjaar 2013 broedeieren, bestemd om hieruit fok- en vermeerderingspluimvee of gebruikspluimvee te verkrijgen inlegt of pleegt in te leggen, ongeacht of er al dan niet daadwerkelijk eendagskuikens uit worden verkregen, is aan het productschap een bestemmingsheffing verschuldigd. 2. Het tarief van de in het eerste lid bedoelde heffing bedraagt voor broedeieren: a. voor legrassen kippen voor het verkrijgen van fok- en vermeerderingspluimvee 0,00533 per ingelegd broedei, b. voor legrassen kippen voor het verkrijgen van gebruikspluimvee 0,00119 per ingelegd broedei. Artikel 3 1. De ondernemer die eendagskuikens plaatst om deze op te fokken tot grootmoederdieren, moederdieren of gebruikspluimvee is aan het productschap een bestemmingsheffing verschuldigd over de aantallen door hem met dat doel in het kalenderjaar 2013 geplaatste eendagskuikens. 2. Het tarief van de in het eerste lid bedoelde heffing bedraagt voor legrassen kippen: a. 0,02517 per eendagskuiken in geval van opfok grootmoederdieren, b. 0,01985 per eendagskuiken in geval van opfok moederdieren, c. 0,00635 per eendagskuiken in geval van opfok gebruikspluimvee. Artikel 4 1. De ondernemer die een opfokvermeerderingsbedrijf uitoefent is over het kalenderjaar 2013 aan het productschap een bestemmingsheffing verschuldigd ten behoeve van het M.g. fonds. 2. Het tarief van de in het eerste lid bedoelde heffing bedraagt voor tot geslachtsrijpe moederdieren op te fokken eendagskuikens op opfokbedrijven 0,01765 per kuiken. Artikel 5 3. Grootmoederdieren en moederdieren 1. De ondernemer die grootmoederdieren of moederdieren houdt is aan het productschap een bestemmingsheffing verschuldigd over de door hem in het kalenderjaar 2013 gehouden moederdieren voor legrassen kippen. 2. Het tarief van de in het eerste lid bedoelde heffing bedraagt voor legrassen kippen: a. 0,60596 per grootmoederdier, b. 0,1557 per moederdier. 3. De in het eerste lid bedoelde heffing is éénmaal gedurende het leven van een grootmoederdier of moederdier van legrassen kippen verschuldigd, en wel: 15

Artikel 6 a. zodra het grootmoederdier of moederdier is geplaatst, of b. zodra het grootmoederdier of moederdier de leeftijd van 20 weken heeft bereikt, in het geval het in het bedrijf van oorsprong in productie wordt genomen. 1. De ondernemer die een vermeerderingsbedrijf uitoefent is over het kalenderjaar 2013 aan het productschap een bestemmingsheffing verschuldigd ten behoeve van het M.g. fonds. 2. Het tarief van de in het eerste lid bedoelde heffing bedraagt voor legrassen kippen op de vermeerderingsbedrijven 0,07162 per moederdier. 3. Indien de functies van opfok- en vermeerderingsbedrijf binnen één bedrijf worden uitgeoefend, is het in het tweede lid genoemde tarief verschuldigd wanneer de moederdieren 20 weken oud zijn. Artikel 7 4. Legkippen 1. De ondernemer die legkippen houdt is aan het productschap een bestemmingsheffing verschuldigd over de door hem in het kalenderjaar 2013 gehouden legkippen tegen een tarief van 0,0495 per legkip. 2. De in het eerste lid bedoelde heffing is gedurende het leven van een legkip éénmaal verschuldigd, en wel: a. zodra de legkip is geplaatst, of b. zodra de legkip de leeftijd van 18 weken heeft bereikt. Artikel 8 5. Eieren 1. De houder van een pakstation is aan het productschap een bestemmingsheffing verschuldigd over de door hem in het kalenderjaar 2013 afgeleverde eieren tegen een tarief van 0,000004 per ei. 2. De in het eerste lid bedoelde heffing is niet verschuldigd voor die eieren ten aanzien waarvan naar genoegen van het productschap wordt aangetoond dat zij: a. niet in