GCS900 HEX 2D & 3D Handleiding

GCS900 HEX 2D & 3D Handleiding GCS900 Versie 12.61 2015

Inhoud Inleiding 2 Componenten 3 Schema 4 Toetsen CB460 5 Scherm overzicht 6 Configuratie menu Selecteer een ontwerp 7 Werken met RD2008.CAL 9 Strook Selecteren 10 Bakslijtage 11 Bak selecteren 12 Bak inmeten 13 Verticale/Horizontale verstelling 20 Nauwkeurigheid GPS 22 Geleidingsmethode (3D) 23 Lichtbalk schalen / Helderheid scherm en lichtbalk 24 Weergave op hoofdscherm 25 Instellingen Karteren/vastleggen 26 Punt vastleggen 28 Tekst items en Pieptonen 29 Instellingen opslaan of herstellen 30 Hulp op afstand 31 Diagnose 32 Installatie menu Machine instellingen / Eenheden 33 Instellen verbindingen 34 GPS basis configuratie 35 Problemen en Oplossingen 40 2D machine besturing Omschakelen tussen 3D en 2D 44 Algemeen USB poort gebruik 53 Afmetingen formulier bakken 54 Notities 56 1

Inleiding Deze handleiding geeft je een overzicht over het Trimble GCS900 systeem. Je vindt een weergave van de gebruikte componenten en sensoren, en een weergave hoe je het systeem kunt instellen om ermee te kunnen werken. Deze handleiding is een samenvatting van de door de leverancier (Trimble) verstrekte manual en wordt als service door SITECH gemaakt en verstrekt. De door Trimble meegeleverde en door SITECH doorgestuurde uitgebreide handleiding is echter te allen tijde leidend. Wij raden je altijd aan om ook de uitgebreide Trimble handleiding te raadplegen voor de volledige informatie over het GCS900 systeem. Ook gaan we in op eventuele problemen. Deze handleiding is geschreven voor Versie 12.61 Meld je aan voor de nieuwsbrief op: www.sitechsolutions.nl voor meer informatie Kijk ook eens op de SITECH Academy voor een cursus!!!! 2 www.sitech-academy.com

Componenten. CB460 of CB450 Het bedieningsscherm Lightbars (3) MS99x of MS972 GPS antennes* Modem of Radio SNR420 TDL450 S SNM940* AS460 Hellingsensor AS450 (3 of 4 st. bij Variabele giek) Hoeksensoren of eventueel 1 x LC450 voor laserontvangst. Voor de kantelbak word ook de AS450 of een AS455 3 Junctionbox Harnass kabel boom * Kan per machine verschillen

Schema 4

Toetsen CB460 Power toets (aan-uit) Bevestig toets Escape toets (terug) Menu toets Volgende regel/scherm Functie toetsen 1 t/m 6 Navigeer toetsen USB poort 5

Scherm overzicht Welke informatie je kunt aflezen op het beeldscherm is een beetje afhankelijk van welke tekst items je hebt geselecteerd per scherm. We hebben een standaard scherm wat door ons wordt ingeladen bij de eerste installatie. Lijn offset Hoogte offset Linker bakpunt Geselecteerde bakpunt Rechter bakpunt NAP hoogte van geselecteerde bakpunt bakpunt Afstand t.o.v. geselecteerde lijn Bak kanteling of machine kanteling bij een vaste bak Strook selecteren Hor./Ver. verstelling Punt vastleggen GPS nauwkeurigheid 6

Configuratie menu Selecteer een Ontwerp Als de Controlbox aanstaat ga naar het menu door op de menu toets te drukken. Selecteer ontwerp is blauw dus bevestig met de OK toets. Nu zie je de lijst met de ontwerpen waaruit gekozen kan worden, navigeer met de pijlen toetsen naar het ontwerp wat je wilt gebruiken bevestig met de OK toets. 7

Je ziet nu de naam van het ontwerp staan achter selecteer ontwerp: Door nu op de Escape toets te drukken ga je terug naar het hoofdscherm (boven aanzicht). 8

