CONFERENTIE VAN DE COMMUNISTISCHE PARTIJEN VAN DE ZES EEG-LANDEN. BRUSSEL, *f tot 6 MAART 1963

Vergelijkbare documenten
RECENTE ONTWIKKELINGEN IN DE VERHOUDING VAN HET WERELDVAKVERBOND TOT HET CENTRUM (DE EVC-1938) EN DE "OUDE" EVC.

Behoort bij schrijven no Dit exemplaar bestaat uit 5 blz. NEDERLAND

BUITENLANDSE CONTACTEN VAN DE CPN. S_a_m_e_n_v_a_t_t_i_n_g

LANDELIJKE CONFERENTIE VAN DE SWP OP 1 en 2 OKTOBER 1960

INTERNATIONAAL COMITÉ TER BJSVOEDERING VAN DE HANDEL. S_a menvatting

CPN-AGITATIE IN DE KWESTIE BERLIJN

PACIFISTISCH SOCIALISTISCHE PARTIJ (P.S.P.).

fiud / SfiP B v u / uur

TRANSATLANTIC TRENDS 2004 NETHERLANDS

Binnenlandse Veiligheidsdienst

BESPREKING TUSSEN CPSÏÏ-VERTEGENWOORDIGERS EN EEN DELEGATIE VAN DE CPN. Samenvatting

Tekst van de artikelen 33 tot en met 37 met toelichting

HET ONTWERP BEGINSELPROGRAM VAM DE SWP.

TRACTATENBLAD VAN HET. JAARGANG 1993 Nr. 51. Verdrag betreffende de Europese Unie, met Protocollen; Maastricht, 7februari 1992

Plein 1813 nr. 4- 's-geavewhage. Onderwerp: Weekoverzicht.

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1994 Nr. 266

UITGEBOEKI V«^ ex. 29 AUG.19/8. AM S*JM la**u««uê «* Miaiatwr. m4 ik. r. r. « B*«ft, HUrtij ( ik ««3bü«U«iti« * iahmril 200,

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

VERGADERING VAN HET ALGEMEEN BESTUUR VAN DE NEDERLANDSE VREDESRAAL OP 5 NOVEMBER 1960

STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT

- 2, JUÜ. No. : HET HOOFD VAN DE DIENST ê, Aan Zijne Excellentie de Minister-President Plein 1813 no. kt

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Kijktip: Nieuwsuur in de Klas

REGLEMENT VAN ORDE VAN HET COMITÉ LANDBOUW- OF BOSBOUWTREKKERS

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

TRACTATENBLAD VAN HET. Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; (met Bijlagen) Rome, 25 maart 1957

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1988 Nr. 49

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1988 Nr. 94

(Mededelingen) EUROPEES PARLEMENT

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1995 Nr. 176

Hoofdstuk 5: Koude Oorlog en Dekolonisatie

Tijd van burgers en stoommachines De sociale kwestie.

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2004 Nr. 180

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 10: tijd van televisie en computer

DE ANTI-ATOOMBOM-ACTIE VAN DE NEDERLANDSE. Samenvattin

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een

Tweede Kamer, vergaderjaar , (R2114), nr. 9 2

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2004 (05.11) (OR. en) 14028/04 EUROPOL 50 JAI 409

HOUDING CPN IN HET CONFLICT MOSKOU-PEKIHG

/I ' J ' Behoort bij schrijven nr Ex. no. \t exemplaar b DE VIERDE INTERNATIONALE

TRACTATENBLAD VAN HET

COMMUNISTISCHE REACTIE OP DE WESTEUROPESE INTEGRATIE

Behoort bij schrijven no VERTROUWELIJK

Dr. J. TINBERGEN. 1===================== SAMENVATTING

'S-G R AVE N H AG E. 9 k APR iqc"7 /J 4 i*^7 Datum: </~&'

Archief Jan de Boo

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Samenvatting Geschiedenis Koude oorlog h1 en h2

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

VERKLARING VAN ROME V. GISCARD

OPRICHTINGSAKTE VAN DE EURO-LATIJNS-AMERIKAANSE PARLEMENTAIRE VERGADERING 1 INLEIDING

Beginselverklaring van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie, 1980

