Voorwoord. Samen. Werken. Noord-Nederland

Vergelijkbare documenten
AL IN JANUARI 2007 BEREIKTEN WE MET HET MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN (EZ) VOLLEDIGE INSTEMMING OVER DE INHOUD VAN HET NIEUWE PROGRAMMA VOOR

SAMENWERKINGSVERBAND NOORD-NEDERLAND (SNN) IS EEN SAMENWERKING VAN DE DRIE NOORDELIJKE PROVINCIES FRYSLÂN, GRONINGEN EN DRENTHE. DEZE SAMENWERKING IS

SAMENWERKINGSVERBAND NOORD-NEDERLAND JAARVERSLAG 2007 OP WEG NAAR PIEKEN

Noord-Nederland en OP EFRO

Subsidies in de regio

Aan de leden van Provinciale Staten

EU subsidies voor KRW opgaven

Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie

Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie

Publiekssamenvatting Jaarverslag 2012 Operationeel Programma Noord-Nederland Versnelling is nodig

Investeren in het waddengebied is de moeite meer dan waard!

Besluitvorming. Plafond/streefbedrag Minimumbedrag 0

Europa wil slim, duurzaam en inclusief

nummer 23 van 2005 Vaststelling Beleidsregels bij het Kader voor projectontwikkeling kijk

SNN namens SNN Verzonden: donderdag 21 mei :17 Aan:

Wat is INTERREG?

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om:

Gerard Meijers Provincie Drenthe Strategie LEADER

Publiekssamenvatting Jaarverslag 2014 Operationeel Programma Noord-Nederland Finish in zicht

Toekomst Europese programma s. Ivka Orbon Commissie Europa 13 oktober 2006

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om:

Bezuidenhoutseweg 20, Den Haag

Aan de Statenleden van de provincies Fryslân, Groningen en Drenthe. Groningen 30 juni 2015 Behandeld door bestuurszaken SNN Telefoonnummer

Tussenstand OP EFRO Noord-Nederland SNN PS bijeenkomst 25 juni Yvonne van Mastrigt

DORDRECHT. Aan. de gemeenteraad

F4-GEMEENTEN. Manifest voor de vorming van een nieuw provinciaal coalitieakkoord. Versterk Economie en Werkgelegenheid

Provinciale Staten van Noord-Holland

Datum : 26 oktober 2004 Nummer PS : PS2004IME11 Dienst/sector : MEC/ERT Commissie : IME Registratienummer : 2004MEC001993i Portefeuillehouder : G.

Overzicht (nieuwe) subsidiemogelijkheden Noordoost-Fryslân

KRIMP INLEIDING. voor de welvaart. Bevolking -1,2% Banen -4% In 2012 hebben het Ministerie van Binnenlandse Zaken en de provincie Zuid-Holland

College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel. Aan Provinciale Staten, PS2008MME13-1 -

Topsectoren. Hoe & Waarom

Subsidie voor innovatieve projecten. Informatie over het Innovatief Actieprogramma Groningen. provincie groningen

Grensoverschrijdende territoriale samenwerking: België Duitsland Ierland Frankrijk Luxemburg Nederland Verenigd Koninkrijk Zwitserland

NA ZEVEN JAAR KWAM ER IN 2007 EEN EINDE AAN KOMPAS VOOR HET NOORDEN. DIT PROGRAMMA WAS EEN CONCRETE UITWERKING VAN DE LANGMAN- AFSPRAKEN DIE WE IN

4. PRAKTIJKGERICHT ONDERZOEK

Brainport Eindhoven/ A2-zone (Brainport Avenue)

Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en

Oan Provinsjale Steaten

Inhoud presentatie Cohesiebeleid Situatie Uitdaging EU2020

Participatie Stichting BioMedTech Zuid-Holland BESLUITEN

Europese Ster. Definitief akkoord toekomstig landbouwbeleid. Europese Ster juli Roo, Marijke de. Een nieuwsbrief van:

Voorwoord. Max van den Berg, voorzitter Samenwerkingsverband Noord-Nederland

CONVENANT ACHTERHOEK 2020 Coöperatief samenwerkende ondernemers, overheid en maatschappelijke organisaties


BELEIDSREGEL DUURZAME STRUCTUURVERSTERKING LAND- EN TUINBOUW (VOLLEDIGE KETEN)

RVO? uitvoeringsorganisatie van de Rijksoverheid. RVO voert namens de overheid beleid uit voor ondernemend Nederland. thema s:

Regiovisie Bergen-Gennep-Mook en Middelaar

RSP-Emmen: op 14 december 2014 werd de Hondsrugwegtunnel officieel geopend. In de tunnel bevindt zich een lichtkunstwerk.

Subsidieprofiel vestigingsregeling. 1. Probleemanalyse. Welk probleem moet worden opgelost?

Exportmonitor Het noordelijke bedrijfsleven wordt steeds internationaler

EBG heeft het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) ingeschakeld als uitvoerder van deze regeling.

Ambitieverklaring. Tussen Kagerplassen en Oude Rijn

Regionaal Investeringsfonds mbo

innovatiebevordering RIS3 MKB OPZuid Europees Innovatieprogramma voor Zuid-Nederland overheden living labs koolstofarme economie cross-overs design

PROVINCIAAL BLAD. Subsidieplafonds cofinanciering EFRO Zuid-Holland

Mkb Innovatiestimulering Topsectoren (TKI mkb-versterking en Mkb innovatiestimulering Topsectoren) - Subsidieregeling sterktes in innovatie

Datum: Adviserend

Nr.: a/6/A.22, C Groningen, 10 februari 2005

Subsidiemogelijkheden EFRO Oost-Nederland

besluiten: vast te stellen de Subsidieregeling Mkb innovatiestimulering regio en topsectoren Noord- Nederland 2016 luidende als volgt:

hierna gezamenlijk aan te duiden als partijen of bestuurlijk NOC (bestuurlijk Noordelijk Overleg Cultuur);

Besluitenlijst Gedeputeerde Staten 9 september 2014

3. Beoogd effect Versterken van de regionale economie en de concurrentiekracht van het Flevolandse

EBG heeft het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) ingeschakeld als uitvoerder van deze regeling.

Kadernota Evenementen. Provincie Groningen van de

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Toespraak commissaris van de koningin Max van den Berg, Statenexcursie 17/18 november 2011 naar Hannover

Flexibele subsidies 2018: Thema - Samen voor de Stad

P r o v i n c i e F l e v o l a n d

Bestuurlijke programmaopdrachten Regio Groningen-Assen

Samen naar een toekomstbestendige vrijetijdseconomie

Euregio Maas-Rijn. Wijzigginsbesluit Nadere Subsidieregels Interreg V-A programma

Titel : wijziging van de bijlage bij de Algemene subsidieverordening met het oog op natuur- en milieueducatie en andere zaken. Ontwerpbesluit pag.

Nadere subsidieregels ter bevordering van de economie en concurrentiekracht 2013 e.v. - provincie Limburg -

Onderwerp: Lokale Ontwikkelingsstrategie voor de regio Holland Rijnland Besluitvormend

Verkort verkiezingsprogramma. Provinciale Statenverkiezingen 2011

De dorpen zijn aan zet! LEADER Noordoost Fryslan.

Model Vervoersregio en Economische Profilering. Beschrijving model

'Maak werk van Vrije tijd in Brabant'

Peiling over Europa en EDIC

Gemeenschappelijke Regeling Samenwerkingsverband Noord-Nederland

Hoofdstad: Assen Oppervlakte: km 2 Inwoners: Bevolkingsdichtheid: 184 inwoners per km 2

Verordening van 30 oktober 2012 tot wijziging van de Uitvoeringsregeling projectsubsidies economie, recreatie en toerisme.

: provinciale bijdrage voor het project Closing the Loops

1.1 SAMENWERKINGSPROJECT NOORD-NEDERLANDSE INNOVATIEMONITOR

Station Nieuwe Meer Het internationale & inclusieve woon- en werkgebied van Nieuw West

Samenwerkingsovereenkomst BrabantStad NS Groep N.V.

