EXCELLENT ONDERWIJS VOOR IEDEREEN IN DE 21STE EEUW Dirk Van Damme Prof. Onderwijskunde Universiteit Gent Hoofd Innovation and Measuring Progress - OECD/EDU
HOE DE KWALITEIT VAN HET VLAAMSE ONDERWIJS VANDAAG INSCHATTEN? PISA 2000 EN 2009 DATA 2
Percentage van top-presteerders in lezen (level 5 of meer) 2000 en 2009 20 18 16 14 12 10 8 6 4 2 0 % 12,5 11,2 2009 2000 New Zealand Finland Japan Korea Australia Canada Flanders Hong Kong-China Belgium United States France Sweden Iceland Norway Switzerland Germany Israel Poland Ireland Hungary Italy Greece Czech Republic Portugal Denmark Liechtenstein Spain Russian Federation Latvia Bulgaria Brazil Chile Argentina Romania Peru Mexico Thailand Albania Indonesia 3
Percentage van laag-presteerders in lezen (<level 2) 2000 en 2009 % 2009 2000 80 70 60 50 40 30 20 10 13,4 17,7 0 Korea Finland Hong Kong-China Canada Flanders Japan Australia New Zealand Norway Poland Denmark Liechtenstein Switzerland Iceland Ireland Sweden Hungary Latvia United States Portugal Belgium OECD average Germany Spain France Italy Greece Czech Republic Israel Russian Federation Chile Mexico Romania Bulgaria Thailand Brazil Argentina Indonesia Albania Peru 4
Trend data PISA 2000-2009 voor lezen 700 644 636 600 532 519 500 400 396 390 300 2000 2009 Belgium P10 Flanders P10 OECD average P10 Belgium average Flanders average OECD average Belgium P90 Flanders P90 OECD average P90 5
Trend data PISA 2000-2009 voor lezen 700 600 644 601 636 589 500 532 476 519 453 400 396 390 300 2000 2009 Flanders P90 Flanders P75 Flanders mean Flanders P25 Flanders P10 6
EN GELIJKE KANSEN? 7
PISA 2009 resultaten voor diverse groepen (lezen) 650 636 600 572 550 500 450 100 246 76 13 526 503 519 472 463 450 P90 ESCS Q4 native students mean average students in cities ESCS Q1 1st gen immigrants 2nd gen immigrants P10 400 390 350 Flanders Belgium OECD av 8
Mean score 560 Above-average reading performance Above-average impact of socio-economic background Above-average reading performance Shanghai-China Below-average impact of socio-economic background 540 Korea Finland Hong Kong-China 520 New Zealand Singapore Flanders Japan Canada Australia 500 480 460 Netherlands Belgium Switzerland Norway Estonia United States Iceland Poland Liechtenstein Germany France Sweden Chinese Taipei Hungary Ireland United Kingdom Denmark Portugal Italy Slovenia Greece Latvia Spain Czech Republic Israel Slovak Republic Croatia Austria Luxembourg Lithuania Turkey Dubai (UAE) Russian Federation OECD average Macao-China Below-average reading performance Above-average impact of socio-economic background 440 60 50 40 OECD average Chile 30 Serbia Score point difference associated with one unit increase in the PISA index of economic, social and cultural status Below-average reading performance Below-average impact of socio-economic background 20 10 0 9
Indicatoren van gelijke onderwijskansen PISA 2009 lezen OESO België Vlaanderen Impact van PISA ESCS index op lezen 38.3 47.0 41.5 Percentage verklaarde variantie door PISA ESCS index Verklaarde variantie tussen scholen door ESCS status van studenten en school Verklaarde variantie tussen scholen door ESCS status en studiekeuze PISA score verschil tussen autochtone en anderstalige studenten na controle voor ESCS Correlatie tussen sociale samenstelling school en student/leraar ratio Verschil in student/leraar ratio voor autochtone en immigrante studenten 14.0 19.3 16.5 23.8 40.4 43.9 30.7 54.1 54.5 35 48 40.15.66.68.08.14.39 10
Gelijke onderwijskansen worden in Vlaanderen verhoudingsgewijs sterk negatief bepaald door: Relatief hoge mate van sociale segregatie tussen scholen (maar in veel andere landen nog sterker) Hoge concentratie migrantenleerlingen in scholen met veel laaggeschoolde moeders (enkel UK heeft nog sterkere concentratie) Interactie tussen sociaal bepaalde schoolkeuze en studiekeuze Lage leerresultaten van 2 de -generatie migrantenleerlingen 11
Gelijke onderwijskansen worden in Vlaanderen verhoudingsgewijs minder negatief bepaald door: Sociale achtergrond thuismilieu (veel landen hebben een sterkere impact enkel Canada, Finland en Korea slagen er in een hogere excellentie met minder impact van thuismilieu op leeruitkomsten te combineren) 12
