Persbericht Vereniging Energie-Nederland Den Haag, 3 oktober 2011 Energie-Nederland: Deze Green Deal is een belangrijke stap voor de verduurzaming van de Nederlandse energievoorziening de komende decennia Energie-Nederland, de branche-organisatie van energiebedrijven in Nederland, is tevreden dat er een Green Deal is gesloten met het kabinet over de verduurzaming van de energievoorziening. Hans Alders, voorzitter van Energie-Nederland: Deze Green Deal is een belangrijke stap voor de verduurzaming van de energievoorziening. Overheid, leveranciers en producenten van energie gaan gezamenlijk een nieuwe impuls geven aan de verduurzaming. Door de introductie van het verplicht aandeel duurzaam in 2015, bepaalt de overheid het aandeel groene stroom dat uit het stopcontact komt. De overheid heeft daarmee de sleutel in handen in welk tempo de verduurzaming de komende decennia plaatsvindt en maakt maximaal gebruik van concurrentie en marktwerking. ECN heeft becijferd dat de extra kosten die zijn gemoeid met duurzame energie tot 2020 daardoor minstens een miljard euro lager uitvallen in vergelijking met het verstrekken van subsidies. De Green Deal betekent een trendbreuk met het verleden: de overheid stopt vanaf 2015 definitief met subsidiering van duurzame energie die bijna rendabel is. In plaats daarvan worden energieleveranciers wettelijk verplicht een bepaald aandeel duurzame elektriciteit te leveren en zullen de producenten van duurzame elektriciteit worden verplicht te zorgen voor voldoende aanbod. Leveranciers kopen de duurzaam opgewekte stroom in en verdisconteren de extra kosten in de energieprijs. De leveranciers en producenten zullen, vanwege concurrentie, hun best doen de extra kosten zo laag mogelijk te houden, waardoor de kosten lager uitvallen dan via subsidiëring. Meer wind en biomassa Voorlopig zullen biomassa en wind in Nederland de belangrijkste duurzame energievormen zijn. In de Green Deal zijn daarom ook afspraken gemaakt hoe deze vormen de komende jaren een verdere groei kunnen doormaken. Hans Alders Voor zowel biomassa als wind op land zet de Green Deal een duidelijke koers uit. Bij biomassa is deze gericht op het vergroten van het aandeel biomassa dat in kolencentrales wordt bijgestookt. Voor wind op land ligt de focus op vlottere vergunningverlening en het vinden van nieuwe locaties. Voor wind op zee is naar de mening van de energiebranche meer ambitie nodig en ook mogelijk dan in de Green Deal is verwoord. Nu is bestendigd dat wind op zee een belangrijke rol speelt binnen de aanpak van de Topgebieden. Daarnaast wordt bekeken of binnen de bestaande wind op zee-beschikkingen er ruimte is voor een eerste pilot-project. Wat ons betreft hadden we met de overheid concrete afspraken gemaakt om vanaf 2015 te starten met wind op zee onder het verplicht aandeel duurzaam.
Intensivering energiebesparing Energiebesparing in de bestaande bouw krijgt meer aandacht. De afgelopen jaren heeft de energiebranche in samenwerking met de installatiebranche en de bouwbranche het aanbod van energiebesparingsdiensten georganiseerd binnen het nationaal energiebesparingsprogramma Meer met Minder. Om de vraag naar deze diensten verder op gang te helpen krijgt het energielabel een steeds belangrijkere rol. Uitgangspunt is dat huiseigenaren er baat bij hebben dat hun woning een zo hoog mogelijk energielabel krijgt als praktisch mogelijk en rendabel is. Hans Alders: In de herijking van de energiebesparingsconvenanten - die nog dit jaar plaatsvindt -zal nadrukkelijk worden gestreefd naar intensivering van energiebesparing en de daarbij behorende rol voor alle betrokkenen: huiseigenaren, energiebedrijven en overheden. Ook bevat de Green Deal afspraken over stimulering van energiebesparing, elektrische vervoer, kleinschalige decentrale opwekking, de inzet van groen gas, de introductie van de slimme meter en afvang en opslag van CO2 (CCS). Over Energie-Nederland Energie-Nederland is de belangenbehartiger van vrijwel alle energiebedrijven die actief zijn op de Nederlandse markt. Energie-Nederland is eind 2010 ontstaan uit de fusie van EnergieNed en de Nederlandse Vereniging voor Marktwerking in Energie, de VME. Bijlage: - Hoofdpunten Green Deal Energie Pagina 2/5 3 oktober 2011