REGLEMENT VAN ORDE VAN HET TECHNISCH COMITÉ MOTORVOERTUIGEN. Vastgesteld op 26 november 2013 Herziene versie vastgesteld op 30 oktober 2018

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

... /... Samenvatting door de Voorzitter van de vverkzaamheden. van de Europese Raad Maastricht - 23/24 maart 1981

Tweede Kamer der Staten-Generaal

) ja. i té -2 NOOQOÏ. .: "Cbnünün sti8c Le actie t.egën./de legering van düitèe 'tï*öepen in

ONDERHANDELINGEN OVER DE TOETREDING VAN BULGARIJE EN ROEMENIË TOT DE EUROPESE UNIE

DE WERELDV5EDESRAAD EN HET DUITSE VRAAGSTUK.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 februari 2003 (10.03) (OR. en) 6927/03 CRIMORG 16

Brussel, 29 juni 2001 (OR. en) ASSOCIATIE TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN REPUBLIEK TSJECHIË UE-CZ 1710/01

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document.

GEHEIM Dit ex. bestaat uit 10 blz.

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op:

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

DE PUBLIEKE OPINIE EN HET EUROPA VAN DE DEFENSIE: Resultaten van een Europese opiniepeiling

Examenopgaven VMBO-KB 2004

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275

EURO-MEDITERRAAN PARLEMENTAIR FORUM

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 juli 1999 (07.09) (OR. en) 10456/99 LIMITE DROIPEN 5

SUBSIDIARITEIT. Gelet op artikel 92bis, 1, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen ;

De Koude Oorlog: het begin (les 10 6des) Geschiedenis 6MEVO-6EM-6EI-6IW VTI Kontich

5,7. Opdracht door een scholier 1331 woorden 3 december keer beoordeeld. Geschiedenis. Wat staat er in dit werkstuk?

t o t de Europese v e r h o u d i n g t o t de VS en de NAVO z i j n

LANDELIJKE CONFERENTIE VAN DE BROGGROEP. (Amsterdam 10 en 11 januari 1959)

11558/02 jv 1 DG G I

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 14 april 2009 en bij het secretariaat ingeboekt op 15 april 2009 onder nummer

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 22 september 2004 (23.09) (OR. fr) 12609/04 FISC 163. VOORSTEL de Commissie d.d.: 20 september 2004 Betreft:

PROTOCOL 3. Instelling en werkwijze van het Europees Comité voor de opstelling van standaarden voor de binnenvaart CESNI. Besluit

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 19 september 2000 (22.09) (OR. en) 11502/00 Interinstitutioneel dossier: 98/0243 (COD) LIMITE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 april 2002 (02.05) (OR. en) 8318/02 LIMITE PROCIV 16 FSTR 3

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 december 2006 (OR. en) 16647/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/194 (CNS) REGIO 70 FIN 673

8620/01 AL/td DG H I NL

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

5. Protocol tot vaststelling van het statuut van de. Europese Investeringsbank

Koude Oorlog. SE 3 Tijdvak 1 AVONDMAVO MIDDAGMAVO GESCHIEDENIS Deze toets bestaat uit 38 vragen

11 * o. V f, 4, i «, ^, 4, 4, T.f 4 -,;

Embargo tot de datum waarop deze toespraak wordt gehouden / toetsen aan deze datum

5 november ,oort bij schrijven no. HET WERELDVAKVERBOND IN DE STRIJD TUSSEN "OUDE" EVC EN EVC-1958.

Bijlage VMBO-KB. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 2. Bronnenboekje. KB-0125-a-12-2-b

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

VERENIGING VOOR DE VERENIGDE NATIES BRUSSEL Identificatienummer 7401/77

Verordening (EG) nr. 1968/2006 van de Raad. van 21 december 2006

Transcriptie:

Behoort bij schrijven no. 678,865 Ex. no. I)- Dit exemplaar bestaat uit 8 blz. CONFERENTIE VAN DE COMMUNISTISCHE PARTIJEN VAN DE ZES EEG-LANDEN BRUSSEL, *f tot 6 MAART 1963 S a m e n v a t t i n Van ^f-6 maart 1963 werd in Brussel een conferentie van de communistische partijen van de EEG-landen gehouden ter bespreking van de problemen rond de Europese economische integratie. Een soortgelijke conferentie vond in april 1959 in de Belgische hoofdstad plaats. Na afloop van de thans gehouden bijeenkomst werd een gemeenschappelijke Verklaring uitgegeven. Blijkens dit document spraken de zes partijen zich uit voor "democratisering" van de huidige E2G. Het is nog niet duidelijk in hoeverre de Franse communisten, die voorheen nogal sceptisch tegenover de mogelijkheid daartoe bleken te staan, hun reserves op dit punt hebben laten varen. Wellicht heeft het Franse standpunt aan scherpte verloren sedert de totstandkoming van de as "Bonn-Pari js'!. Ook in de Verklaring werd deze alliantie als een nieuw gevaar voor "klein Europa" aan de kaak gesteld. De CPN, die in Brussel was vertegenwoordigd door de partijbestuurders! j. Jager, K. S.tek en W. Kremer, heeft weinig aandacht aan de conferentie besteed. In de samenvatting, welke "De Waarheid" van de Brusselse Verklaring gaf, ontbreken met name die elementen, welke van een zekere realiteitszin tegenover de EEG getuigen. Het feit, dat de CPN in haar "eenheidsstellingen" van 23 november 1962 voor Nederland uittreding uit de EEG verlangde, zal aan deze houding niet vreemd zijn. De CPW-leiding concentreert haar aandacht thans vooral op de bestrijding van de as Bonn-Parijs. Zij ziet hierin een nieuwe mogelijkheid om haar streven naar eenheid van actie met de socialisten kracht bij te zetten.

Behoort bij schrijven no. 678.865 CONFERENTIE VAN DE COMMUNISTISCHE PARTIJEN VAH DE ZES EEG-LANDEH BRUSSEL, k tot 6 MAART 1963 Op een conferentie van marxistische theoretici over de EEG die in augustus/september 19^2 te Moskou is gehouden, is gewezen op de wenselijkheid van nauwere samenwerking van de CP-en uit de EEG-landen. Dit heeft geleid tot een initiatief van de CP-en van Frankrijk en Italië" een conferentie van de partijen van de zes EEG-landen bijeen te roepen in dezelfde geest als de conferentie die deze partijen in april 1959 te Brussel over de kwestie van de Europese economische integratie hebben gehouden. Op 9 februari 19&3 werd te Berlijn een vóórvergadering belegd. De conferentie zelf werd gehouden te Brussel van k tot 6 maart. Elke partij was uitgenodigd twee of drie vertegenwoordigers te zenden. De CP-Groot-Brittannië zond een "waarnemer". De discussie-grondslag voor de conferentie was voorbereid door de CP-België. Na afloop van de conferentie werd een weinigzeggend communiqué gepubliceerd alsmede een Verklaring. Er werd ook een persconferentie gegeven. De Verklaring De EEG in handen van de monopolies De Europese economische integratie wordt in de Verklaring - overeenkomstig de analyse die hiervan door de marxistische theoretici in augustus 1962 te Moskou is gegeven - uitgelegd als een krampachtige poging van het monopoliekapitaal zich te handhaven onder omstandigheden waarin socialisering van de eigendom een gebiedende eis is. De technische vooruitgang en de ontwikkeling van de productiekrachten, zo stelt de Verklaring vast, nopen tot internationalisatie van het economische leven. De EEG is echter een vorm van integratie waardoor een bepaalde groep monopolies deze internationalisatie tracht te beperken in het belang van eigen economische en militaristische doelstellingen en is als zodanig een instrument in de koude oorlog. De EEG heeft niet geleid tot de welvaartsverhoging, die bij haar