Werken met RD2008.CAL Het is mogelijk om zonder site kalibratie te werken op NAP of Project hoogte in 3D. Bij het ontwerp komt een vervangend bestand voor het site kalibratie bestand. Gebruikt word nu de*.cfg bestand, gemaakt door de landmeter of geleverd door de opdrachtgever. Dit bestand kan vervangen worden door een *.CAL bestand als er geen site kalibratie is gemaakt of word gemaakt (meestal kleine werken). Ontwerp inhoud Je kan nu ook bij vlak en helling aanmaken het RD2008.CAL selecteren. Hierdoor leg meteen het te maken vlak of helling op NAP hoogte. Wat zeer gemakkelijk omdat dan ook de locatie niet gekalibreerd hoeft te worden. Vlak en Helling RD2008.CAL kiezen 9

Strook selecteren Om een bestaand vlak in het ontwerp te verbreden. Dit kan door twee lijnen te verbinden met elkaar dan wordt een oneindig vlak over de twee lijnen aangemaakt. 10 Rood is het nieuw gemaakte Strook/oppervlak.

Bakslijtage Hier kan de mesafmeting van de geselecteerde bak worden aangepast na slijtage van het mes. Na het instellen van de nieuwe mesmaten van de verschillende bakken het machinebestand weer opslaan met datum van die dag. Dit is daar namelijk een onderdeel van. Zie ook machine instellingen Opslaan pagina 29. 11

Selecteer bak Hier selecteer je de bak die op dat moment gebruikt wordt, tevens kun je hier de bestaande bak wijzigen of nieuwe bakken inmeten (nieuw(e) maken). 12 Selecteer de te gebruiken bak en bevestig met de OK toets.

Bak inmeten (nieuwe maken) Ga naar selecteer bak: en selecteer nieuw(e) maken. Geef de bak een duidelijke naam met eventueel de afmeting of nummer en of het een kantelbak is. Bevestig met functie toets 6 (F6). 13 Selecteer Ja bij kantelbak en nee bij vaste bak en bevestig met F6.

Bij een vast kantelstuk (vast aan machine gemonteerd) krijg je dit venster te zien. Selecteer nee als er niets aan het kantelstuk of sensormontage is veranderd. Kies ja als dit wel het geval is om de kanteling opnieuw te kalibreren. Vul hier de afmetingen in (MM nauwkeurig) zoals afgebeeld en bevestig met F6. 14 G - J bij een kantelbak meten aan 2 zijden van de pen G. Waarde optellen en delen door 2. De uitkomst is je G - J waarde.

Houd het mes nu waterpas onder de bakpen zoals afgebeeld met behulp van een meetbaak of rechte lat en een waterpas. Bevestig als deze juist is met F6. Zet bij deze stap het mes verticaal (haaks) naar de grond met behulp van een waterpas. Bevestig als deze juist is met F6. 15

Meet nu de afstand van snijkantmes tot bovenkant moedermes zoals afgebeeld. Methode A alleen moedermes Methode B met voorzetmes Vul de mesmaat J-J1 in gemeten volgens methode A of B Bevestig met F6. Bij inmeten van een vaste bak is de inmeting na deze stap voltooid. In geval van kantelbak ga door met volgende stappen. 16

Zet nu de kantelas waterpas. Zorg ervoor dat de bak hoog genoeg boven de grond hangt om te kunnen kantelen zonder kantelas hoek te veranderen. Deze as moet waterpas blijven bij de volgende metingen!!!!! Bevestig met de F6. 17 Gebruik bakkanteling om het mes waterpas te zetten zoals is afgebeeld en bevestig met de F6.

De afmeting J-K kunt je meten met behulp van een rolmaat en een waterpas zoals is afgebeeld. Als de afmeting erin staat bevestigen met F6. 18 Linker bakpunt heffen en bevestigen met F6. Nu kun je de nieuw aangemaakte bak voltooien. Bevestigen met de OK toets dat deze gebruikt wordt.