Hoofdpunten Green Deal Energie Introductie wettelijke verplichting aandeel duurzame elektriciteit - Doel: volledige verduurzaming van de energievoorziening en voldoen aan de duurzaamheidsverplichtingen die Nederland in Europees verband is aangegaan: 14% duurzame energie in 2020, wat neer komt op 35% duurzame elektriciteit van het Nederlandse verbruik. De productie van de duurzame elektriciteit vindt in principe plaats in Nederland - Overheid en energiebranche gaan samen het verplicht aandeel duurzame elektriciteit uitwerken en vormgeven. Deze zijn erop gericht de duurzame doelen te realiseren, een liquide markt in bijbehorende certificaten vorm te geven en overwinsten (windfall profits) te vermijden. - In 2015: invoering van de bijbehorende wetgeving. Dit houdt in dat de overheid vanaf dat moment van jaar tot jaar gaat vaststellen hoe groot het verplicht aandeel duurzame elektriciteit moet zijn. De overheid bepaalt daarmee het aandeel duurzame elektriciteit dat uit het stopcontact komt. - Als gevolg van de introductie van de leveranciersverplichting, worden de extra kosten die gemoeid zijn met de productie van duurzame energie onderdeel van de energieprijs en worden niet langer gefinancierd uit de Rijksbegroting. Exploitatiesubsidies van duurzame energie verdwijnen. - Er komt een certificatensysteem. De certificaten worden afgegeven voor de in Nederland geproduceerde duurzame stroom, opgewekt uit windenergie, biomassa, zon, waterkracht etc. Leveranciers hebben deze certificaten nodig om aan te tonen dat zij het wettelijke verplicht aandeel duurzame energie hebben geleverd aan hun klanten. Er ontstaat daardoor handel in certificaten. - De leveranciersverplichting krijgt een hybride karakter: Certificaten die met lagere kostprijs zijn geproduceerd kunnen tegen de marktprijs worden verhandeld. De winst die hiermee kan worden behaald, wordt afgeroomd, waarmee overwinsten (windfall profits) worden voorkomen. De opbrengsten kunnen worden gebruikt voor de ontwikkeling van duurdere vormen. Het bureau Frontier Economics heeft diverse oplossingen daarvoor aangedragen. Biomassa - Tot en met 2014: het op peil houden van het aandeel biomassa dat meegestookt wordt in kolencentrales op 10%. Energiebranche en overheid onderzoeken de mogelijkheden om nog voor 2015 een groei te realiseren. - De overheid stelt voor de inzet biomassa tot 2015 geen extra middelen beschikbaar. De elektriciteitsproducenten met kolencentrales financieren dit uit eigen middelen. Voor een beperkt aandeel krijgen producten ook reeds voor 2015 certificaten. Deze certificaten kunnen na 2015 op de certificatenmarkt worden gebracht. Dit systeem heet banking. - De energiesector hanteert de randvoorwaarde dat het gebruik van biomassa voor het opwekken van energie niet ten koste mag gaan van de voedselvoorziening of Pagina 3/5 3 oktober 2011
biodiversiteit. De sector onderschrijft de criteria voor duurzame biomassa zoals die zijn vastgesteld. Wind op land - Wind op land. Gestreefd wordt naar ten minste 6000 MW opgesteld vermogen in 2020. Daarvoor is vooral ruimte nodig en een vlotte vergunningverlening. De Rijkscoördinatieregeling voor projecten groter dan 100 MW wordt gecontinueerd. Voor grote windparken zal vooral ruimte worden gezocht bij industriecomplexen en haventerreinen, grootschalige agrarische productielandschappen en grote wateren. Met overheidsdiensten zullen mogelijkheden voor windlocaties worden geïnventariseerd. Energie-Nederland en Rijkswaterstaat hebben inmiddels een inventarisatie gedaan en gaan kijken hoe geschikte locaties beschikbaar kunnen worden gesteld aan de markt. Daarnaast zal ook kleinschalige windenergie bijdragen aan het halen van de doelstelling. Wind op zee - Wind op zee is in het advies van het Topteam Energie bestempeld als kansrijk segment van de Nederlandse energiesector. Het Topteam Energie pleit voor het inzetten van proeftuinen en demonstratieprojecten die moeten zorgen voor versnelling van de ontwikkeling nieuwe technologieën, zoals wind op zee. - Tevens wordt bekeken of de huidige, nog niet gesloten ronde voor de uitgifte van wind op zee-beschikkingen, ruimte