Geschreven door OVL donderdag 12 november :00 - Laatst aangepast donderdag 12 november :01

gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Provinciewet en de Gemeenschappelijke regeling Samenwerkingsverband Noord-Nederland;

Beleidsregel Operationeel Programma EFRO Oost-Nederland

Aan de voorzitter van het Dagelijks Bestuur van het Samenwerkingsverband Noord-Nederland dhr. J.A. Jorritsma Postbus AE Groningen

Convenant G32-Stedennetwerk en Platform31: Samenwerken aan Aantrekkelijke en Krachtige Steden, 2015 t/m 2018

Eindevaluatie Economisch Actieprogramma Groningen

Gemeenschappelijke Regeling. Samenwerkingsverband Noord-Nederland

INTERREG V Deutschland Nederland. 2 oktober 2014 Peter Paul Knol Gemeenschappelijk INTERREG-Secretariaat

Provinciale Staten van Noord-Holland

Jaarverslag 2011 Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) Samenwerken is de toekomst

VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE ROERMOND

Transcriptie:

Voorwoord Samen. Werken. Noord-Nederland Half mei 2008 ben ik begonnen als Commissaris van de Koningin in Fryslân. Daarmee werd ik automatisch voorzitter van het SNN. Voor mij was 2008 een fantastisch jaar, al was het ook behoorlijk intensief om me in korte tijd de dossiers en het collectieve geheugen eigen te maken. Internationaal gezien was 2008 vooral het jaar waarin de kredietcrisis zich aandiende. Ik weet nog goed dat ik voor een handelsmissie in Sint Petersburg was en de onheilstijding kreeg dat er meer dan tien miljoen euro van het SNN bij de omgevallen IJslandse banken was ondergebracht. Dat leidde uiteraard tot grote ongerustheid. Gelukkig is het later voor een belangrijk deel weer goed gekomen. Nu verkeren we nog in onzekerheid over enkele miljoenen. Nog steeds veel geld natuurlijk. In Noord-Nederland hebben we in 2008 verder nog weinig van de kredietcrisis gemerkt. De effecten van de wereldeconomie voelen we in het Noorden altijd wat later, omdat er hier veel mkb is. Dat betekent niet dat we ons geen zorgen maken. Integendeel. In de loop van 2009 zullen onze zorgen concreter worden. En 2010 wordt voor het Noorden naar verwachting een heel moeilijk jaar. Ik ben geen doemdenker, maar wel een realist. De crisis gaat echt niet aan ons voorbij, we gaan het merken in alle beroepsgroepen. In 2008 hebben we als SNN een aantal zaken opgepakt. We hebben procedures versneld en ondernemers nog actiever gewezen op de beschikbare subsidies. Kom op, dien voorstellen in! Het klinkt heel gek, maar vaak is geld niet het probleem. Er liggen miljoenen op de plank. Wat we nodig hebben, zijn goede projecten waarin kennisinstellingen, bedrijfsleven en overheid samenwerken. Daarmee kunnen we de innovatieve kracht van Noord-Nederland vergroten en dat is de sleutel om zo goed mogelijk door deze crisis heen te komen. In 2009 zullen we nog meer schouder aan schouder op moeten trekken. Het Noorden is een onderdeel van Nederland, dat weer deel uitmaakt van Europa. Als provincies moeten we elkaar niet beconcurreren, maar elkaar bij de hand houden. We moeten zoeken naar mogelijkheden om elkaar te versterken. Samen kunnen we het verschil maken! J.A. Jorritsma Voorzitter SNN tekst Jaarverslag SNN 2008, versie 5, 6 april 2009 1

Inhoud 1 Kader 1.1 Missie, visie en doelstellingen 1.2 Externe ontwikkelingen 2 Bestuurlijk overleg en afstemming 2.1 Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn 2.2 Bestuurscommissies 2.3 Europese Unie 2.4 Portefeuillehoudersoverleggen 3 Subsidieprogramma s 3.1 Koers Noord: op weg naar Pieken 3.2 OP-Noord (EFRO) 3.3 Interreg 3.4 Afgesloten programma s 3.5 Regelingen 3.6 Bezwaar- en beroepschriften 3.7 Nationaal Actieplan EFRO 4 Internationale betrekkingen 4.1 Nordconnect 5 Organisatie 5.1 Bestuurlijke organisatie 5.2 Uitvoeringsorganisatie 5.3 Organisatieontwikkeling Nawoord Door Max van den Berg, Commissaris van de Koningin in Groningen Bijlagen 1 Bestuurlijke samenstelling portefeuillehoudersoverleggen tekst Jaarverslag SNN 2008, versie 5, 6 april 2009 2

1 Kader Fryslân, Groningen en Drenthe werken eensgezind aan de versterking van de economische structuur in Noord-Nederland. Daarvoor is het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) opgericht. In dit hoofdstuk leggen we uit wat we met het SNN willen bereiken en wat er in 2008 om ons heen is gebeurd. 1.1 Missie, visie en doelstellingen Onze missie luidt: Het SNN stimuleert namens de lokale en regionale overheden in Noord-Nederland de economische ontwikkeling van het Noorden. Onze visie luidt: Het SNN wil dat Noord-Nederland zich duurzaam ontwikkelt naar een innovatieve kenniseconomie met sterke steden en een vitaal platteland. Onze strategie berust op vier pijlers: 1. We beheren en besteden landelijke en Europese subsidies die gericht zijn op het versterken van de economie in het Noorden. 2. We werken aan het intensiveren van de samenwerking en het overleg tussen de drie noordelijke provincies om het beleid op elkaar af te stemmen en te versterken. We versterken ook de samenwerking met andere partners in het Noorden, zoals werkgeversorganisaties, kennisinstellingen en NOM, Syntens en de Kamer van Koophandel. 3. We bevorderen gemeenschappelijk optreden tegenover derden, vooral het Rijk en de Europese Unie, om de gezamenlijke belangen te behartigen. 4. We stimuleren de economische betrekkingen met andere regio s in Nederland en Europa, in het bijzonder langs de Noordelijke ontwikkelingsas. 1.2 Externe ontwikkelingen Kredietcrisis In het laatste kwartaal van 2008 werd Nederland getroffen door de internationale kredietcrisis, die eerder al was uitgebroken in de Verenigde Staten. De crisis heeft ook gevolgen voor de economie in Noord-Nederland. Samen met de NOM hebben we overlegd over hoe we in het Noorden het beste op de crisis kunnen reageren. We hebben bijvoorbeeld afgesproken dat de Noordelijke overheden hun rekeningen sneller betalen, zodat het bedrijfsleven minder vaak een krediet nodig heeft. We hebben ook bekeken of belangrijke investeringen kunnen worden versneld. Verder is afgesproken dat we de economie nauwlettend volgen en waar nodig actie ondernemen. Als SNN kregen we in het vierde kwartaal van 2008 ook zelf te maken met de kredietcrisis. De provincie Groningen, die voor ons de tijdelijk overtollige middelen belegt, had in 2007 in totaal 30 miljoen euro weggezet bij twee IJslandse banken. Deze banken kwamen in 2008 zover in de problemen, dat terugbetaling op de vervaldatum achterwege bleef. Inmiddels heeft de provincie van één bank 20 miljoen euro teruggekregen, verhoogd met rente. De provincie loopt dus nog risico voor 10 miljoen euro, plus rente. Ons aandeel hierin bedraagt 3,4 miljoen euro. Hiervoor hebben we eind 2008 een voorziening in de balans opgenomen ten laste van de algemene reserves. tekst Jaarverslag SNN 2008, versie 5, 6 april 2009 3

Als gevolg van de kredietcrisis heeft de Europese Commissie de afrekentermijn voor het programma EPD 2000-2006 verschoven van 31 december 2008 naar 1 juli 2009. Nationaal Actieplan EFRO In 2008 heeft Nederland als lidstaat onderhandeld met de Europese Commissie over het terugbetalen van Europese subsidies. De Europese Commissie had bij een audit tussen 2004 en 2006 tekortkomingen ontdekt. Voor Noord-Nederland vielen deze tekortkomingen uiteindelijk erg mee: nog geen 3 procent van de gedeclareerde bedragen bleek achteraf ten onrechte verstrekt. Nederland heeft op basis van de uitkomsten van een steekproef een voorstel gedaan voor het terugbetalen van subsidies. De onderhandelingen hierover waren eind 2008 nog niet afgerond (zie ook paragraaf 3.7). tekst Jaarverslag SNN 2008, versie 5, 6 april 2009 4