Gelijke onderwijskansen worden in Vlaanderen verhoudingsgewijs eerder positief bepaald door: Sterke inzet van middelen en personeel in risicoscholen (door nieuwe financiering en GOKbeleid) Enorme inzet van leraren in moeilijke omstandigheden 13
Waar moeten we ons zorgen over maken? Significante achteruitgang in excellentie aan de top. Significante achteruitgang van de middengroep Negatief verschil tussen eerste en tweede generatie migrantenleerlingen Grote sociale segregatie tussen scholen Interactie van studiekeuze met sterk sociaal bepaalde schoolkeuze Vlucht van goede leraren uit achterstandsscholen Een misbegrepen gelijkekansenpedagogiek in scholen die te weinig uitdaagt en nivelleert onder mom van gelijke kansen 14
Excellentie versus gelijke kansen? Verschillende landen tonen aan dat gelijke onderwijskansen realiseren helemaal niet per definitie tot nivellering of minder excellentie hoeft te lijden, maar zonder sterke pedagogische sturing in dat risico wel steeds aanwezig Maar zonder gelijke kansen door terug te vallen in een selectie-paradigma laat een samenleving een grote voorraad talenten onbenut en de maatschappelijke kost hiervan is hoog 15
DE KOST VAN STAGNERENDE ONDERWIJSEXPANSIE 16
Onderwijsexpansie vertraagt Snelheid van groei onderwijsniveau van de bevolking vertraagt en andere landen hebben nu sterkere onderwijsexpansie Geringe toename kwalificatie op niveau hoger secundair onderwijs, nauwelijks verschillend van OESO-gemiddelde Doorstroming naar hoger onderwijs stijgt minder snel dan in andere landen (data voor België, niet beschikbaar voor Vlaanderen) 17
Percentage van de bevolking met hoger secundair onderwijsniveau 100 25-34 year-olds 55-64 year-olds 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 Korea Czech Republic Slovak Republic Poland Slovenia Canada Sweden Russian Federation2 Finland Switzerland United States Israel Austria Ireland Chile Germany Estonia Hungary Australia Luxembourg France Norway United Kingdom Netherlands Belgium OECD average Denmark New Zealand Greece Iceland Italy Spain Brazil3 Portugal Mexico Turkey China4 18
Gemiddelde jaarlijkse groei van bevolking met hoger-onderwijsniveau (1998-2008) % 8 7 6 5 4 3 2 1 0 Overall population growth Attainment rate growth -1 Ireland Turkey Spain Poland Portugal Luxembourg Korea Iceland Italy Slovak Republic New Zealand Australia Switzerland OECD average Czech Republic Hungary Greece Mexico Canada United Kingdom France Austria Denmark Japan Netherlands Belgium United States Finland
Maar laaggeschooldheid heeft een hoge maatschappelijke kost Zonder diploma SO nemen werkloosheid en armoederisico erg toe Ook risico s op afhankelijkheid van sociale voorzieningen, lage gezondheid, lage sociale integratie, gering sociaal kapitaal, enz. Een samenleving die onderwijs als een selectie beschouwt, onderschat de hoge kost van laaggeschooldheid en schoolse mislukking laat het na een kennisvoorraad op te bouwen waarop de 21 ste eeuwse innovatie-economie zal moeten bouwen 20
Percentages 25-29-jarigen niet in onderwijs en niet in een job (2010) 50 Percentage of 25-29 year-olds not in education and unemployed who have below upper secondary level of education Percentage of 25-29 year-olds not in education and unemployed, all levels of education 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 Spain Greece Estonia Slovak Republic Ireland Hungary France Portugal Italy Turkey Belgium Canada Poland OECD average Brazil1 Denmark United States Germany Slovenia Czech Republic Finland United Kingdom Sweden New Zealand Switzerland Korea Mexico Israel Austria Norway Australia Netherlands 21
% Percentages volwassenen die een goede gezondheid rapporteren, naar onderwijsniveau (2008) 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 Tertiary education Upper secondary education Below upper secondary education New Zealand Greece United States Ireland Austria Switzerland Canada Netherlands Belgium Turkey Denmark Sweden Spain Israel United Kingdom OECD Average Norway Portugal Italy Finland France Czech Republic Slovenia Poland Slovak Republic Hungary Korea Estonia
PLEIDOOI VOOR EEN PEDAGOGISCHE VISIE OP ONDERWIJSHERVORMING 23
