ZITTING VAN 27 januari 2015. Tegenwoordig: R. De Caluwé, burgemeester-voorzitter; P. De Bock M. Fruytier T. Walbrecht- S. Poppe, schepenen; R. Van Megroot, OCMW-voorzitter; G. Thierens E. Coppens - L. Dieleman-van De Vijver F. Dierinck C. Francis - K. Mertens I. Mertens M. Cooreman G. Van Hoecke - C. Clerc S. Aper, raadsleden; B. Put, secretaris. Verontschuldigd: K. Van Poucke, raadslid. De notulen van de zitting van 16 december 2014 worden met 14 stemmen voor en 2 stemmen tegen en mits de gevraagde aanpassingen goedgekeurd. N-VA stemt tegen omdat ze niet akkoord kunnen gaan met de toevoegingen. DAGORDE. OPENBARE ZITTING. 1. Gebruiksovereenkomst buurthuis Kruisstraat. 2. Gebruikersovereenkomst lokalen bibliotheek. 3. Gemeentelijk reglement op leegstand van gebouwen en woningen: aanpassing. 4. Voorlopige vaststelling van het ruimtelijk uitvoeringsplan zonevreemde bedrijven. 5. Voorlopige vaststelling van het ruimtelijk uitvoeringsplan zonevreemde sport en recreatie. 6. Samenwerkingsovereenkomst voor de aanleg van een fietspad lange afstand op oude spoorwegbedding Moerbeke-Wachtebeke. 7. Overdracht overstortleiding aan Aquafin nv. 8. Voordracht Interwaas als Lokale Entiteit van het Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost (FRGE). 9. Toetreding tot Jobpunt Vlaanderen voor ondersteuning inzake het HR-beleid. 10. Groenonderhoud voor sociale economie - goedkeuring lastvoorwaarden en gunningswijze. 11. Aankoop zitmaaier - goedkeuring lastvoorwaarden en gunningswijze. 12. Aankoop aandeel in Coöperatieve Wase Wind. 13. Verkiezing nieuw OCMW-raadslid. 1.GEBRUIKSOVEREENKOMST BUURTHUIS KRUISSTRAAT. De Gemeenteraad, Gelet op het gemeentedecreet; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 31 mei 2011, zoals gewijzigd tot heden houdende goedkeuring van het gebruiksreglement buurthuis Kruisstraat;
Overwegende dat het gebruikersreglement vanaf 2015 opnieuw moet worden vastgesteld; Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen, Besluit met unanimiteit van stemmen. Art. 1. Voor een termijn die aanvangt op 1 januari 2015 en die eindigt op 31 december 2019 wordt een retributie geheven op het gebruik van het buurthuis te Kruisstraat, Weststraat 13. Art. 2. De retributie bedraagt a) 25 voor het gebruik van de zaal voor sociaal-culturele activiteiten. Als sociaal-culturele activiteiten worden beschouwd: tentoonstellingen zonder verkoop ter plaatse, academische zittingen, vergaderingen die geen deel uitmaken van een meerdaags congres, concerten, persconferenties, repetities, schoolproclamaties, voorstellingen van podiumkunsten, debatten, toespraken, cursussen met inschrijvingsgeld voor de deelnemers tot 50 euro per lesdag, volksdans, kinderateliers, koffietafels, spel- en sportactiviteiten, kleedruimte, voordrachten, projecties van dia s, film en multimedia, opnames van radio, televisie en video, controle bij wandeltochten en door het college van burgemeester en schepenen hiermee gelijkgestelde activiteiten. b) 150 per dag voor andere activiteiten. Als andere activiteiten worden beschouwd: tentoonstellingen met verkoop ter plaatse, beurzen, alle manifestaties, gekoppeld aan recepties en banketten, recepties, banketten, bals, meerdaagse congressen, cursussen met inschrijvingsgeld voor de deelnemers hoger dan 50 euro per lesdag, feesten en door het college van burgemeester en schepenen hiermee gelijkgestelde activiteiten. c) Gratis voor de gemeentelijke initiatieven en adviesraden. d) De door het college van burgemeester en schepenen Moerbeekse erkende verenigingen mogen éénmaal per jaar gratis gebruik maken van de lokalen van de bibliotheek of van het buurthuis. De borg blijft wel verschuldigd. Het gratis gebruik kan enkel toegestaan worden als: - de zaal nog niet verhuurd is; - de activiteit zelf geen commercieel doel heeft. Een Moerbeekse vereniging kan door het college van burgemeester en schepenen erkend worden als: - de zetel gevestigd is in Moerbeke of als de activiteiten op het grondgebied Moerbeke plaatsvinden; - de vereniging toegankelijk is voor iedereen; - de activiteiten een sociaal karakter hebben zonder commercieel oogmerk.
Bij oneigenlijk (gratis) gebruik, m.a.w. indien het gebruik niet voldoet aan de vooropgestelde voorwaarde dat de activiteit zelf geen commercieel doel heeft en indien het gebruik niet ten dienste van de vereniging zelf is, kan het CBS beslissen dat de vereniging van het gratis gebruik wordt uitgesloten voor een periode van maximum 5 jaar. Er wordt tevens een borg gevraagd van 100. Voor het gebruik van minimum 10 dagen per jaar kan, in overleg, door de GR een afzonderlijke overeenkomst worden opgemaakt. De lokalen worden niet ter beschikking gesteld voor activiteiten met racistische inslag. Art. 3. Voor de praktische organisatie duidt de gemeente een verantwoordelijke aan. De gebruikers dienen zelf in te staan voor het verwijderen van alle afval. Hiertoe kunnen via IDM afvalbakken worden besteld Zie website www.idm.be De gebruikers zijn zelf verantwoordelijk voor het aanvragen van de nodige vergunningen en toelatingen zoals Sabam, billijke vergoeding, De schoonmaak is steeds ten laste van de gebruiker. Indien niet goed bevonden door de aangestelde verantwoordelijke, kan er op kosten van de in gebreke gebleven gebruiker, een externe firma belast worden met de schoonmaak teneinde het buurthuis terug verhuurbaar te maken. Art. 4. Wie van het buurthuis gebruik wil maken, dient hiervoor een schriftelijke aanvraag in te dienen bij het college van burgemeester en schepenen (verder afgekort als CBS). In de aanvraag wordt steeds de naam en het telefoonnummer van een verantwoordelijke vermeld. Deze verantwoordelijke moet ten minste 18 jaar oud zijn en verbindt er zich toe op de activiteit zelf aanwezig te zijn en is verantwoordelijk voor het naleven van de richtlijnen en de voorwaarden. Elektronisch versterkte muziek (zoals een discobar of een optreden met micro en versterker) is niet toegestaan. Overtredingen op dit verbod zullen bestraft worden volgens de bepalingen opgenomen in het Strafwetboek en leiden tot een uitsluiting van ieder volgend gebruik. Verder dienen volgende gegevens te worden vermeld: - Naam van de vereniging of organisatie; - Naam, adres, telefoonnummer en email van de verantwoordelijke; - Datum en uren van de activiteit; - Doel en omschrijving van de activiteit; - Het aantal verwachte personen. Het CBS kan, bij gemotiveerd besluit, het gebruik van het voormeld gebouw weigeren. De mededeling van de weigering maakt melding van de motieven.