Nederland zijn geproduceerd, of b. gesorteerd ontvangen zijn van een andere houder van een pakstation, als zodanig geregistreerd bij het productschap, of c. afgeleverd zijn aan een eiproductenfabrikant. Artikel 8 A 1. De houder van een pakstation is aan het productschap voorts een heffing verschuldigd over de door hem in het kalenderjaar 2013 van een legpluimveebedrijf ontvangen eieren tegen een tarief van 0,0000152 per ei. 2. De heffing, als bedoeld in het eerste lid is niet verschuldigd voor die eieren ten aanzien waarvan naar genoegen van het productschap wordt aangetoond dat zij zijn ontvangen van een verzamelaar. 16

6. Eiproducten Artikel 9 1. De eiproductenfabrikant is over de door hem ontvangen en tot eiproduct verwerkte eieren een bestemmingsheffing verschuldigd tegen een tarief van 0,0001 per kilogram tot eiproduct verwerkte eieren. 2. De in het eerste lid bedoelde heffing is niet verschuldigd voor die eieren ten aanzien waarvan naar genoegen van het productschap wordt aangetoond dat zij niet in Nederland zijn geproduceerd. Artikel 10 7. Overige bepalingen De bestemmingsheffingen, bedoeld in de artikelen 2 tot en met 9, zijn bestemd voor de fondsen overeenkomstig de nadere verdeling zoals opgenomen in de bijlage. Artikel 11 Voor de toepassing van deze verordening geldt het bepaalde bij of krachtens de Verordening algemene bepalingen heffingen (PPE) 2005. Artikel 12 Het is de voorzitter niet toegestaan de in deze verordening bedoelde heffingen aan de ondernemer op te leggen, indien hieraan niet een door de Europese Commissie goedgekeurde steunmaatregel ten grondslag ligt. Artikel 13 8. Slotbepalingen 1. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening bestemmingsheffingen legsector (PPE) 2013. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2013. Indien het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin zij wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 1 januari 2013, treedt zij in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van dat Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie en werkt zij terug tot en met 1 januari 2013. Zoetermeer, voorzitter secretaris TOELICHTING BIJ DE ONTWERP-VERORDENING BESTEMMINGSHEFFINGEN LEGSECTOR (PPE) 2013 Algemeen Onderhavige verordening bevat bestemmingsheffingen ten behoeve van de legsector. Vergeleken met de in 2012 van kracht zijnde heffingstarieven voorziet deze verordening in hogere heffingstarieven voor broedeieren voor het verkrijgen van fok- en vermeerderingspluimvee, geplaatste eendagskuikens, opgezette moederdieren en grootmoederdieren en legkippen. De verhogingen zijn noodzakelijk om adequaat te 17

kunnen reageren op maatregelen, die zich naar verwachting op het gebied van diergezondheidszorg zullen manifesteren. De meeste van deze verhogingen konden niet worden doorgevoerd zonder het doorlopen van de steunmeldingsprocedure, aangezien de verhogingen een wijziging inhouden van de goedgekeurde steunmaatregel waar de betrokken heffingen voor dienen. Met steunmaatregel SA.33403 (2011/N) van 10 april 2012 zijn nieuwe maximale heffingstarieven vastgesteld. De onderhavige verhoogde heffingstarieven vallen binnen steunmaatregel SA.33403 (2011/N). Daarnaast is de heffing voor pakstations het fonds onderzoek en ontwikkeling verlegd van door een pakstation afgeleverde eieren naar door een pakstation van een legpluimveebedrijf ontvangen eieren. De reden hiervan is dat hierdoor een zuiverder verdeling van de heffingslasten over de betrokken pakstations wordt gerealiseerd. De doelstellingen die worden nagestreefd en de te verwachten (neven)effecten van de verordening De in het kader van onderhavige heffingsverordening op te leggen heffingen in de legsector worden aangewend ter bevordering van de afzet, diergezondheid, kwaliteitsverbetering, onderzoek en ontwikkeling en bestrijding van M.g.. Afzetbevordering De uitgaven die zijn gereserveerd voor de functie afzetbevordering zijn bestemd voor de financiering van een informatiecampagne over de voedselkwaliteit van eieren en voor de voorlichting- en promotieactiviteiten van de Stichting Blij met een Ei. Daarnaast is een beperkt bedrag gereserveerd voor marktonderzoek. Gezondheidszorg De uitgaven in de gezondheidszorg hebben grotendeels betrekking op de preventieve gezondheidszorg en het veterinaire praktijkonderzoek dat door de GD wordt uitgevoerd, alsmede op het antibioticabeleid ten behoeve van de legsector. Kwaliteitsverbetering Aangaande de kwaliteit streeft de sector naar een kwaliteitsbewuste productie die is afgestemd op de wensen van de afnemers. Onder kwaliteitsaangelegenheden vallen onder meer uitgaven voor het actieplan bestrijding salmonella en campylobacter en het praktijkonderzoek in de legpluimveesector. Ook de VWA-retributie voor financiering van het residu-onderzoek van eieren valt onder de gefinancierde kwaliteitsaangelegenheden. Onderzoek en ontwikkeling Onderzoek is een belangrijk hulpmiddel om tijdig te kunnen inspelen op nieuwe ontwikkelingen en maatschappelijke wensen en om de concurrentiepositie te versterken. Zo wordt er bijgedragen aan praktijkonderzoek, waarbij onder andere aandacht wordt besteed aan problemen op het gebied van dierenwelzijn, milieu, huisvesting en management, voedings- en bevruchtingsproblemen. Ook wordt onderzoek uitgevoerd naar de rol van Mycoplasma synoviae en glazige punt eieren en naar interventiestrategieën om E.coli infecties zoveel als mogelijk te voorkomen. Tevens wordt er bijgedragen aan onderzoek om kennis te verwerven en te verdiepen ter bestrijding van besmettingen met salmonella en/of campylobacter. Daarnaast is er een bedrag gereserveerd voor incidentele projecten. Bestrijding van M.g. Op basis van Europese regelgeving moeten fok- en vermeerderingsbedrijven deelnemen aan een gezondheidsprogramma dat zich richt op de bestrijding van besmettingen met Mycoplasma gallisepticum (M.g.). Omdat besmette reproductiedieren de besmetting via de door hen geproduceerde broedeieren kunnen doorgeven aan de nakomelingen en de besmetting tot grote schades kan leiden, is er voor gekozen om te verplichten dat besmette koppels fok- en vermeerderingskoppels onmiddellijk worden geslacht. Gezien de waarde van de dieren en de schade die het gevolg is van een verplicht slachten van de dieren, is besloten om de ondernemers die een met M.g.-besmet koppel dieren moeten laten slachten, een vergoeding te verstrekken. De in het kader van onderhavige 18

verordening op te leggen heffingen worden gedeeltelijk aangewend voor de financiering van de bij ruiming wegens M.g. besmetting te verlenen vergoedingen. De noodzaak van publieke regelgeving en de afweging ten opzichte van private alternatieven Gezien het collectieve belang van de gehele branche, waarbij het voor individuele bedrijven niet mogelijk is de investeringen te doen die zijn gemoeid met grote projecten op genoemde terreinen, is gekozen voor een collectieve publieke aanpak. Door middel van publiekrechtelijke regelgeving is het mogelijk om alle bedrijven bindend een gelijke last op te leggen. Door alle ondernemingen in de heffing te betrekken kunnen schaaleffecten en efficiencyvoordelen worden behaald die op individuele, vrijwillige