Controleer altijd de nieuwe bak zoals is afgebeeld. Opmerking: Ingemeten bakken met een kantelmechanisme hebben een maximaal bereik waarin de kanteling nauwkeurig gemeten kan worden. Als de kanteling buiten dit bereik komt wordt er rechtsonder in het scherm een rood icoon getoond. (dit gebeurd wanneer bak te ver open of dicht gedraaid wordt) Als deze bak juist is ingemeten, moeten de machine instelling worden opgeslagen. Zie pagina 29. 19

Verticale - Horizontale verstelling Verticale verstelling De Verticale (hoogte) en de Horizontale verstelling (lijn selecteren) zitten onder de knop F4 op het beeldscherm. Als de F4 toets ingedrukt wordt opent het scherm voor de Verticale verstelling of Horizontale verstelling, dit kun je wijzigen door op F6 te drukken. Bij de Verticale verstelling kun je het ontwerp in hoogte verstellen. Dit kan op twee manieren loodrecht of verticaal. LET OP dat je de juiste gebruikt. Wisselen kan onder Werkoppervlak, staat standaard op Verticale verstelling. 20 Loodrechte verstelling Verticale verstelling

Horizontale verstelling Bij de Horizontale verstelling kun je een lijn uit het ontwerp selecteren en deze een verstelling geven naar links of rechts (lightbars worden nu ook actief.) Deze staat in het voorbeeld op +0.000m De offline die wordt weergegeven in het werkscherm is ten opzichte van de geselecteerde bakpunt. 21 Bakpunt rechts 0.03m offline Bakpunt links 2.01 offline Lijn offset is +0.000

Nauwkeurigheid GPS Hier kun je de nauwkeurigheid instellen van de GPS die je wil gebruiken. Hier kun je kiezen uit drie mogelijkheden: Grof ± 0.100m Medium ± 0.050m Fijn ± 0.030m Deze optie geeft aan hoe lang GPS blijft werken tot deze met de melding komt: Lage nauwkeurigheid GPS Bij een Fijne instelling zal deze eerder uitvallen maar is het gemaakte werk van een hoge nauwkeurigheid. Binnen 3 cm. Bij een grove instelling zal deze langer blijven werken maar kan het gemaakte werk van een lagere nauwkeurigheid zijn. Binnen 10 cm. 22

Geleidingsmethode (3D) De groene streep geeft het geleidingspunt aan, dit punt probeert altijd op het ontwerp te blijven. Dus als je bv. over een dakprofiel gaat zal het blad of de bak pas overslaan als de geleidingspunt over het hoogste punt is gegaan. Je hebt de keuze uit verschillende geleidingsmethoden. Op een graafmachine gebruik je normaal de 3D, 1 punt midden of 3D, 1 punt focus geleidingsmethode. Bij 3D, 1 punt focus gaat het geleidingspunt met de geselecteerde bakpunt mee naar links of recht. Zo kun je smalle hellingen maken die smaller dan de helft van de bak zijn. 23

Lichtbalk schalen Het instellen van de lichtbalk LED verschaling, verticale en horizontale led s. Helderheid scherm en lichtbalk Het instellen van de helderheid Scherm, knoppen en lichtbalken. 24

Weergaven op hoofdscherm De weergaven zijn aan te passen naar gelang de werkzaamheden. Standaard wordt een algemene instelling gebruikt met de meest voorkomende details. Er zijn 3 categorieën die je kunt wijzigen: Bovenaanzichten Actieve weergaven Softkeys op hoofdscherm De meest voorkomende zijn; Gesplitste weergave <ja of nee> Vastg. Punten tonen <geen, alleen punten of punten en namen> Softkey karteren <Punt vastleggen> Softkey karteren <Karteren: Auto/Uit> 25

Instellingen Karteren/vastleggen Er is een mogelijkheid om graafinformatie te registreren om direct inzage te krijgen op het hoofdscherm en tegelijkertijd deze meetdata te verwerken in een digitaal bestand. Deze digitale bestanden kunnen worden gebruikt voor revisie werkzaamheden nadien (uit het scherm te halen met USB stick of via TCC). Er zijn verschillende instellingen mogelijk: Inkleuren op hoofdscherm (wel aan te raden) Data opname kantoor (voor revisie werkzaamheden) Karteren min. Hoogte (alleen diepste gang vastleggen) Bakpunt karteren (altijd of alleen halende beweging registreren) Let op: 26 Bij Weergaven op hoofdscherm - Actieve weergaven moet het scherm Uitgraven/ophogen aanstaan en bij Softkeys op hoofdscherm moet de Softkey Karteren geactiveerd zijn.