De aanvrager krijgt een schriftelijke gebruikstoelating waarin de verschuldigde retributie wordt vastgesteld. De retributie wordt betaald vóór het gebruik van het lokaal. Elke aanvraag moet minimum één maand en maximum één jaar op voorhand worden ingediend Elke annulering of wijziging moet door de aanvrager schriftelijk worden gemeld. Als een aanvrager die zijn gebruikstoelating al heeft ontvangen, de annulering minder dan 14 dagen voor de gereserveerde dag schriftelijk meldt, moet hij de volledige retributie betalen (postdatum of datumstempel bij afgifte geldt als bewijs). Dit geldt niet bij overmacht. Het CBS beslist of er sprake is van overmacht. Datum van aanvraag is van belang voor de toewijzing bij meerdere aanvragen voor hetzelfde moment. Bij een gelijktijdige aanvraag voor het gebruik op hetzelfde moment krijgen de aanvragen van gemeentelijke initiatieven en adviesraden de voorrang bij toewijzing. Art. 5. De sleutel kan worden afgehaald bij de door de gemeente aangeduide verantwoordelijke nadat de bovenvermelde borg en retributie werden gestort. Er dient aan de door de gemeente aangeduide verantwoordelijke een bewijs van betaling worden voorgelegd. Art. 6. De gebruiker is verplicht een brandverzekering en een verzekering burgerrechtelijke aansprakelijkheid en contractuele aansprakelijkheid af te sluiten voor de gehele duur van het gebruik van het buurthuis. Hij maakt daartoe gebruik van de verzekeringspolissen die de gemeente hiervoor heeft afgesloten bij Ethias. De gebruiker dient vóór het gebruik van het buurthuis het bewijs voor te leggen van de verzekering, de polis of de betaling van de premies, waarin de gevraagde verantwoordelijkheden kunnen worden aangetoond. Zo niet zal de sleutel niet overhandigd worden. Deze verplichting geldt niet wanneer de gebruiker een attest voorlegt van een toegelaten verzekeringsmaatschappij waaruit blijkt dat deze de door de gemeente vereiste dekkingen verleent inzake burgerlijke en contractuele aansprakelijkheid. Art. 7. Het gebruik is pas definitief na storting van de borg van 100 en de retributie op rekeningnummer van de gemeente. Deze borg wordt terugbetaald indien de sleutel wordt terugbezorgd in onderling overleg met de verantwoordelijke van de gemeente en indien het gebouw in dezelfde staat wordt achtergelaten als op het ogenblik waarop de sleutel aan de verantwoordelijke van de vereniging werd overhandigd. De huurder/gebruiker dient zelf de aangebrachte schade aan het gebouw of aan het interieur aan te geven. Herstellings-, opruimings-, reinigingskosten, het nalaten van doven van verlichting en uitzetten van verwarming en kosten bij verlies leiden tot automatische inhouding van de volledige waarborgsom.
Indien de waarborgsom niet volstaat ter dekking van de kosten, dan wordt het schadebedrag meegedeeld aan de huurder en zal een schuldvordering worden opgemaakt die binnen de 30 dagen na ontvangst moet betaald worden. Art. 8. De gebruikers dienen zich te schikken naar de richtlijnen van het CBS. Het buurthuis is geschikt voor activiteiten van max. het aantal personen conform het daartoe afgeleverde brandweerattest. In de gebouwen mag niet gerookt worden overeenkomstig de actueel geldende regelgeving ter zake. Voor de levering van de dranken is er een exclusiviteitsovereenkomst afgesloten met Drinks Koudenborm, Heirweg 44, 9180 Moerbeke. Dranken (bieren, wijnen en aperitieven) dienen verplicht afgenomen te worden bij Drinks Koudenborm. Bij het niet naleven van deze overeenkomst, zal een kurkrecht aangerekend worden van 6 per fles (wijn of aperitief) en een vergoeding van 15% op de aankoop van bieren en frisdranken. Wegens brandgevaar mag er binnen geen frituurketel of gelijkwaardig apparaat worden gebruikt. Art. 9. Het gemeentebestuur is niet verantwoordelijk voor ongevallen noch voor verlies of diefstal van persoonlijke goederen. Tijdens het gebruik van het lokaal, is de gebruiker verantwoordelijk voor alle schade rechtstreeks of onrechtstreeks door de gebruiker of de aanwezigen veroorzaakt. De gebruiker zal tegen het gemeentebestuur geen enkel verhaal mogen uitoefenen bij toevallige stilval of aan hem te wijten slechte werking van toestellen en diensten die het verhuurde goed bedienen, indien het bewezen is dat hij, na erover te zijn ingelicht, niet onmiddellijk alle maatregelen heeft getroffen om eraan te verhelpen. Art. 10. Het is de gebruiker verboden het gehuurde goed voort te verhuren, de overeenkomsten over te dragen noch onder te verhuren, hetzij geheel hetzij gedeeltelijk zonder voorafgaandelijke en schriftelijke toestemming van het CBS. Het is de gebruiker strikt verboden om welke overlast dan ook te veroorzaken voor de omwonenden, dit zowel voor, tijdens of na het gebruik van de zaal. Wij citeren in niet beperkende zin o.a. geluidsoverlast, verkeershinder, Art. 11. Er mogen geen veranderingswerken aan het gehuurde goed aangebracht worden tenzij na schriftelijke en voorafgaandelijke toestemming van het CBS. Art. 12. Indien de huurder ernstige inbreuken pleegt op het verhuurreglement kan het CBS een nieuwe reservatie weigeren. Art. 13. Een voor eensluidend verklaard uittreksel van dit besluit te bezorgen aan de financieel beheerder en aan de Gouverneur van de Provincie Oost-Vlaanderen via de overzichtslijst zoals bedoeld in artikel 252 1 van het gemeentedecreet. 2.GEBRUIKSOVEREENKOMST LOKALEN BIBLIOTHEEK.