Comprehensief onderwijs dé oplossing? Het debat over onderwijshervorming heeft nood aan een pedagogische benadering Comprehensief secundair onderwijs was een mid- 20 ste eeuwse oplossing in de context van de overgang van een elite-onderwijs naar een massificatie van het secundair onderwijs Vlaanderen kent structureel geen sterke tracking in de eerste graad van het secundair onderwijs, vergeleken met bv. Duitstalige landen of Frankrijk, maar scholen en leraren zien het wel als tracking en als een vorm van (negatieve) classificatie 24
Comprehensief onderwijs dé oplossing? Uitstel van studiekeuze Sociologisch argument: impact thuismilieu vermindert met leeftijd Echter: marginale winst van 2 jaar uitstel eerder gering en met de facto schoolkeuze op 12 jaar is effect wellicht zelfs nihil In Vlaanderen is niet zozeer de studiekeuze zelf bepaald door sociale achtergrond, maar wel door de interactie met schoolkeuze De pedagogische evidentie is niet overtuigend 25
Comprehensief onderwijs dé oplossing? Pedagogische contra-argumenten tegen te sterke comprehensivisering Het is van belang om jonge mensen tijdig in een traject te hebben die het best beantwoordt aan hun talenten Higher order cognitive skills kunnen maar ontwikkeld worden in door een zekere mate van inhoudelijke specialisatie die tijd vergt (zowel voor eerder abstractcognitieve als voor eerder beroepsgerichte richtingen) Geldt a fortiori voor richtingen die specifieke competenties vergen die een intrinsiek lange leertijd nodig hebben Een culturele identiteit van studierichtingen en scholen heeft zeker nadelen, maar ook voordelen; veralgemenen van een ASO middenklasse-cultuur houdt ook risico s in 26
Wat is pedagogisch dan wel nodig? Beroepsgerichte richtingen moeten als een volwaardig alternatief gezien worden, inhoudelijk herdefiniëren, herwaarderen en uitdagender maken Geen dead-end streets : doodlopende richtingen die naar laaggeschooldheid leiden Brede waaier van studierichtingen aanbieden, maar fragmentatie vermijden Meer mogelijkheden om in eerste graad met vakken uit andere richtingen te combineren Meer aandacht voor zalm-principe in SO; leraren moeten mobiliteit aanmoedigen, zeker bij sociaal bepaalde studiekeuze 27
Wat is pedagogisch dan wel nodig? Veel meer personalisering en differentiatie binnen klassen om nivellering te vermijden Verschillende landen kennen veel meer differentiatie zonder dat onderwijskwaliteit er onder lijdt of zonder enorme verhoging van omkadering Zwakke én sterke leerlingen moeten uitgedaagd worden om zichzelf te overtreffen Technologie en innoverende werkvormen kunnen differentiatie ondersteunen Pedagogische opleiding en professionele bijscholing van leraren moet drastisch versterkt worden 28
Wat is pedagogisch dan wel nodig? Op 14 moet iedereen op plaats zitten waar talenten best tot ontwikkeling kunnen komen tracking als negatieve selectie en classificatie is verwerpelijk tracking als begeleiding naar de meest geschikte omgeving voor talentontwikkeling is positief 29
NIEUWE UITDAGINGEN VOOR HET ONDERWIJS IN DE 21 STE EEUW 30
Is conservatisme noodzakelijk voor kwaliteit in onderwijs? Het Vlaams onderwijs is zowel inzake maatschappelijk discours, als curriculum en pedagogische aanpak eerder conservatief te noemen Opiniemakers in onderwijs spreken te vaak vanuit een nostalgische romantiek en met te weinig kennis van de realiteit in Vlaamse scholen Vlaamse leraren geven aan geen enkele waardering te krijgen voor innovatie Jonge leraren vormen geen bron van vernieuwing zoals in andere professies 31
Traditionele doceervormen overheersen in Vlaamse scholen 2,0 Structuring teaching practices Student-oriented teaching practices Enhanced teaching activities 1,5 1,0 Ipsative means 0,5 0,0-0,5-1,0-1,5 Denmark Norway Iceland Malaysia Turkey Poland Mexico Brazil Austria Australia Korea Slovak Republic Estonia Spain Slovenia Belgium (Fl.) Lithuania Portugal Italy Bulgaria Malta Hungary Ireland 32
Waardering voor innovatie bij leraren extreem laag 60 Teachers who would receive increased monetary or non-monetary rewards if they are more innovative in their teaching 50 40 % 30 20 10 0 Belgium (Fl.) Norway Ireland Australia Denmark Spain Korea Austria Malta Iceland Portugal Brazil Estonia TALIS Average Lithuania Turkey Slovenia Mexico Hungary Slovak Italy Poland Bulgaria Malaysia % 33