Je komt het Uitgr./Oph. scherm nu tegen bij de verschillende weergaven. Kleurbalk voor de indicatie: GROEN = op ontwerp hoogte binnen ingestelde nauwkeurigheid ROOD = boven de ingestelde nauwkeurigheid BLAUW = onder ingestelde nauwkeurigheid Karteren: AUTO (aan) Karteren: Uit 27 Karteren: Aan (manuele bediening) Optioneel: de mogelijkheid bestaat om de F5 toets te bedienen vanaf een (vrije) functie toets op de joystick van de machine. Dit vereist wel een aanpassing in de bekabeling van het machine harnas.

Punt vastleggen Deze functie maakt het mogelijk punten te meten (vast te leggen) in het werk met de geselecteerde bakpunt. Bij het meten van een punt wordt de locatie en hoogte opgeslagen in een *.CSV en toegevoegd bij het geselecteerde ontwerp in de map. Deze gegevens kunnen nadien weer gebruikt worden t.b.v. revisie. Het *.CSV bestand heeft een machine naam code meegekregen. Punt vastleggen kun je aanzetten bij Weergaven op hoofdscherm bij Softkeys op hoofdscherm - Softkey Karteren <Punt vastleggen> Je kunt de punt naam en code ingeven bij elk gemeten punt. 28 Altijd om elk punt vragen: kies Ja als je bij elk punt de naam of code wilt wijzigen.

Tekst items en Pieptonen Alle tekstitems die je ziet in de verschillende schermen kunnen per scherm per item worden aangepast. Er is een diversiteit aan items die per werkzaamheid handig zijn of juist overbodig. De tekst items zijn een onderdeel van de scherminstellingen en kan dus per werkzaamheid worden opgeslagen en gebruikt. Er zijn 2D en 3D items die door elkaar gebruikt kunnen worden, het systeem weet welke er op dat moment van toepassing zijn. Zo is er ook een diversiteit aan pieptonen die je kunnen helpen met en tijdens je werkzaamheden. 29 De enige pieptoon die niet uitgezet kan worden is die van de Te vermijden zone s. Ook dit is een scherminstelling en kan per instelling worden opgeslagen en gebruikt worden.

Instellingen opslaan of herstellen Alle instelling staan opgeslagen in een Machine of Scherm bestand. Deze bestanden heb je nodig om je Machine en Scherm instellingen te herstellen (laden). BV opslaan. Als je de mesmaat van een bak hebt veranderd machine instellingen opslaan Als je een nieuwe bak hebt ingemeten machine instellingen opslaan Als je een Ntrip basis hebt toegevoegd - machine instellingen opslaan Als je een scherm hebt gemaakt met tekst en pieptonen scherm instellingen opslaan Zet bij het opslaan altijd de actuele datum er achter. Zodat bij eventueel herstellen van de machine je de meest recente instelling gebruikt. In de machine naam zie je nu: Merk, Type, eind van serie nr. of machinenummer volgens het bedrijf, software versie en de actuele datum (dag, maand, jaar). BV herstellen. De CB460 op andere machine heeft gezeten - jou machine herstellen Je met een andere scherminstelling wilt werk - scherm herstellen 30

Hulp op afstand LET OP! Dit is alleen mogelijk als er een modem is geïnstalleerd (actief) en TCC account is ingesteld. Met hulp op afstand kan een helpdesk medewerker vanaf afstand (via internet) mee kijken in de CB460 en eventueel bedienen. Bij de knop Hulp op afstand kan een sessie gestart worden. 31

Diagnose Deze functie geeft diagnosescherm waarin je kunt zien welke apparaten zijn aangesloten en met welke software versie deze werken. Apparaten Bij de optie GPS zie je de ontvangen informatie van de linker en rechter GPS ontvanger. Ook zie je hier de Data koppeling (verbinding met basis/06 GPS) Linker GPS antenne De Integriteit 100 s van de linker datakoppeling geeft je een percentage in % van ontvangen correctie de laatste 100 seconden. Boven de 80% is goed. 32 Hier kun je zelf al een diagnose stellen als er een storing is.