De Gemeenteraad, Gelet op het gemeentedecreet; Gelet op de nieuwbouw bibliotheek en renovatie van het oud stationsgebouw; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 24 april 2012 zoals gewijzigd tot heden, houdende goedkeuring van het nieuw gebruiksreglement bibliotheek; Overwegende dat het gebruikersreglement vanaf 2015 opnieuw moet worden vastgesteld; Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen, Besluit met unanimiteit van stemmen. Art. 1. Voor een termijn die aanvangt op 1 januari 2015 en die eindigt op 31 december 2019 wordt een retributie geheven op het gebruik van de lokalen in het bibliotheekgebouw, Statiestraat 4, 9180 Moerbeke. Dit reglement vervangt alle vorige. Bestaande verbintenissen zullen nageleefd worden en uitgevoerd worden zoals overeengekomen. Art. 2. Wie van de lokalen van het cultuurgebouw gebruik wil maken, dient hiervoor een schriftelijke aanvraag in te dienen bij het college van burgemeester en schepenen (verder afgekort als CBS). In de aanvraag wordt steeds de naam en het telefoonnummer van een verantwoordelijke vermeld. Deze verantwoordelijke moet ten minste 18 jaar oud zijn en is verantwoordelijk voor het naleven van de richtlijnen en de voorwaarden. Verder dienen volgende gegevens te worden vermeld: - Naam van de vereniging of organisatie - Naam, adres, telefoonnummer en email van de verantwoordelijke - Datum en uren van de activiteit - Doel en omschrijving van de activiteit - Het aantal verwachte personen Het CBS kan, bij gemotiveerd besluit, het gebruik van het voormeld gebouw weigeren. De mededeling van de weigering maakt melding van de motieven. De aanvrager krijgt een schriftelijke gebruikstoelating waarin de verschuldigde retributie wordt vastgesteld. De retributie wordt betaald voor het gebruik van het lokaal. Elke aanvraag moet minimum één maand en maximum één jaar op voorhand worden ingediend. Elke annulering of wijziging moet door de aanvrager schriftelijk worden gemeld. Als een aanvrager die zijn gebruikerstoelating al heeft ontvangen, de annulering minder dan 14 dagen voor de gereserveerde dag schriftelijk meldt, moet hij de volledige retributie betalen ( postdatum of datumstempel bij afgifte geldt als bewijs). Dit geldt niet bij overmacht. Het CBS beslist of er sprake is van overmacht.
Datum aanvraag is van belang voor de toewijzing bij meerdere aanvragen voor hetzelfde moment. Bij een gelijktijdige aanvraag voor het gebruik op hetzelfde moment krijgen de aanvragen van gemeentelijke initiatieven en adviesraden de voorrang bij toewijzing. Art.3 Volgende lokalen kunnen gebruikt worden: kleine polyvalente ruimte (vergaderzaal + tentoonstellingsruimte). Het sanitair is steeds toegankelijk. In overleg met de bibliothecaris kan de organisator gebruik maken van de aanwezige tentoonstellingsborden (deze dienen in de tentoonstellingsruimte te blijven staan) en het projectiescherm. In zeer uitzonderlijke gevallen en in overleg met de bibliothecaris kan ook de ontmoetingsruimte, de tuin en de kitchenette gebruikt worden. Het college van burgemeester en schepenen beslist hierover. De lokalen worden niet ter beschikking gesteld voor activiteiten met racistische inslag. Art. 4 De retributie bedraagt: a) 25 per dag voor het gebruik van de kleine polyvalente ruimte door Moerbeekse verenigingen voor sociaal-culturele activiteiten zonder commercieel oogmerk. Als sociaal-culturele activiteiten zonder commercieel oogmerk worden onder meer beschouwd: tentoonstellingen zonder verkoop ter plaatse, academische zittingen,vergaderingen, concerten, persconferenties, repetities, voorstellingen van podiumkunsten, debatten, lezingen, cursussen met inschrijvingsgeld voor de deelnemers tot 50 euro per lesdag, volksdans, kinderateliers, projecties en multimedia, opnames van radio, televisie en video en door het college van burgemeester en schepenen hiermee gelijkgestelde activiteiten. De activiteiten dienen voor iedereen toegankelijk te zijn ( deelname kan dus niet worden beperkt tot de leden van een vereniging of organisatie met uitzondering van vergaderingen en repetities); b) 35 per dag voor het gebruik van de kleine polyvalente ruimte zoals omschreven in a door niet-moerbeekse verenigingen. c) 150 per dag voor het gebruik van de kleine polyvalente ruimte voor sociaalculturele activiteiten met commercieel oogmerk door Moerbeekse verenigingen. Als sociaal-culturele activiteiten met een commercieel oogmerk worden onder meer beschouwd: tentoonstellingen met verkoop ter plaatse, beurzen (meerdaagse) congressen, cursussen met inschrijvingsgeld voor de deelnemers hoger dan 50 euro per lesdag en door het college van burgemeester en schepenen hiermee gelijkgestelde activiteiten. De activiteiten dienen voor iedereen toegankelijk te zijn (deelname kan dus niet worden beperkt tot de leden van een vereniging of organisatie met uitzondering van vergaderingen en repetities) d) 175 per dag voor de gebruiker van de kleine polyvalente ruimte door niet- Moerbeekse verenigingen zoals omschreven in c. e) 250 per dag toepasselijk voor alle andere activiteiten met een commercieel karakter dus niet voor verenigingen in de kleine polyvalente ruimte. f) Tentoonstellingen: (tentoonstellingsruimte + vergaderzaal = kleine polyvalente ruimte) 100 = Moerbeekse verenigingen zoals in a
150 = niet-moerbeekse verenigingen zoals in b 250 = andere commercieel zoals in e Toelichting bij dit punt: De bedragen zijn bedoeld voor één weekse tentoonstellingen: 1 week = 7 dagen. Prijs per dag tentoonstelling of per extra dag: 25 = verenigingen zoals in a 35 = verenigingen zoals in b 150 = verenigingen zoals in c De organisatoren dienen zelf te zorgen voor alle materialen, publiciteit, receptie, bewaking en verzekering. De prijs wordt verdubbeld in geval van betaalde toegang tot een tentoonstelling. Een commerciële uitbating in een tentoonstelling zoals het inrichten van cafetaria is niet toegestaan. g) Ontmoetingsruimte (zie art 3): 50 per dag voor activiteiten bedoeld in (a) en is enkel zeer uitzonderlijk mogelijk voor Moerbeekse verenigingen. h) Het gebruik van de lokalen is gratis voor de gemeentelijke initiatieven en adviesraden voor activiteiten omschreven in (a). i) (nieuw sinds GR 17.12.2013) de door het college van burgemeester en schepenen Moerbeekse erkende verenigingen mogen éénmaal per jaar gratis gebruik maken van de lokalen van de bibliotheek of van het buurthuis. De borg blijft wel verschuldigd. Het gratis gebruik kan enkel toegestaan worden als: - de zaal nog niet verhuurd is; - de activiteit zelf geen commercieel doel heeft. Een Moerbeekse vereniging kan door het college van burgemeester en schepenen erkend worden als: - de zetel gevestigd is in Moerbeke of als de activiteiten op het grondgebied Moerbeke plaatsvinden; - de vereniging toegankelijk is voor iedereen; - de activiteiten een sociaal karakter hebben zonder commercieel oogmerk. Bij oneigenlijk (gratis) gebruik, m.a.w. indien het gebruik niet voldoet aan de vooropgestelde voorwaarde dat de activiteit zelf geen commercieel doel heeft en indien het gebruik niet ten dienste van de vereniging zelf is, kan het CBS beslissen dat de vereniging van het gratis gebruik wordt uitgesloten voor een periode van maximum 5 jaar. Er wordt tevens een borg gevraagd van 100. Gemeentelijke initiatieven en adviesraden zijn hiervan vrijgesteld voor activiteiten zie a. Art. 5 Voor de praktische organisatie van de activiteit en het bekomen van de sleutel dient de organisator contact op te nemen met de bibliothecaris of zijn afgevaardigde.