2 Bestuurlijk overleg en afstemming Om onze doelstellingen te bereiken, hebben onze bestuurders vaak overleg met Den Haag en Brussel. Belangrijk in 2008 was het akkoord dat we met het Rijk hebben bereikt over de compensatie voor het afblazen van de Zuiderzeelijn: het Regiospecifiek Pakket. 2.1 Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn Op 23 juni 2008 is het convenant Regiospecifiek Pakket (RSP) Zuiderzeelijn ondertekend door de minister van Verkeer en Waterstaat, de voorzitter van de Stuurgroep Zuiderzeelijn en gedeputeerden van de provincies Fryslân, Drenthe, Groningen en Flevoland. Dit pakket bestaat uit projecten om de economie en de bereikbaarheid van het Noorden te versterken. In het convenant is de opzet, de invulling en de uitvoering van het RSP vastgelegd. Het RSP loopt tot 2020 en is bedoeld voor Noord-Nederland en de Noordoostpolder. De regie voor het RSP ligt zo veel mogelijk bij de regio. Het totale budget bedraagt ruim 3 miljard euro, waaraan het Rijk in totaal 2.160 miljoen euro bijdraagt. Het RSP bestaat uit drie onderdelen: een ruimtelijk-economisch programma, concrete bereikbaarheidsprojecten en een regionaal mobiliteitsfonds. Verder worden versnellingsmaatregelen op het noordelijke kernnet spoor uitgevoerd. Ruimtelijk economisch programma Het ruimtelijk-economische programma (REP) omvat twaalf programmalijnen. De lange looptijd van dit programma (2008 tot 2020) biedt ons de gelegenheid de beleidsdoelen en de financiële programmering optimaal af te stemmen op de lopende investeringsprogramma s Koers Noord: Pieken in de Delta (2007 t/m 2010) en OP-Noord (2007 t/m 2013). Het totale budget voor het REP is 600 miljoen euro. Hiervan is 300 miljoen euro afkomstig van het Rijk, 100 miljoen euro van de regionale overheid en 200 miljoen euro van kennisinstellingen en marktpartijen. Deze bedragen zijn voor Noord-Nederland en de Noordoostpolder. De 300 miljoen van het Rijk bestaat uit twee delen. Over het rijksdeel (150 miljoen) beslist het Ministerie van EZ zelf. Regio en EZ dragen voor dit deel de komende jaren gezamenlijk enkele grote projecten aan. Daarnaast is er een regionaal deel (150 miljoen euro, waarvan 24 miljoen euro voor Flevoland), waar de regio regie over heeft. Het rijksdeel zal, zoals het er nu naar uitziet, worden besteed aan enkele grote projecten van nationale betekenis. De invulling van het regionale deel van het REP wordt afgestemd op Koers Noord en OP- Noord. In de loop van 2009 komt hier meer duidelijkheid over. Concrete bereikbaarheidsprojecten In het RSP zijn voor Noord-Nederland vier concrete bereikbaarheidsprojecten benoemd (en één voor Flevoland). Het ligt in de planning om vóór de zomer van 2010 tot projectbesluiten te komen. 1 A7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2 Voor het verbeteren van de zuidelijke ringweg bij de stad Groningen is in totaal 574 miljoen euro beschikbaar (projectraming: 624 miljoen euro). Hiervan komt 200 miljoen euro uit de reguliere begroting. Gestreefd wordt naar het vaststellen van een voorkeursvariant, inclusief taakstellend budget, in het voorjaar van 2009. Het Rijk neemt zo spoedig mogelijk hierna een planstudiebesluit. 2 Bereikbaarheid Leeuwarden Er is 197 miljoen euro beschikbaar om Leeuwarden beter bereikbaar te maken (projectraming: 222 miljoen euro). Het project omvat de meerkosten voor een aquaduct in de Haak om Leeuwarden, de Westelijke invalsweg en het Drachtstercomplex (de invalsweg aan de zuidoostkant van Leeuwarden). tekst Jaarverslag SNN 2008, versie 5, 6 april 2009 5

3 Bereikbaarheid Assen Ook voor een betere bereikbaarheid van Assen is 186 miljoen euro beschikbaar (projectraming: 222 miljoen euro). Het project draagt de meerkosten voor een half klaverblad met fly-over bij de N33 en het project FlorijnAs, een grootschalig programma op de belangrijkste binnenstedelijke noord-zuidroute in Assen. 4 Openbaar Vervoer Voor het verbeteren van het openbaar vervoer in het Noorden is 300 miljoen euro beschikbaar. Hieruit wordt onder andere betaald: een gedeeltelijke uitbreiding van het spoor Leeuwarden-Groningen, het verbeteren van het treinstation bij Assen, aanleg van het treinstation Leeuwarden-Werpsterhoek, het reactiveren van het spoor naar Veendam, het opwaarderen van de stations op de Groningse nevenlijnen, de aanleg van infrastructuur voor Q-Liners en HOV-bus (hoogwaardig busvervoer) en de aanleg van busstations en transferia in de regio Groningen-Assen. Rijk en regio hebben afgesproken deze concrete bereikbaarheidsprojecten uit te voeren voor 1,1 miljard euro. De onderliggende projectramingen tellen echter op tot 1,2 miljard euro. Naar verwachting kan het verschil van 100 miljoen euro worden inverdiend. In het convenant zijn hiervoor de mogelijkheden genoemd. De in te verdienen middelen komen ten goede aan het Regionaal mobiliteitsfonds. Regionaal mobiliteitsfonds Voor (toekomstige) projecten wordt een Regionaal Mobiliteitsfonds (RMf) opgericht. Het Rijk draagt hieraan 500 miljoen euro bij. Van de regionale overheden wordt verwacht dat zij minimaal 470 miljoen euro inleggen. Het fonds is beschikbaar voor projecten die in principe kunnen worden gerealiseerd vóór 2020. Eventueel kunnen ook projecten worden opgenomen waarvan de bouwtijd doorloopt tot na 2020. Het Noorden beslist zelf over het inzetten van de middelen uit het mobiliteitsfonds. Het Rijk levert hierbij ook een bijdrage. In het Regionaal Mobiliteitsfonds zijn de onderstaande projecten opgenomen: Bereikbaarheid gebiedsontwikkeling Emmen-centrum Bereikbaarheid gebiedsontwikkeling Groningen Centrale Zone Bereikbaarheid gebiedsontwikkeling Heerenveen Bereikbaarheid Lauwersmeergebied Bereikbaarheid Veenkoloniën Spoorlijn Heerenveen-Drachten-Groningen Spoorlijn Zwolle-Coevorden/Emmen Kolibri overig A7-knooppunt Joure Traverse N31 en gebiedsontwikkeling Harlingen Gebiedsontwikkeling Noordoost-Fryslân/Centrale as De onderliggende projectramingen tellen op tot bijna 1,5 miljard euro, terwijl het fonds circa 970 miljoen euro gaat bevatten. Het zal dus een flinke opgave worden om dit verschil weg te werken. 2.2 Bestuurscommissies Bestuurscommissie Economische Zaken De Bestuurscommissie Economische Zaken richt zich op de noordelijke strategiebepaling op economisch terrein, inclusief recreatie, toerisme en arbeidsmarkt. De Bestuurscommissie behartigt de belangen van de regio richting de rijksoverheid. De commissie heeft van het Dagelijks Bestuur het mandaat gekregen besluiten te nemen over subsidieaanvragen binnen Koers Noord en OP-Noord. Verder stuurt de bestuurscommissie EZ het Ruimtelijk Economisch Programma van het RSP aan. Tenders mkb Innovatie is cruciaal voor het versterken van de positie van het mkb in Noord-Nederland. Om innovatie te stimuleren, heeft de Bestuurscommissie EZ in november 2007 besloten drie tenders (aanbestedingen) op te zetten voor de belangrijkste thema s. De tender tekst Jaarverslag SNN 2008, versie 5, 6 april 2009 6