Maar de 21ste eeuwse kenniseconomie zal van onderwijs meer innovatie vragen Vraag naar andere en nieuwe kennis en vaardigheden Maar soms vormen oude competenties nog steeds een prima basis, bv critical thinking Noodzaak om een diepe kennis van een bepaald inhoudsdomein te verwerven om transfer en leren leren te kunnen realiseren Cruciaal belang van non-cognitive skills en character, persoonlijkheidsvorming en communicatieve vaardigheden Vormende waarde van Vlaams onderwijs is uitstekend Non-routine skills worden cruciaal Maar schoolse vormen van onderwijs en testing zijn in grote mate afgestemd op routinematige skills) 34
Veranderende competenties Mean task input as percentiles of the 1960 task distribution Economy-wide measures of routine and non-routine task input (US) 65 60 55 50 45 40 1960 1970 1980 1990 2000 Source: Levy and Murnane, 2005 Routine manual Nonroutine manual Routine cognitive Nonroutine analytic Nonroutine interactive 35
Kritische vaardigheden voor innovatie come with news ideas/solutions acquire new knowledge willingness to question ideas alertness to opportunities present ideas in audience analytical thinking master of your own field coordinate activities write and speak a foreign language use computers and internet make your meaning clear use time efficiently mobilize capacities of others work productively with others write reports or documents perform under pressure knowledge of other fields negociate assert your authority Likelihood (odds ratios) of reporting the following job requirements: people in the most innovative jobs vs. least innovative jobs 1,56 1,81 1,76 1,76 0,90 1,80 3,60 2,00 1,99 1,98 1,97 1,95 1,94 2,05 2,02 2,18 2,15 2,11 2,24 2,34 2,44 2,97 Source: OECD, based on REFLEX and HEGESCO data 36
Competenties voor de 21ste eeuw Subject-based skills (know-what and know-how) Behavioural and social skills (Self-confidence, energy, perseverance, passion, leadership, collaboration, communication) Skills in thinking and creativity (Critical thinking, ability to make connections, imagination, curiosity,...) 37
Curriculum -innovatie Curricula zitten vol anachronismen Meer toepassingsgericht niet altijd de juiste richting (cfr. talenonderwijs); higher-order thinking en abstracte cognitie ook belangrijk Maar relevantie is wel belangrijk criterium: Waarom bevat wiskunde-curriculum veel driehoeksmeetkunde en bijna geen statistiek? 38
CONCLUSIES 39
Excellentie en gelijke kansen Een hoge kwaliteit behouden en verder uitbouwen is niet intrinsiek strijdig met gelijke kansen, eerder integendeel: zonder gelijke kansen is excellentie niet duurzaam De trend in PISA-resultaten tussen 2000 en 2009 vertoont enkele zorgelijke aspecten. Het risico dat gelijke kansen een alibi wordt voor nivellering en minder uitdagend onderwijs voor risicoleerlingen is reëel 40
Van een selectie-paradigma naar een talentenparadigma Vlaanderen kan het zich niet veroorloven een relatief grote talentenvoorraad te laten liggen Stagnerende onderwijsexpansie vormt een risico voor de economische welvaart en sociale cohesie Maatschappelijke kost van laaggeschooldheid en schoolse mislukking zijn erg groot Niet alleen een recht maar ook een noodzaak om alle talenten tot ontplooiing te brengen 41
Voor een pedagogische onderwijshervorming Soms kunnen sociologische argumenten tot foutieve pedagogische conclusies leiden Uitstel studiekeuze en geforceerde comprehensivisering houden risico s in Doorbreken onderwijsvormen is positief als daarmee libellering en stigmatisering kunnen verminderd worden en er meer mobiliteit mogelijk wordt Talentontwikkeling vergt vroege pedagogische sturing en hoge mate van differentiatie 42
Een snel veranderende 21ste eeuw vraagt om innoverend onderwijs Geen innovatie om de innovatie, als modegril (cfr. Nederland) Maar, snel evoluerende kennis en nieuwe vaardigheden vragen om meer innovatie in het onderwijs Drastisch hogere eisen aan leraar en pedagogische beroepen Bedachtzaam aanpassen van curricula 43
GELIJKE KANSEN NASTREVEN = ONGELIJKE SITUATIES ONGELIJK BEHANDELEN 44
DANK U VOOR UW AANDACHT! 45