De Bibliothecaris wordt als diensthoofd belast met het algemeen toezicht en dagelijks beheer van het cultuurgebouw. De overige personeelsleden werken onder leiding (cf. artikel 10,& 1,6 van het decreet van 24 juli 1991). In praktijk zal m.a.w. de bibliothecaris of zijn afgevaardigde zorgen voor de goede gang van zaken en de praktische schikkingen. Art 6 De gebruiker mag de lokalen of installaties alleen gebruiken voor de activiteit waarvoor ze gehuurd werd. Er mag niet onderverhuurd worden. Art 7 1. Gebruikers die lokalen en installaties van het cultuurgebouw ter beschikking krijgen zijn aansprakelijk voor de schade die tijdens de gebruikersperiode aangericht wordt. Per vereniging stelt diegene die het contract tekent zich daarom borg. 2. De gebruiker licht de bibliothecaris of zijn afgevaardigde onverwijld in omtrent de schade die voor het ingaan van de huurtijd wordt vastgesteld of die tijdens de gebruikersperiode ontstaat. 3. De gebruiker is verplicht een brandverzekering en een verzekering burgerrechtelijke aansprakelijkheid en contractuele aansprakelijkheid af te sluiten voor de gehele duur van het gebruik van de lokalen. Hij maakt daartoe gebruik van de verzekeringspolissen die de gemeente afgesloten heeft bij Ethias. De gebruiker dient voor het gebruik van de lokalen de premie betaald te hebben. Een bewijs van betaling dient vooraf (dus voor de ingebruikname) te worden voorgelegd. Deze verplichting geldt niet wanneer de gebruiker een attest voorlegt van een toegelaten verzekeringsmaatschappij waaruit blijkt dat deze de door de gemeente vereiste dekkingen verleent inzake burgerlijke en contractuele aansprakelijkheid. 4. Bij een tentoonstelling staat inrichter/ kunstenaar in voor de verzekering van de tentoongestelde voorwerpen en dit met een verzekeringspolis nagel tot nagel, d.w.z. alle risico s van brand, diefstal en beschadiging. De gebruiker dient voor het gebruik van de lokalen de premie betaald te hebben. 5. De waarborg wordt enkel teruggeven indien geen schade wordt vastgesteld en indien geen inbreuken op dit reglement werden vastgesteld. Zoniet, zal eerst een bestek van de schade worden opgemaakt en zal het bedrag worden afgehouden van de borgsom. Indien de borgsom niet toereikend mocht zijn, dan zal het resterend bedrag door de gemeente ingevorderd worden van de gebruiker. Art. 8 De gebruiker blijft aansprakelijk tegenover derden; tegenover om het even welk openbaar of particulier gezagsorgaan, bestuur of instantie, bijvoorbeeld voor het betalen van taksen, belastingen, verzekeringen, auteursrechten, billijke vergoedingen, milieuoverlast, e.d.m. De gebruiker dient de normen i.v.m. brandveiligheid en Vlarem (geluidshinder) te doen naleven. Het bestuur kan niet aansprakelijk gesteld worden voor het verlies of de diefstal van bezittingen van personen of verenigingen. De gebruiker zal tegen het gemeentebestuur geen enkel verhaal mogen uitoefenen bij toevallige stilval of aan hem te wijten slechte werking van toestellen en diensten
die het verhuurde goed bedienen, indien het bewezen is dat hij, na erover te zijn ingelicht, niet onmiddellijk alle maatregelen heeft getroffen om eraan te verhelpen. De gebruiker is verantwoordelijk voor het veroorzaken van om het even welke overlast dan ook, dit zowel voor, tijdens of na het gebruik van de zaal. Wij citeren in niet beperkende zin o.a. geluidsoverlast, verkeershinder, Art. 9 Verbodsbepalingen: Er mogen geen veranderingswerken aan het gehuurde goed aangebracht worden tenzij na schriftelijke en voorafgaandelijke toestemming van het CBS. De gebruiker mag geen groter aantal plaatsen bezetten dan deze die het cultuurgebouw bepaalt rekening houdend met de veiligheidsvoorschriften. Noodverlichtingen mogen nooit uitgeschakeld worden. Veiligheidsvoorschriften genieten altijd voorrang op andere overwegingen. De aanwijzingen van de bibliothecaris of zijn afgevaardigde dienen opgevolgd te worden door de gebruikers/verenigingen of derden. Omwille van de veiligheidsvoorschriften kan de bibliothecaris of zijn afgevaardigde of de verantwoordelijke van de activiteit, een activiteit stopzetten wanneer de regels niet nageleefd worden. In het cultuurgebouw mag niet gerookt worden overeenkomstig de actueel geldende regelgeving ter zake. De gebruikers dienen zich te schikken naar de richtlijnen van het CBS. Art. 10 Het gebruik is pas definitief na storting van de borg van 100 en de retributie op rekeningnummer 091-003098-23 van de gemeente. Deze borg wordt terugbetaald indien de sleutel wordt terugbezorgd in onderling overleg met de verantwoordelijke van de gemeente en indien dezelfde staat wordt achtergelaten als op ogenblik waarop de sleutel aan de verantwoordelijke werd overhandigd. De gebruiker verbindt er zich toe onmiddellijk na de activiteit de gebruikte zaal volledig in orde te stellen, d.w.z. versieringen weg te nemen, tafels en stoelen die gebruikt werden op te ruimen, tenzij anders overeengekomen met de verantwoordelijke van de gemeente. De gebruikers dienen zelf in te staan voor het verwijderen van alle afval. Hiertoe kunnen via IDM afvalbakken worden besteld zie website www.idm.be De schoonmaak is steeds ten laste van de gebruiker. Dit betekent dat alles moet achtergelaten worden in dezelfde toestand zoals de lokalen ter beschikking werden gesteld. Dit houdt ook in: een lege vaatwasser en geen extra vaat. Indien extra personeel moet ingezet worden om de lokalen op te ruimen en schoon te maken moeten de werkuren vergoed worden aan het op dat ogenblik geldend tarief (cfr contract poetsfirma). De huurder/gebruiker dient zelf de aangebrachte schade aan het gebouw of aan het interieur aan te geven.