Installatie menu Machine instellingen Bij machine instelling kun je zien welke machine er is ingeladen en met welke configuratie er gewerkt wordt. Eenheden Handig om eventueel de helling om te zetten naar 1 op 2 in plaats van procenten. 33

Instellen verbindingen Internet verbinding instellen: Hier stel je de APN gegevens in van welke provider de SIM is. Wi-Fi netwerk: Wi-Fi netwerk selecteren welke gebruikt wordt op het werk. TCC instellingen: Hier komen je account gegevens t.b.v. synchroniseren van data via internet. Hier ook auto sync. aan of uit zetten. Draadloze data sync: Hier kun je handmatig de synchronisatie starten met TCC door start te drukken, annuleren met stop. GPS basis configuratie: Hier bepaal je met welk systeem je de correctie gaat binnen halen. Radio, modem en-/of ander merk radio. Zie pagina 35. Radio aansluiting van control box: Hier bepaal je welke COM poort en baudrate er gebruikt wordt met ander merk radio. En of de positie data verstuurd moet worden (06-GPS verbinding). 34 Machineradio configuratie: Frequentie verzetten van de gele Trimble radio. Radioband selecteren: Wisselen in bandbreedte t.b.v. UTS of GPS. Hulp op afstand configuratie: Telefoonnummer wat gebeld moet worden bij hulp op afstand.

GPS basis configuratie: Hier bepalen met welke basis verbinding gewerkt gaat worden. Het sterretje geeft de actieve configuratie aan (VRS/eén basis). Om te wisselen ga je naar een andere configuratie en bevestig met OK. VRS/Eén basis - externe basis: hier kun je verbinding maken met een Ntrip basis of een VRS verbinding (06-GPS). LET OP! Dit is een voorbeeld van een 06-GPS verbinding Kies nu nieuwe maken F1. De instelling kun je manueel ingeven of kiezen vanuit voorbereide lijst (remotebase bestand). Vul hier de gegevens in en bevestig met F6. (houd rekening met hoofdletters) 35

Kies hier de correctie stream 06GPSVRSGLO31 en bevestig met F6. Geef de verbinding een naam bv. 06-GPS en voltooien met F6. 36

Nu zie je dat er een verbinding is gemaakt met 06-GPS. Bevestig deze verbinding met OK. IBSS - Externe basis: Is een TCC basis correctie oplossing. Wi-Fi - Lokale basis: Is een lokale basis die zijn correctie via Wi-Fi verspreid over het werk. 37

SNRxxx - Lokale basis: Is een lokale Trimble basis met Trimble radio correctie. Als je SNRxxx - Lokale basis selecteert (actief maakt * ) dan kun je de radio frequentie verzetten bij Machineradio configuratie. 38 439.837500

Radio van ander merk: Zijn de TDL/ADL, SNM930 en Digi modem aansluitingen. Met een TDL450 of ADL450 werk je met een Lokale Basis en kun je de frequentie verzetten door op de pijl toets rechts te drukken tot je de frequentie kunt aflezen. Met behulp van de pijl toetsen boven en onder kan je door de lijst navigeren tot de juiste frequentie zichtbaar is. Bij de juiste frequentie druk de middelste toets om te bevestigen. Nu staat er voor de selecteerde frequentie een * sterretje. 39

Problemen en Oplossingen Het scherm kan verschillende GPS meldingen geven. Geen GPS Data Geen GPS Data (rechts) Onbekende Richting Lage nauwkeurigheid (Beweeg) Lage nauwkeurigheid (GPS) Z. lage nauwkeurigheid (GPS) Oude Positie Slechte GPS Data Geen GPS Data Betekent: De GPS ontvanger stuurt geen gegevens meer uit Oorzaak: 1. GPS antenne configuratie probleem 2. Kabel fout 3. Ontvanger fout Oplossing: 1. Stuur *.CFG file naar ontvanger ( laad een ander ontwerp in) 2. Controleer of er geen beschadigingen zijn aan de kabels/stekkers 3. Schakel Controlbox uit, maakt het spanningsloos en zet hem weer aan Geen GPS Data (rechts) Betekenis: De GPS ontvanger berekend een hoge nauwkeurigheid (fixed) voor de linker antenne, maar niet voor de rechter. Oorzaak: 1. Rechter GPS antenne is niet in fixed mode 2. Kabel of stekker probleem aan de rechter GPS antenne 3. Slechte rechter GPS antenne 4. Communicatie probleem in ontvanger 5. Ontvanger fout Oplossing: 1. Controleer of de kabel naar de rechter ontvanger goed is aangesloten en niet defect is. 2. Controleer in diagnose bij de rechter GPS ontvanger de status bij Unknown of No Data dan is er waarschijnlijk een defecte kabel of ontvanger. Wissel de ontvanger met de linker en kijk opnieuw. Blijft de storing op rechts is het de kabel. Gaat het mee naar links dan is het de GPS antenne of ruil deze om met een nieuwe. 40