Behoort bij schrijven no. 678.865-2 - oprichting in het vooruitzicht is gesteld. De arbeiders hebben hun verworvenheden vaak weer verloren zien gaan tengevolge van prijsstijgingen en met name de kleine zelfstandigen en de boeren worden door de politiek van de monopolies in hun bestaan bedreigd. De EEG, aldus de Verklaring, vormt in feite het economische fundament van het Atlantisch Pact. Zij houdt daarom een gevaar in voor de wereldvrede. Dit is bijzonder duidelijk geworden sinds de totstandkoming van de as Bonn-Parijs, die wellicht.doorgetrokken zal worden naar Madrid, Omdat een werkelijke internationalisatie van het economisch leven in het belang zou zijn van de arbeidersklasse moet de beperking van de internationalisatie door de monopolies ook gezien worden als een aanslag op het welvaartspeil van deze klasse, Richtlijnen voor de strijd voor de vrede en tegen de monopolies De arbeiders van de EEG-landen hebben daarom een dubbele taak. Zij zullen zich in de eerste plaats moeten inspannen voor het behoud van de vrede die door de samenzweringen van de monopolies in gevaar wordt gebracht; zij zullen zich in de tweede plaats dienen te verzetten tegen de aanslagen op hun welvaartspeil en op hun democratische rechten. In de Verklaring wordt gesteld, dat de strijd voor de vrede vooral geconcentreerd moet worden op de eis tot algemene ontwapening en het verbod op het nemen van kernproeven. Het sluiten van een niet-aanvalsverdrag tussen de NAVO en de landen van het Warschau-pact wordt voorgesteld als een belangrijke bijdrage tot de ontspanning in Europa. Ook de Duitse kwestie dient te worden opgelost, en wel op basis van de redelijke voorstellen die daartoe van de zijde van de Duitse Democratische Republiek zijn gedaan. In het algemeen zullen de communisten zich dienen te beijveren voor de versterking van de vredesbeweging en door de vereniging van alle vredeskrachten van de zes EEG-landen. Het belangrijkste gedeelte van de Verklaring is wel dat, waarin

J, * Behoort bij schrijven no. 678.865-3 - de verschillende aspecten van de strijd voor de economische en democratische rechten van de arbeidersklasse worden aangeduid. Gesteld wordt: 1) De arbeidersklasse en de andere democratische krachten dienen alle tegenstanders van de banken en de trusts te verenigen met het doel de rechten van het volk uit te breiden en de macht van de monopolies te beperken door nationalisaties of met andere middelen. 2) Er moet geëist worden, dat de nationale volksvertegenwoordigingen ten aanzien van de supranationale organen het recht van controle en het recht van initiatief krijgen. 3) Tegelijkertijd dienen de parlementaire en vakbondsvertegenwoordigingen zich zonder discriminatie in de vergaderingen van de EEG te kunnen doen horen. De Verklaring besluit met een oproep tot eenheid van actie van communisten en socialisten, van alle arbeiders en democratische krachten voor het behoud van de vrede en de uitbreiding van de democratie. Commentaar De Westeuropese economische integratie wordt in de analyses van communistische zijde gewoonlijk vanuit drie gezichtspunten bezien, t.w. a. in verband met de huidige economische en politieke verhoudingen; b. de gevolgen ervan voor de welvaart van de arbeidende klasse in de verschillende landen; c. op welke wijze de integratie zelf dan wel haar kwalijke aspecten en ongunstige gevolgen kunnen worden bestreden. ad a: Met betrekking tot de interpretatie van de EEG stemmen de analyses gewoonlijk wel overeen. Tijdens de persconferentie na afloop van de Brusselse conferentie zei de Italiaan Pajetta hierover: "De economische integratie beantwoordt aan objectieve vereisten van de ontwikkeling van de productiekrachten. Het heeft dus geen zin de vraag te stellen of men voor of tegen economische integratie 'op zich' is". De huidige vorm van Europese integratie dient echter volgens de communisten te worden gezien als een "samenzwering van het monopoliekapitaal"