Herstellings-, opruimings-, reinigingskosten, het nalaten van doven van verlichting en uitzetten van verwarming en kosten bij verlies leiden tot automatische inhouding van de volledige waarborgsom. Indien de waarborgsom niet volstaat ter dekking van de kosten, dan wordt het schadebedrag meegedeeld aan de huurder en zal een schuldvordering worden opgemaakt die binnen de 30 dagen na ontvangst moet betaald worden. Art. 11 De gebruiker gaat ermee akkoord dat de geplande activiteit ook wordt bekend gemaakt via de communicatiekanalen van de bibliotheek. In de bibliotheek zelf kunnen affiches, flyers e.d. worden afgegeven aan het bibliotheekpersoneel. Zij staan in voor de interne verspreiding en ophanging. Art. 12. Indien de huurder ernstige inbreuken pleegt op het verhuurreglement kan het CBS een nieuwe reservatie weigeren. Art. 13. Een voor eensluidend verklaard uittreksel van dit besluit te bezorgen aan de financieel beheerder en aan de Gouverneur van de Provincie Oost-Vlaanderen via de overzichtslijst zoals bedoeld in artikel 252 1 van het gemeentedecreet. 3.GEMEENTENLIJK REGLEMENT OP LEEGSTAND VAN GEBOUWEN EN WONINGEN:AANPASSING. De Gemeenteraad, Gelet op het gemeentedecreet; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen; Gelet op het decreet van 4 februari 1997 houdende de kwaliteitsnormen en veiligheidsnormen voor kamers en studentenkamers, hierna Kamerdecreet genoemd; Gelet op het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, hierna Decreet grond- en pandenbeleid genoemd, waarin de leegstandinventaris een verplichte gemeentelijke bevoegdheid wordt en tevens de mogelijkheid biedt een leegstandbelasting te innen; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 10 juli 2009 houdende nadere regels betreffende het leegstandregister en houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 2 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen; Gelet op het programmadecreet 2010, decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2010, zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 30 december 2009; Overwegende dat een efficiënte bestrijding van leegstand en verkrotting wenselijk is teneinde de kwaliteit van de beschikbare woongelegenheden te bewaken; dat het
Decreet grond- en pandenbeleid de gemeente terzake de nodige bevoegdheden geeft; Gelet op het gemeenteraadsbesluit houdende vaststelling van een reglement op leegstand van gebouwen en woningen, zoals aangepast bij besluit van 25 februari 2014; Overwegende dat artikel 5 de bedragen van de heffing bepaalt; Gelet op de indexering van deze bedragen zodat vanaf 1 januari 20105 hogere minimumheffingen van kracht zijn; Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen om de heffingen uit het bestaande reglement aan te passen, Besluit met unanimiteit van stemmen. Art. 1. Het reglement op leegstand van gebouwen en woningen zoals goedgekeurd door de gemeenteraad van 17 december 2013 en aangepast 25 februari 2014 aan te passen als volgt. Artikel 5 Berekening van de belasting. 1. De belasting bedraagt: 1.100,82 voor een volledig gebouw of woning 333,58 voor elke andere woongelegenheid 2. Het bedrag van de volgende belasting is gelijk aan het resultaat van de volgende formule: het bedrag basisbelasting vermeld onder 1 vermenigvuldigd met x, waarbij x gelijk is aan het aantal periodes van twaalf maanden dat het gebouw, het woning, de kamer en/of andere woongelegenheid zonder onderbreking opgenomen is in de gemeentelijke inventaris of het leegstandregister. X kan nooit hoger zijn dan 5. Art. 3. Dit besluit toe te zenden aan de Gouverneur van de Provincie Oost-Vlaanderen in het kader van het administratief toezicht zoals bedoeld in het decreet van 28 april 1993 houdende regeling, voor het Vlaams gewest, van het administratief toezicht op de gemeenten en aan Wonen Vlaanderen, Gebr. Van Eyckstraat 4-6, 9000 Gent. 4.VOORLOPIGE VASTSTELLING VAN HET RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN ZONEVREEMDE BEDRIJVEN. De Gemeenteraad, Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur;
Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, inzonderheid titel II, hoofdstuk 2. Ruimtelijke uitvoeringsplannen; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 11 mei 2001 tot aanwijzing van de instellingen en administraties die adviseren over voorontwerpen van ruimtelijke uitvoeringsplannen; Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 11 april 2008 tot vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de vorm en de inhoud van de ruimtelijke uitvoeringsplannen; Gelet op de omzendbrief RO 97/02 van 14 maart 1997 over het gemeentelijk structuurplanningsproces; Gelet op het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV); Gelet op het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan van de provincie Oost-Vlaanderen (PRS); Overwegende dat de Vlaamse decreetgever elke gemeente de taak oplegt om een gemeentelijk ruimtelijk structuurplan vast te stellen, waarbij het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan zich richt naar het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en naar het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan van de provincie waarbinnen de gemeente ligt; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 3 mei 2011 houdende definitieve aanvaarding van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan; Gelet op het goedkeuringsbesluit van 8 september 2011 van de Deputatie van de Provincieraad over het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van Moerbeke met in acht name van de geciteerde overwegingen en uitsluitingen conform artikel 2.1.16 9 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening; Overwegende dat het college van burgemeester en schepenen belast is met het opmaken van gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen en de nodige maatregelen moet nemen om tot opmaak over te gaan; Gelet op het besluit van 21 november 2011 van het college van burgemeester en schepenen met betrekking tot de prioriteitenlijst voor de opmaak van de ruimtelijke uitvoeringsplannen in uitvoering van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan als volgt: 1) Site suikerfabriek 2) Zonevreemde bedrijven (met en zonder planologisch attest), zonevreemde woningen en zonevreemde bijgebouwen; Gelet op het voorstel van prioriteitenlijst vastgesteld door de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening (GECORO) in haar vergadering van 12 januari 2012; 1. Site suikerfabriek 2. Zonevreemde bedrijven (met en zonder planologisch attest), woningen en bijgebouwen 3. Tuinbouwbedrijven 4. Zonevreemde sport en recreatie;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 31 januari 2012 waarbij, in navolging van het advies van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening (GECORO) van 12 januari 2012, aan het college van burgemeester en schepenen de opdracht wordt gegeven om de nodige maatregelen te nemen om over te gaan tot de opmaak van de ruimtelijke uitvoeringsplannen conform de volgende prioriteiten: 1. Site suikerfabriek 2. Zonevreemde bedrijven (met en zonder planologisch attest), woningen en bijgebouwen 3. Tuinbouwbedrijven 4. Zonevreemde sport en recreatie; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 23 oktober 2012 waarbij in navolging van het advies van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening (GECORO) van 2 augustus 2012, beslist wordt om aan het college van burgemeester en schepenen de opdracht te geven om de nodige maatregelen te nemen om over te gaan tot de opmaak van de ruimtelijke uitvoeringsplannen conform de volgende prioriteiten: 1. Site suikerfabriek; 2. Zonevreemde bedrijven (met en zonder planologisch attest), woningen en bijgebouwen; 3. Tuinbouwbedrijven; 4. Zonevreemde sport en recreatie. 