kennistransfer maakt de expertise van kennisinstellingen meer toegankelijk voor het mkb. Doel van de tender risicofinanciering is het uitbreiden van de financieringsmogelijkheden voor innovatieve ideeën en nieuwe talenten. De tender exportbevordering is gericht op het vergroten van het aantal exporterende bedrijven en het ontsluiten van nieuwe markten. De tenders moeten stimuleren dat meerjarige en meer omvattende projecten worden uitgevoerd waarin diverse partijen zo veel mogelijk samenwerken. Dit voorkomt versnippering van geld en aandacht. Een extern bureau is ingeschakeld om de tenders verder te ontwikkelen en te begeleiden. Geïnteresseerde partijen konden tussen half maart en half mei hun projecten indienen. Eind juni heeft de bestuurscommissie de definitieve selectie gemaakt uit de ingediende voorstellen. Uitwerking REP/RSP Voor een voorspoedige ontwikkeling van de economie is een goede bereikbaarheid een eerste vereiste. In januari en februari 2008 hebben ambtenaren van het Rijk en Noord- Nederland overleg gevoerd over het Regiospecifiek Pakket (RSP). Het bereikte akkoord is in maart besproken in een bestuurlijk overleg en daarna voorgelegd aan het kabinet en aan de Staten van Groningen, Fryslân, Drenthe en Flevoland. Uiteindelijk is op 23 juni het convenant met het Rijk getekend. Het akkoord bevat afspraken over het verbeteren van de bereikbaarheid en over het Ruimtelijk Economisch Programma (REP). Het REP is bedoeld om kansrijke sectoren en de ruimtelijk-economische structuur te versterken. Noord- Nederland heeft de zeggenschap gekregen over een deel van de middelen van het REP. De bestuurscommissie EZ is belast met de aansturing van het REP op programmaniveau en heeft afspraken gemaakt over het verdelen van de middelen en de wijze waarop de provincies omgaan met subsidieverlening. Herpositionering rijksdiensten Uit efficiencyoverwegingen kiest het Rijk er steeds vaker voor rijksdiensten te concentreren en centraliseren in de Randstad. Dit gaat in tegen de afspraken uit het vroegere Langmanakkoord om de rijksdiensten meer over het land te spreiden. De kansen die het Noorden biedt, worden hierdoor onvoldoende benut. Overleg met het Rijk leverde het advies op om goed contact te houden met de grotere diensten en de zelfstandige bestuursorganen in de regio om hun plannen en wensen te kennen. Ook liggen er kansen in het aanbieden van faciliteiten als flexibele werkplekken en mogelijkheden voor massawerk. In het Bestuursoverleg EZ is afgesproken dat de gemeenten contact onderhouden met de rijksdiensten in de eigen gemeente. Zo nodig bieden wij of de provincies ondersteuning in de lobby, bijvoorbeeld op departementaal niveau. Evaluatie en voortzetting IPR en NIOF In januari 2008 zijn aangepaste IPR- en NIOF-regelingen van start gegaan. Deze regelingen zijn in eerste instantie alleen opengesteld voor 2008, vanwege het beperkte budget en andere mogelijke instrumenten. Halverwege 2008 zijn beide regelingen zoals afgesproken geëvalueerd. De Bestuurscommissie EZ heeft hierbij advies gevraagd aan de werkgroep Programmabeheer (PBH). Deze werkgroep adviseerde de NIOF te behouden als aanvullend instrument voor de generieke stimulering van het mkb, maar was verdeeld over het belang van de decentrale IPR. De bestuurscommissie heeft het advies over de NIOF overgenomen en besloten de IPR meer af te stemmen op het BSRI (Besluit subsidies regionale investeringsprojecten). Bestuurscommissie Stedelijke Ontwikkeling en Mobiliteit De voornaamste taken van de Bestuurscommissie Stedelijke Ontwikkeling en Mobiliteit (SOM) zijn het bestuurlijk overleg MIRT en de sturing van het onderdeel bereikbaarheid van het RSP. De bestuurscommissie SOM bestaat uit de gedeputeerden van Verkeer & Vervoer en Ruimtelijke ordening en de verantwoordelijke wethouders van de vier grote steden. Bestuurlijk overleg MIRT In 2008 heeft het Noorden, zoals gebruikelijk, twee keer bestuurlijk overleg gevoerd met het Rijk over het MIRT. Het MIRT (Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport) omvat een overzicht van alle onderhanden rijksprojecten. Sinds het aantreden van het kabinet Balkenende-IV is het MIRT verbreed. Het MIRT gaat nu niet meer alleen over tekst Jaarverslag SNN 2008, versie 5, 6 april 2009 7

infrastructuur, maar bijvoorbeeld ook over nieuwe woongebieden (VROM), bedrijventerreinen (EZ) en natuur en landschap (LNV). Dit moet leiden tot een meer samenhangende, gebiedsgerichte inzet van rijksmiddelen en een betere samenwerking tussen Rijk en regio. In het bestuurlijk overleg MIRT maakt het Rijk met de regio s afspraken over de voortgang van lopende projecten en over nieuwe projecten. Voor Noord-Nederland bereidt de Bestuurscommissie SOM het bestuurlijk overleg MIRT voor. In 2008 werd de delegatie uit het Noorden weer gevormd door de Bestuurscommissie SOM, onder leiding van de voorzitter van het SNN. In het kader van de Mobiliteitsaanpak kwam er in 2008 nieuw budget beschikbaar voor het regionale openbaar vervoer (Q-Liners en treinen) en voor een aantal vaarwegen en binnenhavens. Het Rijk rapporteert over de uitkomst van de bestuurlijke overleggen aan de Tweede Kamer. In enkele gevallen leidde de kamerbehandeling tot moties en begrotingsamendementen in het voordeel van Noordelijke infrastructuurprojecten (zoals de Meppelerdiepsluis, de vaarweg Harlingen-Kornwerderzand en de spoorlijn Leeuwarden-Sneek). 2.3 Europese Unie Open dagen Noord-Nederland heeft enthousiast meegedaan aan de zesde editie van de Open Dagen van de Europese Unie, die in 2008 in oktober werden gehouden. Europese regio s en steden presenteren zich hierbij aan het grote publiek. De Open Dagen zijn uitgegroeid tot belangrijk jaarlijks trefpunt voor beleidsmakers op Europees en regionaal niveau, vertegenwoordigers en deskundigen van het bankwezen, het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Het Noorden participeerde in 2008 in Brussel in een consortium van tien regio s uit zeven landen, dat workshops organiseerde over klimaatverandering. Hiervoor was veel belangstelling. Opvallende aanwezige was Jirzy Buzek, voormalig premier van Polen en lid van het Europees parlement. Buzek heeft de uitkomsten van de workshops ingebracht in de VN-klimaatconferentie die in december in Polen werd gehouden. Deze conferentie gold als voorbereiding op de klimaattop van 2009 in Kopenhagen. Daarnaast hebben we in Groningen een regionaal congres gehouden, waarbij we ook toonaangevende projecten op het gebied van energie hebben gepresenteerd. In 2009 gaan we ons op de Open Dagen richten op de samenwerking tussen het Baltische - en het Noordzee gebied. Landbouwbeleid De EU heeft een tussentijdse evaluatie uitgevoerd van de landbouwhervormingen waartoe in 2003 was besloten. In deze Health Check zijn voorstellen gedaan voor verdere geleidelijke vermindering van de inkomenssteun en productiesteun. De vrijkomende middelen worden vooral besteed aan water en klimaatgevolgen. Ook zijn de mogelijkheden verruimd voor natuurontwikkeling en landschapsbeheer. Hierover is in november 2008 een akkoord bereikt. Hierbij is de wens van de provincies gehonoreerd om een extra deel van de middelen te besteden aan plattelandsontwikkeling. Begrotingsherziening 2013 Als gezamenlijke provincies hebben we voorbereidende discussies gevoerd over de budget review, de herziening van de begroting van de EU na 2013. Hierbij staan vooral de regionale fondsen voor de rijkere lidstaten en het landbouwbudget onder hevige druk. De discussie spitst zich toe op de vraag of Europa zich niet meer zou moeten concentreren op klimaatverandering, energiepolitiek en ontvolking van het platteland. tekst Jaarverslag SNN 2008, versie 5, 6 april 2009 8

Cohesiebeleid na 2013 In de loop van 2008 heeft de Europese Commissie een Groenboek opgesteld over het thema 'Territoriale Cohesie', als derde element binnen het Cohesiebeleid (naast Sociale en Economische Cohesie). Dit Groenboek is in oktober gepubliceerd. Het vormde de uitnodiging aan vele partners in Europa om mee te denken over een passende definitie van het begrip 'Territoriale Cohesie'. De uitkomst van deze discussie wordt gebruikt bij het vormgeven van het Cohesiebeleid voor de periode na 2013. Op meerdere podia hebben we een bijdrage aan deze discussie geleverd. Dat heeft in februari 2009 geresulteerd in drie reacties, waaraan we als SNN direct een bijdrage hebben geleverd: onze eigen reactie, een in IPO-verband en een samen met de Neue Hanze Interregio (NHI). 2.4 Portefeuillehoudersoverleggen In de portefeuillehoudersoverleggen is per provincie één gedeputeerde vertegenwoordigd. De voorzitters van deze overleggen leggen verantwoording af aan het bestuur. De bestuurlijke samenstelling van deze overleggen is opgenomen in bijlage 1. Thema Landelijk gebied Het portefeuillehoudersoverleg Landelijk Gebied heeft in 2008 twee maal vergaderd. Daarbij is onder andere gesproken over de beheerplannen voor de Natura-2000-gebieden, projecten voor investeren in het landschap en de provinciale meerjarenprogramma s. Net als in 2007 was prof. dr. Rabbinge in 2008 speciale SNN-adviseur voor Landbouw en Agrobusiness. Hij heeft onder andere een toelichting gegeven op het onderwerp Bio-based Economy. Thema Europa Sinds 2007 is er één portefeuillehoudersoverleg voor Europa en één voor NOA. Om effectief samen te werken, zijn beide vergaderingen aansluitend op elkaar. In het overleg over Europa ligt de focus op strategie en lobbyactiviteiten. Er wordt onder andere gesproken over hoe de belangen van Noord-Nederland kunnen worden behartigd in Brussel, met onze Duitse partners vlak over de grens en met partners elders in Europa. Ook de lobbyisten in Brussel nemen aan het overleg deel. De voorzitter van het overleg behartigt de belangen van Noord-Nederland als lid van het Comité van de Regio's. Actuele onderwerpen in 2008 waren de voorbereiding op de begrotingsherziening van de EU na 2013 (met gevolgen voor de landbouwfondsen, voor Klimaat en Energie en voor de mogelijkheden van de diverse Europese programma's), het initiatief van het ministerie van Binnenlandse Zaken voor het verbeteren van de grensoverschrijdende samenwerking, de gezamenlijke reactie met de NHI-partners op het GroenboekTerritoriale Cohesie en het verbeteren van de interregionale samenwerking. Thema NOA Het portefeuillehoudersoverleg NOA richt zich op een krachtige uitvoering van het Actieprogramma NOA. De uitvoering hiervan is in handen van de projectorganisatie Nordconnect. Het overleg NOA is in 2008 viermaal bijeen geweest om over uiteenlopende zaken van het actieplan NOA 2008 te praten. Zo is aandacht besteed aan het actieplan 2009, de Nordconnect Trial, een mogelijk te organiseren Nordconnect-congres en de handelsmissies die in samenwerking met de Kamer van Koophandel worden georganiseerd. Thema Klimaat en energie Het portefeuillehoudersoverleg Klimaat en energie heeft in 2008 vijfmaal vergaderd. Gesproken is onder andere over de voortgang van het Energieakkoord Noord-Nederland, Energy Valley en andere onderwerpen op het gebied van energie. Belangrijke mijlpaal in 2008 was de medeondertekening van het Energieakkoord Noord-Nederland door de noordelijke gemeenten, MKB-Noord en VNO-NCW-Noord. tekst Jaarverslag SNN 2008, versie 5, 6 april 2009 9