Lage Nauwkeurigheid (bewegen) Betekenis: De GPS antenne ziet satellieten, ontvangt data van de basis, heeft een hoge nauwkeurigheid en stuurt de data naar de CB460. Maar heeft geen richting. Oorzaak: De machine moet bewegen om de helling/richting te bepalen. Oplossing: Beweeg machine ca. 2meter om het systeem te kunnen gebruiken. Lage Nauwkeurigheid (GPS) Betekenis: De GPS antenne ziet satellieten, ontvangt info van de basis, stuurt de data naar de CB460 heeft alleen nog lage nauwkeurigheid (D-GPS of FLOATING mode) en is nog niet in FIXED mode. Oorzaak: 1. Systeem is net opgestart. 2. Ontvangen van satellieten is tijdelijk onderbroken. 3. Slechte constellatie van satellieten 4. Slechte radio ontvangst 5. Radio ontvangt verkeerde basis 6. Machine is te ver verwijderd van basis 7. Ontvanger fout Oplossing: 1. Wacht +/- 60sec 2. Controleer of de kabels naar de linker niet beschadigd zijn en de stekker goed vast en recht zit. 3. Controleer in diagnose bij de linker antenne de waardes Gebruikt en PDOP er moeten min. 5 satellieten zijn en PDOP mag niet hoger zijn dan 4.. Controleer ook L1 en L2 je hebt minimaal 5 satellieten nodig om een oplossing te krijgen. 4. Controleer dit ook bij de rechter antenne. 5. Controleer ook of gebouwen,bomen etc. niet het zicht belemmeren. 6. Controleer in diagnose de Data koppeling deze moet 85% of meer. 7. Controleer of er geen andere basis op dezelfde frequentie draait. 8. Verplaats de basis. 41

Z. Lage Nauwkeurigheid (GPS) Betekenis: De GPS antenne ziet satellieten, maar hij kan geen RTK positie bepalen. Oorzaak: 1. Niet de juiste verbindingsconfiguratie, radio - modem - ander merk 2. Instellingen van de basis, stroomvoorziening of bekabeling van de basis 3. Radio frequentie verkeerd op machine 4. Modem geen GSM verbinding 5. Geen IP adres t.b.v. VRS of Ntrip basis verbinding 6. Antenne los of kabelbreuk van radio of modem 7. Ontvanger defect Oplossing: 1. Controleer of de andere machines op de site dezelfde problemen hebben, zo ja. Controleer de basis of correctie verstrekker die gebruikt 2. Controleer of de lampjes op de radio branden/knipperen (oranje/groen of RX op TDL). Controleer de stekker verbindingen, controleer de instellingen van de radio (frequentie) 3. Controleer de GSM verbinding bij modems 4. Controleer of de *.CFG file voor de GPS antenne correct is Wat ook mogelijk kan zijn: De radio gestoord word door 27MC/GSM masten/radar. Oude positie Betekenis: De GPS antenne ontvangt en stuurt data maar er kan nog geen positie worden berekend. Oorzaak: 1. De GPS antenne ziet satellieten maar het is nog niet mogelijk om een positie te bepalen 2. Slechte linker antenne 3. Ontvanger fout Oplossing: 1. Controleer of de kabels naar de GPS antennes in orde zijn en of alle stekkers goed vast zitten (recht) 2. Wissel de linker en rechter GPS antenne kijk of het probleem dan verandert 3. Start het systeem opnieuw op (alle spanning er van afhalen) 42

Ongeldige GPS Data Betekenis: De ontvanger stuurt data naar de CB460 maar deze is in een verkeerd formaat. Oorzaak: 1. De GPS ontvanger poort instellingen zijn verander 2. De GPS ontvanger instellingen zijn verkeerd 3. Er is geen coördinaten systeem of sitecalibratie file geladen in de ontvanger Oplossing: 1. Laad het ontwerp opnieuw 2. Check of bij het ontwerp het *.CFG bestand is toegevoegd 3. Controleer of de *.CFG file een goed calibratie file heeft. 43