5. Horecacluster Eksaardedam-Meersdael. Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 28 februari 2012 houdende goedkeuring van de gunningwijze en het lastenboek goed voor de aanduiding van een ontwerper voor de opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan zonevreemde bedrijven; Gelet op het besluit van 26 maart 2012 van het college van burgemeester en schepenen houdende gunning van de opdracht opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan zonevreemde bedrijven aan de firma IRTAS uit Sint-Niklaas; Gelet op het ontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan zonevreemde bedrijven zoals opgemaakt door IRTAS; Overwegende dat het advies werd ingewonnen van: - GECORO Moerbeke - Deputatie Oost-Vlaanderen - Departement Ruimte Vlaanderen te Gent - Departement Ruimte Vlaanderen te Brussel - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie, dienst Veiligheidsrapportage - Departement Landbouw en Visserij - Agentschap voor Natuur en Bos - Agentschap Onroerend Erfgoed - Agentschap Ondernemen - Agentschap Wegen en Verkeer - VMM - Waterwegen en Zeekanaal
- Provincie Oost-Vlaanderen, cel Waterbeleid - Polder Moerbeke Gelet op de plenaire vergadering van 13 oktober 2014, Gelet op de tussenkomst van fractie Sp.a-Groen: Wij gaan ons onthouden bij de voorlopige vaststelling: In de eerste plaats omdat we het niet volledig eens zijn met de categorisering van een aantal bedrijven. We vinden het jammer dat er niet wordt gewacht met dit RUP tot de realisatie van het RUP of masterplan waarin de suikersite zit bevat. Volgens ons kan wachten geen probleem zijn omdat, zoals ook wordt vermeld in het RUP, de rechtszekerheid vandaag reeds voor een groot deel van de bedrijven gegarandeerd is door de Codex Ruimtelijke ordening. Verder wordt bij het bepalen van de bufferzones teveel rekening gehouden met de huidige toestand en te weinig met de gewenste. Hierdoor is er weinig consistentie in de breedte van de bufferzones doorheen dit RUP. Wij zouden, waar enigszins mogelijk, meer en/of bredere zones met nabestemming bufferzone voorzien, waardoor de huidige toestand wel kan gehandhaafd worden, maar waardoor er bij afbraak en/of nieuwbouw t.o.v. de buren een meer gewenste situatie ontstaat. Verder zouden we in de verordenende voorschriften de minimale afstanden van de bebouwing t.o.v. de perceelsgrenzen strikter bepalen. Hier en daar is het plan in die zin aangepast n.a.v. een advies van een ander adviserende instantie, voorbeeld bij Carpentier E&M Transport, gelegen langs de Koewachtsteenweg op vraag van de provincie. Gelet op de tussenkomst van fractie CD&V: De realisatie van dit RUP is een goede realisatie aldus de CD&V. Het biedt voorspelbaarheid en rechtszekerheid aan onze bedrijven, wat zeer belangrijk is voor de toekomstige uitbating van de bedrijven. Sommige bedrijven hebben zaken goedgekeurd/vergund gekregen die qua logische uitbouw niet zo evident waren maar toch geregulariseerd zijn (inplanting van een tweede woning op sommige sites). CD&V vraagt, in opvolging van het standpunt van de Gecoro, dat er op het college werk wordt gemaakt van de handhaving van het RUP. Enkele zaken waarvan we vragen dat ze zeker gehandhaafd worden : - voor de meeste bedrijven kan de woning ten allen tijde blijven, maar deze mag niet meer afgesplitst worden van de bedrijfssite - voor wat betreft de firma Cerpentier wordt 1 m buffer nu getolereerd naast de oostelijk gelegen woning maar in navolging van de mening van de Provincie Oost-Vlaanderen vragen we dat deze buffer breder gemaakt wordt indien een nieuwe inwoner, deze woning betrekt. - Wat Keytec betreft staat in de notulering dat de bestaande notelaars dienen behouden te worden. We merken echter dat deze notelaars recent zijn verdwenen en wensen na te vragen of dit reglementair was en of de notelaars zonodig herplant worden. - Het bedrijf Meul is uit het RUP verdwenen. De Provincie Oost-Vlaanderen en Ruimte Vlaanderen zouden de toestand van de gebouwen en de vergunningen apart nakijken en achteraf een nieuw advies doorgeven. We
vragen dat het antwoord hierop en het proces dat er dient op te volgen ten gepaste tijde geïnformeerd wordt en op een correcte manier in een aangepast RUP bepaald. Besluit met 14 stemmen voor en 2 onthoudingen. Art. 1. Het ruimtelijk uitvoeringsplan zonevreemde bedrijven bestaande uit de plannen, de toelichtingsnota en de stedenbouwkundige voorschriften, voorlopig vast te stellen. Art. 2. Het ruimtelijk uitvoeringsplan zonevreemde bedrijven volgens de toepasselijke regelgeving te onderwerpen aan bekendmaking. Art. 3. Deze beslissing ter kennis te brengen en van de Gouverneur van de Provincie Oost-Vlaanderen via de overzichtslijst zoals bedoeld in artikel 252 1 van het gemeentedecreet. 5.VOORLOPIGE VASTSTELLING VAN HET RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN ZONEVREEMDE SPORT EN RECREATIE. De Gemeenteraad, Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, inzonderheid titel II, hoofdstuk 2. Ruimtelijke uitvoeringsplannen; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 11 mei 2001 tot aanwijzing van de instellingen en administraties die adviseren over voorontwerpen van ruimtelijke uitvoeringsplannen; Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 11 april 2008 tot vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de vorm en de inhoud van de ruimtelijke uitvoeringsplannen; Gelet op de omzendbrief RO 97/02 van 14 maart 1997 over het gemeentelijk structuurplanningsproces; Gelet op het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV); Gelet op het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan van de provincie Oost-Vlaanderen (PRS); Overwegende dat de Vlaamse decreetgever elke gemeente de taak oplegt om een gemeentelijk ruimtelijk structuurplan vast te stellen, waarbij het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan zich richt naar het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en naar het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan van de provincie waarbinnen de gemeente ligt;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 3 mei 2011 houdende definitieve aanvaarding