3 Subsidieprogramma s Om de economie van het Noorden te versterken, bieden we subsidiemogelijkheden aan individuele ondernemers, clusters van bedrijven, overheden, kennisinstellingen en intermediairs. Deze subsidiegelden komen uit de economische programma's die wij als managementautoriteit uitvoeren. 3.1 Koers Noord, Op weg naar Pieken Pieken in de Delta Het Ministerie van EZ heeft in 2006 een einde gemaakt aan het regionale steunbeleid. Dat beleid ging volgens EZ te veel uit van de zwakten, terwijl juist het accent zou moeten liggen op de krachten van elke regio. In 2006 heeft EZ daarom de gebiedsgerichte economische agenda Pieken in de Delta gepresenteerd. Deze agenda richt zich op het versterken van pieken ; sectoren die in één bepaald gebied worden gestimuleerd. Hiermee draagt EZ bij aan de ambitie om van Nederland een concurrerende en dynamische economie te maken in een sterk en innovatief Europa. Pieken in de Delta is uitgewerkt in zes gebiedsgerichte programma's voor de periode 2006-2010. Koers Noord Het gebiedsprogramma voor Noord-Nederland is: Koers Noord, Op weg naar Pieken. Voor Noord-Nederland zijn vier Pieken benoemd: Energie Water Sensortechnologie Agri-business Het Ministerie van EZ heeft voor de periode 2007-2010 circa 80 miljoen euro beschikbaar gesteld om deze Pieken in Groningen, Fryslân en Drenthe te versterken. Het programma wordt in Noord-Nederland door ons uitgevoerd. Dat is een unieke situatie, want in de rest van Nederland wordt het beleid uitgevoerd door EZ zelf of door SenterNovem. Bovenop de 80 miljoen euro investeren we zelf 40 miljoen euro uit de bron Transitie, voor het versterken van drie speerpuntsectoren: Life sciences Toerisme Mkb (expert, innovatie, opleidingen) De totale impuls van 120 miljoen euro komt ten goede aan projecten die passen bij de pieken en de speerpuntsectoren. Voor projecten die in Koers Noord passen, is cofinanciering vanuit het Europese programma OP-NOORD mogelijk. De subsidies worden doorgaans aangevraagd door kennisinstellingen en organisaties die het bedrijfsleven ondersteunen, zoals Syntens en NOM. Werkzaamheden Voor Koers Noord was 2008 het eerste operationele jaar. 2007 was meer een aanloopjaar, waarin we samen met EZ hebben gezocht naar de beste werkwijze. In 2008 zijn er al veel aanvragen ingediend. Er is een projectenlijst opgebouwd die verwachtingen schept, met enkele grote high-tech-projecten met forse investeringen. Verder hebben we in 2008 veel tijd geïnvesteerd in het samenvoegen van de setjes voorwaarden en de aanvraagprocedures voor Koers Noord en OP-Noord, zodat ondernemers maar één aanvraag hoeven te doen. Ook dit is uniek voor Nederland; in de rest van het land moeten initiatiefnemers deze subsidies op twee verschillende plekken aanvragen. We willen in 2009 samen met EZ bekijken of we de regeldruk voor het bedrijfsleven nog verder kunnen verlagen, bijvoorbeeld door controles te versimpelen en het aanvraagformulier te vereenvoudigen. tekst Jaarverslag SNN 2008, versie 5, 6 april 2009 10

Kengetallen Koers Noord 2008 Financieringsbron Pieken in de Delta Transitie Totaal budget 80.000.000 40.000.000 Aantal aanvragen in 2008 6 8 Toegekend/afgewezen/in behandeling 4/1/1 6/1/1 Totaal toegekend bedrag 10.491.000 9.063.000 Gemiddeld toegekend bedrag 2.622.750 1.510.100 3.2 Operationeel Programma Noord-Nederland (OP-Noord) De Europese Commissie ondersteunt Noord-Nederland bij de overgang naar een kenniseconomie. In Groningen, Fryslân en Drenthe moet de ontwikkeling en implementatie van innovatie en technologie samengaan met het versterken van het landelijk gebied en voorzieningen in de grote steden. Europa verstrekt hiervoor subsidie uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO). Voor de periode 2007-2013 heeft de Europese Unie 170 miljoen euro beschikbaar gesteld. Verder draagt EZ voor cofinanciering 80 miljoen euro bij. Groningen, Fryslân en Drenthe hebben samen het Operationeel Programma Noord (OP- Noord) opgesteld. OP-Noord moet eraan bijdragen dat Noord-Nederland een sterke, kennisintensieve regio wordt, met sterke steden en een vitaal platteland. Wij voeren het programma uit. OP-Noord stimuleert de overgang naar de kenniseconomie in drie prioriteiten: Innovatie, ondernemerschap en kenniseconomie Attractieve regio s Attractieve steden De eerste prioriteit is gericht op projecten die investeren in het innovatievermogen, het opleidingsniveau en economische ontwikkeling. Deze prioriteit sluit naadloos aan op Koers Noord. De tweede prioriteit is het versterken van attractieve regio s (de vroegere kernzones). In Noord-Nederland liggen vier van deze regio s (zie afbeelding 1). De derde prioriteit is gericht op het aantrekkelijker maken van de vier grootste steden in het Noorden: Groningen, Emmen, Leeuwarden en Assen. De aantrekkelijkheid van deze steden als werklocatie en als woonlocatie is belangrijk voor het Noordelijke vestigingsklimaat. [invoegen afbeelding 1: attractieve regio s Noord-Nderland] Werkzaamheden Bij dit programma fungeren wij vooral als back-office; de projecten worden ingediend bij de drie provincies. In 2008 zijn er veel aanvragen binnengekomen voor de eerste prioriteit. De aanvragen voor de overige twee prioriteiten blijven achter bij de verwachtingen. Voor een deel heeft dit te maken met onbekendheid. Samen met de provincies zijn we daarom deze prioriteiten in 2008 verder gaan promoten. Een andere oorzaak is dat het bij de laatste twee prioriteiten vaak gaat om omvangrijke projecten met een lange aanlooptijd. Het duurt enige jaren voordat projecten van deze omvang zover zijn dat er subsidie kan worden aangevraagd. Het dus nog te vroeg om conclusies te trekken, zeker als we ons realiseren dat het programma doorloopt tot 2013. tekst Jaarverslag SNN 2008, versie 5, 6 april 2009 11