basis niet te realiseren zijn. De uitvoerings- en handhavingsaspecten van de verordening Het gaat hier om een heffingsverordening waarbij uitvoerings- en handhavingsaspecten geheel voor rekening van het productschap komen. Er wordt geen last gelegd op andere overheden. De financiële gevolgen van de verordening Ieder jaar wordt van de betrokken ondernemingen een financiële bijdrage gevraagd. Daarbij is gekozen voor een tarief per ingelegd broedei, per eendagskuiken, per kuiken, per moederdier, per legkip, per ei en per kilogram tot eiproduct verwerkte eieren. De onderbouwing van de gekozen structuur Uitgangspunt bij het vaststellen van de heffingstarieven is dat de heffing naar evenredigheid drukt op die schakel van de productieketen ten behoeve waarvan een bepaalde activiteit wordt verricht. In 2005 zijn in een sectorbrede discussie sleutels ontwikkeld voor de verdeling van de verschillende op te brengen heffingslasten over de diverse geledingen. Toen is ook afgesproken dat elke vijf jaar de verdeelsleutels opnieuw zullen worden bezien en voorts zullen worden aangepast naar de laatst bekende gegevens. In 2010 is vastgesteld dat de verdeelsleutels waartoe in 2005 is besloten niet behoeven te worden aangepast maar alleen gebruikt moeten worden met toepassing van de meest recente gegevens. Het jaar 2013 is het tweede jaar waarin gewerkt wordt op basis van de nieuw berekende verdeelsleutels. De bestemmingsheffing wordt over de verschillende geledingen verdeeld op basis van het profijtbeginsel en de dieraantallen van de betreffende geleding. Voor de kuikenbroederijen wordt het profijt dat de gefinancierde activiteiten hebben voor de broederijen ingeschat waarna een verdeling van de kosten plaatsvindt op basis van het aantal ingelegde broedeieren. De heffingssystematiek is ten opzichte van voorgaande jaren niet gewijzigd. De werking naar alle bedrijfsgenoten De verordening is van toepassing op die ondernemer die broedeieren inlegt om hieruit fok-, vermeerderings- of gebruikspluimvee te verkrijgen, eendagskuikens plaatst om deze op te fokken tot (groot)moederdieren of gebruikspluimvee, een vermeerderings- of opfokvermeerderingsbedrijf uitoefent, moederdieren houdt en legkippen houdt alsmede op houders van een pakstation en eiproductenfabrikanten. Administratieve lasten Met onderhavige verordening zijn geen administratieve lasten gemoeid. De administratieve lasten die betrekking hebben op de toepassing van deze verordening zijn terug te voeren op de Verordening algemene bepalingen heffingen (PPE) 2005. Deze administratieve lasten zijn integraal bepaald voor het gehele heffingsinstrumentarium van het productschap. De bestaande heffingssystematiek in de pluimveesector gaat uit van de elektronische opgave van bedrijfsgegevens, dan wel het elektronisch beschikbaar hebben van de bedrijfsgegevens. Hierdoor wordt bereikt dat zowel de perceptiekosten als de 19

administratieve lasten tot een minimum worden beperkt en dat de (na)controlekosten gering zijn. Terugwerkende kracht Aan de verordening wordt terugwerkende kracht verleend. Aangezien de verordening alvorens in werking te kunnen treden de goedkeuringsprocedure heeft te doorlopen, waarna publicatie kan plaatsvinden, zou de inwerkingtreding in de praktijk na 1 januari 2013 kunnen plaatsvinden. Van de betrokken ondernemers kan redelijkerwijs worden gevraagd dat zij vanaf 1 januari 2013 rekening moeten houden met deze heffingsverordening, mede gelet op het feit dat het doorlopende heffingen betreft die jaarlijks worden vastgesteld en over de op te leggen heffingen vroegtijdig is