van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan; Gelet op het goedkeuringsbesluit van 8 september 2011 van de Deputatie van de Provincieraad over het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van Moerbeke met in acht name van de geciteerde overwegingen en uitsluitingen conform artikel 2.1.16 9 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening; Overwegende dat het college van burgemeester en schepenen belast is met het opmaken van gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen en de nodige maatregelen moet nemen om tot opmaak over te gaan; Gelet op het besluit van 21 november 2011 van het college van burgemeester en schepenen met betrekking tot de prioriteitenlijst voor de opmaak van de ruimtelijke uitvoeringsplannen in uitvoering van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan als volgt: 3) Site suikerfabriek 4) Zonevreemde bedrijven (met en zonder planologisch attest), zonevreemde woningen en zonevreemde bijgebouwen; Gelet op het voorstel van prioriteitenlijst vastgesteld door de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening (GECORO) in haar vergadering van 12 januari 2012; 5. Site suikerfabriek 6. Zonevreemde bedrijven (met en zonder planologisch attest), woningen en bijgebouwen 7. Tuinbouwbedrijven 8. Zonevreemde sport en recreatie; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 31 januari 2012 waarbij, in navolging van het advies van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening (GECORO) van 12 januari 2012, aan het college van burgemeester en schepenen de opdracht wordt gegeven om de nodige maatregelen te nemen om over te gaan tot de opmaak van de ruimtelijke uitvoeringsplannen conform de volgende prioriteiten: 5. Site suikerfabriek 6. Zonevreemde bedrijven (met en zonder planologisch attest), woningen en bijgebouwen 7. Tuinbouwbedrijven 8. Zonevreemde sport en recreatie; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 23 oktober 2012 waarbij in navolging van het advies van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening (GECORO) van 2 augustus 2012, beslist wordt om aan het college van burgemeester en schepenen de opdracht te geven om de nodige maatregelen te nemen om over te gaan tot de opmaak van de ruimtelijke uitvoeringsplannen conform de volgende prioriteiten: 6. Site suikerfabriek; 7. Zonevreemde bedrijven (met en zonder planologisch attest), woningen en bijgebouwen; 8. Tuinbouwbedrijven; 9. Zonevreemde sport en recreatie. 10. Horecacluster Eksaardedam-Meersdael.
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 13 november 2012 houdende goedkeuring van de gunningwijze en het lastenboek goed voor de aanduiding van een ontwerper voor de opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan zonevreemde sport en recreatie; Gelet op het besluit van 5 maart 2013 van het college van burgemeester en schepenen houdende gunning van de opdracht opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan zonevreemde sport en recreatie aan de firma IRTAS uit Sint-Niklaas; Gelet op het ontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan zonevreemde sport en recreatie zoals opgemaakt door IRTAS; Overwegende dat het advies werd ingewonnen van: - GECORO Moerbeke - Deputatie Oost-Vlaanderen - Departement Ruimte Vlaanderen te Gent - Departement Ruimte Vlaanderen te Brussel - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie, dienst Veiligheidsrapportage - Departement Landbouw en Visserij - Agentschap voor Natuur en Bos - Agentschap Onroerend Erfgoed - Agentschap Wegen en Verkeer - Toerisme Vlaanderen - BLOSO - Polder Moerbeke Gelet op de plenaire vergadering van 13 oktober 2014, Besluit met unanimiteit van stemmen. Art. 1. Het ruimtelijk uitvoeringsplan zonevreemde sport en recreatie bestaande uit de plannen, de toelichtingsnota en de stedenbouwkundige voorschriften, voorlopig vast te stellen. Art. 2. Het ruimtelijk uitvoeringsplan zonevreemde sport en recreatie volgens de toepasselijke regelgeving te onderwerpen aan bekendmaking. Art. 3. Deze beslissing ter kennis te brengen en van de Gouverneur van de Provincie Oost-Vlaanderen via de overzichtslijst zoals bedoeld in artikel 252 1 van het gemeentedecreet. 6.SAMENWERKINGSOVEREENKOMST VOOR DE AANLEG VAN EEN FIETSPAD LANGE AFSTAND OP OUDE SPOORWEGBEDDING MOERBEKE- WACHTEBEKE. De Gemeenteraad, Gelet op het gemeentedecreet;
gelet op het initiatief om de oude spoorwegbedding tussen Moerbeke en Wachtebeke om te vormen tot lange afstandsfietspad (LAF) waarbij de provincie optreedt als bouwheer; Gelet op de unieke verantwoordingsnota LAF 2012-011 zoals opgemaakt door de provincie; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 25 november 2014 houdende goedkeuring van de aanleg van het lange afstandsfietspad en de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning; Gelet op het ontwerp van samenwerkingsovereenkomst tussen de provincie en de gemeentebesturen van Wachtebeke en Moerbeke; Overwegende dat de deputatie en het college van burgemeester e n schepenen van Wachtebeke de overeenkomst reeds ondertekend hebben en deze nu ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de gemeente Moerbeke; Gelet op de bevoegdheid van de gemeenteraad; Gelet op de tussenkomst van fractie Sp.a-Groen: We gaan akkoord met het aangaan van deze samenwerkingsovereenkomst. We veronderstellen dat op dat fietspad ook fietssluizen zullen komen en in dit verband hebben we twee opmerkingen : De fietssluizen moeten altijd als buffer dienen om fietsers af te remmen en er hun attent op te maken dat er een weg moet overgestoken worden. Ze zijn een goed initiatief om de fietser zijn verkeersveiligheid te optimaliseren. Daarom vinden we het gedeeltelijk verwijderen gedurende een langere periode van de fietssluizen tijdens de donkere wintermaanden geen goede zaak. Ook dit jaar gebeurde dit op de oude spoorwegbedding van de bibliotheek naar Klein-Sinaai en staan de sluizen al maanden gedeeltelijk open. We begrijpen dat dit gebeurt om de doorgang van het toestel waarmee de spoorwegbedding ijs-en sneeuwvrij wordt gehouden te vrijwaren. Dit zou strikt beperkt moeten blijven tot de momenten dat de fietsweg effectief ijs-en sneeuwvrij dient gemaakt te worden. Voor de aankoop van de fietssluizen voor het nieuwe fietspad naar Wachtebeke stellen we voor om vooraf rekening te houden met de noden om het ijs- en sneeuwvrij te maken. Ouders signaleren ons ook een gevaarlijk gedrag van kinderen aan de Moerhofstraat. Nu de fietssluizen daar zijn weggenomen worden ze onmiddellijk geconfronteerd met een zebrapad en voor sommigen betekent dit dat ze zomaar kunnen doorrijden. Het geeft hen een vals gevoel van veiligheid. Het is daar bovendien een druk punt, ook door het af en aanrijden van gebruikers van de sportterreinen. We dringen aan op bijkomende signalisatie en verkeersremmende maatregelen voor het autoverkeer in de Moerhofstraat. Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen, Besluit met unanimiteit van stemmen.