Kengetallen OP-Noord 2008 Financieringsbron EFRO EZ Totaal budget 170.000.000 80.000.000 Aantal aanvragen in 2008 34 5 Toegekend/afgewezen/in behandeling 21/4/9 4/0/1 Totaal toegekend bedrag 49.998.000 9.063.000 Gemiddeld toegekend bedrag 2.380.000 2.265.750 3.3 Interreg De landen van de Europese Unie willen dat hun ruimte zich duurzaam en kwalitatief aantrekkelijk verbetert. Daarvoor is Interreg opgezet. Interreg is een Europees subsidieprogramma voor creatieve, vernieuwende projecten voor duurzame ruimtelijke en regionale ontwikkeling. Projecten worden uitgevoerd door partners uit minstens twee verschillende landen. De EU vergoedt 50 of 75 procent van de kosten. Het geld voor Interreg komt uit het Europese Fonds voor de Regionale Ontwikkeling (EFRO) en wordt besteed aan de kwalitatief beste projecten. Interreg is gericht op drie verschillende vormen van samenwerking: 1 Grensoverschrijdende samenwerking (Interreg A) 2 Transnationale samenwerking (Interreg B) 3 Interregionale samenwerking (Interreg C) Voor Noord-Nederland gaat het om het EDR-programma (Interreg-4A), het Noordzeeprogramma (Interreg-4B) en het transnationale programma (Interreg-4C). We willen de Interregprogramma s onder meer benutten om de Noordelijke ontwikkelingsas verder vorm en inhoud te geven. In de praktijk betekent dit dat wij vooral willen participeren in projecten die passen in de Interreg-B-programma's voor de Noordzee en de Baltische Zee. In 2007 is het programma voor de periode 2007-2013 vastgesteld. Eind 2007, begin 2008 bleek dat de aanvragers moesten wennen aan de nieuwe regels en voorwaarden. Hierdoor zijn van de eerste vijftien projecten die zijn ingediend voor Interreg-4B, maar twee projecten goedgekeurd, terwijl normaal ongeveer de helft groen licht krijgt. Uiteindelijk zijn in 2008 voor het Interreg-4B-programma in totaal 28 projecten goedgekeurd. Bij maar liefst 14 projecten is Noord-Nederland betrokken (zie tabel 3.1). Dit cijfer illustreert hoe actief Noord-Nederland op dit gebied is. Tabel 3.1: Goedgekeurde projecten Interreg-4B met Noord-Nederlandse inbreng Prioriteit Projecten 1. verhogen innovatieve capaciteit 4 2. duurzaam beheer milieu 4 3. betere toegankelijkheid 1 4. krimp- en groeigebieden 5 14 De commissie die over de aanvragen van Interreg-4B besluit, bestaat uit 21 personen; drie vertegenwoordigers per land. Nederland levert twee vertegenwoordigers van VROM en één namens de provincies. Deze laatste wordt ingevuld door ons. De besluiten moeten met unanimiteit genomen worden. tekst Jaarverslag SNN 2008, versie 5, 6 april 2009 12

Enkele voorbeelden van de goedgekeurde projecten: Onderzoek naar mogelijkheden voor nieuwe breedbandtoepassingen. Stimuleren van elektronische dienstverlening voor burgers. Onderzoek naar waterbeheer in landbouw, rekening houdend met klimaatsveranderingen. Eilanden zelfvoorzienend maken op het gebied van water, energie en materiaalgebruik. Ontwikkelen en op elkaar afstemmen van terminals en containeroverslagplaatsen. Tegengaan van neerwaartse spiraal van vergrijzing en ontgroening voor platteland. Optimaal benutten van vaarnetwerk rond de Noordzee. 3.4 Afgesloten programma s Kompas voor het Noorden Hoofddoelstelling van Kompas voor het Noorden (2000-2006) was het verkleinen van de achterstand die het Noorden had ten opzichte van de rest van Nederland. De economische groei moest hand in hand gaan met het behouden en versterken van de natuurlijke en landschappelijke waarden en het milieu. De thematiek van Kompas voor het Noorden was bijna gelijk aan het EFRO-programma EPD. Daardoor was het mogelijk dat bepaalde projecten deels werden gesubsidieerd vanuit het Kompas, en deels vanuit EPD. Initiatiefnemers hoefden maar één aanvraag te doen. In 2008 hebben we voorschotten betaald en eindafrekeningen gedaan. Kengetallen Kompas voor het Noorden (2000-2006) Totaal budget Totaal aantal aanvragen 361 Totaal aantal eindafrekeningen 201 Totaal toegekend bedrag 425.139.000 Gemiddeld toegekend bedrag 2.115.119 EPD Het Europese programma EPD was de voorganger van OP-Noord. Het EPD liep van 2000 tot en met 2006, met een uitloop voor de uitvoering tot 2008. Dit programma heeft diverse grote projecten in Noord-Nederland mogelijk gemaakt op het gebied van infrastructuur en innovatie. Zo is er geld gestoken in de aanleg en revitalisering van bedrijventerreinen, de aanleg van fietspaden, het verbeteren van de Friese meren, het uitbreiden van havens, het verbeteren van stationslocaties en het ondersteunen van musea. Daarnaast waren er projecten waarbij het bedrijfsleven samenwerkte met een hbo-instelling of universiteit, gericht op innovatie. Hiermee is de basis gelegd voor de latere pieken. In 2008 hebben we voorschotten betaald en eindafrekeningen gedaan. Ook ontvingen we in 2008 de resultaten van de Europese controle van 2007, het zogenaamde Nationale Actieplan EFRO (zie ook paragraaf 3.7). Kengetallen EPD (2000-2006) Financieringsbron Doelstelling-2 Phasing Out Totaal budget Totaal aantal aanvragen 229 34 Totaal aantal eindafrekeningen 101 18 Totaal toegekend bedrag 400.951.000 16.552.000 Gemiddeld toegekend bedrag 3.969.811 919.555 LEADER+ Het Europese programma LEADER+ liep van 2000 tot 2006. De projecten konden nog worden uitgevoerd tot 2008. LEADER+ werd wel de kraamkamer voor nieuw tekst Jaarverslag SNN 2008, versie 5, 6 april 2009 13

plattelandsbeleid genoemd. Initiatiefnemers zoals private partijen, plaatselijke verenigingen, provincies en gemeenten konden subsidie vanuit EFRO krijgen voor sociaal-economische projecten gericht op het ontwikkelen van het platteland. Noord-Nederland was hierbij onderverdeeld in acht gebieden. LEADER+ heeft op het gebied van leefbaarheid, toerisme en landbouw de nodige aansprekende resultaten bereikt. In 2008 hebben we voorschotten betaald en eindafrekeningen gedaan. In 2010 moeten we alles in Brussel hebben afgerekend. Kengetallen LEADER+ (2000-2006) Totaal budget Totaal aantal aanvragen 384 Totaal aantal eindafrekeningen 314 Totaal toegekend bedrag 28.409.000 Gemiddeld toegekend bedrag 90.475 3.5 Subsidieregelingen Per januari 2008 voert het SNN twee nieuwe subsidieregelingen uit voor individuele bedrijven: de NIOF 2008 en de IPR 2008. Deze generieke regelingen worden gefinancierd vanuit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en Pieken in de Delta. In oktober 2008 is voor toeristische ondernemers in Drenthe de regeling STINAT in werking getreden, gefinancierd vanuit OP-Noord en de provincie Drenthe. Noordelijke Innovatie Ondersteuningsfaciliteit (NIOF 2008) De NIOF 2008 is bedoeld voor mkb-ondernemingen in de drie noordelijke provincies en ondersteunt innovatieve projecten. Dat kan zijn het inhuren van extern advies voor productontwikkeling, marktverkenningen, haalbaarheidsonderzoek en bedrijfsovername, maar ook het implementeren van een ontwikkelingstraject of het in dienst nemen van een kennisdrager. De regelingen financieren niet de volledige projectkosten, maar geven de ondernemers een steuntje in de rug, zodat zij zich sneller kunnen ontwikkelen. De NIOF 2008 had in 2008 een budget van 10 miljoen euro. In 2008 is besloten de looptijd van deze regeling te verlengen tot eind december 2009. Voor 2009 is 8 miljoen euro extra beschikbaar gesteld. Investeringspremieregeling (IPR 2008) De IPR is bedoeld om de werkgelegenheid in Noord-Nederland op peil te houden en waar mogelijk te vergroten. De IPR 2008 ondersteunt stuwende bedrijven die zich gaan vestigen of fysiek gaan uitbreiden in een van de zogenaamde steunkaartgebieden van Noord- Nederland. Stuwende bedrijven zijn ondernemingen waarvan de omzet voor 50 procent of meer van buiten Noord-Nederland komt. De ondernemers kunnen subsidie aanvragen voor de investeringen zelf (in bedrijfsgebouwen, duurzame bedrijfsuitrusting en immateriële activa) of voor de loonkosten van arbeidsplaatsen die rechtstreeks door het investeringsproject ontstaan. In 2008 had de IPR 2008 aanvankelijk een budget van 9 miljoen euro. In oktober 2008 is het budget met 6,5 miljoen euro verhoogd, omdat er meer aanvragen binnen kwamen dan verwacht. De regeling is eind 2008 omgevormd tot een meer op het BSRI afgestemde decentrale regeling. STINAT Sinds oktober 2008 kunnen bestaande toeristische ondernemers in Drenthe aanvragen indienen voor de Subsidieregeling Toerisme Natuurlijk! Drenthe 2008-2010 (STINAT). Wij voeren deze regeling uit voor de provincie Drenthe. Deze regeling geeft onder andere hotels, campings en recreatieparken de kans om de voorzieningen aan te passen aan de hedendaagse eisen van de toerist. De regeling ondersteunt twee soorten projecten die de samenhang tussen natuur, landschap en recreatie versterken: adviesprojecten en kwaliteitsverbeteringprojecten. Het totale budget bedraagt voor de gehele periode 7,5 miljoen euro. De maximumsubsidie is 100.000 euro per project. tekst Jaarverslag SNN 2008, versie 5, 6 april 2009 14