gecommuniceerd. De becijfering van de opbrengst en vindplaats in de begroting Opbrengst kwaliteit en O&O Opbrengst gezondheid Opbrengst M.g. Opbrengst afzetbevordering Artikel Grondslag 2, lid 2, a. inleg broedeieren ter verkrijging van fok- en vermeerderingspluimvee 990 15.000 3, lid 2, a. geplaatste eendagskuikens opfok grootmoederdieren 14 2.000 3, lid 2, b. en geplaatste eendagskuikens 4, lid 2 opfok moederdieren 1.110 10.800 10.590 3, lid 2, c. geplaatste eendagskuikens opfok gebruikspluimvee 28.500 162.000 5, lid 2, a. geplaatste grootmoederdieren 596 60.000 5, lid 2. b. en 6, lid 2 geplaatste moederdieren 7.020 86.400 42.972 2, lid 2, b. inleg broedeieren ter verkrijging van gebruikspluimvee 9.900 121.000 7, lid 1 geplaatste kooikippen 45.500 57.750 70.000 7, lid 1 geplaatste scharrelkippen 260.000 330.000 400.000 7, lid 1 geplaatste vrije uitloopkippen 52.000 66.000 80.000 7, lid 1 geplaatste biologische kippen 13.000 16.500 20.000 8, lid 1 afgeleverde en gesorteerde eieren 18.000 8A, lid 1 van legpluimveebedrijf ontvangen eieren 136.800 9, lid 1 productie eiproducten 25.000 Zie bijlage C5 van de begroting Steunmelding De bestemmingsheffingen die op grond van deze verordening worden geheven, behoren tot één van de categorieën steunmaatregelen van artikel 107, tweede lid, VWEU. De Europese Commissie heeft de financiering door middel van de in deze verordening opgenomen bestemmingsheffingen op grond van artikel 107, derde lid, VWEU (destijds artikel 87, derde lid, van het EG-Verdrag) goedgekeurd. De meest recente goedgekeurde wijzigingen zijn bekend als steunmaatregelen N451/98, N334/99, N138/2000, N352/2004, N123/2007, N526/2008 en SA.33403 (2011/N). Onderhavige heffingen vormen zowel wat tarief als bestemming betreft de 20

voortzetting van de Verordening bestemmingsheffingen legsector (PPE) 2012. Wat tarief, grondslag en bestedingen betreft passen de heffingen binnen het kader van de betrokken steunmaatregelen. Het is niet toegestaan bestemmingsheffingen zoals in deze verordening voorzien aan de ondernemer op te leggen, indien hieraan niet een door de Europese Commissie goedgekeurde steunmaatregel ten grondslag ligt. Zoetermeer, voorzitter secretaris 21

I BIJLAGE Nadere verdeling van de heffingen naar fondsen, zoals bedoeld in artikel 10 van de Verordening bestemmingsheffingen legsector (PPE) 2013 LEGSECTOR grondslag heffing heffings Verdeling van de bestemmingsheffingen over de fondsen: eenheid heffingstarief O&O / Kwaliteit afzetbevordering Mg bestrijding gezondheidszorg artikel 2, lid 2, a inleggen broedeieren, ter verkrijging fok-/vermeerderingsplvee per stuk 0,00533 0,00033 0,005 2, lid 2, b inleggen broedeieren, ter verkrijging gebruikspluimvee per stuk 0,00119 0,00009 0,0011 3, lid 2, a plaatsen eendagskuikens opfok grootmoederdieren per stuk 0,02517 0,00017 0,025 3, lid 2, b plaatsen eendagskuikens opfok moederdieren per stuk 0,01985 0,00185 0,018 3, lid 2, c plaatsen eendagskuikens opfok gebruikspluimvee per stuk 0,00635 0,00095 0,0054 4, lid 2 plaatsen eendagskuikens opfok moederdieren per stuk 0,01765 0,01765 5, lid 2, a houden grootmoederdieren per stuk 0,60596 0,00596 0,6 5, lid 2, b houden moederdieren per stuk 0,1557 0,0117 0,144 6, lid 2 houden moederdieren per stuk 0,07162 0,07162 7, lid 1 houden legkippen per stuk 0,0495 0,013 0,02 0,0165 8, lid 1 afgeleverde gesorteerde eieren per stuk 0,000004 0,000004 8A, lid 1 van legpluimveehouder ontvangen eieren per stuk 0,0000152 0,0000152 9, lid 1 tot eiproduct verwerkte eieren per kg eieren 0,0001 0,0001 2013 Bijlage I.xlsx tarieven hefverordening legsector.xlsx 22