2D machinesturing Omschakelen van 3D naar 2D In het menu kun je met functie toets 4 de werk modus aanpassen van 3D naar 2D of van 2D naar 3D. 3D modus. 2D modus. Met 2D besturing wordt er geen basis of site calibratie gebruikt, verder blijven er veel dingen het zelfde als bak selecteren, bak inmeten, instellingen herstellen en opslaan, enz. Dus dit gaan we niet meer behandelen. Met 2D machine besturing kun je refereren aan een hoogte wat dan een oppervlak wordt en die gebruiken. Na verplaatsen van de machine moet er opnieuw gerefereerd worden. Dit kan op je afgewerkte hoogte, een vaste hoogte of d.m.v. een laser in combinatie met LC450 sensor (lasercatcher op machine). Er is nu ook de mogelijkheid om 2D met GPS ontvanger ondersteuning te gebruiken bij een GCS Flex systeem of GCS900 systeem (voorzien van 1 of 2 GPS ontvangers). Hierdoor kun je refereren op een locatie en daar een vlak, helling, dubbel helling, profiel of aslijn met profiel aan koppelen. Je kunt dan de machine verplaatsen zonder opnieuw te refereren aan de hoogte en locatie, tevens krijgt de aslijn een richting mee die hij vast houdt. 44 Dus met de GPS ontvanger ondersteuning op 2D kun je zelf met de machine simpele ontwerpen maken op iedere gewenste locatie. (correctiesignaal vereist vaste basis/ntrip basis/06-gps)

Vanuit de 2D modus ga naar het installatie menu om GPS ondersteuning in te schakelen. Je kunt hier kiezen 4 opties. 45

In het Configuratie menu bij de optie Geleidingsmethode kies je de methode die je wilt gebruiken afhankelijk van het werk dat je wilt gaan maken. Diepte Diepte: hiermee maak je een plat vlak met gerefereerde hoogte (op willekeurige locatie) wat met behulp van Laser of GPS ondersteuning bijna oneindig is. Vanaf de gerefereerde hoogte kun je verschillende uitgraafdieptes of ophogingen instellen. (machinerotatie wordt ondersteund) 46

Diepte Helling Diepte helling: een hellend vlak in de richting van de giek op of aflopend, kun je met (afschot) Laser ook weer bijna oneindig maken. Maar de richting van de helling wordt bepaald door de richting van de giek ook als je met een laser werkt (machinerotatie wordt niet ondersteund). Heb je de mogelijkheid om de GPS ondersteuning te gebruiken dan kun je de helling een richting meegeven die hij vast houdt. Refereer rotatie. (machinerotatie wordt ondersteund) 47

Diepte Dubbele Helling Diepte dubbele helling: bij deze methode heb je de mogelijkheid om een dubbel hellend vlak aan te maken en hiervan de lengterichting vast te leggen d.m.v. Refereer rotatie. (deze optie alleen mogelijk in 2D met GPS ondersteuning of kompas mast). 48

Profiel Profiel: met deze methode kun je zelf een profiel aanmaken. Dit kan door handmatig punten in te geven of door punten met de bak aan te tikken. In de 2D modus kun je dit profiel alleen in de lengte van de giek uitgraven (machinerotatie wordt niet ondersteund) In 2D met GPS ondersteuning kan een lengterichting aan het profiel worden gegeven waardoor je wel vanuit alle posities dit model kunt uitgraven. 49

Aslijn met profielen Aslijn met profiel: Deze methode is alleen mogelijk in 2D met GPS ondersteuning. Je kunt met deze geleidingsmethode een aslijn aanmaken (met hoogte en richting) door met de bak punten aan te tikken. Aan deze aslijn kan dan een zelf aangemaakt profiel gekoppeld worden bv. een slootprofiel. 50