Kengetallen Voor NIOF2008, IPR2008 en STINAT hebben we in 2008 in totaal 646 aanvragen ontvangen (zie tabel). Hiervan zijn 242 gehonoreerd en 124 afgewezen. Redenen voor het afvallen van aanvragen zijn dat een idee niet verder wordt ontwikkeld, dat een aanvraag niet voldoet aan de voorwaarden of dat een aanvraag wordt ingetrokken. Eind 2008 waren 280 aanvragen nog in behandeling. In de aantallen aanvragen zijn de gevolgen van de kredietcrisis nog niet merkbaar. Het aantal aanvragen liep in de loop van 2008 steeds op. Aanvragen subsidieregelingen SNN, 2008 Regeling Aantal aanvragen Verleend Afgewezen In behandeling NIOF 2008 548 231 100 217 IPR 2008 80 11 23 46 STINAT 18 0 1 17 Totaal 646 242 124 280 Aanpassingen Veel van de bezwaarschriften hebben te maken met de uitleg van definities. Sommige bezwaarschriften waren voor ons aanleiding om bepaalde zaken te verduidelijken of aan te passen. Deze wijzigingen vertalen we in een interne richtlijn (gedragslijn). In 2008 zijn we begonnen om onze gedragslijnen beter bekend te maken. In 2008 hebben we bijvoorbeeld voor de NIOF 2008 onze interpretatie van het begrip technisch nieuw aangepast. Bedrijven moeten nu aantonen dat er aan een vernieuwing een technisch en financieel risico kleeft. Over zulke aanpassingen geven we voorlichting aan het mkb, via de subsidieadviesbureaus. Afgesloten regelingen Met het beëindigen van Kompas voor het Noorden zijn ook zes subsidieregelingen voor individuele bedrijven beëindigd (IPR, LPR, NIOF, HRM, KITS en KITO). Hiervoor konden in 2008 geen aanvragen meer worden ingediend. In de periode 2000-2007 zijn voor deze zes regelingen samen meer dan 9.000 aanvragen gedaan, waarvan meer dan de helft voor NIOF. De aanvragen zijn afkomstig van ongeveer 7.000 verschillende bedrijven. De zes regelingen hebben daarmee ongeveer 10 procent van het mkb in Noord-Nederland bereikt. In 2008 zijn we nog wel actief geweest met controles en het toekennen van subsidies. Aanvragen subsidieregelingen SNN, periode 2000-2007 Regeling Aantal aanvragen Gemiddelde subsidie IPR 1.089 450.000 LPR 69 190.000 NIOF 5.630 13.000 HRM 844 6.500 KITS 1.140 45.000 KITO 301 25.000 Totaal 9.073 Nieuwe werkwijze In 2008 hebben we onze werkwijze veranderd. We treden meer naar buiten om voorlichting te geven over de subsidiemogelijkheden. Ook nemen we voortaan sneller en vaker contact op met de aanvragende bedrijven, om duidelijkheid te krijgen over de aanvraag, om te ervaren wat er met het subsidiegeld is gebeurd en om feedback te krijgen op het beleid en onze dienstverlening. Ook proberen we het aanvragen van subsidies te vereenvoudigen. Deze klantgerichte en efficiënte aanpak gaan we in 2009 verder uitwerken. tekst Jaarverslag SNN 2008, versie 5, 6 april 2009 15

3.6 Bezwaar- en beroepschriften Bezwaarschriften In 2008 zijn in totaal 104 bezwaarschriften binnengekomen (zie tabel 3.2). Het aantal bezwaarschriften is, na uitschieters in 2006 (138) en 2007 (119), nu weer op het niveau van 2004 (zie tabel 3.3). Regeling Bezwaren IPR 10 KITS 13 NIOF 54 HRM 10 LPR 1 KITO 1 KOMPAS 8 LEADER 7 UIL-NN 0 Totaal 104 Tabel 3.2 Aantal ingediende bezwaren in 2008 Er zijn 122 bezwaarschriften afgehandeld, net zo veel als in 2007. Van de afgehandelde bezwaarschriften waren 28 nog afkomstig uit 2007. Tien bezwaren uit 2008 zijn voor afhandeling doorgeschoven naar 2009. Van de 122 bezwaren die in 2008 zijn afgehandeld, zijn er 39 ambtshalve opgelost. Dit betekent meestal dat de zaak buiten een zitting van de bezwaarschriftencommissie kon worden afgehandeld. De laatste jaren worden steeds meer bezwaren op deze wijze opgelost: van circa 10 procent in 2005, via 19 procent in 2006 tot 31 procent in 2008. Deze toename is deels te danken aan de aangepaste handelswijze bij het SNN. Na binnenkomst van een bezwaar bekijkt de behandelaar nu of er aanleiding is om het besluit (deels) te herzien. De externe adviescommissie hoefde hierdoor en door het lagere aantal bezwaren, minder vaak bijeen te komen dan in voorgaande jaren. In 2008 is de externe adviescommissie 17 keer bijeen geweest voor een hoorzitting. Per keer zijn twee tot vier bezwaarschriften afgehandeld. In vrijwel alle gevallen is het gelukt de wettelijke afhandelingtermijn te halen. Soms is met instemming van de indiener van het bezwaarschrift de termijn verlengd. Beroepen Het aantal ingestelde beroepen is in 2008 sterk gedaald. In totaal zijn slechts vier beroepen ingesteld tegen besluiten op bezwaar. Dit is niet alleen absoluut gezien een laag cijfer, maar ook afgezet tegen het aantal bezwaren (zie tabel 3.3). Aantal bezwaren Aantal beroepen Percentage beroepen 2000 88 4 4,5% 2001 88 13 14,8% 2002 71 8 11,3% 2003 88 13 14,8% 2004 101 17 16,8% 2005 113 18 13,3% 2006 138 23 16,6% 2007 119 13 10,9% 2008 104 4 2,6% Tabel 3.3: Bezwaren en beroepen, 2000-2008 tekst Jaarverslag SNN 2008, versie 5, 6 april 2009 16

De rechtbank heeft in 2008 uitspraak gedaan in acht oude zaken. Het SNN is in zes van deze zaken in het gelijk gesteld. Verder zijn er drie beroepen uit 2007 ingetrokken. Per 1 januari 2009 liepen er nog negen beroepen bij de rechtbank. Hoger beroep In 2008 is twee keer hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank. Ook dit is een laag cijfer. Eén keer is een hoger beroep ingetrokken door de tegenpartij. Het andere hoger beroep liep nog per 1 januari 2009. De Raad van State heeft in 2008 in drie zaken uit 2007 uitspraak gedaan. Het SNN is in twee van de drie zaken in het gelijk gesteld. Wob-verzoeken In 2008 is één verzoek als gevolg van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) behandeld. Conclusies Het aantal bezwaren is in 2008 enigszins gedaald ten opzichte van 2007 en 2006, en is terug op het niveau van 2004. Het aantal ingestelde beroepen tegen besluiten op bezwaar is enorm gedaald in 2008, zowel in relatieve als in absolute zin. 3.7 Nationaal Actieplan EFRO Op verzoek van de Europese Commissie heeft Nederland in 2007 het Nationaal Actieplan EFRO uitgevoerd (zie ook paragraaf 1.3). Dit plan bestond uit twee delen: het aanscherpen van de interne controles bij het toekennen en controleren van EFRO-subsidies en het uitvoeren van een steekproef bij 179 projecten in heel Nederland over de periode 2000-2006. Tot de steekproef behoorden 57 projecten uit Noord-Nederland. Begin december 2007 bracht ADEZ, de accountantsdienst van EZ, een rapport uit met voorlopige bevindingen. Nog net voor de jaarwisseling hebben we hierop onze reactie gegeven. Vanwege het ontbreken van gegevens had ADEZ veel projecten, in onze ogen onterecht, als niet-subsidiabel aangemerkt. Veel van de bevindingen konden we weerleggen. Vervolgens hebben we in de eerste maanden van 2008 in verweersessies met EZ en ADEZ de laatste hobbels gladgestreken. In maart heeft EZ haar eindrapport bij de Europese Commissie ingediend, inclusief het kortingsvoorstel. Over ons aandeel hierin hebben we in april 2008 met het Rijk overeenstemming bereikt. Het Rijk is nog in onderhandeling met de Europese Commissie over de hoogte van de mogelijke korting. tekst Jaarverslag SNN 2008, versie 5, 6 april 2009 17