biedt voor een eerste pilot-project. - Met het oog op de toekomstige rol van wind op zee zal het kabinet uiterlijk in 2014 ondersteunende wetgeving naar de Tweede Kamer sturen die nodig is voor realisatie van het net op zee. - Ook is van belang voor investeerders waarin in wind op zee kan worden geïnvesteerd. In het Nationaal Waterplan heeft de overheid aangegeven dat de doelstelling voor het vinden van extra ruimte voor windenergie voor de Hollandse Kust 3000 MW is. Het voornemen van de overheid is om in 2012 respectievelijk 2015 te kunnen besluiten over de aanwijzing van extra ruimte voor windenergie voor de Hollandse Kust. Decentrale opwekking - Zonne-energie, de HR-e ketel en brandstofcellen kunnen ook bijdragen aan de verduurzaming. Deze vormen worden gestimuleerd door voortzetting van de salderingsregeling (tot 5000 kwh) en de SDE+ (voor grootschaligere projecten). Voor verenigingen van eigenaren van appartementsgebouwen e.d. worden de mogelijkheden voor salderen verruimd. Groen Gas en Duurzame warmte - De energiebranche en het kabinet zullen gezamenlijk verkennen in hoeverre het mogelijk is om, naast duurzame elektriciteit, ook voor groen gas en duurzame warmte over te gaan op een verplicht aandeel duurzaam. Voor de ontwikkeling van de productie van groen gas zal vooral worden gekeken hoe deze in boerderijen verder gestimuleerd kan worden. De aandacht zal uitgaan naar de ontwikkeling van groengashubs, vloeibaar Pagina 4/5 3 oktober 2011
biogas en het wegnemen van drempels voor de vergunningverlening Voor de verdere ontwikkeling van duurzame warmte zal worden gekeken hoe de warmtelevering van bestaande warmtenetten kan worden verduurzaamd en naar de ontwikkeling van nieuwe warmtenetten. Energiebesparing in de bestaande bouw - Van belang is dat huiseigenaren er baat bij hebben dat hun woning een zo hoog mogelijk energielabel krijgen als praktisch mogelijk en rendabel is. De verdere introductie van het energielabel is daarbij cruciaal evenals de ontwikkeling van nieuwe financieringsmethoden voor de te treffen maatregelen. De energiebranche heeft in samenwerking met de bouwbranche binnen de aanpak van Meer met Minder inmiddels het aanbod van deze energiebesparingsdiensten georganiseerd en ontwikkeld. - Het ministerie van BZK herijkt nog dit jaar samen met de betrokken convenantspartijen de energiebesparingsconvenanten, waaronder het convenant Meer Met Minder (gesloten met energiebranche, installatiebranche, bouwbranche en woningbouwcorperaties). CO2-afvang en opslag (CCS) - Kabinet en energiebranche streven er naar dat er in 2015 minimaal één grootschalig CCS-demonstratieproject in ons land operationeel is, waarbij de afgevangen CO2 wordt opgeslagen onder zee. Met het oog op de voorbereiding van een industriebrede toepassing van CCS, ontwikkelt het Rijk een lange termijnvisie op de inzet van gasvelden voor CO2-opslag, zowel op land als op zee. Elektrisch vervoer - De uitrol van laadinfrastructuur is cruciaal voor het welslagen van de ambitie van een goedlopende internationale testmarkt. Overheid en diverse marktpartijen (waaronder Energie-Nederland) ontwikkelen momenteel gezamenlijk een marktmodel voor laad- en betaalinfrastructuur. - Energieleveranciers zullen investeren in laadpunten door in te schrijven op aanbestedingen en verzekeren dat laadpunten worden voorzien van groene stroom en faciliteren hiermee de uitrol van laadinfrastructuur in focusgebieden. - Energieleveranciers zullen zich blijven inspannen om maximaal mee te werken aan het verzekeren van interoperabiliteit van laden en laaddiensten in Nederland met als doel klantvriendelijkheid en gemak voor de gebruikers van elektrisch vervoer en uiteindelijk de opschaling ervan. Introductie slimme meter - Energieleveranciers zullen in samenwerking met netbeheerders en de overheid pilotprojecten doen. De netbeheerders zijn verantwoordelijk voor de plaatsing en kunnen binnen deze pilots experimenteren met de uitrol. Voor energieleveranciers bieden deze pilots de gelegenheid om nieuwe diensten te ontwikkelen of te testen. De overheid wil bij deze pilots het energiebesparingspotentieel van de slimme meter monitoren. Pagina 5/5 3 oktober 2011