Art. 1. De samenwerkingsovereenkomst voor de aanleg van een fietspad lange afstand op oude spoorwegbedding Moerbeke-Wachtebeke tussen de Provincie Oost- Vlaanderen, de gemeente Wachtebeke en de gemeente Moerbeke, zoals gevoegd in bijlage, goed te keuren. Art. 2. Het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de ondertekening van de overeenkomst. Art. 3. Een voor eensluidend verklaard uittreksel van deze beslissing te bezorgen aan het provinciebestuur, dienst mobiliteit, directie ruimte en aan het gemeentebestuur van Wachtebeke en deze beslissing ter kennis te brengen en van de Gouverneur van de Provincie Oost-Vlaanderen via de overzichtslijst zoals bedoeld in artikel 252 1 van het gemeentedecreet. 7.OVERDRACHT OVERSTORTLEIDING AAN AQUAFIN NV. De Gemeenteraad, Gelet op het gemeentedecreet; Gelet op de wet van 26 maart 1971 inzake de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging; Overwegende dat Aquafin in het kader van het investeringsprogramma van de VMM van 2001 de opdracht kreeg om project 20.268 KWZI Moerbeke-Kruisstraat uit te voeren; Overwegende dat de overstortleiding aan de Ooststraat, gelegen op het perceel kadastraal gekend onder 1 e afdeling, sectie K, nr. 24B, een essentieel onderdeel vormt van project 20.268 KWZI Moerbeke-Kruisstraat ; dat de overstortleiding nu nog eigendom is van de gemeente; Overwegende dat er ten gunste van Aquafin een erfdienstbaarheid van toe- en doorgang werd gevestigd bovenop de overstortleiding; Overwegende dat door de overname van voormelde overstortleiding, de Aquafininfrastructuur één aansluitend geheel vormt waardoor Aquafin het beheer, inclusief het onderhoud, zal ten laste nemen en de gemeente ontslagen wordt van alle verplichtingen; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 5 juli 2011 houdende goedkeuring van de ontwerp van overeenkomst, het grondinnemingsplan en de beschrijving van de over te nemen infrastructuur en erfdienstbaarheid, zoals opgemaakt door Aquafin; Gelet op de brief van 9 december 2014 van notaris Wim Van Damme uit Lochristi met het ontwerp van akte overdracht en het ontwerp van akte vestiging erfdienstbaarheid; Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen, Besluit met unanimiteit van stemmen.
Art. 1. Goedkeuring te verlenen aan het ontwerp van akte van overdracht van infrastructuur aan Aquafin, meer bepaald een overstortleiding aan de Ooststraat, inclusief het bijgevoegd plan. Art. 2. Goedkeuring te verlenen aan het ontwerp van akte van vestiging van erfdienstbaarheid in uitvoering van de akte overdracht zoals vermeld in artikel 1. Art. 3. De burgemeester en de gemeentesecretaris te machtigen beide akten te ondertekenen. Art. 4. Een voor eensluidend verklaard uittreksel van deze beslissing toe te zenden aan Aquafin en deze beslissing ter kennis te brengen van de Gouverneur van de Provincie Oost-Vlaanderen via de overzichtslijst zoals bedoeld in artikel 252 1 van het gemeentedecreet. 8.VOORDRACHT INTERWAAS ALS LOKALE ENTITEIT VAN HET FONDS TER REDUCTIE VAN DE GLOBALE ENERGIEKOST (FRGE). De Gemeenteraad, Gelet op het gemeentedecreet: Gelet op het decreet van 6 juli 2001 houdende intergemeentelijke samenwerking, zoals laatst gewijzigd bij decreet van 18 januari 2013; Gelet op de omzendbrief van 11 januari 2002 betreffende de toepassing van het decreet van 6 juli 2001 houdende intergemeentelijke samenwerking: Gelet op de omzendbrief BB 2013/5 van 19 april 2013 betreffende de wijzigingen aan het decreet intergemeentelijke samenwerking, in het bijzonder met betrekking tot het bestuurlijk toezicht en wijzigingen aan het uitvoeringsbesluit van 4 juni 2004, in het bijzonder met betrekking tot presentiegelden; Gelet op de toetreding van onze gemeente tot het Intergemeentelijk Samenwerkingsverband Interwaas (gemeenteraadsbesluit van 25 februari 2014); Gelet op de erkenning van het Intergemeentelijk Samenwerkingsverband van het Land van Waas Interwaas als lokale entiteit voor het FRGE ( het Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost) zoals voorzien in de Samenwerkingsovereenkomst tussen het Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost en Interwaas d.d. 26 april 2010; Gelet op de regionalisering van het FRGE in het kader van de 6 de staatshervorming waarbij per 1 juni 2014 het Vlaams gewest bevoegd is geworden en op 1 januari 2015 in de rechten en plichten treedt van het FRGE; Gelet op de beslissing van de Raad van Bestuur van het FRGE d.d. 23 oktober 2014 tot verlenging van de samenwerkingsovereenkomsten met de lokale entiteiten tot 31 december 2015 in afwachting van de uitwerking van de geregionaliseerde bevoegdheid door het Vlaams gewest;