4 Internationale betrekkingen Voor het Noord-Nederlandse bedrijfsleven biedt Noordoost-Europa veel kansen. Onze projectorganisatie Nordconnect bevordert de contacten tussen het bedrijfsleven hier en daar. 4.1 Nordconnect Noordelijke Ontwikkelingsas Noord-Nederland onderhoudt al eeuwenlang zakelijke betrekkingen met Noordoost-Europa. Dat gaat terug tot de tijd van de Hanze, waarin steden en kooplieden rond de Oostzee handel voerden in producten als hout, huiden, hars, vlas, honing, meel en rogge. Ook tegenwoordig is het gebied rond de Baltische Zee interessant voor het Noordelijke bedrijfsleven. Dit gebied, de Noordelijke ontwikkelingsas genoemd, verbindt Sint Petersburg, Helsinki, de Baltische staten (Estland, Letland en Litouwen), de Øresundregio, Polen, Hamburg / Bremen en de Randstad met elkaar (zie afbeelding 2). [invoegen afbeelding 2: Noordelijke ontwikkelingsas] Noordoost-Europa is de laatste tien jaar de best presterende Europese regio op het gebied van groei, innovatie en onderwijs. De regio s op de Noordelijke Ontwikkelingsas hebben veel overeenkomsten, zoals een hoog opgeleide beroepsbevolking, veel kennisintensieve bedrijvigheid, universiteiten en aantrekkelijke, historische binnensteden. Ook economisch gezien vertonen de gebieden veel overeenkomsten, zoals de maritieme handel en de focus op logistiek. Er is veel innovatie, vooral in sectoren als life sciences, agri-business, energie, duurzaamheid en ICT. Voor het Noordelijk bedrijfsleven is de Noordelijke Ontwikkelingsas interessant omdat het dichtbij is en een toegankelijke markt heeft. Qua markt en cultuur laat het zich goed vergelijken met Noord-Nederland, zodat het gebied ook interessant is voor de beginnende exporterende onderneming. De Noordelijke Ontwikkelingsas heeft twee gezichten. Enerzijds is er Noord-Duitsland en de Scandinavische landen, die een hoogwaardige en kennisintensieve industrie kennen met aanknopingspunten voor sectoren als energie en life sciences. Anderzijds gaat het om Rusland, de Baltische staten en Noord-Polen: jonge economieën met relatief goedkope arbeidskrachten, interessant om productie uit te besteden. Nordconnect Nordconnect is de projectorganisatie, door ons opgezet en gefinancierd, die als doel heeft de samenwerking tussen Noord-Nederland en de Noord-Europese regio's op de Noordelijke Ontwikkelingsas te stimuleren en te verbeteren. Nordconnect is opgezet in 2007, na een uitgebreide verkenningsronde. 2008 is dus het eerste jaar waarin Nordconnect op volle sterkte aan de slag is gegaan. Basis hiervoor was het Actieplan 2007-2010. Activiteiten 2008 In 2008 heeft Nordconnect op basis van het Actieplan veel activiteiten ontplooid met en voor het Noordelijke bedrijfsleven. Hieronder een greep uit het aanbod. Nordconnect was in april 2008 hoofdsponsor van de Internationale Handelsdag 2008 van de Kamer van Koophandel. Nordconnect heeft deelgenomen aan diverse beurzen, zo was er een Nordconnectplein op de Promotiedagen van het Noord-Nederlands bedrijfsleven in Groningen. Het plein stond in het teken van zakendoen met landen in Noordoost-Europa. Ondernemers met exportplannen zijn door deskundigen geïnformeerd over de kansen die in dit gebied liggen. Eind april was een Noordelijke bestuurlijke delegatie aanwezig bij de Holland Days in Riga. De bestuurders hebben gesprekken gevoerd met hun Letse collega s en een bezoek gebracht aan het Fryslân House, het Liaison Office in Riga. Dit bezoek is georganiseerd tekst Jaarverslag SNN 2008, versie 5, 6 april 2009 18

door Nordconnect in samenwerking met de Nederlandse ambassade. Er was ook een Nederlandse handelsmissie in Riga aanwezig, waaraan diverse Noord-Nederlandse bedrijven deelnamen. Deze missie werd georganiseerd door de Kamer van Koophandel. In oktober bracht een delegatie met twee CdK s, drie gedeputeerden en vertegenwoordigers van circa twintig bedrijven uit Noord-Nederland een bezoek aan Sint Petersburg. Tijdens deze handelsmissie, opgezet samen met de Kamer van Koophandel, zijn veel contacten gelegd en er konden ook direct al zaken worden gedaan. Verder bleek dat de provincie rond Sint Petersburg, Leningrad-Oblast, belangstelling had om op bestuurlijk niveau met Noord- Nederland samen te werken. Op dit moment wordt de mogelijkheid onderzocht om hiervoor samen een memorandum of understanding te tekenen. Nordconnect streeft ernaar op enkele locaties in Noordoost-Europa een liaison office te openen. Dit is een kantoorfaciliteit voor kleinere bedrijven uit Noord-Nederland. Zij hebben vaak wel interesse in zakendoen, maar zijn te klein om een eigen kantoor te openen. In de liaison office kunnen ze vergaderen en klanten ontvangen, en er is ook een telefoonservice, zodat ze continu bereikbaar zijn. In Riga is het Fryslân House al erg succesvol. In 2008 hebben we vooronderzoek gedaan naar een liaison office in Sint Petersburg. Als er voldoende animo voor is, kan deze in de tweede helft van 2009 geopend worden. Voor 2010 denken we aan een liaison office in de Øresundregio. We hebben een kleinschalig project opgezet om de export te bevorderen, samen met de International Business School van de Hanzehogeschool Groningen. Bij dit project hebben vijf internationale studenten elk een exportplan gemaakt voor een bedrijf in Noord- Nederland. Op basis van deze plannen is ook een overallrapport geschreven. Dit project brengt kennis uit kennisinstellingen, overheid en MKB samen om de export op gang te brengen. Inmiddels zijn de bedrijven op basis van de exportplannen aan de slag gegaan. In 2009 wordt dit project herhaald. In 2008 is Nordconnect ook gestart met de voorbereiding van de Nordconnect Trial (2-10 mei 2009). We hebben een voorlichtingsbijeenkomst gehouden op het TT-circuit in Assen en een informatiecampagne opgezet. Daarnaast hebben we diverse initiatieven uit het bedrijfsleven ondersteund, bijvoorbeeld van de Gasunie en Harlingen Seaport. Een van onze actielijnen was het uitwisselen van kunst en cultuur. In 2008 hebben we een stimuleringsbudget voor cultuur gehad. We hebben tentoonstellingen in Riga en Sint Petersburg mede mogelijk gemaakt. Tot slot hebben we veel energie gestoken in het bevorderen van contacten en netwerken tussen overheden. Zo hebben we ambassadeurs van Noordoost-Europese landen uitgenodigd om ze kennis te laten maken met Noord-Nederland. Ook Nederlandse ambassadeurs in Noordoost-Europa nodigen we uit om het Noorden beter te leren kennen. Hierdoor hebben we goede contacten opgebouwd. Verder heeft een bestuurlijke Nordconnect-delegatie deelgenomen aan het jaarlijkse Baltic Development Forum (BDF) in Kopenhagen. De directeur van het BDF heeft ook een bezoek aan Noord-Nederland gebracht. Communicatie Nordconnect beschikt over een website, die in 2008 meer bezoekers trok dan 2007. De website bevat actueel nieuws over internationaal zakendoen en geeft de nodige achtergrondinformatie. Ook geeft Nordconnect een digitale nieuwsbrief uit. In 2008 zijn we gestart met een voorlichtingscampagne voor Noord-Nederlandse bedrijven onder de noemer Stap in de Baltische groei-economie. Met deze campagne willen we het midden- en kleinbedrijf informeren over wat het hele gebied rond de Oostzee te bieden heeft. Het effect van de campagne is nu nog niet bekend. tekst Jaarverslag SNN 2008, versie 5, 6 april 2009 19