Behoort bij schrijven no. 678.865 die uitbuiting van de arbeiders en economisch-militaire machtsvorming ten doel heeft. ad b: Ten aanzien van de gevolgen van de EEG voor het welvaartspeil van de arbeiders lopen de meningen uiteen, zoals ook Pajetta tijdens de persconferentie nog even benadrukte. Uit de Verklaring blijkt weinig van dit verschil in inzicht. De strekking van een desbetreffende passage is wel, dat de arbeiders bij de Europese integratie nauwelijks iets hebben gewonnen. Het is merkwaardig dat de Italiaanse afgevaardigden het daarmee eens zouden zijn geweest. (Tijdens de persconferentie verklaarde Pajetta dat allen het - niet alleen alinea voor alinea, maar zelfs komma voor komma - met de tekst van de Verklaring eens waren.) De Italiaanse communisten hebben tegenover de Franse immers altijd volgehouden, dat de Europese integratie heeft bijgedragen tot de verhoging van het welvaartspeil van de (Italiaanse) arbeiders. ad ei Met betrekking tot de "strijd tegen de EEG" zijn eveneens tegenstrijdige meningen te beluisteren geweest, zowel b.v. tijdens de conferentie van de Marxistische theoretici te Moskou van augustus/september 1962 als tijdens de WVV-conferentie te Leipzig van december 1962. De gedachte dat de EEG een schakel zou kunnen zijn in de ontwikkeling van de kapitalistische naar een socialistische maatschappij (Chroestsjow), zij het dan, dat haar politiek en haar instellingen gedemocratiseerd zouden moeten worden, heeft tot nu toe geen genade kunnen vinden bij de Franse communisten en bij een belangrijke stroming in het WVV. De meest fervente verdedigers van de mogelijkheden voor een dergelijk "democratisch alternatief" zijn wel de Italianen. Blijkens de Verklaring hebben de CP-en van de zes EEG-landen zich, zoals reeds werd opgemerkt, uitgesproken voor democratisering van de EEG. In hoeverre de Franse communisten nog reserve hebben ten aanzien van de mogelijkheden voor dit "democratisch alternatief" is niet duidelijk. Wellicht heeft het Franse standpunt aan scherpte verloren sinds de totstandkoming van de "as Bonn-Parijs". Het is niet onmogelijk, dat de vrees voor deze "fascistische" alliantie sterker is geworden dan de afkeer van de EEG die tegen deze alliantie een tegenwicht zou kunnen vormen.

s... J, Behoort bij schrijven no. 678.865-5 - Houding CPN Besteedde de CPN in 1959 reeds weinig aandacht aan de toenmalige conferentie van de zes partijen in Brussel, in nog minder mate was dit het geval ten aanzien van de begin maart j.l. aldaar gehouden vergadering. Reeds in januari bleek, dat het CPN-secretariaat weinig heil zag in een dergelijke bijeenkomst. Het partijbestuurslid W. Kremer, die de voorbespreking in Oost- " Berlijn op 9 februari j.l. bijwoonde, had daarom de status van "waarnemer" verkregen en het consigne ontvangen geen bindende afspraken te maken. Kremer maakte ook deel uit van de CPN-delegatie, welke de jongste Brusselse conferentie bijwoonde. De andere CPN-vertegenwoordigers waren de partijbestuurders Tjalle Jager( lid Dagelijks Bestuur CPN en tevens lid Tweede Kamer) en Koert Stek (agrarisch "expert" van de partij), Met dat al zond de CPN bepaald geen sterke afvaardiging naar de Belgische hoofdstad. Aangezien het genoemde trio als trouwe volgelingen van De Groot kan worden beschouwd, behoefde de laatste in principe weinig bevreesd te zijn voor politieke deviaties van hun kant t.a.v. de door de CPN inzake de EEG voorgestane koers. Overeenkomstig de op 23 november 1962 gepubliceerde stellingen inzake de eenheidspolitiek houdt deze voor Nederland o.m. in uittreding uit de EEG, Niettemin is de Nederlandse delegatie, die de Verklaring van Brussel mede ondertekende, daarmede toch enigermate overstag gegaan. In het slotdocument van de conferentie is immers geen sprake van enige eis tot uittreding uit de EEG. In tegendeel: men ging in Brussel in zekere zin uit van de realiteit van de Euromarkt. "Waarheid"-berichtgeving Op 9 maart publiceerde het CPN dagblad een sterk verkorte weergave van de ter conferentie door de "zes" aanvaarde "Verklaring". Het valt op, dat vooral die zinsneden zijn overgenomen, waarin de