Touch Point Als er geen GPS ondersteuning of Laser referentie mogelijk is kun je de machine toch verplaatsen en de hoogte meenemen door middel van een Touch Point. Ga met de bak op een punt staan dat je na verplaatsen ook nog kunt bereiken. Druk Touch Point om dit punt op te slaan. Verplaats dan de machine, ga weer terug naar dit punt met de bak en druk OK. Doe dit wel op een vaste ondergrond! Werken met laser met referentie hoogte Refereer met de bak op een referentiehoogte die je wilt gebruiken en druk op 0.0 toets F6. Haal daarna de laserontvanger van beneden naar boven rustig door de laserlijn (alleen hoofdgiek bewegen) en accepteer binnen 4 sec. met F1. Nu kun je machine verplaatsen en opnieuw refereren aan de laser en binnen 4 sec. accepteren met F1. Nu zal weer de correcte hoogte worden weergeven t.o.v. referentie punt. 51

Werken met laser zonder referentiehoogte Als je wel een laser hebt maar geen referentiehoogte kun je met absolute laserhoogte werken, dat wil zeggen dat de diepte aangegeven wordt t.o.v. de laserlijn. Houdt F6 toets 3 sec. vast zodat bij de uitgraafwaardes n.v.t. komt staan. Haal daarna de ontvanger door de laser en bevestig binnen 4 sec. met F1. Nu geeft het systeem de diepte aan vanaf de laserlijn. Na verplaatsen van de machine opnieuw aan laser refereren en bevestigen met F1 52

Algemeen USB poort gebruik De USB poort gebruiken we om machine en ontwerp bestanden te importeren en exporteren. Tevens halen we de data log bestanden van de CB460 via deze USB poort. Door de USB stick in de poort te steken opent het USB menu. Als je een lege USB stick gebruikt zal alleen de functie naar USB zichtbaar zijn, als je dat doet krijg een map op de USB stick Machine control data hier in staat een machine map en een All map. In de Machine map staan de machine en scherm bestanden en mappen met de ontwerpen. In de map All zet je de bestanden die op de CB460 moeten komen. Denk aan: ontwerpen, machine/scherm instellingen, Remotebase enz. Dan gebruik je de toets toevoegen vanaf USB. Overzicht USB stick: Inhoud Machine Control Data Inhoud All 53 Inhoud CAT 329E Voor het verwijderen van ontwerpen of machine instelling raden wij u aan dit met telefonische support te doen. +31 493 681 009

Afmetingen formulier Bakken Meet bij een kantelbak G-J aan beide zijde van de bakpen en middel de waarde Naam Bak: Naam Bak: Naam Bak: Afstand G-H: Afstand G-H: Afstand G-H: Afstand G-J: Afstand G-J: Afstand G-J: Afstand J-J1: Afstand J-J1: Afstand J-J1: Breedte bak: Breedte bak: Breedte bak: Afstand K-J: Afstand K-J: Afstand K-J: Naam Bak: Naam Bak: Naam Bak: Afstand G-H: Afstand G-H: Afstand G-H: Afstand G-J: Afstand G-J: Afstand G-J: Afstand J-J1: Afstand J-J1: Afstand J-J1: Breedte bak: Breedte bak: Breedte bak: 54 Afstand K-J: Afstand K-J: Afstand K-J:

Naam Bak: Naam Bak: Naam Bak: Afstand G-H: Afstand G-H: Afstand G-H: Afstand G-J: Afstand G-J: Afstand G-J: Afstand J-J1: Afstand J-J1: Afstand J-J1: Breedte bak: Breedte bak: Breedte bak: Afstand K-J: Afstand K-J: Afstand K-J: Naam Bak: Naam Bak: Naam Bak: Afstand G-H: Afstand G-H: Afstand G-H: Afstand G-J: Afstand G-J: Afstand G-J: Afstand J-J1: Afstand J-J1: Afstand J-J1: Breedte bak: Breedte bak: Breedte bak: Afstand K-J: Afstand K-J: Afstand K-J: Naam Bak: Naam Bak: Naam Bak: Afstand G-H: Afstand G-H: Afstand G-H: Afstand G-J: Afstand G-J: Afstand G-J: Afstand J-J1: Afstand J-J1: Afstand J-J1: Breedte bak: Breedte bak: Breedte bak: Afstand K-J: Afstand K-J: Afstand K-J: Vergeet niet om je Machine instellingen op te slaan als je een nieuwe bak hebt aangemaakt of er een hebt aangepast 55 Je kunt altijd ons Servicenummer bellen +31 (0) 493-681 009

Notities: 56