Behoort bij schrijven no. 678,865 _ 6 - EEG op negatieve wijze wordt belicht. Zo is uitvoerig stil gestaan bij "de beperking van de democratische rechten van de arbeiders en de parlementaire instellingen" door het optreden van de EEG en bij de vele "onvervulde beloften" van deze Gemeenschap. Bovenal wordt echter aandacht besteed aan de as Bonn-Parijs, welke een nieuw en gevaarlijk element binnen de EEG wordt genoemd. In dit verband wordt ook gewezen op het dreigende gevaar van opneming van "het fascistische Spanje" in NAVO en Euromarkt. Een gemeenschappelijke actie van communisten en socialisten tegen deze ontwikkeling wordt van essentieel belang geacht. Belangwekkender is anderzijds hetgeen "De Waarheid" in haar samenvatting van de slotverklaring niet vermeldt. Dat blijken namelijk juist de elementen te zijn, waarin sprake is van een zekere erkenning van de realiteit van de EEG ("de objectieve tendens tot internationalisatie van het economisch leven"). Zo worden de voor de communistische partijen in West-Europa gestelde taken, genoemd in de vorenstaande analyse van de Brusselse Verklaring, verzwegen. Partijbestuurszitting Ook in de resolutie van een onlangs aan de EEG gewijde partijbestuurszitting (gepubliceerd in "De Waarheid" van 21 maart jl.) wordt alleen gewag gemaakt van die Brusselse uitspraken, welke in de CPNkraam van pas komen. Het feit, dat de Verklaring van Brussel in de CPN-resolutie "van groot belang" wordt geacht, krijgt in dit licht dan ook wel een zeer twijfelachtige betekenis. Uit het CPN-document blijkt niets van enige "realiteitszin" t.a.v. de EEG. Anderzijds wordt de tot voor kort gehandhaafde eis van uittreding uit de EEG thans niet gesteld. Commentaar Het is duidelijk, dat de Brusselse verklaring voor wat betreft haar visie op de EEG als "realiteit", de CPN-leiding in moeilijkheden heeft gebracht.

Behoort bij schrijven no. 678.865-7 - Men kan zich dan ook afvragen in hoeverre de partijleiding in november 1962 een politieke misslag beging door te stellen, dat de door de CPN gepropageerde politiek van staatkundige neutraliteit niet alleen uittreden van ons land uit de NAVO, maar ook uit de EEG noodzakelijk maakte. De Groot c.s. zijn met deze stellingname misschien dan ook wat voorbarig en te rechtlijnig geweest, al zou de overneming van deze leuzen in de "Prawda" van 1 december 1962 er op kunnen duiden, dat de CPN, althans voor dat moment, geen politieke fout beging. Trouwens, ook de PCF en de PCI huldigden t.a.v. de EEG uiteenlopende standpunten. Afgewacht dient te worden of de CPN-leiding zich in de naaste toekomst metterdaad aan de Verklaring van Brussel zal conformeren; ook in die zin, dat zij haar eis inzake uittreding uit de EEG zal laten vallen. Deze eis werd laatstelijk uitdrukkelijk onder woorden gebracht in een artikel van de redacteur-buitenland van "De Waarheid1,' G, Verrips, in het theoretisch partijorgaan "Politiek en Cultuur" van maart 1963. In dit artikel, gedateerd 10 februari 19^3) wordt als voornaamste bijdrage voor ons land aan de vrede in Europa gesteld: "losraaking van Nederland uit de boeien van NAVO en EEG". De scribent plaatste hiertegenover als alternatief opnieuw de staatkundige neutraliteit van ons land, waarvoor de Sowjet-Unie zich garant zou willen stellen. In "De Waarheid" werd de bewuste CPN-eis het laatst duidelijk gesteld op 9 februari j.l. Het is te verwachten dat de CPN haar agitatie in de komende tijd zal concentreren op de bestrijding van de "as Bonn-Parijs-(Madrid)" en tegelijk zal voortgaan met het signaleren van de gevaren, welke de arbeiders van de zijde der monopolies bedreigen. Hiermede beoogt de partij tevens haar "eenheidspolitiek" ten opzichte van de socialisten te ondersteunen, thans koersend op de vorming van een zgn. anti-fascistisch Volksfront. 1 april 1963